c UIT DE HET S&jss&^tfg 3 Johnny Belinda: zichtbare poëzie MfOPUN akkertjes li jjtterair© Kanttekemiini en De 9 Muzen Stanley gaat een boek schrijven om Labour ten val te brengen 14 MEI IW9 niTRDE DEEL van de UT# °°K serie" 15 «rscheneni Mniderkring-^ei j Boekenclub aan fieze uitgave. Voor wie he "J?en waardevol Jaan herin. Lht zü" °ntS'de Amsterdamse Boek- ltalJr met het enthousiasme van •ant Mij. mei n gen romanserie ^S'^r/deSam^ë'MÜï: &%de'£,"oan aan de "agedachte- £l®S - e£ancistisch-luisternjke bu- jier reaaiKanc's ZQU gaan jjBlen W ,en van de beae'tej toen de uitvoering vandit S**"!0?" „„riill! na de bevnjding zij de sa- rodra mogelijk na de smiderktM; dank oopc Beeld en Spiegelbeeld" (Deel III der „Muider- ori'p" verzorgd door 3. M. Meulenhoff, Amsterdam). kring-seflB Louise's verlangen dan wel een ziel die in de dood de rust niet kon vinden, omdat hij het hart zoekt waaraan hij toebehoort. En toch verloochent Louise hem, als zij uit felle haat tegen haar zelfzuchtige moeder maar óók om ééns te bezitten wat een tekort aan uiterlijk schoon haar onthield Maman's minnaar tot de hare tracht te ma ken. Wij vernemen van Louise's beproevin gen enkel uit haar nagelaten dagboek, dat de volwassen René alle tederheid van de liefde, maar ook alle demonie van de haat onthult, waaraan deze animaal-moedige ontkwam door een huwelijk met één van haar pachters. Trek na trek voltooit zich voor de lezende René beeld en spiegelbeeld: hij ziet zichzelf; hij ziet in en naast zich de tweelingbroer Charles; hij herkent in tante Louise haar tante Marceline, de aan de familie-eer geofferde, en in hen allen de oer-grootmoeder Madeleine "beeld en spiegelbeeld in het seigneuraal kristal, dat in zijn facetten hard de gloed breekt der erfzonden. René redt zich, dit alles wetend en doorschouwend nu, niet als zijn broer Charles in een huwelijk met de jeugdvrien din van „La Nantaise" voor hém bestemd eigenlijk, zoals het kind Patrick bestemd was voor Louise en toch Toine's geliefde werd maar hij herneemt het beheer over het vervallen landgoed, gehoorzamend aan de onvermijdelijkheid van een levensplicht. Ik heb deze roman met evenveel beklem ming als bewondering ge- en herlezen en ik erken: het is een kranig boek. Deze toverachtig-bezwerende, rijke, plastische taal is zo onontkoombaar als het demonisch familielot waarvan ze vertelt. Ik zie zeker niet voorbij aan de gebreken: een merk waardige inzinking in het middendeel (blz. 145-165) een beangstigende nadering tot het theatrale in de passage blz. 281283, de ge varen van een al te gecompliceerde compo sitie, de naar mijn oordeel psychologisch niet geheel verantwoorde kindergesprek ken en, vooral, de voor mij onaanvaardbare vergiftigingsintrige. Maar ondanks dit alles herhaal ik: het is een indrukwekkend en ontroerend boek; het is een kranig werk stuk. C. J. E. DINAUX. «rteavoigo* «JAdriaan Brou- - een vijftal onzer belang ^utröng va alve de reeds genoem- Htfeuilgevf5* j AI Meulenhoff, P. -v.* Leopold's U.M.) het van rpgrk Zo werden dan ach- »Ed-d de'-De" - (Leopold s U.M. - «rSo Boer's „Beeld en tr&H. M. Meulenhoff) uitge ef MfMrf werk kent, weet dat hij ra,Ï.Td' die de één meer, de an- ««l»*" aanstaat, een c-,rnunder (mu k kan schnjven rL'n is zeker niet de «SÏÏSant van zijn kunnen en ifnin soort zeker waardering, reroient ijn oude dag voor rSS wa '-vanzijn „Pallieter" een ^Billijke getuigenis was, een pas- wtoneel gevonden: de Zuide- Ütlanden in de jaren der Spaanse - tijd, waarin spankracht en lm vurig een ontluikende cul- ik Jo Boer's