ueuvr 8 9 Uit de schatten van het Frans Halsmuseum DAMPO Litteraire Kanttekeningen Viervoudige werking van Chefarine „4". Chefarme4 Egyptische boeren reg steecis nijvere hongerlijders Saterdag 29 October 1949 Bi) iware geestelijke of lichamelijke ar beid, tijdens en na zwangerschap, of bij eenzijdig diëetsteeds wanneer veel "en het lichaam wordt gevergd, is het goed DAGRAVIT-8 te nemen. Alle 8 belangrijke vitaminen die U het meest nodig heeft... in één dragéel Elke dragée bevat: A-Bi-Bj-P.P.-Ca Pant-86-C-D. 100 dragées: f 3.25 Agenda voor Haarlem ZATERDAG 29 OCTOBER swassehouwburg: „Goud en antiek" (Co- -iula\8 uur- Palace: ,,'t Zal je gebeuren", 2' 4-15' 7 en 9-15 uur. Luxor: „Don- Fr, a"' a'le leeft., 2. 4.15. 7 en 9.15 uur. ■BJiHals: „Ergens in China". 18 j-, 2.30. 7 it"; o,-ur' City: ..Ditte, een mensenkind", 4.30, 7 en 9.15 u. Spaarne: „Triomf Lm?oodskoPPen", 14 j„ 2.30, 7 en 9.15 uur. ««brandt: ..Fietsendieven". 14 j., 2. 4.15, 7 ea ».la uur. S(,ZONDAG 30 OCTOBER ■S!rSh0UvvburK: »Goud en antiek" (Co- don v .UUr' 9em- Concertgebouw: Optre- Midfla -Friese fakir", 8 uur. Bioscopen: s" ^avondvoorstellingen. BWJA;\NDAG 31 OCTOBER «open: Middag- en avondvoorstellingen. Na de vorige week onze opwachting te heb ben gemaakt bij burge meester Van der Meer is het ons thans vergund nader kennis te maken met de burgemeesterse. Zij was de één jaar jon gere zuster van Maritge Vooght, in 1639 eveneens door Frans Hals ver eeuwigd (thans is dit stuk in het Rijksmuse um). Het kan als een gelukkige omstandigheid worden beschouwd dat Cornelia aan de zijde van haar man gezeten de eeuwen kan trotse ren, in tegenstelling tot talrijke echtelieden, wier beeltenissen als tegenhangers geschil derd in de loop der tijden uit elkaar raak ten en in hun geïsoleerd bestaan dikwerf een iet wat verweesde indruk maken. Als karakteristiek k.:,.A; voorbeeld in dit opzicht |pl1 ffpll |fPl|l| SI '"/f 1 1 ^1111^ mag de beeltenis gelden $L h j"" x pÉI van Isabella Coymans, omstreeks 1652 door k Hals geconterfeit en (tot 1940 althans) een der juwelen uit de collectie V^lWfoliriwfl van E. de Rothschild te Ferrières; zij biedt haar prans Hals: Portret van Cornelia Vooght Claesdochter, vrouw partner, Stephanus Ge- van Burgemeester mr. Nicolaes van der Meer. Geschilderd raerdts een roos aan, j}l 2631. Paneel126,5 bij 101 cm. Legaat jhr. Fabricius van doch de bekentenis die Leyenburg (1883). daarin besloten ligt blijft, bij ontstentenis van Stephanus, onbeantwoord.... Laatst- door de aanwezigheid van het ander. Zo genoemde strekt op zijn beurt vergeefs de voedt het totaal-beeld van de tegenhangers hand uit om de roos in ontvangst te nemen: onze fantasie ten aanzien van de intiemere wreed van zijn Isabella gescheiden moet sfeer van het burgemeestershuis, waarop hij zijn dagen slijten in het Museum van man en vrouw ook in het werkelijke leven Schone Kunsten te Antwerpen! eens hun tweevoudig stempel drukten. De burgemeester hebben we reeds leren Hoewel de twee-eenheid in de beelte nissen van het echtpaar Van der Meer ogenschijnlijk bij lange na niet zo dwin gend tot uiting komt als bij het zojuist ge noemde paar, voelt men toch hoe de por tretten elkaar completeren en dat elk por tret op zichzelf vollediger betekenis krijgt Elke Donderdagmiddag worden er rondleidingen in het Frans Halsmuseum gehouden en wel om 2 en 2.15 uur. De 9 Muzeïï Beproefde hulp bij verkoudheid voor Va- der. Moeder en kind. „Menno ter Braak", een bundel essays over M. ter Braak (C. A. van Oorschot, Amsterdam). i LS INLEIDING tot de aanstaande uit- 1 „ave van Menno ter Braak's „Ver- 1de Werken" is zojuist een bundeltje :a.me-s verschenen, waarin acht dichters en Aivers van uitlopende levensbeschou- (te weten: Thomas Mann, A. Roland lit S Vestdijk, A. van Duinkerken, H. fftwnperts. J- Greshoff. G. H. 