Garage Den Hout,
„Onze grond is haast dood,
geef hem het leven terug"
Nog veel geboorten, maar weinig sterfgevallen
Over gerepatrieerden en geëvacueerden
Handel met Engeland nam flink toe
pONDERDAG 3 FEBRUARI 1949
3
IR. O. J. CLEVERINCA:
Alleen natuurlijke bemesting
kan catastrophe voorkomen
moe peulvruchten-culture is er haast
est". de aardaPï>e,s staat het er
"geÜ.liiiks beter voor en met de suiker-
W is het hetzelfde liedje. Het hele
ziekenhuis en de bollen-
naiii
bieten
1" orm percentage is niet meer vrucht-
Een e 1 lnnnl c/iïiinlflïQ rAnfl nil
baar, de
,nit is één ziekenhuis en de Doll
kwekers vechten tegen plantenziekten
positie van
tuberculose loopt schrikbarend op
'mond- en klauwzeer eist honderden
en htoffers. De natuur die de zwakke die-
wil opruimen, schrikt niet voor een
160 ♦pru*'. Zij heeft andere middelen om
56 wil door te zetten." Ziedaar de som-
jjï balans die ir. O. J. Cleveringa van
w landbouw en veeteelt opmaakt.
Tr Cleveringa zou de boer, die zegt: „Dat
Van de kunstmest", voor een groot
Site gelijk willen geven. Al erkent hij
ffpzonde grond best kunstmest kan ver-
Jlen Zieke grond echter niet. En d<
"°ste gronden in Nederland zijn dood-
Hij verwijt dat aan de'landbouwkun-
Sn die zich naar zijn zeggen nooit
S>ben bezig gehouden met de levende
Smnd Zij zijn als chirurgen, vindt hij, die
alleen" op löken hebben geopereerd. Hun
Lestingsleer baseert zich op zoveel pro-
stikstof, zoveel procent fosfor enzo-
no'-t Van de levende organismen in de
Lnd hebben zij zich nooit iets aangetrok
ken meent hij. De kringloop in de natuur
k uit haar evenwicht gebracht en de cata-
dröP'nale gevolgen daarvan weerspiegelen
rich in het sterk verminderde weerstands
vermogen van plant, mens en dier. Zij doen
zich gelden in ons slechte voedsel. De tal
loze ziekten die mens en dier teisteren, zijn
volgens hem geen zaken die men met sera
uit "de wereld kan helpen wanneer het te
laat is 'hóe voortreffelijk deze ook kunnen
werken- Het weerstandsvermogen van
mens en dier moet worden opgebouwd om
ziekte te voorkomen en dat kan alleen door
voedsel dat op natuurlijke wijze is ont
man.
Dit is zijn theorie zoals hij die conse
quent misschien lijkt, het zelfs ver ge-
w;hi' ontwikkelt. Maar hij heeft ook
„ijlen voor dichterbij op zijn boog en die
rijn misschien voorlopig belangrijker, om-
dat wanneer zijn plannen verwezenlijkt
worden, de feiten kunnen uitwijzen of zijn
theorieën inderdaad juist zijn.
Levende grond.
Cleveringa wijst er op dat in de grond
levende organismen bacteriën, schim
mels en viren zetelen. Wij hebben ge
leerd deze als kwaadaardig te beschouwen,
als verwekkers van alle mogelijke ziektes.
In wezen echter zegt hij zijn zij een
levensvoorwaarde voor alles wat in die
grond groeit. Een boom kan niet leven zan
der de schimmels die in zijn wortels drin
gen er. hem voeden. Dat is honderd jaar
geleden reeds bewezen. Datzelfde is het
geval met iedere plant. Trekt men een ge
zonde plant uit de grond, dan blijft er aar
de aan de wortels hangen, ook als men
haar schudt. Bij een zieke plant valt de
aarde er af. Zo lang de „levende" grond
mei de wortels groeit, garandeert zij
de plant gezondheid.
Maakt men de grond echter „dood", met
endere woorden gebruikt men geen orga
nelle mest, dan verstoort men het even
wicht in de natuur en bereikt men het
zelfde resultaat als de mensen in Zuid-
Afnka die leeuwen schoten om de zebra's
te sparen en toen tot de conclusie kwamen
dat hele kuddes zebra's uitstierven, omdat
de zwakke en zieke exemplaren niet wer
den opgeruimd.
De rulle laag.
Grond kan bestaan uit drie bestanddelen,
namelijk zand, klei en humus. Op zichzelf
zijn dit dode stoffen, die „dicht" zitten.
