wHet peil kan en moet nog aanmerkelijk verhoogd worden" Over geboorten, huwelijken en sterfte AFSTAMMING VAN PRINS CHARLES VAN EDINBURGH HOLLANDSE VOORVADEREN VAN VADERS- EN MOEDERSZIIDE ZATERDAG 18 DECEMBER 1948 Prof' Hocking over de Amerikaanse pers (door dr. E. van Raalte) Eindelijk is het me dan toch gelukt om .0f dr. W. E. Hocking te treffen, een nan van groot gezag en aanzien, zowel ■als buiten Amerika. Hij is thans pro- }Lor emeritus van de beroemde Harvard rnïversHeit, waar hij philosophie doceerde n het vorige jaar heeft Leiden het voor- i eDgenoten hem als gast-professor te re -en hebben. Terecht is aan deze even Laafde als geestige geleerde door Leiden Sere-doctoraat verleend. Hoofddoel van In ontmoeting met hem was om eens na- fer zijn mening te horen over het hem na n het hart gaande vraagstuk van de Persvrijheid. Dit te meer, aangezien hij Ll heeft uitgemaakt van een commissie ran vooraanstaande Amerikaanse hoog waren, die zich gedurende een paar jaar et dit probleem, voor zover het de .pers hun eigen land betreft, heeft bezig ge- ouden. Daarover is door haar vervolgens n heel wat opzien gebaard hebbend rap- gepubliceerd. Kort na mijn aankomst in Amerika, •oonde ik de installatie van Eisenhower !k president van de Columbia Universi- L te New York bij. Met Hocking, die l ar ais vertegenwoordiger van de Leidse a0aeschool aanwezig zou zijn, maakte ik telefonisch een afspraak hem na afloop van de plechtigheid te zullen ontmoeten. Vrij spoedig kwam toen het gesprek op de Amerikaanse pers en op het vraagstuk - haar vrijheid. Hieronder volgt, in grote trekken wat Hocking over een en ader opmerkte: 11c moet verklaren, dat in het algemeen vjj'ons dagbladondernemingen de goede uitzonderingen daargelaten al te zeer Li uitmaken van het zakenwezen. In die an dat zij eenvoudig kapitalistische on tnemingen zijn, in sterke mate beheerst door „business" en niet door geestelijke overwegingen. Onjuist acht ik intussen tommiger bewering of vermoeden, dat de "adverteerders een bijzondere invloed op de inhoud van de kranten hebben. Hier voor is, ook in de ogen van de commissie inzake de persvrijheid, geen voldoende bewijs aangebracht. Dat het peil van de pers ten onzent aan merkelijk omhoog kan en moet, staat voor vast. En ik geloof ook, dat de scholen voor journalistiek, over wier resultaten ik geenszins onverdeeld geestdriftig kan zijn, in deze een taak te vervullen hebben. Een groot nadeel in ons land acht ik, dat er geen nationale bladen bestaan, welke ais zij in heel het land zouden verschijnen aen algemene voorlichtende taak zouden moeten verrichten, dan tevens in staat zijnde de beste krachten aan zich te ver binden. Een bedenkelijke factor is, dat te zeer vele bladen zich laten leiden door wat ik aou willen noemen een orthodox fana tisme, waarvoor het volk erg vatbaar is. Voorbeeld: de in mijn ogen schandelijk eenzijdig doldriftige actie, ik kan wel zeg- geen agitatie tegen hen, die zich zoge naamd met on-Amerikaanse handelingen bezig houden, waardoor er een soort jacht plaats vindt op mensen, welke heus geen communistische of andere revolutionnaire vijfde colonne uitmaken, doch die zich al leen veroorloven er vooruitstrevende denkbeelden op na te houden. In onze reeds door mij genoemde com missie hebben wij, wat onze conclusies betreft, gezocht naar de grootst