nieuwe boek in en- elfden karakteriseren ik zou zeg- de roman van het tragische res- - een thema dat deze krachtig- gS en toch lyrisch-bewogen auteur, fnnfvankeliik voor het zintuigelijke, haar vorige roman „Melancholie der S on zelfs in vroeger werk Sare maakte. Dit ressentiment, deze ongeneeslijke ziekte aan het geluk Se wrok uit een gevoel van verlam- 5 levensonmacht, vindt bij haar, an- Lcten in Bordewijk's „Eiken van Dodo- J'aders ook weer dan bij Van Schendel, i Wong in het boosaardige, in de zon- Snnhetvoorgeslacht, die zich wreken aüüere machten. Overal manifesteren Jsh als onverbiddelijk noodlot: in de ^---'werking tussen landschap en ziel, in fcltrhouding van mens tot mens, in de trsjojlt van één hart. .Beeld en Spiegelbeeld" is. als biecht van fa-verslagen eenzaamheid, de roman Peen harde, wrede wraak, van een oer- W lot vergelding uit.... liefde: liefde e verbondenheid met de aristocratische ï'f van een wijnbouwersgeslacht in het bi van Anjou. Zij, deze Serrières, hebben si je stugge zelftucht, waarvoor „dienen" teren „leven", familietraditie boven liefde, Mboven verlangen gaat, de ruig-som- 'ta'Miera ontgonnen tot vruchtbare wijn- Hier stuwt nog de roekeloos- I («rüende kracht van een sterke voor- iizünatuur is in deze roman geen bel- jfcSÉch ornament: de zeewinden ruisen jeforde melancholieke dennen als fluis- ferf-warschuwende en bedreigende P-po uit de nacht van het verleden; de wèboven de somber-broedende moeras- ga naven als aan de dood ontkomen ijle gsten boven duistere bossen; de schel uwe hemel verstrakt er tot een glazen 223 van het fatum. Temidden van dit kishap ligt „Les Vignobles", de „estate" fcSerrières—een landelijk kasteel, waar- '::beIots, meubels en familieportretten Ptawele stille, maar dwingende getuigen ::t2S vroeger waardigheid en onvergol- fe naden. Natuur, huis en de onontkoom- zt Herbestemming bepalen als in een kipootschap der vergelding de gedra gen van wie hier leven: „Maman" An- Xi weduwe van Vignobles' landheer; irise, Maman's oudste en sinds Toine's fejsche dood enige dochter; Toine's nako- cdingschap: de frêle, in hun décadentie -st sensitieve, knappe tweeling Charles cRené. Nauwelijks kan men een „hoofd toon" onderscheiden. Allen zijn mario- etten van het Lot. Ze grijpen in elkanders ta in,, ongewild maar onontkoombaar. Ei pleegt zijn verraad aan de familie-eer a aan zijn naasten. En elk boet ervoor: ";san in de vernietigende mislukking Jï: een ongeoorloofde, late liefde voor een AP musicus, die mede slachtoffer wordt; R tweeling René en Charles, kinderen van ja verval, in het isolement van hun kwel- «nzaamheid, die zij beeld en spie- l&sla in elkander herkennen; Louise, K: trotse en sterke een oerkracht invaar, maar één die in bittere teder- aLtweestrjjd uitvecht tussen haar vrouwelijk verlangen en haar vitale -Utbaarheid aan het erfgoed der vaderen 7/®®® sponste dat zij bezit: het K-Sujk zielsverkeer met het kind Patrick. P goudharige sprookjesprins, bestemd ,voor Louise's vrouwelijlc-schone tome, sneuvelde. Maar geen in deze ^ï'.an Druïdisch bijgeloof zou weten te oi deze beminde en vereerde jeugd- fflythische verbeelding is van Descartes in Amsterdam. De Franse ambassadeur heeft Donderdagmiddag op het Johannes Vermeerplein in Amsterdam een door de Franse beeldhouwer Puyforcat ver vaardigd standbeeld van de wijsgeer Descar tes onthuld. Het monument is van beton vervaardigd en vertoont strakke lijnen. Op het voetstuk staat in eenvoudige letters de naam Descartes. Cilli Wang naar Engeland. De Neder landse danseres Cilli