In de Amerikaanse auto-industrie is de concurrentie-strijd weer ontbrand Waarom het was De beplanting van de Haarlemse Dre Paviljoen Paradis Zaterdag 25 Maart 1950 KLANT IS OPNIEUW KONINC (Van onze correspondent in New York), De deur bij de Amerikaanse automobiel dealer staat weer wijd voor de koper open. Er was een tijd, niet zo lang geleden, dat achter die deur een uitsmijter stond. Het was in- de dagen waarin de vraag het aanbod verre overtrof en de automobiel handel gouden tijden beleefde. Hoewel de dealer gebonden door het contract met de fabriek niet meer mocht vragen dan de officiële prijs, zoals die door de fabriek was vastgesteld, waren er trucjes genoeg om wat extra te verdienen. Vooreerst: u had geen schijn van kans op een nieuwe auto indien u geen oude ter inruil aan kon bieden. Op die inruil-transactie werd grof geld verdiend. Had namelijk uw oude wagen op de tweede hands-markt een waarde van zegge 750 dollars, dan offreer de een dealer u met een stalen gezicht 400 dollars en u had maar te gehoorzamen. Het verschil verhoogde zijn winst op de totale transactie. De officiële provisie, welke door de fabriek wordt toegestaan, ligt tussen de 23 en de 25 procent, maar de inruiltransactie verdubbelde in vele gevallen de winst voor de dealer. Een ander populair middel om het auto- begerige publiek geld afhandig te maken, was het optakelen van nieuwe wagens met vele onnodige en dure accessoires, waarop de winstmarge bijzonder hoog is. Deze practijken behoren thans tot het verleden. De productie is thans immers bezig de vraag te overtreffen. Met andere woorden, de klant is weer koning gewor den en zijn oude wagen is een strategisch wapen geworden in de hand van de eige naar. De tijd van de onnodige accessoires is geheel voorbij. Iedere dealer ontvangt van zijn fabri kant het „blauwe boek", waarin de prijzen staan, die de. fabriek juist acht voor oude wagens, die ter ruil worden aangeboden. De dealer is thans echter weer zo gebrand op een verkoop, dat hij aan de candidaat- koper van een nieuwe wagen voor zijn oude karretje meer biedt dan de prijs in het „blauwe boek" en de prijs op de tweede-hands-markt. Hij accepteert dus een verlies op de inruiltransactie, maar doet dat graag om althans aan zijn trek te komen voor de 25 procent op de verkoop van een nieuwe wagen. Daarmede is het verkoopprpbleem bezig een acuut vraagstuk te worden en men kan zeggen, dat de concurrentie weer in alle heftigheid is ontbrand. Met nieuwe, nog aantrekkelijker, modellen dan voor heen, met „overdrives", met nieuwe auto matische koppeling-constructies, moet het publiek gelokt worden. De bedragen, die REPRODUCTIES NAAR OUDE EN MODERNE MEESTERS KUNSTHANDEL HAARLEM V# GEN WEG 102, TR 14011 - GR. MARKT 14, TEL. 12063 (Adv.) Mejuffrouw L. Danser is een kwarteeuw huisbezoekster Het aantal zilveren jubilea dat bij de Haarlemse vereniging tot bestrijding der tuberculose in de loop der laatste jaren is herdacht is groot. Vele bestuursleden en leden van het personeel bleven de vereni ging gedurende meer dan 25 jaar trouw. Op 1 April zal mejuffrouw L. Danser de dag herdenken waarop zij in 1925 haar werkzaamheden aanving als huisbezoek ster bij de vereniging. Vroeger werden huisbezoeksters voor de tuberculosebestrijding gekozen uit dames, die zich door het volgen van een cursus in Den Haag tot dit werk bekwaamd hadden en zich na afloop van de cursus aan een examen hadden onderworpen. De toenemende groei der verenigingen voor wijkverpleging maakte, dat speciaal op het platteland, óók voor het tubercu- lose-huisbezoek steeds meer gebruik ge maakt moest worden van de diensten dei- wij kverpleegsters. Toen mejuffrouw Danser, na eerst een jaar bij de zustervereniging in Velsen te hebben gewerkt, in Haarlem haar arbeid begon, had de vereniging vier huisbezoek sters in dienst, alle „specifieke" huisbe zoeksters. Thans werken hier vijf huisbe zoeksters, waarvan vier uit het verpleeg- sterscoros afkomstig zijn. Mej -,w Danser, die steeds Haar lem-? als werkterrein toegewezen zag, htal die jaren nauwgezet en met doorzettingsvermogen haar moeilijke taak volbracht, tot heil der aan haar zorgen toe gewijde gezinnen. Ook de vereniging wist dat zij op haar kon bouwen. HOOFDPIJN 1<m Mijnhardt Hoofdpijnpoeders. Doos 45 ct. MijnhardcHoofdpijntabletten. Koker 7.5 tt. (Adv.) aan adverteren besteed worden, lopen in de tientallen millioenen dollars. Goedkope wagen Kaiser-Frazer, die zich in 1948 na slechts twee jaren als fabrikant bestaan te hebben op sensationele wijze opgewerkt had tot de grootste „onafhankelijke" (dit in tegenstelling tot de „grote drie": General Motors, Chrysler en Ford, die ongeveer 85 procent van de Amerikaanse markt be strijken) zag zijn verkopen in 1949 sterk achteruit lopen. Thans is Henry Kaiser terug in het ge vecht met een nieuwe serie Kaisers en Fra- zers. Geheel nieuw is echter Kaiser's jong ste creatie: de laaggeprijsde wagen. In Amerika zijn in de laatste jaren ein deloze debatten gevoerd over de kansen van een werkelijk goedkope wagen, die zou zijn, wat oorspronkelijk de bedoeling was van een auto, namelijk een snel en efficiënt vervoermiddel. Dat men van dit uitgangspunt nogal wat is afgeweken, is duidelijk wanneer men de huidige pronkwagens met hun overdadige luxe ziet. Kaiser komt nu uit met een nieuwe wagen (dè naam ervoor wordt thans beslist in een prijsvraag met meer dan 400.000 inzendingen), die ontdaan is van overdadige luxe en die door vereen voudigde constructieprincipes goedkoper gefabriceerd kan worden, maar die toch een practisch vervoermiddel blijft voor vijf volwassen personen. De nieuwe Kaiser zou naar keus gele verd kunnen worden met een 4 of 6 cylin der motor en zou het ongeloofwaardig lage benzine-verbruik van 1 op 16 hebben. i „Johannes Passion" in IJmuiden De datum waarop het gemengd zangkoor „Driehuis" in samenwerking met de Ken- nemer Oratoriumvereniging de Johannes Passion ten gehore zal brengen, is "thans officieel vastgesteld op Woensdag 29 Maart. De uitvoering geschiedt in de Nieuwe Kerk aan de Kanaalstraat. De bekende diri gent Piet Halsema heeft de leiding. Solis tische medewerking verlenen Maria van Uden, sopraan; Helna Kruyswijk, alt; Henk Meyer, tenor; Emile Linssen, bas. Betsy Nederkoorn bespeelt het clavecimbel en Gosse Kroese verzorgt de orgelbegeleiding. Het orkestrale gedeelte is in handen van het Symphonïeorkest „Haerlem". Een zo grootse muziekuitvoering brengt financiële consequenties mee. In dit geval heeft de gemeente Velsen zich niet onbe tuigd gelaten en daardoor is het mogelijk geworden dit werk aan de muziekliefheb bers in Velsen en IJmuiden voor te zetten. Presidente van Nederlands Padvlndstersgilde treedt af Op 1 April houdt het Nederlandse Pad- vindstersgilde zijn algemene jaarvergade ring in restaurant „Groenendaal" te Heem stede. Mevrouw E. van den Bosch-De Jongh, die twintig jaar presidente van het N.P.G. is geweest, zal als zodanig aftreden. Ter gelegenheid hiervan zal na afloop van de vergadering een receptie worden ge houden. P Ja, maar van MOLENDÖK'S KAPSALONS Santpoortcrplein 1 - Telefoon 19706 Haarlem (Adv.) KORT VERHAAL DOOR STEVEN MARSING Marian zat aan de tafel yoor het raam, met de zoemende naaimachine. Het felle licht er boven scheen indiscreet op de sta pels ondergoed. Pim werd er even door teleurgesteld, maar hij merkte het nauwe lijks in zichzelf. Marian staakte het zwen gelen aan de machine. „Dag", zei ze, op ziend. Haar stem werd gesmoord door haar tanden, waartussen zij .een naald klemde. Met haar leesbril op zag zij er kinderlijk uit. Vertederend. Pim probeerde het on dergoed weg te denken. Ze keek hem aan, afwachtend, of hij haar een zoen zou geven. Ze deed het al tijd zo, niet opdringend en niet afwijzend. Pim vond het prettig. Op dat ogenblik, bij zijn thuiskomst, kon hij met volmaakte willekeur besluiten. Soms zoende hij haar, soms niet Bepaalde reden was er meestal noch voor 't een, noch voor 't ander. Vandaag maar weer eens niet, maakte hij voor zichzelf uit. Het was op dit ogen blik van geheel ondergeschikt belang. Hij liep toch naar de tafel toe en knipte de staande lamp aan. Daarna deed hij het grote licht uit. Marian protesteerde zwakjes, maar hij was erg overheersend. Rustig en verzekerd. Ze vond hem haast indrukwekkend. „Leg die rommel eens opzij", zei hij, met tegenzin het ondergoed beziend. Er was geen ontkomen aan. Braaf schoof zij de kleren op de grond. Pim ging tegenover haar zitten op de leuning' van een stoel en zag haar peinzend aan. Nu ging het komen. Hij moest sterk zijn. Het kwam er op aan het zuiverste, dat in hem was, te behouden. Gelukkig was zijn weerbaarheid in vele jaren sterk geworden. Toen Marian en hij, nog voor.de oorlog, dit huis hadden be trokken, het huis, dat volgens hun eigen aanwijzingen gebouwd was, hadden ze al besloten, dat ze hier niet meer zouden weggaan. „Laten we daaraan vasthouden, Marian. We zijn acht jaar van het ene eind van de wereld naar *t andere gestuurd, en we weten er alles van. Laten we nu ver der voor ons genoegen leven, in plaats van voortdurend meegesleurd te worden in. die woedende jacht naar meer succes en meer geld. We hebben nu dit huis en ik verdien genoeg voor ons en de kinderen. laten we verder rustig en gelukkig zijn, en eens wat aandacht besteden aan dingen van werkelijk belang". Op vele wijzen had hij dat bij herhaling tegen haar betoogd, ze had bij herhaling toegeknikt en ze waren blijven zitten, genietend van hun huis en van hun leven. En nu, na tien jaar, kwam de beproe ving. Of nee, een beproeving was het eigen lijk niet. Slechts de proef op de som. „Ik heb ze natuurlijk mijn voorlopige besluit al meegedeeld, maar ik wil het je toch vertellen. Ze hebben me een plaats aangeboden in de directie van ons kantoor in Brisbane". „O!" „Ik heb natuurlijk gezegd, dat het niet ging". „Natuurlijk, ja". „Dat hebben we allemaal uitgemaakt. Ik bedoel, het is voor ons niet nodig er nog over te praten". „Nee". „Ik ben blij, dat je het met me eens bent". „Dat spreekt toch vanzelf. We hebben het over zoiets vaak genoeg gehad. O Pim, het zou zo ontzettend zijn nu hier weg te moeten. Je zou ook niet hoeven te den ken, dat je ooit weer in dit huis terug kon komen". „Geen sprake van. We zouden alles wat we aan goeds van ons leven gemaakt heb ben, kapot slaan, alleen om wat meer geld te verdienen. Allen uit ziekelijke verblinde eerzucht. „Ik ben zo gelukkig hier, Pim". „We zijn allebei gelukkig hier". „Ja". „En ik vertik 't om een rad te worden in die vervloekte economische machine. Ik zal mijn eigen leven leiden. Daar hebben we nu waarachtig toch wel recht op! De kinderen zouden weer hier achter moeten blijven.het gezin uiteengerukt. Als zij maar bijkantoren hebben! O, ik haat dit gedoe zo. Deze voortdurende jacht op geld! We kunnen toch wel aanspraak maken op een beetje geluk!" „O Pim, wat heerlijk, dat we ze nu kun nen weerstaan. Jij blijft bij dit werk, waar je plezier in hebt en ze kunnen ons nog veel meer vertellen". Ze sprong op en kwam naar hem toe. Met haar hoofd tegen zijn schouder drukte ze hem tegen zich aan. Hij kuste haar vluchtig' op het haar. Ze voelde een vreem de onbeweeglijkheid in hem, en keek op. Toen liet ze hem met een zucht los. Pim pompelde iets en beende ineens met grote passen de kamer uit. Terwijl ze de stapel ondergoed van de grond oppakte, vroeg Marian zich af, of het erg dikke in Brisbane nodig zou zijn. Ze moest Gerda eens opbellen, die had er gezeten. Voorlo pig dit maar niet verstellen. (Nadruk verboden) Muziek Jan Odé met Beethovens vierde piano-concert Het laatste H.O.V.-concert van serie B had Vrijdagavond plaats, onder leiding van Toon Verhey en met medewerking van de pianist Jan Odé, hoofdleraar aan het Am sterdams Conservatorium. De eerste helft van de avond was aan Beethoven gewijd en wel met twee sterk contrasterende werken: de dramatische ouverture „Egmont", waarin men de hand van de kracht-figuur herkent die de „Eroïca" schreef, gevolgd door het intiem- poëtische vierde Klavierconcert, dat ons de innig gevoelige romantische kant van Beet hovens wezen toont. De meester moge dan wel eens gezegd hebben, dat ontroering alleen voor jonge dames past en dat de muziek bij de mannen vuur uit de geest moet slaan, maar toen hij deze zin, die een gevleugeld woord zou worden, uitsprak, heeft hij er voorzeker niet aan gedacht, dat hij hem vaak zelf zou logenstraffen. Het Piano-concert in G is er niet minder sterk en verheven om, nu het zo ontroe rend mooi is en over het geheel zo'n innig gevoelig karakter draagt. Zo tussen het stoere derde en het heroïsche vijfde in, is het een verrukkelijk klankmonument van intieme en edele poëzie. Deze karakteris tiek werd door Jan Odé en niet minder ook door Verhey uitnemend belicht in een vertolking, die de kamermuziekstijl nabij kwam. Ook in de grote cadens wist Odé die delicate manier van musiceren bij te houden. En de zo sterk contrasterende dialoog in het Andante, tussen het wils krachtige motief van het orkest en de fra- zen van de piano, die tenslotte gaat over heersen, wekte een beklemmende geheim zinnige sfeer. Hoe opgewekt kon daarna het zonnig-blije Rondo klinken! Al bleef ook daar bescheidenheid domineren. De dramatiek van de Egmont-ouverture Werd door Verhey met een weloverwogen climax aangebracht. Op het dramatisch hoogtepunt liet de dirigent zelfs de uiterst geladen stilte met veel effect meespreken. En dan mocht de zege-fanfare naar harte lust „vuur slaan" in de apotheose van de vrijheid, die door de finale bedoeld wordt. Een klare en treffende interpretatie! Na de pauze ging de symphonie in g' van Mozart, die men kan aanvoelen als de „Danse macabre" van de meester, maar die men in de eerste plaats bewondert om haar evenwicht van vorm en haar rijke muzikale inhoud. Verhey "zorgde met het orkest voor een duidelijke herschepping, zonder een romantische interpretatie te willen opdringen, 't Is het beste wat hij doen kon: Mozart zelf te laten spreken. En dat was genoeg om aan dit laatste concert van serie B een heerlijk besluit te geven. JOS. DE KLERK. Ter gelegenheid van het 70-jarig be staan der Nederlandse Vereniging yoor Tekenonderwijs wordt op 14 en 15 April te Amsterdam een twee-daags congres gehou den. Vier deskundigen zullen de waarde van het tekenonderwijs belichten. Van 15 tot en met 23 April wordt in de zalen van „Arti et Amicitiae" een tentoonstelling van tekeningen gehouden, ten doel hebbende een beeld te geven van het hedendaags tekenonderwijs in Nederland in al zijn ge ledingen. In 1943 hebben de Duitsers de uit 1633 daterende 1300 kg. wegende luidklok op de begraafplaats te Giethoorn weggehaald. De klok is na de bevrijding zwaar beschadigd in Hamburg teruggevonden. Zij is thans hergoten en zal weer in de klokkestoel op de begraafplaats gehangen worden. Passagierslijsten troepenschepen Op onze kantoren ligt ter inzage de gecombineerde passagierslijst van de „Fairsea", „Goya" en „Somersetshire", welke respectievelijk op 4, 8 en 11 April j met militairen uit Indonesië in Rotter dam zullen aankomen. Voor de kiioderem j pW mx 26 De hele dag speelden clowntje Rick en Bunkie in de speelkamer. Er was daar ook zoveel leuks! Zoveel speelgoed had Rick nog nooit bij elkaar gezien. Telkens hielden ze zich weer met iets anders bezig; er waren ook auto's en spoortremtjes, en dat vond Rick helemaal prettigZe reden er de hele kamer mee rond en hadden een plezier van belang! Maar Rick, die de vorige nacht op de boomtak niet zo heel'gemakkelijk had gelegen, begon op een ogenblik slaperig te worden. Hij geeuwde ,elke keer en hij werd moe. 't Was ook zo'n leuke dag geweest en ze hadden zo druk gespeeld! Beertje Bunkie zag dat wel. „Het begint al avond te worden", zei hij. „Zullen we maar gaan slapen? Dan spelen we morgen weer verder!" „Nou graag!" zei Rick. „Maar waar moeten we slapen?" „Kom maar mee", zei Bunkie. „Dan zal ik 't je laten zien!" Voorjaarsstemming in het Vondelpark. Op zachte dagen is er al veel bela voor een plaatsje in de zon op het terras van de rotonde De directeur van de Hout en Planisog wil het brede wandelpad handlij In ons onderhoud dat wij met de heer J. A. Dorresteyn, de directeur van de Hout en de Plantsoenen te Haarlem, had den over de bomen in het stadsbeeld, werd medegedeeld dat op de Dreef populieren tussen de linden zijn geplant. Dit is ge daan omdat populieren sneller groeien, daardoor bereikt kan worden, dat de Dreef zich binnenkort zal kunnen verheugen in het bezit van flink uitgegroeide bomen. Wij ontvingen een brief van de heer A. H. F. v. d. Colk te Haarlem, waarin hij schrijft: De Dreef was, toen er nog iepen stonden, een waardig en mooie toegangsweg tot de stad. De huizen werden vrijwel onttrokken aan het gezicht door de zware bomen. Evenzo het gezicht op de stad. Hoe is het thans nu de iepenziekte die oude bomen heeft doen verdwijnen? Bij Dreefzicht staande kan men de stad al zien. De verkeersweg, met de parallel lopende fietspaden en wandelpad maakt een in druk van een verkeersweg buiten een stad gelegen. Schijnbaar kan het niet anders. Er zijn bomen geplant en nu moet de toe komst het doen. Het is de bedoeling om later, als de linden eenmaal uitgegroeid zijn, de populieren weer te rooien. Maar ik ben overtuigd dat, ook al zijn de linden volwassen, de Dreef niet hetzelfde schil derachtige beeld kan bieden als toen er iepen stonden. Veel aantrekkelijker zou het beeld van de Dreef worden als het brede wandelpad tot de helft versmald werd en de stroken gras onder de bomen beplant zouden wor den met flink groeiende bloemstruiken, zoals Forsythea, Ribus, Malus, Jasmijn, Sneeuwbal, Spiraea enzovoort. Hier en daar zou men dan een doorkijk moeten laten voor de op een bank rustende wan delaar. Dan zouden dé vele parallel lopende lijnen worden weggewerkt en een vriendelijk aspect verkregen worden. Nu kan het nog jaren duren voor de Dreef aantrekkelijk wordt. Ook op de rotonde op het Plein zouden bomen, vooral grote, geplant kunnen wor den. Dan zou daar een oase komen in de omgeving van louter huizen en asfaltwegen. Het zou goed aansluiten bij de prachtige eiken die aan de Baan staan. Nu nog iets zo besluit de heer v. d. Colk over de vernielingen aan de plant soenen door de schooljeugd. Vele kinderen kwamen bij mij om bladeren van bijzon dere heesters vragen voor hun herbarium. Deze kinderen doen niet meer mee aan de vernieling. Met andere woorden: bestrijdt de vernieling door meer liefde voor de natuur te wekken. Schrijf op dit gebied een wedstrijd uit op de scholen in het op naam stellen van heesters en bomen. Laat de kinderen desnoods in de plantsoenen wat blaadjes plukken, daarvan gaan de bomen en heesters niet dood. Slaagt zo'n wed strijd, dan hebben wij weer een goede stap gedaan in de richting van de bestrijding der vernielzucht! Wij bespraken de punten die hij aan voerde met de heer Dorresteyn, die ver telde: Het denkbeeld het wandelpad te ver smallen is al eens eerder geopperd. Tegen toepassing had ik ernstige bezwaren en het gemeentebestuur heeft zich daarbij aangesloten. Het wandelpad is altijd zo breed geweest en daarvoor was (en is nog!) een goede reden. Als het mooi weer is vooral op Zondag, trekken duizenden uit de stad naar de Hout. Als zij eenmaal op dat wandelpad zijn, voelen zij zich in de vrije natuur. Zij lopen en drentelen rustig, zich niet bekommerend om het verkeer van auto's en fietsen. Zo moet het blijven. Als het pad smaller gemaakt wordt zou het op drukke dagen de stroom wandelaars niet kunnen verwerken, want men loopt daar immers in twee richtingen. Bovendien zouden heesters het aesthe- tisch beeld van de Dreef niet verhogen. Het vrije uitzicht op het mooie Paviljoen, het veld daarvoor en het Florapark, moet behouden blijven. De bomen aan de Dreef zulte s komende voorjaar wel meevaller de populieren doen het al aardie wens de linden ook, maar die jL meer tijd gunnen. De linden door de tijd niet behoeven onder voor de iepen die er eens stonden zware bomen aan de SpanjaardslL daarvan een bewijs. Mensen die ah jaren zijn zullen daarvan niet meer ten, maar die hebben nog wat aand» lieren, die immers veel sneller gre^i De rotonde wordt beplant met ra groenblijvende planten. Bovendien', er twee linden op te staan, die J voortzetting zijn te beschouwend linden op de Dreef. De opmerkingen die de heervi maakte over de bestrijding van 3 nieling in de parken door de jeugv veel aantrekkelijks. Zijn den&a wedstrijden te organiseren voor&» zal een punt van overweging uifca, de commissie die door de gemeen noemd zal worden om zich aan de sing van dit vraagstuk te wijden Ht: evenwel verkeerd zijn de kinderen stemming te geven bladeren in deu te plukken. De een neemt een bi* ander een tak. Maar de kinderen fe altijd terecht op de kwekerij aand; verlaan. Daar worden ze met open: ontvangen en krijgen bovendien th alle inlichtingen over bomen en plani zij wensen. Emigratie van inwonen uit Haarlem en omgevinj Het meest lokt thans AusIj Ondanks het feit dat de economise* stand zich in 1949 minder gunstig liet zien, nam de belangstelling voor «ui in het gewest Haarlem af, althans er den zich minder serieuze emigrate daten bij het Arbeidsbureau, Vérmos echter is deze teruggang' zo vertelt de heer A. P. M. van Hiel, directeur het Arbeidsbureau alleen een gevt de onmogelijkheid voor velen, degrt gaven die aan emigratie verbonden bekostigen. Tenminste zodra bekend in de laatste maanden van het jaar in bepaalde gevallen mogelijk is overtochtskosten geheel of gedeelte laste van het rijk werden genomen.! zich een groot aantal gegadigden. In totaal werden in 1949 ten beim inwoners van het gewest Hssrlcr emigratierapporten opgemaakt. Cz Australië en Zuid-Afrika waren 2 langrijkste emigratielanden. Zuió-i stond in 1949 nog op de eerste plaats, loop van dat jaar ging dat landalsc tieland echter in betekenis achtend' kwam Australië sterk op de voorgreo ervaringen die werden opgedaan me; gratie haar Australië zijn tot dusverre stig. Men moet zich er echter steeds bewust zijn dat 'het pad van de emit zeker in de eerste jaren van zijn va in het nieuwe vaderland, niet over t gaat en dat een flinke zedelijke- fe steeds vereist wordt. Iedere emigraS goed voorbereid ook, blijft een arat Wie zich dit bewust is en bereid is risico te aanvaarden, kan emigratie ontraden worden. In 1949 zijn uit Haarlem en omgena personen geëmigreerd. Uit dit cijfer blijkt dat er veel er voor emigratie zijn, die tenslotte ns. volgd worden door een vertrek Aangenomen kan worden dat ned gratiecijfer over 1950 belangrijk hogt: worden. Met de „Sibajak", die in. naar Australië zal vertrekken, pk mensen uit Haarlem en omgevmgj Daaronder zijn voor het eerst ook ven lende gezinnen. De emigranten zijn yoor lw geschoolde arbeiders. Er zijn ongeschoolden onder. FEUILLETON Oorspronkelijke Nederlandse roman door J. L. Lodewijks 28) Hij is geen familie van u,-hij is een vreem de. Dat heeft me gestoken, daar had ik om kunnen huilen, op dat moment heb ik mijzelf in de ogen gekeken, en ik ben .er van gaan braken. Ik heb uw kinderen om u heen gezien, die zo gelukkig waren als ik nooit kinderen gelukkig heb gezien. Ik had dat in mijn macht gehad, ik had hun dank kunnen verdienen. Ik ben een oud jnens, ik heb niemand meer die er een traan om zal laten als ik er tussenuit trek. Gij hebt er negen, gij hebt er twintig die met u te doen hebben. Annelies is wegge gaan, ik heb nu pas gemerkt dat ik even veel van haar hou als ik van uw vrouw heb gehouden. Zij heeft mij leren kennen en is daarom vertrokken, zij had gelijk. Uw vrouw zal mij in de hemel verachten om dat ik u en uw kinderen zo behandeld heb. Dat wil ik proberen goed te maken. Misschien kan het niet, maar ik wil het proberen. Ik wil u niet vragen alles te vergeten, maar ge zoudt kunnen proberen een oud mens te begrijpen. En misschien zal Annelies dan bij mij willen terugko men. Ik kan haar niet missen. Ik ben er bang van alleen te blijven. Zij hebben allen geluisterd in doodse stilte. Het klinkt zo vreemd hier in de lage gelagkamer, het is zo benauwend dat alles te horen. De oude vrouw met het magere, stroeve gezicht lijkt onbewogen, zij heeft een masker op. Maar achter het masker druppen de tranen. Ge ziet ze niet, ge voelt ze druppen. Van der Giezen kijkt naar het zwarte zeil dat over het biljart ligt. Hij kijkt daar zo stevig naar, dat hij het ziet bewegen, het golft, het verdwijnt in een mist. Dan komen zijn woorden, langzaam, stil achter elkaar, als rouwenden achter een lijkstoet. Ge zijt een oud mens, dat hebt ge zelf gezegd, ik wens u geen kwaad toe, ik heb u nooit kwaad willen doen. Gij kunt in vrede leven, ik zal u niet vervloeken. Ik zal myn kinderen leren u niet te haten. Ik moet u vergiffenis vragen voor wat ik gedaan heb. Ik had dat niet mogen doen. Mijn vrouw zou het mij ook kwalijk heb ben genomen. Maar ik zal dit allemaal nooit meer kunnen vergeten. Dat moet ik u zeggen. En Annelies moet weten wat zij doet, ik wil haar niet wegsturen, ik wil haar niet hier doen blijven. Zij moet weten wat zij doet. Bart van Dijk hoort dat alles aan, hij denkt: Martha, gij hebt mij een goed advies gegeven. Gij zult dit met plezier hebben gehoord. Wij zouden u op dit ogenblik allen moeten danken. Tante Jans vraagt waar Annelies is; zij weten het niet. Bart van Dijk heeft er enkele liters bier méér om gedronken, hij heeft haar gemist van de eerste minuut, hij weet dat zij met Niel Verhagen is weg gegaan. Zij moet dat zelf weten, heeft hij gedacht, zij zal oud en wijs genoeg zijn om haar gezelschap te kiezen. Maar hij is er niet gerust op, hij is er kwaad op zich zelf om geworden. Wat maak ik mij druk om dat meisje, wat heb ik ermee te maken. Zij zal zich wel amuseren met Niel, anders was zij wel eerder teruggekomen. Ik zal haar gaan zoeken, zegt hij, ik zal haar vragen hier te komen. Hij staat op en gaat de deur uit, de donkerte in. Er is een zwakke gele maan ergens laag tussen de bomen achter het Meiboompje. Bart van Dijk loopt rond het huis, hij ziet op het terras van Paviljoen Paradis twee scha duwen dicht bijeen. Zij zijn het, zij zaten daar in de kille duisternis te praten. Tante Jans is in het Meiboompje, zij wil je spreken, zegt Bart van Dijk. Hij voelt de brandende ogen van Niel Verhagen donker en dreigend op zich rusten. Het deert hem niet. Hij neemt Annelies bij de arm en gaat het terras af, naar de overkant. Niel komt achter hen aan. Voor de deur van het Meiboompje staan ze even stil. Ik moet je even vertellen, wat er aan de hand is, zegt Bart fluiste rend. Hij praat gedempt en voorzichtig, de haren van Annelies kriebelen aan zijn wang. Zij zegt geen woord, zij knikt. Zij heeft het begrepen. Het zal niet gemakke lijk voor haar zijn. Zij wil niemand kwet sen. Als zij binnenkomen staat tante Jans op uit haar stoel en komt naar hen toe. Zij staan daar met hun drieën, Annelies, Bart van Dijk en Niel Verhagen. Tante Jans kijkt naar hen met haar kleine, onderzoe kende oogjes, zij knijpt haar lippen tot een dunne grauwe streep. Zij staan daar minu ten lang en kijken haar aan. Annelies, zegt zij, ik weet dat ge niet veel van mij zult aannemen. Ik heb niet veel recht om u wat te vertellen. Maar ik zeg u één ding, en het kan mij niet schelen wat gij en iedereen er van denkt. Die man, waarmee ge bent uit geweest, die heb ik méér gezien. Die heb ik gekend toen ik dertig was. Hij had dezelfde ogen, ik weet nog wat er in die ogen te zien was. Ik zie dat nu weer. Die man ging er destijds tus senuit vlak voor ons huwelijk, met alles wat ik gespaard had. Ik waarschuw u, hij zal ook verdwijnen als hij heeft wat hij wenst. Ik zie dat in zijn ogen, ik weet dat al te goed. Hij zal uw geluk meenemen. Ge zult een oude vrouw worden met een bitter hart vol haat en afgrijzen tegen de man nen. Ik waarschuw u, ik kan het weten. Niel Verhagen staat aan de vloer vast, hij wordt bleek en somber. En Annelies kijkt naar hem op met een zachte kreet. Want zij weet plotseling de oorzaak van haar stille vrees, die zij gevoeld heeft sinds zij Niel Verhagen kent. Zij weet met één slag, dat tante Jans gelijk zal hebben. Zij leest de dreigende waarheid in Niel Verha gen zijn sombere ogen. Er staan twee mannen naast u, zegt tante Jans. Gij hebt de verkeerde gekozen. HOOFDSTUK XIV De schilder is weer terug in zijn Bergen, hij heeft in het Zuiden een dorp achterge laten waar hét een en ander gebeurd is. Daar zit nu Van der Giezen in zijn Mei boompje dat verbouwd gaat worden. Het wordt groter en ruimer gemaakt. Er moet een verdieping boven op, er moeten grotere ramen in. Van der Giezen zit er met een architect over te redeneren, ze moeten oud materiaal gebruiken op de voordeligste manier. Dat materiaal, dat komt van een afbraak aan de overkant. Daar zitten de slopers op het dak van Paviljoen Paradis, het valt in stukken en brokken naar bene den. De dakpannen glijden langs een hou ten goot in een kist met houtwol, de werk lui vissen ze daar uit op en maken er een schone, gelijke stapel van. Van der Qfezen heeft een deel van de afbraak gekocht met de centen van tante Jans. Kijk, dat mensje heeft het niet bij woorden gelaten. Zij heeft diep in de beurs getast, zij heeft zich niet laten 3 voor een paar guldens. J Het is een lening, tante Jans. J een lening zijn anders ga ik er beginnen, heeft Van der Giezen g- j En tante Jans heeft dat goea Ge kunt het weeromgeven aan pv genamen, zegt zij, ik zal het nodig hebben. Van der Giezen gaat daar nu »- plezierige uitspanning van zijn® maken. Hij weet dat hij zijn verschuldigd is, hij zal hun eet - bieden onder een brede hnfel <fj en een warm zitje in een g«jj kamer in de winter. Er moe 85j biljart komen, hij is»al naar D weest om er een te kopen, z»iJ y daar met eerbied ontvangen) gezegd: Mijnheer Van der zullen zorgen dat het in orde er op rekenen dat de tafel zj bij u arriveert. u f ii e£ 3 De tafel, zeggen zij. Het tafeltje, met zes poten en warming van de leiplaat. ieD trekken is dat, ze vinden van regiment splinternieuwe keue ivoren ballen horen erbij, v ziet al dat schoons al staan zijn Meiboompje. sj0®r.° heeft hem die afbraak billy geven. (Wordt v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1950 | | pagina 6