c 3 UOOFDM» Litterair© Kanttekeningen AKKERTJES Vier beroemde genees middelen in 1 tablei. Ciiefariiiei De 9 Muzen Een oude traditie in ere hersteld Uit de schatten van het Frans Halsmuseum APRIL 1949 2aTERD^- 16 VAN NUL® u;crkvan een vier T-mmsfd*u Minne, Hcrreman 1 - I^r0Ufx'f Zijn inleiding Roelants sc^c niet minder op hem 1 -rie zinnet nee ren dan op deze £r-r n toepassing \dl H t Fontein- het «i^'f'sSe voor he ->hters van hctflj;,f een liefde voor het 41 - is". zoeIjeekt in de moed waar- V'^ezieh uilspreSi»ULirfdé" ui' moed: ÏÏÏS aa.S'lVtwyfel, een odes- 4 iSïfver1vadelieide. Dichtkunst tpec 5 «n niét. Ze is '"fSmii voortkomt P de berusting ais h»f be*0™n aarde, onver- tiidelijhheid, twee zijn ^^T^dVverheelding, de en aat het alleen ae droom" is, die beide bevrydend kan verenen. Het kind beleeft het wonder van de schepping argeloos in heel zijn heerlijkheid. Werkelijkheid en droom zijn y'or hem één. Het leeft het leven onbe- jfust en is daarmee een kleine Adam in ar'groot paradijs. Maar in het proces der voiding opent zich een kloof tussen ervaring en verlangen. De exodus is be gonnen: er zijn kansen gemist die onach terhaalbaar zijn, want de tijd is niet om keerbaar. En met dat weten wordt het heimwee geboren naar het „verloren '/r.derland''. waartoe alleen nog de herin- uiring toegang heeft in het spel der ver- bedding. t'jt heimwee naar deze verloren een- j-rjj, uit een worstelen om de herwinning daarvan, uit het onstilbaar verlangen om, hind als men bleef, weer kind te zijnis V'an Njjlen's dichterschap geboren. Terug keer naar het vaderhuis, naar de onschuld, cc ongedeerde zuiverheid, de lenten der jeugd, naar het onverdeeld natuur-zijn mèt i' n.v.uur. zyn motieven die in steeds so- I &der, klaarder variaties terugkeren in -;;f on zestigjarig dich- JAN VAN NULEN: „Verzamelde Gedichten". (A. A. M. Stols, 's-Gravenhage). 1924 een keur i bezonnen wijsheid worstelende inhoud van Van Nijlen's gedichten, maar ook aan de bezwerend-betoverende versvorm. Geen dichtregel draagt het spoor van zijn hache lijke herkomst. Woord na woord staat er in een klassieke gedragenheid, alsof het als een plant lijdzaam de tijd had gehad i om te groeien en open te bloeien. Hoofd en bijzinnen verstrengelen, zich als in de onbewuste groei van boomtakken. Deze vergelijking is geen beeldspraak, want na tuurlijkheid in de oorspronkelijkste bete kenis van het woord is het wezen van Van Nijlen's dichten. Achter elke regel brandt het van vuur, van kinderlijk vuur, maar met de eenvoud der ongekunsteldheid be zweert hij de vlammen tot getemperde weerglans, die transparanter, ijler en in niger worclt met de berusting der jaren, Oosterse bespiegeling, die Du Perron voorvoelde. In de „Slaapwandelaar" titelgedicht van de in 1948 uitgegeven bundel leeft de dichter weer naar de wet der fantasie, waarin zijn jeugd, de vergankelijk-onver- gankelijke, hem heeft ingewijd. In het bos van zijn kinderjaren vindt hij de kruiden, bloemen, varens weer en als een oude migraine, schele hoofdpijn Gij behoeft niet steeds aan hoofdpijn te lijden Eénoftwee'AKKERTJESenwègisdepijn AKKERTJES zijn ware pijnverdrijvers. helpen direct.' magiër ziet hij dit alles aan, „met een ge voel van rust en evenwicht en weet mij sterkEn een bijna 65-jarig dichter, die eens Du Perron in de sfeer bracht van Omar Khayyam, dicht: Ik heb de schoone reis Waarvan ik droomde, werkelijk afgelegd: Als ik ontwaak, ben ik voor altijd wijs". Een volmaakt dichterschap en dit hoe paradoxaal het ook mag klinken te volmaakter, te zuiver-menselijker, om dat hij ongewild met de onvolkomenheid van een aantal regels zijn vers behoed heeft voor de steriliteit van het volmaakte. Van Nijlen is een gezel voor immer kan men een betere wensen? voor