Het Hek van de Dam.
Wandeling langs
Vrijheid
KORT VERHAAL DOOR STEVEN MARSING
i.„ 22 April
1950
Avondwandeling in het voorjaarsbos.
iü Hurijke,
fci was reuze gezellig je weer eens even
,e hebben. Bovendien vond ik
feS merken dat onze opvattingen
a'S brieven betreft overeenkomen:
de!noodzakelijk en ook niet moge-
keer iets nieuws te geven, maar
T voorwerpen te beschrijven
fclbii het Kinkelen als practisch en
Èïi opvallen. Je zult je toch hoop ik
«leiden alles te kopen wat ik
plpniet graag de oorzaak van
«Me ruzie zijn.
Ties naar een divankussen. Er zijn
teïUig veel kussens zonder fran]e,
SjÈitMier versiering of waarvan de
-g-tJ koord omzoomd zijn. Helaas
veel bloempatronen, waar ik
faa/jwt van houd, en verder met wol
HSÜ8 kussens, die zo gauw een volle,
hvaaierige indruk maken. Waarom
M'jciet een stofje en maak je zelf niet
tanvan cretonne, katoen, effen grof
BB, o( bijvoorbeeld een lapje chintz?
Ilu'jte is afwasbaar, dus practisch voor
{Bh met kinderen. Ik heb kort gele-
s :j min divanbed een nieuw kleed
maken van cretonne, Delftsblauw
tt® en bedrukt met grappig-stijve
smuetjes. Er was wat stof over en daar-
ihebben we een overtrek om het hoofd-
!Q gemaakt, met een rits aan de zij-
Trouwens, wat ik je bidden mag,
voorzichtig met het kopen van een
anders gaat het je misschien nog
meneer, die een divankussen kocht
te vond dat de divan niet bij het kus-
lÜÉiirde. Hij moest dus een andere
hebben, maar daar paste de kamer
niet bij. Het meubilair werd ver
til, maar ach, toen kwam het huis
meer met de kamer overeen, zodat
ter saldo om het divankussen heen een
5 huis liet bouwen. Zie je, dat die
dat deed, daar kon ik weinig aan
Ecrsren, maar van jou zou ik het wel
ruiden.
je dat je weer theeglazen kunt
to? Ik zag ze in een kunsthandel. Het
liswat hoger dan een kopje en staat
«e verzilverde witmetalen houder. Het
tóltiek om te zien. Minder artistiek
practisch is het theezeefje, dat
E andere kunstzaak prijkte. Sommige
6*(jes zijn zo groot dat je niet in het
fihnt zien terwijl je inschenkt, andere
tin dat je er altijd overheen morst.
gevalletje was het zeefje, een bol-
tó schijfe in de vorm van een kwart
«appelschil, bevestigd op een bakje
ten korte steel. Doordat je het ding
inschenken schuin houdt om de
üwr de zeef te gieten, voorkom je
icoeierij.
&«ftelde je laatst dat ik voor een
öhd een plantenhanger had gekocht,
«ie nu al weer in diverse zaken. De
P wordt uitsluitend gevormd door
«scheiden crèmekleurig metaaldraad,
lc aandacht geheel op de planten
•'*ten. Deze staan in metalen bakjes,
J* het begieten gemakkelijk uit de
8 tuigen genomen worden. De bloe-
iSwn. v gevuid met een hardrode
bnristusdoorn en een hangplantje
n Mtëonder fleurige indruk in een
Kta if381' weinig Plaatsruimte voor
vriendin van je ver-
dat ze zo'n moeite had om
beperkte plaatsruimte in haar ka-
een beetje n%tjes te hou-
tfüi!?6611! dat die zÜden dunnig-
teiien l-W s:0r^g door elkaar krioelen.
Je ar raden eens een paar
bitten vJeS lc°Pen> °f als ze zoals
t\ ze zelf te maken,
te nf i> s*aat uit een stevig stuk
P Pier-maché van ongeveer 20
verfilmde TJtrillo.
