Garage Den Hout, „Onze grond is haast dood, geef hem het leven terug" Nog veel geboorten, maar weinig sterfgevallen Over gerepatrieerden en geëvacueerden Handel met Engeland nam flink toe pONDERDAG 3 FEBRUARI 1949 3 IR. O. J. CLEVERINCA: Alleen natuurlijke bemesting kan catastrophe voorkomen moe peulvruchten-culture is er haast est". de aardaPï>e,s staat het er "geÜ.liiiks beter voor en met de suiker- W is het hetzelfde liedje. Het hele ziekenhuis en de bollen- naiii bieten 1" orm percentage is niet meer vrucht- Een e 1 lnnnl c/iïiinlflïQ rAnfl nil baar, de ,nit is één ziekenhuis en de Doll kwekers vechten tegen plantenziekten positie van tuberculose loopt schrikbarend op 'mond- en klauwzeer eist honderden en htoffers. De natuur die de zwakke die- wil opruimen, schrikt niet voor een 160 ♦pru*'. Zij heeft andere middelen om 56 wil door te zetten." Ziedaar de som- jjï balans die ir. O. J. Cleveringa van w landbouw en veeteelt opmaakt. Tr Cleveringa zou de boer, die zegt: „Dat Van de kunstmest", voor een groot Site gelijk willen geven. Al erkent hij ffpzonde grond best kunstmest kan ver- Jlen Zieke grond echter niet. En d< "°ste gronden in Nederland zijn dood- Hij verwijt dat aan de'landbouwkun- Sn die zich naar zijn zeggen nooit S>ben bezig gehouden met de levende Smnd Zij zijn als chirurgen, vindt hij, die alleen" op löken hebben geopereerd. Hun Lestingsleer baseert zich op zoveel pro- stikstof, zoveel procent fosfor enzo- no'-t Van de levende organismen in de Lnd hebben zij zich nooit iets aangetrok ken meent hij. De kringloop in de natuur k uit haar evenwicht gebracht en de cata- dröP'nale gevolgen daarvan weerspiegelen rich in het sterk verminderde weerstands vermogen van plant, mens en dier. Zij doen zich gelden in ons slechte voedsel. De tal loze ziekten die mens en dier teisteren, zijn volgens hem geen zaken die men met sera uit "de wereld kan helpen wanneer het te laat is 'hóe voortreffelijk deze ook kunnen werken- Het weerstandsvermogen van mens en dier moet worden opgebouwd om ziekte te voorkomen en dat kan alleen door voedsel dat op natuurlijke wijze is ont man. Dit is zijn theorie zoals hij die conse quent misschien lijkt, het zelfs ver ge- w;hi' ontwikkelt. Maar hij heeft ook „ijlen voor dichterbij op zijn boog en die rijn misschien voorlopig belangrijker, om- dat wanneer zijn plannen verwezenlijkt worden, de feiten kunnen uitwijzen of zijn theorieën inderdaad juist zijn. Levende grond. Cleveringa wijst er op dat in de grond levende organismen bacteriën, schim mels en viren zetelen. Wij hebben ge leerd deze als kwaadaardig te beschouwen, als verwekkers van alle mogelijke ziektes. In wezen echter zegt hij zijn zij een levensvoorwaarde voor alles wat in die grond groeit. Een boom kan niet leven zan der de schimmels die in zijn wortels drin gen er. hem voeden. Dat is honderd jaar geleden reeds bewezen. Datzelfde is het geval met iedere plant. Trekt men een ge zonde plant uit de grond, dan blijft er aar de aan de wortels hangen, ook als men haar schudt. Bij een zieke plant valt de aarde er af. Zo lang de „levende" grond mei de wortels groeit, garandeert zij de plant gezondheid. Maakt men de grond echter „dood", met endere woorden gebruikt men geen orga nelle mest, dan verstoort men het even wicht in de natuur en bereikt men het zelfde resultaat als de mensen in Zuid- Afnka die leeuwen schoten om de zebra's te sparen en toen tot de conclusie kwamen dat hele kuddes zebra's uitstierven, omdat de zwakke en zieke exemplaren niet wer den opgeruimd. De rulle laag. Grond kan bestaan uit drie bestanddelen, namelijk zand, klei en humus. Op zichzelf zijn dit dode stoffen, die „dicht" zitten. Gooit men nu een laag organische afval over deze grond, dan ontstaat er een rulle laag, die in oris klimaat