wHet peil kan en moet nog
aanmerkelijk verhoogd worden"
Over geboorten, huwelijken en sterfte
AFSTAMMING VAN PRINS CHARLES VAN EDINBURGH
HOLLANDSE VOORVADEREN VAN VADERS- EN MOEDERSZIIDE
ZATERDAG 18 DECEMBER 1948
Prof' Hocking over de Amerikaanse pers
(door dr. E. van Raalte)
Eindelijk is het me dan toch gelukt om
.0f dr. W. E. Hocking te treffen, een
nan van groot gezag en aanzien, zowel
■als buiten Amerika. Hij is thans pro-
}Lor emeritus van de beroemde Harvard
rnïversHeit, waar hij philosophie doceerde
n het vorige jaar heeft Leiden het voor-
i eDgenoten hem als gast-professor te
re -en hebben. Terecht is aan deze even
Laafde als geestige geleerde door Leiden
Sere-doctoraat verleend. Hoofddoel van
In ontmoeting met hem was om eens na-
fer zijn mening te horen over het hem na
n het hart gaande vraagstuk van de
Persvrijheid. Dit te meer, aangezien hij
Ll heeft uitgemaakt van een commissie
ran vooraanstaande Amerikaanse hoog
waren, die zich gedurende een paar jaar
et dit probleem, voor zover het de .pers
hun eigen land betreft, heeft bezig ge-
ouden. Daarover is door haar vervolgens
n heel wat opzien gebaard hebbend rap-
gepubliceerd.
Kort na mijn aankomst in Amerika,
•oonde ik de installatie van Eisenhower
!k president van de Columbia Universi-
L te New York bij. Met Hocking, die
l ar ais vertegenwoordiger van de Leidse
a0aeschool aanwezig zou zijn, maakte ik
telefonisch een afspraak hem na afloop
van de plechtigheid te zullen ontmoeten.
Vrij spoedig kwam toen het gesprek op
de Amerikaanse pers en op het vraagstuk
- haar vrijheid. Hieronder volgt, in
grote
trekken wat Hocking over een en
ader opmerkte:
11c moet verklaren, dat in het algemeen
vjj'ons dagbladondernemingen de goede
uitzonderingen daargelaten al te zeer
Li uitmaken van het zakenwezen. In die
an dat zij eenvoudig kapitalistische on
tnemingen zijn, in sterke mate beheerst
door „business" en niet door geestelijke
overwegingen. Onjuist acht ik intussen
tommiger bewering of vermoeden, dat de
"adverteerders een bijzondere invloed op
de inhoud van de kranten hebben. Hier
voor is, ook in de ogen van de commissie
inzake de persvrijheid, geen voldoende
bewijs aangebracht.
Dat het peil van de pers ten onzent aan
merkelijk omhoog kan en moet, staat voor
vast. En ik geloof ook, dat de scholen
voor journalistiek, over wier resultaten ik
geenszins onverdeeld geestdriftig kan zijn,
in deze een taak te vervullen hebben.
Een groot nadeel in ons land acht ik,
dat er geen nationale bladen bestaan, welke
ais zij in heel het land zouden verschijnen
aen algemene voorlichtende taak zouden
moeten verrichten, dan tevens in staat
zijnde de beste krachten aan zich te ver
binden.
Een bedenkelijke factor is, dat te zeer
vele bladen zich laten leiden door wat ik
aou willen noemen een orthodox fana
tisme, waarvoor het volk erg vatbaar is.
Voorbeeld: de in mijn ogen schandelijk
eenzijdig doldriftige actie, ik kan wel zeg-
geen agitatie tegen hen, die zich zoge
naamd met on-Amerikaanse handelingen
bezig houden, waardoor er een soort jacht
plaats vindt op mensen, welke heus geen
communistische of andere revolutionnaire
vijfde colonne uitmaken, doch die zich al
leen veroorloven er vooruitstrevende
denkbeelden op na te houden.
