Het Hek van de Dam. Duizenden buitenlanders werken ondergronds in de Staatsmijnen Barakkendorp in Delft biedt 200 studenten huisvesting NEEM GEEN RISICO Heemstede zal gas- en electriciteitsprijzen voorlopig niet verhogen Woensdag 18 Januari 1930 3 Limburgs bedrijf D.P. 's worden eerst gereclasseerd Tn een eeuwenoud klooster in Sittard is hij tenslotte terecht gekomen: Felix Cys uit Kempo in de provincie Posen. Een Pool dus van geboorte. Hij heeft een avontuurlijk leven gehad: al voor de oorlog was hij in vele Europese landen geweest, in '40 werd hij op transport gesteld naar Duitsland, daarna in '42 ingedeeld bij de Duitse Wehrmaoht. En vandaar na de vreemdste omzwervingen terecht gekomen in het vrije Poolse leger van generaal Anders in Engeland en Schotland. Daar bracht het het lot korporaal. Nu is hij sleper in de mijn Maurits bij Geleen. En hij behoeft zich als Pool niet eenzaam ie voelen, want hij is één van de ruim 1200 Polen, die hier na de oorlog zijn gekomen. Alleen al na de oorlog zijn er 1200 Polen in Limburg gekomen. En wie de Limburgse adresboeken bekijkt zal daar om de haver klap Poolse namen in tegen komen. Vaak zijn dat namen van families, die al een of twee generaties geleden in ons land zijn ge komen, mijnwerker geworden en hier ge bleven. Met een Poolse naam en de Poolse nationaliteit. Want slechts heel weinigen van hen laten zich naturaliseren. Met het gevolg, dat Limburg onze meest Poolse pro vincie is, evenals het met zijn vele honder den Italianen ook onze meest Italiaanse provincie is geworden. Italië is het land dat tot nog toe het meest intensief aan de emi gratie heeft gewerkt; op 't ogenblik wonen er tien millioen Ita lianen in liet buiten land. Wij hebben daar in Nederland maar een klein contingent van. Dit alles hebben de mijnen in Limburg gedaan omdat zij na de oorlog steeds meer moeite hebben moe ten doen voor het werven van arbeiders in ons land, doch daar een ontstellend gering succes mee hadden. De werving richtte zich toen op het bui tenland. Op de kam pen van „displaced persons" in Duitsland en op Italië. En van alle windhoeken kwa men de arbeiders: de Esten en de Letten en de Litauers, de Polen, de Oekraïners en de Italianen. In het begin ging het wat moeilijk. Limburg en de Lim burgse bevolking in haar betrekkelijk klei ne plaatsjes waren niet ingesteld op die plotselinge invasie van Oost-Europeanen. En bovendien dan nog van mensen, die na hun vijf- of zesjarige oorlogservaring eigenlijk eerst moesten worden gereclasseerd. Die normaal werken moesten leren en wier moraal ook hier en daar wel ee# kleine correctie behoefde. In vele plaatsen van het mijndistrict kwam het tot vechtpartijen tussen de bevolking en de vreemde indringers. Niet altijd door de schuld van de oude inwoners. Want onder het immigrerende koren schuilde nogal wat kaf. De nieuwkomers werden ondergebracht in kampen en gezellenhuizen, een soort collectieve pensions. In een vroegere kost school bij Echt, Lilbosch wonen thans 230 Italianen. Zij zijn nu bijna zes maanden in Nederland en zij hebben zich gewend aan de regelmatige werktijden, aan het klimaat ,aan de Nederlanders en aan het salaris, dat onevenredig hoog is in verge lijking met wat zy in Italië verdienden, maar zij kunnen nog steeds maar nauwe lijks hun misnoegen over de wijnsituatie onder stoelen of banken steken. Zij willen hier niet blijven. De meesten hebben het plan hier een of twee jaar te werken, zo zuinig mogelijk te leven en dan met het overgespaarde gelei een lapje grond in Italië te kopen, want het merendeel van hen is landarbeider geweest. Zij leven dus zuinig en daarom ingetogen. De Italianen hebben weinig of geen last veroorzaakt in het Zuiden. Anders is het in Sittard, in het vroegere klooster Franciscus Solanus, waar ruim 250 Oost-Europeanen wonen. Dié hebben in het begin heel wat moeilijkheden ver oorzaakt. Maar langzamerhand hebben de