Gooit men nu een laag organische afval
over deze grond, dan ontstaat er een rulle
laag, die in oris klimaat tot 14 cm. diepte
kan gaan. Die laag is levend geworden en
poreus. Zij bestaat uit een derde grond,
een derde capillairen en een derde grotere
ruimten die water kunnen bevatten. In die
grond ontstaan kruimels die met schimmels
begroeid zijn. De wortels van de planten
kunnen dan vergroeien met deze schimmels
die hap veoden. Liebig was volgens ir.
Cleveringa ten onrechte van mening dat
planten genoeg hebben aan bepaalde zou
ten uit de grond, die zij zelf kunnen zoeken.
Dat procédé kan echter hoogstens als aan
vulling worden beschouwd. De natuur, aan
naar eigen methoden overgelaten, zorgt
zelf beter voor die plant dan wij het ooit
kunnen, Wij kunnen haar hoogstens een
bandje helpen.
De taak van boeren en tuinders is dus
om die schimmels in de grond te brengen
aoor met organisch afval te bemesten. Met
kunstmest kan dat niet. Wel kan zij de groei
stimuleren, maar zoals iedere stimulans
orwekt zij een schadelijke reactie,
k. Cleveringa haalde voor deze theorie
«1 van bewijzen uit de practijk aan. Als
oorbeeld noemde hij het bekende ver-
fki'jnsel dat weide-gras omstreeks Augus
tijn goede kwaliteit verliest. Dit komt
wgens hem doordat de zich snel ven-
®wgvuldigende bacteriën in de grond de
van het voor hen aanwezige voedsel-
5n overschrijden. Het aantal bacte-
^,an en onmiddellijk
ordt het gras dof en gaat het „roesten".
:'s onmiddel]ijk aan het vee te zien, dat
-°e koeien zelf merken het
«dellijk want zij trekken het gras ge-
rio -» vermoeide grond omdat
wortels geen aanhechting meer hebben.
Dif a ®ras ^an °°k pei-tinent niet.
13 de tijd om met stalmest te beginnen.
Koeien weten het wèl.
mJ-Cleveringa heeft talloze malen opge-
'coelen onmiddellijk de plaats in
i;„'iV-ei Ul'zooken waar de grond „kruirne-
-p en beweert zelf aan de koe te kun-
(j. -Zl,en boe diep de kruimelige laag is van
zpöi- a vlaa.roP ZÜ graast. Mcmd- en klauw-
Vixw- Z'ctl vrijwel altijd na 1 Augustus
dp ls "emakkelijk te voorkomen door
Wh eien in we* Hij te voeren met ak-
¥aji ^"Producten, die in de meeste ge-
af'-nm «an eon luchtiger grond dan weiland
Sbf-Ziju. Als frappant voorbeeld
Sen hf j voorts het ontbreken van wor-
hebhoü H-O.-polder die totaal geen zin
0m m de dichte uitsluitend kunst-
bemeste bodem te huizen.
13 uit het bovenstaande logisch af te
leiden dat ir. Cleveringa voor organische
mest pleit en de beweerde alleen-zalig-
makendheid van kunstmest verwerpt. Hij
geeft toe dat het niet eenvoudig zal zijn'
om voldoende mest bijeen te krijgen, maar
is van mening dat het zeer goed mogelijk
is, wanneer er maar" niet zoveel verloren
ging. De opbrengst van de riolen, het afval
van de bloembollencultuur en van de kool,
zelfs door ziekte aangetaste oogsten moeten
daarvoor dienen. Een boer op Overflakkee
die een oogst zieke uien onderspitte, kreeg
ondanks de „parasieten" het volgende jaar
de beste uien-oogst die daar ooit binnen
gehaald is.
Hij bestrijdt de methode van de regering
om door een overmatig gebruik van kunst
mest zoveel mogelijk uit de bodem te halen,
omdat de bodem daaraan sterft. Het argu
ment van vele boeren dat kunstmest gro
tere oogsten geeft, acht hij niet aanvaard
baar en lang niet altijd juist, omdat naar
zij-n mening natuurlijk bemeste grond massa
kwaliteit en gezondheid geeft en kunstmatig
bemeste grond alleen maar massa. Met
noodlottige gevolgen. Wel beseft hij dat
deze omschakeling op het ogenblik niet
een-twee-drie kan gaan. Maar als het aan
hem ligt, zal zij worden voltrokken.