In onze reeds door mij genoemde com
missie hebben wij, wat onze conclusies
betreft, gezocht naar de grootst gemene
deler van datgene waarover wij het te
zamen eens waren. Op sommige punten
week ik van een deel mijner medeleden
af, zo in het bijzonder van prof. Chafee,
die het begrip persvrijheid zover doorge
voerd wilde zien, dat hij tegen elk verder
wettelijk ingrijpen gekant was. Mijn stand-
Dimt heb ik in een afzonderlijke publica-
iie uiteengezet. Kort samengevat komt de
door mij aangehangen zienswijze hierop
neer, dat volgens mij elke vrijheid, juist
om der wille van de vrijheid zelf haar
beperkingen heeft. Welnu, ik ontken het
recht op vrijheid om, door middel van
voorlichting van de massa, af te dalen tot
vulgariteit en voorts om leugens te debi
teren. Daartegen zou ook de wetgever
eigenlijk dienen te waken. Ik geef toe, dat
het vrijwel onmogelijk is om ten aanzien
van het eerste objectieve maatstaven of
normen aan te leggen, en ten opzichte van
bet tweede zeer moeilijk, daar zich de
ïïaag voordoet, wie zal kunnen of moeten
beslissen, wat waar en w.at niet waar is.
Maar dit neemt niet weg, dat aangezien
niemand door God of wie ook geroepen is
vulgair of legenachtig te zijn en het juist
voor iedereen als plicht te beschouwen
valt, iets dergelijks na te laten, ongetwij
feld een haar verantwoordelijkheid in
ziende pers de vrijheid mist om af te da
len tot vulgariteit en om leugens op te
dissen. Daarom meen ik, dat daartegen
moet worden opgetreden. Een goed ding
in dit verband en in het algemeen om ver
hoging van het peil van het dagbladwezen
te bevorderen, als ook uitwassen tegen te
gaan, zou zeker zijn, indien het kwam tot
de verwezenlijking van ^iet door onze al
eerder vermelde commissie aanbevolen
denkbeeld om een lichaam in het leven te
Nepen, dat zowel ten opzichte van de
overheid als van de pers volkomen onaf
hankelijk zou zijn en gedurende bijvoor
beeld de eerste tien jaar geregeld zou na-
?aan in hoeverre de pers niet voldoende
aan haar taak zou beantwoorden, dan te
vens aangevende op welke manieren daar
in verbetering aan te brengen zou zijn".
Ik vestigde prof. Hocking's aandacht op
«n pas in het uitgeversorgaan „Editor
Publisher" gedaan aanbod aan prot. Hut-
duns, de kanselier van de Universiteit
van Chicago, die voorzitter van de com
missie in kwestie was, om iets van die
«ard te laten doen door een commissie,
«aarvan de helft uit (pers)vaklieden, de
helft uit leken of onderwijs- en opvoe
dingsdeskundigen zou bestaan, die geza
menlijk gedurende een jaar op dit gebied
mts zouden ondernemen.
Prof. Hocking zag daarin een goed te
ken en een blijk van bereidheid van de
zijde der door het commissierapport nogal
gecritiseerde pers eigenaren en uitgevers
- in het algemeen had men in de pers
getoond de uitgeoefende kritiek slecht te
kunnen verdragen, zodat het rapport niet
bepaald gunstig ontvangen was om toch
'e trachten mede te werken aan zeer no
dige verbeteringen. Tot besluit van ons
psprek, kreeg ik nog te horen, hoe het
'°t de commissie-Hutchins was gekomen.
»Dit heel wat geld gekost hebbende
commissiewerk gedurende een aantal
Jaren hebben wij als paarden gewerkt, een
zeer groot aantal mensen gehoord en tal
van onderzoekingen verricht is moge
lijk gemaakt dank 2jj Henry Luce. Deze
had reeds in zijn studententijd grote be
langstelling voor een bijzonder soort van
journalistiek, het tot het publiek brengen
van wat achter de feiten ligt. Daaruit zijn
tenslotte de hem toebehorende, door hem
geleide, weekbladen „Time", „Life" en
„Fortune" geboren. Henry Luce, een man
met zekere idealen, had al eens met zijn
oude vriend Hutch ins, met wie hij aan de
zelfde Universiteit had gestudeerd, het
denkbeeld besproken een onderzoek naar
de onafhankelijkheid en vrijheid van de
pers te doen instellen. Tijdens een verga
dering van de commissie, die over de uit
gave van de Encyclopaedia Britannica
gaat, van welke commissie ze beiden deel
uitmaken, deed Luce aan Hutchins, een
krabbeltje toekomen soms doet er zich
in een commissievergadering wel eens 'n
ogenblik voor, waarin men niet steeds
aandacht aan de besprekingen zelf wijdt
van ongeveer de volgende inhoud: „Bob,
wanneer komt er wat van ons plannetje
inzake een onderzoek naar de persvrij
heid". Bob gaf, over de tafel, een stukje
papier terug, waarop stond: „zodra iemand
het geld geeft, nodig ter bestrijding van de
daarmee gepaard gaande kosten". Weer
een briefje terug: „Hoe groot schat je die?"