Wang vertrekt deze maand naar Engeland, waar zij gedurende enkele maanden voorstellingen zal geven. Tevens zal zij in Londen een televisie-uit zending verzorgen. Cilli Wang is voorts door het Festival-comité in Bath uitgenodigd ge durende een week dagelijks haar „Cilli- symphonie" te dansen. Haar optreden in Bath valt samen met de concerten van het Con certgebouworkest. VREDE DOOR CORRESPONDENTIE Dezer dagen is opgericht de afdeling Haarlem en omstreken van de correspon dentieclub „Vrede door correspondentie" („Vredocor"). Voorzitter is de heer C. N. de Graaff, secretaresse mej. M. L. Leclerq, Tuinwijklaan 13. Het doel van de vereniging is het be vorderen van vriendschappelijke betrek kingen en het leggen van een hechte band tussen de inwonei-s van alle landen der wereld door middel van correspondentie mèt en reizen naar het buitenland, alsook het organiseren van contact-avonden en gezamenlijke tochten. Gehoopt wordt dat daardoor een betere verstandhouding ver kregen wordt tussen de volken. Er moet een samenwerking groeien voor een ge meenschappelijk doel: de bevordering van de vrede. Vredocor heeft momenteel afdelingen o.a. in België, Frankrijk, Engeland, Zwitserland, Italië, Duitsland (alle zones), Polen, U.S.A., Canada, Finland, Egypte, Indonesië (ook militairen), Balkanlanden en Scandianvië. Scotland Yard om de tuin geleid Een scène, waarin de dorpsdokter (Lew Ayres) Belinda (Jane Wyman) duidelijk maakt hoe zij met haar omgeving in contact kan komen. 'i^raine,schele hoofdpijn jJUKiJESajn ware pijnverdrijvers. f(A. 'elpen dir°nt da voor Haarlem ZATERDAG 14 MEI Uxor: •De held 9-15 uiTS TiX¥''78^-- 2-00. S •-'^UöOenofi: "®®^eide jeugd". 14 j„ San Fernando" ,U,r".Spaarne: -De tyran Frans h?i 2 00- 4-15. 7.00 en ÏCQ en ÜH e bewaarschool", 18 voor «.T' „Rembrandt: „Een '«asSZ m alle leeft" 2'00' •^.««SAGi55IEI ^É^^-P-Midadagg^ 16 MEI l8Sl*W«i«wÖfrte Vereniging «^•SelnS: Bl05C°ïen: Het .is niet zo'n alledaags verschijnsel, dat het in een volle bioscoopzaal zo stil wordt, zo muisstil, dat de stilte soms hoorbaar is in het gedempt snorren van de projectiespoelen. Dat wonder doet zich thans middag aan middag, avond aan avond voor in de theaters, waar de film „Johnny Belinda" wordt gedraaid en het is het gebarenspel van de jeugdige Jane Wyman dat het be werkstelligt. In „Johnny Belinda" wordt de geschie denis verteld van een doofstom Canadees meisje, dat volgens haar gebrek door haar omgeving onveranderlijk wordt aangeduid als „De 3-cmme". De dorpsdokter, die zo'n j pii beetje liefhebbert in de tril m I grondslagen van het onder- i A"** wjjs aan doofstommen, zo- s als die door de achttïendé eeuwse Franse abt de l'Epée wei-den ge legd, trekt zich haar lot aan en bouwt met nimmer aflatend geduld een conver satie-methode op, waardoor Belinda, die altijd als een verschoppeling terzijde heeft gestaan, langzaam maar zeker opgenomen wordt in de kring van het kleine gezin waartoe zij behoort. Het is vooral dit gedeelte van „Johnny Belinda", dat het bestuur van de Neder landse Filmclub aanleiding heeft gegeven dit product van Warner Bros met het praedicaat „Film van de maand" te onder scheiden, een beslissing die volkomen ge rechtvaardigd is. Want nog nooit zag men een actrice met haar handen als uitsluitend hulpmiddel zakelijke woorden en gedach ten op zulk een ontroerende wijze tot zichtbare poëzie doen worden. Begrippen als „groeien", „liefde", „moe der", „afscheid" ziet men door dit eerst aarzelende, dan ineens vol overtuiging opbloeiende gebarenspel levend worden op een