Levende grond"
Hiernaast geven wij een verslag van de rede,
die ir. O. Cleveringa, Rijkslandhouw-
consulent voor de bodemstructuur, in Brink-
mann onder auspiciën van Bloembollen- j
cultuur" en de Maatschappij voor Land-
bouio heeft gehouden. Het bevat de haast j
revolutionnaire levende grond-theorie", die j
deze expert in dertig jaar van „in de grond
graven' zoals hij net noemt heeft ont- i
wikkeld. Het is een theorie die zeker niet
parallel loopt aan de gevestigde mening van
de agrarische wetenschap. Dat men ir. Cle
veringa niettemin in zijn functie handhaaft I
en hem in de gelegenheid stelt, zijn theorie
te verspreiden, zegt. overigens wel iets over i
de importantie daarvan. Hij is zeer positief i
in zijn verklaringen daarbij tal van inder-
daad overtuigende bewijzen uit de practijk
aanvoerend en schroomt niet er zeer ver- I
strekkende consequenties uit te trekken, j
Temeer daar zowel de nationale als de inter
nationale voedsel-posilie op het ogenblik
grote zorgen baart en de theorie van ir. Cle
veringa, wanneer zij bij toepassing op grote
schaal juist en uitvoerbaar zou blijken, be- s
langrijke perspectieven opent, hebben wij
getracht onze lezers deze omvangrijke mate- I
rie in een zo beknopt mogelijke en ook voor i
leken begrijpelijke vorm voor te leggen. j
MARKTBERICHTEN
SCHEVENINGSE PRIJZEN
Aangevoerd te Scheveningen door vier
loggers en 30 kustvissers 3288 kg. bloem, 500
kg. tarbot en griet, 54 kisten kabeljauw, 423
kisten schol. 386 kisten schar, 130 kisten wij
tingen, 15 kisten bot. Notering kabeljauw f 40
tot f43: grote schol f40; middel schol f40
tot f 43; kleinschol f 18 tot f 25: schar f 16 tot
f 20; bot f 16.50 tot f 20,50; wijting f 16 tot f 19;
alles per kist van 40 kg.
Wilt U vitamine C actief laten inwerken op
de plaats, waar het besmettingsgevaar zeer
groot is: de mondholte.
Poets dan
's morgens en
's avonds met
Heerlijk schuimend
Fris van smaak
Grote tube 65 ct.
Let op de groene band. met: VITAMINE C
op doosje en tube!
DE HAARLEMSE BEVOLKINGSSTATISTIEK
Cijfers over vertrek
en vestiging
Thans zijn de voorlopige cijfers bekend
van de bevolkingsstatistiek van Haarlem
over 1948.
Daaruit zijn interessante dingen te halen.
Wij hebben al medegedeeld dat in dat
jaar het aantal inwoners steeg van 158.715
tot 160.828. Een vermeerdering dus van
2113. De vooruitgang is voornamelijk ge
maakt in de eerste helft van het jaar.
Wij wezen er ook reeds op dat de
laatste maand zelfs een achteruitgang op
leverde van 15. Voor het eerst na vele
jaren.
Dit komt omdat er nu geen vestigings
overschot meer is. Voorheen vestigden zich
meer personen in Haarlem dan er Haarlem
mers naar elders verhuisden, maar daaraan
is nu, in verband met de woningnood, een
einde gekomen.
In 1948 hebben zich 7788 personen in
Haarlem geveltigd, maar er vertrokken er
8042. Dat gaf dus een verlies van 254. Voor
de oorlog, toen er nog geen tekort aan hui
zen was en ieder kon kiezen waar hij het
liefst woonde, zag dit lijstje er heel anders
uit! In 1938 vestigden zich hier 9455 men
sen en vertrokken er 8523. Winst-dus 932.
In 1939: gevestigd 10628, vertrokken 8875,
winst zelfs 1753!
Er is nog altijd een groot geboorte-over
schot. Dat wil zeggen, er werden meer ge
boorte- dan sterftegevallen ingeschreven.
In 1948 werden 3623 kinderen geboren.
Dat wil zeggen op de 1000 inwoners: 22.8.
Dit aantal is, vergeleken bij 1947, iets lager.
Toen waren er 3895, of 24.8 per duizend;
1946 was een recordjaar, namelijk 4395, of
28.7 per 1000.
Over 1938 was het geboortecijfer slechts
17.3 en over 1939: 17.0.
Het aantal sterfgevallen was in 1948 laag,
namelijk 1256, of 7.9 per 1000. In 1938 was
het 8.4 en in 1939 8.8.
Deze daling van het sterftecijfer is te
verklaren. In de oorlogsjaren zijn vele be
jaarden en ook anderen die een zwakke
gezondheid hadden gestorven. De sterkeren
bleven in leven en dit heeft natuurlijk in
vloed op het aantal sterfgevallen in deze
jaren.