Antwoord: „Zestigduizend dollar". Weer
een briefje van Luce: „Die geef ik".
Later verhoogde hij, toen dit nodig
bleek, dat bedrag tot twee honderdduizend
dollar, waarna de uitgevers van genoemde
Encyclopaedic er nog dertien duizend dol
lar aan toevoegden". Aldus het aardige
verhaal over de typisch Amerikaanse ma
nier, waarop dit ongetwijfeld hoogst be
langrijke onderzoek mogelijk is gemaakt!
Weeldebelasting op auto's
Nu de Eerste Kamer heeft beslist dat bij
aankoop van nieuwe personenauto's 15 pet.
weeldebelasting moet worden betaald
heeft de KNAC aan de minister van Finan
ciën verzocht de inwerkingtreding van
deze wet op een zodanig tijdstip te doen
geschieden dat leveranties, welke vóór een
bepaalde datum lopende zijn, redelijker
wijze kunnen zijn afgewerkt.
Vergelijkende cijfers voor Nederland,
Haarlem, Haarlemmermeer en Velsen
Iets Hogere rijsttoewijzing
aan Nederland
De toewijzingscommissie voor rijst van
het Internationale Noodvoedsel-comité der
Verenigde Volken heeft de toewijzingen
voor rijst bekend gemaakt, welke zullen
gelden voor 1949.
Nederland zal voor 1949 een hogere toe
wijzing ontvangen en wel 18.000 ton tegen
12.500 ton in 1948. Deze laatste hoeveel
heid is evenwel door Nederland niet ge
heel aangekocht. Daar de export uit Birma
beneden de verwachting bleef, ontving
Nederland enige maanden geleden van het
Internationale Noodvoedsel-comité het ver
zoek de 3000 ton, welke Nederland nog
volgens toewijzing in Frans Indo-China
kon kopen, niet op te nemen. Nederland
heeft overeenkomstig dit verzoek gehan
deld. Aannemend, dat Nederland in 1949
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
heeft de bevolkingscijfers over de maan
den Juli en Augustus 1948 verwerkt.
Voor Haarlem en omgeving zijn daaruit
belangrijke gegevens te halen.
Het inwoner-aantal van Haarlem steeg
in deze twee maanden tot 160.097.
Trouw-lust gedaald
Per 1000 inwoners per jaar werden in
Haarlem in Juli 10.6 huwelijken gesloten
en in Augustus 10.0. Dit was in verhou
ding van het gehele land iets aan de hoge
kant, want de gemiddelde cijfers waren
namelijk 9.6 en 8.8. De trouwlustigheid in
ons land, die na de oorlog groot was, neemt
weer af. Voor Nederland waren de cijfers
over de maanden JanuariAugustus 1947
per 10.000 zielen 10,5, voor dezelfde maan
den van 1948 is het slechts 9,1.
In Haarlemmermeer waren weinig
trouwlustigen, slechts 7.6 op de 1000 inwo
ners per jaar. Velsen was met 9,7 iets bo
ven het rijksgemiddelde, maar werd toch
door Haarlem royaal geslagen. Hoogtere
cords werden bereikt door Emmen met
14,3 over Augustus en door Heerlen met
14,5 over Juli.
Hoge en lage geboorte
cijfers
Per 1000 inwoners per jaar werden in
Haarlem in die twee maanden levend ge
boren 45,4 kinderen. Geboortecijfers per
1000 zielen Juli 23,6 en 21,8.
In Velsen waren de geboortecijfers 21,9
en 22,4, in Haarlemmermeer 29,2 en 25,9.
Het gemiddelde geboortecijfers voor Ne
derland was over Juli 25,5 en over Augus
tus 24,2. Haarlem en Velsen bleven daar
dus iets onder.
Het hoogste geboortecijfer werd bereikt
over Juli in Helmond, namelijk 37,1. Het
laagste in Juli in Kerkrade en wel 16,2.
