J
Het Hek van de Dam
Mr. Edgars enige avontuur.
Boutade
r
24 Juni
1950
KORT VERHAAL DOOR E. P.
Dreigend onweer boven Spaamdam.
«r: MARIJKE,
rAceweek op een ochtend schoot ik zo
Ja op met mijn werk, dat ik me
p-:!s een Daar uurtjes vrij kon ma-
totaeais even rustig in de jubilerende
rferstraat rond te neuzen.
(Jimoet zeggen, de etalages m de
Stóat zian er inderdaad feestelijk
%-ü 1850. haar voeten op een stoof
timend testie, weerstond met steeds
^vriendelijke glimlach de nieuws-
gföken van jeugd (en ouderdom)
fcn jonge mama van „Anno Da-
fijBobeerde, in een andere étalage,
fles te geven, wat een moei-
■t^af was omdat het arme kind zo
£r flanel en linnen was ingebakerd,
het hoofdje uil deze lappenkoker
-«lijn kwam. Bij enkele schoenen
ken bleek dat wij vrouwen der
jjtpivroeger schattige smalle voetjes
moeten hebben. De hoge laarsjes
na vaak heel mooi met kleurige brö-
jü afgewerkt. Maar zo'ri diabolo-hak
"iktegenwoordig niet meer onder mijn
wensen.
jgrjie, jammer dat ik dit alles niet
met jou kon bekijken. Dan had je
i!g£! op je reisbenodigdheden kunnen
es, die hier te kust en te keur te pron-
!clp, Waarschijnlijk was je dan met-
ei is winkel ingehold waar achter het
aaesnelectósche reisstrijkbo'ut prijkte:
Kkatje, ten hoogste vijftien centimeter
iisatmet snoer en al in een leren étui
e sat dan niet meer plaats in dan b.v,
jsr ia een plastic zakje dubbelgevouwen
tije.
«n vorige keer schreef ik je over een
;l!t» kleerborstel. Je kunt ook een bor-
'lihemen, die aan de rugkant een naai-
listsur herbergt. Het leek mij evenwel
spitsvondig dan nuttig.
kennissen, die klagen over het los
ten van hst dekentje door de baby als
ah de kinderwagen in de tuin ligt, zou
hanen adviseren een dekenklem te
p Dat is een elastische band met aan
uiteinden een stalen klemmetje. De
ri wordt onder de wagen doorgehaald
i sin weerszijden worden deken en
jkije tussen de klemmetjes vastgezet,
kfcn noch de baby noch de wind de
■Mjes loswoelen. Nu we het toch over
rees hebben, ik herinner mij dat voor
-«dog mijn zusters hun wiegekinderen
^5trein in rieten reismandjes vervoer
en Hetzelfde idéé was te zien in een
wkI voor baby-artikelen: kinderwagen
ledikant heette het hier „kortheids-
Hd heeft de vorm van een lang-
vé kistje en is gemaakt van een soort
De deksel kan losgemaakt wor-
Sdubbel gevouwen en bestaat voor de
•volt een doorschijnend gedeelte, plastic
-Wts.Aan weerskanten is een handvat
vJl a^en' DU „reisdoosje" is na-
afcjk veel lichter dan zo'n rieten ge-
fjf.® ne^mt ook minder plaats in.
«5 nu even aan een telraam in speel-
^.--ormaat, dat je op tafel zetten kunt.
ui® inP'aais van de ronde gekleurde
j3n,sp$en rolletjes zij in ver-
kleui'en en je hebt een bijzon-
- wittig hulp stuitje voor mensen die
- paaien en borduren. Als ik het mij
_-aümner, zaten er zelfs twee rolletjes
stangetje, met een houten plankje
rtiMLWrs'e en *weede étage. Hoewel
;;;oepaald.°P een ei leek, moest ik
ialfj a3in goeie> ouwe Columbus
Ito pJI j. rek'ie is inderdaad een
^Wltje 3^S u^erma^e Ptt'aciisci1
i.ie,'SCh,?oIgaande neven of nichten
eamelk te drinken tijdens
ïe»n vn",' zou ze kunnen aan-
enkd°pje te k0pen dat op
Zta u?* yan een dergelijke fles past
5»awiu, 1 heeft. Het voorkomt
haast Mets.
te-L uf. n°8 veel meer moois gezien:
s °^Gn hoedjes, beeldige
C sandalen (zonder neus)
Sa staang 8zen Hf eitjes die mooi
^cepnAtf °P efn ef*en warmkleurig
'iiz >j,massa's andere leuke dingen,
v, J even tijd hebt, ga dan zelf
Amsterdam eens in, dat is de prettigste
raad die ik je geven kan.
Tot de volgende brief.
Je ANNEKE.
HET was een wanne dag. Een dag, waar-
bij men zelfs in Londen mannen in
hun overhemd zag lopen. En terecht,
want van de zwartglimmende, gcasphal-
teerde straten steeg een haast verzengende
hitte op.
Tegen vijf uur liep het effectenkantoor
van Redgrove, Redgrove en Redgrove leeg.
De dagtaak was weer geëindigd en het
personeel mengde zich onder de duizenden
andere Londenaavs, die ook in de City
werkten en ook iedere dag om vijf uur de
pen neerlegden. En precies, zoals ze dat
ook de vorige dag en de dag daarvoor,
vorige week en vorig jaar hadden gedaan,
repten allen zich naar de diverse bus- en
Underground haltes. Aanvankelijk haastte
ook mr. Edgar zich naar het station Bank;
het w-as niet in zijn hoofd opgekomen om
iets anders te doen. Dit was zijn gewoonte
sinds zeventien jaar en iedere dag kwam
hij precies om zes uur zijn woning in En-
field binnen. Mr. Edgar zzo nooit in zijn
overhemd gezien worden en zijn bolhoed
was hem dierbaar. Maar het was mooi
weer; het scheen zonde om nu weer een
half uur in de ondergrondse te gaan zitten.
Nog was het revolutionnaire denkbeeld
eigenlijk nauwelijks bij hem opgekomen,
of hij realiseerde zich, dat hij zijn station
was voorbij gelopen. En hij verbaasde zich
er over, dat het niet bij hem opkwam om
zich om te draaien en braaf zijn trein naar
huis te nemen. Hij liep door.Hij had
al ongeveer een half uur gelopen, toen hij
plotseling trek kreeg in een sigaret. Hij
haalde zijn koker voor de dag, zijn oude,
zwaar gouden koker, waar hij zo'n ver
schrikkelijke hekel aan had, maar die hij
op aandringen van zijn vrouw het was
een erfstuk toch altijd gebruikte. Deze
was leeg.
Mr. Edgar keek om zich heen. Ah, daar
was een kroeg; dit was een van die plaat
sen, die hij altijd placht te mijden als gif;
nu stapte hij echter zonder aarzelen naar
binnen. Het was vol aan de bar. Met moeite
wist hij tussen twee mannen een plaatsje
te veroveren en bestelde twintig cigaretten.
Edgar haalde zijn portefeuille voor de dag
om te betalen, toen hij plotseling op de
schouder werd getikt door een van de man
nen naast hem: „Niet zo'n haast vriend",
zei deze, „drink een biertje met me mee".
„Graag", zei mr. Edgar voor hij besefte
wat hij deed. Het volgende ogenblik had
hij al een enorih glas bier voor zich staan
en klonk met een vreemdeling. Deze had
in elk geval een vrij plezierige stem. Toen
ze het biertje op hadden, dronken zij er
nog een. Zijn wat onguur uitziende buur
man praatte heel genoeglijk en na enige
aarzeling vond mr. Edgar zich plotseling
tn een geanimeerd gesprek over de toene
mende activiteit van zakkenrollers. „Ik
ben krijgsgevangene geweest", vertelde
hem de pas-ontdekte relatie. „Tn Duits
land. Geen lollige tijd gehad. Van Juni '40
tot Maart '45. We hebben daar vaak ont-
vluchtingspogingen in elkaar gedraaid.
Neem nog een biertje voor mijn rekening",
wierp hij er plotseling tussen door. Toen
beiden weer een glas voor zich hadden,
vervolgde hij: „Maar de moeilijkheid was
altijd om aan wapens en gereedschap te
komen. Daar hadden ze mij voor nodig.
Tenminste voor de wapens. Die Moffen
hadden van die kleine handige -revolver-
tjes. Een paar keer hadden mijn kamera
den al geprobeerd om zo'n dingetje te pak
ken te krijgen". Hij accepteerde de sigaret,
die mr. Edgar hem aanbood uit zijn nu
weer gevulde koker. Toen ging bij verder:
„Op een goede dag kwamen ze bij mij. Hoe
ze te weten waren gekomen, dat ik wel
eens meer van zulke zaakjes bij de hand
had gehad, weet ik niet. Maar, enfin, ik
was niet zo gek of ik deed het. Ik heb toen
een paar van die schietertjes gerold. Als je
eenmaal de holster open had, ging het ge
makkelijk. Die kerels hadden het meestal
zo druk met zichzelf, dat ze geen tijd had
den om te zien, waar onze handen bleven.
Ja zuchtte hij dat was aardig werk,
En ik' verdiende er nog wel geen penny
mee", en hij schudde zijn hoofd in onge
lovige verbazing, dat hij revolvers had
gerold zonder er iets mee te verdienen.
„Later heb ik nog eens zo'n hoge piet een
portefeuille ontrold", voegde hij er nog
aan toe, „zat een paar duizend mark in".
Mr Edgar keek op zijn horloge; het was
half zeven. Hij schrok en moest plotseling
aan zijn vrouw denken. „Het spijt mij", zei
hij, ik moet weg. Mijn vrouw wacht op mij".
„Natuurlijk, natuurlijk", knikte de ander
begrijpend. „Enfin, we zien elkaar mis
schien nog wel eens. Het beste hoor", zei
hij hartelijk.
Mr. Edgar nam afscheid, betaalde en
haastte zich weg om nog op een enigszins
redelijke tijd thuis te komen. Toen hij
bijna bij de Bank was, wilde hij een siga
ret opsteken. Hü stak zijn hand in zijn
binnenzak.en voelde slechts de voering.
De koker was verdwenen. In de kroeg had
hij hem nog gehad. Dan herinnerde hij zich
plotseling de vreemdeling aan de bar.
Vlugge vingers had deze, daar was hij zeker
van. Hij was niet zo erg aan die koker ge
hecht, maar toch vond hij het een beetje
zuur, er bij zo'n vent in gelopen te zijn. En
hij deed nog wel zo vriendelijk. Ach, dacht
hij, dat hoort er natuurlijk bij. Daar meen
de dié dief natuurlijk niets van. Wat zou
zijn vrouw wel zeggen? Het ding was van
ÉP&
De grote attractie van de Londense dieren
tuin zijn op het ogenblik deze twee beren
jongen Daphne en Jack, die onlangs in de
befaamde „Zoo" geboren zijn en daar thans
een eigen woning betrokken hebben in de
buurt van de leeuwengalerij. Zelfs de apen
trekken nauwelijks belangstelling meer
wanneer het voedertijd voor Jack
Daphne is. Op de foto: de tweeling aan het
dessert: een flinke lik stroop, die zij zich
best laten smaken.
ADVERTENTIE
Gaat U kamperen
of naar Uw zomerhuis?
„T E M P O"
STAAT VOOR Al UW yRACHTEN
KLAAR
Verhuizingen door geheel Nederland
ROZENSTRAAT 13 - TELEFOON 20020
haar vader geweest. Bovendien was het
waarschijnlijk een hele hoop geld waard.
Teruggaan naar de kroeg had natuurlijk
geen zin meer; de vogél zou nu toch wel
gevlogen zijn.
Op dit ogenblik werd mr. Edgar op de
schouder getikt. Hij draaide zich om; het
was zijn buurman uit het kroegje. Hij stond
met de gouden koker in de hand. „Man,
wat heb ik moeten lopen, om jou in te ha
len", hijgde hij, „maar nou heb ik je toch.
Hier is je koker; je had hem op de bar
laten liggen. Tot ziens, makker". En op
zijn gemak liep de man weer in de richting
van waar hij gekomen was.
(Nadruk verboden).
ud« fabnek aan de Hoge
PMttM, SU1TI ls het nieuwe
Tvan de Nederlandse
Sfevan dlenJt' centrum zijn alle
*^avere^-j eertiJds over geheel
- eid waren, gecentraliseerd.
Naar Duivelseiland
Het stuk is goed, maar het publiek
was een mislukking. Zo heeft de onver
beterlijke Oscar Wilde het wel niet pre
cies gezegd (die sprak trouwens over
het algemeen Engels), maar zo staat
het meestal in die leuke boekjes over
wat allemaal achter de schermen van
het toneel gebeurt, die met dezelfde
onverstoorbare hardnekkigheid op de
argeloze samenleving worden neerge
laten als bij voorbeeld het ijzeren gor
dijn. Wij hebben thans echter in de loop
van het Holland Festival een paar maal
't omgekeerde meegemaakt. Het publiek
moet zelfs zo goed worden geacht, dat
men het desnoods door een Nibelungen-
ringetje zou kunnen halen, hetgeen meer
is dan de meeste stervelingen verdra
gen zonder hun oren te beschadigen.
Door middel van- een feilloos werkend
psychologisch radarsysteem, waarop wij
inmiddels patent hebben aangevraagd,
deden wij enkele peilingen om ons te
vergewissen van de culturele hoogte
waarop de cliëntèle van deze artistieke
onderneming ter bevordering van het
vreemdelingenverkeer zich bevindt. Die
is niet gering. Vele bezoekers der ver
schillende manifestaties splitsen direct
bij het betreden der corridors van con
certzaal of theater hun persoonlijkheid.
De ene helft is onvoorwaardelijk be
reid alles mooi te vinden Wat er op to
neel of podium gebeurt, al ware het
slechts omdat er onuitsprekelijke na
men aan verbonden zijn. De andere
helft verkeert gaandeweg in een on
schuldig gecamoufleerde, doch intussen
uiterst aggressieve gevechtshouding om
critiek af te vuren op alle andere dames
of heren dde binnen de actie-radius van
het spiedend oog vallen. Wij hebben het
zelfs meegemaakt dat een beeldig hoedje
er in gemeenzame taal van beschuldigd
werd in een beschonken toestand te
verkeren. Men denkt te komen om iets
te bekijken, doch men komt in feite
om bekeken te worden, zou men met
Goethe kunnen zeggen, ware het dat
deze ooit iets van dien aard had be
weerd.
Het Amsterdamse publiek gaat diep
gebukt onder het benauwende besef dat
men zijn stand moet ophouden, hetgeen
pleegt te geschieden door het dragen
van een zwart pak en een stijf wit over
hemd met een dwangbuis om de hals,
alsof het bijwonen van een concert of
opera gelijk zou staan met het afleggen
van een strafexpeditie naar het Duivels
eiland der beschaving. Vele mensen
houden hardnekkig (deze term mag
men gerust letterlijk nemen) het dra
gen van avondcostuum vol, ook al is er
aan de desbetreffende gebeurtenis geen
enkel officieel cachet verbonden. Het
opvallende ls nu dat deze deftige dames
en heren er met zulke beteuterde ge
zichten bij lopen alsof zij zojuist een
ongeneselijk minderwaardigheidscom
plex hebben gevat. Dat reageren zij
echter in de pauze af door tijdens de
conversatie zo nu en dan een beetje van
een vreemde taal te snoepen. Wij haas
ten ons thans naar het goed gebruik in
films en hedendaagse romans te ver
klaren dat iedere gelijkenis met werke
lijke personen, levende of geleefd heb
bende, louter op toeval berust en geens
zins in het oogmerk van de heer Boeda
heeft gelegen. Deze is namelijk te wel
opgevoed om een smet op iemands
avondkleding te werpen.
Epiloog in de hemel
Onder de opvoering van „Hamlet"
door de Old Vic bemerkten wij dat de
practische naastenliefde op grote schaal
beoefend werd door onopvallend tussen
het publiek gezeten helderzienden, die
een ooggetuige-verslag ltwamen verzor
gen van hetgeen zich op het toneel af
speelde. Zo hoorden wij op een be
paald aangrijpend moment een dame op
merken: „Kijk nou eens, daar komt de
koningin weer binnen!" Nadat alle om-
zittend en zich van de evidente juistheid
dezer waarneming hadden overtuigd,
vervolgde zij: „Hebben we dat mens niet
eens in die-of-die film zien spelen?"
Met onnavolgbaar fijne tact noemde
zij daarbij de naam van een verkeerde
film, teneinde de aangesprokene in de
gelegenheid te stellen ook een duit in
het collectezakje der kennis te doen.
Een heer naast ons, met een keurig
goudgerande lorgnet, wiens luchtpijp
het hele stuk zat mee te fluiten, mom
pelde na iedere monoloog van Michaël
Redgrave: „Precies wat die Shake
speare ook altijd zegt.
Wij gaan zo niet door, al zouden wij
het wel kunnen. Bij het optreden van
Rosario en Antonio kwam de indruk
tot ons dat niet alleen Sherlock Holmes
over een scherp combinatievermogen
beschikt. Toen deze Spaanse dansers
namelijk een half uur lang met him
snelle hakken de planken van de Stads
schouwburg tot schroeien hadden ge
bracht en er vervolgens een stoel werd
aangedragen, zei een lieve belangstel
lende uit onze rij: „Nou gaat er zeker
eentje zitten!" Het bleek de heer Juan
Garcia de la Mata te zijn, die er op
plaats nam en zich met wilde haren op
de snaren van zijn instrument wierp.
„Een mandoline", legde spreekster uit.
Tenslotte herinneren wij ons een bij
zondere commentaar op één der ver
leden jaar door het Ballet de Monte
Carlo gegeven voorstellingen. Nadat in
het eerste nummer van het programma
Romeo en Julia in moderne trant, maar
volgens oude traditie smetteloos waren
gestorven, volgde er een klassiek duet,
dat gedanst werd voor een blauw ach
terdoek. Een meneer, die er het fijne
niet direct van begreep, vroeg zijn echt
genote om uitleg. Deze antwoordde on
middellijk uit het diepst van haar ge
moed: „Dat is de epiloog in de hemel!"
Boven de achttien
Het gezelschap van de Old Vic kan
in Amsterdam nu wel gala-voorstel
lingen geven, het was honderd jaar ge
leden ook maar een ordinair theater.
Het publiek kwam er in hemdsmouwen
en gedroeg zich in strijd met alle regels
van fatsoen. Men dronk er bier onder
de vertoningen, at er sinaasappelen en
wierp de schillen naar het toneel als het
stuk niet in de smaak der aanwezigen
viel, men kraakte er noten en begroette
de spelers bij hun voornamen. Het kon
er kras toegaan. Zo lazen wij in een
oude kroniek dat er in 1858 zestien
doden vielen bij een paniek tengevolge
van een bij wijze van grap gefingeerde
brandmelding. Toen de Old Vic na een
onderbreking van de werkzaamheden
in 1881 heropend werd, verklaarde de
directrice Emma Cons de bezoekers te
zullen tracteren op „verfijnd amuse
ment zonder sterke drank".
Maar in de hoofdstad van ons land
stonden de zaken er destijds niet veel
fraaier voor. In het boekwerk „Amstels
Schouwtoneel" van 1808 hebben wij
voor u het volgende gelezen: „Het is op
de schellingplaats dat het gemeen, ter
uiterste hoogte der zaal in twee par
tijen verdeeld, door schreeuwen, schel
den en andere buitenspoorighedèn het
ordentelijk publiek, dat zich lager be
vindt, aan allerlei onaangenaamheden
ten doel stelt, inzonderheid door
het spuwen en werpen van allerhande
onreinigheden in de bak (de stalles of
het pax-ket, zouden wij zeggen), evenzo
onbezorgd alsof er zich geen mensen
beneden bevonden. Het is hierom dat
ik gewoon ben de bak het algemeen
kwispedoor van het schellinkje te noe
men. Inderdaad: speeksel, uitgekauwde
tabak, appelenschillen, hoeden, flessen,
stukken glas enzovoort stort, gelijk
regen of een hagelbui, daarin neder.
Zelfs is het reeds eenmaal gebeurd dat
iets even zo broos als glas, namelijk een
menselijk wezen, daarin is neergeploft,
doch minder ten nadele van den valler
zelve dan van dengeen, die deze zwaar
wichtige la9t op zijne schouderen kreeg".
Een bijzonder laconiek verhaal ont
lenen wij aan de „Geschiedenis van
drama en toneel in Nederland" door dr.
J. A. Worp, uit het tweede deel van de
eerste druk: „Evenals vroeger bestond
het publiek in het begin der negentiende
Vanavond wordt in het Concert
gebouw een jubileumconcert van de
K.N.T.V. gegeven onder leiding van
Eduard van Beinum en met mede
werking van Jo Vincent, Hans Hen
kemans, Jaap en Haakon Stotijn. Ei-
wordt een geheel Nederlands pro
gramma uitgevoerd, bestaande uit
werken van Wagenaar, Van Gilse,
Voormolen, Henkemans en Rudolf
Mengelberg. Vandaag en Maandag
geeft de Old Vic in de Stadsschouw
burg reprises van Hamletmet
Michael Redgrave in de titelrol.
Zondagavond verzorgt de Neder
landse Opera een Franse avond met
„L'Heure Espagnol" van Ravel en
Une education manquée" van Cha-
brier, respectievelijk onder directie
van Pierre Monteux en Chafles
Münch. Begeleid door Gerald Moore
zingt de sopraan Victoria de los
Angeles te zelfder tijd in het Con
certgebouw liederen van Schubert,
SchumannGranados, Turina en
anderen.
Het Festival Kamerorkest onder
leiding van Szymon Goldberg speelt
Maandagavond in het Concertge
bouw met de dirigent en Jan Damen
In de hoofdstad uit
als solisten. Behalve het Concert
voor twee violen van Bach staan er
composities van Vivaldi, Mozart en
Haydn op het programmaIn de
Oude Kerk werd onder leiding van
Albert de Klerk op Dinsdagavond
de Orgelmis van Bach uitgevoerd
met dr. Anthon van der Horst deze
keer als solist.
De reeks ochtendconcerten wordt
Dinsdagmorgen in het Concertge
bouw voortgezet door het Neder
lands Kamerkoor, dirigent Felix de
Nobel, dat werken van Sweelinck
en motetten van Bach uitvoert. Tot
zover de manifestaties in het Holland
Festival.
Onder regie van Tilly Périn
Bouwmeester wordt in de Kleine
Komedie dagelijks de Amerikaanse
klucht „Hoe kom ik aan een baby?"
vertoond en in het Centraal Theater
gaan de vertoningen van de revue
„Zomerparade 1950" van Henvo en
Rens van Dorth nog steeds door.
De studentenbioscoop Kriterion
luidt de week van de Franse film in
met „De kleine man" onder regie
van René Clement met Noël-Noël.
„De nacht heeft duizend ogen" luidt
de titel van de nieuwste film van
Edward G. Robinson, die in Luxor
en Capitol te zien is. „De staf be
veelt" (een bewerking van 't toneel
stuk „Command Decision") draait in
City, een verfilming van de roman
„Madame Bovary" van Flaubert met
Jennifer Jones in Plaza en Cineac.
eeuw uit allerlei soort van mensen de
schouwburg is altijd democratischer dan
het concert van regerende vorst tot
eenvoudige werkman. Nieuw is alleen
dat ouders, die dol zijn op uitgaan, wel
eens zuigelingen meenemen naar het
theater omdat zij ze niet zonder toezicht
thuis kunnen laten. Genoemde zuige
lingen, die zich nog niet geheel kunnen
inwerken in de op het toneel voorge
stelde feiten, brengen wel eens vreemde
effecten teweeg".
Wij kennen iemand die verleden jaar
een baby van anderhalf jaar op de arm
wilde meenemen naar de bioscoop, het
geen werd geweigerd door de portier
met de onverbiddelijke uitspraak: „Deze
film is boven de achttien, mevrouw!"
BOEDA
Gisteren was ik bij iets plechtigs en
terwijl die heren achter dat hoge spreek
gestoelte maar dreunden van de papieren
dacht ik dat het wel goed zou zijn, als alle
spreken bij alle plechtigheden kort en goed
verboden werd.
Terwijl die heren, de een na de ander,
en prachtig in jaquette met puntjesboord,
in de warmte van de dag maar stonden te
jannen als u weet wat ik
bedoel, zag ik de toehoorders-schaar aan:
dertig lieden die er over zaten te peinzen
wat zij allemaal voor leuks hadden kunnen
doen. wanneer deze zomermiddag niet aan
plechtigheid weggeworpen was.
Alleen wie het middelpunt van het eer
betoon waren richtten glazige ogen op de
jaquetteurs: die namen tenminste nog de
schijn des luisterens aan. De rest toefde in
andere werelden.
Eén dacht ongetwijfeld aan de heer pro
fessor Lieftinck.
Een ander verbleef, met die katheder en
die praters voor zyn neus, in zijn verre
studententijd. Hij speelde het spel der
goede herinneringen. Men mocht veïmoe-
den dat hij plotseling dat meisje met de
fiets zag opdoemen. Hij ging een fietstochtje
door de zon met haar maken. Zij was erg
lief. Dat zag men zo aan de glimlach in de
ogen van die heer.
Die dames toefden bij chocoladevla en
coteletten, bij het eindexamen van Wim,
de valse venijnigheid van Mies hoe
komt zo'n mens er bij zoiets te zeggen?
en de bestuursverkiezing van de Club: met
alle macht moet verhinderd worden dat
Cor voorzitster wordt, wat denkt zij wel.
Die baard dutte reeds. Het hoofd op de
goede borst gezakt toefde hij op de malse,
dauwige Elyseese Velden: een bosgodje
met de fluit, en al die nimfen maar dansen,
broer.
Men kon, dacht dat glanzende ivoren
achterhoofd, nu best de gelegenheid waar
nemen om met vijl en al de nagels eens te
reinigen.
En die lange, recht-oppe van de zesde
rü hoe is een mens zo brutaal had er
een klein boekje voor meegenomen: prate
wie praten wil, hij zat verdiept in een
felrood defectief je.
Een vierde heer had nu de treedjes be
klommen. Dit was, dat zaagt gij zo, een
geestigaard, die te droes nu eens zou
doen vernemen hoe men van niets nog iets
kan maken, mits men de zoete koek maar
kruidt met peperachtige anecdoten uit de
wereldgeschiedenis en met alderleukste
gezegden van grote mannen tot hun maar
schalken en kamerdienaren.
De eerste rij lachte dan ook uit volle
borst doch de nagelman en de detective lie
ten zich geenszins van hun stuk brengen
door de gevleugelde woorden die hen. van
de katheder af, om de dove oren zoemden.
Ik dacht hoeveel goede vaderlandse tijd,
die best besteed kon worden aan bruggen
bouw en tunnelgraven, aan draineren,
dijkaanleg en electriciteitsvoorziening, ver
loren gaat aan al die praterij.
Ik dacht dat op éen dag reeds, alleen in
Nederland, honderden, ja duizenden man
uren in de stille zee der vergetelheid wor
den geworpen en de tijd van tientallen
auditoria verkruimeld en verbeuzeld wordt
op de wind.
Hier alleen reeds waren het dertig maal
twee-en-een-half uur in ledigheid en
jaquette vergooid aan een grijze, kleverige
woordenpap waarin de geesten van Seneca,
Napoleon en Voltaire werden opgeroepen
voor een doel. waarvan die reuzen niet
gedroomd konden hebben. Vijf-en-zeventig
uur, die zwijgend en doof voor alle babbe
larij gespendeerd hadden kunnen zijn aan
het vitaminenrijke zonlicht, aan bos en
duin en aan meisjes op de fiets.
Men kan ook als men ligt in een groei
zaam woud de nagels vijlen en het Elyseum
dromend betreden.
Slechts de "Wet, gehandhaafd door niets
en niemand ontziende koddebeiers, zou een
eind aan alle plechtigheid kunnen maken.
Welaan dan.
ELIAS.
„Slagader-bank" in
Amerika
Nieuwe hoop voor
hartpatiënten
Vijftien ziekenhuizen in New York heb
ben een centrale „slagaderbank" opgericht
om mensen, die aan hartziekten lijden, van
een wisse dood te redden.
De „slagader-bank", die naar men aan
neemt de eerste van zijn soort ter wereld
is, is een opslagplaats, waar slagaders van
gestorvenen bewaard worden teneinde
overgeplant te worden op levende perso
nen. Beschadigde of zieke delen van een
bloedvat of slagader worden bij een patiënt
chirurgisch verwijderd en vervangen door
een deel van een geconserveerde slagader.
Dank zij de chirurgische techniek, die door
dr. Robert E. Gross, professor in de kinder-
heelkunde aan de medische faculteit der
Harvard universiteit, ongeveer twee jaar
geleden geperfectionneerd werd, hebben
kinderen, die met gebreken aan de grote
slagader geboren worden, een grotere kans
om in leven te blijven. In de afgelopen
twee jaar heeft dr. Gross op 25 kinderen
een dergelijke operatie met succes toege
past. Slagader-weefsel is ook met succes
bij een volwassene overgebracht. Het
weefsel, dat gedurende 24 dagen was be
waard, werd gebruikt om een deel van zijn
aorta (e slagader, waarin het bloed van
het hart naar de longen gevoerd wordt)
te vervangen. Het slagader-weefsel voor
de „bank" moet binnen vijf uur na de
dood worden weggenomen en het moet
afkomstig zijn van een tamelijk jong per
soon, die niet aan een slopende ziekte ge
leden heeft. Derhalve moet zulk weefsel
door chirurgisch ingrijpen na het over
lijden verkregen worden van personen, die
door een ongeluk op slag gedood zijn of
afkomstig zijn van amputaties, die nood
zakelijk waren, omdat een of meer lede
maten ernstig gekwetst waren.
De doktoren hebben het publiek om
medewerking verzocht bij het vormen van
een voorraad voor de „slagader-bank".
De bewaarde bloedvaten worden gecon
serveerd in voedende vloeistoffen, die
plasma, glucose, bacterie-werende stoffen
en dergelijke bevatten. Er worden thans
methoden onderzocht om menselijke slag
aders snel te bevriezen, zodat zij voor on
bepaalde tijd bewaard kunnen worden.
Het „snel-vries"-procédé heeft bij slag
aders, van dieren afkomstig, reeds goede
resultaten opgeleverd: het bleek mogelijk
deze slagaders maanden lang gaaf te be
waren.
Een ambtenaar van het Rijksinkoop-
bureau is veroordeeld tot een voorwaarde
lijke gevangenisstraf van vier maanden, om
dat hij aan een Haagse zakenman inlichtin
gen had verschaft over inschrijvingen van
concurrenten op leveringen aan het bureau.