wie eens het geluk heeft gehad, hem geestelijk even onbevangen te ontmoeten als hij dichtte. C. J. E. DINAUX. Werk van dr. Hoogeveen in den Haag geëxposeerd Dr. D. M. Hoogeveen, die in de Kunst zaal Bennewitz aan het Noordeinde in den Haag een collectie schilderijen exposeert, is leerling van Van der Valk. Hoewel zijn werk uiterlijk in 't geheel niet op dat van Van der Valk lijkt, vertoont het toch een paar kenmerkende eigenschappen van diens atelier, n.l. een grote liefde voor het handwerk en een steeds zichzelf trouw- blijven. De hier geëxposeerde werken zijn voornamelijk stillevens en landschappen en het merkwaardige van deze stillevehs is dat zij de zo verschillende eigenschap pen van een uitgesproken gevoel voor het tekenachtige détail en een sterke kleur in zich verenigen. Als voorbeelden zou ik willen noemen de „Blauwe Gemberpot" met het tonig blauwe wit en de brillante glimlichten, het stilleven met de groene inmaakfles en het sojakruikje en de „Kom met uitjes en champignons". De mooiste twee stillevens van deze tentoonstelling zijn voor mij echter dat met de zwarte pan waar de geschilde aardappelen (onder water staande), een bonte handdoek, een oude krant, een keukenmesje en wat aardappelen en uien harmonisch samen gebracht zijn, en dan het ronduit meester lijke schilderijtje met de roodaarden koel- kan. Hier zijn in een fijn gamma en met een uiterst delicate techniek een zilveren doosje, een paar sierlepeltjes, een ge bloemd porceleinen bakje, een schelp en een jade beeldje, met de koelkruik op een ondergrond van oude kant en bleek ge kleurd damast gezet. Dat men in alle eenvoud en zonder bui- tennissigheden iets zeer eigens kan geven bewijzen de landschappen van Hoogeveen, die noch aan de Haagse school, noch aan enige andere geijkte richting in Nederland doen denken. Door hun stille eenzelvig- Bij griep, verkoudheid, tegen alle pijnen enz., is CHEFARINE „4 een bijzonder krachtig maar toch welda dig middel, want het beval vier werk zame bestanddelen, stuk voor stuk in de gehele wereld al beroemd. Eén be standdeel - Chetarox zorgt dat, al is de werking, zeer krachtig, zells een gevoelige maag niet van streek raakt. TEGEN PUNEN EN GRIEP - 20 TABLETTEN 110.75 (Adv.) Over Muziek Het optreden heid herinneren ze nog het meest aan enkele vroeg 19e eeuwse Denen. In de volgorde zoals ze mij opvielen, noem ik het kleine „Wolken" met mooi afgestemd blauw om de warmverlichte wolken bo ven een polder, het warme namiddaglicht over de weiden met paarden in „It Heite- lan", de romantische „Impressie" en het heel tere „Avondnevel" met het fijne rose in de lucht. Een mooie tentoonstelling van d kundige Haarlemmer. L. H. H. SCHUTTE i een vijf en zestigjarig -,Yven."dat zo diep wortelde in de u maller bron, en zo hoog opstreefde naar ie hemel. „Ik ben", dicht hij als veertiger, Yboom die bloeit in lichte streken en !r dei! duistren bodem voedsel vindt". Deze Inning tussen aardse gebondenheid en onbegrensde der „lichte streken", tus- „atuur en geest, drift en rust, werke- i4eid en verlangen, stuwt de polsslag i Yn gedicht, dat steeds een zelfgesprek J jYn „gedroomde reis" waarop hij tyde- vervulling vindt. Marsman heeft Van Nijlen voor een ge- ^*0| AO gekneusd mens gehouden. Hij ver sie zich, bij uitzondering. Wie zo gaa: hst kind-zijn in zich bewaart is niet ge- I töoiiïd; hoewel gedeerd. Hij mag in tijden I a neerslachtigheid zich verweerd hebben ironie en zelfs met cynisme, steeds I vjj; is het de herinnering aan de prille fciierdroom, „het lieflijk wonderlicht van anise paradijs", dat hem behoedt voor I tLiwijfeling. En met de jaren rijpt alle I ulfstrijd, alle angst en onrust, alle zwer- I ren hem tot een berustend man. Hij is niet de verslagene: in een