Hartendorp Onderwijsprobleem in Indonesië OVER MUZIEK WEINGARTNER Shakespeare voor iedereen Agenda voor Haarlem 1,5 8 Juli 1950_ van het Holland «fllït!,RjA]iing van honderd en S» «»1II0°S^eit het Berlijnse 5',iS "jfflfcSim schept, onder t°l dieper !teeS Nederlandse portret- i« aer. vaagheid te vermijden en :Jlffl<¥£Ste bevorderen, beper- ^rti'jÖfh b£spreking tot slechts :Viw Mansportret (1530) *.i ï;3=trïea'f,1495-1562). De knaap -'■"la™" °Lr 1626) van Frans Hals L. puit ,ongS? man met de helm (on- if^'S'Smbrandt (1609-1669) 'lfSD «n ri» Scorel Mansportret. •Mie Het concert (ongeveer 1675) 'SSfcrBorgh (1617-81). Deze stuk- SSken'n tijdperk van bijna ander- Se eeuvv. we enden eerst deze 4 werken f. beschrijven om daarna te pogen tot '"Sikend oordeel te komen. Men e IJ. 'weten, wat elk, dezer schilde- wr zijn maker heeft kunnen be- dat wil zeggen in hoever er een „rkiie verrijking mee samen ging. fit Mansportret van Jan van Scorel allereerst door zijn stille distinctie. -jongeman i heeft grijzend sluik haar. jjcgên 2ijn vermoeid, het oogwit is rj-.yx. De gelaatskleur is fris. Een Kro'hoofdsrimpel wijst op een ka- veel peinst. De handen vertonen Sfldijk gebaar. De benedenste hand tó' met uitgespreide vingers een boek Svsst, de welverzorgde (eveneens on- f^w 'rechterhand is tegen de ruime Snantel gedrukt. Op de achtergrond isslinks ruïnes in een berglandschap I .■&-< een grote rots met een merk je" rechthoekig uitgehouwen dóór- *i3s zilverige grijs en blauw van de gjïooor die opening opnieuw zicht- teiardoor die rechthoek even aan een ggjfcuw wapenschild doet denken. Het Wïj^laderte van een rank boompje gronde bovenkant van het schil- jj.-rrojl de stam de voorover gebogen te ia de jonge man accentueert. Dit j «su (volgens sommigen) een twee- j geweest: wat kan op de andere sjétaan hebben? Een religieuze voor- vi;, die door deze aristocraat met siigevoel en eerbied wordt gade gesla- lijkt ons het meest waarschijnlijk, fern Scorel maakte dit portret om- as 1530. toen zijn leerrijke reizen naar bied en Italië en zijn avontuurlijke xinisr het Heilige Land al achter de 3 «jen. Ook zijn korte conservatorschap m ce Vaticaanse kunstschatten (Scorel r^ie Rafael op) was afgelopen, omdat 5gunstiger Paus Adriaan VI in 1524 n-cverleaen. Voor een vijfendertig-jarige iratret een bijzonder frappant werk, h de achtergrond veel symboliek :::gen is. Op de ruggekant van dit ■paneelschilderde Scorels vriend Buys Jonge een Lucretia, die zich met een rara doorsteekt. hu Hals - jongen met fluit. w"kie van Frans Hals wordt door- -Zingende jongen met fluit" ge- geloven niet dat deze jongen -jj. want de groezelige grijze tanden -ir.'f e'':aar' Evenmin kijkt hij in het ^«roekje. Het lijkt meer dat hij Tf i p kneden staat van een estrade S i?at hij' bedankt voor een ap- ;r -He gehele Werkje lijkt-een vlugge J"®lets- De geweldige, enigszins veer _js licht-azuur en schel d it.eur. Zij detoneert erg. De op- y. ?andis wat zwaar, vooral bij de da voering van cle mouwen is het fiernaald. De plooien van buis en 'ja eenvoudig en summier aange- t «t knapste is ongetwijfeld de lach SjfeW sPeelt: hier is Hals De achtergrond is effen een slag- vangt rechts even L'S--?' 'orede zwarte lijst schroeft iïsficm. van gelegenheidswerkje S?.?atS "Man met de helm" (1650) tl zijn in Leiden wo- "t>df.?ic--)^driaen' de schoenmaker Voor> het Mauritshuis W„7anderportret van deze broer. Ï3-- rêp.^ f doet. er niet meer toe, l%=r-ewn °eheel eigen problematiek Vachi!