Lumiere" riiaC^ri^k gestichte ..Prix
C^nde'.,?! door.een jury, uitslui
ten aan Scenarioschrïjvers, wordt
"tijm zonder scenario",
'ÜJurice Utriho"' dramatische leven
L^donrH?" Het Prlns Bernhard-
jjt iet voorW nking van een ruim
b jSJ 'S voortbestaan van het
Si'§5? van Kunst en Kuituur"
K foblieatiM lng aan tüdschrif-
Stot dusverin»3? wetenschappelijke
besteeg reeds een bedrag
bij 30 centimeter, bekleed met een bloe
met jesstof, en twee brede eveneens be
klede elastieke banden er om heen, waar
tussen het zijden goed gevouwen wordt.
Met drie van die plankjes wordt alle tex
tiel van rommel tot een lust voor het oog
herschapen.
Ik eindig. Hartelijke groeten voor jou
en je man.
Je ANNEKE.
Met wijde, in zichzelf gekeerde ogen
staarde Welling voor zich uit, een minuut
lang.
Toen rukte hij weer wild zijn bureaula
nden, de een na de ander open, wierp de
keurig geordende papieren dooreen, flapte
boekjes heen en weer en smeet de laden
dicht.
Daarna bleef hij weer perplex zitten en
keek star voor zich uit.
Waar kon hij het hebben opgeborgen?
De verharde plekken in zijn geheugen
Weerstonden hem kwellend, als hij trachtte
er doorheen te stoten. Hij wist niet zeker,
wanneer het geweest was. Hij had maar
even in de kamer gestaan haastig, want
hij moest snel verder, uit eten. Hij had ei-
even over gedacht het geld maar bij zich
te houden. Dat ging toch niet, hij had niet
graag veel geld op zak. Toen was hij gaan
overwegen, hoeveel kans er bestond, dat
het hier op de kamer gestolen zou worden.
En wat had hij daarover uitgemaakt? Hij
wist het niet. Misschien had hij het ten
slotte maar in zijn zak gehouden. Voor de
vijfde maal zocht Welling met zenuwach
tige vingers zijn portefeuille door. Ver
geefs. Hij had het ook niet in zijn porte
feuille gehouden, hij was daar eigenlijk
zeker van. Maar waar dan? Waar? De
plaats in zijn herinnering bleef bedekt met
een metaalachtige afsluiting een levenloze
plek tussen alles wat hij zich nog te bin
nen kon roepen, zijn haast, het warme, on
voldoende licht van de hanglamp, de ruk
kende wind aan de half-kale bomen in de
duisternis, het gekletter tegen de ruiten
van twijgjes of regen. Hij wist niet wat, de
schrale straatlantaarns, de enkele auto die
passeerde.
Hij kon de tollende verwarring in zich
niet in bedwang houden. Hij merkte het
vreemde, tergende contrast op tussen zich
zelf en de kamer; het licht was vredig en
kalm, de sierlijke lclok tikte op de schoor
steenmantel, de muren met de schilderijen,
de tafel, de stoelen, de vleugel, alles was
roerloos, de kachel verried zich alleen nu
en dan met een gedempt plofje.
Zijn gedachten wrongen zich opwaarts,
om boven de verwarring uit te komen.
Toen hij zich even bezon op de realiteit
van het gebeurde, omving hem een druk
kende depressie. Zevenhonderd gulden
hadden hem de ganse majestueuse en rijke
verzaliging vernietigd, waarin een verruk
kelijk concert hem gebracht had. Edel en
gelukkig was hij naar huis gekomen, me
nend dat hij de eeuwige harmonie van het
leven vermeesterd had. Een vervloek
te, onnaspeurlijke associatie had hem zich
plotseling de zevenhonderd gulden doen
herinneren, eerst nog met het rustige idee,
dat hij even zou kijken, of het er nog was,
daarna met een geleidelijk aanzwellende
verontrusting, tot hij hier nu zat, tussen de
puinhopen van zijn innerlijke rijkdom.
Met een slag sprong een bron open en
vloeide over van een besef van zelfbedrog.
