c
UIT DE
HET
S&jss&^tfg
3
Johnny Belinda: zichtbare poëzie
MfOPUN
akkertjes li
jjtterair©
Kanttekemiini
en
De 9 Muzen
Stanley gaat een boek schrijven
om Labour ten val te brengen
14 MEI IW9
niTRDE DEEL van de
UT# °°K serie" 15 «rscheneni
Mniderkring-^ei j Boekenclub
aan fieze uitgave. Voor wie he
"J?en waardevol Jaan herin.
Lht zü" °ntS'de Amsterdamse Boek-
ltalJr met het enthousiasme van
•ant Mij. mei n gen romanserie
^S'^r/deSam^ë'MÜï:
&%de'£,"oan aan de "agedachte-
£l®S - e£ancistisch-luisternjke bu-
jier reaaiKanc's ZQU gaan
jjBlen W ,en van de beae'tej
toen de uitvoering vandit
S**"!0?" „„riill! na de bevnjding
zij de sa-
rodra mogelijk na de
smiderktM; dank
oopc Beeld en Spiegelbeeld" (Deel III der „Muider-
ori'p" verzorgd door 3. M. Meulenhoff, Amsterdam).
kring-seflB
Louise's verlangen dan wel een ziel die in
de dood de rust niet kon vinden, omdat hij
het hart zoekt waaraan hij toebehoort. En
toch verloochent Louise hem, als zij uit
felle haat tegen haar zelfzuchtige moeder
maar óók om ééns te bezitten wat een
tekort aan uiterlijk schoon haar onthield
Maman's minnaar tot de hare tracht te ma
ken. Wij vernemen van Louise's beproevin
gen enkel uit haar nagelaten dagboek, dat
de volwassen René alle tederheid van de
liefde, maar ook alle demonie van de haat
onthult, waaraan deze animaal-moedige
ontkwam door een huwelijk met één van
haar pachters. Trek na trek voltooit zich
voor de lezende René beeld en spiegelbeeld:
hij ziet zichzelf; hij ziet in en naast zich de
tweelingbroer Charles; hij herkent in tante
Louise haar tante Marceline, de aan de
familie-eer geofferde, en in hen allen de
oer-grootmoeder Madeleine "beeld en
spiegelbeeld in het seigneuraal kristal, dat
in zijn facetten hard de gloed breekt der
erfzonden. René redt zich, dit alles wetend
en doorschouwend nu, niet als zijn broer
Charles in een huwelijk met de jeugdvrien
din van „La Nantaise" voor hém bestemd
eigenlijk, zoals het kind Patrick bestemd
was voor Louise en toch Toine's geliefde
werd maar hij herneemt het beheer over
het vervallen landgoed, gehoorzamend aan
de onvermijdelijkheid van een levensplicht.
Ik heb deze roman met evenveel beklem
ming als bewondering ge- en herlezen en
ik erken: het is een kranig boek. Deze
toverachtig-bezwerende, rijke, plastische
taal is zo onontkoombaar als het demonisch
familielot waarvan ze vertelt. Ik zie zeker
niet voorbij aan de gebreken: een merk
waardige inzinking in het middendeel (blz.
145-165) een beangstigende nadering tot het
theatrale in de passage blz. 281283, de ge
varen van een al te gecompliceerde compo
sitie, de naar mijn oordeel psychologisch
niet geheel verantwoorde kindergesprek
ken en, vooral, de voor mij onaanvaardbare
vergiftigingsintrige. Maar ondanks dit alles
herhaal ik: het is een indrukwekkend en
ontroerend boek; het is een kranig werk
stuk.
C. J. E. DINAUX.
«rteavoigo* «JAdriaan Brou-
- een vijftal onzer belang
^utröng va alve de reeds genoem-
Htfeuilgevf5* j AI Meulenhoff, P.
-v.* Leopold's U.M.) het
van rpgrk Zo werden dan ach-
»Ed-d de'-De"
- (Leopold s U.M.