gemene deler van datgene waarover wij het te zamen eens waren. Op sommige punten week ik van een deel mijner medeleden af, zo in het bijzonder van prof. Chafee, die het begrip persvrijheid zover doorge voerd wilde zien, dat hij tegen elk verder wettelijk ingrijpen gekant was. Mijn stand- Dimt heb ik in een afzonderlijke publica- iie uiteengezet. Kort samengevat komt de door mij aangehangen zienswijze hierop neer, dat volgens mij elke vrijheid, juist om der wille van de vrijheid zelf haar beperkingen heeft. Welnu, ik ontken het recht op vrijheid om, door middel van voorlichting van de massa, af te dalen tot vulgariteit en voorts om leugens te debi teren. Daartegen zou ook de wetgever eigenlijk dienen te waken. Ik geef toe, dat het vrijwel onmogelijk is om ten aanzien van het eerste objectieve maatstaven of normen aan te leggen, en ten opzichte van bet tweede zeer moeilijk, daar zich de ïïaag voordoet, wie zal kunnen of moeten beslissen, wat waar en w.at niet waar is. Maar dit neemt niet weg, dat aangezien niemand door God of wie ook geroepen is vulgair of legenachtig te zijn en het juist voor iedereen als plicht te beschouwen valt, iets dergelijks na te laten, ongetwij feld een haar verantwoordelijkheid in ziende pers de vrijheid mist om af te da len tot vulgariteit en om leugens op te dissen. Daarom meen ik, dat daartegen moet worden opgetreden. Een goed ding in dit verband en in het algemeen om ver hoging van het peil van het dagbladwezen te bevorderen, als ook uitwassen tegen te gaan, zou zeker zijn, indien het kwam tot de verwezenlijking van ^iet door onze al eerder vermelde commissie aanbevolen denkbeeld om een lichaam in het leven te Nepen, dat zowel ten opzichte van de overheid als van de pers volkomen onaf hankelijk zou zijn en gedurende bijvoor beeld de eerste tien jaar geregeld zou na- ?aan in hoeverre de pers niet voldoende aan haar taak zou beantwoorden, dan te vens aangevende op welke manieren daar in verbetering aan te brengen zou zijn". Ik vestigde prof. Hocking's aandacht op «n pas in het uitgeversorgaan „Editor Publisher" gedaan aanbod aan prot. Hut- duns, de kanselier van de Universiteit van Chicago, die voorzitter van de com missie in kwestie was, om iets van die «ard te laten doen door een commissie, «aarvan de helft uit (pers)vaklieden, de helft uit leken of onderwijs- en opvoe dingsdeskundigen zou bestaan, die geza menlijk gedurende een jaar op dit gebied mts zouden ondernemen. Prof. Hocking zag daarin een goed te ken en een blijk van bereidheid van de zijde der door het commissierapport nogal gecritiseerde pers eigenaren en uitgevers - in het algemeen had men in de pers getoond de uitgeoefende kritiek slecht te kunnen verdragen, zodat het rapport niet bepaald gunstig ontvangen was om toch 'e trachten mede te werken aan zeer no dige verbeteringen. Tot besluit van ons psprek, kreeg ik nog te horen, hoe het '°t de commissie-Hutchins was gekomen. »Dit heel wat geld gekost hebbende commissiewerk gedurende een aantal Jaren hebben wij als paarden gewerkt, een zeer groot aantal mensen gehoord en tal van onderzoekingen verricht is moge lijk gemaakt dank 2jj Henry Luce. Deze had reeds in zijn studententijd grote be langstelling voor een bijzonder soort van journalistiek, het tot het publiek brengen van wat achter de feiten ligt. Daaruit zijn