Het Hek van de Dam. Naar een monetair ideaal: „De gulden is weer best" TANGEN C.J.v.d. Broek tt&ï&sH,iUps de scho,ie aan' tweede jaar geen Litteraire Kaettekeeiej en „In het rijk dier Romantiek" LOGE's 1 ORANJEBOOM BIER „22 Juli I950 Effecten' en Celdfnar'tt „i»l zesgen dat de beurs zich t!° regeringspolitiek ten aan. hedrijtsleven bezighoudt, Sat vaat dal tenslotte ook de o«r.'tderlondsen me! die regermgs- nauwste verband houdt en het politiek ten na» de IondseI1houder van de *-«£2* is op welke wijze de SSfbaar deel de nationale wel- Sd^SiaThebben wij er op ge- V gevolg van de oorlogshande- «t» as'tvrea de goederenprijzen stegen J»" i.lmkoersen daalden, een ont- «*„"S deze week gelukkig een «vUfSiri, maar die als een syrup s'" f e ,S voor de invloed, welke de jo# °,itj 1. 0p het bedrijfsleven en - j, o^de'wa'ardéring der fondsen uit- *fnL logisch zou zijn dat wanneer de "33, oroducten en goederen stijgen. rl da aandelen van de producerende hogere koersen werden be- S*S*SS stijgende prijzen doorgaans fi'S. gepaard gaan. En tb zou het zijn. dat wanneer een ïfwiiwillig of gedwongen, inflatie rfa"i"o' imn rzolroliik-o urn ar— 'f/Ï.Vdi koersen van zakelijke waar "„tan stijgen omdat als gevolg van 1 vSUing van het geld de Stfte tegenwaarde van aandelen, in o uitgedrukt, stijgen. Wh hebben we hel verschijnsel kunnen d-t biivoorbeeW de devaluatie van de 3t in September 1949. welke bij de ffia inderdaad tot grotere geldwin- heeft geleid, op de beurs niet door «nijging der aandelen is gevolgd, 3. dat deze integendeel zijn gedaald. 00ij nu de gebeurtenissen in het fce Oosten op de goederenmarkten tot '„■prijsstijging hebben geleid en tot vhare defensie-uitgaven, dat is tot nieuwe StUnele geldseheffliing nopen, is van hausse op de effectenbeurzen geen ¥er signaleert zich de regeringspolitiek, v.jjei alleen de winsten bij de bedrijven riant, maar tevens de uitkering aan aan- ijlhouders beperkt en het kapitaal riaar- z^r bij de arbeid ten achter stelt. De .jjjtieke constellatie is immers zo, dat ïncn en salarissen zich op vrij korte ter mijn bij de waardevermindering van het «id weten aan te passen, hetgeen op zich Kif zeker niet onbillijk is. Maar wel on- -.jüijic js dat zij, die aan het bedrijfsleven i. n0(ijge kapitaal verschaffen en daar- -z een nuttige economische functie ver- Ijjiai. voor de waardevermindering van £ela geen compensatie ontvangen, om- I- de ondernemingen aan hun aandeel- ividers, ook al zijn ze er toe in staat, niet prgen uitkeren wat hen krachtens het rjtuiit en dus rechtens toekomt. Aan de Me kant dwingt de Overheid door de uijre heffingen, ook over schijnwinsten, «ondernemingen tot een beperking van iel bedrag, dat voor aandeelhouders be tter is, anderzijds kan hiervan als ?o!g van de Dividendstop in vele geval- fc slechts een deel worden uitgekeerd, abet gevolg dat bijv. van de aandelen 1 ztrote concerns, als Koninklijke, Lever- n'en Philips niet meer dan 3 a 31/» ïisent wordt gemaakt, een percentage sul hoger is dan dat van prima obliga- ü-en belangrijk lager dan vóór de oorlog. Bier is de zaak dan nog slechts van de rijde van de aandeelhouder bekeken. Maar ook het bedrijfsleven zelf staat in ■erke mate onder de invloed van de re- ■erLngspolitiek, wat de reden is waarom de leiders van onze grote bedrijven in hun jawerslagen en andere publicaties zich Kortdurend met die regeringspolitiek bezighouden. "Wij denken hier aan wat de president txa de Nederlandse Handel Maatschappij