Tien jaar geleden had hij in vervoering
gedacht aan de onafhankelijkheid, die hij
zich met geld zou verwerven. Minder en
minder had de onafhankelijkheid hem in
die tien jaar bezig gehouden en nu ont
dekte hij dat zij voor de komst van het be
zit was gevlucht. Vrij was hij alleen ge
weest, toen zijn hoop op de toekomst zijn
armoede compenseerde, nu was hij tref-
baarder dan ooit; in plaats van aan de
moeilijkheden te ontstijgen, had hij ze
steeds-meer vat op zich gegeven. Hij was
een enorme schietschijf voor moeilijkheden
geworden.
En nu was zevenhonderd gulden, hoewel
een aanzienlijk bedrag, toch geen onher
stelbaar verlies. Financieel gesproken
hoefde hij er weinig van te merken. Maar
moreel.
Met ergernis liet hij zijn ogen door de
kamer gaan. De schilderijen, waar hij vele
honderden guldens voor betaald had. Het
heerlijke Perzische kleed. De glanzende
grote vleugel. De oude Engelse klok. En
het idyllische paartje, een herdertje en een
herderinnetje, van zacht getint Meissner
porcelein, twee eeuwen oud. Alles even
verrukkelijk mooi. Maar het was duidelijk
dat schoonheid de druk van het bezit niet
vergoedde.
Met een fel gebaar stond hij op en liep
naar de schoorsteenmantel. Afkeurend
gleed zijn blik over de tere porceleinen
figuurtjes. Hij dacht aan de bezorgdheid,
die ze van hem geëist hadden, de omzich
tigheid; aan de orders, die hij gegeven had,
dat niemand ze ooit mocht aanraken, met
welk doel ook. Hoe vaak had de gedachte
er aan hem niet uit geconcentreerde ar
beid gehaald!
Door krachten, die buiten hem leken te
staan gedreven, pakte hij het porcelein in
beide handen, en na een laatste liefdeloze
blik smakte hij het tegen de vloer. Hij keek
met innig welbehagen naar de scherven
en stond toen ineens stram. Plotseling brak
de plek in zijn geheugen open. Hij bukte
zich en nam zeven biljetten van honderd
gulden tussen de gruiszels weg.
Weer opgericht bekeek hij ze met aan
dacht, maar zonder emotie. Zijn gedachten
werkten als een razende machine. Moeilijk
ontwrong zich het onontkoombare besef er
aan, dat hem op het enige pad naar de
redding zou voeren. Een tegenzin der ge
woonte weerhield hem nog, toen wat er
gebeuren moest reeds vast stond.
Hij voelde zich koel en afgemeten za
kelijk, toen hij de zeven biljetten vlak in
elkaar gevouwen, door een open klep in
het gretige vuur liet glijden.
(Nadruk verboden)
Waarom lokt de verte?
WAAROM is de plaats waar ge niet zyt
zo begeerlijk?
Waarom lokt de verte?
Ik heb mijn koffer gepakt voor een korte
reis van één week en het is een vreemde
gedachte dat in de stad waar ik heen ga
een man zijn koffer gepakt heeft voor één
week:
Ik ga naar zijn stad.
En hij naar de mijne.
Zo is het altijd.
Er zijn nu op de hele wereld mensen die
er zich op verheugen naar Nederland te
gaan. Zij hebben jaren gedroomd van ons.
Zoals wij jaren gedroomd hebben van hen.
Het eigene is gewoon, maar het eigene van
anderen is om jaren over te dromen en
dan eindelijk een koffer te pakken en er
naar toe te gaan.
In Nederland dromen mensen van een
reis naar New York.
In New York dromen mensen van een
reis naar Nederland.
Het zal altijd zo blijven.
Wij willen al het gewone los laten en de
wijde wereld in gaan: ons zelve los laten
in de eerste plaats. Al het gewone van ons
zelf: Het huis, de straat, het werk, de re
gelmaat. cn zo maar vrij de ruimte in
gaan. Wij verbeelden ons dat wij zelfs ons
eigen hart en ons eigen karakter achter
laten. Wat kleren in een koffer, een krantje
voor de trein en wij zijn onszelf niet meer.