Staatsmijnen de slechten uit hun midden kunnen verwijderen. Degenen, die nu zijn overgebleven, zijn goede harde werkers in de mijnen, die hier de rest van hun leven wel willen doorbrengen. Het kardinale verschil tussen de Italiaanse arbeiders en de Oost-Europeaanse werkers is natuurlijk, dat de eersten zogenaamde arbeidsemigranten zijn en de ex-D.P.'s politieke emigranten. Maar zolang als ze hier zijn werken ze hard en vervullen zij een plaats, die eigenlijk door Nederlandse arbeiders moest worden ingenomen, maar bij gebrek daar aan toch bezet moet worden. Het wordt hen hier zo prettig mogelijk gemaakt, zo wel op sociaal gebied als ook wat andere gemakken betreft. De Italianen krijgen elke dag Italiaanse kranten, de Polen lezen „Narodowiec", een Pools dagblad, dat in Frankrijk wordt uitgegeven en daardoor niet doordrenkt is van de politieke rich ting, die hen heeft doen besluiten naar ons land te komen. En dan zijn er nog meer mijnwerkers, die een wat ongewone plaats innemen in het bestel van de mijnen: de politieke ge detineerden. Maar hun aantal is de laatste tijd sterk gedaald. Er hebben er enige tijd geleden tweeduizend gewerkt, maar de meesten van hen hebben inmiddels hun straf uitgezeten en zijn of normale mijn werkers geworden of naar huis terug gegaan. Er zijn er nu nog ongeveer acht honderd. Het is in Hoensbroek, waar zij op de staatsmijn ErSma werken al een dagelijks schouwspel geworden enige malen per dag een lange stoet arbeiders onder bewaking uit de mijn te zien komen. Men kijkt er niet meer naar. Het mijndistrict vraagt werk van zijn arbeiders. Of dat nu gedetineerden zijn, of Polen of Italianen en mannen uit de Oekraïne doet er niet toe. Als ze maar hard werken. Om de industrie in leven te hou- Een van de Italiaanse mijnwerkers, de 20-jarige sleper Topatigh Angelo uit Faldis in de provincie XJdine, bij zijn spaghetti-maaltijd. den en om de mijnen te steunen. Want de mijnen zijn Limburg en Limburg is de mijnen. Zonder die enormë industrie zou het Limburgse heuvelland er waarschijn lijk net zo aan toe zijn als Drente. En omdat dat een situatie is, waar de Lim burgers volstrekt niet naar verlangen, wordt er gewerkt, 24 uur per dag. E. P. MENTHO-REX Verkoudheidszalf1 bestrijdt de kou» van buitenaf? Haf langs twee wegén: inademen en inwrijven. (Adv.) De Nederlandse Christelijke Bouwvak- arbeidersbond nam gisteren te Echt afscheid van zijn voorzitter, de heer G. Mol, die na een der tig-jarige loopbaan in de Christelijke vakbeweging gekozen is tot penningmeester van het C.N.V. De heer Mol zal worden op gevolgd door de heer J. W. van Eijsbergen. Dicht bij de mijnschacht rijden de kolentreintjes door de hoge witte gangen. B. en W. willen het drie maanden aanzien Als voorloper op de Heemsteedse ge meentebegroting zijn vandaag de begrotin gen voor de bedrijven en de afzonderlijke diensten verschenen. Deze zijn nog geheel gebaseerd op de tarieven voor gas, electri- citeit en water, die in 1949 van kracht waren, zonder dat van enig plan tot tariefs verhoging blijkt. Daar het wel zeker is, dat deze begrotingen zijn ontworpen vóór de kolenprijsverhoging van 1 Januari j.l. hebben wij ons om nadere informaties ge wend tot de wethouder voor de Bedrijven, de heer H. Disselkoen. De wethouder deelde ons mede, dat Heemstede voorlopig" niet tot tariefsverho ging zal overgaan. Men wil in ieder geval de bedrijfsresultaten over het eerste kwar taal van 1950 afwachten, omdat men een prijsverhoging van deze eerste levensbe hoeften zeer ongewenst acht. Al bestaat er dus geen zekerheid, dat Heemstede de bestaande tarieven blijvend zal kunnen handhaven, voorlopig blijft de verbruikers in deze gemeente een prijsver hoging bespaard. De winst op het gasbedrijf wordt geraamd op 55.190 (v. j. 55.900). De aankoop- kosten van het gas zijn begroot op 285.965 (v. j. 256.700) bij een kolenprijs van 39 per ton. (Indien onze berekeningen juist zijn, dan zal de nieuwe kolenprijsverhoging dit bedrag nog met ongeveer 20.000 ver hogen. Red.). Als opbrengsten worden geraamd voor gewoon gas 304.800 287.300), voor muntgas 135.440 125.780) en voor openbare verlichting 26.600 24.820). Voor het.