wijze, die ons bewust doet zijn hoe deze woorden door een achteloos ge bruik maar al te vaak inhoudsloos en af gesleten zijn geworden. Een bevestiging tevens van het feit, dat een lichaamsge brek niet altijd een belemmering voor het genieten van het leven behoeft te zijn, doch de poort kan vormen, waardoor ons bestaan een rijkere inhoud krijgt. De gebarentaal van Jane Wyman is een overgegeven dichten, een zinrijke om schrijving met armen, handen en vingers van mensen, dieren, dingen en begrippen uit de ons omringende wereld. Welk een prestatie dit is, kan men wel licht het best afmeten naar de wijze, waar op een verstrooiing zoekend bioscoop publiek pleegt te reageren op films, die buiten het kader van de eigen levensge woonte vallen. Men denke bijvoorbeeld aan de documentatie over de zeden en gewoonten der Oosterse volken, die vaak slechts de lachlust van de toeschouwers kunnen opwekken. Wij zijn er van overtuigd, dat, indien Jane Wyman haar taak ook maar iets meer materieel, dus als een nabootsen zonder meer had beschouwd, „Johnny Belinda" alle kans had gelopen een draak te worden. Want de producenten hebben gemeend niet buiten het traditionele element „spanning" te kunnen, zodat Belinda onteerd moet worden door de man, die haar later van haar kind tracht te beroven. Daar zij dit ver hindert door hem neer te schieten, kan de film met een rechtzaal-scène eindigen, waarin de ontknoping van het drama tot stand komt. Dat dit grove slot een gewel dige anti-climax vormt, behoeft geen nader betoog. Bovendien kan men er blijk baar niet onderuit Belinda in haar ge barentaal bij het lijk van. haar door haar belager vermoorde vader het „Onze Vader" te laten bidden: een scène, die ter wille van het effect werd ingelast. Daarentegen is de inleiding, die een documentair karakter draagt, niet zonder succes op de Engelse voorbeelden van de Archers" geïnspi reerd. Regisseur Negulescu heeft - hoogst waarschijnlijk eveneens naar Brits model - meer landschaps-opnamen gemaakt dan in Hollywood in zwang is, zodat dit werk door een verkwikkend frisse sfeer wordt sekenmerkt. Daartoe werkt ook de zin der vervaardigers voor een eerlijke weergeving van de realiteit mee: we blijven dus ver stoken van de tegenstelling tussen film- kledij en de eisen, die de praktijk van de landbouw stelt. Ook de gezichtsuitdruk kingen van de overige medespelenden wor den bepaald door de harde strijd om het bestaan die de boeren en vissers van het ruige Canadese land hebben te voeren. Met het even idyllische als onjuiste „Hoe genoeglijk rolt het leven des gerusten landmans heen" wordt hier wel definitief afgerekend. Doch al deze regie-détails doen weinig ter zake, omdat de van elke sentimentaliteit gespeende creatie van de heldin de film van begin tot einde be heerst. Jane Wyman kreeg wegens deze rol de Academy-Award, de hoogste "onder scheiding die haar ten deel kon vallen. J. H. B. Julius Katchen solist op Brahms- concert der H.O.V. Het vierde concert van de Meester Serie is gewijd aan werken van Joh. Brahms en zal op Dinsdag 17 Mei plaats vinden. Het concert staat ditmaal onder leiding van Marinus Adam. Behalve de Akademische Festouverture waarmede geopend zal worden en de Sym phonie no. 1, die tot besluit zal worden uitgevoerd, zal het pianoconcert no. 2 ten gehore worden gebracht, met als solist de Amerikaanse pianist Julius Katchen. Hoe wel deze pianist eerst 22 jaar oud is, heeft hij zich in korte tijd een wereldreputatie weten te verwerven. Reeds op 20-jarige leeftijd trad hij met de grootste Ameri