Onwettige geboorten
Het aantal onwettig geboren kinderen
in Nederland was over de maanden Juli
in de gelegenheid zal zijn de toegestane en Augustus tezamen 646, op een totaal
hoeveelheid aan te kopen, zal de rjjstvoor-
ziening, gelet op de beperkte hoeveelheid
van 18.000 ton, niet veel ruimer kunnen
zijn dan in 1948 het geval is geweest.
van 41297 levend geborenen. Voor Haar
lem waren de cijfers 22 op de 616, Haar
lemmermeer 1 op de 170 en Velsen 2 op
de 160.
FLOR IS v PALLANDT
I*ÖRAAT v CL'LtNQORG
/r xtfv
Elisabeth
GRAVIN V. MANPERSCHCIPT
WILLEM de RIJKE
GRAAFv NASSAU
/r xj/
JULI AH A
CRAV'N aroiBtty,
hen0rick bentinck
RENTMEt5TER-/o VELUWE
X
qerbrich ierimk
l/ROUWE »A*t VELOE.
elisabeth v pallandt
GRAVIN vCULENBORG
15 X 66
jacob
MARKGRAAF BAPEN
»GtLR£ E" Zul
ELISABETH
LANDGRAVIN v-LEUCHTENBERCi
willem i
PRlNSvORANJE.GRAAT» NASSAU
'5 X. 65
louisc
v couüNy
willem behtimck
UOToRlOOtRSiwAPv L' T Pl« f(
C4 15 KJÓ
geertruvd
Qg.qRoe.rF eg.KELE.Ns
anna
MARKGRAVIN v eAPEN
6 X 03
WALRATH nr
GRAAF v. WALDECK
ERNST CASIMIR
"GRAAF v, NASSAU-Q'ETZ
t6 x oy
SOPHIA HEDWIfc
Htqn y.BRUnSWHC-WOLFEHBUUU
frederik hendrik
"RIN* y ORAI-Jt-NASSAU
/6 X,iT
amalia
GRAVIN V.SOIMS BgAUNfELS
EUSEBIUó ÖENTINCK
GtCOM t LANODA/jg o»l»Ts,(l
AT X éj
SOPHIA
/IFTERSUM
vo6EO^G FR^DRICH^
/JxV
ELISABETH CHARLOTTE
GRAVIN v NASSAU-SIECEH
WILLEM FREDERIK
VORST v.NASSAU-OltTZ
lb/3-/66if
lb Xr SL
ALBERTINE AGNES
°RIN5ESv ORANJt OASJAO
/biv-'iyO
hendrick bentinck
07/xï'"°
EL5ABE
VltTERSUf-1
SOPHIE HENRIETTA
PRlNGES V WALDECK
/ÓK0O
ERNST
Htg.v.SAK5»En-HllPBURC|H/mSEN
HENDRIK v. -VÓIMIR n
VORST NASSAV OieTZ
'6 XÖJ
HENRIETTA AMALIA
PRINSES vi ANHALT-OESSAU
BEREND BEMTiNCK
(•ROOST"* OEVtMTER.
<,ecO« iiATOA&f *ovtR*Situ
Xj8
ANNA
v. Bloemen daal
ERNST FRIEDCICH
«[RT.v.SAKSEH-HILDBURCiHAUSEN
X04
SOPHIE ALBERTINE
GRAVIN v. ERBACH
JAN WILLEM FRlSO
PRlN5*OBANJE. VORST*NASSAU-
XOO OIETZ
MARIE LOOI SE
LANDGRAVIN* HCSSEN-KASSCL
HANS WILLEM BENTINCK
(•GRAAT v PORrLAND
/6 x ys
ANN
VILLIERS
ALBERTINE ELISABETH
Miqn.vSAKSEN-mLOBURCttAUïtN
X 35"
KARL.FRIEDRICH
Hij V MECKLCNBURq-STRELITZ
WILLEM m
M»INSw ORANJE-NASSAU
X J1
ANNA
Pn v CR.BRITANNIC^.WWQVER
HENRy bentinck
l«HERTO<| PORriöNO
iy xo*
elizabeth
NoeL
SOPHIE CHARLOTTE
Hian vMKKltNBuRC, STMLITZ
3 X bi
GEORGE m
KONING v C|R BRITANNtt
CAROLINA
PRlNSeS vORANJt-NASSAV
/y x 6o
karlchristian
VORST*NASSAU - WCIL6L'RG
william bcntinck
rneRTOC,» POR TLA NO
XI*
MARGARET
LAOy CAVENDISH- nARLL/
E0WARD
HERTOG v KENT
!8 X/8
victoria
Htqn vSAKSEM-KOBURCi-SAALTUt)
HEJtRlETTE
PRINSES* NASSAU WEILSURE,
'f x 9/
LU0WIG
MMTOCi* WURTTCNBERq
victoria
KONINGIN v-GR-BRITAflNlE
18 x
ALBERT
HERTOGvSAKStrKOBLHtp-CiOTHA
_L
X
william
OV6NOISH- BENTINCK
J* NCR'OO p^g.ri4No
D&ROTHy
lAOY CAVENOISM
amalie
HERTOGIN WÜRTrtNStRCi
/<9 X//
JOBEFI
HERTOC, V. SAKSEN ALTEN BURG
X
ALEXANDER
e*HE»roc, WilRTTENOfRC,
GRAAF* NONENSTtlfl
ta XJ5
CLAUDINE
GRAVIN „.tHEDE/
william
CAVENOHH -senriMC<
16 X 16
ANNE.