^! Dit schilderij ontstond «ï?1 -(.16i2)' dus in de tijd I :tïi in ein,»i "Zljn Kunst de eenzaam- V0°rgestelde is reeds 1 CfÏÏ gekeerd hem op een U"nen laten paraderen. «USte,ii£ ?!JS behaarde gelaat, mei U3:ekende jukbeenderen en die San, met die brede onder een zilveren snor schuilgaande mond, met die vermoeide trekken, vormt een pijnlijke tegenstelling met de machtige vergulde, door een oranje en groene pluim gesierde Renaissance-helm en de ijzeren halskraag. Het coloriet is oneindig rijk geschakeerd, doordat telkens heldere kleurcomplexen in donkerder modulatie worden herhaald. Het gebaar van handen was niet meer nodig, zoals bij Scorel en Hals: die taal zou hier niet gepast hebben. Wat is de bedoeling van het contrast van dit norse en toch diep menselijk gelaat met een kledij die onge twijfeld op voorbijgegane triomfen duidt? Het is niet de bespotting van een onmach tige, niet Adriaen-Gloucester tegenover Rembrandt-Lear. Misschien verbeeldt het de angst voor Rembrandts eigen toekomst. Het prachtig gerestaureerde zelfportret van Gerard ter Borgh (omstreeks 1670), te vinden in het Mauritshuis, toont ons een Deventer magistraat, met blonde pruik, grijze kousen, puntige glanzende schoenen met 'strikken die de grond raken. Hij is gehuld in een enorme klokvormige zwarte mantel, die met fluweel gevoerd is. Het is de deftige burger, een man met een ge voelige gelaatsuitdrukking. „Het concert" van Gerard ter Borgh laat een jonge dame zien, van de rugzijde, ge huld in een kersrood zijden jakje en een zilver-zijden rok. Zij zit op een met blauw fluweel overtrokken tabouret. Waarom ruggelings? Dan kwamen het kunstige kapsel, het blanke nekje en óók de enorme parel veel beter uit. De sympathie van de schilder verwijlde bij het gegeven op de voorgrond. Alles wat zich meer naar ach ter bevindt is overwegend met rechte lijnen behandeld, terwijl het dan gebruikte colo- riet de frisse contrasten van de hoofd figuur in doffere combinaties herhaalt, van majeur naar mineur moduleert. Daar naast treft de onrustigheid van de achter grond door zijn hoekigheid van de meu bels, zijn onaangenaam perspectief van het spinet. Wat Ter Borgh trof was de intimi teit van een muziekkamer. Typerend is zijn onzekerheid bij de keuze van. een Ter Borch Het concert. Rembrandt De man met de helm. accompagnateur. Hier is het een vrouw, maar op twee oude copieën staat een man met brede hoed. Dit „Concert" is door een onhandige verandering óf restauratie be dorven: rond de reeds weinig expressieve kop van de spinet-speelster is blijkbaar iets weggeschikterd. Het bekijken van een origineel is altijd leerrijk. Bij voorbeeld: onder de rechter arm, die de strijkstok vasthoudt, ziet men een donker driehoekje. Men denkt dat de voorkant van het jakje bruin is. Maar in werkelijkheid is het de zijkant van de violoncel of gamba. Daardoor krijgt de jonge vrouw een te modieuze slankheid, wordt haar leest een stengel waarop het kopje als een bloem rust. Wanneer Ter Borghs oog met sympathie creëert, dan is hij een weelderige colorist, een geestig verteller, zij het ook met een beetje ver holen spot. Maar de rest van het schilderij wordt vaak als een geschilderd toneeldécor behandeld, waarbij de lichtval té snel in helderheid afneemt. Vier portretten, maar ook vier levensbe schouwingen. Bij Jan van Scorel een voor zichtige contemplatie, een ópranken van gedachten, gelijk die jonge boom die uit de afgrond van de duisternis en het niets omhoog schiet en welks lover de hemel tracht te raken. Bij Frans Hals, althans in dit werk, een argeloos genoegen in eigen technische vaardigheid. Bij Rembrandt de angst voor zijn steeds dieper wordend kun stenaarsschap, dat ontzegging van zoveel menselijks, van liefde en rijkdom, zal gaan meebrengen: de grote onvermijdelijke in keer. Gelukkige Ter Borgh, die u als Deventer magistraat voor zorgen wist te vrijwaren, maar niettemin uw artistieke gaven ver mocht te ontplooien, zó dat na eeuwen onze bewondering er door wordt opge wekt: gij - bleeft aan de zonnige kant van het leven. H. SCHMIDT DEGENER. Minister Hanifah wil leerkrachten uit Nederland (Van onze correspondent te Djakarta) De minister van Onderwijs uit de R.I.S.