tenslotte de hem toebehorende, door hem geleide, weekbladen „Time", „Life" en „Fortune" geboren. Henry Luce, een man met zekere idealen, had al eens met zijn oude vriend Hutch ins, met wie hij aan de zelfde Universiteit had gestudeerd, het denkbeeld besproken een onderzoek naar de onafhankelijkheid en vrijheid van de pers te doen instellen. Tijdens een verga dering van de commissie, die over de uit gave van de Encyclopaedia Britannica gaat, van welke commissie ze beiden deel uitmaken, deed Luce aan Hutchins, een krabbeltje toekomen soms doet er zich in een commissievergadering wel eens 'n ogenblik voor, waarin men niet steeds aandacht aan de besprekingen zelf wijdt van ongeveer de volgende inhoud: „Bob, wanneer komt er wat van ons plannetje inzake een onderzoek naar de persvrij heid". Bob gaf, over de tafel, een stukje papier terug, waarop stond: „zodra iemand het geld geeft, nodig ter bestrijding van de daarmee gepaard gaande kosten". Weer een briefje terug: „Hoe groot schat je die?" Antwoord: „Zestigduizend dollar". Weer een briefje van Luce: „Die geef ik". Later verhoogde hij, toen dit nodig bleek, dat bedrag tot twee honderdduizend dollar, waarna de uitgevers van genoemde Encyclopaedic er nog dertien duizend dol lar aan toevoegden". Aldus het aardige verhaal over de typisch Amerikaanse ma nier, waarop dit ongetwijfeld hoogst be langrijke onderzoek mogelijk is gemaakt! Weeldebelasting op auto's Nu de Eerste Kamer heeft beslist dat bij aankoop van nieuwe personenauto's 15 pet. weeldebelasting moet worden betaald heeft de KNAC aan de minister van Finan ciën verzocht de inwerkingtreding van deze wet op een zodanig tijdstip te doen geschieden dat leveranties, welke vóór een bepaalde datum lopende zijn, redelijker wijze kunnen zijn afgewerkt. Vergelijkende cijfers voor Nederland, Haarlem, Haarlemmermeer en Velsen Iets Hogere rijsttoewijzing aan Nederland De toewijzingscommissie voor rijst van het Internationale Noodvoedsel-comité der Verenigde Volken heeft de toewijzingen voor rijst bekend gemaakt, welke zullen gelden voor 1949. Nederland zal voor 1949 een hogere toe wijzing ontvangen en wel 18.000 ton tegen 12.500 ton in 1948. Deze laatste hoeveel heid is evenwel door Nederland niet ge heel aangekocht. Daar de export uit Birma beneden de verwachting bleef, ontving Nederland enige maanden geleden van het Internationale Noodvoedsel-comité het ver zoek de 3000 ton, welke Nederland nog volgens toewijzing in Frans Indo-China kon kopen, niet op te nemen. Nederland heeft overeenkomstig dit verzoek gehan deld. Aannemend, dat Nederland in 1949 Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de bevolkingscijfers over de maan den Juli en Augustus 1948 verwerkt. Voor Haarlem en omgeving zijn daaruit belangrijke gegevens te halen. Het inwoner-aantal van Haarlem steeg in deze twee maanden tot 160.097. Trouw-lust gedaald Per 1000 inwoners per jaar werden in Haarlem in Juli 10.6 huwelijken gesloten en in Augustus 10.0. Dit was in verhou ding van het gehele land iets aan de hoge kant, want de gemiddelde cijfers waren namelijk 9.6 en 8.8. De trouwlustigheid in ons land, die na de oorlog groot was, neemt weer af. Voor Nederland waren de cijfers over de maanden JanuariAugustus 1947 per 10.000 zielen 10,5, voor dezelfde maan den van 1948 is het slechts 9,1. In Haarlemmermeer