ia het jongste verslag opmerkt over de economische positie van ons land, die thans in sterke mate wordt bedreigd door de economische rehabilitatie van Duitsland en de zeker te verwachten scherpe concurren tie van Japan op de wereldmarkt. Wat ADVERTENTIE HIE WEEK gunstige aanbieding Ion vriendje van mij is voor zijn eind- ösmen gezakt. De familie doet kramp- tótige pogingen wol ijk te kijken en niet Ee. wringende handen en vochtige ogen het ^iJSen in de huiskamer nog onheilspel- iE™er ;e maken. Alle .vriendjes van dat vriendje gaan studeren. Zij zullen om- twee maanden, «al van hoofd en vreugdig van hart, lco- fan Ve''tellen van de groentijd, van de jjoag, van de-eigen kamer en van hun vrij- aSm'iSaat !10g een iaar> een heel jaar, We kost kauwen: van Homeros tot de 7 ^Jindige plaatsen; van Hannibal tot de Woning; van Ovidius tot Beets. En r proefwerk en weer rapportjes en r drie-plusjes en vier-minnetjes. Met ,„Ln°g een heel jaar de nu verdubbelde michii t°0r !veei' een eindexamen, dat weer wiiïo ^an' En met alle opgewekte en J woorden van alle ooms en alle door- iceschonken kusjes van alle tantes, r. rr,miJ 1S dat nu dertig jaar geleden. wi3i,oT-r0Pd ik nog wel eens uit de )\eid wakker met het heerlijke, W.L .e j §evoel, dat het heus niet meer adat het er helemaal niet toe doet briiiion t ee,ns meer weet wat die meet- lêkwl ,a en 'n de verste verte be- mw,.en ik geen twee regels Home- htowWi Z0U unnon vertalen en op geen be A!nJafriWeet wanneer Hannibal over w;akklr>me^ da- ^°Pen er nu honderden 3opHp,viJ^n ^oriSetjes en meisjes rond. vyr n,p,'V?nge mensen, die een heel jaar- 2eei iaa- P hebben en die het nu een a.n8 allemaal moeten overdoen ^:i0Snnigedenkbeeld. dat zij daar- gir;So -.amo e?s Wel in staat zullen zijn het te kunnpb mensenleven naar behoren ^'ntedatz^'^P6 waanzinnige ge" Maar mi;!tandig mens kan erom lachen. Hoe j0v:",Vne"^e iacht.er niet om. 00j. en moeder zijn ver- i We,n,weg te P«ten en on- hartehjke kusjes van alle ELIAS Japan betreft, de V. S. zijn, ook uit poli tieke en strategische overwegingen bezig dit land zijn economische zelfstandigheid en onafhankelijkheid te doen terugwinnen en dat het op dit punt flinke vorderingen maakt, blijkt wel uit zijn export in 1949, welke 511 millioen dollar bedroeg tegen 250 millioen dollar in 1948, tengevolge waarvan het dekkingspercentage van zijn invoer van 38 tot 59 kon stijgen. In dit verband wordt er door genoemde president op gewezen dat industrialisatie en productieverhoging op zich zelf geen oplossing brengen van de vraagstukken, waarvoor we ons gesteld zien en waaron der het bevolkingsaccres wel het voor naamste is, maar dat de productie ook moet kunnen worden afgezet en werkelijk' lonend moet zijn. Anders ontstaat een toe stand, waarbij wel aan velen werk wordt verschaft, maar de gezonde basis der be drijven wordt ondergraven en het levens peil algemeen zal dalen. In zoverre is het bemoedigend dat, blijkens de jongste Nota over de Werkgelegenheidspolitiek, de rege ring meer oog begint te krijgen voor de werkelijkheid en bestrijding van werkloos heid door middel van openbare wei'ken herhaaldelijk door dr. Van Rhijn bepleit in beginsel onjuist acht, omdat op die wijze geen blijvende oplossing wordt ge schapen en integendeel de noodzakelijke aanpassingen (bijv. overgang van werk- Iozlmi naar een andere bedrijfstak) wordt belemmerd. Maar de president van de Nederlandse Handel Maatschappij gaat nog verder. Te recht