kaanse en. Europese symphonie-orkesten op. In ons land deed de kunstenaar zich voor het eerst horen in Februari 1948. Hij oogstte hiermede zulk een sensationeel succes, dat dadelijk van alle kanten aan vragen binnenstroomden. In alle belang rijke muziekcentra van ons land heeft men Julius Katchen kunnen horen; ook in Haar lem heeft hij enige maanden geleden een recital gegeven, doch dit is de eerste maal, dat hij met de H.O.V. zal optreden. Gouden koets gaat door Nederland varen De Koningin heeft toestemming gegeven om de gouden koets in een varende ten toonstelling op te nemen. Op 25 Mei zal deze expositie te Middelburg officieel wor den geopend. Een hoge „Kempenaar", een binnenschip, dat door de particuliere rijnvaartcentrale beschikbaar is gesteld, zal tot half Augus tus met de gouden koets, de crème calèche, vitrines met harnassementen en uniformen door de Nederlandse binnenwateren varen. Het schip is geheel verbouwd en voorzien van electrisch licht en een brandbeveili gingsinstallatie. Een sleepboot zal de ten toonstelling van plaats tot plaats brengen. In vele plaatsen des lands, die aan vol doende breed vaarwater liggen, zal men gelegenheid hebben de koetsen en alles wat erbij behoort te bezichtigen. Deze varende tentoonstelling heeft een tweeledig doel. In de eerste plaats .wordt hiermee een wens vervuld van vele tien duizenden, die tot dusver niet in de gele genheid waren de gouden koets te zien. Voorts hoopt men er een belangrijk sociaal doel mee te dienen. De opbrengst komt ten goede aan het Koningin Julianafonds ter bevordering van maatschappelijk werk. Ook de baten van de verkoop van een ge- illustreerde beschrijving van de koets ko men aan deze instelling ten goede. Dit fonds steunt maatschappelijke instellingen, die in tijdelijke financiële moeilijkheden verkeren. De „Kempenaar" met zijn gouden pas sagier begint op 25 Mei zijn tocht in Mid delburg. Via Zeeuws Vlaanderen gaat de tocht door Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel. In Drente kan waarschijnlijk alleen Meppel worden aangedaan. Friesland en Groningen worden doorkruist, waarna via Den Helder enige Noordhollandse plaat sen worden bezocht. (Van onze correspondent te Londen) Sidney Stanley, de hoofdgetuige in het onderzoek van het speciale hof naar de gedragingen van de inmiddels afgetreden en tot zijn oude beroep van spoorwegklerk teruggekeerde onderminister van Handel, John Belcfi'er, en enige andere openbare figuren, heeft het klaar gespeeld de pu blieke aandacht maandenlang gevangen te houden. De regering besloot Stanley, die als „contactman" ambtenaren trachtte om te kopen door whisky, sigaren, lekkere maal tijden en dure pakken, als ongewenst vreemdeling het land uit te zetten. Maar dat zou pas gebeuren nadat Stanley de re gering het naadje van de kous zou hebben verteld hoe hij en andere „tussenpersonen" nu eigenlijk te werk gingen. Een bijzondere commissie werd voor dit doel benoemd. Inmiddels moest Stanley zich elke dag bij de politie melden. Hij hield dit een aantal weken vol en schreef in die tijd een reeks artikelen over zijn leven, waarvoor een sensatieblad hem maar eventjes 100.000 betaalde. De justitie was er echter als de kippen bij om dit bedrag in beslag te ne men, teneinde crediteuren, die hem jaren geleden failliet lieten verklaren, af te be talen. Een kwart van Stanley's schuld was daarmee van de baan. Op een goede dag was de vogel echter gevlogen, nadat Polen, vanwaar hij als kind naar Engeland was gekomen, verklaard had niets voor hem te voelen. De Engelse