waren weinig trouwlustigen, slechts 7.6 op de 1000 inwo ners per jaar. Velsen was met 9,7 iets bo ven het rijksgemiddelde, maar werd toch door Haarlem royaal geslagen. Hoogtere cords werden bereikt door Emmen met 14,3 over Augustus en door Heerlen met 14,5 over Juli. Hoge en lage geboorte cijfers Per 1000 inwoners per jaar werden in Haarlem in die twee maanden levend ge boren 45,4 kinderen. Geboortecijfers per 1000 zielen Juli 23,6 en 21,8. In Velsen waren de geboortecijfers 21,9 en 22,4, in Haarlemmermeer 29,2 en 25,9. Het gemiddelde geboortecijfers voor Ne derland was over Juli 25,5 en over Augus tus 24,2. Haarlem en Velsen bleven daar dus iets onder. Het hoogste geboortecijfer werd bereikt over Juli in Helmond, namelijk 37,1. Het laagste in Juli in Kerkrade en wel 16,2. Onwettige geboorten Het aantal onwettig geboren kinderen in Nederland was over de maanden Juli in de gelegenheid zal zijn de toegestane en Augustus tezamen 646, op een totaal hoeveelheid aan te kopen, zal de rjjstvoor- ziening, gelet op de beperkte hoeveelheid van 18.000 ton, niet veel ruimer kunnen zijn dan in 1948 het geval is geweest. van 41297 levend geborenen. Voor Haar lem waren de cijfers 22 op de 616, Haar lemmermeer 1 op de 170 en Velsen 2 op de 160. FLOR IS v PALLANDT I*ÖRAAT v CL'LtNQORG /r xtfv Elisabeth GRAVIN V. MANPERSCHCIPT WILLEM de RIJKE GRAAFv NASSAU /r xj/ JULI AH A CRAV'N aroiBtty, hen0rick bentinck RENTMEt5TER-/o VELUWE X qerbrich ierimk l/ROUWE »A*t VELOE. elisabeth v pallandt GRAVIN vCULENBORG 15 X 66 jacob MARKGRAAF BAPEN »GtLR£ E" Zul ELISABETH LANDGRAVIN v-LEUCHTENBERCi willem i PRlNSvORANJE.GRAAT» NASSAU '5 X. 65 louisc v couüNy willem behtimck UOToRlOOtRSiwAPv L' T Pl« f( C4 15 KJÓ geertruvd Qg.qRoe.rF eg.KELE.Ns anna MARKGRAVIN v eAPEN 6 X 03 WALRATH nr GRAAF v. WALDECK ERNST CASIMIR "GRAAF v, NASSAU-Q'ETZ t6 x oy SOPHIA HEDWIfc Htqn y.BRUnSWHC-WOLFEHBUUU frederik hendrik "RIN* y ORAI-Jt-NASSAU /6 X,iT amalia GRAVIN V.SOIMS BgAUNfELS EUSEBIUó ÖENTINCK GtCOM t LANODA/jg o»l»Ts,(l AT X éj SOPHIA /IFTERSUM vo6EO^G FR^DRICH^ /JxV ELISABETH CHARLOTTE GRAVIN v NASSAU-SIECEH WILLEM FREDERIK VORST v.NASSAU-OltTZ lb/3-/66if lb Xr SL ALBERTINE AGNES °RIN5ESv ORANJt OASJAO /biv-'iyO hendrick bentinck 07/xï'"° EL5ABE VltTERSUf-1 SOPHIE HENRIETTA PRlNGES V WALDECK /ÓK0O ERNST Htg.v.SAK5»En-HllPBURC|H/mSEN HENDRIK v. -VÓIMIR n VORST NASSAV OieTZ '6 XÖJ HENRIETTA AMALIA PRINSES vi ANHALT-OESSAU BEREND BEMTiNCK (•ROOST"* OEVtMTER. <,ecO« iiATOA&f *ovtR*Situ Xj8 ANNA v. Bloemen daal ERNST FRIEDCICH «[RT.v.SAKSEH-HILDBURCiHAUSEN X04 SOPHIE ALBERTINE GRAVIN v. ERBACH JAN WILLEM FRlSO PRlN5*OBANJE. VORST*NASSAU- XOO OIETZ MARIE LOOI SE LANDGRAVIN* HCSSEN-KASSCL HANS WILLEM BENTINCK (•GRAAT v PORrLAND /6 x ys ANN VILLIERS ALBERTINE ELISABETH Miqn.vSAKSEN-mLOBURCttAUïtN X 35" KARL.FRIEDRICH Hij V MECKLCNBURq-STRELITZ WILLEM m M»INSw ORANJE-NASSAU X J1 ANNA Pn v CR.BRITANNIC^.WWQVER HENRy bentinck l«HERTO<| PORriöNO iy xo* elizabeth NoeL SOPHIE CHARLOTTE Hian vMKKltNBuRC, STMLITZ 3 X bi GEORGE m KONING v C|R BRITANNtt CAROLINA PRlNSeS vORANJt-NASSAV /y x 6o karlchristian VORST*NASSAU - WCIL6L'RG william bcntinck rneRTOC,» POR TLA NO XI* MARGARET LAOy CAVENDISH- nARLL/ E0WARD HERTOG v KENT !8 X/8 victoria Htqn vSAKSEM-KOBURCi-SAALTUt) HEJtRlETTE PRINSES* NASSAU WEILSURE, 'f x 9/ LU0WIG