- «rSo Boer's „Beeld en
tr&H. M. Meulenhoff) uitge
ef MfMrf werk kent, weet dat hij
ra,Ï.Td' die de één meer, de an-
««l»*" aanstaat, een
c-,rnunder (mu k kan schnjven
rL'n is zeker niet de
«SÏÏSant van zijn kunnen en
ifnin soort zeker waardering,
reroient ijn oude dag voor
rSS wa '-vanzijn „Pallieter" een
^Billijke getuigenis was, een pas-
wtoneel gevonden: de Zuide-
Ütlanden in de jaren der Spaanse
- tijd, waarin spankracht en
lm vurig een ontluikende cul-
ik Jo Boer's nieuwe boek in en-
elfden karakteriseren ik zou zeg-
de roman van het tragische res-
- een thema dat deze krachtig-
gS en toch lyrisch-bewogen auteur,
fnnfvankeliik voor het zintuigelijke,
haar vorige roman „Melancholie der
S on zelfs in vroeger werk
Sare maakte. Dit ressentiment, deze
ongeneeslijke ziekte aan het geluk
Se wrok uit een gevoel van verlam-
5 levensonmacht, vindt bij haar, an-
Lcten in Bordewijk's „Eiken van Dodo-
J'aders ook weer dan bij Van Schendel,
i Wong in het boosaardige, in de zon-
Snnhetvoorgeslacht, die zich wreken
aüüere machten. Overal manifesteren
Jsh als onverbiddelijk noodlot: in de
^---'werking tussen landschap en ziel, in
fcltrhouding van mens tot mens, in de
trsjojlt van één hart.
.Beeld en Spiegelbeeld" is. als biecht van
fa-verslagen eenzaamheid, de roman
Peen harde, wrede wraak, van een oer-
W lot vergelding uit.... liefde: liefde
e verbondenheid met de aristocratische
ï'f van een wijnbouwersgeslacht in het
bi van Anjou. Zij, deze Serrières, hebben
si je stugge zelftucht, waarvoor „dienen"
teren „leven", familietraditie boven liefde,
Mboven verlangen gaat, de ruig-som-
'ta'Miera ontgonnen tot vruchtbare wijn-
Hier stuwt nog de roekeloos-
I («rüende kracht van een sterke voor-
iizünatuur is in deze roman geen bel-
jfcSÉch ornament: de zeewinden ruisen
jeforde melancholieke dennen als fluis-
ferf-warschuwende en bedreigende
P-po uit de nacht van het verleden; de
wèboven de somber-broedende moeras-
ga naven als aan de dood ontkomen ijle
gsten boven duistere bossen; de schel
uwe hemel verstrakt er tot een glazen
223 van het fatum. Temidden van dit
kishap ligt „Les Vignobles", de „estate"
fcSerrières—een landelijk kasteel, waar-
'::beIots, meubels en familieportretten
Ptawele stille, maar dwingende getuigen
::t2S vroeger waardigheid en onvergol-
fe naden. Natuur, huis en de onontkoom-
zt Herbestemming bepalen als in een
kipootschap der vergelding de gedra
gen van wie hier leven: „Maman" An-
Xi weduwe van Vignobles' landheer;
irise, Maman's oudste en sinds Toine's
fejsche dood enige dochter; Toine's nako-
cdingschap: de frêle, in hun décadentie
-st sensitieve, knappe tweeling Charles
cRené. Nauwelijks kan men een „hoofd
toon" onderscheiden. Allen zijn mario-
etten van het Lot. Ze grijpen in elkanders
ta in,, ongewild maar onontkoombaar.
Ei pleegt zijn verraad aan de familie-eer
a aan zijn naasten. En elk boet ervoor:
";san in de vernietigende mislukking
Jï: een ongeoorloofde, late liefde voor een
AP musicus, die mede slachtoffer wordt;
R tweeling René en Charles, kinderen van
ja verval, in het isolement van hun kwel-
«nzaamheid, die zij beeld en spie-
l&sla in elkander herkennen; Louise,
K: trotse en sterke een oerkracht
invaar, maar één die in bittere teder-
aLtweestrjjd uitvecht tussen haar
vrouwelijk verlangen en haar vitale
-Utbaarheid aan het erfgoed der vaderen
7/®®® sponste dat zij bezit: het
K-Sujk zielsverkeer met het kind Patrick.