tot 14 cm. diepte kan gaan. Die laag is levend geworden en poreus. Zij bestaat uit een derde grond, een derde capillairen en een derde grotere ruimten die water kunnen bevatten. In die grond ontstaan kruimels die met schimmels begroeid zijn. De wortels van de planten kunnen dan vergroeien met deze schimmels die hap veoden. Liebig was volgens ir. Cleveringa ten onrechte van mening dat planten genoeg hebben aan bepaalde zou ten uit de grond, die zij zelf kunnen zoeken. Dat procédé kan echter hoogstens als aan vulling worden beschouwd. De natuur, aan naar eigen methoden overgelaten, zorgt zelf beter voor die plant dan wij het ooit kunnen, Wij kunnen haar hoogstens een bandje helpen. De taak van boeren en tuinders is dus om die schimmels in de grond te brengen aoor met organisch afval te bemesten. Met kunstmest kan dat niet. Wel kan zij de groei stimuleren, maar zoals iedere stimulans orwekt zij een schadelijke reactie, k. Cleveringa haalde voor deze theorie «1 van bewijzen uit de practijk aan. Als oorbeeld noemde hij het bekende ver- fki'jnsel dat weide-gras omstreeks Augus tijn goede kwaliteit verliest. Dit komt wgens hem doordat de zich snel ven- ®wgvuldigende bacteriën in de grond de van het voor hen aanwezige voedsel- 5n overschrijden. Het aantal bacte- ^,an en onmiddellijk ordt het gras dof en gaat het „roesten". :'s onmiddel]ijk aan het vee te zien, dat -°e koeien zelf merken het «dellijk want zij trekken het gras ge- rio -» vermoeide grond omdat wortels geen aanhechting meer hebben. Dif a ®ras ^an °°k pei-tinent niet. 13 de tijd om met stalmest te beginnen. Koeien weten het wèl. mJ-Cleveringa heeft talloze malen opge- 'coelen onmiddellijk de plaats in i;„'iV-ei Ul'zooken waar de grond „kruirne- -p en beweert zelf aan de koe te kun- (j. -Zl,en boe diep de kruimelige laag is van zpöi- a vlaa.roP ZÜ graast. Mcmd- en klauw- Vixw- Z'ctl vrijwel altijd na 1 Augustus dp ls "emakkelijk te voorkomen door Wh eien in we* Hij te voeren met ak- ¥aji ^"Producten, die in de meeste ge- af'-nm «an eon luchtiger grond dan weiland Sbf-Ziju. Als frappant voorbeeld Sen hf j voorts het ontbreken van wor- hebhoü H-O.-polder die totaal geen zin 0m m de dichte uitsluitend kunst- bemeste bodem te huizen. 13 uit het bovenstaande logisch af te leiden dat ir. Cleveringa voor organische mest pleit en de beweerde alleen-zalig- makendheid van kunstmest verwerpt. Hij geeft toe dat het niet eenvoudig zal zijn' om voldoende mest bijeen te krijgen, maar is van mening dat het zeer goed mogelijk is, wanneer er maar" niet zoveel verloren ging. De opbrengst van de riolen, het afval van de bloembollencultuur en van de kool, zelfs door ziekte aangetaste oogsten moeten daarvoor dienen. Een boer op Overflakkee die een oogst zieke uien onderspitte, kreeg ondanks de „parasieten" het volgende jaar de beste uien-oogst die daar ooit binnen gehaald is. Hij bestrijdt de methode van de regering om door een overmatig gebruik van kunst mest zoveel mogelijk uit de bodem te halen, omdat de bodem daaraan sterft. Het argu ment van vele boeren dat kunstmest gro tere oogsten geeft, acht hij niet aanvaard baar en lang niet altijd juist, omdat naar zij-n mening natuurlijk bemeste grond massa kwaliteit en gezondheid geeft en kunstmatig bemeste grond alleen maar massa. Met noodlottige gevolgen. Wel beseft hij dat deze omschakeling op het ogenblik niet een-twee-drie kan gaan. Maar als het aan hem ligt, zal zij worden voltrokken. Levende grond" Hiernaast geven wij een verslag van de rede, die ir. O. Cleveringa, Rijkslandhouw- consulent voor de bodemstructuur, in Brink- mann onder auspiciën van Bloembollen- j cultuur" en de Maatschappij voor Land- bouio heeft gehouden. Het bevat de haast j revolutionnaire levende grond-theorie", die j deze expert in