Er werden in 1948 in Haarlem 1451
huwelijken gesloten, tegen 1715 in 1947. In
1946 was 't aantal nog hoger. De trouwlust
die na de oorlog sterk gestegen was, is dus
weer afgenomen. Nu is vrijwel weer het
vooroorlogse peil bereikt, want in 1939
werden 1399 huwelijken gesloten. Maar er
is wel te zeggen dat de huwelijksbalans
sterk zou stijgen indien het tekort aan hui
zen niet meer remde. Er staan nu al lange
tijd meer dan 150 bruidsparen ingeschreven
die hun huwelijk uitgesteld hebben omdat
zij er nog niet in slaagden huisvesting te
vinden.
Van belang is de cijfers van vertrek en
vestiging nader te bezien omdat het huis
vestingsprobleem daarbij nauw betrokken
Van enkele gemeenten wordt een afzon
derlijke statistiek bijgehouden, namelijk
van Amsterdam, Heemstede, Bloemendaal
en Velsen.
1018 Amsterdammers kwamen naar
Haarlem en 958 Haarlemmers verhuisden
naar Amsterdam. Voordeel voor Haarlem:
60.
Naar Bloemendaal vertrokken 465, uit
Bloemendaal gekomen 657. Meer voor
Haarlem 102.
Voor Heemstede zijn die cijfers: Uit
Heemstede 341, naaf Heemstede 329. Meer
voor Haarlem 12.
Voor Velsen: Uit Velsen gekomen: 227,
naar Velsen vertrokken 312. Minder voor
Haarlem 85.
De toestand is thans zo, dat de huisves
tingsmoeilijkheden in Haarlem verlicht
worden als er meer inwoners uit Haarlem
vertrekken dan er nieuwe bewoners komen.
Alleen de uitwisseling met Velsen was dus
in dit opzicht gunstig voor Haarlem. Het is
trouwens te verklaren dat nu er nieuwe
woningen in Velsen klaar komen, personen
die indertijd door de Duitse dwangmaat
regelen uit die gemeente naar Haarlem
gekomen zijn, nu weer terugkeren.
Opvallend is dat in het afgelopen jaar
102 personen meer uit Bloemendaal naar
Haarlem kwamen dan er Haarlemmers
naar Bloemendaal vertrokken. Voor Heem
stede is dit Verschil 12 en voor Amsterdam
60.
Er kwamen nog dit jaar 444 persoften uit
Indonesië, maar daartegenover staat dat er
niet minder dan 960 uit Haarlem terug
keerden.
Dit is, wat de huisvesting betreft, een
gunstig verschil van 516. Maar het wil ook
zeggen dat als men de getallen over Indo
nesië buiten beschouwing laat de cijfers
voor vestiging en vertrek worden: In Haar
lem gevestigd 7344, en uit Haarlem ver
trokken 7082. In dat geval zou.er geen
vertrek-overschot zijn van 254, maar een
vestigingsoverschot van 252.
Het aantal inwoners Van Haarlem is dus
in 1948 weer gestegen met 2113. Dat zou
normaal betekenen bewoners voor 500 hui
zen, dus nog meer huizen dan er in dat jaar
in Haarlem gebouwd zijn. Zo ongunstig is
de zaak wat de huisvesting betreft, evenwel
niet, want die 3623 kinderen die in dat jaar
geboren zijn eisen niet allemaal onmiddel
lijk meer woonruimte op. Toch zijn er ver
scheidene gevallen waarin dit wel het geval
is, want herhaaldelijk dwingt uitbreiding
van het kinderaantal de ouders immers uit
te zien naar een grotere woning.
De „Franeker" op de thuisvlucht
Woensdagavond is de „Franeker", met
gezagvoerder De Haas en tweede piloot
Griffith van het vliegveld Kemajoran bij
Batavia naar Mauritius vertrokken.
Het vliegtuig heeft geen passagiers aan
boord, doch wel twee ton post en twee ton
goederen.