P goudharige sprookjesprins, bestemd
,voor Louise's vrouwelijlc-schone
tome, sneuvelde. Maar geen in deze
^ï'.an Druïdisch bijgeloof zou weten te
oi deze beminde en vereerde jeugd-
fflythische verbeelding is van
Descartes in Amsterdam. De Franse
ambassadeur heeft Donderdagmiddag op het
Johannes Vermeerplein in Amsterdam een
door de Franse beeldhouwer Puyforcat ver
vaardigd standbeeld van de wijsgeer Descar
tes onthuld. Het monument is van beton
vervaardigd en vertoont strakke lijnen. Op
het voetstuk staat in eenvoudige letters de
naam Descartes.
Cilli Wang naar Engeland. De Neder
landse danseres Cilli Wang vertrekt deze
maand naar Engeland, waar zij gedurende
enkele maanden voorstellingen zal geven.
Tevens zal zij in Londen een televisie-uit
zending verzorgen. Cilli Wang is voorts door
het Festival-comité in Bath uitgenodigd ge
durende een week dagelijks haar „Cilli-
symphonie" te dansen. Haar optreden in Bath
valt samen met de concerten van het Con
certgebouworkest.
VREDE DOOR CORRESPONDENTIE
Dezer dagen is opgericht de afdeling
Haarlem en omstreken van de correspon
dentieclub „Vrede door correspondentie"
(„Vredocor"). Voorzitter is de heer C. N. de
Graaff, secretaresse mej. M. L. Leclerq,
Tuinwijklaan 13.
Het doel van de vereniging is het be
vorderen van vriendschappelijke betrek
kingen en het leggen van een hechte band
tussen de inwonei-s van alle landen der
wereld door middel van correspondentie
mèt en reizen naar het buitenland, alsook
het organiseren van contact-avonden en
gezamenlijke tochten. Gehoopt wordt dat
daardoor een betere verstandhouding ver
kregen wordt tussen de volken. Er moet
een samenwerking groeien voor een ge
meenschappelijk doel: de bevordering van
de vrede.
Vredocor heeft momenteel afdelingen o.a.
in België, Frankrijk, Engeland, Zwitserland,
Italië, Duitsland (alle zones), Polen, U.S.A.,
Canada, Finland, Egypte, Indonesië (ook
militairen), Balkanlanden en Scandianvië.
Scotland Yard om de tuin geleid
Een scène, waarin de dorpsdokter (Lew Ayres) Belinda (Jane Wyman) duidelijk
maakt hoe zij met haar omgeving in contact kan komen.
'i^raine,schele hoofdpijn
jJUKiJESajn ware pijnverdrijvers. f(A.
'elpen dir°nt
da voor Haarlem
ZATERDAG 14 MEI
Uxor:
•De held
9-15 uiTS TiX¥''78^-- 2-00. S
•-'^UöOenofi: "®®^eide jeugd". 14 j„
San Fernando" ,U,r".Spaarne: -De tyran
Frans h?i 2 00- 4-15. 7.00 en
ÏCQ en ÜH e bewaarschool", 18
voor «.T' „Rembrandt: „Een
'«asSZ m alle leeft" 2'00'
•^.««SAGi55IEI
^É^^-P-Midadagg^
16 MEI
l8Sl*W«i«wÖfrte Vereniging
«^•SelnS: Bl05C°ïen:
Het .is niet zo'n alledaags verschijnsel,
dat het in een volle bioscoopzaal zo
stil wordt, zo muisstil, dat de stilte soms
hoorbaar is in het gedempt snorren van de
projectiespoelen.
Dat wonder doet zich thans middag aan
middag, avond aan avond voor in de
theaters, waar de film „Johnny Belinda"
wordt gedraaid en het is het gebarenspel
van de jeugdige Jane Wyman dat het be
werkstelligt.
In „Johnny Belinda" wordt de geschie
denis verteld van een doofstom Canadees
meisje, dat volgens haar gebrek door haar
omgeving onveranderlijk wordt aangeduid
als „De 3-cmme".
De dorpsdokter, die zo'n
j pii beetje liefhebbert in de
tril m I grondslagen van het onder-
i A"** wjjs aan doofstommen, zo-
s als die door de achttïendé
eeuwse Franse abt de l'Epée wei-den ge
legd, trekt zich haar lot aan en bouwt
met nimmer aflatend geduld een conver
satie-methode op, waardoor Belinda, die
altijd als een verschoppeling terzijde heeft
gestaan, langzaam maar zeker opgenomen
wordt in de kring van het kleine gezin
waartoe zij behoort.