dertig jaar van „in de grond graven' zoals hij net noemt heeft ont- i wikkeld. Het is een theorie die zeker niet parallel loopt aan de gevestigde mening van de agrarische wetenschap. Dat men ir. Cle veringa niettemin in zijn functie handhaaft I en hem in de gelegenheid stelt, zijn theorie te verspreiden, zegt. overigens wel iets over i de importantie daarvan. Hij is zeer positief i in zijn verklaringen daarbij tal van inder- daad overtuigende bewijzen uit de practijk aanvoerend en schroomt niet er zeer ver- I strekkende consequenties uit te trekken, j Temeer daar zowel de nationale als de inter nationale voedsel-posilie op het ogenblik grote zorgen baart en de theorie van ir. Cle veringa, wanneer zij bij toepassing op grote schaal juist en uitvoerbaar zou blijken, be- s langrijke perspectieven opent, hebben wij getracht onze lezers deze omvangrijke mate- I rie in een zo beknopt mogelijke en ook voor i leken begrijpelijke vorm voor te leggen. j MARKTBERICHTEN SCHEVENINGSE PRIJZEN Aangevoerd te Scheveningen door vier loggers en 30 kustvissers 3288 kg. bloem, 500 kg. tarbot en griet, 54 kisten kabeljauw, 423 kisten schol. 386 kisten schar, 130 kisten wij tingen, 15 kisten bot. Notering kabeljauw f 40 tot f43: grote schol f40; middel schol f40 tot f 43; kleinschol f 18 tot f 25: schar f 16 tot f 20; bot f 16.50 tot f 20,50; wijting f 16 tot f 19; alles per kist van 40 kg. Wilt U vitamine C actief laten inwerken op de plaats, waar het besmettingsgevaar zeer groot is: de mondholte. Poets dan 's morgens en 's avonds met Heerlijk schuimend Fris van smaak Grote tube 65 ct. Let op de groene band. met: VITAMINE C op doosje en tube! DE HAARLEMSE BEVOLKINGSSTATISTIEK Cijfers over vertrek en vestiging Thans zijn de voorlopige cijfers bekend van de bevolkingsstatistiek van Haarlem over 1948. Daaruit zijn interessante dingen te halen. Wij hebben al medegedeeld dat in dat jaar het aantal inwoners steeg van 158.715 tot 160.828. Een vermeerdering dus van 2113. De vooruitgang is voornamelijk ge maakt in de eerste helft van het jaar. Wij wezen er ook reeds op dat de laatste maand zelfs een achteruitgang op leverde van 15. Voor het eerst na vele jaren. Dit komt omdat er nu geen vestigings overschot meer is. Voorheen vestigden zich meer personen in Haarlem dan er Haarlem mers naar elders verhuisden, maar daaraan is nu, in verband met de woningnood, een einde gekomen. In 1948 hebben zich 7788 personen in Haarlem geveltigd, maar er vertrokken er 8042. Dat gaf dus een verlies van 254. Voor de oorlog, toen er nog geen tekort aan hui zen was en ieder kon kiezen waar hij het liefst woonde, zag dit lijstje er heel anders uit! In 1938 vestigden zich hier 9455 men sen en vertrokken er 8523. Winst-dus 932. In 1939: gevestigd 10628, vertrokken 8875, winst zelfs 1753! Er is nog altijd een groot geboorte-over schot. Dat wil zeggen, er werden meer ge boorte- dan sterftegevallen ingeschreven. In 1948 werden 3623 kinderen geboren. Dat wil zeggen op de 1000 inwoners: 22.8. Dit aantal is, vergeleken bij 1947, iets lager. Toen waren er 3895, of 24.8 per duizend; 1946 was een recordjaar, namelijk 4395, of 28.7 per 1000. Over 1938 was het geboortecijfer slechts 17.3 en over 1939: 17.0. Het aantal sterfgevallen was in 1948 laag, namelijk 1256, of 7.9 per 1000. In 1938 was het 8.4 en in 1939 8.8. Deze daling van het sterftecijfer is te verklaren. In de oorlogsjaren zijn vele be jaarden en ook anderen die een zwakke gezondheid hadden gestorven. De sterkeren bleven in leven en dit heeft natuurlijk in vloed op het aantal sterfgevallen in deze jaren. Er werden in 1948 in Haarlem 1451 huwelijken gesloten, tegen 1715 in 1947. In 1946 was 't aantal nog hoger. De trouwlust die na de oorlog sterk gestegen was, is dus weer afgenomen. Nu is vrijwel