MMTOCi* WURTTCNBERq victoria KONINGIN v-GR-BRITAflNlE 18 x ALBERT HERTOGvSAKStrKOBLHtp-CiOTHA _L X william OV6NOISH- BENTINCK J* NCR'OO p^g.ri4No D&ROTHy lAOY CAVENOISM amalie HERTOGIN WÜRTrtNStRCi /<9 X// JOBEFI HERTOC, V. SAKSEN ALTEN BURG X ALEXANDER e*HE»roc, WilRTTENOfRC, GRAAF* NONENSTtlfl ta XJ5 CLAUDINE GRAVIN „.tHEDE/ william CAVENOHH -senriMC< 16 X 16 ANNE. LAOy WtLLCSLE-y ALICE PRINSES GR 6RITANNIE as xóz ludwige CR HERT vNESSEN-DARMSTADT FRANS •»i«s* recK /<J *66 MARv ADELAIDE rR/N«S*CA. BRlTANNit CHARLES CAVenOlSH-CENTINCK /d X 5* CAROLINE. ftURNAB y VICTORIA PRINSES v.tl ESSEN-DARNSTADT X 5* LUDWIC» ALEXANDER PRINS* BATTENBURCI OLC:A GROOTVORSTIN» RUSLAND /S *6/ GEORGIOSI KONING v-GRIEKENLAND MARY PRINSES» TfcCK f6 *9) GEORGE V KONIHfrvCB. BRiTANMie NINA CECILIA LAO/ CAVENDISH -6CNTINC< 16 Xf CLAUDC BCWE5-LyON I^CPAAF STRATHflORt PHILIP V MOUNT BATTEN HERTOq» EDINBURGH '9L' Uit bovenstaande afstammingstafel van de pasgeboren Engelse Prins Charles, zoon van Kroonprinses Elizabeth en de Hertog van Edin burghblijkt hoe de jonggeborene zowel van CHARLES PRINS v EDINBURGH I9<i<9 vaders- als moederszijde Hollandse voorouders heeft. Bovendien kan men zien hoe de afstam- mingslijnen van zijn ouders in het verre verleden verweven zijn: Philips van Mountbatten stamt af van Henriette van Nassau Weilburg en Over Muziek Neder land Haarlem Haarl.- meer Velsen 1086 24 7 6 330 3 3 1 175 0 4 0 300 5 0 2 527 7 2 3 686 15 0 3 1156 20 1 8 1894 44 7 5 2692 62 11 4 r 1635 21 3 2 waren van de 10481 men- Dood geboren werden in die twee maan den in Nederland 746 kinderen, in Haar lem 8, in Haarlemmermeer 2 en in Vel sen 3. Over sterftecijfers De sterftecijfers waren over Juli en Augustus: Nederland 7.0 en 6,2, Haarlem 8.0 en 6,9, Haarlemmermeer 5,2 en 7,1, Velsen 3,6 en 5,8. Over de maanden Januari-Augustus 1948 was het sterftecijfer voor Nederland 7,3, tegenover hetzelfde tijdvak van 1947 8,5. Dit wijst op een vrij belangrijke daling. De sterftecijfers voor kinderen beneden het jaar was berekend over een jaar per 1000 levend geborenen over Juli en Augus tus: Nederland 27,1 en 29.5, Haarlem 45,5 en 32,3, Haarlemmrmeer 11,4 en 70.6, Vel sen 24,1 en 50,0. Uit deze cijfers blijkt, dat over bepaal de maanden in een gemeente een abnor maal hoog of laag cijfer bereikt kan wor den. Temeer als het gaat over betrekke lijk kleine aantallen. In die twee maanden stierven in Haarlem namelijk slechts 24 kinderen beneden het jaar. Hoe oud de mensen werden In de maanden Juli en Augustus stierven beneden 1 jaar 1=4 jaaf 5—14 15—24 25—39 40—49 50—59 60—69 70—79 sen die in de maanden Juli en Augustus overleden er 6221 60 jaar en ouder, dus niet minder dan 59,4 pet. In Velsen weinig bejaarden In Haarlem was dit percentage 63,2, in Haarlemmermeer 55,3 en in Velsen slechts 32,3. Het lage cijfer voor Velsen toont aan dat er in verhouding niet veel bejaar den in die gemeente wonen. Dit is natuur lijk een gevolg van de evacuatie die daar in de oorlogstijd heeft plaats gehad. Daar na zijn wel veel geëvacueerden teruggeko men maar in het algemeen slechts zij die nog in het arbeidsproces betrokken waren. Oplichter zou kinine uit gras produceren Onlangs kreeg de directeur van een grasdrogerij te Hoogkerk bezoek van de 61-jarige J. H. K. uit Groningen, die be weerde kinine uit gras te kunnen berei