Wij ontvingen het volgende
telegramrally monte carlo Renault vier in klasse 750
TOT 1100 CC EERSTE DERDE EN VIJFDE STOP EERSTE
RENAULT VIER LEVERT BETERE PRESTATIE DAN EER
STE UIT KLASSE 1100 TOT 1500 CC STOP 10 VAN 11
RENAULTS HEBBEN RALLY GEElEEL VOLBRACHT -
AUTORENOS
RENAULT alleenvertegenwoordiging Haarlem en omgeving:
Wagenweg 166.168 Telefoon 12158
Haarlem en de omliggende gemeenten
zijn hierbij nauw betrokken
Nadat midden Augustus 1945 Japan ge
capituleerd had, stond onze regering voor
grote moeilijkheden wat betreft de verzor
ging van de stroom gerepatrieerden die uit
Indonesië naar Nederland kwam. In ons
land bestonden immers ook nog chaotische
toestanden, zodat het onverantwoord werd
geacht, de gemeentebesturen daarmee te
belasten. De enige oplossing werd gezien in
de oprichting van speciale diensten. Het
kernpunt kwam in Den Haag, verder wer
den er in alle provincies bureaux opge
richt voor verzorging van oorlogsslacht
offers, die nog werden bijgestaan door
districtsbureaux. In Noordholland waren
districtsbureaux in Haarlem (Paviljoens
laan), Amsterdam en Alkmaar, terwijl ook
het provinciale bureau in Haarlem (Dreef)
gevestigd was.
Er was veel te doen, er is een tijd ge
weest dat aan deze diensten in Noordhol
land 450 ambtenaren werkten. De huis
vesting eiste de meeste bemoeiingen. In
Haarlem was daarom een afzonderlijk
bureau in het Kenaupark, waar op het
drukste moment 96 ambtenaren in functie
waren. Ter verklaring daarvan is op te
merken datmidden-Kennemerland een
magneet was voor zeer veel gerepatrieer
den. Het was uiterst moeilijk die onder dak
te brengen; de ruimte in hotels, pensions
en bij particulieren was daarvoor onvol
doende. Er werden, vooral in Bloemendaal,
veel grote (leegstaande) huizen gevorderd,
waarin verscheidene gezinnen gehuisvest
werden.
Bovendien ontwikkelde de leiding van
dit bureau veel activiteit en initiatief. Reeds
toen werd de mogelijkheid overwogen om
door splitsing grote huizen geschikt te
maken voor meer gezinnen, waarvoor een
woningenquête werd ingesteld.
Vap die plannen is in eerste instantie niet
veel uitgevoerd, eerst veel later werd in
Den Haag een regeling ontworpen om de
splitsing van zulke woningen te financie
ren. Later werd het enquête-materiaal aan
het gemeentelijke huisvestingsbureau van
Haarlem overgedragen.
Natuurlijk moest er op de bureaux veel
meer gedaan worden voor de gerepatrieer
den. Vooral in de eerste 6 maanden waarin
zij een speciale verzorging genoten. Als zij
na het verstrijken van die termijn nog
hulp behoefden, werden zij overgeheveld
naar de daarvoor bestaande gemeentelijke
diensten.
In de loop van de jaren is het aantal- ge
repatrieerden dat uit Indonesië kwam steak
verminderd. Bovendien zijn de gemeente
lijke diensten weer normaal gaan werken,
zodat die steeds meer ingeschakeld konden
worden. Dat is aanleiding geweest om alle
PBVO's en DBVO's op te heffen (het Pro
vinciaal bureau aan de Dreef in Haarlem
was al enige tijd geleden verenigd met het
districtsbureau aan de Hazepaterslaan).
Alleen kleine bureaux in de provincie
hoofdsteden zijn blijven bestaan. Onder
leiding van de vroegere provinciale direc
teur, rar, J. D. J. E. v. d. Berg te Bloemen
daal, werken op het bureau nog slechts 12
ambtenaren, waarvan er 1 in Amsterdam
gestationneerd is, wat gedaan is om te
voorkomen dat de Amsterdammers
Gooiers niet voor alles een reis naar Haar
lem moeten, maken. De naam van het
bureau (aan de Dreef, in het pand waar
voorheen het Tribunaal was ondergebracht
Gedenkboek van Tijgerbrigade
vóór Koninklijke Familie
Woensdag hebben de luitenant-kolonel
A. F. J. Brummer.en de majoor-veldpredi
ker A. M. Brouwer aan viee-admiraal N. A.
Rost van Tonningen, chef van het Militaire
Huis van H. M. de Koningin, exemplaren
van het door de manschappen der Tijger
brigade samengestelde gedenkboek „Tussen
Sawahs en bergen" aangeboden. Deze
exemplaren zijn bestemd voor de Koningin,
Prins Bernhard en Prinses Wilhelmina.
Exemplaren van het gedenkboek zullen
ook worden aangeboden aan minister
president dr. W. Drees, aan de minister van
Overzeese Gebiedsdelen, mr. E. M. J. A.
Sassen, aan de minister van Oorlog en
Marine a.i., mr. W. F. Schokking en de chef
van de generale staf, luitenant-generaal
mr. H. J. Kruis.