weer het vooroorlogse peil bereikt, want in 1939 werden 1399 huwelijken gesloten. Maar er is wel te zeggen dat de huwelijksbalans sterk zou stijgen indien het tekort aan hui zen niet meer remde. Er staan nu al lange tijd meer dan 150 bruidsparen ingeschreven die hun huwelijk uitgesteld hebben omdat zij er nog niet in slaagden huisvesting te vinden. Van belang is de cijfers van vertrek en vestiging nader te bezien omdat het huis vestingsprobleem daarbij nauw betrokken Van enkele gemeenten wordt een afzon derlijke statistiek bijgehouden, namelijk van Amsterdam, Heemstede, Bloemendaal en Velsen. 1018 Amsterdammers kwamen naar Haarlem en 958 Haarlemmers verhuisden naar Amsterdam. Voordeel voor Haarlem: 60. Naar Bloemendaal vertrokken 465, uit Bloemendaal gekomen 657. Meer voor Haarlem 102. Voor Heemstede zijn die cijfers: Uit Heemstede 341, naaf Heemstede 329. Meer voor Haarlem 12. Voor Velsen: Uit Velsen gekomen: 227, naar Velsen vertrokken 312. Minder voor Haarlem 85. De toestand is thans zo, dat de huisves tingsmoeilijkheden in Haarlem verlicht worden als er meer inwoners uit Haarlem vertrekken dan er nieuwe bewoners komen. Alleen de uitwisseling met Velsen was dus in dit opzicht gunstig voor Haarlem. Het is trouwens te verklaren dat nu er nieuwe woningen in Velsen klaar komen, personen die indertijd door de Duitse dwangmaat regelen uit die gemeente naar Haarlem gekomen zijn, nu weer terugkeren. Opvallend is dat in het afgelopen jaar 102 personen meer uit Bloemendaal naar Haarlem kwamen dan er Haarlemmers naar Bloemendaal vertrokken. Voor Heem stede is dit Verschil 12 en voor Amsterdam 60. Er kwamen nog dit jaar 444 persoften uit Indonesië, maar daartegenover staat dat er niet minder dan 960 uit Haarlem terug keerden. Dit is, wat de huisvesting betreft, een gunstig verschil van 516. Maar het wil ook zeggen dat als men de getallen over Indo nesië buiten beschouwing laat de cijfers voor vestiging en vertrek worden: In Haar lem gevestigd 7344, en uit Haarlem ver trokken 7082. In dat geval zou.er geen vertrek-overschot zijn van 254, maar een vestigingsoverschot van 252. Het aantal inwoners Van Haarlem is dus in 1948 weer gestegen met 2113. Dat zou normaal betekenen bewoners voor 500 hui zen, dus nog meer huizen dan er in dat jaar in Haarlem gebouwd zijn. Zo ongunstig is de zaak wat de huisvesting betreft, evenwel niet, want die 3623 kinderen die in dat jaar geboren zijn eisen niet allemaal onmiddel lijk meer woonruimte op. Toch zijn er ver scheidene gevallen waarin dit wel het geval is, want herhaaldelijk dwingt uitbreiding van het kinderaantal de ouders immers uit te zien naar een grotere woning. De „Franeker" op de thuisvlucht Woensdagavond is de „Franeker", met gezagvoerder De Haas en tweede piloot Griffith van het vliegveld Kemajoran bij Batavia naar Mauritius vertrokken. Het vliegtuig heeft geen passagiers aan boord, doch wel twee ton post en twee ton goederen. Wij ontvingen het volgende telegramrally monte carlo Renault vier in klasse 750 TOT 1100 CC EERSTE DERDE EN VIJFDE STOP EERSTE RENAULT VIER LEVERT BETERE PRESTATIE DAN EER STE UIT KLASSE 1100 TOT 1500 CC STOP 10 VAN 11 RENAULTS HEBBEN RALLY GEElEEL VOLBRACHT - AUTORENOS RENAULT alleenvertegenwoordiging Haarlem en omgeving: Wagenweg 166.168 Telefoon 12158 Haarlem en de omliggende gemeenten zijn hierbij nauw betrokken Nadat midden Augustus 1945 Japan ge capituleerd had, stond onze regering voor grote moeilijkheden wat betreft de verzor ging van de stroom gerepatrieerden die uit Indonesië naar Nederland kwam. In ons land bestonden immers ook nog chaotische toestanden, zodat het onverantwoord werd geacht, de gemeentebesturen daarmee te belasten. De enige oplossing werd gezien in de oprichting van speciale diensten. Het kernpunt kwam in Den