- duinwaterbedrijf wordt een winst geraamd van 16.647 18.319). Uit de opbrengstcijfers blijkt ó.m. dat Heem stede 3400 gezinnen telt van maximaal 4 personen, 1600. gezinnen van 5 of 6 perso nen en 700 gezinnen van 7 of meer per sonen. De winst op het electriciteitsbedrijf wordt geraamd op 95.655 114.164). Van het rijk wordt 2400 2050) terug ontvangen voor de natriumverlichting van de Heren weg. Voor afschrijving op eigendommen wordt geraamd 25.000 14.500). Op de kapitaaldienst wordt 210.000 70.000) uitgetrokken voor uitbreidingen, onderver deeld als volgt: hoofdschakelstation, ge deeltelijk, 43.000; hoogspanningskabelnet 67.200; transformatorstations 82.568 en straatverlichting 17.232. De Reinigingsdienst sluit met een nadelig saldo van 88.426 88.932). Het bedrijf van Openbare Werken be groot een winst van 200 (gelijk aan 1949) op een uitgaven-totaal van 449.394 435.273). De brandweerkosten zullen 11.845 9.199) bedragen, waarin begre pen 7225 voor lonen en premiën. Het bouw- en woningtoezicht vergt een uitgave van 17.060. Voor onderhoud van straten en pleinen, wegen en voetpaden wordt 92.800 uitgetrokken; de plantsoenen e.d. zullen 84.875 kosten. Het onderhoud van de haven en de vaarten wordt begroot op 24.450. Kosten van de algemene begraaf plaats zijn 37.500. De uitgaven voor Groe- nendaal zullen 63.046 bedragen. De kos ten van de Schoonheidscommissie 1850. Voor het Gemeentelijk Grondbedrijf sluit de gewone dienst met een totaal aan lasten en baten van 84.401 96.206) en de ka pitaaldienst met 321.672 447.647). De gemeentelijke reserve, belegd in het Reservefonds voor bijzondere doeleinden, blijft onveranderd 375.500. Het gemeentelijk Badhuis zal een exploi tatie-tekort hebben van 3120 975), de zwemvijvers van 800 700). Als vergoe ding voor kosteloos zwemmen zal voorts 1300 1500) door de gemeente worden vergoed. De Stichting Sportparken verwacht een exploitatie-tekort van 31.600 28.265). In Delft, aan de Noord-Oostelijke rand van de bebouwde kom, is in de afgelopen maanden een studentendorp verrezen, dat Vrijdag in tegenwoordigheid van minister In 't Veld officieel in gebruik zal worden genomen. Na de oorlog ontstond in Delft een zeer groot gebrek aan huisvestingsmogelijkheden voor studenten. Aan de technische hoge school studeerden voor de oorlog ongeveer 2000 studenten. Dit aantal is thans tot on geveer 6000 gestegen. Aanvankelijk werd een oplossing gezocht in het geschikt maken van enkele grotere gebouwen voor bewoning door de studen ten, doch op deze wijze bleek de hulp slechts een druppel op een gloeiende plaat te zijn. Het denkbeeld om een uit barakken op gebouwd studentendorp te stichten vond zijn oorsprong in het voornemen van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs om aan de Delftse hogeschool een nieuwe aula aan te bieden. Dit voornemen bleek voorlopig onuitvoerbaar, aangezien de beschikbare bouwmaterialen na de oorlog voor de woningbouw dienden te worden besteed, Via de zijde der studenten is toen de sug gestie gedaan om de gelden, bestemd voor de bouw van de aula, dienstbaar te maken aan de huisvesting der studenten. Barakkendorp Van het rijk werd een aantal leegstaande barakken uit diverse delen van het land aangekocht en naar Delft overgebracht. Deze barakken- waren aanvankelijk voor normale huisvesting ongeschikt. Het ver bouwen van de barakken tot kamers, ge meenschappelijke zalen, keukentjes en wat dies meer zij, benevens de aanleg van gas, water- en electriciteitsleidingen bleek een zo kostbare aangelegenheid te zijn, dat bij het gebruik maken van normale werk krachten de kosten van het gehele project hoger zouden worden dan de beschikbare bedragen. Studenten werden derhalve inge schakeld bij de diverse werkzaamheden en Een kijkje tussen de barakken. Op de achtergrond studenten aan het werk. bij het egaliseren en draineren van het mid denveld, waar een groot sportveld zal worden aangelegd. U squert-expres Wanneer gij u op de hoogte wenst te stellen van de gevoelens van een speld in een hooiberg, dan moet gij tussen vijven en zessen eens over de N.Z. Voorburgwal, de Spuistraat en het He kel veld gaan rijden. Er is eenvoudig geen ddorkomen aan. Deze drie straten vormen namelijk het operatie-centrum van de circa 250 Amsterdamse beroeps- vervoerders die er tegen etenstijd hun honderden vrachtvehikels samen trek ken. De wagens zijn gesierd met in drukwekkende namen als Usquert-ex- pres en Purmer-Rapide en wanneer de machtige Diesels aan het warm- draaien zijn, dan voelt ge u klein en nietig. Uit de cabine-ramen hangen tanige kerels met een pet op het ach terhoofd en een shagje in de mondhoek, die door middel van gespierde expres sies bewegingsruimte voor hun bak beesten trachten te krijgen. Toen wij er tussen door trachtten te manoeuvreren, keken wij al verschrikt op, toen er één brulde: „Hé Herreman, ga es achteruit mejje liemoesien", doch hij doelde ken nelijk op een voor een handkar gespan nen grijsaard, die verdrietig mededeel de: „Ik ga me hele lefe al achteruit". Huis aan huis in deze straten wordt in beslag genomen door de bodedien sten, die uw pakketjes naar alle uit hoeken van het land kunnen dirigeren. Deze variëren van het bedrijfje met één wagen tot machtige firma's die er hele parken op na houden. Zij trachten broe derlijk vereend de ATD eruit te rijden die zich op de N.Z. Voorburgwal in een modern pand met een vergulde gevel steen „anno -1763" op houdt. Ook de particuliere bode-diensten be schikken thans echter over centrale verzendkantoren, die de vrachtjes over de bij hen aangesloten vervoeders ver delen, de zogenaamde kav-ga-doors van de weg. Wij hebben daar even om een hoekje gekeken om eens te zien, wat daar allemaal vervoerd werd en hoorden de chef van de expeditie verklaren: „Vandaag-de-dag allegaar koopmans goederen. Vooral mSnufacturen en ge notsmiddelen". Ter staving van zijn be toog betastte hij langdurig van onder en boven een groot pak, klopte er eens aan en legde er vervolgens zijn oor tegen te luisteren. „Sjokkele", zei hij indruk wekkend. Toen wfj hem vroegen, hoe hij dat zomaar wist, zei hij: „Het staat er op". Over het gebrek aan plaatsruimte was hij slecht te spreken. Hij vertelde dat de gemeente Amsterdam plannen koestert om het gehele beroepsvervoer met man en muis naar Amsterdam-West over te brengen, waar een mooie plaats was uit gestippeld bij de markthallen. „Maar dan moeten we ook allemaal g§an", zei hij dreigend. Nochtans was hij van me ning dat de overstelpende drukte in de binnenstad ook niet langer aanging, al werd hij aan de andere kant weer ge kweld door de gedachte dat de gehele handel nu eenmaal in het centrum hokt. Hij was overigens vol begrip voor het standpunt van de gemeente die weigert de trottoirs te laten versmallen omdat zij in de aanwezige parkeermoeilijkhe- den een rijke bron van inkomsten be zit. „Ze zalle de bekeuringe niet kenne misse", meende hij. Wat hij ons verder vertelde over het werk van de 15000 beroepsvervoerders in Nederland daar zijn ook de hon denkarren bij inbegrepen vervulde ons toch wel met ontzag. Zij werken wanneer gij al slaapt en zij werken wanneer gij nóg slaapt. Het is een zwaar beroep, maar het is ook wel een vrolijk beroep, want een chauffeur-zei ons: „We hebben meestal een flinke partij in de wagen". Geen wpnder dat er dan stukgoed aankomt. Goeie soep Het kan geschieden dat wanneer een geniepige wind de waterkou door Am sterdams grijze straten veegt, deze hoofdstad tot een vijandig en onher bergzaam oord wordt. De beslagen ruiten van op het natte asfalt voorbij-sissende automobielen, de paarse neus van de verkeersagent die korzelig aan zijn klap- bord staat te morrelen en de fietsers die de zorgelijke uitdrukking hebben van iemand die zijn - schulden met zijn maandsalaris vergelijkt, maken dan de man Boeda in zijn demi-saison tot een troosteloos hoopje mens. Wij plegen ons dan te spoeden naar de goeie soep van Kootje. Deze Kootje die verder naar de zonderlinge naam Kulclerij luistert, drijft een kleine eet salon waar het op zulke dagen plezant toeven is. Ook hier zijn de ruiten besla gen, maar aangezien men aan de goede kant staat, onderstreept dat de behaag lijkheid. Wij vragen dan altoos wat voor soep de pot schaft, hoewel dat weinig zin heeft, want als Kootje zegt „Toma tensoep", dan kan men er1 desgewenst donder op zeggen, dat die soep alle denkbare grondstoffen behalve de rode tomaat behelst. De soep is echter zéér heet, zéér vet en zéér goed en zoals Kootje dat in klare taal weet uiteen te zetten: „Zéér veor de bakker". Met iedere slurp van de warme soep keert dan tenslotte het besef een levend wezen te zijn, tot de mens terug. Men kijkt naar de glimmend witte betegeling van het etablissement, men wijdt een blik of twee, drie, vier, vijf aan de spaarzaam gestoffeerde dame aan de wand die de aandacht afleidt van het flesje Coca-Cola, dat zij in de hand knelt en men luistert met welwillende aandacht naar de critiek, die Kootje via een mond vol knieschijf aan het huidige wereldbestel deelachtig doet worden. Achter hem logenstraffen ontelbare, keurig opeengestapelde broodjes belegd met plakjes van de koe trouwens zijn sombere woorden en men raakt be vangen door de weinig ethische, maar nochtans uiterst menselijke bevredi ging die een volle maag pleegt te ver schaffen. Die bevrediging zagen wij gisteren zoeken door de zeer Russische heer Sjarof, die uit Italië naar dit land is gekomen om slechts één toneelstuk te regisseren. Deze krachtige zeventiger dolf met innig welbehagen in een grote stapel broodjes met half-om, waarachter hij gaandeweg steeds minder schuil ging. Hij spoelde de gezamènlijke ver richtingen van bakker en vleeshouwer met soep naar beneden en strekte, toen de laatste belemmeringen voor het uit zicht op zijn machtige omvang waren afgegraven, met een diepe zucht de be^en onder het marmeren tafelblad. Onaer het neuriën van een weemoedig lied begaf hij zich vervolgens naar de kassa, alwaar hij ons zag en bij wijze van herkenning vrolijk zeide: „Oit Chaarlem". Deze beminnelijkheid smolt echter als sneeuw voor de zon, toen hij al zijn z"akken had doorgezocht en daar in niets anders dan zijn vingers ont moet had. „Verkierde jas", verklaarde hij netelig, „niekkes cheld". Hij hield daarna een belangwekkend en langdurig referaat, waaruit overduidelijk bleek dat hij van zichzelve een weinig hoge dunk koesterde. „lek ben dekoerasjiert", zei hij en bespeelde alle registers van het zelfverwijt met een vaardigheid die Hamlet eer zou hebben aangedaan, maar net toen wij angstig aan het over wegen waren hoe lang wij in alle be leefdheid konden wachten, alvorens zijn vergeetachtigheid te financieren, diepte hij stralend een tientje op uit de voering van zijn jas. „Noe gha iek schlapen", kondigde hij vervolgens tevreden aan. Kootje keek hem met eerbied na. „Das nou zogezegd een dirigent", zei hij tot een belendende dame, „we krijge hier alle grote mannen uit het kunstwezen". „O ja?", vroeg de dame veelzeggend. „Nau", zei Kootje dromerig, „onder- laatst Piet Muyselaar ook". Er viel een gewijde stilte van diep ontzag. „En iedere wéék een referendaris van Kunsten en Wetenschappen", zei Kootje en speelde vergeten met een stukje pe kelvlees. „Samen met zijn chauffeur". Toen zijn wij tevreden uit de enige eet salon waar eén referendaris met zijn chauffeur komt lunchen het waterkoude maar verrukkelijke Amsterdam weer ingetreden. Goeie soep! Averechts Achter een raam op de Wetering schans, waar het altoos volhangt met Vijf schilders, een beeldlioxiwer en een aquarellist te weten: D. H. W. Filarski, W. A. Knip, J. Sluijters Jr., Sorella, Gerard van Wijland, Barend Jordens en Piet Spijker nemen deel aan de groepen-tentoon- stelling van Arti et Amicitiae, die van 18 Januari tot 5 Februari in de zalen van de maatschappij ivordt ge houden. Het Amsterdams Toneelgezelschap vertoont Donderdagavond 19 Januari het merkwaardige spel van psycho logische verwikkelingen „Zwarte Crêpe de Chine" met in de hoofdrol Loudi Nijhoffdie dezer dagen op uitnodiging van de schrijfster Lesley Storm de vertoning van dit stuk in London (met Flora Robson) bijwoon de. Zaterdagavond heeft nog een herhaling plaats (eveneens in de Stadsschouwburg) van het droom spel Uitkomst" van Herman Heijer- mans. In de grote zaal van het Concertge bouw speelt Donderdagavond het In de hoofdstad uit Amsterdams Philharmonisch Orkest- onder leiding van Nico van der Lin den ten bate van de pas opgerichte kunstenaarsgemeenschap ,j)e blau we vogel" met medewerking van de violist Theo Olof. Zaterdagavond is er wederom 'n volksconcert, dit keer onder directie van Rafael Kubelik. Het programma bestaat uit werken van Weber, Dvorak en Smetana. Bovendien vertolkt Willem Noske het vierde vioolconcert van Henk Badings. De agenda van de kleine zaal luidt: Woensdagavond Ré Koster met volksliederen, Donderdagavond de pianiste Annie d'Arco en Vrijdag een sonatenavond door Lola Bobesco en Jacques Genty, viool en piano. In Tuschinski heeft Vrijdagavond de gala-première plaats van de film „The Third Man" van Carol Reed, met in de hoofdrol Orson Welles, waarbij de muzikale illustratie al leen met behulp van een cither ge- chiedde. aanbiedingen van mensen, die model wensen te staan, een kamer beschikbaar hebben voor een heer b.b.h.h. of anders zins de wereld tegen betaling van dienst willen zijn, ontwaarden wij dezer dagen de mededeling: Dame heeft nog enkele uren per week beschikbaar voor Uitstekend Breiwerk Wij branden van nieuwsgierigheid om te weten wie zij daarmee op het oog heeft BOEDA. in de loop der maanden is het studenten dorp verrezen, dat deze week als experi ment officieel in gebruik zal worden geno men. In Mei van het vorig jaar werd met de uitvoering van het plan een begin gemaakt. In September betrokken de eerste studen ten hun nieuwe tehuis, thans is het dorp voltooid op de beplanting van het terrein en de aanleg van een sportterrein na. Kamers, zalen, keukens en een winkeltje Aanvankelijk lag het in de bedoeling voor alle kamers een gelijk huurbedrag te vra gen, Naderhand is gebleken, dat om tech nische redenen de vertrekken zodanig in grootte gingen verschillen, dat de huurprijs naar kameroppervlak berekend moest wor den, en wel op 1,40 per vierkante meter per maand,^hetgeen over het algemeen iets beneden h*et prijspeil van de normale kamerhuur in Delft is. Voor de kamertjes, waarin zich een bed, een kast, een tafel en stoel bevinden, is dit een redelijke prijs. De student dient zelf voor verdere meubilering te zorgen. De veertien barakken worden centraal verwarmd. Iedere barak is voorzien van een gemeenschappelijke conversatiezaal en een keukentje. Elke barak is telefonisch aan gesloten. Het is niet de bedoeling dat de warme maaitijden in het barakkendorp worden gebruikt. Dit zou het contact met het eigenlijke Delft, met de burgerij en met de centra van het studentenleven nadelig beïnvloeden. Wel is er een winkeltje inge richt in het gebouwtje van de concierge van het complex, waar men brood, melk en andere dagelijkse benodigdheden kan kopen. Het dorp wordt beheex*d door een stich ting, waarvan twee in het dorp wonende studenten de dagelijkse vertegenwoordigers zijn. Een van de veertien barakken is verdeeld in vier aantrekkelijke woningen voor ge trouwde studenten met gezin, wier aantal na de oorlog belangrijk is toegenomen. Voor 20 jaar De behoefte aan een dergelijke geconcen treerde woongelegenheid voor studenten blijkt groot te zijn. Ongeveer 200 studenten hebben er een woning gevonden, waarmee het dorp vol is. Er is reeds een wachtlijst aangelegd voor nieuwe gegadigden. De grond waarop het dorp is gebouwd, blijft gemeente-eigendom en is voor twintig jaar afgestaan. De barakken zijn naar men verwacht gedurende een dergelijke periode bestand tegen bewoning door studenten. In studentenkringen wordt de oprichting van dit dorp ook beschouwd als een middel 'om het aantal spoorstudenten te doen vér- mindei-en. Men ziet met belangstelling uit naar de ervaringen met dit dorp. Geknoei met soldijgeld Tijdens de zitting van de Economische Politierechter te Arnhem is een nieuwe vorm van ontduiking van de deviezenbepa- lingen aan het licht gekomen. Gebleken is, dat door militairen in Indonesië werd ge knoeid met het overmaken van soldijgeld aan familie in het vaderland. Een Neder landse militair in Indonesië stuurde bij voorbeeld een gedeelte van zijn soldijgeld in Indonesische valuta naar Nederland, waar dit direct inwisselbaar was tegen Hollandse guldens. Dit bedrag werd dan teruggestuurd en dezelfde militair ontving daarvoor vier of vijfmaal zoveel Indonesische guldens. Op nieuw werden dan de aldus verkregen Indonesische guldens als soldijgeld naar het vaderland gezonden, waar voor eenzelfde bedrag aan Hollandse guldens werd uitge keerd, zodat het vier- of vijfvoudige van het oorspronkelijke soldijbedrag werd ver kregen. Een verdachte, die betrapt werd op het sturen van geld per gewone brief naar zyn broer in Indonesië, maar van welke broer niet bewezen kon worden dat hij op deze wijze getracht had zijn soldij te verhogen werd veroordeeld tot veertig gulden boete of acht dagen hechtenis. Faillissementen De rechtbank te Haarlem heeft in staat van faillissement verklaard: Jan Sevx'ien van Haarlem, cellulosewikke- laar, wonende te Haarlem, Ooievaarstraat 2. Rechter-commissaris: mr, H. J. Ferwerda. Cux-atrice: mr. M. van Beek, advocate en procureur te Haarlem. J. Gx-iekspoor, wegenbouwer, woneixde te Heemstede, Ci-uquiusweg 124. Rechter-com missaris: mr. H. J. Ferwerda. Curator: mr. A. D. P. V. van Löben Seis, advocaat en pro- cxireur te Haarlem. H. Bax, wonende te Bloemendaal, Kinheim- weg 1, handelende onder de firma „Trianta v.h. de Clerq's Proefstation", Rechter-com missaris: mr. H. J. Ferwerda. Curator: mr. B. J. de Boer, advocaat en procureur te Zand- voort. De vennootschap onder de firma Comee, gevestigd te Haarlem en aldaar kantoorhou- dende aan de Kleverlaan 28. en de vennoten: T. Meeuwenoord, wonende te Haarlem, Elzenplein 10; H. Cornet, wonende te Haar lem, Jan Luykenstraat 40. Rechter-commis saris: mr. H. J. Ferwerda. Curator: mr. K. A. F. J. Pliester, advocaat en procureur te Haarlem. Wegens het verbindend worden der enige uitdelingslijst is geëindigd het faillissement van: J. J. Hessels. rijwielhandelaar, wonende te Bloemendaal, Verbindingsweg 19. Heringa Wuthrich HAARLEM BLIKSEMAFLEIDERS Agenda voor Haarlem WOENSDAG 18 JANUARI Concertgebouw, Tuinzaal: Internationale Chr. Spiritistencentrum „De grotere wereld", 8 uur. Gebouw Cultura: „Harmonia", lezing ds. W. J. F. Meiners, 8 uur. Wilhelmina straat 22: Psycho -synthese B. v. d. Meer, 8 uur. Palace: „Mijn moeder en ik", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De tijgerin", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Moederlied", 14 j„ 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Die Fle- dermaus", 18 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De helse karavaan", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Het Venster", 18 j., 2, 4,15, 7 en 9.15 uur. DONDERDAG 19 JANUARI Gem. Concertgebouw: Koor Katholiek Haarlem Oratorium „Koning Swentibold", 8.15 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoor stellingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1950 | | pagina 5