Ontmoeting van twee beroemdheden. Benjam ino Gigli, de bekende Italiaanse operatenor en
filmster, kwam in de Belgische hoofdstad de even populaire cabaretartist en filmspeler Maurice
Chevalier legen. De zanger van het grote lied nuttigde daarop samen met zijn collega van het
kleine idem de lunch. Vrijdag zingt Gigli in het Amsterdamse Concertgebouw.
en thans nog de Tuchtrechter voor de Prij
zen zetelt) is repatriëring Noordholland.
Mr. v. d. Berg heeft de titel gekregen van
inspecteur D(ienst) M(aatschappelijke)
Z(org). Het aantal ambtenaren is dus ge
leidelijk verminderd van 450 tot 12.
Er is een tijd geweest dat'er in Haarlem
en omgeving 650 gerepatrieerden tegelijk
„in zorg" waren (de eerste 6 maanden na
aankomst in Nederland). Nu zijn het er
nog sleohts 25. In de gehele provincie zijn
het er nog slechts 64. Sinds 1945 zijn er in
Haarlem en omstreken in totaal meer dan
5000 „in zorg" geregistreerd. Dit geeft v/el
een aanwijzing van het grote aantal ge
repatrieerden dat naar Kennemerland i*
gekomen.
Op dit ogenblik zijn er door het Haar
lemse bureau nog 26 grote huizen gehuurd,
waarin 110 gezinnen gehuisvest zijn. Van
die 26 staan er niet minder dan 18 in de
gemeente Bloemendaal.
De ambtenaren van het bureau repa
triëring Noordholland en Mr. v. d. Berg
als inspecteur van DMZ heeft zich niet
alleen te wijden aan dë verzorging der ge
repatrieerden die uit Indonesië komen,
maar ook met de terugvoering van degenen
die daarvoor in aanmerking komen. Boven
dien berust in hun handen ook de bevor
dering van de terugkeer van de geëva
cueerden in Nederland. Daarbij hebben de
gemeenten in het bijzonder veel belang. Dit
is evenwel een kwestie op zich zelf, waar
over wij in een volgend artikel aandacht
zullen wijden.
Het vrij geringe aantal zorg-gevallen zou
de indruk leunen maken dat er bijna, geen
gerepatrieerden meer uit Indonesië komen,
Zo is het nu ook niet, al is het natuurlijk
wel zeer sterk verminderd. Vroeger kwa
men evenwel alle gerepatrieerden naar de
bureaux, nu slechts een klein gedeelte. De
meesten kunnen zich zelf helpen.
De regering overweegt geen
wijziging van Indië-politiek
Van officiële zijde is bekend gemaakt,
dat het ten enenmale onjuist is, dat de
Nederlandse regering een ingrijpende wij
ziging overweegt ten aanzien van haar tot
nu toe in de Veiligheidsraad gevoerde poli
tiek met betrekking tot het beleid in Indo
nesië. Wel worden momenteel te Batavia
niet het minst in Indonesische kringen
belangwekkende activiteiten ontwikkeld
om tot een snelle verwezenlijking te komen
van de nieuwe rechtsorde tussen Nederland
en geheel Indonesië.
Alle berichten over een bepaald plan
daarvoor zijn echter praematuur, daar het
overleg over een alle partijen bevredigende
oplossing in Indonesië en tussen Indonesië
en Nederland nog in gang is.
Dé Nederlandse regering kan daarom in
dit stadium geen nadere mededelingen
doen.
Vragen van de heer Weiter.
Het lid der Tweede Kamer de heer C. J.
I. M. Weiter heeft aan de minister-presi
dent gevraagd:
„Is het juist, dat de regering plannen zou
overwegen tot onmiddellijke oprichting van
de Indonesische federatie, die de republiek
van de Verenigde Staten van Indonesië zal
worden genoemd, met overslaan van de
interim-periode, tot instelling waarvan een
wetsontwerp bij de Kamer aanhangig is?
Indien dit bericht juist'is, wil de rege
ring dan toezeggen, dat zij op geen enkele
wijze en in geen enkele vorm toezeggingen
zal doen of daden zal stellen, alvorens met
de Kamer overleg te hebben gepleegd?"
Postbestellers hielpen
textielsmokkelaars
Doordat in een postkantoor de verpak
king van een pakketje scheurde, waardoor
enige honderden meters vitrage te voor
schijn kwamen, is de postrecherche in
samenwerking met de politie op het spoor
gekomen van een bende smokkelaars, die,
geholpen door postbestellers, clandestien
textiel uit België invoerden.