Het is vooral dit gedeelte van „Johnny
Belinda", dat het bestuur van de Neder
landse Filmclub aanleiding heeft gegeven
dit product van Warner Bros met het
praedicaat „Film van de maand" te onder
scheiden, een beslissing die volkomen ge
rechtvaardigd is. Want nog nooit zag men
een actrice met haar handen als uitsluitend
hulpmiddel zakelijke woorden en gedach
ten op zulk een ontroerende wijze tot
zichtbare poëzie doen worden.
Begrippen als „groeien", „liefde", „moe
der", „afscheid" ziet men door dit eerst
aarzelende, dan ineens vol overtuiging
opbloeiende gebarenspel levend worden
op een wijze, die ons bewust doet zijn
hoe deze woorden door een achteloos ge
bruik maar al te vaak inhoudsloos en af
gesleten zijn geworden. Een bevestiging
tevens van het feit, dat een lichaamsge
brek niet altijd een belemmering voor het
genieten van het leven behoeft te zijn,
doch de poort kan vormen, waardoor ons
bestaan een rijkere inhoud krijgt.
De gebarentaal van Jane Wyman is een
overgegeven dichten, een zinrijke om
schrijving met armen, handen en vingers
van mensen, dieren, dingen en begrippen
uit de ons omringende wereld.
Welk een prestatie dit is, kan men wel
licht het best afmeten naar de wijze, waar
op een verstrooiing zoekend bioscoop
publiek pleegt te reageren op films, die
buiten het kader van de eigen levensge
woonte vallen. Men denke bijvoorbeeld
aan de documentatie over de zeden en
gewoonten der Oosterse volken, die vaak
slechts de lachlust van de toeschouwers
kunnen opwekken.
Wij zijn er van overtuigd, dat, indien
Jane Wyman haar taak ook maar iets
meer materieel, dus als een nabootsen
zonder meer had beschouwd, „Johnny
Belinda" alle kans had gelopen een draak
te worden. Want de producenten hebben
gemeend niet buiten het traditionele
element „spanning" te kunnen, zodat
Belinda onteerd moet worden door de
man, die haar later van haar kind
tracht te beroven. Daar zij dit ver
hindert door hem neer te schieten, kan
de film met een rechtzaal-scène eindigen,
waarin de ontknoping van het drama tot
stand komt. Dat dit grove slot een gewel
dige anti-climax vormt, behoeft geen
nader betoog. Bovendien kan men er blijk
baar niet onderuit Belinda in haar ge
barentaal bij het lijk van. haar door haar
belager vermoorde vader het „Onze Vader"
te laten bidden: een scène, die ter wille van
het effect werd ingelast. Daarentegen is
de inleiding, die een documentair karakter
draagt, niet zonder succes op de Engelse
voorbeelden van de Archers" geïnspi
reerd. Regisseur Negulescu heeft - hoogst
waarschijnlijk eveneens naar Brits model
- meer landschaps-opnamen gemaakt dan
in Hollywood in zwang is, zodat dit werk
door een verkwikkend frisse sfeer wordt
sekenmerkt. Daartoe werkt ook de zin der
vervaardigers voor een eerlijke weergeving
van de realiteit mee: we blijven dus ver
stoken van de tegenstelling tussen film-
kledij en de eisen, die de praktijk van de
landbouw stelt. Ook de gezichtsuitdruk
kingen van de overige medespelenden wor
den bepaald door de harde strijd om het
bestaan die de boeren en vissers van het
ruige Canadese land hebben te voeren.
Met het even idyllische als onjuiste „Hoe
genoeglijk rolt het leven des gerusten
landmans heen" wordt hier wel definitief
afgerekend. Doch al deze regie-détails
doen weinig ter zake, omdat de van elke
sentimentaliteit gespeende creatie van de
heldin de film van begin tot einde be
heerst. Jane Wyman kreeg wegens deze
rol de Academy-Award, de hoogste "onder
scheiding die haar ten deel kon vallen.
J. H. B.
Julius Katchen solist op Brahms-
concert der H.O.V.
Het vierde concert van de Meester Serie
is gewijd aan werken van Joh. Brahms en
zal op Dinsdag 17 Mei plaats vinden. Het
concert staat ditmaal onder leiding van
Marinus Adam.