Het is onwijs en daarom is het zo men
selijk.
Ons verlangen, onszelf aan de verte te
verliezen, is ons verlangen naar de vrij
heid: de vrijheid van alle bindende mensen,
dingen en plichten.
Niet aan de eigen tafel te ontbijten.
Niet in het eigen bed te slapen.
Niet altijd die éne straat, die éne deur,
dat éne huis.
En vooral: niet altijd de plicht, diezelfde
plicht een heel mensenleven lang.
Daarom willen alle mensen gaan naar de
plaatsen en de sfeer van alle andere
mensen.
Zo gaat ge met die koffer naar de trein.
Eigenlijk moest die koffer allemaal an
dere, nieuwe kleren bevatten: niet dat oude
pak met 't grijze streepje en niet de sokken
die ge reeds een jaar kent.
Wanneer ge zit in uw hoekje van de trein
valt. alles van u af.
Eindelijk gaat ge de vrijheid tegemoet
en ge koestert de vreugdige gedachte dat
ge uw oude Ik in die oude straat hebt ach
tergelaten en dat ge met een nieuw hart,
herboren als een vrije vogel, de wereld in
gaat.
Vreemd is het met de mensen.
Ik ken zee-kapiteins, die de hele wereld
hebben bevaren en die tenlaatste zijn te
ruggekeerd naar hun kleine geboorteplaats
met een zucht van verlichting: eindelijk
thuis.
Over acht dagen pak ik mijn koffer uit.
Dan gaat het grijze streepje in de kast en
gaan alle sokken weer op de middelste
plank.
Ook het oude hart is op zijn plaats.
ELIAS.
Lof der parken
Voor vele Haarlemmers is hun Hout
identiek met de hertenkamp. Vooral op
Zondagmiddagen pleegt het rustieke hek
om het domein der dieren te steunen on
der het gedrang der drommen en herten
en reeën leggen zich bij het invallen der
duisternis met indigestie ter ruste, zo gul
zijn de belangstellenden gebleken met al
lerhande lekkernijen. Helaas zijn er ook
geweest die de gewei-achtigen hebben ge
fopt met een prop papier, hetgeen voor de
gezondheid dezer viervoeters niet bepaald
bevorderlijk is.
Intussen, deze kleine diergaarde mag
dan alleen aangeduid worden als verblijf
plaats der herten, er zijn heel wat meer
leden van de fauna te zien. Er zijn eenden
en ganzen, zwanen en kalkoenen, bokken
en schapen, pauwen en konijnen.
Maar op de konijnenberg heerst nu
rouw. Maandagavond toen heel de Hout in
diepe rust was en zelfs de trouwe Arie
Beekhuis meende dat hij „zijn" dieren met
een gerust hart kon achtei-laten, is een
woeste hond over de omheining gespron
gen en heeft een op niets verdacht zijnd
moederkonijn de strot doorgebeten. An
dere langoren moeten van schrik verlamd
zijn geweest, want de mensen van Hout en
Plantsoenen vonden ze later eveneens met
doorgebeten keel, zonder dat ze blijkbaar
een poging hadden gedaan de vluchtgang
te bereiken. Een paar jonge konijnen zijn
door de afwezigheid van de moeder de
hongei*dood gestorven. Het is de grootste
ramp die de levende have van de herten
kamp ooit heeft getroffen. Het kwam wel
eens voor dat een eend of een kalkoen het
moest afleggen tegen de ongebreidelde
jacht-instincten van een spaniel of een
In het vijfde ïtwartier
„De Lairessestraat Zuid" staat er met
keurige witte letters op het donker
blauwe bordje aan het begin van de
deftige verkeersader, die aansluiting
geeft op het hart van Amsterdam en
waarover wij het vandaag eens met u
hebben willen. De geografische bijzon
derheid in de titel houdt geenszins een
toespeling in op de geboorteplaats van
de Waalse schilder, naar wie deze straat
is genoemd, want zover strekt die hoofd
stedelijke politesse zich geenszins uit.
