Alleen de Communisten stemden
tegen het Atlantisch Pact
Lages wijst verantwoordelijkheid
voor de dood van Hannie Schaft af
Minister Stikker belicht aspecten
van het Duitse vraagstuk
Een vage herinnering
WoensiJag 20 Juli 1949
TWEEDE KAMER
Commissie Oorlogspleeg
kinderen wordt opgeheven
Van onze parlementaire redacteur)
Alleen de communisten stemden tegen
goedkeuring van de bekrachtiging van het
Noord-Atlantisch Verdrag. Zodoende ging
dit er met 657 door.
Minister Stikker was het niet eens met
de communistische voorstelling van zaken.
In de eerste plaats betoogde hij, dat juist
tengevolge van de belemmeringen door
Rusland, onder meer door het misbruiken
van het vetorecht, aan een doeltreffende
werking van de organisatie van de Ver
enigde Volken in de weg gelegd, de nood
zaak was ontstaan om te komen tot het
nieuwe pact. Voorts zette hij uiteen, dat dit
volkomen in overeenstemming was met het
Handvest en een louter verdedigend karak
ter had. Hij onderstreepte, dat er van een
aan de leiband lopen van Amerika geen
sprake was. Toen de landen van het Ver
drag van Brussel zich met de nadere rege
ling met het oog op militaire voorbereiding
voor de veiligheid van West-Europa gin
gen bezig houden, hebben zij zich terstond
tot Amerika gewend, vooral ook omdat zij
er zich ter dege van bewust zijn, dat de
door hen gewenste beveiliging, gelijk ook
in het verleden bewezen is, slechts te ver
krijgen valt door het betrekken van Ame
rika in de .daarvoor nodige samenwerking.
Wanneer straks nog andere landen tot
het verdrag zouden willen toetreden zullen
de parlementen van de verdragsstaten ge
legenheid krijgen een dergelijke toetreding
te bekrachtigen. Aldus wordt er dus zorg
voor gedragen, dat de invloed van de volks
vertegenwoordigingen in deze aangelegen
heid zo groot mogelijk zal zijn. Minister
Stikker zegde bovendien nog eens toe voor
nauw overleg met de Kamer en dan in het
bijzonder met de commissie van Buiten
landse Zaken zorg te zullen dragen.
Onomwonden gaf de bewindsman te ken
nen, dat ingeval Nederland door moeilijk'
heden, welke het met betrekking tot Indo.
nesië ondervindt als gevolg van ongerecht
vaardigde tegenwerkende maatregelen van
„bevriende" landen, op een gegeven ogen
blik minder voor de samenwerking onder
het Atlantisch Verdrag zou kunnen bijdra
gen dan anders het geval ware geweest, de
blaam hiervoor zal rusten op bedoelde lan
den. Met andere woorden, hier keerde hij
zich speciaal nog eens tegen het Amerikaan
se en Engelse embargo op uitvoer van wa
pens naar Nederland en bestemd voor orde
handhaving in Indonesië. Op den duur zijn,
zo voegde hij er aan toe, afwijkingen in de
Noord-Atlantische gemeenschap van deze
aard tussen werkelijk verbondenen niet
denkbaar en de regering zou daartegen dan
ook blijven opkomen. Natuurlijk was thans
ook de heer Welter in dit opzicht volkomen
voldaan. Hij slikte de voor hem blijkbaar
bittere pil, dat de regering op het ogenblik
voor toetreding van Franco-Spanje niets
voelt.
Oorlogspleegkinderen.
De verdere middag was gewijd aan een
debat naar aanleiding van het wetsontwerp
tot opheffing van het Besluit Oorlogspleeg
kinderen. In hoofdzaak zijn het, vooral ten
gevolge van de stelselmatig door de bezetter
toegepaste uitroeiing van Joodse Nederlan
ders, kinderen van Joodse ouders geweest,
waaraan de Commissie Oorlogspleegkinde
ren haar aandacht heeft moeten geven. De
Commissie bestond in meerderheid uit niet-
Joden, een door mr. Stokvis (Comm.) ge
laakte fout. Tussen de Joodse leden viel
overigens nog verschil van opvatting waar
te nemen, doordat er een groep was, die
indertijd heeft geklaagd over het onvol
doende rekening houden door de meerder
heid der Commissie met het beginsel, dat
in het algemeen Joodse kinderen, als daar
toe een goede mogelijkheid bestond, weer
in een Joodse omgeving opgevoed dienden
te worden. Volgens verschillende sprekers,
zoals onder meer dr. BruinsSlot (A.R.)
zou die groep echter de zaak dikwijls te
eenzijdig hebben gezien. Minister Wijers
betoogde, dat het belang van het kind op de
voorgrond moet staan zowel bij de advie
zen over de keuze van voogdij als bij de
door de rechter uiteindelijk te vellen be
slissingen. Volgens hem had de rechter te
recht dat beginsel als uitgangspunt geno
men. Nu de Commissie Oorlogspleegkinde
ren gaat verdwijnen zijn er nog 359 geval
len, waarin over de voogdij beslist zal moe
ten worden. De Amsterdamse Voogdijraad
zal dan adviseren. Zowel mr. Stokvis
(Comm.) als mej. mr. Tendeloo (Arbeid)
wilden met het oog op deze 359 gevallen
tijdelijke uitbreiding met- enige Joodse le
den, aangezien die dikwijls beter de ver
schillende vragen kunnen beoordelen,welke
hier beantwoord moeten worden. Maar mi
nister Wijers vond zulks niet noodzakelijk.
Tenslotte zag hij het wetsontwerp zonder
hoofdelijke stemming aangenomen, nadat
hij nog eens nadrukkelijk op allen een be
roep had gedaan om vertrouwen te hebben
in wat tenslotte de rechter zal beslissen.
Dat er zich in deze aangelegenheid dikwijls
zeer tragische conflicten hebben voorge
daan, is niet te loochenen. Intussen meende
minister Wijers en deze mening bleken
vrijwel alle sprekers te delen, dat als regel
de Commissie goed werk had gedaan. Een
zienswijze, die blijkens een onlangs te Am
sterdam gehouden protestvergadering en
blijkens verschillende publicaties in Joodse
weekbladen geenszins door iedereen ge
deeld wordt. Doch de bezwaarden, zo heet
te het gisteren in het Kamerdebat, lieten
zich dikwijls onwillekeurig toch meer door
hun bijzondere groepsgevoelens leiden dan
door een nuchter afwegen van het voor en
tegen van eventuele opneming van Joodse
kinderen in niet-Joodse gezinnen.
Bankbiljettencirculatie
is opnieuw gedaald
Uit de verkorte balans van de Neder
landse Bank per 18 Juli blijkt nog niet, dat
de 240 millioen uit de speciale Marshall
rekening is overgeboekt naar de rekening
van 's rijks schatkist. Dit bedrag is vrij
gegeven voor de financiering van vier be
langrijke wederopbouwprojecten hier te
lande.
De vorderingen op het buitenland ver
tonen enige vrij sterke verschuivingen, die
resulteren in een versterking der deviezen-
portefeuille met 5 millioen. Daarentegen
zijn de vorderingen in guldens met 9 mil
lioen afgenomen, doch de crediteuren in
vreemde geldsoort met niet minder dan
ƒ51 millioen verminderd, zodat op deze
post slechts 9 millioen resteert. De biljet-
tencirculatie is voor de tweede keer deze
maand ingekrompen en wel tot 2966
millioen.
De ex-N.S.B.-burgemeester van Gro
ningen, P. T., is veroordeeld tot zeven jaar
internering en verbeurdverklaring van
10.000.—.
Er was een bevel
van de „Befehlshaber"
Bij de Dinsdag voortgezette behandeling
van de zaak tegen de voormalige chef van
de Sicherheitspolizei in Amsterdam, Willy
Lages. besprak de president van het Bijzon
dere Gerechtshof, prof. Van Hamel, met de
verdachte en zijn vroegere ondergeschikten
Albers, Viebahn, Schmitz en Viermann uit
voerig de executies van Nederlanders in
Amsterdam, Schermer en Abbenes. In
Zaandijk werden vier mannen doodgescho
ten, omdat in die gemeente Amerikaanse
parachutisten verborgen werden gehouden.
President: „Was er iemand bij die iets
met deze Amerikaanse parachutisten te
maken had?"
Viermann: „Een van hen had meen ik
een Amerikaanse piloot begroet, toen deze
neerkwam."
President: „Is dat een reden om iemand
dood te schieten?"
Viermann: „Ja, ik geloof van wel."
De president hield Lages voor, dat hij
verantwoordelijk wordt gesteld voor de
dood van 372 Nederlanders.
Lages en de getuigen beweerden, dat voor
het fusilleren van arrestanten altijd een op
dracht van Rauter noodzakelijk was.
President: „Er zijn talloze volkomen on-
schuldigen doodgeschoten en zelfs als we
eens aannemen, dat voor iedere fusillade
een bevel van Rauter'kwam, dan wil ik u
toch' zeggen: met zulk werk houdt men op
politiebeambte te zijn. Met zulk werk wordt
men een beulsknecht!"
Lages zeide, dat hij het als Duits militair
in deze oorlog zijn plicht had geacht ook
het vuile werk op te knappen, „want dat
was militair noodzakelijk." Hij hield echter
vol, dat nimmer illegale werkers waren
doodgeschoten die dat naar Duitse opvat
tingen niet hadden verdiend.
President: „In vele gevallen zijn onschul-
digen doodgeschoten in geheel andere plaat
sen dan die. waar de illegaliteit een aanslag
had gepleegd! Dat wekt bij mij de indruk
dat er maar in het wilde weg werd gescho
ten."
Lages wordt kwaad.
Lages wond zich hevig op toen de fusil
lering van Hannie Schaft ter sprake kwam
en „Obersturmbannfuehrer" Kohlitz, die
als stafofficier was toegevoegd aan gene
raal Schöngarth, als getuige verklaarde
zich niet te kunnen herinneren Lages op
dracht te hebben gegeven het meisje te
laten doodschieten.
„Vier jaar lang heb ik getracht in tal
loze zaken de waarheid te zeggen" riep
Lages uit. „Ik heb nimmer getracht iets te
verzwijgen en ik betreur het ten zeerste,
dat voor deze Nederlandse rechtbank een
van mijn meerderen, een hooggeplaatst staf
officier, de verantwoordelijkheid voor het
doodschieten van een vrouw thans op mij
wil afschuiven en daarbij opzettelijk staat
te liegen. Ik sta hier terecht onder beschul
diging van misdaden van het zwaarste ge
halte, maar ik ontken de schuld aan de
dood van Hannie Schaft."
Lages verklaarde verder (hetgeen door
een schriftelijke verklaring van Schreieder
werd bevestigd) dat hij het juist geweest
was, die zich in een telefoongesprek met
Kohlitz ten zeerste tegen het doodschieten
van een vrouw had verzet. In het proces
verbaal stond dat Kohlitz gezegd zou heb
ben: „Lages wordt ook al week."
Hannie Schaft, zo verklaarde „Kriminal-
sekretar" Rühl, werd in April 1945 in Haar
lem door de „Feldgendarmerie" bij een
razzia op straat gearresteerd, toen zij een
met scherpe patronen geladen pistool en
communistische vlugschriften bij zich
droeg. Tegenover Rühl had zij toegegeven
deelgenomen te hebben aan een vijftal aan
slagen op S D-politiebeambten.
President: „U meent nu wel, verdachte,
dat dit alles in uw voordeel pleit, maar u
bent toch in. de zaak blijven roeren. Als u
er niets aan had gedaan, dan zou het mis
schien beter met haar zijn afgelopen."
Lages: „Misschien vloeit dat voort uit
mijn nauwgezette plichtsgevoel. Bovendien
had ik nimmer verwacht, dat er van de
„Befehlshaber" een bevel zou komen haar
ter dood te brengen."
In de loop van de middag daalde de
publieke belangstelling voor dit proces en
toen de president tegen zeven uur de zit
ting verdaagde, was er niemand meer op
de publieke tribune.
Vandaag is de zitting voortgezet met de
behandeling van de „Silbertanne"-moor-
den.
Na het eten van gebraden vlees, dat een
week oud was, is een inwoner van Wete
ringen in een ziekenhuis te Delft overleden.
Zijn echtgenote, die eveneens in het zieken
huis is opgenomen, verkeert in zorgwekkende
toestand.
Lages voor zijn rechters.
Houtworm
De Plantenziektenkundige Dienst
constateert, dat in ons land een
ernstige plaag van houtworm
heerst en beveelt middelen aan
ter bestrijding.
De houtworm is een heel vreemd dier,
Bij voorkeur wil 't zijn leven slijten,
(En naar men aanneemt met plezier)
Met alsmaar op een houtje bijten.
Als hij 't op eigen houtje deed
Dan kon het ons zoveel niet schelen,
Maar hij kiest hout, zoals u weet,
Van u en mij en nog zo velen.
Voordat de houtworm kever wordt
En dat duurt wel een aantal dagen,
Vermeit hij zich in deze sport
Klaarblijkelijk om ons te plagen.
Niet alle hout is wormenhout,
Soms is het een te hartig hapje,
Maar houtworm die van hout veel houdt
Zal niet kieskeurig zijn, dat snap je.
Tegen zo'n houtbewerking is
Een wormkoekje niet opgewassen,
Bij 't eten loopt het voor hem mis,
Maar hoe is 't op hem toe te passen.
Wie terpentijn in 't gaatje spuit
En ieder ander gaatje tevens,
Die wurmt de wurmen er wel uit,
Ten koste van hun wurmenlevens.
t Is vreemd toch, dat wormstekig hout
Als echt antiek wordt uitgekozen
Maar wil men nieuw hout en geen oud,
Dan zijn de wormen uit den boze.
Een houtworm die er niet meer is
Wordt als het ware aangebeden,
Met verf en boenwas en vernis
Wordt fel de worm die leeft bestreden.
P. GASUS.
De regering neemt krachtig stelling tegen autarkische
tendenzen die het handelsverkeer belemmeren.
De minister van Buitenlandse Zaken
heeft de Tweede Kamer een nota doen
toekomen over de stand van zaken met
betrekking tot het Duitse vraagstuk.
Minister Stikker schrijft onder meer dat
het reeds spoedig na de onvoorwaardlijke
overgave van Duitsland duidelijk werd,
dat de totale verliezen, die de economie van
dit land tengevolge van de oorlog geleden
had, zo groot waren dat redelijke schade
vergoeding door herstelbetalingen uitge
sloten geacht moest worden. Om Nederland
toch in staat te stellen zijn nationale wel
vaart enigszins te herstellen, maakte de
regering in haar memorandum van 5 No
vember 1946 een aantal territoriale en eco
nomische eisen kenbaar. Hoofddoel daarbij
was het scheppen van afdoende waarborgen
ter verzekering van vrede en veiligheid
enerzijds en van het herstel van het eco
nomische leven anderzijds. Mede tenge
volge van de veranderingen in het gealli
eerde beleid ten aanzien van Duitsland
meent de Nederlandse regering dat de
schadevergoeding, welke uiteindelijk ver
kregen zal worden slechts een uiterst ge
ringe bijdrage zal vormen tot herstel der
nationale volkshuishouding. Deze zal bo
vendien pas worden ontvangen op een
ogenblik, dat die economie op eigen krach
ten reeds goeddeels is hersteld, zodat daar
van een -veel geringere invloed, zal uitgaan,
dan wanneer de verwachte schadevergoe
ding eerder was verkregen.
Op twee manieren streeft de regering
naar waarborgen tegen hernieuwde Duitse
aggressie: in de eerste plaats voor sluiting
van regionale overeenkomsten, welke mede
ten doel hebben de veiligheid der deel
nemende landen te verzekeren en in de
tweede plaats door het opleggen aan Duits
land van bepaalde noodzakelijk geachte
besprekingen. Zij acht het noodzakelijk, dat
Nederland vertegenwoordigd zal zijn in het
orgaan, dat na totstandkoming van een
vredesverdrag de taak van het militaire
veiligheidsorgaan zal overnemen
In bevordering van de Europese samen
werking ziet de regering een van de voor
naamste middelen om tot oplossing van
het Duitse vraagstuk te geraken Daarom
juist zal men het herstel van het geeste
lijke en culturele leven in Duitsland trach
ten te bevorderen, omdat het welslagen
van de democratische staatinstellingen
daarvan afhankelijk is. Herstel van de
economische banden tussen Nederland en
£)uitsland wordt door de regering in het
zelfde licht beziln. Ook zal men er naar
streven om de bondsrepubliek Duitsland,
zodra deze is ingesteld, in de Raad van
Europa te doen opnemen.
Ten aanzien van enige bijzondere vraag
stukken omvat de nota de volgende bijzon
derheden:
De regering zal niet nalaten met de
grootste kracht ernaar te streven de ge
rechtvaardigde Nederlandse wensen be
treffende de Eems en de Dollard ingewil
ligd te krijgen. Zij heeft voorts eisen ge
steld ten aanzien van ongeveer 500 binnen
schepen, die nog niet teruggevoerd zijn.
Het handelsverkeer met Duitsland geeft
aanleiding tot ernstige zorgen; het heeft
naar ruime schatting sinds Juli 1948 nog
slechts een kwart van de vooroorlogse
betekenis. Het handelsverkeer met de
Russische zóne is, ondanks transportmoei
lijkheden, niet ongunstig. Het herstel van
het transitovervoer met Duitsland is van
zeer groot belang; de herleving van het
vervoer in Nederlandse havens bleef ach
ter bij die in Duitse havens. Van de voed-
selimporten wordt slechts tien procent via
de Benelux-havens geleid.
Er bleek tot dusver onvoldoende begrip
bij de verantwoordelijke instanties in
Duitsland te bestaan voor het feit dat een
voor de Duitse economie zo gewichtig land
Nederland op den duur slechts een be
langrijke afnemer van Duitse producten
kan zijn als het niet belet wordt de daar
toe nodige deviezen te verdienen. De
scheepvaartdiensten vormen daartoe een
traditioneel en economisch volkomen ver
antwoord middel. Men stuit hier, evenals
bij het handelsverkeer op autarkische ten
denzen, waartegen de Nederlandse regering
met kracht stelling zal nemen.
Investeringen.
In de nota worden vervolgens de Neder
landse investeringen in Duitsland en de
opbrengsten van het daar belegde kapitaal
besproken. Aangenomen mag worden dat
de Nederlandse kapitaalbelangen ongeveer
millioen Mark (waarde 1938) be
lopen. Naar schatting bevinden zich hier
van 1300 millioen Mdtk in de drie Weste-
llijke zónes. Zeer zorgwekkend is de situa
tie der Nederlandse kapitaalbelangen in de
Russische zóne als gevolg van de maat
regelen der Russische autoriteiten.
Met leedwezen stelt de regering vast, dat
ook in de Westelijke zones met de Neder
landse belangen onvoldoende rekening
wordt gehouden. Er bestaan vele beper
kingen, die echter niet voor Duitsers gel
den. Thans overwegen de bezettings
autoriteiten een transferregeling voor
nieuwe beleggingen. Het vertrouwen, aldus
de nota, kan alleen worden hersteld als ook
voor de oude beleggingen een regeling
wordt getroffen.
Tenslotte zegt minister Stikker dat zowel
ten aanzien van het geallieerde toezicht in
Duitsland als ten aanzien van het Duitse
bestuur zelf in de nabije toekomst ingrij
pende wijzigingen kunnen worden tegemoet
gezien. De vervanging van een geallieerd
militair bestuur door een geallieerd burger
lijk toezicht is volgens hem het bewijs dat
de allergrootste moeilijkheden, die na de
onvoorwaardelijke overgave in Duitsland
overwonnen moesten worden, thans over
wonnen zijn.
Onrust onder de
bloembollenexporteurs
Over maatregel van
departement
De bloembollenexporteurs op Engeland
zijn in grote beroering gebracht door een
departementale maatregel, die merkwaar
dige situaties schept.
Indertijd is besloten, dat het aantal ex
porteurs op Engeland enigszins kon worden
uitgebreid. Aangezien slechts een beperkt
aantal kon worden toegelaten, werd als eis
gesteld dat deze adspirant-handelaren op
Engeland moesten kunnen aantonen, dat zij
reeds met andere landen handel dreven.
Nu is van de zijde van het Departement,
zonder ruggespraak met de betrokkenen,
plotseling deze maatregel uitgebreid tot alle
exporteurs op Engeland.
Hieronder bevinden zich vele firma's, die
zich reeds tientallen jaren op de handel met
Engeland hebben gespecialiseerd en der
halve met andere landen geen zaken doen.
Van deze firma's wordt nu plotseling ge
vergd, dat zij een exporthandel opbouwen
met andere landen. De reeds gecontingen-
teerde afzetgebieden komen hiervoor niet
in aanmerking, zodat resteren Amerika en
Canada, België en Zwitserland.
Er ontstaat dus plotseling een ware rush
op orders uit deze landen, en wel op het
tijdstip dat het verkoopseizoen afgelopen
is. Want deze wonderlijke maatregel werd
nog wonderlijker, doordat ze eerst einde
Mei van dit jaar werd bekend gemaakt. In
allerijl probeerden de vertegenwoordigers
van deze firma's de zo noodzakelijke or
ders van elders binnen te halen, vaak in de
meest letterlijke zin „tot elke prijs". Niet
alleen werden hierdoor de belangen ge
schaad van hen die reeds met deze landen
handel dreven, maar ook werden door de
hierdoor ontstane „aggressieve prijspoli
tiek" de belanghebbenden in die landen
zelve onrustig. Met name in Amerika is
men uitermate gevoelig voor alles wat maar
in de verte op „dumping" lijkt!
Anderen trachtten, orders „over te
nemen" van collega's met een exporthandel
op deze landen, zodat een soort zwarte han
del in orders ontstond.
De Bond van Bloembollenhandelaren, de
organisatie der exporteurs, heeft terstond
ten Departemente geprotesteerd tegen deze
vreemdsoortige maatregel, waarmee noch
het lands- noch het vakbelang is gediend.
Ook dè exporteurs, georganiseerd in de
„Engelse Groep", hebben aan hun ernstige
bezwaren in een protestvergadering uiting
gegeven.
Men hoopt dat de regering alsnog haar
standpunt in dier voege zal wijzigen, dat de
„richtlijnen" van welke deze beslissing ver
gezeld zou gaan maar die nog steeds niet
zijn gepubliceerd nóg een reden voor de
ontstane paniek zodanig worden vast
gesteld dat rekening wordt gehouden met
de reeds vele jaren bestaande toestand.
Bemiddeling UNO-commissie
tot staken van het vuren
Batavia, 20 Juli (Aneta) Hedenmid
dag om 5 uur zijn de drie leden van de
commissie der UNO uit Djokja te Batavia
teruggekeerd. Volgens een telegram van de
politieke correspondent van Aneta te
Djokja hadden zij zich naar Djokja be
geven voor het aanbieden aan Roem de
voorzitter der republikeinse delegatie, van
een ontwerp ter regeling van het staken
van het vuren. Volgens een betrouwbare
republikeinse bron zouden beide delega
ties de commissie hebben verzocht een ont
werp voor een bevel tot staking der vijan
delijkheden op te stellen, nadat de Neder
landse en de republikeinse delegaties op
dit punt moeilijk tot overeenstemming
bleken te kunnen komen. Op het middag
uur hebben de heren Herremans, Cochran
en Critchley in dit verband een bezoek ge
bracht aan president Soekarno en Moh.
Hatta, bij welke ontmoeting mede de sul
tan van Djokja en minister dr. Leimena
aanwezig waren.
Duncan Sandv/r^
van C"-
stuur der Europe»
ralisten, Duncan e8mr W»t**
teel in ons land in vit Vert°eft *1^'
bereidingen der eerste
van Europa, die ft 4 Van l T--
begint. ,tÜe8AuS<Wy^^
De heer Duncan
in Den Haag een -
een gedachtenwissevr.
werp .Europese aÏÏ1;,vo Is V:
rende vergad^X*", t 2*
de Raad van Europa
aanbevelingen op ff «Jta tok^
pese samenwerking te doel Sr"
dering van miniem it 2'
landen die tesamen hJ?..!*
landen ff .5">£
ncntuigvandeC^^
TTi+o~nj
van pret Brugmans
temwaebiig met de jS£Z?»M«i.
de nadruk op het tót dïïa
burgse bijeenkomst vanïLJS ^tb-
geerden in algemene «4.
ledig bereiken van het gcSlS? f'*
Europese federalisten bkS
tverken aan de evolutie vaÏÏ,
fa.uukdatvWm4rS;
FEUILLETON
door NATALIE SHIPMAN
31)
Weer keek hij naar het moóf.e gelaat
van de vrouw, waarop de tijd to diepe
sporen had achtergelaten. De donkere ogen
schitterden koortsachtig en waren diep in
hun kassen gezonken; de wangen waren
ingevallen en de jukbeenderen geaccen
tueerd met oranje-rouge. Zij zag er ziek en
vermoeid en een beetje vervallen uit, on
danks haar chique kleding en het groene
vuur van smaragden, die zij om haar ma
gere pols droeg en die schitterden in het
lamplicht, toen zij haar tas opende en er
een sigarette uitnam. Zij leek inderdaad,
wat Emily Hasketh en de dames van haar
leeftijd een actrice noemden, het stigma
dat haar generatie aan dat woord gehecht
had, half vergetend, half releverend. Maar
Jim dacht, dat zij er alleen maar pathetisch
uit zag. Hij had dergelijke vrouwen wel
eens meer gezien, maar dan niet met doch
ters als Alden
Wie denk je, dat zij is? herhaalde
mrs. Hasketh.
Ik heb er geen idee van. Zijn stem
klonk vals onverschillig. Wat wil je als
dessert hebben, Em?
Aardbeienijs, zei zij.
Zijn hart zonk hem in de schoenen. Hij
had gehoopt, dat zij het dessert zou over
slaan, want hij wilde weg. Haar blik ging
terug naar de andere tafel.
Alden ziet er niet erg gelukkig uit,
zei zij. Waar ter wereld kan zij haar ge
vonden hebben?
Oh, zei hij, zij woont waarschijnlijk
in hetzelfde pension. Alden is altijd vrien
delijk voor allerlei mensen
Ja, maar.
Mrs. Hasketh zweeg en Jim keek snel
op. In die verste hoek was een discussie
gaande. De kellner had Rita Brayle een
cocktail gebracht en zij had die geproefd
en terug gezonden. Alden's gezicht was
verborgen door haar hoed, maar iedere
lijn van haar hals sprak .van spanning en
ellende. De oudere vrouw daarentegen was
geheel op haar gemak en bekeek met haar
ellebogen op de tafel en haar kin op de
hand gesteund de gehele kamer door wol
ken sigarettenrook. Het waren magere han
den met uitstaande aderen, als de handen
van een oudere persoonlijkheid. Hij dacht:
Zij kan toch niet ouder zijn dan vijftig
jaar. Zjj is ziek hard ziek.
Alden boog zich voorover en zei iets
en hij kon de ongeduldige, bijna onbe
schaamde beweging van haar moeders
hoofd zien en de bittere plooi om haar
mond, toen zij antwoordde.
Plotseling kon hij het niet langer uit
houden. Alden leed door de wederver
schijning van haar moeder. Als hij maar
kon opstaan en weggaan! Maar hij kon
het niet aan mrs. Hasketh uitleggen. Het
enige, wat zij niet weten moest, was dat
die vrouw Alden's moeder was. Hij dacht,
dat de kellner nooit hun dessert zou bren
gen en dat Emily Hasketh nooit klaar zou
zijn met eten en hij zat daar in grote
spanning met zijn handen stijf in elkaar
geklemd in zijn schoot. Maar ten laatste
kwam de nota dan toch. Zonder naar de
tafel in de hoek te kijken, zei hij;
Duncan Sandys,
De heer Duncan Sandys loonde zich
verheugd over de snelle loop der dnS
op het gebied der Europese «ewZ
Hij betoogde dat de bereikte renf
voorlopig culminerende in de Raad vr
Europa, hem en de andere leiders der 'y-
weging heeft verrast en achtte het bewh
geleverd dat het besef van de noodzaak ta
spoedige Europese eenwording tot de vol
ken is doorgedrongen,
Hij noemde het een politiek wonder dat
de regeringen van tien Europese landen 20
spoedig bereid zijn gebleken in te gaan op
de suggesties van een particuliere orgasi-
satie. De levensvatbaarheid van het vaak
zo laatdunkend als „utopisch" gekarakte
riseerde ideaal van een Europese Volken-
gemeenschap is hiermede, aldus de heer
Duncan Sandys, wel duidelijk aangetoond.
-Ten aanzien van de te verwachten re
sultaten van de zitting der Europese As
semble te Straatsburg waarschuwde hij
tegen ai te grote verwachtingen. Het li-
chaam heeft een adviserende taak en kan
geen dwingende besluiten nemen, n«i
discussiëren over onderwerpen die de si
nisters aan zich willen voorbehouder I-
is een diepgaande voorstudie gemaakt vy
verschillende onderwerpen waarover d?
Assemblee resoluties zal opstellen, waarbij
de economische samenwerking der tien
landen, de politieke coördinatie in West-
Europa en de handhaving van de rechten
van de mens de hoofdschotel vormen.
In de Assemblee heeft ieder deelnemeod
land veto-recht, zodat alleen besluite
kunnen worden genomen wanneer niet e:
der vertegenwoordigde landen er lege
is. Dit betekent weliswaar een aanzienlijke
beperking van de mogelijkheden, doch
tevens wordt hierdoor de garantie verkre
gen dat de besluiten inderdaad als waar
devolle - en aanvaardbare adviezen ter
harte zullen worden genomen. Dat is dar.
ook de reden waarom succes van da
Straatsburgse bijeenkomst mag worden
verwacht binnen de perken van het be
reikbare.
De heer Duncan Sandys deed evenals
de heer Brugmans een beroep op Neder
land tot medewerking aan de ontwikkeling
van het nieuwe Europese instituut, dat de
hoop op redding uit chaos en gevaar ver
tolkt die zo sterk in de Europese volken
blijkt te leven en misschien zal uitgroeien
tot het werkelijke redmiddel, mits men kan
leren eigen belangen op te offeren voor de
grotere belangen van het geheel.
Zie je, Em, Alden en ik hadden een
klein misverstand, toen ik haar het laatst
sprak. Heb je er niet op tegen als ik haar
even een biüefje schrijf?
Natuurlijk niet.
Hij scheurde een blaadje uit zijn zak
boekje en krabbelde er een paar woorden
op. Toen zei hij tegen de kellner: Geef
dit aan de dame de jongere dame
aan die hoektafel, als zij weggaat." Nu
niet niet voor zij heengaat. Begrijp je?
Daar buiten in het felle zonlicht zei hij
tot Helen's moeder: Ik vrees, dat ik je
een beetje haastte, om weg te komen, maar
ik dacht, dat je het wel niet erg zoudt
vinden, als je wist, dat ik Alden in de war
bracht en nog al erg ook. Het is een ge
compliceerde situatie, Em. Misschien zal
mijn briefje die opklaren.
Zij keek even naar hem, maar zei alleen
maar: Het was een heerlijke lunch.
Toen zij uit elkaar gingen, hij naar zijn
kantoor en zij naar haar laatste bood
schappen, om dan terug te rijden naar
buiten, legde zij haar hand op zijn arm.
Als ik kan helpen, Jim, wil je er wel
aan denken, dat ik maar vijftig mijlen weg
ben, hè?
Een golf van erkentelijkheid en gene
genheid sloeg door hem heen.
Ik weet niet, wat ik gedaan heb, om
dit te verdienen, Em, zei hij. Rij voorzich
tig alsjeblieft.
Dat zal ik. Groet Tony van mij:
Hij had Tony helemaal vergeten. Maar
later, in plaats van haar te gaan bezoe
ken, bleef hij op zijn verlaten kantoor zit
ten, wachtend tot Alden hem zou opbellen.
Hij wist niet, of zij 't doen zou of niet. Zijn
briefje zei alleen maar: „Laat mij je alsje
blieft even spreken. Bel me op, wanneer
je maar kunt". Meer had hij niet dur
ven zeggen
Maar zij belde die avond niet op en de
volgende en de daarop volgende evenmin.
En dus ging hij Zaterdag weer naar de
farm, zonder van haar gehoord te hebben.
Zijn hart kromp ineen, als hij aan haar
dacht, maar tot zij hem zelf opbelde, was
hij volkomen machteloos. Er was niets ter
wereld, wat hij voor haar doen kon, be
halve haar stilzwijgen respecteren.
Die Zondagavond reed hij vroeger dan
gewoonlijk naar de stad terug, om Henry
Masketh op een trein naar het Noorden
te brengen en toen hij zijn huis bereikte,
hoorde hij de telefoon. Zijn hand trilde,
toen hij zijn sleutels te voorschijn haalde
en het slot bleef eerst steken, maar einde
lijk was hij in de hall en nam de hoorn op.
Alden's stem was zo zacht, dat hij die
nauwelijks kon horen.
Jim, je hebt' mij gevraagd, om je op
te bellen, als ik je nodig had. Ik kan je nu
niets zeggen over een publieke telefoon.
Wil je komen?
Natuurlijk, zei hij. Waar?
Het hotel. Ik zal je beneden ont
moeten.
Ik ga onmiddellijk weg, zei hij en
hing de hoorn op.
Het ging natuurlijk over haar moeder.
Er was iets gebeurd, zij was ziek, of mis
schien nog erger. Terwille van Alden kon
hij alleen maar hopen, dat het laatste het
geval zou zijn. Dat zou alles kunnen op
lossen. Maar hij durfde nog geen hoop te
koesteren hij reed alleen maar snel
naar de stad.
Het hotel had nog altijd het aspect van
de vrolijke negentiger jaren, ondanks de
versleten tapijten en gordijnen. Maar hij
zag niets dan Alden's slanke figuurtje, half
verloren in een grote stoel in de hall. Er
was ook een blik van verlatenheid in haar
bleke gezichtje en vermoeide ogen, maar
zij glimlachte tegen hem. Jim, het is zo
vriendelijk van je om te komen.
Helemaal niet.
Hij drukte haar de hand en trok een
andere stoel bij. Zeg maar wat ik voor
je doen kan.
Een seconde sloot zij haar ogen, haalde
diep adem, opende ze weer en keek hem
toen recht aan. Er is een dame een
vriendin van mijn familie. Je hebt haar
met mij aan de lunch gezien hier. Ik heb
je toen niet aangesproken, omoh,
om verschillende redenen. Zij zweeg en
begon toen weer. Zij kwam naar mij
toe, omdat zij alleen en ziek is. Haar man
zij huwde enige jaren geleden een veel
jongere man had haar verlaten en zij
was wanhopig. Zij kende niemand anders.
- De grijsgroene ogen waren met een
smekende uitdrukking op hem gevestigd,
pleitend, hem vragend neen, er op ver
trouwend, dat hij het verhaal, dat zij
hem deed, zou accepteren.
Hij zei bedaard: Je had haar in een
hele tijd niet gezien.
- Oh, neen, zei zij snel. In geen jaren.
Met haar vermoeide maar vaste stem
metje ging zij voort: Maar zij kende
mijn familie en daar zij zo dicht in de
buurt was, dacht zij aan mij. Zij is bij mij
gelogeerd geweest sinds de avond, dat ik
uit New-York terugkwam en jij mij mee
genomen hebt voor een autorit naar buiten.
Het v/as die avond van Tony's ongeval.
Hij dacht: De avond, dat ik haar
vertelde, dat ik van haar hield.
Hij herinnerde zich haar geluidloze
wanhopige tranen en het was hem na me;
een pijnlijke helderheid duidelijk, wat,er
gebeurd was.
Zij sprak met enige inspanning, also,
zij zichzelf dwingen moest, om voort te
gaan: Zij is ziek erg ziek, geloof is.
Ik kon haar niet de gehele dag bij Ma
Beebe alleen laten dat is het mus,
waar ik eerst woonde en dus gingea we
hierheen. Maar nu is zij erger geworflffi.
Ik heb de dokter van het hotel laten ko
men, en hij zegt, dat zij naar een zieken
huis moet, maar ze kunnen haar met plaat
sen. Ik heb de twee grote inrichtingen ai
gevraagd ze zitten propvol er. er zijn
geen verpleegsters genoeg en....
Het is oorlog, zei hij, ik weet net.
En toen heb ik jou opgebeld, zei zo
eenvoudig. Ik had er een hekel aanj
lastig te vallen, maar ik wist met tot wie
ik mij anders wenden moest, weet jij
plaats, waar zij heen kan gaan. De
of andere privé-inrichting buiten nu
schien? Zij aarzelde even en zei toen
Als het tenminste niet te duur is.Ztf
heeft wel wat geld, maar ik weet
hoeveel.
Hij dacht snel na.,
Donald Surroll zat wel
Hij is mijn dokter. Als je mil m
wilt laten spreken....
Zij zal niet willen. Zij - «J
zelde wil bil mi) blijven, maar ik kg
haar niet hebben. Zij kan 0 e 6
alleen gelaten worden ^aarv, h
niet goed genoeg - en 'sj av0Dj^
te moe. Zij trachtte zichzeli te
evenals hem. - Ik moest het «ew
wel doen, Jim, maar ik kan mei.