Behalve de Akademische Festouverture
waarmede geopend zal worden en de Sym
phonie no. 1, die tot besluit zal worden
uitgevoerd, zal het pianoconcert no. 2 ten
gehore worden gebracht, met als solist de
Amerikaanse pianist Julius Katchen. Hoe
wel deze pianist eerst 22 jaar oud is, heeft
hij zich in korte tijd een wereldreputatie
weten te verwerven. Reeds op 20-jarige
leeftijd trad hij met de grootste Ameri
kaanse en. Europese symphonie-orkesten
op. In ons land deed de kunstenaar zich
voor het eerst horen in Februari 1948. Hij
oogstte hiermede zulk een sensationeel
succes, dat dadelijk van alle kanten aan
vragen binnenstroomden. In alle belang
rijke muziekcentra van ons land heeft men
Julius Katchen kunnen horen; ook in Haar
lem heeft hij enige maanden geleden een
recital gegeven, doch dit is de eerste maal,
dat hij met de H.O.V. zal optreden.
Gouden koets gaat
door Nederland varen
De Koningin heeft toestemming gegeven
om de gouden koets in een varende ten
toonstelling op te nemen. Op 25 Mei zal
deze expositie te Middelburg officieel wor
den geopend.
Een hoge „Kempenaar", een binnenschip,
dat door de particuliere rijnvaartcentrale
beschikbaar is gesteld, zal tot half Augus
tus met de gouden koets, de crème calèche,
vitrines met harnassementen en uniformen
door de Nederlandse binnenwateren varen.
Het schip is geheel verbouwd en voorzien
van electrisch licht en een brandbeveili
gingsinstallatie. Een sleepboot zal de ten
toonstelling van plaats tot plaats brengen.
In vele plaatsen des lands, die aan vol
doende breed vaarwater liggen, zal men
gelegenheid hebben de koetsen en alles
wat erbij behoort te bezichtigen.
Deze varende tentoonstelling heeft een
tweeledig doel. In de eerste plaats .wordt
hiermee een wens vervuld van vele tien
duizenden, die tot dusver niet in de gele
genheid waren de gouden koets te zien.
Voorts hoopt men er een belangrijk sociaal
doel mee te dienen. De opbrengst komt ten
goede aan het Koningin Julianafonds ter
bevordering van maatschappelijk werk.
Ook de baten van de verkoop van een ge-
illustreerde beschrijving van de koets ko
men aan deze instelling ten goede. Dit fonds
steunt maatschappelijke instellingen, die in
tijdelijke financiële moeilijkheden verkeren.
De „Kempenaar" met zijn gouden pas
sagier begint op 25 Mei zijn tocht in Mid
delburg. Via Zeeuws Vlaanderen gaat de
tocht door Brabant, Limburg, Gelderland
en Overijssel. In Drente kan waarschijnlijk
alleen Meppel worden aangedaan. Friesland
en Groningen worden doorkruist, waarna
via Den Helder enige Noordhollandse plaat
sen worden bezocht.
(Van onze correspondent te Londen)
Sidney Stanley, de hoofdgetuige in het
onderzoek van het speciale hof naar de
gedragingen van de inmiddels afgetreden
en tot zijn oude beroep van spoorwegklerk
teruggekeerde onderminister van Handel,
John Belcfi'er, en enige andere openbare
figuren, heeft het klaar gespeeld de pu
blieke aandacht maandenlang gevangen te
houden.
De regering besloot Stanley, die als
„contactman" ambtenaren trachtte om te
kopen door whisky, sigaren, lekkere maal
tijden en dure pakken, als ongewenst
vreemdeling het land uit te zetten. Maar
dat zou pas gebeuren nadat Stanley de re
gering het naadje van de kous zou hebben
verteld hoe hij en andere „tussenpersonen"
nu eigenlijk te werk gingen. Een bijzondere
commissie werd voor dit doel benoemd.
Inmiddels moest Stanley zich elke dag bij
de politie melden. Hij hield dit een aantal
weken vol en schreef in die tijd een reeks
artikelen over zijn leven, waarvoor een
sensatieblad hem maar eventjes 100.000
betaalde. De justitie was er echter als de
kippen bij om dit bedrag in beslag te ne
men, teneinde crediteuren, die hem jaren
geleden failliet lieten verklaren, af te be
talen. Een kwart van Stanley's schuld was
daarmee van de baan. Op een goede dag
was de vogel echter gevlogen, nadat Polen,
vanwaar hij als kind naar Engeland was
gekomen, verklaard had niets voor hem te
voelen. De Engelse regering had hem na
melijk achter het IJzeren Gordijn willen
wegwerken.