LAOy WtLLCSLE-y
ALICE
PRINSES GR 6RITANNIE
as xóz
ludwige
CR HERT vNESSEN-DARMSTADT
FRANS
•»i«s* recK
/<J *66
MARv ADELAIDE
rR/N«S*CA. BRlTANNit
CHARLES
CAVenOlSH-CENTINCK
/d X 5*
CAROLINE.
ftURNAB y
VICTORIA
PRINSES v.tl ESSEN-DARNSTADT
X 5*
LUDWIC» ALEXANDER
PRINS* BATTENBURCI
OLC:A
GROOTVORSTIN» RUSLAND
/S *6/
GEORGIOSI
KONING v-GRIEKENLAND
MARY
PRINSES» TfcCK
f6 *9)
GEORGE V
KONIHfrvCB. BRiTANMie
NINA CECILIA
LAO/ CAVENDISH -6CNTINC<
16 Xf
CLAUDC BCWE5-LyON
I^CPAAF STRATHflORt
PHILIP
V MOUNT BATTEN
HERTOq» EDINBURGH
'9L'
Uit bovenstaande afstammingstafel van de
pasgeboren Engelse Prins Charles, zoon van
Kroonprinses Elizabeth en de Hertog van Edin
burghblijkt hoe de jonggeborene zowel van
CHARLES
PRINS v EDINBURGH
I9<i<9
vaders- als moederszijde Hollandse voorouders
heeft. Bovendien kan men zien hoe de afstam-
mingslijnen van zijn ouders in het verre verleden
verweven zijn: Philips van Mountbatten stamt
af van Henriette van Nassau Weilburg en
Over Muziek
Neder
land
Haarlem
Haarl.-
meer
Velsen
1086
24
7
6
330
3
3
1
175
0
4
0
300
5
0
2
527
7
2
3
686
15
0
3
1156
20
1
8
1894
44
7
5
2692
62
11
4
r 1635
21
3
2
waren
van de
10481
men-
Dood geboren werden in die twee maan
den in Nederland 746 kinderen, in Haar
lem 8, in Haarlemmermeer 2 en in Vel
sen 3.
Over sterftecijfers
De sterftecijfers waren over Juli en
Augustus:
Nederland 7.0 en 6,2, Haarlem 8.0 en
6,9, Haarlemmermeer 5,2 en 7,1, Velsen
3,6 en 5,8.
Over de maanden Januari-Augustus
1948 was het sterftecijfer voor Nederland
7,3, tegenover hetzelfde tijdvak van 1947
8,5. Dit wijst op een vrij belangrijke daling.
De sterftecijfers voor kinderen beneden
het jaar was berekend over een jaar per
1000 levend geborenen over Juli en Augus
tus: Nederland 27,1 en 29.5, Haarlem 45,5
en 32,3, Haarlemmrmeer 11,4 en 70.6, Vel
sen 24,1 en 50,0.
Uit deze cijfers blijkt, dat over bepaal
de maanden in een gemeente een abnor
maal hoog of laag cijfer bereikt kan wor
den. Temeer als het gaat over betrekke
lijk kleine aantallen. In die twee maanden
stierven in Haarlem namelijk slechts 24
kinderen beneden het jaar.