betoogt hij dat, willen loonsverlagin gen worden vermeden en de sociale voor zieningen onverkort gehandhaafd, de nood zakelijkheid temeer klemt om de op de bedrijven drukkende belastingen te ver lagen. teneinde middelen beschikbaar te doen blijven, die de onderneming in staat stellen uil eigen kracht het bedrijf tijdig te verbeteren en te vernieuwen en aldus ge zond te houden. Waaraan wij zouden willen toevoegen: en de werkgelegenheid te ver- fuimen. De leiding van de N.H.M. is van oordeel dat tol deze belastingverlaging zelfs dient te worden overgegaan, ook al lijkt dit aan vankelijk voor het staatsbudget niet accep tabel. Want-een bij toenemende interna tionale concurrentie en verzadiging der afzetmarkten kwijnend bedrijfsleven zal voor de overheidsinkomsten gevolgen heb ben van nog veel ingrijpender aard. Daar om zal met de belastingverlaging niet moe ten worden gewacht totdat de omslag der conjunctuur voor ieder waarneembaar is. Duidelijk is dat ook de innerlijke waarde van het geld hiermee verband houdt. Ir. Keus, met wie men het niet altijd eens be hoeft te zijn, maar die de dingen scherp en klaar weet te zeggen, heeft dezer dagen een pleidooi gehouden voor het herstel van „een harde gulden", waarbij hij eenzelfde gedachtengang volgt als de president van de Nederlande Handel Mpij en als voor beeld wijst naar de bekende slagzin „het bier is weer best", wat wil zeggen dat de verhouding water tot alcohol ten gunste van de alcohol is gewijzigd. Ook al zullen er zijn, die dit geen voor uitgang achten, het beeld is volkomen dui delijk. Noch de Benelux, noch de Europese Betalings-Unie of de plannen Schuman en Stikker zullen onze welvaart blijvend kun nen bevorderen, wanneer niet een zodanige Overheidspolitiek wordt gevolgd, dat ge zegd kan worden: „De Gulden is weer best". YRJö KOKKO: Jllusia op aarde" (vertaald door Sj. Broersma en Dr Rauni BroersmaLuomajoki; ingeleid door Rinke Tol- man), (v/h van Ditmar N.V., A'dam Antwerpen). Andreas Schelfhout (Den Haag 1787-1870).: van de juweeltjes van de tentoonstelling leen van het Gemeente Winterlandschap (gedateerd 1844). Een in het Huis Van Looy te Haarlem. Bruik- museum te 's-Gravenhage. TOEN ELiAS LöNNROT in 1835 de eer ste bewerking van het Finse volksepos „Kalevala" een der schoonste helden dichten der wereldlitteratuur had vol tooid, was daarmee méér gedaan dan het m letterkundige vorm uitdrukking geven aan wat de volksverbeelding uit het natio naal verleden, uit oeroude verbondenheid met de natuur, had samengeweven en ge trouwelijk overgeleverd. Lönnvot wekte de Finse taal tot nieuw leven: hij maakte er een instrument der schoonheid van. Sinds dien bloeide er een letterkunde op, die, hoewel geringer in omvang dan die dei- Scandinavische landen, stellig niet op een lager peil stond dan de Noorse, Zweedse en Deense litteratuur. Tot ons land drong van dit „Finse reveil der woordkunst" niet veel meer door dan in (hoofdzakelijk) Duitse vertalingen te lezen was: Eino Leino s balladen, Larin Kyösti's populaire Korte beschouwing bij de. opening van de Zomerte'ntoonstelling in het museum Het Huis Van Looy". Als voor de zomer 1950 tot recreatie van de geest de keus gevallen is op een vlucht in het rijk der romantiek, dan heeft aan deze keus de overweging ten grondslag ge legen, dat hierdoor aan onze voortgejaagde en veelbeproefde geest een kleine weldaad zou kunnen worden bewezen. Want is het geen weldaad eens uit de chaos van het heden te kunnen vluchten en één uur te mogen ronddolen in de zoet kabbelende tijd, die wij onderscheiden als het tijdperk der romantiek! Men kan het in de kunstproductie van die tijd navoelen, dat het de kunstenaar ge geven was zich in volstrekte rust aan zijn taak te geven. Laat ons bij het genoeglijk vermeien in de dreven der romantiek ech ter de kleine kant van dit wereldje erken nen. De beeldhouwer Zadkine heeft het voortreffelijk axioma uitgesproken: „Indien er in de kunst iets .gecopiëerd moet wor den, dan is het de geest en nooit de letter". Nu hebben de meesters der romantiek juist véél de letter gecopieerd, waardoor hun kunst wel eens naar het geesteloze dreigt over te hellen, ja daarin niet zelden onder ging. Klagend over het verval der kunst, citeerde Hildebrand in 1838 zijn vriend Baculus, die beweerde dat de kunst een meisje is, dat lelijk wordt bij gebrek aan aanbidders.Maar vragen we ons af hadden de Schone Letteren dan zo'n vurige aanbidder in Hildebrand zélf. Waar mee wij overigens niet willen beweren dat er bij Hildebrand in dit opzicht een gebrek aan liefde in het spel was. Maar was Hilde brand niet even novellistisch en anecdo- tisch in de vertolking van de kleine wereld, die wij „geprojecteerd" zien in zijn „Camera" als zijn beeldende kunstenaars- tijdgenoten? Hier raken we weer Zadkines axioma, dat spreekt van het copiëren van de letter. De doctrine der romantiek er kende het voorgestelde als primair. Het is hierdoor dat bijvoorbeeld de historie- schildering zulk een vlucht kon nemen in die tijd. Nog in 1857 schreef prof. Alber- dingk Thijm in de Dietse Warande: „De kunstenaars verdienen lof, dat ze moeite nemen naar sujetten te zoeken.... Hoger toch staat de kunstenaar, die'een .historisch portée aan zijn werk geeft.enz." Lijn rechte tegenstelling dus tot de opvatting, van een der prominente tachtigers, die kunst erkende als „de aller-individueelste expressie van de aller-individueelste emo tie". Hildebrand „schilderde" evenzeer tafereeltjes als de litterair-gerichte roman tische schilders gevalletjes „beschreven", de Camera waardig! Strikt genomen blééf het bewuste meisje zonder aanbidders, maar tóch werd ze niet lelijk. En wel, om dat, evenals de schrijver van de Camera, de beste romantici een hartelijk verkeer met de kunst onderhielden, zij het ook zon der haar met de hartstocht te' benaderen, die spreekt uit het levenswerk van de gro ten uit de laatste decennia der eeuw. Plaats Hildebrands aandoenlijke „Keesje" tegenover Van Goghs diep-tragische „Weesmannetjes" en ge omvademt twee werelden, waarin gans andere maatstaven gelden. Maar daarom dienen we ook de kunst uitingen der romantiek .naar andere maatr staven te geniéten. Is het geen grote on billijkheid wanneer men heden ten dage met een soort superioriteits-complex (dat het huidige beschavingsbeeld intussen niet wettigt!) en met dadaïstische overmoed alles over boord werpt, waaraan door ons voorgeslacht met liefde werd vorm ge geven? We weten het maar al te goed, dat er in deze samenleving nauwelijks plaats meer is voor de romantiek, maar dit recht vaardigt geenszins de veroordeling van een tijdperk, waarin deze richting als onont beerlijke schakel in kunst- en cultuur geschiedenis haar bestaansrecht genoot. En een schakel, die zich wel degelijk ook op eigen schoonheid kan-beroemen, al kon deze door de futloze geest des tijds niet zo weel- ADVERTENTIE Ja, maar van - MOLENDIJKS KAPSALONS SANTPOORTERPLEIN 1 TELEFOON 1«J70 HAARLEM derig bloeien als in de 17de eeuw, die de romantici tot een bron van inspiratie was. Figuren als de jong gestorven Nuyen, de oude Bilders en niet te vergeten Jongkinds hoog begaafde leermeester Andreas Schelf hout, schiepen -niettemin werken die ver uitgaan boven de beperkingen, die de romantiek aankleven. Deze tentoonstelling, belangstellende lezer, bedoelt de antipode te zijn van een sensatie. Moge zij werkelijk worden ge noten als een recreatie van de geest. Al mag er dan in deze zakelijke samenleving geen plaats meer zijn voor de romantiek, laat het ons eerlijk bekennen, dat er diep in ons hart een voor romantiek steeds ont vankelijk plekje blijftEen plekje, dat juist dóór het barre verzakelijken van onze maatschappij zich dringender laat voelen. Wordt hiermede mijn opmerking, dat er in deze samenleving geen plaats meer is voor romantiek, eigenlijk niet evenzeer ge logenstraft als ze wordt weerlegd door een kunstenaar als onze tijdgenoot Willink, wiens landschappen worden beheerst door het heimwee naar de romantiek, al moet zijn opvatting dan ook in moderne termino logie onder de camouflerende aanduiding van „ideaal realising" worden gevangen? Mag ik het dan wagen mijn uitnodiging al dus te formuleren, dat ik alle kunst-bemin naars oproep naar het Huis Van Looy, om te delen in de sfeer van romantiek, die het openlijk beleden of latent aanwezige „verlangen" blijft van alle tijden! H. P. BAARD ADVERTENTIE SgillSI Geen zaagsel Is u wel eens naar de auto-veiling van de ENAVO in het Stadion geweest? Wij wel. Woensdag. Het was maar goed dat wij op die dag gingen, want op andere dagen is er geen auto-veiling. In Amsterdam niet tenminste. Wel in Zutfen. Rotterdam en Den Bosch, maar met die steden houden wij ons niet op. Deze auto-veiling nu kan zonder over drijving een practische instelling wor den genoemd. Zij is georganiseerd naar Engels voorbeeld en heeft als grondslag het devies: „Eerlijk duurt het langst". Bij iedere auto die er verkocht wordt, leest de veilingmeester namelijk een technisch rapport voor waarin alle te kortkomingen van de vierwieler op een zo openhartige manier worden bespro ken, dat de auto's er gewoon van staan te blozen. Bovendien krijgt de koper van een wagen er een soort garantie op die als wij het wel hebben in houdt, dat hij zijn geld terug krijgt wanneer het apparaat ernstige kuren gaat vertonen, die aan de aandacht van de keurmeesters waren ontsnapt. Komt er een voituur onder de hamer dat een totale verjongingskuur moet ondergaan omdat bijvoorbeeld de zuigers in de cy linders staan te knikkebollen, dan gaat er een rode lamp branden op het plat form teneinde adspirant-kopers waar schuwende voorlichting te geven. Het staat in ieder geval wel vast, dat men hier heel goed een tweede hands-wagen kan kopen, maar dat het daai'entegen uiterst onraadzaam is hier een dergelijk vehikel van de hand te doen, aangezien kleine bedotterijtjes als daar zijn het opvullen van de gammele achterbrug met zaagsel en andere o zo practische reparatie-methodes, hier onverbiddelijk aan hef. licht komen. Toen wij tussen twee lange rijen auto's binnenwandelden sprongen er ons meteen een paar bijzondere model len in het oog. „Niet zo haastig", zeiden wij want dat voel je behoorlijk alvorens ons te verdiepen in het depar tement van energie van een hele grote, zij het dan wat bejaarde Lincoln, waarin men desgewenst een partij zou kunnen geven. Er stond daar van alles, van gloednieuwe Amerikaanse chroom-pa leizen tot verbitterde kleine Morrisjes uit de tijd waarin men voor een tientje nog een heleboel deuren in kon trappen. De honderden bezoekers van de vei ling, die zich om het platform hadden geschaard, vertoonden trouwens een al even gevarieerd karakter. Hun koop kracht kon over het algemeen echter zeer nauwkeurig worden bepaald naar de lengte en de omvang van de tabaks producten, die zij zich tussen de lippen hadden gestoken. Sommigen bezaten kennelijk slechts een paar honderd gulden en de hoop dat hun voituur pas bij de volgende eigenaar in elkaar zou zakken. Anderen daaren tegen liepen met „boeken van geld" in het rond en kochten links en rechts wagens alsof het zuurstokken waren. Naar het Manneke Temidden van dat levendige publiek zetelde de veilingmeester boven op een grote vrachtwagen. Hij was een opge ruimd man die over hecto-liters spraak water beschikte en wij waren daarom blij, dat wij zijn microfoon niet waren. Men merke hierbij op, welke kleine zaken de mens al niet tot vreugde kun nen strekken. Zo gauw er nu een auto voor zijn platform gereden werd, begon hij een verklaring af te leggen die be trekking had op de qualiteiten van het onderhavige vervoermiddel en die de kopers moest bewegen hun lieve centjes vaarwel te zeggen. Soms was dat wel eens moeilijk voor hem, aangezien xhet onbarmhartige rapport zijn standaard- qualificatie „een aardig wagentje" van tijd tot tijd in de knel bracht. Over een Morris van 1932 moest hij vqorlezen: „Olie-verbruik zeer hoog, twee schok- brekers afwezig, tweede versnelling functioneert niet meer. overbrenging heeft ernstige speling, stuur-inrichting zit los, banden zijn op, lagers totaal ver sleten. Zeer slechte mechanische condi tie". Resumerend zei hij toen: „Een aar dig wagentje. Kom heren, wie zet et- eens in voor dit aardige wagentje, waar u nog overal mee kunt komen." „Maar niet meer wegkomen", zei een sceptische snaak achter ons. Over de doelstellingen van lieden die auto-bezitter wensen te worden gaf de man met de hamer ook allerlei leutige bespiegelingen weg. Zo verhaalde hij over een Hudson two-seater van 1938: „Een prachtige sportieve wagen, heren. Een wagen om met een mooie vrouw naar den Belzjiek te rijden om de speel zaal te bezoeken of het Manneke in Brussel te gaan bekijken." Waarom deze automobiel nu juist over eigenschappen beschikt, die haar. uitzonderlijk geschikt maakten voor het gadeslaan van het uit oefenen ener noodzakelijke levenshan deling door het Brusselse manneke, daarover liet hij ons in het duister. Wel zei hij: „De wagen loopt en schakelt als eeri trein." „Dan gaan ik maar een spoorkaartje nemen," kondigde een morsige jongeman naast ons aan. Ook andere teleurstellingen vielen de man achter de tafel ten deel. Hij ge lastte namelijk de chauffeur van de voorgebrachte wagen telkenmale de claxon in te drukken, teneinde aan zijn betoog enige kracht bij te zetten. Toen hij dit bevel ook uitsprak tegen de be rijder van een grote majesteitelijke Auburn cabriolet, die hij annonceerde met: „Dat is'em dan. Daar staat'ie dan. Die prachtige sportieve wagen uit een vorstelijke familie", klftnk van onder de motorkap een schriel geluidje dat klonk alsof het werd voortgebracht door een zieke hoender, wier eier-productie door de pip in het ongerede was geraakt. Een van de indrukwekkendste onder delen van het veiling-ritueel was wel het bedienen van de lampen-serie, die ten dienste van de man met de hamer stonden. Wanneer een wagen onver hoopt de door de eigenaar gestelde li miet niet haalde, dan werd deze gedesil lusioneerde naar het podium geroepen Het Concertgebouw is nog steeds ge sloten, maar de Stadsschouwburg heropend voor de 87ste voorstelling van cle psychologische thriller „Zwar te Crêpe de Chine" van Lesley Storm- met een glansrol van Loudi Nijojf. Zondag wordt de opvoering herhaald. Maandag begint het A.T.G. met een korte reeks reprises van het Ierse blijspel ..Ze kregen wat ze wilden" met Louis Saalborn in de hoofdrol en als regisseur. Het Spaanse Ballet van Teresa en Luisillo blijft nog enkele dagen in Carré, waar Maan dagavond het laatste optreden plaats heeft. Woensdag is daar de bekende Frayse chansonnière Edith Piaf te gast in Alhambra wordt- de De mooiste tijd van je leven" vertoondeen film In de hoofdstad uit van Frank Launder met Alastair Slim en Margaret Rutherford. In City kan men thans Jane Rusell in kleuren zien, tezamen met de komiek Bab Hope in „De held op sokken". Royal en Corso draaien een vacantie- film met (zoals de advertentie zegt) 1001 opwindende avonturen in de stad van 1001 wonderen „Bagdad". De sludentenbioscoop projecteert H. C. Potters comedie „Schep vreugde in het leven" van Joan Fontaine en James Stewart op het witte doek: In het Stedelijk Museum wordt de verzameling Nijkerkvoor het pu bliek opengesteld. Het bètreft hier een tentoonstelling uit eigen bezit, die een overzicht geeft van de nieuw ste ontwikkelingen op het gebied van de typografie. Een groot deel van de (internationale) expositie is gewijd aan boek-illustratie en reclamedruk werk. Er is ook een zaal met gelegen heidsgrafiek. De expositie „Amster dams goud en zilver" waarmee het museum Willel-Holthuysen aan de Herengracht verleden maand werd heropend, is wegens de grote belang stelling, speciaal van toeristen, voor onbepaalde tijd verlengd. N voor een conferentie over het laten zak ken van de minimum-prijs. Bleek hij daartoe bereid dan werden bij wijze van vreugdevuren twee blauwe lampen ontstoken, een plechtigheid die voor hen, aan wier aandacht zij mogelijk zou zijn ontsnapt, nader werd omschreven door de veiling-meester met de magi strale versregel: „De blauwe lampen branden in Amsterdam." Om alle mis verstanden te voorkomen, voegde hij daar nog aan toe: „The blue lamps shine in Amsterdam. De wagen wordt ver kocht. Wie geeft meer dan vierhonderd gulden? Kom dan toch heren, vierhon derd gulden is toch géén geld". „Nee, maar het is ook géén auto," zei de man naast ons. BOEDA. verzen, Otto Manninen's lyriek bleven in Holland vrijwel onbekend. Pas de verta ling van Johannes Linnankoski's „Lied van de vuurrode bloem" (de roman die kort na de vorige wereldoorlog zelfs „populair" werd), en later de romans van Sillanpaa maakten de belangstelling voor de Finse litteratuur hier gaande. Aan deze „noordelijke landen" zijn de tendenzen van pessimisme, wrevel, bitter heid en wat aan „nihilisme" voorts nog als een schimmelplant in de Europese letteren voortwoekert, niet vreemd gebleven. Maar daarnaast zijn er tekenen van een robuuster levenswil, een gezonder natuurkracht, een blijmoediger vertrouwen in het vitale ver mogen van dit levende geslacht, die het vermoeide West-Europa tot voorbeeld kun nen strekken. Tot deze boeken van positieve strekking, van opbouwende bezinning op wat door alle eeuwen heen aan het mense lijk denken en voelen de impuls der ver nieuwing heeft gegeven, behoort Yrjö