Naar Israel.
Het was duidelijk, dat Stanley op weg
was naar Israel, want hij had openlijk toe
lating in dat land gevraagd. De Israëli
sche regering weigerde aanvankelijk, waar
na zijn advocaat in Tel Aviv hem aanried
het illegaal te proberen. Tenslotte kwam
de toestemming echter toch nog af. Juri
disch scheen het onmogelijk te zijn Stanley
te weigeren, omdat hij zich in feite niet
aan enig strafbaar feit had schuldig
maakt. Immers de Engelse justitie liet hem
ongemoeid, behalve, dat hij als bankroet
vreemdeling werd uitgewezen. Men kan
zeggen, dat Stanley een gladde jongen is,
doch zeker is hij geen misdadiger. Ware
hij het geweest, dan zou de Israëlische
regering hem zeker de voet dwars gezet
hebben, want hem met open armen ont
vangen, enkel omdat hij van Joodse bloede
is, zou haar alleen maar compromitteren.
Bewondering.
Het moet worden gezegd, dat Stanley bij
het grote publiek in Engeland het tegen
deel van weerzin heeft opgewekt. Hij deed
zich kennen als een charmant en joviaal
man, tegen wiens gewiekstheid de hoogste
autoriteiten het moesten afleggen. Dat
wekte een zekere mate van bewondering.
Men had eerder verachting voor degenen,
die vatbaar bleken voor Stanley's verlei
delijke omgang en zijn aanbiedingen, dan
voor de slimme vos zelf.
Men beschouwde hem als de held van
een ongekend spannend filmscenario. Dat
verhaal is nog steeds niet ten einde. Stanley
heeft de autoriteiten opnieuw beet gehad,
doordat hij nu weer Scotland Yard in zijn
hemd zette. Eerst ging er een gehuil op.
dat Stanley het land uit moest. Toen hij
eindelijk verdwenen was, klonk een nieuw
KAPOKMATRASSEN
gevuld met 36 POND onvermengde
JAVAKAPOK. Een keurcollectie
prima Vz linnen damasten.
HET BESTE VAN HET BESTE
2-pers. 3-delig »c
met 2 kussens
46 jaar beddenreputatie
Nadat wij Jan van Scorel in zijn „Doop
van Christus" hebben leren kennen als de
eerste Noord-Nederlandse Romanist, zien
wij hem thans in zijn „Jeruzalemvaarders"
als mede-grondlegger van het voor deze
landen zo karakteristieke groepportret.
Deze twee verschijningsvormen van zijn
kunst behelzen een duidelijke tegenstel
ling: herkennen we in het décor en de
figuren der gewijde historie de „regie" van
de grote meesters van het Renaissancisti
sche Italië, de Jeruzalemvaarders zijn stuk
voor stuk de gelukkige vertegenwoordigers
van de gans eigen portretkunst dezer lan
den, waar - de Zuidelijke Nederlanden in
cluis - de portrettisten zich ongeveer een
eeuw lang meesters hadden getoond in dc
gelaatsanalyse. Zo verzekerde Jan van
Scorel, evenals de vroege beoefenaars van
het Amsterdamse groepportret, dit genre
reeds in zijn eerste stadium het zuiver in
heemse karakter, dat het tot ongeveer 1830
zou bewaren, zij het dan met uitzondering
van de 18e eeuw, toen de Franse mode zich
ook liet gelden in het Hollandse regenten
stuk.
De oplossing die Scorel hier gaf aan het
probleem der groep-schildering komt ge
heel overeen met die, waarmee ook de
schilders van het Amsterdamse schutters
stuk zich aanvankelijk vergenoegden. Door
de geportretteerden op een rij te plaatsen
werd op de meest eenvoudige manier uit
voering gegeven aan de zware opdracht,
die - prozaïsch als zij was - weinig gele
genheid bood tot ontplooiing der fantasie.