De smokkelwaar, meestal vitrage, werd
door de smokkelaars in pakjes gestopt, Deze
pakketjes werden door de ingeschakelde
postambtenaren afgehaald, ten postkantore
van adreskaarten voorzien met een gefin
geerd afzendadres, alsmede van door smok
kelaars aangegeven adressen in Nederland.
Ook gebeurde het, dat bestellers de smok
kelwaar thuis ontvingen, deze zelf verpak
ten en in postauto's vervoerden. Wanneer
men nu bedenkt, dat in een pakketje van
ongeveer 5 kg 100 meter vitrage verpakt
kan worden en naar Schatting duizend van
deze pakketjes zijn verzonden, krijgt men
enigszins een beeld van de omvang van
deze zaak, die zich over verschillende pro
vincies uitstrekt. In een plaats in midden-
Limburg zijn reeds vier postbestellers ge
arresteerd, die door grote beloningen wa
ren overgehaald, handlangers van de smok
kelaars te worden.
Het onderzoek wordt nog voortgezet.
Nieuwe aspecten worden
weldra in Londen besproken
Deze maand zullen te Londen handels
besprekingen worden gevoerd tussen een
Nederlandse en een Engelse delegatie. De
Nederlandse delegatie staat onder leiding
van mr. S. Th. J. Teppema, plaatsvervan
gend directeur-generaal van de buitenland
se economische betrekkingen. Voorts zullen
van Nederlandse zijde aan deze bespre
kingen deelnemen mr. Chr. M. Pool, direc
teur voor de buitenlandse agrarische han
delsaangelegenheden en dr. H. van Blan-
kenstein, directeur van de buitenlandse
economische betrekkingen.
De onderhandelingen met Engeland
zullen worden gevoerd naar aanleiding van
het zich uitbreidend handelsverkeer. De
invoer uit Engeland beweegt zich in een
stijgende lijn. In de eerste elf maanden van
1948 beliep deze invoer 112 pet. van de
invoer in de overeenkomstige elf maanden
van 1947. Engeland levert in toenemende
mate tal van nuttige producten, zoals
steenkolen, garens, machinerieën en che
micaliën. De mogelijkheid om staal te be
trekken uit Engeland is nog beperkt.
Ook de Nederlandse uitvoer naar Enge
land was in de eerste elf maanden van
1948 hoger dan in dezelfde maanden van
1947, namelijk 62 pet. Deze toeneming is
vrijwel geheel te danken aan dq uitvoer
van landbouwproducten. Onze uitvoer van
industriële producten naar Engeland onder
vindt nog vele moeilijkheden, welke bij de
onderhandelingen onder het oog zullen
moeten worden gezien. Quantitatïef is de
Nederlandse uitvoer naar Engeland nog
lang niet op het voor-oorlogse peil. In
tegenstelling tot vóór de oorlog, toen Ne-
deralnd een groot actief saldo had in zijn
handelsverkeer met Engeland, hebben wij
nu nog steeds een passief saldo, zij het
dan dat dit saldo in 1948 de neiging heeft
vertoond te verminderen.
De handelsbetrekkingen hebben belang
rijke agrarische aspecten, gezien de tradi
tionele en belangrijke export van Neder
landse landbouwproducten naar Engeland.
In 1948 werden de agrarische contingenten
op enkele uitzonderingen na goed gereali
seerd en in enkele gevallen zelfs over
schreden. De export van Nederlandse
agrarische producten naar Engeland over
1948 verliep bevredigend, ondanks het feit,
Kerkgebouw met vele
mogelijkheden
Tussen het dorpje Genooy en Venlo liggen
uitgestrekte percelen tuindersgrond. waarop
na de oorlog ongeveer 250 huizen en een
vijftigtal noodwoningen zijn gebouwd. Hier
voor werd een nieuwe parochie ingesteld en
de pastoor daarvan ontwierp plannen voor
een „verzamelgebouw", dat tegelijk al*
kerk, school, ontspanningsgebouw, vergader
lokaal en restaurant dienst zal kunnen doen.
Deze plannen zijn thans in het stadium van
uitvoering gekomen. De grootste zaal is be
stemd voor kerkgebouw. Deze"is zo gecon
strueerd, dat door middel van een stalen
scherm het altaar afgescheiden kan worden,
dan houdt rpen een bioscoop- of toneelzaal
over, een mogelijkheid waarbij met de
constructie der stoelen rekening is gehouden,
want deze kunnen gemakkelijk met een
enkele handbeweging in gemakkelijke fau
teuiltjes veranderd worden. Aan de andere
zijde van de zaal is het podium, waar een
tien meter hoge toneeltoren zal komen om
in een minimum van tijdje décors te kunnen
veranderen.