Hoe oud de mensen werden
In de maanden Juli en Augustus stierven
beneden 1 jaar
1=4 jaaf
5—14
15—24
25—39
40—49
50—59
60—69
70—79
sen die in de maanden Juli en Augustus
overleden er 6221 60 jaar en ouder, dus
niet minder dan 59,4 pet.
In Velsen weinig bejaarden
In Haarlem was dit percentage 63,2, in
Haarlemmermeer 55,3 en in Velsen slechts
32,3. Het lage cijfer voor Velsen toont
aan dat er in verhouding niet veel bejaar
den in die gemeente wonen. Dit is natuur
lijk een gevolg van de evacuatie die daar
in de oorlogstijd heeft plaats gehad. Daar
na zijn wel veel geëvacueerden teruggeko
men maar in het algemeen slechts zij die
nog in het arbeidsproces betrokken waren.
Oplichter zou kinine uit gras
produceren
Onlangs kreeg de directeur van een
grasdrogerij te Hoogkerk bezoek van de
61-jarige J. H. K. uit Groningen, die be
weerde kinine uit gras te kunnen berei
den. Hij bezat, zo vertelde hij, 200.000
welk geld echter geblokkeerd was en zou,
zodra hij 65 jaar werd, nog een uitkering
van 100.000 krijgen. De directeur van de
grasdrogerij leende K. 500 en richtte
samen met hem de „N.V. Chemische In
dustrie Novastella" op, die uit gras kinine
zou gaan maken. K. knoopte ook relaties
aan met mej. B. in Groningen, schonk haar
twee bontmantels en kreeg van haar 6500
te leen.
Toen de kinine-productie en terugbe
taling van het geleende geld uitbleef werd
de politie in de zaak gemengd. Bij zijn
verhoor bleef K. volhouden dat hij kinine
uit gras kon maken. Dr. W. Broertjes,
scheikundige bij het departement van
Justitie stelde K. in de gelegenheid in een
laboratorium in Den Haag het bewijs
daarvan te leveren. K. ging aan het expe
rimenteren en produceerde een vloeistof,
waarin inderdaad sporen van kinine wer
den aangetroffen! De verbazing van de
scheikundige duurde echter niet lang, want
het bleek weldra, dat K. kans gezien had,
ongemerkt een paar kininekristallen, welke
hij bij zich had, in de vloeistof te werpen.
K. heeft nu voor de rechtbank in Gro
ningen terechtgestaan. Uit zijn strafblad
bleek, dat hij reeds 26 maal veroordeeld
is, waarvan 16 maal wegens oplichting. Er
werd 2 jaar gevangenisstraf tegen hem
geëist.
„Zit de mensen niet dwars
met vreemde woorden"
Ludwig, hertog van Württemberg, die eveneens
voorouders zijn van Prinses Elizabeth. Deze
afstammingstafel werd exclusief voor ons blad
samengesteld, (Nadruk verboden).
Prof. ir. M. F. Visser heeft als hoog
leeraar in de landbouwwerktuigkunde, af
watering van de bodem en polderbemaling
aan de Landbouwhogeschool te Wage-
ningen en als directeur van het Instituut
van Landbouwwerktuigen en -gebouwen
afscheid genomen met een rede over „De
Nederlandse taal bij haar gebruik in de
landbouw".
In zijn laatste rede als hoogleraar kwam
prof. Visser op tegen het grote en naar
zijn mening thans weer toenemende ge
bruik van vreemde woorden in alle moge
lijke geschreven stukken en niet in het
minst in voor de landbouw bedoelde arti
kelen. Prof. Visser verklaarde er steeds
naar gestreefd te hebben de landbouwwe
tenschap omhoog te brengen, maar ook om
deze ingang te doen vinden bij de landbou
wers. Welnu, zo zeide hij, men bedenke
wel, dat deze wetenschap gebracht moet
worden bij personen, die voor een groot
deel alleen over een lagere-schoolontwik-
keling beschikken en men begrijpe wel, dat
het gebruik van allerlei vreemde termen
het opnemen van de kennis in sterke mate
belemmert. Het is betreurenswaardig,
jonge mensen met dikwijls zeer gezonde
hersenen op deze wijze dwars te zitten.
Prof. Visser haalde vele voorbeelden aan
van goede Nederlandse woorden, die niet
gebruikt worden en waarvan het vreemde
woord in de Nederlandse taal is geslopen.