Toch zou Frans Hals 113 jaar later in zijn
Regenten van het St. Elisabethsgasthuis,
en Rembrandt 134 jaar later in zijn Staal
meesters in dit prozaïsche portret-genre de
hoogste triomfen behalen der schilderkunst
aller tijden en landen! Moge dus ook
Scorels mise-en-scène nog als een vrij pri
mitieve oplossing worden beschouwd, toch
is zijn stereotiepe groepering „in het gelid"
zinrijker dan zij het is in de eerste schut
tersstukken zijner Amsterdamse confra
ters, omdat hij zijn opdrachtgevers moest
vereeuwigen terwijl zij als leden van de
.Ridderlijke Broederschap van den Heil-
gen Lande" twee aan twee, met de palmen
van Jericho in de hand, deelnamen aan de
Algemene Palmprocessie die op Palm
zondag van de Bavo uit over het „Sant"
(de huidige markt) trok. bij de viering van
het gildefeest. De knecht van het Gilde
gaat vooraan, de afbeelding van het Heilig
Graf als symbool der Broederschap voor
hen uitdragend. Heeft Scorel zich het
Jan van Scorel (14951562). Portretten
van twaalf leden der Jeruzalem-Broeder-
schap te Haarlem. Geschilderd
omsteeks 1528.
Wij herinneren aan de rondleiding die
elke Woensdagmiddag (om half drie) in
het Frans Halsmuseum gehouden wordt.
De deelnemers betalen slechts de ge
wone toegangsprijs van f 0.25.
schilderachtig aspect van een processie
„ten voeten uit" laten ontglippen ten be
hoeve van een louter symbolische opvatting
der ceremonie, waarbij concrete portret
tering de eis geweest zal zijn zijner op
drachtgevers, in deze beeltenissen treft ons
dan ook de volle kracht van de gedegen
portretkunst, waarvan zoeven sprake was.
Aan de deelnemers wordt juist zoveel
ruimte gelaten om hun geslachtswapens
boven het hoofd te voeren, terwijl handên
en gebaren alsmede het bevangen zijn door
de devote sfeer nog kenmerken zijn van de
traditionele portretten op de retabels der
primitieven. Individueler karakterisering
verraadt echter het gloren der Hollandse
Renaissance, terwijl nadrukkelijker tegen
stelling tussen licht en schaduw de plasti
citeit der stoere koppen versterkt.
Twee leden der Broederschap onder
scheiden zich door hun superplie (linnen
koorhemd, gedragen bij de Katholieke ere
dienst) als geestelijken. Eén van hen,
derde figuur van rechts, is de schilder zelf.
In bijgevoegd vers noemt hij zich „Cano
nic (Kanunnik) t'Utrecht tot Sinte Marien"
met vermelding van het jaar waarin hij
Jeruzalem bezocht (1520).
H. P. BAARD
Sydney Stanley
gehuil, omdat hij geen spoor had achterge
laten. Met een jacht slaagde hij er in via
de drukke badplaats Ramsgate te eclip
seren naar Duinkerken. Het mooiste was,
dat hij op het vliegveld in Parijs met don
kere bril en een aangemeten snorretje
tussen de reporters zijn eigen door recher
cheurs omzwermde vrouw stond te inter
viewen, die even uit Londen was overge
waaid.
Revanche?
Is het alleen om revanche te nemen dat
Stanley bij zijn aankomst in Palestina met
de publicatie dreigt van een boek, dat
verschillende Engelse ministers zou laten
tuimelen, omdat zij zich in veel erger mate
dan Belcher zouden hebben gecompromit
teerd? Zo krijgen de conservatieven er een
waarschijnlijk niet helemaal ongewenste
bondgenoot bij. Zij hebben tenslotte zelf de
hele zaak aan het rollen gebracht.
Opbrengst Kinderzegels in 1948
ruim een half millioen
De kinderpostzegelactie 1948 heeft naar
thans bekend wordt ruim twee ton meer
opgebracht dan het jaar daarvoor. In 1947
waren de baten voor het kind f 362.360,48,
doch 1948 leverde een bedrag van
f 565.729,84 op.