Zelfs niet naar Gérard de Lairesse, die
toch in zijn dagen een zeer beroemd en
achtenswaardig man was. Nee, dat
ordinaire woordje „zuid" wil alleen
maar zeggen, dat wij ons hier in het in
die windrichting gelegen kwartier van
de stad bevinden. Amsterdam is name
lijk in vijf kwartieren verdeeld, zoals
men weet, hetgeen ons een aantrekke
lijk bewijs dunkt voor de zuinigheid en
de wiskundige zekerheid, waarmee de
vroede vaderen het heft van het bestuur
in handen houden.
Gérard de Lairesse leefde in de
zeventiende eeuw, toen het volgens de
geschiedenisboekjes alles goud was wat
er blonk, doch dat zouden wij maar
niet geloven als wij u waren. Hij was
dus een tijdgenoot van Rembrandt
dat heeft u zeer juist opgemerkt die
op een goed moment zijn portret schil
derde, omdat hij tot de categorie der
graag-geziene persoonlijkheden behoor
de. Maar toch vond men hem blijkbaar
ook weer niet zo belangrijk, dat men
het waagstuk heeft durven ondernemen
de hele straat van de achterzijde van
het Concertgebouw tot aan het Haar
lemmermeerstation naar hem te noe
men. Met fijn cultuur-historisch inzicht
en ter verlening van een schilderachtig
tintje aan de klassestrijd liet men hal
verwege ongeveer ter hoogte van het
Amsterdams Lyceum en de Valeriuskli-
niek onverhoeds wijlen Cornells
Kruseman als peetvader optreden, een
iets meer dan honderd jaar geleden ge
storven artist van veel geringer beteke
nis, zulks in overeenstemming met het
betrekkelijk kleinere aandeel dat de
bewoners bijdragen om het begrip
„schatkist van het rijk" een werkelijke
inhoud te verlenen. In het begin van
zijn loopbaan maakte deze 'Kruseman
wel enige waardevolle prenten, zij het
dan onder merkbare Italiaanse invloed,
hetgeen de met aanleg en bebouwing
van de naar hem genoemde straat be
laste architecten bepaald in het oog
lopend tot uitdrukking hebben gebracht.
Wij zijn nu wel een heel eind afge
dwaald en keren daarom rfiet tramlijn
zestien naar het beginpunt terug. De
De Lairessestraat (geen Amsterdammer
die ooit deze stotterende aanhef ge
bruikt) komt voort uit het Jan Willem
Brouwersplein, waar een reeks rode
huizen zich in allerlei bochten staat te
wringen. Deze vertonen overigens vol
komen strakke voorgevels, maar hebben
op het dak een kunstig gevlochten ba
lustrade, waarschijnlijk met geen andere
bedoeling dan om schoorsteenvegers
voor een misstap te behoeden.
ïn één der eerste percelen aan de
rechterzijde woont de actrice Charlotte
Köhler achter een vensterbank met
rode geraniums. Als men haar vraagt
waaraan men de deftigheid van deze
straat kan afmeten, zou zij waarschijn
lijk ten antwoord geven: „Omdat men
hier voor alle soorten groente twee cent
meer moet betalen dan in de naaste
omgeving!"
Mythologisch intermezzo
Wij kunnen niet aan de verleiding
weerstand bieden, al ware het slechts
omdat deze zindelijke straat zo weinig
stof oplevert, om terug te komen op
Gérard de Lairesse, die in 1667 hier
burgerrecht verwierf en in 1690 zijn
gezichtsvermogen verloor. Deze verte
genwoordiger van het academische
klassicisme werd vooral door de patri
ciërs begunstigd: hij schilderde wand
versieringen voor de eetzaal en enkele
andere vertrekken van de toenmalige
prinses van Oranje ten paleize Soestdijk
en in zijn eigen huis werden bijeen
komsten gehouden door het genootschap
Nil Volentibus Arduum, hetgeen be
tekent dat niets moeilijk is voor hen die
willen. Ondanks zijn gastvrijheid zijn
de leden er slechts zelden in geslaagd
de waarheid van deze stelling in daden
om te zetten. Zijn eigen oeuvre bestond
in hoofdzaak uit allegorische, mytholo
gische en historische taferelen. Wij vin
den het een aardig streven van de men
sen, die thans zijn naam op hun brief
papier gebruiken, om deze drie rich
tingen in hun levensopvatting tot uiting
te laten komen. Zo zagen wij ergens een
juffrouw, die voor ons een complete
trilogie van zinnebeeldige voorstellingen
belichaamde, bij een tramhalte een
moeder met kind, die ons aan de legende
van Oidipus en de Sphinx deden den
ken en tenslotte wat dus het ge
schiedkundige betreft een markant
geklede dame, die probeerde haar ver
loren jaren terug te winnen.
Schuyt en schepen
Nu wij het dan toch over oudheid
kunde hebben, willen wij u meteen iets
vertellen over het zich daar ter plaatse
bevindende Scheepvaartmuseum een
partekliere instelling, zoals de wee
moedige portier ons verzekerde, na eerst
zjjn schipperspet van het hoofd te heb
ben genomen om in zijn haardos te
kunnen krabbelen ten bewijze van zorg
vuldig nadenken over iedere opmer
king, die van zijn onzijdige lippen bor
relde. Het is geen dure zaak, want de
bezoeker wordt slechts één dubbeltje
lichter gemaakt, vermoedelijk om hem
het beschamende gevoel te besparen dat
hij geheel gratis zijn leven waagt op de
spiegelgladde vloeren. Om hem daar
voor te waarschuwen staan er twee
koperen kanonnen in de vestibule.
Men vindt hier een langdurige collec
tie scheepsmodellen uit vele eeuwen,
onder andere van het vlaggeschip van
de Vlissinger kwajongen, die de ganse
dag in een blauwgei*uite kiel aan een
groot wiel stond te draaien, daarbij zeer
smartelijk „ahach, ahach" roepend en
naar wie de Admiraal de Ruyterweg is
genoemd. Er liggen verder allerlei
sextanten, kompassen, volkomen on
bruikbare zeekaarten en vuilgele boe
ken, die waarschijnlijk heel kostbaar,
zijn, want anders zou men ze niet be
waard hebben.
Er is wel eens de vraag gesteld, waar
om men deze verzameling niet in de
buurt van de havens heeft ingericht,
ter plaatse waar eenmaal de sleutels
van de Sont werden bewaard. Doch
waarom zou dat nodig zijn, vragen wij.
Is het museum dan niet gelegen op de
hoek van de Cornelis Schuytstraat, die
zijn naam weliswaar aan een zestien
jaar na de slag bij Nieuwpoort gestor
ven organist te danken heeft, maar
niettemin deze ligplaats volledig recht
vaardigt? Wij zouden wel eens willen
weten wat u hiertegen in kunt brengen.
De tuin van het Scheepvaartmuseum
vonden wy eerlijk gezegd mooier dan
het interieur. Onder een afdak tegen de
buitenmuur hangt een keurige redding
boot om in weg te varen op het water
van de spuitgasten in geval van brand.
In wat op het eerste gezicht een fiet
senrek lijkt, zijn twee platboomde sta-
tiej achten gestald. Naast de voordeur
ligt een kolossaal veri-oest anker naast
een torenhoge mast. Zij dienen nergens
toe, maar het is wel een mooi gezicht.
Als symbool van nationale trots ston
den er vroeger naast de ingang twee
leeuwen met gepermanente manen, een
kromzwaard in de klauw en twee open
gesperde mondhoeken. Ze lijken eigen
lijk sprekend op de portretten die Wim
van Wieringen van onze toneelspelers
maakt. Op het ogenblik zien zij er uit
als evenzovele doorgezaagde weesmeis
jes of als wijlen het paard van de baron
Von Münchhausen, vermoedelijk gebro
ken van nijd over de nederlaag van het
Nederlands elftal tegen de Rode Dui
vels in de Hel van Deurae, ondanks het
Met een inleiding door de oud-toneel
criticus J. B. Schuil wordt Maandag
middag in de Universiteitsbibliotheek
een tentoonstelling geopend ter her
innering aan de honderd jaar geleden
geboren actrice Theo Mann-Bouw-
meester. De expositie is ingericht
door de vereniging Het Nederlands
Toneelmuseum".
Arthur Millers buitengewoon indruk
wekkende stuk „De dood van een
handelsreiziger" wordt Zaterdag en
Zondag in de Stadsschouwburg ver
toond door het A.T.G. met Louis
Saalborn en Hetty Beck in de voor
naamste rollen onder regie van Al-
bert van Dalsum en dagelijks in
het Centraal Theater door Comedia
onder regie van Johan de Meester
met John Gobau, Magda Janssens en
Ko van Dijk als voornaamste mede
spelenden.
De Nederlandse Opera brengt Zon
dagmiddag ..Carmen" van Bizet en
Dinsdagavond „De Parelvissers" van
dezelfde componistrespectievelijk
daterend uit 1875 en 1863.
Maandagavond wordt in het Concert
gebouw een buitengewoon Noors
concert gegeven door de Handverker
Sangforening uit Oslo met medewer
king van de tenor Bjarne Buntz,
In de hoofdstad uit
onder auspiciën van de Koninklijke
Mannen-zangvereniging Apollo. Op
Dinsdagavond spelen de violiste Ida
Handel en de pianist Theo van der
Pas voor de Amsterdamse Kunstkring
werken van Tartini, Beethovent Bach
en Grieg.
In de kleine zaal van het Concert
gebouw treedt de Amerikaanse vio
liste Nadia Koutzen, begeleid door
Ivor Newton aan de piano, Zondag
middag voor het eerst in ons land op.
Woensdagavond geeft Christian Fer-
ras (met Pierre Barbizet) een recital.
In magazijn „De Bijenkorf' wordt
een expositie gehouden van Fins
aardewerk, waar werk van tien
vooraanstaande ceramisten is te be
zichtigen. In het I.C.C. is tot 29 April
een afscheidsexpositie ingericht van
de Indonesische schilders Otto en
Agoes Djaya. Bij Martinet en Michels
stelt Fred. Sieger landschappen uit
Zuid-Frankrijk ten toon.
„Katinka, meisje voor alles" luidt
de titel van een film met Willy
Fritsch en Hannelorc Schroth, die in
Plaza en Cineac draait. In City speelt
het dansorkest The Rambles voor de
vertoning van de vrolijke film „It had
to be you" met Ginger Rogers en
Cornel Wilde.
verbluffende optreden van Piet Kraak
waarop, naar de heer Pagano ons vie
de radio in de oren schetterde, heel
IJmuiden trots kan zijn.
Naar wij met eigen ogen konden
waarnemen hebben timmerlieden en
metselaars de van louter leedwezen ver
scheurde dieren gespalkt. Men zegt dat
alle doktoren, die hun spreekkamer in
de onuitsprekelijke De Lairessestraat
hebben en dat zijn er heel wat
direct na het vernemen van de ramp
zijn toegesneld om medische onderzoe
kingen te verrichten. Wij wilden het
niet geloven, maar onze illustere Fiep
Westendorp heeft dit consult onmiddel
lijk op het gevoelige papier vastgelegd.
Nu twijfelen wij niet meer, want zij kan
het weten. Ze woont er namelijk recht
tegenover. BOEDA.
felle terrier, en zelfs hinkt er op het ogen
blik een hert dat nog onlangs de poot ver
zwikte toen het zich uit de voeten moest
maken voor zo'n gevaarlijke indringer,
maar over het algemeen heeft men van
dex-gelijke schadelijke invasies weinig last.
Wellicht dat deze trieste historie voor eige
naars van honden in de omgeving een aan-
spoiing is om nog eens duchtig op te letten
of hun hulsvriend geen misbruik van de
vrijheid maakt.