Hij herinnerde aan de opmerking van dr.
E. J. Dijksterhuis in zijn pas verschenen
werk over Simon Stevin: „Wil een weten
schap waarlijk vooruitkomen, dan moeten
daartoe alle in het volk beschikbare krach
ten in het werk worden gesteld. Dat kan
alleen, wanneer de taal, waarin zij behan
deld wordt, aan niemand hindernissen in
de weg legt".
Tweehonderd meisjes legden
het werk neer
Sinds enige dagen hebben 200 meisjes in
de chocoladefabriek van Boon te Wor-
merveer het werk neergelegd.
Zij waren niet tevreden met hun loon
en eisten daarom 20 pet. loonsverhoging.
BERLIOZ EN DE FILM
Eigenlijk was het niet om Berlioz, maar
om de acteur Jean-Louis Barrault dat ik
ging kijken naar de film „Symphonie
fantastique". Hoe graag had ik hem in le
venden lijve op het toneel gezien, in de
beperktheden van de podiumruimte, met
de natuurlijke en zeer klassieke eis dat
wij mee zouden fantaseren, dat onze geest
actief zou zijn. Nu zagen wij Barrault in
de veelgeroemde perfectie van de film
techniek, in het milieu van de zogenaamde
volmaakte enscènering. Al zijn artistieke
spanningen waren onberispelijk geconser
veerd door de industrie. Maar ik vergeet
niet dat wij vroeger niet spraken van
toneel-industrie, muziek-industrie, schil
der-industrie of beeldhouw-industrie. Het
is de film-industrie, diedot die materiaal-
schatrijke onberispelijkheid in staat is. die
zo irriterend werkt door zijn populaire
oppermacht. Het is een onuitstaanbare
volmaaktheid. Zelfs Hamlet, nobele hoek
steen in het gedachteleven, wordt te grab
belen gegooid. Wij wisten vroeger dat
geen -enkele toneel-regisseur precies wist,
hoe hij met Shakespeare overweg moest,
maar wij waren gelukkig in de vrijheid
van onze verbeelding en met de fantasie
spanningen der acteurs, en daarmee was
de zaak gezond. Er werd helaas jaar in,
jaar uit armoede geleden om de kunst,
maar de schoonheid werd met een beter
soort onberispelijkheid gediend. De zoge
naamde filmkunst kent niet de bohémien-
kracht van het oer-oude toneel. Zij is een
geraffineerd bewogen foto-album met een
geluidsband, die alle klanken ronkend-
brutaal aan ons opdringt; levend met de
zekerheid van de populaire smaak; een
omgekeerde schoonheid, een prots-kunst,
waarin de schoonheid gevulganiseerd is in
een nieuwe ooberispelijkheid, als een
manspersoon in een nieuw rokpak, waar
in de man zelfvoldaan helemaal zalig
rokpak wordt en geen mens meer blijft.
Enfin, ik wilde en zou Barrault zien als
Hector Berlioz en ik overwon de glim
mende tegenstand van de filmkunst; ik
keek dwars door'de volmaakte enscène
ring met' de volmaakte belichtingen, die
alle eigenlijk zeer valse belichtingen zijn,
heen en staarde naar de macht van de
kunstenaar, die de fantastische Berlioz
had opgeroepen. Ik houd van muzikale
romans en verheugde mij op de fragmen
ten uit Berlioz' veel bewogen leven. Ik
zocht naar de romantiek van honderd jaar
geleden, naar de strijd van de vrije artist.
Welnu, Jean-Louis Barrault stelt niet te
leur; wanneer men ooit van iemand kan
zeggen, dat hij zich inleefde in een bewon
derde figuur, dan is deze bepaling op
Barrault van toepassing. Er leven nu geen
tijdgenoten van Berlioz meer en dus kan
niemand getuigen dat Barrault hem spre
kend gelijkt en hem precies „nadoet".