Het „rijdend postkantoor" maakte een
triomftocht door het land; het personeel
kwam handen tc kort. In honderden plaat
sen trokken ijverige comité-leden er op uit
om zegels en prentbriefkaarten aan de man
te brengen. Wekenlang stonden op vele
postkantoren de bekende „stands", bezet
door steeds actieve verkoopsters. Tiendui
zenden leerlingen werkten mee en uit alle
hoeken van het land kwamen inzendingen
op de St. Nicolaas-luisterwedstrijd binnen.
In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en
Groningen verzamelde de schooljeugd be
stellingen op Kinderzegels - de plaatselijke
comités kregen er nachtmerries van: het
enthousiasme van de jeugd en het onder
wijzend personeel was totaal onderschat
en de uitvoering der duizenden bestel
lingen (in Amsterdam alleen 180.000!)
vormde een bijna onoplosbaar probleem.
Maar de zegels wérden bezorgd! Ook hier
bij speelde de jeugd een belangrijke rol.
Kerstvacantie en vrije middagen werden
spontaan opgeofferd - de Kinderzegels
kwamen waar ze waren besteld.
Voor wie van cijfers houdt: er werden
verkocht: 5.045.054 zegels van 2 ct (bijslag
2 ct.), overwaarde 100.901.08; 1.369.704
zegels van 5 cent (bijslag 3 cent) over
waarde f 41.091,12; 1.959.618 zegels van 6
cent (bijslag 4 ct.) overwaarde f 78.384,72;
4.879.276 zegels van 10 cent (bijslag 5 ct.)
overwaarde f 243.963,80: 1.267.364 zegels
van 20 cent (bijslag 8 cent) overwaarde
f 101.389.12. Totaal „Voor het Kind"
f 565.729,84.
In elke Nederlandse huishoud-portemon-
riaie tellen de centen en dubbeltjes weer
mee en op de offervaardigheid van het pu
bliek wordt in steeds toenemende mate
een beroep gedaan. Met grote dankbaar
heid mag daarom worden vastgesteld dat
het Nederlandse volle voor zijn „misdeelde
jeugd" nog altijd véél over heeft. Dat het
dit ook in de volgende Kinderzegel-actie
weer bewijzen mag, want het jaarlijkse
tekort der Kindertehuizen bedraagt nog
altijd enige millioenen guldens.
Toegevoegde verdedigers
krijgen vergoeding
In staatsblad J 190 is opgenomen een
besluit tot het in werking doen treden en
ter uitvoering van de artikelen 48 en 49
van het Wetboek van Strafvordering, be
treffende toekenning van een toelage aan
toegevoegde raadslieden.
Krachtens dit besluit wordt aan advo
caten. die aan verdachten als raadsman
zijn toegevoegd, voor iedere verdachte die
zij ter terechtzitting hebben bijgestaan een
toelage toegekend, als beloning voor de
verleende bijstand en als vergoeding van
de noodzakelijk gemaakte onkosten.
Het bedrag van de toelage (ten hoogste
50,wordt voor elk geval bepaald door
de voorzitter van het college, voor hetwelk
de zaak dient. Deze baseert zijn beslissing
op de door de raadsman in te dienen de
claratie.
Dit besluit treedt 1 Januari 1950 in
werking.
TELEURSTELLING VOOR
KAALHOOFDIGEN
Op een in Den Haag gehouden, bijeen
komst, georganiseerd door het Nederlands
Genootschap voor Jlaarhygiène, heeft de
heer C. L. A. van Uden uit Sneek een
lezing gehouden over de bestrijding van
haaruitval. Hij besprak daarbij ook de
„uitvinding" tegen kaalhoofdigheid van de
kapper in Een, Drente, welke hij kwak
zalverij noemde. Hij had in opdracht van
het genootschap een onderzoek ter plaatse
ingesteld en daarbij wonderlijke ervaringen
opgedaan, doch, volgens een verslag in de
..Haagse Courant" geen geval aangetroffen
van haargroei op een kaal hoofd. Alleen
die personen, bij wie de haren spontaan
terug komen, zoals bij „alopecia areata",
kregen weer haar. Maar daarvoor hadden
die lieden niet naar Een behoeven te rei
zen. daar in dergelijke gevallen de haren
altijd terug komen, ook al doet men er niets
aan, aldus de heer Van Uden.
De Nederlandse Bank deelt mede. dat
er geen zekerheid bestaat, dat de toewijzing
van reisdeviezen voor Frankrijk zal volgen
binnen een week nadat de aanvrage is in
gediend