milde wijsheid ach- ti.caalt hij, wat Vestdijk eens met zijn b:jdenswaardige scherpzinnigheid het jKCwig telaat" noemde. Van Nijlen kwam tijd", omdat hij de Tijd en daarmee tslccd overwon en het schrijnend na- ürier van het levensproces, waarin mer yi Seeds bewust is van het onherroepe- verlies, verdichtte tot het besef van e: eenheid aller dingen. Hij aanvaardde ce grenzen van het leven, de vluchtigheid van het ogenblik; hij werd hét „Oude Kind'' (aldus is ook de in 1938 verschenen üiilbundel getiteld) dat zich bij het ver- van dierbare dingen neerlegt en uit herinnering daaraan zijn vrede put. Dkkver nog wordt deze levens- en doods- lavaarding in de cyclus „De Dauwtrap- „Er blinkt voor mij", kan hij dan criiten, ir blinkt voor mij in 't schijnbaar doode duister in dieper licht dan ooit ik heb verwacht, ii klank en kleur die met onverzadigd lieten kffnuoor een, de uren van zaligheid Keilt en ten, niets meer dan requi- sief en laatste droom is de een'ge werkelijk heid.'' Dat is een inkeer tot zijn kern. Geen rai allen, die over hem geschreven heb- ':-x, benaderen deze kern dichter in één I csdt volzin dan Du Perron. „Van alle üsrs die Lk ken", tekent hij in 1928 d dus, dat het heimwee „naar het voor Van Nijlen onvervulbaar - in zijn dagboek aan, „zie ik Van Kien alleen in staat om Indiese verzen te schrijven". Du Perron had in de schijnbare Kctonie, waarin deze gedichten vloeien «li een eindeloos kabbelend water, altijd Iecder en altijd anders, de harmonie txra. die er de onderstroom van is. En tsnr.ee raakte hij niet alleen aan de om 1' ir eet hei nog uit (Jw kinder finn. hei hoogtepunt van het boodschappen doen, was hel moepje over de toonbank, bij "le kruidenier. De Gruyter her' Heil die oude traditie in ere: worlaaii is er voor de kinderen De Gruyter's Snoepje van de week. Maar 't is meer dan i enkel snoepje: het is een tan 100 gram heerlijke ttff.cpcringeti, niet bovendien fi aardige verrassing.' Voor de kinderen van onze klanten voor dcclits 10 cent bij aankoop van 2.50 QQn De Gruyter's artikelen. „Typisch Frans, hè!" fluisterde onze1 buurdame tijdens de première van de film „Une si jolie petite plage" („Zo'n aardig badplaatsje") tegen haar metgezel, die be amend knikte. Die dame vertolkte met haar opmerking de gangbare mening, dat in Franse films de heldinnen en helden met gelaten, waar van de tragiek met volle soeplepels valt te scheppen in troosteloze landschappen dienen rond te dolen tot zij per vuurwapen of anderszins een eind aan hun benard bestaan en aan de rolprent maken. Het valt niet te ontkennen, dat een be- langri'k dpel der Franse productie al sedert vele jaren, maar vooral na de oorlog, aan de sombere zijde van het leven is ge wijd. De Fransen zelf zijn evenwel de eersten om te gen het kenmerk, dat hun landaard op deze wijze wordt toegedicht, te protesteren. „De lichte bekoorlijkheid, het gedegen optimis me alle beproevingen ten spijt, de zin voor de fraaie vorm, de schoonheid, de harmo nie een wezenlijk deel van de Franse geest! wat blijft er in onze filmkunst van over?" vroeg de regisseur van „Le diable au corps", Claude Autant-Lara, zich onlangs in een door een Frans weekblad gehouden enquête over dit onderwerp, af. „En, zo voegde hij er categorisch aan toe, dat is de schuld van de producenten, die willen, dat wij „zwarte" films maken, om dat de kostprijs daarvan lager is dan van een Comédie". Nu moet men ons niet misverstaan: wij bedoelen geenszins te betogen, dat de kun stenaar want het probleem is niet tot het domein van de film beperkt moet doen alsof die negatieve kant in onze sa menleving niet bestaat, alsof, tegen iedere wetenschappelijke constatering in, de men selijke ziel geen duistere afgronden zou kennen. Integendeel, de