den. Hij bezat, zo vertelde hij, 200.000 welk geld echter geblokkeerd was en zou, zodra hij 65 jaar werd, nog een uitkering van 100.000 krijgen. De directeur van de grasdrogerij leende K. 500 en richtte samen met hem de „N.V. Chemische In dustrie Novastella" op, die uit gras kinine zou gaan maken. K. knoopte ook relaties aan met mej. B. in Groningen, schonk haar twee bontmantels en kreeg van haar 6500 te leen. Toen de kinine-productie en terugbe taling van het geleende geld uitbleef werd de politie in de zaak gemengd. Bij zijn verhoor bleef K. volhouden dat hij kinine uit gras kon maken. Dr. W. Broertjes, scheikundige bij het departement van Justitie stelde K. in de gelegenheid in een laboratorium in Den Haag het bewijs daarvan te leveren. K. ging aan het expe rimenteren en produceerde een vloeistof, waarin inderdaad sporen van kinine wer den aangetroffen! De verbazing van de scheikundige duurde echter niet lang, want het bleek weldra, dat K. kans gezien had, ongemerkt een paar kininekristallen, welke hij bij zich had, in de vloeistof te werpen. K. heeft nu voor de rechtbank in Gro ningen terechtgestaan. Uit zijn strafblad bleek, dat hij reeds 26 maal veroordeeld is, waarvan 16 maal wegens oplichting. Er werd 2 jaar gevangenisstraf tegen hem geëist. „Zit de mensen niet dwars met vreemde woorden" Ludwig, hertog van Württemberg, die eveneens voorouders zijn van Prinses Elizabeth. Deze afstammingstafel werd exclusief voor ons blad samengesteld, (Nadruk verboden). Prof. ir. M. F. Visser heeft als hoog leeraar in de landbouwwerktuigkunde, af watering van de bodem en polderbemaling aan de Landbouwhogeschool te Wage- ningen en als directeur van het Instituut van Landbouwwerktuigen en -gebouwen afscheid genomen met een rede over „De Nederlandse taal bij haar gebruik in de landbouw". In zijn laatste rede als hoogleraar kwam prof. Visser op tegen het grote en naar zijn mening thans weer toenemende ge bruik van vreemde woorden in alle moge lijke geschreven stukken en niet in het minst in voor de landbouw bedoelde arti kelen. Prof. Visser verklaarde er steeds naar gestreefd te hebben de landbouwwe tenschap omhoog te brengen, maar ook om deze ingang te doen vinden bij de landbou wers. Welnu, zo zeide hij, men bedenke wel, dat deze wetenschap gebracht moet worden bij personen, die voor een groot deel alleen over een lagere-schoolontwik- keling beschikken en men begrijpe wel, dat het gebruik van allerlei vreemde termen het opnemen van de kennis in sterke mate belemmert. Het is betreurenswaardig, jonge mensen met dikwijls zeer gezonde hersenen op deze wijze dwars te zitten. Prof. Visser haalde vele voorbeelden aan van goede Nederlandse woorden, die niet gebruikt worden en waarvan het vreemde woord in de Nederlandse taal is geslopen. Hij herinnerde aan de opmerking van dr. E. J. Dijksterhuis in zijn pas verschenen werk over Simon Stevin: „Wil een weten schap waarlijk vooruitkomen, dan moeten daartoe alle in het volk beschikbare krach ten in het werk worden gesteld. Dat kan alleen, wanneer de taal, waarin zij behan deld wordt, aan niemand hindernissen in de weg legt". Tweehonderd meisjes legden het werk neer Sinds enige dagen hebben 200 meisjes in de chocoladefabriek van Boon te Wor- merveer het werk neergelegd. Zij waren niet tevreden met hun loon en eisten daarom 20 