regering had hem na melijk achter het IJzeren Gordijn willen wegwerken. Naar Israel. Het was duidelijk, dat Stanley op weg was naar Israel, want hij had openlijk toe lating in dat land gevraagd. De Israëli sche regering weigerde aanvankelijk, waar na zijn advocaat in Tel Aviv hem aanried het illegaal te proberen. Tenslotte kwam de toestemming echter toch nog af. Juri disch scheen het onmogelijk te zijn Stanley te weigeren, omdat hij zich in feite niet aan enig strafbaar feit had schuldig maakt. Immers de Engelse justitie liet hem ongemoeid, behalve, dat hij als bankroet vreemdeling werd uitgewezen. Men kan zeggen, dat Stanley een gladde jongen is, doch zeker is hij geen misdadiger. Ware hij het geweest, dan zou de Israëlische regering hem zeker de voet dwars gezet hebben, want hem met open armen ont vangen, enkel omdat hij van Joodse bloede is, zou haar alleen maar compromitteren. Bewondering. Het moet worden gezegd, dat Stanley bij het grote publiek in Engeland het tegen deel van weerzin heeft opgewekt. Hij deed zich kennen als een charmant en joviaal man, tegen wiens gewiekstheid de hoogste autoriteiten het moesten afleggen. Dat wekte een zekere mate van bewondering. Men had eerder verachting voor degenen, die vatbaar bleken voor Stanley's verlei delijke omgang en zijn aanbiedingen, dan voor de slimme vos zelf. Men beschouwde hem als de held van een ongekend spannend filmscenario. Dat verhaal is nog steeds niet ten einde. Stanley heeft de autoriteiten opnieuw beet gehad, doordat hij nu weer Scotland Yard in zijn hemd zette. Eerst ging er een gehuil op. dat Stanley het land uit moest. Toen hij eindelijk verdwenen was, klonk een nieuw KAPOKMATRASSEN gevuld met 36 POND onvermengde JAVAKAPOK. Een keurcollectie prima Vz linnen damasten. HET BESTE VAN HET BESTE 2-pers. 3-delig »c met 2 kussens 46 jaar beddenreputatie Nadat wij Jan van Scorel in zijn „Doop van Christus" hebben leren kennen als de eerste Noord-Nederlandse Romanist, zien wij hem thans in zijn „Jeruzalemvaarders" als mede-grondlegger van het voor deze landen zo karakteristieke groepportret. Deze twee verschijningsvormen van zijn kunst behelzen een duidelijke tegenstel ling: herkennen we in het décor en de figuren der gewijde historie de „regie" van de grote meesters van het Renaissancisti sche Italië, de Jeruzalemvaarders zijn stuk voor stuk de gelukkige vertegenwoordigers van de gans eigen portretkunst dezer lan den, waar - de Zuidelijke Nederlanden in cluis - de portrettisten zich ongeveer een eeuw lang meesters hadden getoond in dc gelaatsanalyse. Zo verzekerde Jan van Scorel, evenals de vroege beoefenaars van het Amsterdamse groepportret, dit genre reeds in zijn eerste stadium het zuiver in heemse karakter, dat het tot ongeveer 1830 zou bewaren, zij het dan met uitzondering van de 18e eeuw, toen de Franse mode zich ook liet gelden in het Hollandse regenten stuk. De oplossing die Scorel hier gaf aan het probleem der groep-schildering komt ge heel overeen met die, waarmee ook de schilders van het Amsterdamse schutters stuk zich aanvankelijk vergenoegden. Door de geportretteerden op een rij te plaatsen werd op de meest eenvoudige manier uit voering gegeven aan de zware opdracht, die - prozaïsch als zij was - weinig gele genheid bood tot ontplooiing der fantasie. Toch zou Frans Hals 113 jaar later in zijn Regenten van het St. Elisabethsgasthuis, en Rembrandt 134 jaar later in zijn Staal meesters in dit prozaïsche portret-genre de hoogste triomfen behalen der schilderkunst aller tijden en landen! Moge dus