Heeft de dood dus een ogenblik zijn
scepter gezwaaid boven de Hout, koning
Winter heeft zijn aftocht in de afgelopen
week zolang gerekt, dat de flora zich in
Haarlems parken en plantsoenen niet erg
ontwikkeld heeft. Het Kenaupark begint
een beetje „kleur te bekennen" en het
talud bij de Raad van Arbeid lokt maar al
te veel lieden die schijnen te denken dat
de bloemen er voor hen alleen gi-oeien. Met
andere woorden: er wordt al weer los en
vast geplukt, zeer tot schade van het aan
zien van de fleurigste plekken in de stad.
In dat euvel heeft men natuurlijk ook al
weer baas boven baas, doch het gedrag
van de drie huismoeders die tezamen met
elf kinderen en twee honden in de pas ge
zaaide Bolwei-k-gazons aan het ravotten
waren, zal niet licht zijn weerga vinden.
De dames namen het de verbaliserende
agent nog hoogst kwalijk dat hij hen in het
spel kwam storen en er moest een briga
dier aan te pas komen alvorens zij bereid
bleken hun personalia bekend te maken.
Haarlemmers die wèl prijs stellen op een
aardig brokje groen en kleurigs tussen de
huizenblokken moeten van de week maar
eens een kijkje gaan nemen op het Scho-
terbosplein, waar bolgewassen en andere
voorjaarsbloemen in een bekoorlijk muur
tuintje gegroepeerd een oase temidden van
de recht-toe, recht-aan straten vormen.
Nieuwe methode voor
fabricage van staal
In de Verenigde Staten is een nieuwe
methode uitgevonden voor de vervaardi
ging van staal van prima kwaliteit uit ge
smolten gietijzer zonder dat daarbij extra
brandstof verbruikt hoeft te worden. In
twaalf minuten wordt een zelfde hoeveel
heid en kwaliteit verkregen als bij toe
passing van de open haard-methode in zes
uur vervaardigd kan worden. Bij het nieu
we procédé wordt 30 ton tegelijkertijd be
handeld tegen 225 ton bij de oude methode.
De nieuwe methode is uitgevonden door
de deskundigen van de Battelle Memorial
Institute of Columbus in de staat Ohio in
samenwerking met ingenieurs van de Car
negie Illinois Steel Corporation en de Jo-
nes-Laughlin Steel Corporation. De smelt
kroezen waarin het staal vervaardigd
wordt hebben de vorm van een reusach
tige koffiepot en een buitenwand van staal
die met vuurvaste steen bekleed is. De
temperatuur van de inhoud loopt tijdens
het proces tot boven de 1650 graden Cel
sius op.
De deskundigen hebben bij hun proeven
32 partijtjes van 450 kilogram staal ver
vaardigd; hiervan goot men blokken waar
van weer platen gewalst werden die op
hun mechanische eigenschappen nauwkeu
rig onderzocht werden. Het bleek dat het
staal volkomen dezelfde eigenschappen had
als in een „open haard" vervaardigd staal
van dezelfde chemische samenstelling.
(USIS)
Rijke uraniumlaag in Engeland?
LONDEN, 21 April. (AFP.) Een Engelse
geoloog heeft volgens berichten in Groot-
Brittannië een uitgestrekte uraniumlaag,
de grootste in de wereld, ontdekt. De laag
zou zich tussen Bath en Bristol over een
lengte van 18 kilometer en een breedte
van 3 kilometer uitstrekken en ongeveer
120.000 ton uraanerts bevatten, waaruit
40.000 ton metaal zou kunnen worden ge
trokken. De jonge geoloog, de 27-jarlge
Ian Ford, verklaarde dat hij die ontdek
king heeft gedaan, uitgaande van de radio
activiteit van de warme bronnen van Bath.
Een vertegenwoordiger van het ministe
rie van Bevoorrading heeft verklaard, dat
het Britse geologische instituut onderzoe
kingen zal verrichten.