pet. loonsverhoging. BERLIOZ EN DE FILM Eigenlijk was het niet om Berlioz, maar om de acteur Jean-Louis Barrault dat ik ging kijken naar de film „Symphonie fantastique". Hoe graag had ik hem in le venden lijve op het toneel gezien, in de beperktheden van de podiumruimte, met de natuurlijke en zeer klassieke eis dat wij mee zouden fantaseren, dat onze geest actief zou zijn. Nu zagen wij Barrault in de veelgeroemde perfectie van de film techniek, in het milieu van de zogenaamde volmaakte enscènering. Al zijn artistieke spanningen waren onberispelijk geconser veerd door de industrie. Maar ik vergeet niet dat wij vroeger niet spraken van toneel-industrie, muziek-industrie, schil der-industrie of beeldhouw-industrie. Het is de film-industrie, diedot die materiaal- schatrijke onberispelijkheid in staat is. die zo irriterend werkt door zijn populaire oppermacht. Het is een onuitstaanbare volmaaktheid. Zelfs Hamlet, nobele hoek steen in het gedachteleven, wordt te grab belen gegooid. Wij wisten vroeger dat geen -enkele toneel-regisseur precies wist, hoe hij met Shakespeare overweg moest, maar wij waren gelukkig in de vrijheid van onze verbeelding en met de fantasie spanningen der acteurs, en daarmee was de zaak gezond. Er werd helaas jaar in, jaar uit armoede geleden om de kunst, maar de schoonheid werd met een beter soort onberispelijkheid gediend. De zoge naamde filmkunst kent niet de bohémien- kracht van het oer-oude toneel. Zij is een geraffineerd bewogen foto-album met een geluidsband, die alle klanken ronkend- brutaal aan ons opdringt; levend met de zekerheid van de populaire smaak; een omgekeerde schoonheid, een prots-kunst, waarin de schoonheid gevulganiseerd is in een nieuwe ooberispelijkheid, als een manspersoon in een nieuw rokpak, waar in de man zelfvoldaan helemaal zalig rokpak wordt en geen mens meer blijft. Enfin, ik wilde en zou Barrault zien als Hector Berlioz en ik overwon de glim mende tegenstand van de filmkunst; ik keek dwars door'de volmaakte enscène ring met' de volmaakte belichtingen, die alle eigenlijk zeer valse belichtingen zijn, heen en staarde naar de macht van de kunstenaar, die de fantastische Berlioz had opgeroepen. Ik houd van muzikale romans en verheugde mij op de fragmen ten uit Berlioz' veel bewogen leven. Ik zocht naar de romantiek van honderd jaar geleden, naar de strijd van de vrije artist. Welnu, Jean-Louis Barrault stelt niet te leur; wanneer men ooit van iemand kan zeggen, dat hij zich inleefde in een bewon derde figuur, dan is deze bepaling op Barrault van toepassing. Er leven nu geen tijdgenoten van Berlioz meer en dus kan niemand getuigen dat Barrault hem spre kend gelijkt en hem precies „nadoet". Maar dit is ook niet de zaak. Wij komen niet om een of andere werkelijkheid te controleren, wij komen met het verlangen om de fantasie van een artikel bij de ge dachte aan Berlioz te volgen en te be wonderen. Dit is van weerskanten roman tiek; daarin vinden de acteur en de toe schouwers elkaar. En hoe sterker men dit beleeft, hoe meer men bemerkt dat het karakter der filmkunst deze romantiek in de weg staat. De film speculeert niet op onze fantasie, maar op de directe senti mentaliteit; zij wil tranen opwekken en brokken in kelen teweeg brengen. Zij is een onedel, maar schatrijk werktuig om de mensen van hun stuk te brengen. Twee slome