Haag, verder wer den er in alle provincies bureaux opge richt voor verzorging van oorlogsslacht offers, die nog werden bijgestaan door districtsbureaux. In Noordholland waren districtsbureaux in Haarlem (Paviljoens laan), Amsterdam en Alkmaar, terwijl ook het provinciale bureau in Haarlem (Dreef) gevestigd was. Er was veel te doen, er is een tijd ge weest dat aan deze diensten in Noordhol land 450 ambtenaren werkten. De huis vesting eiste de meeste bemoeiingen. In Haarlem was daarom een afzonderlijk bureau in het Kenaupark, waar op het drukste moment 96 ambtenaren in functie waren. Ter verklaring daarvan is op te merken datmidden-Kennemerland een magneet was voor zeer veel gerepatrieer den. Het was uiterst moeilijk die onder dak te brengen; de ruimte in hotels, pensions en bij particulieren was daarvoor onvol doende. Er werden, vooral in Bloemendaal, veel grote (leegstaande) huizen gevorderd, waarin verscheidene gezinnen gehuisvest werden. Bovendien ontwikkelde de leiding van dit bureau veel activiteit en initiatief. Reeds toen werd de mogelijkheid overwogen om door splitsing grote huizen geschikt te maken voor meer gezinnen, waarvoor een woningenquête werd ingesteld. Vap die plannen is in eerste instantie niet veel uitgevoerd, eerst veel later werd in Den Haag een regeling ontworpen om de splitsing van zulke woningen te financie ren. Later werd het enquête-materiaal aan het gemeentelijke huisvestingsbureau van Haarlem overgedragen. Natuurlijk moest er op de bureaux veel meer gedaan worden voor de gerepatrieer den. Vooral in de eerste 6 maanden waarin zij een speciale verzorging genoten. Als zij na het verstrijken van die termijn nog hulp behoefden, werden zij overgeheveld naar de daarvoor bestaande gemeentelijke diensten. In de loop van de jaren is het aantal- ge repatrieerden dat uit Indonesië kwam steak verminderd. Bovendien zijn de gemeente lijke diensten weer normaal gaan werken, zodat die steeds meer ingeschakeld konden worden. Dat is aanleiding geweest om alle PBVO's en DBVO's op te heffen (het Pro vinciaal bureau aan de Dreef in Haarlem was al enige tijd geleden verenigd met het districtsbureau aan de Hazepaterslaan). Alleen kleine bureaux in de provincie hoofdsteden zijn blijven bestaan. Onder leiding van de vroegere provinciale direc teur, rar, J. D. J. E. v. d. Berg te Bloemen daal, werken op het bureau nog slechts 12 ambtenaren, waarvan er 1 in Amsterdam gestationneerd is, wat gedaan is om te voorkomen dat de Amsterdammers Gooiers niet voor alles een reis naar Haar lem moeten, maken. De naam van het bureau (aan de Dreef, in het pand waar voorheen het Tribunaal was ondergebracht Gedenkboek van Tijgerbrigade vóór Koninklijke Familie Woensdag hebben de luitenant-kolonel A. F. J. Brummer.en de majoor-veldpredi ker A. M. Brouwer aan viee-admiraal N. A. Rost van Tonningen, chef van het Militaire Huis van H. M. de Koningin, exemplaren van het door de manschappen der Tijger brigade samengestelde gedenkboek „Tussen Sawahs en bergen" aangeboden. Deze exemplaren zijn bestemd voor de Koningin, Prins Bernhard en Prinses Wilhelmina. Exemplaren van het gedenkboek zullen ook worden aangeboden aan minister president dr. W. Drees, aan de minister van Overzeese Gebiedsdelen, mr. E. M. J. A. Sassen, aan de minister van Oorlog en Marine a.i., mr. W. F. Schokking en de chef van de generale staf, luitenant-generaal mr. H. J. Kruis. Ontmoeting van twee beroemdheden. Benjam ino Gigli, de bekende Italiaanse operatenor en filmster, kwam in de Belgische hoofdstad de even populaire cabaretartist en filmspeler Maurice Chevalier legen. De zanger van het grote lied nuttigde daarop samen met zijn collega van het kleine idem de lunch. Vrijdag zingt Gigli in het Amsterdamse Concertgebouw. en thans nog de Tuchtrechter