- regering, de heer Aboe Hanifah, heeft een reis van anderhalve maand door Italië (waar hij in Florence de UNESCO-confe- rentie bijwoonde), Frankrijk, België, Nederland en Duitsland gemaakt. Na zijn terugkeer in Djakarta stond hij ons een onderhoud toe, waarin hij zich vol lof uit liet over de ontvangst in Nederland door het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De minister wees er op dat het onderwijs voor een jong land van primair belang is. Indonesië heeft leer krachten nodig, van waar dan ook en Nederland lijkt het land cjat het meest is aangewezen om deze te sturen. Op zijn reis is spreker gebleken dat de Nederlandse leerkrachten, die in het eigen land een positie hebben, alleen naar Indonesië willen komen indien hun daar nog iets meer dan een dergelijke positie wordt aangeboden. Daarom stelt minister Hanifah zich voor een „standaard-contract" op te stellen, dat echter in eerste instantie door de minister van Financiën en daarna door het kabinet moet worden goedgekeurd. Met veel nadruk zeide spreker dat bij de huidige stand van zaken op onderwijs gebied sentimenten achterwege moeten blijven. Het land heeft nu eenmaal leer krachten nodig, zoals het trouwens ook boeken nodig heeft. Die leerkrachten van elders kunnen helpen bij de vorming van Indonesisch kader. Voorts moeten de aller beste studenten voor verdere vorming naar het buitenland worden gezonden, want in de kortst mogelijke tijd dient Indonesië over intellectuelen te kunnen beschikken om niet geestelijk, en daardoor economisch, te worden onderdrukt. Blijft hij aan? Op de vraag of hij in het komende een heidskabinet zitting zal willen nemen in dien hij daartoe wordt aangezocht, antwoordde de minister voorzichtig dat zulks zal afhangen van de mate van steun, welke hij in dat kabinet zou kunnen krij gen. Slechts als dié voldoende zal zijn, zal hij de portefeuille ambiëren. Intussen vernemen wij uit welingelichte Indonesische kringen dat de kansen van Hanifah op een zetel in het eenheidskabinet ADVERTENTIE Voor alle merken STOFZUIGERS vanaf 2.50 per week GEN. CRONJéSTRAAT 43 KRUIDBERGERWEG 51 - SANTPOORT TEL. ïeaco—17696 PAKISTAANSE PREMIER NAAR INDONESIë Uit Djakarta meldt Reuter dat de re gering van de RIS in het begin van het Mohammedaanse nieuwe jaar (na 17 Juli) een bezoek van de minister-president van Pakistan, Liaquat Ali Khan, verwacht. De uitnodiging daartoe ging uit'van de rege ring der RIS. De stoomvaartmaatschappij Zeeland heeft met het s.s. „Mecklenburg" een toe- ristendienst Vlissingen—Folkestone geopend. niet groter zijn dan van de andere minis ters uit de huidige R.I.S.-regering, die niet tot de prominenten gerekend worden. De plannen van Hanifah inzake het scheppen van betere voorwaarden voor aan te werven Nederlandse leerkrachten c de „kort-verbanders" in Indonesië ih: genieten, hebben in Djakarta geleid tot het instellen van een werkgroep van deze mensen. Een vertegenwoordiger van die groep vertelde ons dat er krachtens de garantiewet een afvloeiingscommissie moet worden ingesteld. Een dergelijke commis sie werkt echter nog niet. Afvloeiing is slechts mogelijk indien de werkgeefster (R.I.S.) een „overbodigheidsverklaring" geeft. De werkgroep wil voorlopig geen politieke actie voeren en geen sentimen ten wekken. Zij wil wèl aansturen op het spoedig afkomen van een besluit inzake het verstrekken van overbodigheidsver klaringen, en zal opkomen voor het geven van duurte-toeslagen en het verstrekken van garanties om monetaire moeilijkheden bij de uitbetaling van de kort-verband- toelage en bij het overmaken van toege stane spaargelden naar Nederland te voor komen. Pas indien de R.I.S.-regering niet aan de verzoeken zou voldoen, stellen zij zich voor zich tot de Nederlandse regering te wenden. De Jacob Marisprijs Ook protest van Federatie tegen uitspraak der jury De Nederlandse Federatie van beeldende kunstenaarsverenigingen heelt een. brief aan de Haagse gemeenteraad gericht, waarin met klem geprotesteerd wordt tegen de beslissing van de jury voor de Jacob Marispx-ijs. „Evenals bij het schandaal in het Stede lijk Museum te Amsterdam op 5 November an het vorige jaar (de expositie door de. experimentele groep) is ook hier duidelijk geworden, wat de grond is van deze be slissing. De kunst die nog te maken heeft met kennen en kunnen en nog niet afkerig is van eeuwenoude waarden, is voor be paalde lieden, die zich op artistiek gebied menen te moeten begeven, een te verwaar lozen grootheid geworden. Dat dezulken in een jury werden gekozen voor de toeken ning van een prijs, waaraan de naam van Jacob Maris is verbonden, lijkt ons reeds een grote fout." Naar aanleiding van de motivering dei- jury over „Vader en Zoon" van P. Ouborg zegt het protest: „Wij begrijpen volkomen de verontwaardiging van kunstenaars en publiek. In het bewuste werk kunnen wij onmogelijk iets anders zien dan moderne kitsch, een navolging van een kunstrich ting, die zeker al veertig jaar oud is en waarvan Pablo Picasso en Paul Klee expo nenten zijn. Het is ons bekend, dat een groot aantal kunstenaars niet inzond voor deze wedstrijd, omdat het geen vertrouwen had in de jury. Door de uitspraak der be oordelingscommissie hebben deze kunste naars gelijk gekregen. Deze bekroning is slechts in staat de chaos in de kunst te be vorderen." HET VERMOGEN VAN DE NEDERLANDSE TANDARTSENKAMER Bij Koninklijk Besluit is bepaald dat het vermogen van de Nederlandse Tandartsen kamer en van de Nederlandse Vereniging van Ziekenfondstandartsen met alle baten en lasten overgaat op de Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de Tand heelkunde. De Nederlandse Maatschappij tot- bevor dering van de Tandheelkunde is verplicht het vermogen aan te wenden voor de helft voor het steunfonds der maatschappij voor de andere helft voor de oprichting van een bibliotheek op tandheelkundig gebied. Het vermogen van de Nederlandse Tand artsenkamer en de Nederlandse Vereniging van Ziekenfondstandartsen bedroeg per 1 Mei 1945 in totaal f 191.082,31. ADVERTENTIE ADVERTENTIE ON O VERTROFFEN Wederopbouw en Volkshuisvesting Verhuizing van de Provinciale Dienst te Haarlem Op dit ogenblik is de provinciale dienst voor de Wederopbouw en Volkshuisvesting gevestigd in percelen aan de Wilhelmina- laan en het Frans Halsplein. Ingaande 1 Augustus wordt de dienst overgebracht naar de percelen Dreef 24 en 28 (waar tot heden andere diensten waren gehuisvest). De gebouwen aan de Wilhelminalaan en het Frans Halsplein kunnen dan dus voor andere doeleinden gebruikt worden. Er bestaan daarvoor verschillende plannen, Het perceel aan het Frans Halsplein komt in aanmerking voor de huisvesting van he' bureau dat de Haarlemse Ziekenfondsen gaan oprichten om de administratie te ver zorgen van de verzekerden die in een zie kenhuis opgenomen moeten worden (thans berust die administratie bij de Geneeskun dige Dienst), maar er wordt ook aan ge dacht beide huizen (dus ook het pand aan de Wilhelminalaan) te bestemmen voor het ^onderbrengen van gerepatriëerden. Tenslotte is er in de omgeving van Haar lem nog een rijksdienst gevestigd die uit het gebouw moet waar hij nu zit. Ook die meent nu aanspraak te kunnen maken op het huis aan het Frans Halsplein. Er zijn dus veel gegadigden. Aan een internationaal volksdansfeest dat deze week te Llangollen in Wales gehouden werd nam ook een groep Oekraïnse dansers deel, van welke men hier enkelen de wervelende „Wasjl Sonitsj" ziet demonstreren. OVER DE IDENTITEIT van William Shakespeare zal men het al evenmin eens worden als over de opvattingen van degenen die zijn werken hebben gespeeld, op het.ogenblik opvoeren of nog zullen ver- tolleen. Datzelfde geldt natuurlijk al even zeer voor hen, die zich aan een verfilming van zijn stukken hebben gewaagd. Dat laatste is eigenlijk een onjuiste term, want de creatie van Orson Welles in „Macbeth", die een week geleden in het>kader van het Holland-Festival voor het eerst in Neder land werd vertoond, heeft, ons ervan over- "s. tuigd, dat de grote Engelse T"> *1 dramaturg in onze tijd een i llm I voortreffelijk draaiboek- J schrijver zou zijn geweest. Nu heeft Orson Welles dit met zijn illuster voorbeeld Laurence Oli vier gemeen, dat men hem een gedegen kennis van Shakespeare niet kan ontzeg gen: bij de door hem geleide uitgeverij „Mercury" verscheen een uitstekende editie van de werken van de meester van Stratford-on-Avon, Welles speelde vrijwel alle grote rollen en vertolkte reeds vele malen de titelrol in „Macbeth", niet met de oorspronkelijke dialogen, doch volgens het door hem geschreven scenario om dat op zijn verdiensten te toetsen. Welles is op één punt aanzienlijk van het origineel afge weken: hij maakte van Macbeth een laatste vertegenwoordiger van het Schotse heiden dom, van de Duncans de voorvechters van het Christendom. Aansluitend daarop maakte hij in het beeldvlak gaarne gebruik van het kruisteken en ook in de tekst heeft hij veranderingen aangebracht, die door deze transpositie noodzakelijk werden. In wezen bleef „Macbeth" de tragedie van een nacht vol verschrikking, van noodlot en van bloed. Orson Welles zelf, men kon al niet anders verwachten, beheerst van begin tot de laat ste meter het witte doek, tot schade overi gens van de rol van Lady Macbeth, die verre van overtuigend door Jeannette Nolan wordt gespeeld. In het bijzonder de befaamde nachtelijke met haar zelfmoord eindigende wandeling is weinig indruk wekkend. Trouwens, er is geen enkele der Orson Welles speelt op het ogenblik twee eigen stukken in een Parijs theater. Eén daarvan in een nieuwe versie van de Faust-legende. waarin gegevens uit vijf eeuwen zijn verwerkt. Op de foto ziet men de beroemde acteur tijdens het passen van een hoofddeksel voor zijn Faust-creatie. overige medespelenden die het in de voort durende schaduw van Welles kan uithou den: virtuoos, brillant, machtig, soms weer zin, dan weer mededogen opwekkend, zo laat de geniale schepper van „De derde man" ons vijf kwartier in de nabijheid van deze tragische Schotse vorst vertoeven. Welles heeft van Olivier geleerd, schre ven wij reeds: men lette slechts op de „met gesloten mond" gesproken monologen. Wel licht is de hoofdrolspeler van „Hamlet" zuiverder geweest in zijn interpretatie, Welles wint het in ieder geval ver in cine matografisch talent. Zelden zagen wij de laatste jaren een film, waarin de technische mogelijkheden van het medium zo voortreffelijk werden uitgebuit: hier valt geen enkel hiaat, geen enkele abrupte beeldovergang op te mer ken. Welles keerde terug tot. de ervaringen van zijn eerste film, „Citizen Kane", wat daar nog experiment en al te uitbundige virtuositeit was, stolde in „Macbeth" tot klare, pure filmtaal. Dat geldt ook voor het geluid: het aanrollen, wegsterven en ver klanken van stemmen, leverde menig aan grijpend effect op. Een prachtige vondst is voorts het weergeven van de onthoofding van Macbeth door het afslaan van het hoofd van zijn in klei geknede beeld door de drie heksen. Welles heeft het décor naar onze mening te veel gestyleerd, kennelijk heeft hij meer aansluiting bij de symboliek dan bij de realiteit gezocht, hetgeen herinneringen op wekt aan de „grote" films uit de tijd van het Duitse expressionisme. De muziek van Jacques Ibert verleent vele scènes een waarlijk beklemmend accent Resumerende kan men zeggen, dat Orson Welles aan de twee bestaande eminente Shakespeare-verfilmingen een derde heeft toegevoegd, die door haar uitzonderlijke kwaliteiten zal bijdragen tot de ontsluiting van het werk van de grote schrijver voor een ruim publiek. J. H. B. De destijds beroemde dirigent Felix Weingartner heeft in 1923 zijn „Levens herinneringen" gepubliceerd; een zeer uit- oerig boek, waarin men over het muziek leven in Duitsland, Oostenrijk en Italië veel wetenswaardigs kan vinden. Het is overigens niet de enige literaire prestatie van de musicus. Hij schreef verder onder meer „Over het dirigeren", over „Bay- ■euth", allerlei opstellen en studies over de symphonische kunst en hij vertaalde de orkestratie-leer van Berlioz in het Duits vóór dat de grote bewerking van Richard Strauss verscheen. Bij gelegenheid van een muziekfeest in Karlsruhe ontmoette hij Liszt en sprak met de illustre artist over Berlioz' Requiem. Weingartner meende dat de vier orkesten méér dan nodig waren aangewend. „U hebt gelijk", zei Liszt, „bij het Lacrymosa zou ik ze weg willen hebben. De gelegenheid deze vier orkesten meermalen aan te wen den was zeker verleidelijk, maar Berlioz had dit moeten weerstaan". Liszt vertelde dat hij door meningsverschil over Wagner van Berlioz vervreemd was. „Ik ben niet met alles meegegaan wat Wagner geschre ven heeft, ik vind in de „Nibelungeri' veel dat zuiver beschouwend is, wat met mu ziek eigenlijk niets meer te maken heeft. Maar Berlioz was hatelijk jegens Wagner en dat verdroeg ik niet. Later ontmoetten wij elkaar weer eens in Parijs. Wij besloten samen te souperen, maar spraken af dat er over Wagner niet gesproken zou worden. Toen verstonden wij elkaar uitstekend-" Over Berlioz' symphonische werken sprak Liszt met oprechte bewondering, ook over de opera „Cellini" waarvan hij alleen het tekstboek afkeurde. Weingartner woonde de eerste voorstel ling in het Duits van „Carmen", onder lei ding van Hans von Bülow bij. Von Bülow was een dirigent van zeer grote reputatie. Weingartner was met de wijze van werken van Bülow in deze opvoering in 't geheel niet ingenomen. Hij verwijt de dirigent allerlei afwijkingen van de voorschriften van de componist. „De partituur van Car men is een van de doorzichtigste welke er bestaan. In ieder tempo-voorschrift, in ieder voordrachtsteken herkent men de hand van een meester, die van de bedoelde uitwerking volkomen zeker is." Hij noemt enige plaatsen uit het werk op en vraagt ten slotte „was deze weergave van Carmen een grap in'een grote stijl? Ik vind ook heden nauwelijks een andere verklaring." Een bezoek aan Brahms in Hamburg bleef Weingartner levendig in de herinne ring. Het was niet lang na de dood van de oude keizer dat Von Bülow een Beethoven- Brahms-concert gaf, waarin van Beet hoven de Corislau-ouverture en de Achtste Symphonie en van Brahms de „Akademi- sche Festouverture" en de toen nog nieuwe Vierde Symphonie werden uitgevoerd. Von Bülow dirigeerde de werken van Beet hoven, Brahms en zijn eigen werken. Wein gartner vertelt dat Brahms, ook onder zijn bewonderaars, als dirigent in het geheel niet bewonderd werd. „Met dit vooroordeel gewapend ging ik naar het concert, maar ik kon in de wijze, waarop Brahms de scep ter hanteerde niets vinden, dat dit voor oordeel bevestigde. Integendeel; zijn een voudige wijze van optreden, zijn rustige, brede bewegingen werkten op mij, na de kwikzilver-achtige onrust van Von Bülow, zelfs zéér aangenaam. Eenmaal had ik hem in. het Leipziger Gewanrihaus uit de verte aan de lessenaar gezien. Ditmaal had ik mijn plaats links achter het orkest, zodat ik hem dicht vóór mij hacl en hem zelfs in het gezicht kon zien. De mooie, patri archale, reeds zeer grijzende kop en de grote blauwe ogen die zo warm en helder over het orkest lichtten, maakten een diepe indruk op mij. Van zijn muziek begreep ik niet veel. Ik was nog eenzijdig „verwag- nert" en zwom in de eindeloze zee van deze opzwepende klanken, waaruit alleen de werken der oude klassieken als liefelijke en geweldige eilanden naar boven kwamen. Brahms' muziek lag voor mij toen nog onder de oppervlakte van die zee. Eerst veel later, toen ik er toe kwam, aan vankelijk met enige zelfoverwinning, de Vierde Symphonie zelf te dirigeren, werd voor mij, ten eerste door het grandioze laatste deel, het licht ontstoken en ont waarde ik naast de mij al vertrouwde eilanden een nieuw mooi ieland.De schrijver voegt hieraan nog een en ander toe waaruit blijkt, hoe hij het evenwicht bij de waardering van Wagner en Brahms vond. Na een opera-repetitie in Mannheim ontmoette Weingartner de componist Hugo Wolf. „Hoewel er meer personen aanwezig waren, gingen wij zonder „Uberlegung" naar elkander toe." Wolf zeide: „ik heb mij opzettelijk er geen portret van laten tonen om te zien of mij uw verschijning opviel" en Weingartner vertelt: „Ook ik had, zon der te weten hoe hij er uitzag, in de kleine man met de diepe, melancholieke ogen, de gezochte gevonden. Hij speelde wonder baarlijk piano en zong met zachte, maar welluidende en expressieve stem. Wolf was een hoogst sensitive, nerveuze en prikkel bare natuur. Uitgelaten vrolijkheid kon bij hem door een kleine aanleiding in somber zwijgen en zelfs hopeloze droefheid om slaan. Eens werd hij zeer boos op mij toen ik bekende dat mij de liederen die melo disch en strophisch in de oude zin gecom poneerd waren, liever waren dan die welke op declamatie ingesteld waren. Ook een andere keer bedierf ik het bij hem toen ik zeide dat voor mij in de meeste gedichten van Goethe een volmaaktheid lag, welke mij een toonzetting overbodig liet zijn. Zo gevoelig als hij was bij alles v/at zijn liede ren betrof, zo gemakkelijk was hij wanneer het zijn orkestpartituren, waarvan hij er enige had meegebracht, waaronder dé later door Max Reger herziene Penthesilea, aan ging-" Wie de sentimentaliteiten en de dikwijls zeer gezwollen toon van Weingartners vol zinnen (inderdaad volzinnen) even kan vergeten, leest in zijn boek vele mede delingen welke niet alleen als historisch bericht maar ook als uiting van artistieke overtuiging zeer de moeite waard zijn. HENDRIK ANDRIESSEN ZATERDAG 8 JULI Rembrandt: „Madame Bovary", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Captain Joy", alle leert., 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De dui vel in de vrouw". 18 j„ 2, 7 en 9.15 uur. City: „Nacht van terreur". 18 j„ 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Don Coyote", 14 j„ 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Jeugdzonde", 18 j„ 2,30, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 9 JULI Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. MAANDAG 10 JULI Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1950 | | pagina 5