ook Scorels mise-en-scène nog als een vrij pri mitieve oplossing worden beschouwd, toch is zijn stereotiepe groepering „in het gelid" zinrijker dan zij het is in de eerste schut tersstukken zijner Amsterdamse confra ters, omdat hij zijn opdrachtgevers moest vereeuwigen terwijl zij als leden van de .Ridderlijke Broederschap van den Heil- gen Lande" twee aan twee, met de palmen van Jericho in de hand, deelnamen aan de Algemene Palmprocessie die op Palm zondag van de Bavo uit over het „Sant" (de huidige markt) trok. bij de viering van het gildefeest. De knecht van het Gilde gaat vooraan, de afbeelding van het Heilig Graf als symbool der Broederschap voor hen uitdragend. Heeft Scorel zich het Jan van Scorel (14951562). Portretten van twaalf leden der Jeruzalem-Broeder- schap te Haarlem. Geschilderd omsteeks 1528. Wij herinneren aan de rondleiding die elke Woensdagmiddag (om half drie) in het Frans Halsmuseum gehouden wordt. De deelnemers betalen slechts de ge wone toegangsprijs van f 0.25. schilderachtig aspect van een processie „ten voeten uit" laten ontglippen ten be hoeve van een louter symbolische opvatting der ceremonie, waarbij concrete portret tering de eis geweest zal zijn zijner op drachtgevers, in deze beeltenissen treft ons dan ook de volle kracht van de gedegen portretkunst, waarvan zoeven sprake was. Aan de deelnemers wordt juist zoveel ruimte gelaten om hun geslachtswapens boven het hoofd te voeren, terwijl handên en gebaren alsmede het bevangen zijn door de devote sfeer nog kenmerken zijn van de traditionele portretten op de retabels der primitieven. Individueler karakterisering verraadt echter het gloren der Hollandse Renaissance, terwijl nadrukkelijker tegen stelling tussen licht en schaduw de plasti citeit der stoere koppen versterkt. Twee leden der Broederschap onder scheiden zich door hun superplie (linnen koorhemd, gedragen bij de Katholieke ere dienst) als geestelijken. Eén van hen, derde figuur van rechts, is de schilder zelf. In bijgevoegd vers noemt hij zich „Cano nic (Kanunnik) t'Utrecht tot Sinte Marien" met vermelding van het jaar waarin hij Jeruzalem bezocht (1520). H. P. BAARD Sydney Stanley gehuil, omdat hij geen spoor had achterge laten. Met een jacht slaagde hij er in via de drukke badplaats Ramsgate te eclip seren naar Duinkerken. Het mooiste was, dat hij op het vliegveld in Parijs met don kere bril en een aangemeten snorretje tussen de reporters zijn eigen door recher cheurs omzwermde vrouw stond te inter viewen, die even uit Londen was overge waaid. Revanche? Is het alleen om revanche te nemen dat Stanley bij zijn aankomst in Palestina met de publicatie dreigt van een boek, dat verschillende Engelse ministers zou laten tuimelen, omdat zij zich in veel erger mate dan Belcher zouden hebben gecompromit teerd? Zo krijgen de conservatieven er een waarschijnlijk niet helemaal ongewenste bondgenoot bij. Zij hebben tenslotte zelf de hele zaak aan het rollen gebracht. Opbrengst Kinderzegels in 1948 ruim een half millioen De kinderpostzegelactie 1948 heeft naar thans bekend wordt ruim twee ton meer opgebracht dan het jaar daarvoor. In 1947 waren de baten voor het kind f 362.360,48, doch 1948 leverde een bedrag van f 565.729,84 op. Het „rijdend postkantoor" maakte een triomftocht door het land; het personeel kwam handen tc kort. In honderden plaat sen trokken ijverige comité-leden er op uit om zegels en prentbriefkaarten aan de man te brengen. Wekenlang stonden op vele postkantoren de bekende „stands", bezet door steeds actieve verkoopsters. Tiendui