voor de Prij zen zetelt) is repatriëring Noordholland. Mr. v. d. Berg heeft de titel gekregen van inspecteur D(ienst) M(aatschappelijke) Z(org). Het aantal ambtenaren is dus ge leidelijk verminderd van 450 tot 12. Er is een tijd geweest dat'er in Haarlem en omgeving 650 gerepatrieerden tegelijk „in zorg" waren (de eerste 6 maanden na aankomst in Nederland). Nu zijn het er nog sleohts 25. In de gehele provincie zijn het er nog slechts 64. Sinds 1945 zijn er in Haarlem en omstreken in totaal meer dan 5000 „in zorg" geregistreerd. Dit geeft v/el een aanwijzing van het grote aantal ge repatrieerden dat naar Kennemerland i* gekomen. Op dit ogenblik zijn er door het Haar lemse bureau nog 26 grote huizen gehuurd, waarin 110 gezinnen gehuisvest zijn. Van die 26 staan er niet minder dan 18 in de gemeente Bloemendaal. De ambtenaren van het bureau repa triëring Noordholland en Mr. v. d. Berg als inspecteur van DMZ heeft zich niet alleen te wijden aan dë verzorging der ge repatrieerden die uit Indonesië komen, maar ook met de terugvoering van degenen die daarvoor in aanmerking komen. Boven dien berust in hun handen ook de bevor dering van de terugkeer van de geëva cueerden in Nederland. Daarbij hebben de gemeenten in het bijzonder veel belang. Dit is evenwel een kwestie op zich zelf, waar over wij in een volgend artikel aandacht zullen wijden. Het vrij geringe aantal zorg-gevallen zou de indruk leunen maken dat er bijna, geen gerepatrieerden meer uit Indonesië komen, Zo is het nu ook niet, al is het natuurlijk wel zeer sterk verminderd. Vroeger kwa men evenwel alle gerepatrieerden naar de bureaux, nu slechts een klein gedeelte. De meesten kunnen zich zelf helpen. De regering overweegt geen wijziging van Indië-politiek Van officiële zijde is bekend gemaakt, dat het ten enenmale onjuist is, dat de Nederlandse regering een ingrijpende wij ziging overweegt ten aanzien van haar tot nu toe in de Veiligheidsraad gevoerde poli tiek met betrekking tot het beleid in Indo nesië. Wel worden momenteel te Batavia niet het minst in Indonesische kringen belangwekkende activiteiten ontwikkeld om tot een snelle verwezenlijking te komen van de nieuwe rechtsorde tussen Nederland en geheel Indonesië. Alle berichten over een bepaald plan daarvoor zijn echter praematuur, daar het overleg over een alle partijen bevredigende oplossing in Indonesië en tussen Indonesië en Nederland nog in gang is. Dé Nederlandse regering kan daarom in dit stadium geen nadere mededelingen doen. Vragen van de heer Weiter. Het lid der Tweede Kamer de heer C. J. I. M. Weiter heeft aan de minister-presi dent gevraagd: „Is het juist, dat de regering plannen zou overwegen tot onmiddellijke oprichting van de Indonesische federatie, die de republiek van de Verenigde Staten van Indonesië zal worden genoemd, met overslaan van de interim-periode, tot instelling waarvan een wetsontwerp bij de Kamer aanhangig is? Indien dit bericht juist'is, wil de rege ring dan toezeggen, dat zij op geen enkele wijze en in geen enkele vorm toezeggingen zal doen of daden zal stellen, alvorens met de Kamer overleg te hebben gepleegd?" Postbestellers hielpen textielsmokkelaars Doordat in een postkantoor de verpak king van een pakketje scheurde, waardoor enige honderden meters vitrage te voor schijn kwamen, is de postrecherche in samenwerking met de politie op het spoor gekomen van een bende smokkelaars, die, geholpen door postbestellers, clandestien textiel uit België invoerden. De smokkelwaar, meestal vitrage, werd door de smokkelaars in pakjes gestopt, Deze pakketjes werden door de ingeschakelde postambtenaren afgehaald, ten postkantore van adreskaarten voorzien met een gefin geerd afzendadres, alsmede van door smok kelaars aangegeven adressen in Nederland. Ook gebeurde het, dat bestellers de smok kelwaar thuis ontvingen, deze zelf verpak ten en in postauto's vervoerden. Wanneer men nu bedenkt, dat in een pakketje van ongeveer 5 kg 100 meter vitrage verpakt kan worden en naar Schatting duizend van deze pakketjes zijn verzonden, krijgt men enigszins een beeld van de omvang van deze zaak, die zich over verschillende pro vincies uitstrekt. In een plaats in midden- Limburg zijn reeds vier postbestellers ge arresteerd, die door grote beloningen wa ren overgehaald, handlangers van de smok kelaars te worden. Het onderzoek wordt nog voortgezet. Nieuwe aspecten worden weldra in Londen besproken Deze maand zullen te Londen handels besprekingen worden gevoerd tussen een Nederlandse en een Engelse delegatie. De Nederlandse delegatie staat onder leiding van mr. S. Th. J. Teppema, plaatsvervan gend directeur-generaal van de buitenland se economische betrekkingen. Voorts zullen van Nederlandse zijde aan deze bespre kingen deelnemen mr. Chr. M. Pool, direc teur voor de buitenlandse agrarische han delsaangelegenheden en dr. H. van Blan- kenstein, directeur van de buitenlandse economische betrekkingen. De onderhandelingen met Engeland zullen worden gevoerd naar aanleiding van het zich uitbreidend handelsverkeer. De invoer uit Engeland beweegt zich in een stijgende lijn. In de eerste elf maanden van 1948 beliep deze invoer 112 pet. van de invoer in de overeenkomstige elf maanden van 1947. Engeland levert in toenemende mate tal van nuttige producten, zoals steenkolen, garens, machinerieën en che micaliën. De mogelijkheid om staal te be trekken uit Engeland is nog beperkt. Ook de Nederlandse uitvoer naar Enge land was in de eerste elf maanden van 1948 hoger dan in dezelfde maanden van 1947, namelijk 62 pet. Deze toeneming is vrijwel geheel te danken aan dq uitvoer van landbouwproducten. Onze uitvoer van industriële producten naar Engeland onder vindt nog vele moeilijkheden, welke bij de onderhandelingen onder het oog zullen moeten worden gezien. Quantitatïef is de Nederlandse uitvoer naar Engeland nog lang niet op het voor-oorlogse peil. In tegenstelling tot vóór de oorlog, toen Ne- deralnd een groot actief saldo had in zijn handelsverkeer met Engeland, hebben wij nu nog steeds een passief saldo, zij het dan dat dit saldo in 1948 de neiging heeft vertoond te verminderen. De handelsbetrekkingen hebben belang rijke agrarische aspecten, gezien de tradi tionele en belangrijke export van Neder landse landbouwproducten naar Engeland. In 1948 werden de agrarische contingenten op enkele uitzonderingen na goed gereali seerd en in enkele gevallen zelfs over schreden. De export van Nederlandse agrarische producten naar Engeland over 1948 verliep bevredigend, ondanks het feit, Kerkgebouw met vele mogelijkheden Tussen het dorpje Genooy en Venlo liggen uitgestrekte percelen tuindersgrond. waarop na de oorlog ongeveer 250 huizen en een vijftigtal noodwoningen zijn gebouwd. Hier voor werd een nieuwe parochie ingesteld en de pastoor daarvan ontwierp plannen voor een „verzamelgebouw", dat tegelijk al* kerk, school, ontspanningsgebouw, vergader lokaal en restaurant dienst zal kunnen doen. Deze plannen zijn thans in het stadium van uitvoering gekomen. De grootste zaal is be stemd voor kerkgebouw. Deze"is zo gecon strueerd, dat door middel van een stalen scherm het altaar afgescheiden kan worden, dan houdt rpen een bioscoop- of toneelzaal over, een mogelijkheid waarbij met de constructie der stoelen rekening is gehouden, want deze kunnen gemakkelijk met een enkele handbeweging in gemakkelijke fau teuiltjes veranderd worden. Aan de andere zijde van de zaal is het podium, waar een tien meter hoge toneeltoren zal komen om in een minimum van tijdje décors te kunnen veranderen. In het souterrain wordt een ruimte voor vergaderingen ingericht; de zolder is ge reserveerd voor de jeugdbeweging. In het souterrain zijn voo:rts nog kleedkamer, klas lokalen, een huishoudschoolkeuken, een af deling voor ziekenverzorging en een consul tatiebureau. dat voor bepaalde productengroepen im- voerbelemmeringen en -verboden een rol speelden, die het totale resultaat ongunstig beïnvloeden. Met name gold dit voor verse groenten. Het Engelse verbod tot invoer van verse groenten in de tijd, waarin de Coloradokever gevaarlijk werd, speelde Nederland parten. Er bestaat echter goede hoop, dat bij de nieuwe besprekingen dit vraagstuk tot volle tevredenheid vain beide partijen zal worden opgelost, dank zij de uitstekende verstandhouding en samen werking tussen de Phytopafchologische Diensten van beide landen en dank zij de coördinatie van de bestrijdingsmaatregelen, welke internationaal op Engels initiatief tot stand kwam. De export van zwartbont stamboekvee, waarvoor in Engeland grote belangstelling bestaat, is nog steeds onmo gelijk door de strenge maatregelen .aa» Engelse zijde tot wering van een eventuële mond- en klauwzeerbesmetting. Ook te dien aanzien bestaat echter de hoop, dat er een regeling zal worden getroffen, die de Ne derlandse export armslag geeft en tegelij kertijd aan Engeland de nodige waarbor gen tot wering der besmetting biedt. Ook uit een ander oogpunt zullen de komende besprekingen voor de landbouw van groot belang kunnen zijn. Voor de eerste maal zal namelijk het handelsver keer met een van de belangrijkste partner- landen bezien worden in het licht van de Europese samenwerking. Ook voor de landbouw kan dit belangrijke gevolgen hebben. Zo zal de productieverhoging in de Engelse landbouw mede richting-bepalend kunnen zijn voor de ontwikkeling in Ne derland op agrarisch gebied. Ook deze aspecten zullen te Londen ter sprake komen. Bestrijding aardappelmoeheid De behandeling in de Staten-Generaal van het voor onze aardappelteelt zo be langrijke wetsontwerp ter bestrijding van de aardappelmoeheid kan niet meer zo tijdig worden verwacht, dat het opleggen van een verplichting tot wisselbouw in 1949 mogelijk zal zijn. Volgens het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening zal het ech ter op terreinen, die een gevaar vormen voor de verspreiding van aardappelmoe heid, in ieder geval verboden zijn in 1949 aardappelen te telen op grond van het gel dende „Besluit Bestrijding Aardappelmoe heid". De desbetreffende percelen zijn ge registreerd en worden omschreven in door de burgemeesters uit te geven officiële bekendmakingen. Zullen ten aanzien van de vruchtwisse ling voor 1949 dus nog geen dwingende voorschriften op grond van de wet van kracht zijn, voor de bedrijven met veel aardappelteelt wordt aangeraden 1949 als een overgangsjaar te beschouwen en thans reeds rekening te houden met een eventueel verplichte vruchtwisseling, die aardappel- verbouw slechts eens in de drie jaar op dezelfde grond toestaat. Roozenburg sprak in Heemstede Op uitnodiging van de damclub „St. Bavo" gaf Woensdagavond de wereldkampioen dammen. Piet Roozenburg in het R.K. Ver enigingsgebouw ten overstaan van een groot aantal dam-enthopsiasten uit Haarlem, Heemstede, Bennebroek, Hillegom, en Lisse, een demonstratie. Na ingeleid te zyn door de voorzitter van „St. Bavo". de heer J. L. War merdam. behandelde de wereldkampioen een aantal varianten op bekende vormen van het openingsspel. Na de pauze kwam het mid denspel aan de beurt. Het gesprokene werd toegelicht door een groot aantal voorbeelden. DIRECTIEUITBREIDING N.V. DE PLAATWELLERIJ Met ingang van 1 Januari 1949 is tot mede directeur van de N.V. de Plaatwellerij te Velsen benoemd de heer ir. J. F. Clausen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1949 | | pagina 5