wereld dankt haar grootste schatten in litteratuur, beeldende kunst en muziek, juist aan die worsteling tussen licht en donker, die de besten onder de mensen zo dikwijls moesten doormaken. Maar er was dan ook sprake van een ge vecht en van een wil tot het opdoen van ervaring en van inzicht in de verwachting dat deze verworvenheden zouden bijdragen tot meer geluk voor de mensheid. Bij de meeste producten uit de Franse studio's ontbreekt deze basis, deze inner lijke noodzaak, geheel en al. Daar zwemt men met zichtbaar welbehagen virtuoze rondjes in een poel van pathologische na righeid. Daar wordt vergeten, dat de kleur van onze dagen niet alleen maar „zwart" of „grauw" of „rose" is, doch samengesteld -u an cfoprls wisselend Sovjet-professor. Professor Feodor Goloventsjenko heeft voor radio-Moskou verklaard, dat in geestelijk opzicht de Sovjet mens „hoog boven Shakespeare's helden ver heven was". Prof. Goloventsjenko diende hiermee Sovjet-critici van antwoord, die be weerd hadden, dat Hamlets besluiteloosheid een algemeen menselijke eigenschap was. De critici, die de Sovjetmensen opwekken het niveau van Shakespeare's helden te be reiken. schreven, aldus de professor, een buitenlandse gedragslijn voor. Sonncveld naar Scheveningen. Deze zomer zullen de cabaretvoorstellingen Scheveningen niet worden gegeven door Cor Ruys en de zijnen maar door Wim Sonneveld en diens ensemble. Weensc Staatsopera. Ter gelegenheid van het Holland-festival in Scheveningen en Amsterdam komt de Weense Staatsopera deze zomer met de volgende werken naar ons land: Mozarts „Ontvoering uit het Serail' „Don Juan" en „Bruiloft van Figaro" Richard Strauss „Rozencavelier". Wereldpremière. Van de Engelse com ponist Benjamin Britten zal op het Holland festival te Scheveningen de „Lentesympho- nic" wqjrdcn uitgevoerd. Het betreft hier een wereldpremière. die de gelegenheid tot bekroning van René1 Clairs kostelijke „Zwijgen is goud" lieten voorbij gaan, wel aanleiding vonden het praedicaat „Film van de maand" aan dit eerste resultaat van Frans-Nederlandse productie-samenwerking toe te kennen. Voor zover wij het lauwe applaus als graad meter mogen beschouwen, werd deze lof ook door de Donderdagavond in „Alham- bra" aanwezigen slechts in beperkte mate gedeeld. B. BINNENKORT voor slechts 8.90 BOEKHANDEL H. DE VRIES Jacobijnestraat 3 - Ged. Oude Gracht Weester-serie der H.O.V. 19 April zal de Haarlemse I Hirtveli wmging' onder leiding vaa Kees I geven e6rSte concert van de Meester ^heIedenen zal echter een om- its ,e eerste twee concerten -.i --viirtY at dus het concert op 19 '•BiKMvm aan werken van Ludwig door ten gehore zal worden verder de Derde ife Öiiwrtd* 'h"e't programma *5** jBS Fideli0" en d£ 'LhhL?6 Pian°concert, dat '.'"5i.en ten gehore zal wc lEroïca' ri worlj6 APnl zal dan een Mozart- solist gegeven met Theo van der wordt uit een rijk en steeds wisselend gamma. Men verkiest de droesem om de droesem. Dit verwijt is ten volle toepasselijk op het met zoveel tam-tam aangekondigde „Aar dige badplaatsje". Het regent er altijd. Er is een abominabel logement met een eige nares, die in de omgeving van haar bedrijf een sanatorium boven een circuit verkiest, omdat het eerste een constantere bron van inkomsten vormt. In dat hotel komt een jongeman, die zijn maitresse, een bekende chansonnière, heeft vermoord. Er is er maar één, die zijn geheim ï'aadt, doch die is ongevaarlijk: een oude man met een ver lamde tong. De moordenaar komt er op zijn herinneringen teren en hij treft er een op vallende gelijkenis met de tijd toen hij er de zangeres ontmoette: een vondeling, zo als hij, is er de minnaar van een vrouw, die zijn grootmoeder had kunnen zijn. De componist van het eerste succes van de vedette de gramofoonplaat van dat lied je draait iedere avond steevast een paar keer in de gelagkamer tot de jongeman hem kapot smijt kemt uit de lucht val len zijn verschijning wordt op geen en kele wijze gemotiveerd en dwingt de dader tot een bekentenis, waarna deze be sluit zich van kant te maken. Ook al heeft het dienstertje Martha, die uit ambitie als biechtmoeder van Jan-en-alleman fungeert, hem een uitweg gewezen. Jaques Sigurd, voor wiens rekening het draaiboek komt, is er met zijn vaak gewild- eenvoudige dialogen niet in geslaagd ons van de authenticiteit van zijn figuren te overtuigen, met uitzondering van de goed getroffen parallel tussen de twee vondelin gen. „Maar de sfeer dan?" zal men tegenwer pen. „De fotografie? De montage? Het rhythme? Het spel van Gérard Philippe en Madeleine Robinson?" Inderdaad: Regisseur Yves Allégret heeft voortreffelijke dingen gedaan. Hij heeft getoond, dat hij de mogelijkheden van de ca mera door en door kent. Hij is een techni cus, die met „wolken, weer en winden" een gevoelsdécor van licht en geluid weet op te bouwen. Maar dat dood' materiaal blijft als de personen, die erin optreden, niet of slechts vaag verbonden blijken te zijn met de werkelijkheid. En van hoeveel vaardigheid Yves Allégret ook blijk geeft, een baanbreker is hij niet. Zijn beelden hebben we allemaal al eens eerder gezien bij Marcel Carné. Des te meer hebben we ons verwonderd, dat dezelfde bestuursleden van de stichting „De Neder landse Filmclub", die een jaar geleden de Een scène uit „Zo'n aardig badplaatsje" Sfe er-zonder-me er. IWij herinneren aan de rondleidingen die elke Woensdagmiddag (om 2, 2.30 en 3 uur) in het Frans Halsmuseum gehouden worden. De deelnemers be talen slechts de gewone toegangsprijs van 0.25. Uit de schatkamers der middeleeuwen Tentoonstelling van West- Duitse kerkelijke kunst De directie van het Rijksmuseum te Am sterdam organiseert dit jaar wederom een grote zomertentoonstelling. Als onderwerp uit Noord-West Duitsland, die onder de titel „Uit de schatkamers der middeleeuwen" van 8 Juli tot einde October zal worden ge ëxposeerd. Nog nimmer is een zo belangrijke collectie kerkelijke kunst uit het Rijnland, Westfalen, Nedersakzen en Sleeswijk-Holstein bijeen ge bracht, zodat de expositie in belangrijkheid zeker niet onder zal doen voor de tentoon stellingen der Weense kunstschatten of die van werken uit de Pinacotheek van München. De expositie is tot stand gekomen in nau we samenwerking met de directie van het „Palais des beaux arts" te Brussel, waar de werken deze week reeds zullen worden ge- exposeerd. Bij het bijeengaren der kunstschatten ii zeer gewaardeerde medewerking ondervon den van de Britse militaire autoriteiten (de kunstwerken komen uitsluitend uit de Britse zóne) en van de kerkelijke overheid. Ondanks het feit, dat een groot deel van de kerken en kloosters in Noord-West Duits land in de oorlog werd vernield, is het aan tal kuntschatten dat verloren ging zeer gering. Met grote zorg zijn deze namelijk reeds aan het begin van de oorlog in de zout mijnen in veiligheid gebracht. De keuze strekt zich uit over de periode van de vroege middeleeuwen tot ongeveer 1500. Er is niet naar gestreefd een kunst historisch overzicht van dit tijdvak te geven, doch men heeft zich bepaald tot het bijeen brengen van de mooiste objecten uit dat tijdperk. Geëxposeerd zullen worden allereerst een veertigtal schilderijen. Voorts een zeer waar devolle collectie goudsmeedwerk waaronder de beroemde „Gouden Madonna" uit de kunst schatten van Essen, vervaardigd omstreeks het jaar 1000. Voorts talrijke bronzen, een grote en eveneens waardevolle collectie ivoren, glasschilderkunst, waaronder de vrij wel onbekende en zeer mooie dertiende eeuwse ramen uit Gladbach en eeuwse fragmenten uit de om te Keulen, staf braken over „Les portes de la nuit", textiel en last but not least sculpturen. „Scimus Christum surrexisse a mortuis vere"„Zeker weten wij dat Christus is verrezen!" Wellicht zijn geen vertolkin gen van Christus' Opstanding zózeer ver vuld van deze geest als die, welke ontston den in de periode, welke voorafging aan de meer universeel ingestelde wereld- en levensbeschouwing, die de vrucht was van de grote geestelijke en artistieke doorbraak der Renaissance. Ontstonden toen en later Verrijzenis-taferelen vol pathos, die op het eerste gezicht mogelijk meer boeien, de verbeeldingen der primitieven zijn veeleer stille meditaties, belijdenissen, in kinder lijke verrukking aan het paneel toever trouwd. De Kerk, die haar stempel drukte op het maatschappelijk en geestelijk leven der Middeleeuwen, bood in de heilsgeschie denis een onuitputtelijke bron van inspi ratie, die, nog door geen wereldlijke sen timenten „vertroebeld", zuiver was als de woorden van het Evangelie zelf. De geest, hemelwaarts gericht, gelijk de aarde-ont togen vertikalen der Gothische kathedra len, was nog in de ban van hel boven natuurlijke en werd eerst bij het naderen der bewogen 16e eeuw toenemend veront rust door het wankelen van eerbiedwaar dige tradities en eeuwen-lang onaange taste zekerheid. Dit verbroken evenwicht liet zich in meer of mindere mate gelden in de Beeldende Kunsten, zoals wij onder meer constateerden in het paneel van Jan Mandijn, de vorige week op deze plaats i afgebeeld en besproken. 1 De thans gereproduceerde „Opstanding" maakt deel uit van een triptiek, die in de eerste zaal van het museum het gelukkige uitgangspunt vormt van de ontwikkeling der Hollandse schilderkunst, zoals wij deze in het Frans Halsmuseum kunnen waar nemen. De luiken met de „Geboorte" en „Opstanding" flankeren het drama van Golgotha, dat als kleurig en pieus tafereel het middenpaneel vormt. Hoewel omtrent 1500 geschilderd, ademen de voorstellingen nog geheel de sfeer der primitieven en kunnen dus voor de tijd van ontstaan als betrekkelijk conservatief beschouwd wor den. Christus' aangezicht herinnert ons aan het mensen-type van Gerard David, die in 1523 te Brugge gestorven als de laat ste primitief kan gelden. Ook het landschap is in de trant van de in Holland (Oudewa ter) geboren meester. Daarentegen verto nen tal van onderdelen zóveel overeen komst met de in 1494 overleden Memling, dat we het drieluik kunsthistorisch moeten zegenend omhoog geheven. Het gelaat van classificeren als een superiéur werk uit het Christus vertoont de nobele trekken van atelier van Gerard David. Gehele compo- ideaal-figuurr zoals wij die onder meer sitie-onderdelen van het middenpaneel en aantreffen in Gerard Davids Bruiloft tc de Opstanding werden in gewijzigde vor- Canaan (Louvre, Parijs), welke op haar men ontleend aan Memlings befaamde heurt weer teruggrijpt op de hieratische polyptiek (veelluik), in 1491 door de gestalte van de Godmens op de panelen Lübeckse koopman Heinrich Grcverade in van Van Eyck. Brugge besteld, ter opluistering van de Het langwerpige vlak biedt dc geëigende Dom te Lübeck. Geldt de Lübeckse „Op- verhoudingen aan de aard van de voor standing" dus als het prototype van ons stelling, waardoor het omhoog rijzende van paneel, de mise-en-scène komt nagenoeg Christus-figuur wordt geaccentueerd, overeen met een andere vrije, oude copie, Vertolkt in de stereotiepe, analyserende die zich bevindt in het museum in Wenen, opzet met hoge horizon, verkeert de na- Behalve aan genoemde meesters worden tuur in stille spanning en vormt het onge- we (vooral in de Maria-figuur der „Ge- repte décor van het grootste wonder, waar- boorte") herinnerd aan Rogier van der ^oor de Christenmens de zekerheid werd Weyden 1400-1464), zodat we in deze gegeven van de overwinning op de dood. triptiek wel een zéér gelukkige vertegen- bewogen en barokke verrijzenis-tone- woordiging bezitten van de pure kunst der len van Raphael en Rembrandt vermogen 15e eeuwse primitieven- ons njet z<j diep te ontroeren als de devote Met kinderlijke onbevangenheid heeft vertolkingen der primitieven, waarvan de dertiende 1 onz® anon7mus Verrijzenis verbeeld. De synthese werd gevangen in deze, door on- vijftiende Christus-figuur rijst omhoog tegen een bekende hand geschilderde Paasmorgen. -- ovaalvormig aureool (de Mandorla), de zegenvaau in de linkerhand» de rechterhand H. P. BAARD Het is uiteraard moeilijk de eL tschap- pen van een uitvoerend musicus le classifi ceren. Ieder mens is een samenstel van wezens en dit samenstel is een weefsel, waarvan men de delen niet kan begrijpen zonder het verband met het geheel. Een duidelijk heersend artistiek talent schijnt dit gehele weefsel te doordringen en wie 't onderneemt, de eigenschappen van een artist te analyseren raakt in 'i gevaar meer te verwarren dan te ontknopen. Als ik nu tracht iets over de uitvoerende musicus tc zeggen dan wil ik niet spreken over wat men lelijk de „doorsnee-solist" noemt, ook niet over een bepaalde persoonlijkheid, over geen enkel mens; het zou een on vruchtbare methode zijn. Maar ik kan uitgaande van de bestemming van de uit voerder overwegen welke eisen het muziekleven stelt aan de optredende kun stenaar; en dan bedoel ik niet aan te geven wat de muziekwereld conventioneel als normen stelt, maar alleen te noteren wat naar myn mening de eigenschappen moeten zijn van een musicus die zich gespeciali seerd heeft als vertolker der muziek. Aldus het menselijk organisme in waar de en rust latende, durf ik te classifice ren. De uitvoerende artist moet le een geboren musicus zijn; 2e een volwaardig gespecialiseerd vakman zijn en 3e de kunst van het optreden verstaan. Van deze drie voorwaarden stelt de tweede in 't bijzonder positieve eisen aan verstand en wilskracht; aan de derde voorwaarde kan op verschil lende wijzen worden voldaan. Het is moge lijk dat iemand van nature de geschikt heid heeft om op te treden; het is echter niet uitgesloten dat deze geschiktheid door doelmatige overwegingen en oefening wordt verworven. In 't laatste geval ech ter kan de wil-alleen niet tot het doel lei den: van nature moeten zekere eigenschap pen aanwezig zijn welke door ontwikke ling tot hun recht kunnen komen. Over de eerste voorwaarde behoeven wij niets an ders te zeggen; en behoeft de tweede voor waarde wel enig argurrient? Maar het is misschien niet overbodig om bij deze voor waarde van gespecialiseerde vakken nis de aandacht te vestigen op een punt dat in zekere zin in verband staat met de fundamentele aanleg van de musicus; ik bedoel de geestelijke en lichamelijke ge schiktheid voor het instrument. Men spreekt niet ten onrechte van een geboren violist, een geboren zangeres. Jonge men sen met een duidelijke muzikale begaafd heid, die aarzelen bij de keuze van het instrument, staan minder sterk in hun schoenen dan zij die nooit twijfelden. Nu kan rhen de vraag stellen: als aan de eerste en tweede voorwaarde wordt vol daan, wat is er dan nog te wensen over? Dan blijft de noodzaak van te kunnen op treden nog over. Het komt zeer veel voor dat mensen die men geboren musici kan noemen, die de techniek van hun instru ment uitmuntend beheersen en die met grote ernst en liefde voor de schoonheid zijn bezield, toch bij solistisch optreden niet het succes hebben dat men hen zou toewensen. Er is iets tragiseh in het feit dat soms wereldveroverende virtuozen die zich weinig van de schoonheid aantrekken, meer erkenning oogsten dan zij die de in nigste gevoelens van toewijding bezitten. Het geheim schuilt in die derde voorwaar de; het is nu eenmaal waar dat er een kunst van optreden bestaat: een vermogen tot beheersen van het publiek. Het is wel degelijk een aparte kunst; de artist die werkelijk aan de eerste en tweede voor waarde voldoet moet bovendien gewapend zijn met een eigenaardig samenstel van toneeleigenschappen waardoor het publiek wordt klein gemaakt. Wanneer hij wil dat de schoonheid van de muziek in de mensen zal doordringen dan moet hij optreden. Dit is principieel noodzakelijk. Het is natuur lijk verachtelijk wanneer hij deze derde voorwaarde boven de andere stelt en de muzikaliteit en de techniek gebruikt om ijdelheids-ver^veringen te maken. Het is helaas waar dat een groot deel van 't pu bliek geen onderscheid kan maken en soms ook niets anders vraagt dan virtuositeits- vertoon, maar ik meen dat een rechtgeaard artist over deze dingen met zekere philoso phic heen stapt en zijn weg ongestoord vervolgt. Er zijn goede kunstenaars die uit zuivere ernst aan die voorwaarde met enige afkeer denken. Zij hebben ongelijk want zij slui ten een middel tot mededeling der kunst uit. Er zijn er ook die van nature aan 't beantwoorden dezer derde voorwaarde niet toekomen en blind olijven; dikwijls worden zij bitter teleurgesteld en zij zullen slechts gelukkige mensen kunnen worden wanneer zij tot zelfkennis komen en van hun aanleg, hun vakkennis, hun liefde voor de muziek op evenwichtige wijze profiteren. Zij heb- De Opstanding. Paneel 99 bij 33 cm. Atelier van Gerard David (omstreeks 1500). In bruikleen aan het museum gegeven. ben gelijk wanneer zij geen enkele virtuoos benijden, want wie van muziek vervuld is behoeft geen enkel mens te benijden. Er is veel ijdelheid bij veel virtuozen, maar er is ook een verborgen hoogmoed bij som mige musici die de kunst van het optreden miskennen. Het is iets feestelijks wanneer iemand prachtig optreedt, maar het is af schuwelijk wanneer het daarbij blijft. Noblesse oblige. HENDRIK ANDRIESSEN. DROOGTE IN DE SOEDAN. Tengevolge van droogte worden 100.000 Nomaden van de stammen Bedja en Amara in de Soedan met hongersnood btdreigd. Grote schade wordt toegebracht aan de weidegronden in het Noord-Oosten. De re gering distribueert 1000 ton mais en ver strekt spoorkaartjes tegen gereduceerde prijs teeinde de Nomaden in staat te stellen naar elders te trekken. Men vreest dat veel kamelen en ander vee, de bestaansbron dezer Nomaden, verloren zullen gaan. Agenda voor Haarlem ZATERDAG 16 APRIL Stadsschouwburg: „Nachtasyl", 7.30 uur. City: „Tarzan in New York", alle leeft., 2.15, 4.30, 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „Dc duivels van het wilde westen". 14 j.. 2.30. 6.50 en 9.15 uur. Frans Hals: „Per luchtpost". 14 j„ 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt: ..Drie onderne mende meisjes", alle leeft2.00. 4.15, T.00 en 9.15 uur. Palace: „Met twee Jantjes op stap", 14 j., 2.00 4.15, 7.00 en 9.15 uur. Luxor: „Sneeuwwitje en de zeven dwergen", alle leeft., 2.00 en 4.15 uur. „De prins en de piraat", 18 j„ 7.00 en 9.15 uur. ZONDAG 17 APRIL Stadsschouwburg: „Nachtasyl", 7.30 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. MAANDAG 18 APRIL Stadsschouwburg: „Nachtasyl". 7.30 uur. Grote Kerk: Orgelconcert door Leo Mens en R. Beintema. 2 uur. Rembrandt: films over Artis. 11 uur. Bioscopen: Middag- en avond voorstellingen. DINSDAG 19 APRIL Stadsschouwburg: Stichting Haarlemse Operette „Tsarewitsch", 8 uur. Gemeentelijk Concertgebouw: Beethovenconcert HOV, 8 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstel lingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1949 | | pagina 5