Maar dit is ook niet de zaak. Wij komen
niet om een of andere werkelijkheid te
controleren, wij komen met het verlangen
om de fantasie van een artikel bij de ge
dachte aan Berlioz te volgen en te be
wonderen. Dit is van weerskanten roman
tiek; daarin vinden de acteur en de toe
schouwers elkaar. En hoe sterker men dit
beleeft, hoe meer men bemerkt dat het
karakter der filmkunst deze romantiek in
de weg staat. De film speculeert niet op
onze fantasie, maar op de directe senti
mentaliteit; zij wil tranen opwekken en
brokken in kelen teweeg brengen. Zij is
een onedel, maar schatrijk werktuig om
de mensen van hun stuk te brengen. Twee
slome ogen en een bibberend gevoel zijn
voldoende voor de toeschouwer; alles
wordt hem met overdaad in het gemoed
geworpen en als u buiten komt kunt u
zich voor de werkelijkheid schamen.
Als op een zeker moment Barrault een
der beroemde grote orkest- en koor
samenstellingen van Berlioz als de compo
nist-zelf dirigeert ziet men aan zijn ge
zicht en aan zijn manieren-van-doen dat
deze acteur zeer muzikaal moet zijn; hij
acteert heftig, driftig en is een vuurvreter
van de orkestklanken uit Berlioz' muziek.
Dit alles is prachtig; het is verrukkelijk
om te zien. Maar deze klanken komen in
afgepaste fragmenten uit de composities
en zijn dikke microfoon-geluiden; Bar-
rault-Berlioz dirigeert bewegende, gefoto
grafeerde muzikanten en naast hen ru
moert de muziek, natuurlijk precies gelijk
met hun op- en afstreken, want de tech
niek is immers volmaakt in de industrie
dezer beeld-schoonheid.
Wanneer Barrault de oudere Berlioz
speelt, leeft men mee met de verzwakte
leeuw. Het is prachtig dat hij hem niet
weergeeft als een uitgebrand wezen, maar
dat men in hem een nog altijd onheilspel
lende krater ziet. Hij schijnt van binnen
onblusbaar te zijn. Hij wil het leven dwin-
en verwacht altijd dat men zijn oprecht
heid zal erkennen, niet om hem, maar om
de natuurlijke eis van de waarheid. Berlioz
was een echt artist, Barrault is evenzeer
een echt kunstenaar. De film-onderneming
die zich meester maakte van de historische
figuur, heeft er tenminste goed aan ge
daan geen andere „ster" dan Barrault „aan
het woord" te laten, en misschien danken
wij het aan de geniale acteur dat de erg
ste, gebruikelijke zoetigheden achterwege
zijn gebleven.
HENDRIK ANDRIESSEN.
DUITSERS FIETSEN MET
NEDERLANDSE BANDEN.
In het Nederlands-Duitse grensgebied
rijden vele Duitsers op fietsen met Neder
landse banden, die over de grens gesmok
keld zijn. De Duitse douane laat nu echter
iedereen, die op Nederlandse banden rijdt,
7,50 mark invoerrecht betalen. De eerste
dag leverde reeds meer dan 1000 mark of).
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 18 DECEMBER
Stadsschouwburg: „Tramlijn begeerte", 7.30
uur. Luxor: „De avonturen van Tartu", 18 j.,
2.00, 4.15. 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „Vlie
gende tijgers", 18 j., 2.30, 7.00 en 9.15 uur.
(Zondag 2.00. 4.30, 7.00 en 9.15 uur). City:
„Madonna van de zeven manen", 18 j., 2.15,
7.00 en 9.15 uur. (Zondag 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15
uur). Frans Hals: „Bloed en zand", 18 j., 2,30,
7.00 en 9.15 uur, (Zondag 2.00,
4.30. 7.00 en 9.15 uur). Rembrandt: „F ve
always loved you", alle leeft., 2.00, 4.15, 7.00
en 9.15 uur. Palace: „Korporaal Wanhoop",
alle leeft., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur.
ZONDAG 19 DECEMBER
Stadsschouwburg: „Tramlijn begeerte". 7.30
uur. Gem. Concertgebouw: „De Friese fakir",
8 uur. Frans Hals: Instituut voor Arbeiders
ontwikkeling „Het wonder van de 34e
straat". 10.30 uur. Palace: „Lajla", 11 uur.
Rembrandt: „Op reis door Zuid Afrika", 11
uur. Luxor, ten bate van de Stille armen
„Intermezzo", 11.15 uur. Bioscopen: Middag
en avondvoorstellingen.
MAANDAG 20 DECEMBER
Stadsschouwburg: Maatschappij tot bevor
dering der Toonkunst, Ida Handel en Felix
de Nobel, 8 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvQorstellingèB,