Het Hek van de Dam. Wandeling langs Vrijheid KORT VERHAAL DOOR STEVEN MARSING i.„ 22 April 1950 Avondwandeling in het voorjaarsbos. iü Hurijke, fci was reuze gezellig je weer eens even ,e hebben. Bovendien vond ik feS merken dat onze opvattingen a'S brieven betreft overeenkomen: de!noodzakelijk en ook niet moge- keer iets nieuws te geven, maar T voorwerpen te beschrijven fclbii het Kinkelen als practisch en Èïi opvallen. Je zult je toch hoop ik «leiden alles te kopen wat ik plpniet graag de oorzaak van «Me ruzie zijn. Ties naar een divankussen. Er zijn teïUig veel kussens zonder fran]e, SjÈitMier versiering of waarvan de -g-tJ koord omzoomd zijn. Helaas veel bloempatronen, waar ik faa/jwt van houd, en verder met wol HSÜ8 kussens, die zo gauw een volle, hvaaierige indruk maken. Waarom M'jciet een stofje en maak je zelf niet tanvan cretonne, katoen, effen grof BB, o( bijvoorbeeld een lapje chintz? Ilu'jte is afwasbaar, dus practisch voor {Bh met kinderen. Ik heb kort gele- s :j min divanbed een nieuw kleed maken van cretonne, Delftsblauw tt® en bedrukt met grappig-stijve smuetjes. Er was wat stof over en daar- ihebben we een overtrek om het hoofd- !Q gemaakt, met een rits aan de zij- Trouwens, wat ik je bidden mag, voorzichtig met het kopen van een anders gaat het je misschien nog meneer, die een divankussen kocht te vond dat de divan niet bij het kus- lÜÉiirde. Hij moest dus een andere hebben, maar daar paste de kamer niet bij. Het meubilair werd ver til, maar ach, toen kwam het huis meer met de kamer overeen, zodat ter saldo om het divankussen heen een 5 huis liet bouwen. Zie je, dat die dat deed, daar kon ik weinig aan Ecrsren, maar van jou zou ik het wel ruiden. je dat je weer theeglazen kunt to? Ik zag ze in een kunsthandel. Het liswat hoger dan een kopje en staat «e verzilverde witmetalen houder. Het tóltiek om te zien. Minder artistiek practisch is het theezeefje, dat E andere kunstzaak prijkte. Sommige 6*(jes zijn zo groot dat je niet in het fihnt zien terwijl je inschenkt, andere tin dat je er altijd overheen morst. gevalletje was het zeefje, een bol- tó schijfe in de vorm van een kwart «appelschil, bevestigd op een bakje ten korte steel. Doordat je het ding inschenken schuin houdt om de üwr de zeef te gieten, voorkom je icoeierij. &«ftelde je laatst dat ik voor een öhd een plantenhanger had gekocht, «ie nu al weer in diverse zaken. De P wordt uitsluitend gevormd door «scheiden crèmekleurig metaaldraad, lc aandacht geheel op de planten •'*ten. Deze staan in metalen bakjes, J* het begieten gemakkelijk uit de 8 tuigen genomen worden. De bloe- iSwn. v gevuid met een hardrode bnristusdoorn en een hangplantje n Mtëonder fleurige indruk in een Kta if381' weinig Plaatsruimte voor vriendin van je ver- dat ze zo'n moeite had om beperkte plaatsruimte in haar ka- een beetje n%tjes te hou- tfüi!?6611! dat die zÜden dunnig- teiien l-W s:0r^g door elkaar krioelen. Je ar raden eens een paar bitten vJeS lc°Pen> °f als ze zoals t\ ze zelf te maken, te nf i> s*aat uit een stevig stuk P Pier-maché van ongeveer 20 verfilmde TJtrillo. Lumiere" riiaC^ri^k gestichte ..Prix C^nde'.,?! door.een jury, uitslui ten aan Scenarioschrïjvers, wordt "tijm zonder scenario", 'ÜJurice Utriho"' dramatische leven L^donrH?" Het Prlns Bernhard- jjt iet voorW nking van een ruim b jSJ 'S voortbestaan van het Si'§5? van Kunst en Kuituur" K foblieatiM lng aan tüdschrif- Stot dusverin»3? wetenschappelijke besteeg reeds een bedrag bij 30 centimeter, bekleed met een bloe met jesstof, en twee brede eveneens be klede elastieke banden er om heen, waar tussen het zijden goed gevouwen wordt. Met drie van die plankjes wordt alle tex tiel van rommel tot een lust voor het oog herschapen. Ik eindig. Hartelijke groeten voor jou en je man. Je ANNEKE. Met wijde, in zichzelf gekeerde ogen staarde Welling voor zich uit, een minuut lang. Toen rukte hij weer wild zijn bureaula nden, de een na de ander open, wierp de keurig geordende papieren dooreen, flapte boekjes heen en weer en smeet de laden dicht. Daarna bleef hij weer perplex zitten en keek star voor zich uit. Waar kon hij het hebben opgeborgen? De verharde plekken in zijn geheugen Weerstonden hem kwellend, als hij trachtte er doorheen te stoten. Hij wist niet zeker, wanneer het geweest was. Hij had maar even in de kamer gestaan haastig, want hij moest snel verder, uit eten. Hij had ei- even over gedacht het geld maar bij zich te houden. Dat ging toch niet, hij had niet graag veel geld op zak. Toen was hij gaan overwegen, hoeveel kans er bestond, dat het hier op de kamer gestolen zou worden. En wat had hij daarover uitgemaakt? Hij wist het niet. Misschien had hij het ten slotte maar in zijn zak gehouden. Voor de vijfde maal zocht Welling met zenuwach tige vingers zijn portefeuille door. Ver geefs. Hij had het ook niet in zijn porte feuille gehouden, hij was daar eigenlijk zeker van. Maar waar dan? Waar? De plaats in zijn herinnering bleef bedekt met een metaalachtige afsluiting een levenloze plek tussen alles wat hij zich nog te bin nen kon roepen, zijn haast, het warme, on voldoende licht van de hanglamp, de ruk kende wind aan de half-kale bomen in de duisternis, het gekletter tegen de ruiten van twijgjes of regen. Hij wist niet wat, de schrale straatlantaarns, de enkele auto die passeerde. Hij kon de tollende verwarring in zich niet in bedwang houden. Hij merkte het vreemde, tergende contrast op tussen zich zelf en de kamer; het licht was vredig en kalm, de sierlijke lclok tikte op de schoor steenmantel, de muren met de schilderijen, de tafel, de stoelen, de vleugel, alles was roerloos, de kachel verried zich alleen nu en dan met een gedempt plofje. Zijn gedachten wrongen zich opwaarts, om boven de verwarring uit te komen. Toen hij zich even bezon op de realiteit van het gebeurde, omving hem een druk kende depressie. Zevenhonderd gulden hadden hem de ganse majestueuse en rijke verzaliging vernietigd, waarin een verruk kelijk concert hem gebracht had. Edel en gelukkig was hij naar huis gekomen, me nend dat hij de eeuwige harmonie van het leven vermeesterd had. Een vervloek te, onnaspeurlijke associatie had hem zich plotseling de zevenhonderd gulden doen herinneren, eerst nog met het rustige idee, dat hij even zou kijken, of het er nog was, daarna met een geleidelijk aanzwellende verontrusting, tot hij hier nu zat, tussen de puinhopen van zijn innerlijke rijkdom. Met een slag sprong een bron open en vloeide over van een besef van zelfbedrog. Tien jaar geleden had hij in vervoering gedacht aan de onafhankelijkheid, die hij zich met geld zou verwerven. Minder en minder had de onafhankelijkheid hem in die tien jaar bezig gehouden en nu ont dekte hij dat zij voor de komst van het be zit was gevlucht. Vrij was hij alleen ge weest, toen zijn hoop op de toekomst zijn armoede compenseerde, nu was hij tref- baarder dan ooit; in plaats van aan de moeilijkheden te ontstijgen, had hij ze steeds-meer vat op zich gegeven. Hij was een enorme schietschijf voor moeilijkheden geworden. En nu was zevenhonderd gulden, hoewel een aanzienlijk bedrag, toch geen onher stelbaar verlies. Financieel gesproken hoefde hij er weinig van te merken. Maar moreel. Met ergernis liet hij zijn ogen door de kamer gaan. De schilderijen, waar hij vele honderden guldens voor betaald had. Het heerlijke Perzische kleed. De glanzende grote vleugel. De oude Engelse klok. En het idyllische paartje, een herdertje en een herderinnetje, van zacht getint Meissner porcelein, twee eeuwen oud. Alles even verrukkelijk mooi. Maar het was duidelijk dat schoonheid de druk van het bezit niet vergoedde. Met een fel gebaar stond hij op en liep naar de schoorsteenmantel. Afkeurend gleed zijn blik over de tere porceleinen figuurtjes. Hij dacht aan de bezorgdheid, die ze van hem geëist hadden, de omzich tigheid; aan de orders, die hij gegeven had, dat niemand ze ooit mocht aanraken, met welk doel ook. Hoe vaak had de gedachte er aan hem niet uit geconcentreerde ar beid gehaald! Door krachten, die buiten hem leken te staan gedreven, pakte hij het porcelein in beide handen, en na een laatste liefdeloze blik smakte hij het tegen de vloer. Hij keek met innig welbehagen naar de scherven en stond toen ineens stram. Plotseling brak de plek in zijn geheugen open. Hij bukte zich en nam zeven biljetten van honderd gulden tussen de gruiszels weg. Weer opgericht bekeek hij ze met aan dacht, maar zonder emotie. Zijn gedachten werkten als een razende machine. Moeilijk ontwrong zich het onontkoombare besef er aan, dat hem op het enige pad naar de redding zou voeren. Een tegenzin der ge woonte weerhield hem nog, toen wat er gebeuren moest reeds vast stond. Hij voelde zich koel en afgemeten za kelijk, toen hij de zeven biljetten vlak in elkaar gevouwen, door een open klep in het gretige vuur liet glijden. (Nadruk verboden) Waarom lokt de verte? WAAROM is de plaats waar ge niet zyt zo begeerlijk? Waarom lokt de verte? Ik heb mijn koffer gepakt voor een korte reis van één week en het is een vreemde gedachte dat in de stad waar ik heen ga een man zijn koffer gepakt heeft voor één week: Ik ga naar zijn stad. En hij naar de mijne. Zo is het altijd. Er zijn nu op de hele wereld mensen die er zich op verheugen naar Nederland te gaan. Zij hebben jaren gedroomd van ons. Zoals wij jaren gedroomd hebben van hen. Het eigene is gewoon, maar het eigene van anderen is om jaren over te dromen en dan eindelijk een koffer te pakken en er naar toe te gaan. In Nederland dromen mensen van een reis naar New York. In New York dromen mensen van een reis naar Nederland. Het zal altijd zo blijven. Wij willen al het gewone los laten en de wijde wereld in gaan: ons zelve los laten in de eerste plaats. Al het gewone van ons zelf: Het huis, de straat, het werk, de re gelmaat. cn zo maar vrij de ruimte in gaan. Wij verbeelden ons dat wij zelfs ons eigen hart en ons eigen karakter achter laten. Wat kleren in een koffer, een krantje voor de trein en wij zijn onszelf niet meer. Het is onwijs en daarom is het zo men selijk. Ons verlangen, onszelf aan de verte te verliezen, is ons verlangen naar de vrij heid: de vrijheid van alle bindende mensen, dingen en plichten. Niet aan de eigen tafel te ontbijten. Niet in het eigen bed te slapen. Niet altijd die éne straat, die éne deur, dat éne huis. En vooral: niet altijd de plicht, diezelfde plicht een heel mensenleven lang. Daarom willen alle mensen gaan naar de plaatsen en de sfeer van alle andere mensen. Zo gaat ge met die koffer naar de trein. Eigenlijk moest die koffer allemaal an dere, nieuwe kleren bevatten: niet dat oude pak met 't grijze streepje en niet de sokken die ge reeds een jaar kent. Wanneer ge zit in uw hoekje van de trein valt. alles van u af. Eindelijk gaat ge de vrijheid tegemoet en ge koestert de vreugdige gedachte dat ge uw oude Ik in die oude straat hebt ach tergelaten en dat ge met een nieuw hart, herboren als een vrije vogel, de wereld in gaat. Vreemd is het met de mensen. Ik ken zee-kapiteins, die de hele wereld hebben bevaren en die tenlaatste zijn te ruggekeerd naar hun kleine geboorteplaats met een zucht van verlichting: eindelijk thuis. Over acht dagen pak ik mijn koffer uit. Dan gaat het grijze streepje in de kast en gaan alle sokken weer op de middelste plank. Ook het oude hart is op zijn plaats. ELIAS. Lof der parken Voor vele Haarlemmers is hun Hout identiek met de hertenkamp. Vooral op Zondagmiddagen pleegt het rustieke hek om het domein der dieren te steunen on der het gedrang der drommen en herten en reeën leggen zich bij het invallen der duisternis met indigestie ter ruste, zo gul zijn de belangstellenden gebleken met al lerhande lekkernijen. Helaas zijn er ook geweest die de gewei-achtigen hebben ge fopt met een prop papier, hetgeen voor de gezondheid dezer viervoeters niet bepaald bevorderlijk is. Intussen, deze kleine diergaarde mag dan alleen aangeduid worden als verblijf plaats der herten, er zijn heel wat meer leden van de fauna te zien. Er zijn eenden en ganzen, zwanen en kalkoenen, bokken en schapen, pauwen en konijnen. Maar op de konijnenberg heerst nu rouw. Maandagavond toen heel de Hout in diepe rust was en zelfs de trouwe Arie Beekhuis meende dat hij „zijn" dieren met een gerust hart kon achtei-laten, is een woeste hond over de omheining gespron gen en heeft een op niets verdacht zijnd moederkonijn de strot doorgebeten. An dere langoren moeten van schrik verlamd zijn geweest, want de mensen van Hout en Plantsoenen vonden ze later eveneens met doorgebeten keel, zonder dat ze blijkbaar een poging hadden gedaan de vluchtgang te bereiken. Een paar jonge konijnen zijn door de afwezigheid van de moeder de hongei*dood gestorven. Het is de grootste ramp die de levende have van de herten kamp ooit heeft getroffen. Het kwam wel eens voor dat een eend of een kalkoen het moest afleggen tegen de ongebreidelde jacht-instincten van een spaniel of een In het vijfde ïtwartier „De Lairessestraat Zuid" staat er met keurige witte letters op het donker blauwe bordje aan het begin van de deftige verkeersader, die aansluiting geeft op het hart van Amsterdam en waarover wij het vandaag eens met u hebben willen. De geografische bijzon derheid in de titel houdt geenszins een toespeling in op de geboorteplaats van de Waalse schilder, naar wie deze straat is genoemd, want zover strekt die hoofd stedelijke politesse zich geenszins uit. Zelfs niet naar Gérard de Lairesse, die toch in zijn dagen een zeer beroemd en achtenswaardig man was. Nee, dat ordinaire woordje „zuid" wil alleen maar zeggen, dat wij ons hier in het in die windrichting gelegen kwartier van de stad bevinden. Amsterdam is name lijk in vijf kwartieren verdeeld, zoals men weet, hetgeen ons een aantrekke lijk bewijs dunkt voor de zuinigheid en de wiskundige zekerheid, waarmee de vroede vaderen het heft van het bestuur in handen houden. Gérard de Lairesse leefde in de zeventiende eeuw, toen het volgens de geschiedenisboekjes alles goud was wat er blonk, doch dat zouden wij maar niet geloven als wij u waren. Hij was dus een tijdgenoot van Rembrandt dat heeft u zeer juist opgemerkt die op een goed moment zijn portret schil derde, omdat hij tot de categorie der graag-geziene persoonlijkheden behoor de. Maar toch vond men hem blijkbaar ook weer niet zo belangrijk, dat men het waagstuk heeft durven ondernemen de hele straat van de achterzijde van het Concertgebouw tot aan het Haar lemmermeerstation naar hem te noe men. Met fijn cultuur-historisch inzicht en ter verlening van een schilderachtig tintje aan de klassestrijd liet men hal verwege ongeveer ter hoogte van het Amsterdams Lyceum en de Valeriuskli- niek onverhoeds wijlen Cornells Kruseman als peetvader optreden, een iets meer dan honderd jaar geleden ge storven artist van veel geringer beteke nis, zulks in overeenstemming met het betrekkelijk kleinere aandeel dat de bewoners bijdragen om het begrip „schatkist van het rijk" een werkelijke inhoud te verlenen. In het begin van zijn loopbaan maakte deze 'Kruseman wel enige waardevolle prenten, zij het dan onder merkbare Italiaanse invloed, hetgeen de met aanleg en bebouwing van de naar hem genoemde straat be laste architecten bepaald in het oog lopend tot uitdrukking hebben gebracht. Wij zijn nu wel een heel eind afge dwaald en keren daarom rfiet tramlijn zestien naar het beginpunt terug. De De Lairessestraat (geen Amsterdammer die ooit deze stotterende aanhef ge bruikt) komt voort uit het Jan Willem Brouwersplein, waar een reeks rode huizen zich in allerlei bochten staat te wringen. Deze vertonen overigens vol komen strakke voorgevels, maar hebben op het dak een kunstig gevlochten ba lustrade, waarschijnlijk met geen andere bedoeling dan om schoorsteenvegers voor een misstap te behoeden. ïn één der eerste percelen aan de rechterzijde woont de actrice Charlotte Köhler achter een vensterbank met rode geraniums. Als men haar vraagt waaraan men de deftigheid van deze straat kan afmeten, zou zij waarschijn lijk ten antwoord geven: „Omdat men hier voor alle soorten groente twee cent meer moet betalen dan in de naaste omgeving!" Mythologisch intermezzo Wij kunnen niet aan de verleiding weerstand bieden, al ware het slechts omdat deze zindelijke straat zo weinig stof oplevert, om terug te komen op Gérard de Lairesse, die in 1667 hier burgerrecht verwierf en in 1690 zijn gezichtsvermogen verloor. Deze verte genwoordiger van het academische klassicisme werd vooral door de patri ciërs begunstigd: hij schilderde wand versieringen voor de eetzaal en enkele andere vertrekken van de toenmalige prinses van Oranje ten paleize Soestdijk en in zijn eigen huis werden bijeen komsten gehouden door het genootschap Nil Volentibus Arduum, hetgeen be tekent dat niets moeilijk is voor hen die willen. Ondanks zijn gastvrijheid zijn de leden er slechts zelden in geslaagd de waarheid van deze stelling in daden om te zetten. Zijn eigen oeuvre bestond in hoofdzaak uit allegorische, mytholo gische en historische taferelen. Wij vin den het een aardig streven van de men sen, die thans zijn naam op hun brief papier gebruiken, om deze drie rich tingen in hun levensopvatting tot uiting te laten komen. Zo zagen wij ergens een juffrouw, die voor ons een complete trilogie van zinnebeeldige voorstellingen belichaamde, bij een tramhalte een moeder met kind, die ons aan de legende van Oidipus en de Sphinx deden den ken en tenslotte wat dus het ge schiedkundige betreft een markant geklede dame, die probeerde haar ver loren jaren terug te winnen. Schuyt en schepen Nu wij het dan toch over oudheid kunde hebben, willen wij u meteen iets vertellen over het zich daar ter plaatse bevindende Scheepvaartmuseum een partekliere instelling, zoals de wee moedige portier ons verzekerde, na eerst zjjn schipperspet van het hoofd te heb ben genomen om in zijn haardos te kunnen krabbelen ten bewijze van zorg vuldig nadenken over iedere opmer king, die van zijn onzijdige lippen bor relde. Het is geen dure zaak, want de bezoeker wordt slechts één dubbeltje lichter gemaakt, vermoedelijk om hem het beschamende gevoel te besparen dat hij geheel gratis zijn leven waagt op de spiegelgladde vloeren. Om hem daar voor te waarschuwen staan er twee koperen kanonnen in de vestibule. Men vindt hier een langdurige collec tie scheepsmodellen uit vele eeuwen, onder andere van het vlaggeschip van de Vlissinger kwajongen, die de ganse dag in een blauwgei*uite kiel aan een groot wiel stond te draaien, daarbij zeer smartelijk „ahach, ahach" roepend en naar wie de Admiraal de Ruyterweg is genoemd. Er liggen verder allerlei sextanten, kompassen, volkomen on bruikbare zeekaarten en vuilgele boe ken, die waarschijnlijk heel kostbaar, zijn, want anders zou men ze niet be waard hebben. Er is wel eens de vraag gesteld, waar om men deze verzameling niet in de buurt van de havens heeft ingericht, ter plaatse waar eenmaal de sleutels van de Sont werden bewaard. Doch waarom zou dat nodig zijn, vragen wij. Is het museum dan niet gelegen op de hoek van de Cornelis Schuytstraat, die zijn naam weliswaar aan een zestien jaar na de slag bij Nieuwpoort gestor ven organist te danken heeft, maar niettemin deze ligplaats volledig recht vaardigt? Wij zouden wel eens willen weten wat u hiertegen in kunt brengen. De tuin van het Scheepvaartmuseum vonden wy eerlijk gezegd mooier dan het interieur. Onder een afdak tegen de buitenmuur hangt een keurige redding boot om in weg te varen op het water van de spuitgasten in geval van brand. In wat op het eerste gezicht een fiet senrek lijkt, zijn twee platboomde sta- tiej achten gestald. Naast de voordeur ligt een kolossaal veri-oest anker naast een torenhoge mast. Zij dienen nergens toe, maar het is wel een mooi gezicht. Als symbool van nationale trots ston den er vroeger naast de ingang twee leeuwen met gepermanente manen, een kromzwaard in de klauw en twee open gesperde mondhoeken. Ze lijken eigen lijk sprekend op de portretten die Wim van Wieringen van onze toneelspelers maakt. Op het ogenblik zien zij er uit als evenzovele doorgezaagde weesmeis jes of als wijlen het paard van de baron Von Münchhausen, vermoedelijk gebro ken van nijd over de nederlaag van het Nederlands elftal tegen de Rode Dui vels in de Hel van Deurae, ondanks het Met een inleiding door de oud-toneel criticus J. B. Schuil wordt Maandag middag in de Universiteitsbibliotheek een tentoonstelling geopend ter her innering aan de honderd jaar geleden geboren actrice Theo Mann-Bouw- meester. De expositie is ingericht door de vereniging Het Nederlands Toneelmuseum". Arthur Millers buitengewoon indruk wekkende stuk „De dood van een handelsreiziger" wordt Zaterdag en Zondag in de Stadsschouwburg ver toond door het A.T.G. met Louis Saalborn en Hetty Beck in de voor naamste rollen onder regie van Al- bert van Dalsum en dagelijks in het Centraal Theater door Comedia onder regie van Johan de Meester met John Gobau, Magda Janssens en Ko van Dijk als voornaamste mede spelenden. De Nederlandse Opera brengt Zon dagmiddag ..Carmen" van Bizet en Dinsdagavond „De Parelvissers" van dezelfde componistrespectievelijk daterend uit 1875 en 1863. Maandagavond wordt in het Concert gebouw een buitengewoon Noors concert gegeven door de Handverker Sangforening uit Oslo met medewer king van de tenor Bjarne Buntz, In de hoofdstad uit onder auspiciën van de Koninklijke Mannen-zangvereniging Apollo. Op Dinsdagavond spelen de violiste Ida Handel en de pianist Theo van der Pas voor de Amsterdamse Kunstkring werken van Tartini, Beethovent Bach en Grieg. In de kleine zaal van het Concert gebouw treedt de Amerikaanse vio liste Nadia Koutzen, begeleid door Ivor Newton aan de piano, Zondag middag voor het eerst in ons land op. Woensdagavond geeft Christian Fer- ras (met Pierre Barbizet) een recital. In magazijn „De Bijenkorf' wordt een expositie gehouden van Fins aardewerk, waar werk van tien vooraanstaande ceramisten is te be zichtigen. In het I.C.C. is tot 29 April een afscheidsexpositie ingericht van de Indonesische schilders Otto en Agoes Djaya. Bij Martinet en Michels stelt Fred. Sieger landschappen uit Zuid-Frankrijk ten toon. „Katinka, meisje voor alles" luidt de titel van een film met Willy Fritsch en Hannelorc Schroth, die in Plaza en Cineac draait. In City speelt het dansorkest The Rambles voor de vertoning van de vrolijke film „It had to be you" met Ginger Rogers en Cornel Wilde. verbluffende optreden van Piet Kraak waarop, naar de heer Pagano ons vie de radio in de oren schetterde, heel IJmuiden trots kan zijn. Naar wij met eigen ogen konden waarnemen hebben timmerlieden en metselaars de van louter leedwezen ver scheurde dieren gespalkt. Men zegt dat alle doktoren, die hun spreekkamer in de onuitsprekelijke De Lairessestraat hebben en dat zijn er heel wat direct na het vernemen van de ramp zijn toegesneld om medische onderzoe kingen te verrichten. Wij wilden het niet geloven, maar onze illustere Fiep Westendorp heeft dit consult onmiddel lijk op het gevoelige papier vastgelegd. Nu twijfelen wij niet meer, want zij kan het weten. Ze woont er namelijk recht tegenover. BOEDA. felle terrier, en zelfs hinkt er op het ogen blik een hert dat nog onlangs de poot ver zwikte toen het zich uit de voeten moest maken voor zo'n gevaarlijke indringer, maar over het algemeen heeft men van dex-gelijke schadelijke invasies weinig last. Wellicht dat deze trieste historie voor eige naars van honden in de omgeving een aan- spoiing is om nog eens duchtig op te letten of hun hulsvriend geen misbruik van de vrijheid maakt. Heeft de dood dus een ogenblik zijn scepter gezwaaid boven de Hout, koning Winter heeft zijn aftocht in de afgelopen week zolang gerekt, dat de flora zich in Haarlems parken en plantsoenen niet erg ontwikkeld heeft. Het Kenaupark begint een beetje „kleur te bekennen" en het talud bij de Raad van Arbeid lokt maar al te veel lieden die schijnen te denken dat de bloemen er voor hen alleen gi-oeien. Met andere woorden: er wordt al weer los en vast geplukt, zeer tot schade van het aan zien van de fleurigste plekken in de stad. In dat euvel heeft men natuurlijk ook al weer baas boven baas, doch het gedrag van de drie huismoeders die tezamen met elf kinderen en twee honden in de pas ge zaaide Bolwei-k-gazons aan het ravotten waren, zal niet licht zijn weerga vinden. De dames namen het de verbaliserende agent nog hoogst kwalijk dat hij hen in het spel kwam storen en er moest een briga dier aan te pas komen alvorens zij bereid bleken hun personalia bekend te maken. Haarlemmers die wèl prijs stellen op een aardig brokje groen en kleurigs tussen de huizenblokken moeten van de week maar eens een kijkje gaan nemen op het Scho- terbosplein, waar bolgewassen en andere voorjaarsbloemen in een bekoorlijk muur tuintje gegroepeerd een oase temidden van de recht-toe, recht-aan straten vormen. Nieuwe methode voor fabricage van staal In de Verenigde Staten is een nieuwe methode uitgevonden voor de vervaardi ging van staal van prima kwaliteit uit ge smolten gietijzer zonder dat daarbij extra brandstof verbruikt hoeft te worden. In twaalf minuten wordt een zelfde hoeveel heid en kwaliteit verkregen als bij toe passing van de open haard-methode in zes uur vervaardigd kan worden. Bij het nieu we procédé wordt 30 ton tegelijkertijd be handeld tegen 225 ton bij de oude methode. De nieuwe methode is uitgevonden door de deskundigen van de Battelle Memorial Institute of Columbus in de staat Ohio in samenwerking met ingenieurs van de Car negie Illinois Steel Corporation en de Jo- nes-Laughlin Steel Corporation. De smelt kroezen waarin het staal vervaardigd wordt hebben de vorm van een reusach tige koffiepot en een buitenwand van staal die met vuurvaste steen bekleed is. De temperatuur van de inhoud loopt tijdens het proces tot boven de 1650 graden Cel sius op. De deskundigen hebben bij hun proeven 32 partijtjes van 450 kilogram staal ver vaardigd; hiervan goot men blokken waar van weer platen gewalst werden die op hun mechanische eigenschappen nauwkeu rig onderzocht werden. Het bleek dat het staal volkomen dezelfde eigenschappen had als in een „open haard" vervaardigd staal van dezelfde chemische samenstelling. (USIS) Rijke uraniumlaag in Engeland? LONDEN, 21 April. (AFP.) Een Engelse geoloog heeft volgens berichten in Groot- Brittannië een uitgestrekte uraniumlaag, de grootste in de wereld, ontdekt. De laag zou zich tussen Bath en Bristol over een lengte van 18 kilometer en een breedte van 3 kilometer uitstrekken en ongeveer 120.000 ton uraanerts bevatten, waaruit 40.000 ton metaal zou kunnen worden ge trokken. De jonge geoloog, de 27-jarlge Ian Ford, verklaarde dat hij die ontdek king heeft gedaan, uitgaande van de radio activiteit van de warme bronnen van Bath. Een vertegenwoordiger van het ministe rie van Bevoorrading heeft verklaard, dat het Britse geologische instituut onderzoe kingen zal verrichten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1950 | | pagina 7