ogen en een bibberend gevoel zijn voldoende voor de toeschouwer; alles wordt hem met overdaad in het gemoed geworpen en als u buiten komt kunt u zich voor de werkelijkheid schamen. Als op een zeker moment Barrault een der beroemde grote orkest- en koor samenstellingen van Berlioz als de compo nist-zelf dirigeert ziet men aan zijn ge zicht en aan zijn manieren-van-doen dat deze acteur zeer muzikaal moet zijn; hij acteert heftig, driftig en is een vuurvreter van de orkestklanken uit Berlioz' muziek. Dit alles is prachtig; het is verrukkelijk om te zien. Maar deze klanken komen in afgepaste fragmenten uit de composities en zijn dikke microfoon-geluiden; Bar- rault-Berlioz dirigeert bewegende, gefoto grafeerde muzikanten en naast hen ru moert de muziek, natuurlijk precies gelijk met hun op- en afstreken, want de tech niek is immers volmaakt in de industrie dezer beeld-schoonheid. Wanneer Barrault de oudere Berlioz speelt, leeft men mee met de verzwakte leeuw. Het is prachtig dat hij hem niet weergeeft als een uitgebrand wezen, maar dat men in hem een nog altijd onheilspel lende krater ziet. Hij schijnt van binnen onblusbaar te zijn. Hij wil het leven dwin- en verwacht altijd dat men zijn oprecht heid zal erkennen, niet om hem, maar om de natuurlijke eis van de waarheid. Berlioz was een echt artist, Barrault is evenzeer een echt kunstenaar. De film-onderneming die zich meester maakte van de historische figuur, heeft er tenminste goed aan ge daan geen andere „ster" dan Barrault „aan het woord" te laten, en misschien danken wij het aan de geniale acteur dat de erg ste, gebruikelijke zoetigheden achterwege zijn gebleven. HENDRIK ANDRIESSEN. DUITSERS FIETSEN MET NEDERLANDSE BANDEN. In het Nederlands-Duitse grensgebied rijden vele Duitsers op fietsen met Neder landse banden, die over de grens gesmok keld zijn. De Duitse douane laat nu echter iedereen, die op Nederlandse banden rijdt, 7,50 mark invoerrecht betalen. De eerste dag leverde reeds meer dan 1000 mark of). Agenda voor Haarlem ZATERDAG 18 DECEMBER Stadsschouwburg: „Tramlijn begeerte", 7.30 uur. Luxor: „De avonturen van Tartu", 18 j., 2.00, 4.15. 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „Vlie gende tijgers", 18 j., 2.30, 7.00 en 9.15 uur. (Zondag 2.00. 4.30, 7.00 en 9.15 uur). City: „Madonna van de zeven manen", 18 j., 2.15, 7.00 en 9.15 uur. (Zondag 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur). Frans Hals: „Bloed en zand", 18 j., 2,30, 7.00 en 9.15 uur, (Zondag 2.00, 4.30. 7.00 en 9.15 uur). Rembrandt: „F ve always loved you", alle leeft., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. Palace: „Korporaal Wanhoop", alle leeft., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. ZONDAG 19 DECEMBER Stadsschouwburg: „Tramlijn begeerte". 7.30 uur. Gem. Concertgebouw: „De Friese fakir", 8 uur. Frans Hals: Instituut voor Arbeiders ontwikkeling „Het wonder van de 34e straat". 10.30 uur. Palace: „Lajla", 11 uur. Rembrandt: „Op reis door Zuid Afrika", 11 uur. Luxor, ten bate van de Stille armen „Intermezzo", 11.15 uur. Bioscopen: Middag en avondvoorstellingen. MAANDAG 20 DECEMBER Stadsschouwburg: Maatschappij tot bevor dering der Toonkunst, Ida Handel en Felix de Nobel, 8 uur. Bioscopen: Middag- en avondvQorstellingèB,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1948 | | pagina 5