In het souterrain wordt een ruimte voor
vergaderingen ingericht; de zolder is ge
reserveerd voor de jeugdbeweging. In het
souterrain zijn voo:rts nog kleedkamer, klas
lokalen, een huishoudschoolkeuken, een af
deling voor ziekenverzorging en een consul
tatiebureau.
dat voor bepaalde productengroepen im-
voerbelemmeringen en -verboden een rol
speelden, die het totale resultaat ongunstig
beïnvloeden. Met name gold dit voor verse
groenten. Het Engelse verbod tot invoer
van verse groenten in de tijd, waarin de
Coloradokever gevaarlijk werd, speelde
Nederland parten. Er bestaat echter goede
hoop, dat bij de nieuwe besprekingen dit
vraagstuk tot volle tevredenheid vain beide
partijen zal worden opgelost, dank zij de
uitstekende verstandhouding en samen
werking tussen de Phytopafchologische
Diensten van beide landen en dank zij de
coördinatie van de bestrijdingsmaatregelen,
welke internationaal op Engels initiatief
tot stand kwam. De export van zwartbont
stamboekvee, waarvoor in Engeland grote
belangstelling bestaat, is nog steeds onmo
gelijk door de strenge maatregelen .aa»
Engelse zijde tot wering van een eventuële
mond- en klauwzeerbesmetting. Ook te dien
aanzien bestaat echter de hoop, dat er een
regeling zal worden getroffen, die de Ne
derlandse export armslag geeft en tegelij
kertijd aan Engeland de nodige waarbor
gen tot wering der besmetting biedt.
Ook uit een ander oogpunt zullen de
komende besprekingen voor de landbouw
van groot belang kunnen zijn. Voor de
eerste maal zal namelijk het handelsver
keer met een van de belangrijkste partner-
landen bezien worden in het licht van de
Europese samenwerking. Ook voor de
landbouw kan dit belangrijke gevolgen
hebben. Zo zal de productieverhoging in de
Engelse landbouw mede richting-bepalend
kunnen zijn voor de ontwikkeling in Ne
derland op agrarisch gebied. Ook deze
aspecten zullen te Londen ter sprake
komen.
Bestrijding aardappelmoeheid
De behandeling in de Staten-Generaal
van het voor onze aardappelteelt zo be
langrijke wetsontwerp ter bestrijding van
de aardappelmoeheid kan niet meer zo
tijdig worden verwacht, dat het opleggen
van een verplichting tot wisselbouw in
1949 mogelijk zal zijn.
Volgens het ministerie van Landbouw,
Visserij en Voedselvoorziening zal het ech
ter op terreinen, die een gevaar vormen
voor de verspreiding van aardappelmoe
heid, in ieder geval verboden zijn in 1949
aardappelen te telen op grond van het gel
dende „Besluit Bestrijding Aardappelmoe
heid". De desbetreffende percelen zijn ge
registreerd en worden omschreven in door
de burgemeesters uit te geven officiële
bekendmakingen.
Zullen ten aanzien van de vruchtwisse
ling voor 1949 dus nog geen dwingende
voorschriften op grond van de wet van
kracht zijn, voor de bedrijven met veel
aardappelteelt wordt aangeraden 1949 als
een overgangsjaar te beschouwen en thans
reeds rekening te houden met een eventueel
verplichte vruchtwisseling, die aardappel-
verbouw slechts eens in de drie jaar op
dezelfde grond toestaat.
Roozenburg sprak in Heemstede
Op uitnodiging van de damclub „St. Bavo"
gaf Woensdagavond de wereldkampioen
dammen. Piet Roozenburg in het R.K. Ver
enigingsgebouw ten overstaan van een groot
aantal dam-enthopsiasten uit Haarlem,
Heemstede, Bennebroek, Hillegom, en Lisse,
een demonstratie. Na ingeleid te zyn door de
voorzitter van „St. Bavo". de heer J. L. War
merdam. behandelde de wereldkampioen een
aantal varianten op bekende vormen van het
openingsspel. Na de pauze kwam het mid
denspel aan de beurt. Het gesprokene werd
toegelicht door een groot aantal voorbeelden.
DIRECTIEUITBREIDING N.V. DE
PLAATWELLERIJ
Met ingang van 1 Januari 1949 is tot mede
directeur van de N.V. de Plaatwellerij te
Velsen benoemd de heer ir. J. F. Clausen.