's-Gra- - (je en J- de Kadt) hem herdenken, ven" jCh in zijn leven en werken zo vol- Urdct en onverzettelijk door één beginsel: echtheid, beeft laten leiden: Menno ter Braak Uit echtheid was hij, als sinds jaren «n ander in onze letterkunde, de ver vaarde tegenstander van alles wat zich Hers wil voordoen of meer wil schijnen f het is. Zoals een jachthond voor het /ld had hij een speurneus voor het on waarachtige, hoe bedriegelijk en verleide- Hk het zich ook wist te vermommen als Le en dogma, als ideologie en stelsel. «H achterhaalde het in de litteratuur en de politiek, in ons denken en in ons telen- Hij mikte en schoot raak. Want h i was een scherpschutter, die het wapen an zün onverschrokken intellect wel al- -erst tegen zichzelf richtte, maar daar mede ook tegen de erfenis van onwaarachtig Men in óns, in onze cultuur. „Een eerlijke liveraar" noemde A. Roland Holst hem. En Vestdijk karakteriseerde hem als „het «weten onzer letteren". Een voorbereidend geschrift als het hier aangekondigde waarvan de belangrijk heid omgekeerd evenredig is met zijn om vang (het telt maar 46 bladzijden!) be hoorde ous overbodig te zijn. Ter Braak Left immers gesproken en geschreven voor het forum van het gehele Nederlandse volk, zelfs voor dat van Europa. Was hij «n buitenlands schrijver geweest, men zou hem triomfantelijk in vertalingen heb ben ingehaald. Nu is het anders: een be trekkelijk kleine kring heeft hem ver- staan en zijn woord ter harte genomen. De Óverigen lazen hem geamuseerd, terwille van zijn „brilliante humor" en zijn „speelse ceest", maar zij voelden zich tot niets ver plicht,'onder het motto: zo'n onbarmhartig- «cherpzinnige critiek, daar houden we wel van, mits deze ons in het gelijk stelt. Deze meepraters, mooipraters en goed praters konden op één ding rekenen: op TÓr Braak's minachting. Hij zocht tegen- standers, hij daagde uit, hij wilde persoon lijkheden met wie hij zijn vlijmscherpe en trefzekere denkkracht kon meten om zich testalen in de strijd tegen zijn erfvijand: 'ft leugenachtigheid. Ter Braak weigerde te vluchten in de veelbelovende utopie, in de berusting van de pessimist, in de vooruitgangs-troost van de optimist. Hij achtte elk compromis com promitterend. Strijdend wilde hij leven en zijn strijd was geen andere dan die van onze tijd". Er zijn er niet veel, die zo moedig gevochten hebben als hij; want het mag zonder een grein van overdrijving moedig genoemd worden, telkens opnieuw afscheid te nemen van zoveel waarmee men vergroeid is. Moedig is het óók, zonder blikken of blozen te erkennen, dat dit onze tragedie is: dat wij voortleven in het „gis teren" terwijl het „vandaag" is, en dat een waarheid van het verleden een leugen van het heden kan zijn. Dit afgestorvene, dat zich bestendigt met een schijn van leven, heeft hij tot op zijn verstarde kern gepeild en ontluisterd, in zichzelf, in ons. Hij deed 'dit als „man tegen man", in zijn critieken, in zijn cultuur-filosofische geschriften, in zijn beide romans „Hampton Court" en „Br. Dumay verliest", en ontmaskerde de schoonheidsroes van sommige jongeren even onverbiddelijk als de diplomatieke heilsleren der dictaturen van rechts en links. In naam van de menselijke geest, Van de, menselijke waardigheid, van de waarachtige democratie namelijk die 'der „persoonlijkheden" spaarde hij de Echijndemocratie van de zelfgenoegzamen evenmin. Het was immers zijn wezen „een eerlijk zuiveraar" te zijn. Daarom ontmas kerde hij zonder aanzien des persoons, Dat was zijn echtheid. Dat is, waarom wij hem zo missen. Tot in den treure heeft men hem vergeleken met Nietzsche, vaak zonder deze genadeloze „filosoof met de hamer" anders dan uit de tweede hancl of enkel van horen-zeggen te kennen, zodat nog steeds de studie op zich wachten laat, die op deugdelijke gronden zal aantonen, dat Ter Braak niet een na volger van Nietzsche, maar diens voort zetter was. in zekere zin zelfs zijn vol tooier voltooier ook daar en juist daar. waar hij Nietzsche's tegendeel is. Een mens dus, Ter Braak, die steeds „neen" en nooit „ja" zegt? Men heeft hem Menno ter Afbraak genoemd. De man die dat het eerst deed ik herinner mij helaas zijn naam niet heeft er recht op, een tolk te worden genoemd: namelijk van hen die Ter Braak niet begrepen. Ter Braak een eeuwig ontkenner, een „nihilist"? Het lijkt zo, op het „Eerste Gezicht". Maar als straks zijn verzameld levenswerk is ver schenen zal ieder, die de organische ont wikkeling van zijn denken zoncler voorbe houd en tot het uiterste einde volgt, in de ondertoon van dit fel requisitoir van „neens" overal het stellige „ja" horen het „ja" der innerlijke zekerheid. Dat is de Ter Braak die men ontdekt op het „Tweede Gezicht". Hij heeft dit „ja" nooit met woorden omschreven. Elk program was hem, als verstarring van ons vrije denken, verre. Denkend-handelen, gaan, strijdbaar-zijn dit dynamisch leven was het zijne. In die geest noemde Thomas Mann hem „een militant partisaan van de menselijke waar digheid". Wat er na deze strijdlustige cul tuur-filosofische ontmaskering overbleef was „een minimum": het woord waarin Ter Braak in zijn laatste geschrift („Jour naal 1939", verschenen in 1945) datgene samenvatte waarvoor hij vocht: „dat er zekere dingen op het spel staan, die door onze, culturele voorgeschiedenis vlees van ons vlees zijn geworden, die niet meer uit het leven weggedacht kunnen worden, zon der dat het leven ophoudt menswaardig te zijn". Een minimm maar de kern van onze beschaving. Terwille daarvan riep hij om een geestelijke voorhoede („een nieuwe élite"), die op de bres zou staan voor een daadwerkelijk, een springlevend humanis me een humanisme, dat zichzelf al groeiende schept en daarom geen pro gram duldt. Geen program: Ter Braak was een humanist zonder program, een politicus zonder partij, een moralist zonder „mo raal", een kunstenaar zonder schoonheids leer. Negen jaar scheiden ons van de nood lottige week, waarin Ter Braak zijn tra gisch einde vond: de Meidagen van 1940. Zijn werk is gebleven, niet als „monument" dat zou verstarring betekenen maal ais arsenaal voor de geest. Als de negen-delige verzamelde wer ken (die ook afzonderlijk verkrijgbaar zullen zijn), na de aansporing van dit hier dringend aanbevolen essay-bundeltje, grif van de hand gaan, kan men hoopvol zeggen, dat Nederland bewijst dat het leeft, en dat het hem ernst is met de herschepping van onze cultuur. C. J. E. DINAUX. Wanneer zware hoofdpijn, hevige periodieke- of andere pijnen niet ie verdrijven zijn, neem dan eens Chefarine „4". Elk tablet bevat vier wereldberoemde geneesmid delen. Eén ervan - Chefarox - zorgt dat zelfs de gevoeligste maag toch niet van streek raakt. «m n TEGEN PUNEN EN GRIEP. 20 TABLETTEN i 75 c. (Adv.) LAND AAN DE NUL Werk van A. Swaneveit in „Het Luifeltje" De schilder A. Swaneveit die thans in „Het Luifeltje" aan het Groot-Heiligland een keuze uit zijn werk exposeert behoort tot een vrij zeldzaam voorkomende cate gorie in de moderne schilderkunst. In het Duitsland van de eerste helft der negen tiende eeuw met als heersende richtingen enerzijds een wat intellectueel klassicisme en anderzijds een theatrale romantiek, koos een kleine groep schilders een eigen weg. Zij verdiepten zich innig in de dingen van hun naaste omgeving en zo gaat in deze tijd ook Swaneveit onbeïnvloed door ab stracte en expressionistische stromingen, maar even vrij van impressionnistische herinneringen rustig zijn weg. Een der fijn ste figuren van bovengenoemde groep was wel Kaspar David Friedrich en nu is het merkwaardig dat een klein ter expositie aanwezig duinlandschap in olieverf (no. 6) zuiver door de innerlijke houding sterk aan sommige werken van Friedrich doet den ken. Waar Swaneveit stilleven schildert is hij wat strakker en zakelijker, maar ook daar treft zijn werk door de liefdevolle be schouwing van eenvoudige dingen. Fijn zijn bijvoorbeeld de geaquarelleerde stillevens met schelpen meestal op een spiegelende ondergrond neergelegd. Zij zijn in een stille kleur gehouden, hier en daar verlevendigd door de perlemoerachtige binnenzijde van een mossel of oesterschelp (nos. 21, 22, 25 en 35). Ondanks mijn waardering voor deze werken geloof ik toch dat het belangwek kendste gedeelte van deze tentoonstelling gevormd wordt door de vele tekeningen van duinen, bomen en bosen, meestal in een gemengde techniek van pen, penseel en een paar gewassen tinten. Het handschrift is hier vrijer, de vorm pittiger, zonder dat aan de zuiverheid van observatie afbreuk is gedaan. Wat deze tekeningen betreft wil ik speciaal de aandacht vestigen op die in sepia (no. 13), voorstellende een lage breeduitgegroeide den met neerhangende takken mooi in het vak geplaatst. L. H. H. SCHUTTE Geestesverwarring in het groot. Een t alle uiterlijke verschijnselen der ER DRAAIEN DEZE WEEK twee Ame rikaanse films in Amsterdam waar voor reeds geruime tijd met behulp van heel het machtige publiciteitsapparaat, dal de twintigste eeuwse producent, of hij nu insectenpoeder of brandweerauto's aan de man wil brengen, ter beschikking staat, het bioscoopbezoekend publiek stormrijp is gemaakt. In het ene geval „De Slangenkuil" heeft men duchtig gespeculeerd op ons griezelinstinct; in het andere, dat van .„Jeanne d'Arc", op onze gevoeligheid voor 'records, onze bewondering voor een grote actrice en onze verering voor Frankrijks nationale heldin. Dat alles zegt na tuurlijk nog niets over de verdienste van deze rol prenten en hun vervaardigers. Zeker is, dat wanneer de psycho-analyse ietwat minder in aanzien stond in de Ver enigde Staten als tegenwoordig het geval is, een film als „De Slangenkuil" nooit ge maakt zou zijn. Mary Jane Ward, de schrijf ster van het gelijknamige boek, zou zelf. zeven jaar in een krankzinnigengesticht hebben doorgebracht en wanneer men haar boek leest het is, zoals dat tegenwoordig gebruikelijk is, tegelijk met de film in Nederland „uitgebracht" krijgt men te kampen met het onbehagelijke gevoel, dat de grens tussen „normaal" en „abnormaal" kennen als het proto-type van de Hollandse regent, robust en reëel, waardig en indruk wekkend gezagsdrager van een welvarende stad. De nuchtere Cornelia schijnt haar echtgenoot te temperen en alleen reeds door haar zittende houding zijn autoritair op treden iets van zijn overtuigende kracht te ontnemenEen ondefinieerbare wis selwerking tussen de beide beeltenissen, doet ons aldus Van der Meer, trots zijn vol komen geslaagde magistraats-allure, ook even zien als echtgenoot. De burgemeesterse zelf mag intussen gel den als zéér karakteristiek vertegenwoor digster van de zuinige en propere Hollandse huisvrouw, de „ziel" van het oud-Hollandse binnenhuis, dat in de scheppingen van Ver meer en Pieter de Hoogh de wereld heeft veroverd. De ogen blikken eer schrander dan intelligent. Het ietwat benepen mondje verraadt zuinig overleg. Molensteenkraag en kapje reflecteren koel licht op het ge laat, waarvan de wezenstrekken zoals steeds bij Hals zich als het ware repe leren in de handen. Vergelijking met de productie van be kwame portrettisten als Michiel van Mie- reveld, Jan van Ravesteyn e.a. doet ons eerst ter dege beseffen hoe groot Hals' kun stenaarsschap is, hoe persoonlijk zijn visie en hoe weergaloos zijn penseelvoering. Men speure over het gehele oppervlak en zie hoe vrij en levendig de bontstrook langs het kleed is geschilderd en hoe het samen stel van plooien, lichten en schaduwen in de rok is neergeborsteld met voor die tijd gewaagde vegen en toetsen! De kanten boorden der manchetten bij Van Miereveld verstard tot een fraai uit gewerkt schabloon werden door de kun stenaar weliswaar natuurgetrouw gevolgd in hét speels patroon, doch dit bleef tot in elke vezel levend onder de hand van de tovenaar. Men schenke ook aandacht aan de weergave van de knoopjes van het keurslijf, die elk hun eigen plaats innemen in de onberispelijke rangorde en zo, indivi dueel, hun eigen licht ontvangen. Ditzelfde geldt ook voor de koperen nagels der stoel- bekleding. op zichzelf onaanzienlijke dé tails misschien, doch door Hals met- dezelf de aandacht gezien en met dezelfde*breed heid behandeld als de meest vitale onder delen van dit oer-Hollandse portret, dat zijn plaats vindt onder de gaafste specimina van 's werelds meest virtuose portrettist. H. P. BAARD cène uit ,,De slangenkuil"waarin vrijwel krankzinnigheid zijn verzameld. i wel bijzonder gemakkelijk en vaak onop gemerkt overschreden kan worden. Anatole Litvak, de van oorsprong Rus sische regisseur, die zijn reputatie vestigde met „Mayerling" (niet te verwarren met „Het geheim van Mayerling", dat in de af gelopen week in Haarlem te zien was) en zich sindsdien in Hollywood wel op zijn gemak schijnt te voelen, heeft zijn best gedaan de macabere sfeer van 't niemands land van het onbewuste te treffen. Daartoe liet hij op de achtergrond de stemmen klin ken, die de geesteszieke Virginia een mooie rol van Olivia de Havilland meent te horen; een procédé, dat naar onze smaak te zeer aan het toneel ontleend is om in een film, waarin het beeld toch altijd num mer één blijft, aanvaardbaar te zijn. On willekeurig herinnert men zich hoe Billy Wilder in zijn „Lost week-end" erin slaag de de dwangvoorstellingen van de aan delirium tremens lijdende hoofdpersoon door de camera weer te geven. Anderzijds legde Litvak de symboliek er nogal dik op: daar waar de heldin zich verloren waant in een ziedende zee of het krankzinnigengesticht vergelijkt met een reusachtige kuil waarin ontelbare slangen krioelen, al valt niet te ontkennen, dat van laatstgenoemde parallel een bijzondere be klemming uitgaat. Bovendien ontkomt de regisseur niet aan het verwijt, dat hij in zijn milieu-schildering alle schakeringen die zijn voorstelling aan waarachtigheid hadden kunnen doen winnen, heeft ver waarloosd. De bewoners van het reusachtige gesticht de toeschouwers wordt in een, slecht gestelde inleiding en zelfs nog in een dito antwoord op het hart gebonden dal zulke chaotische toestanden als in „De Slangenkuil" weergegeven in ons land niet voorkomen worden opgediend als een levend rariteitenkabinet, waarbij dan de aard en hoeveelheid der gebaren en dc zot teklap in de conversaties de èrnst van het „geval" moeten suggereren. Dit alles is te zeer op het effect berekend om overtuigend te zijn. Overtuigend is alleen dc hoofdrol, omdat Olivia de Havilland iedere gelegen heid te baat heeft genomen in deze patiënt voor alles de mens te laten zien en niet het „geval". Intussen dient, om misverstand te voor komen, vastgesteld te worden, dat „De Slangenkuil" boven het gemiddelde Ameri kaanse filmproduct uitsteekt. Joan of Are Zo lang als de door Ingrid Bergman, wij len Victor Fleming en Walter Wanger ge maakte rolprent over het leven van Frank- rijk's nationale heldin Jeanne d'Arc is, zo kort kunnen wij zijn. De Amerikanen heb ben hun best gedaan in eens een goede beurt te maken door de geschiedenis van de Maagd van Orleans zonder historische enormiteiten en zonder kwetsing van aller lei gevoeligheden te vereeuwigen. Zij heb ben daartoe zelfs de hulp van een deskun dige ingeroepen. Zij hebben zelfs de zelf beheersing aan de dag gelegd de stemmen die het meisje uit Domrémy tot haar grootse taak riepen, niet op het witte doek te con cretiseren. Daarvoor alle hulde. En met het technicolor werd de kleurenrijkdom dei- oude getijdenboeken niet onverdienstelijk benaderd. Maar zij hebben zo verschrik kelijk hun best gedaan, dat het geheel iets krampachtigs heeft gekregen. En het voor naamste bezwaar: het werd nooit Jeanne d'Arc. het bleef altijd Joan of Are. Omdat de producenten vergaten, dat het niet om een meer of minder angstvallig nauwgezet weergegeven geschiedenis gaat, maar om de geest die levend maakt. Zij die het voorrecht hebben gehad Carl Dreyers „La passion de Jeanne d'Arc" te zien, zullen die indrukwekkende close-ups van de hoofdrolspeelster, mevrouw Falco- netti, nimmer vergeten. Zij had geen entou rage nodig, haar herbeleving van het won der van Jeanne d'Arc was voldoende om een afschaduwing te geven van de diepte en volheid van dat leven. Ingrid Bergman heeft voortreffelijk'- kwaliteiten, ook in deze rol. Toch konden v/ij nooit de bijgedachte van ons afzetten: „Hier speelt Ingrid Bergman Jeanne d'Arc". De producenten hebben bij de vervaardi ging van dit twee uur en zes-en-twintig Gide voor de radio. Nadat het vorige jaar de Franse schrijfster Colette iedere Zondag avond voor de microfoon van de Franse om roep herinneringen heeft opgehaald, kan men dit seizoen drie keer per week een soort gelijke uitzending van André Gide beluiste ren. In 34 gesprekken met Jean Amrouche behandelt de grote schrijver zijn gehele oeuvre, van de uit 1891 daterende „Cahiers d' André Walter" af tot het in 1945 gepubli ceerde „Thésée" toe. De gesprekken worden uitgezonden op Maandagavond om kwart voor elf, op Donderdagavond om half elf en op Vrijdagavond om tien uur op de golfleng ten 278 en 431 meter. wordt het stof in de kamer aangeharkt, worden het ezeltje en de langharige geit binnen gehaald, spreidt men wat lompen uit op dc grond en begeeft de familie zich Ier ruste. Dan is het de slaapkamer. In een hoek staat een kistje met een ton en een milliard vliegen er op, want de kamer is tevens toilet. Denk daarbij de geur van knoflook en geiten, gevoegd bij de hitte van dc tropen zon, die de ganse dag door op het platte dak brandt, en misschien kunt ge u enig idee vormen van het, laat ons zeggen „rieken", van de woningtoestanden en de levensvoorwaarden, waaronder de massa leeft. Het grote, alles overheersende, probleem in Egypte is: hoe brengt men de massa begrip voor hygicne bij en hoe wordt aan dc fellachen voldoende grond gegeven om gelijke tred te houden met dc grote be volkingsaanwas. Door enorme stuwdam men in de Nijl te bouwen, tracht de over heid land te winnen op de woestijn maar het is niet voldoende, hoewel de kunst matige irrigatie en het klimaat drie, zelfs vier oogsten per jaar mogelijk maken. De millioenenklasse van fellachen lijdt, on danks vlijtig sloven van het gehele en tal rijke gezin, een armetierig bestaan. In Sakkara zag ik in een mausoleum een zeer leerzaam relief: dienaren van de pharao dreven met knuppels een boer het belastingkantoor binnen. Het relief is er aangebracht ten tijde van Zaghoel Pasja, omstreeks 2600 jaar voor Christus' ge boorte. Ik heb de indruk dat er ook in dit opzicht weinig veranderd is. - •g'1 De Egyptische boeren bleven de nijvere hongerlijders van weleer, een toestand, waarin ook de van Engeland verkregen onafhankelijkheid geen verandering brengt Naar Mohammedaanse zede is in Egypte polygamie toegestaan. Vier vrouwen mag dc Muselman trouwen; wil hij een vijfde dan dient hij eerst van één van de andere vier te scheiden. Koning Abdul Aziz el Soüd van het naburige land Arabië heeft zelfs 25 vrouwen op zijn naam gehad en daarmede een respectabele familie van 75 kinderen verzameld. In Egypte was tot voor weinige jaren bij dc boeren de harem nog regel en het monogame huwelijk een uitzondering. De boer had minstens twee vrouwen (alleen reeds met het oog op de goedkope ar beidskracht), maar dat is veranderd. De boeren hebben uitgerekend dat tenslotte één vrouw en één kameel goedkoper zijn dan twee vrouwen. Radioluisteraars moeten ook stroom besparen Hilversum I en II zwijgen van 15 Nov. af tijdens de spitsuren Het bestuur van de Nederlandse Radio Unie heeft besloten, dat de beide zenders voor dc binnenlandse omroep, Hilversum I en Hilversum II, in dc periode van 15 No vember tot 15 Januari op de werkdagen van 7.30 uur tot 8.30 uur en van 16.30 uur tot 17.30 uur niet zullen werken. Op de Zaterdagmiddagen worden de uitzendingen niet onderbroken. Dit besluit is Vrijdagmiddag genomen in overleg met de Vakgroep Electriciteitsbe- dryven en op verzoek van de minister van Economische Zaken, teneinde de moeilijke toestand waarin de electriciteitsvoorziening in de aanstaande winter gedurende de spits uren komt te verkeren, te helpen verlich ten. Deze maatregel, die door de omroep zeer wordt betreurd, doch die als nood zakelijk in het algemeen belang moest wor den aanvaard, zal echter alleen dan volledig resultaat hebben, als alle luisteraars ge durende de sluitingsuren hun toestellen afzetten en dus niet naar buitenlandse sta tions gaan luisteren. Het is niet zozeer het stroomverbruik van de zenders, dat gewicht in de schaal legt, dan wel het stroomver bruik der radiotoestellen, dat, over het ge hele land berekend, geschat wordt op on geveer een millioen kilowatt per uur. v.) Veranderingen bij Aero-Holland Bij Aero-Holland zijn de kleinere toe stellen uit de vaart genomen. Dit betreft de Fokker S-9, die gebruikt werd voor sleep- reclame, de Koolhovens, die uitsluitend voor binnenlands verkeer dienden en ook cle Cessna's, die eveneens gebezigd wer den voor het binnenlands verkeer en voor de kortere trajecten naar het buitenland. Deze machines hebben een lijd lang in een behoefte voorzien, doch door de grotere import van automobielen enerzijds en de verbeteringen in het spoorwegverkeer an derzijds is de vraag naar het kleine lucht verkeer gestadig afgenomen, zodat het niet economisch was de betrokken toestellen te handhaven. Een klein aantal leden van het personeel is als gevolg hiervan ontslagen. Van het begin af is het streven van Aero- Holland gericht geweest op het grotere ver keer. De luchtvloot, die door de maatschap pij voor dit doel gebruikt werd, is gesta dig uitgebreid. Enkele maanden geleden is dc vierde Dakota in bedrijf gesteld. Voorts zijn twee Beechcraft-toestellen afgeschaft. (Adv.) minuten projectie vergende werk niet op een dollar gekeken. Dat werkkapitaal moet er ook weer uitkomen. Conclusie: de „verkoop" van dit celluloid mag niet mis lukken. Vandaar de buiten iedere proportie gegroeide reclame-campagnes, waarbij de hulp van boekhandelaren en dameskappers niet wordt versmaad. Want de Amerikanen beseffen heel goed, dat zij hun positie in de Europese bioscopen slechts kunnen be reiken door geforceerde contracten en com merciële kunstgrepen. J. H. B* (Van een bijzondere medewerker). Een wandeling door een Egyptisch dorp is vrijwel niet mogelijk. Fotograferen is verboden. Ik mag me echter verheugen in het bezit van goede Egyptische vrien den met relaties op het land, zodat ik zelfs verscheidene huizen van Egyptenaren kon bezoeken. De beschrijving van een „huis" kan kort zijn: een vierkant lemen hol, waarin een gat voor dc deur en een klei ner gat voor wat licht. Geen tafels of stoelen. In het halfduister, gehurkt op de grond, zit de familie bijeen aan de maal tijd. Vriendelijk krijgt de vreemdeling een aarden kroes groezelige ezelinnemelk aangeboden, of een kop zwarte koffie, ge kookt in een hoek van dc kamer op ge droogde kameelmest. Dat is de woonka mer. 's Avonds, na het ritueel van het gebed, De Amerikaanse consul-generaal te Batavia mr. J. D. Beam heeft een bezoek aan Djokjakarta gebracht. Mr. Beam in gesprek met president Soekarno.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1949 | | pagina 5