zenden leerlingen werkten mee en uit alle hoeken van het land kwamen inzendingen op de St. Nicolaas-luisterwedstrijd binnen. In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Groningen verzamelde de schooljeugd be stellingen op Kinderzegels - de plaatselijke comités kregen er nachtmerries van: het enthousiasme van de jeugd en het onder wijzend personeel was totaal onderschat en de uitvoering der duizenden bestel lingen (in Amsterdam alleen 180.000!) vormde een bijna onoplosbaar probleem. Maar de zegels wérden bezorgd! Ook hier bij speelde de jeugd een belangrijke rol. Kerstvacantie en vrije middagen werden spontaan opgeofferd - de Kinderzegels kwamen waar ze waren besteld. Voor wie van cijfers houdt: er werden verkocht: 5.045.054 zegels van 2 ct (bijslag 2 ct.), overwaarde 100.901.08; 1.369.704 zegels van 5 cent (bijslag 3 cent) over waarde f 41.091,12; 1.959.618 zegels van 6 cent (bijslag 4 ct.) overwaarde f 78.384,72; 4.879.276 zegels van 10 cent (bijslag 5 ct.) overwaarde f 243.963,80: 1.267.364 zegels van 20 cent (bijslag 8 cent) overwaarde f 101.389.12. Totaal „Voor het Kind" f 565.729,84. In elke Nederlandse huishoud-portemon- riaie tellen de centen en dubbeltjes weer mee en op de offervaardigheid van het pu bliek wordt in steeds toenemende mate een beroep gedaan. Met grote dankbaar heid mag daarom worden vastgesteld dat het Nederlandse volle voor zijn „misdeelde jeugd" nog altijd véél over heeft. Dat het dit ook in de volgende Kinderzegel-actie weer bewijzen mag, want het jaarlijkse tekort der Kindertehuizen bedraagt nog altijd enige millioenen guldens. Toegevoegde verdedigers krijgen vergoeding In staatsblad J 190 is opgenomen een besluit tot het in werking doen treden en ter uitvoering van de artikelen 48 en 49 van het Wetboek van Strafvordering, be treffende toekenning van een toelage aan toegevoegde raadslieden. Krachtens dit besluit wordt aan advo caten. die aan verdachten als raadsman zijn toegevoegd, voor iedere verdachte die zij ter terechtzitting hebben bijgestaan een toelage toegekend, als beloning voor de verleende bijstand en als vergoeding van de noodzakelijk gemaakte onkosten. Het bedrag van de toelage (ten hoogste 50,wordt voor elk geval bepaald door de voorzitter van het college, voor hetwelk de zaak dient. Deze baseert zijn beslissing op de door de raadsman in te dienen de claratie. Dit besluit treedt 1 Januari 1950 in werking. TELEURSTELLING VOOR KAALHOOFDIGEN Op een in Den Haag gehouden, bijeen komst, georganiseerd door het Nederlands Genootschap voor Jlaarhygiène, heeft de heer C. L. A. van Uden uit Sneek een lezing gehouden over de bestrijding van haaruitval. Hij besprak daarbij ook de „uitvinding" tegen kaalhoofdigheid van de kapper in Een, Drente, welke hij kwak zalverij noemde. Hij had in opdracht van het genootschap een onderzoek ter plaatse ingesteld en daarbij wonderlijke ervaringen opgedaan, doch, volgens een verslag in de ..Haagse Courant" geen geval aangetroffen van haargroei op een kaal hoofd. Alleen die personen, bij wie de haren spontaan terug komen, zoals bij „alopecia areata", kregen weer haar. Maar daarvoor hadden die lieden niet naar Een behoeven te rei zen. daar in dergelijke gevallen de haren altijd terug komen, ook al doet men er niets aan, aldus de heer Van Uden. De Nederlandse Bank deelt mede. dat er geen zekerheid bestaat, dat de toewijzing van reisdeviezen voor Frankrijk zal volgen binnen een week nadat de aanvrage is in gediend

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1949 | | pagina 5