Kokko's „Illusia op Aarde", dat terecht werd bekroond met de Finse Staatsprijs voor Letterkunde, hoewel het nauwelijks Velerlei zijn de avonturen, die Illusia en Pessi te zamen beleven. Illusia verwerke lijkt zich van regenboog-kleurendroom tot aardse bezielende levenskracht, Pessi ver heft zich boven zijn twijfel aan het „men selijk" geluk, En zo dan zijn beiden één: werkelijkheid en illusie, natuur en geloof in het schone en goede, een roman, zelfs, hoe sprookjesachtig het er soms in toegaal, geen sprookje kan wor den genoemd. Kokko beschikt over de gave om in het wonderweefsel van een spinnêweb, in een vallend blad evenzeer en even zinvol het mysterie van de levenswet te onderkennen als in de eerste sneeuw, de ovale schalen van de mossel of de kruidige geur van het herfstgewas. Meer nog: als dierenarts be schikt hij over een rijke biologische kennis, die aan het „sprookje" van de schrijver- Kokko de overtuigende en dóór en dóór gezonde kracht van de werkelijkheidszin geeft. Verdichtsel en reële natuurbeschrij ving zijn door Kokko verweven tot een merkwaardige, suggestieve eenheid, die zeldzaam in de litteratuur mag worden ge noemd. Toch zal het niet op die gronden alleen zijn, dat aan „Illusia op Aarde" de Finse Staatsprijs werd toegekend: er spreekt uit dit boek een zo sterk geloof in de onverwoestbare levenskrachten, in het „schone en goede der aarde" ondanks de moedige erkenning van de wreedheid der vernietiging in al wat leeft dat deze bekroning zonder twijfel mede beïnvloed zal zijn door de geest van beproefde eer bied voor hel levenswonder beproefd, omdat dit hoek werd geschreven aan het Fins-Russische front. Daar, te midden van een wereld van verminking en dood, heeft Kokko zijn „Illusia", dit elfenschepseltje, van haar regenboog op aarde doen neer dalen, om leed en liefde te delen met Pessi, de kabouter, die in zijn wantrouwen jegens het geluk de mens het naaste staat. Den kend aan ziin vrouw en kind en veilig tehuis deed hij de dieren en planten uit spreken. half in de taal van het sprookje, half in die der werkelijkheid, wat hij droomde en kende van de natuur uit spreken in de overtuiging „dat het leven van degenen, die hun geloof aan de elfen niet verloren hebben, in een bepaald op zicht mooier en rijker is". Illusia, argeloos uit haar hemel omlaag gekomen, is, nadat de vijandige kruisspin haar vleugels heeft verwoest, gedoemd op deze aarde te blijven: en de kabouter Pessi (afkorting van „pessimist") dit kleine men senkind een „kleine Johannes" in de gedaante van een kobold, een „Erik" der natuurlijke historie wordt gezegend met Illusia's liefde. Niet een droom, een drog beeld, is hier de illusie: ze voltrekt zich in het samenleven met de natuur, ze is zo goed als Pessi hier- niet verschijnt als de met kennis gewapende, nuchtere en ont nuchterde „beschouwer", maar als méns, die dank zij Illusia's gunst, in het kleinste natuurgebeuren het grootse levensgeheim herkent en bewondert: Dit boek van bloemengeuren en kleuren, van gelijk mensen voelende, denkende, handelende en lijdende dieren, van wisse ling der seizoenen, beeldt meer dan de na tuur, verhaalt van meer dan een sprookje: het symboliseert de menselijke driften en idealen, het is al vertoont zich „de mens" (en wel de oorlogvoerende mens) slechts een enkele keer in dit wonderrijk van bloemen en dieren een menselijk boek. Uit de liefde tussen de elf Illusia en de kabouter Pessi wordt een kind geboren, een wezentje dat op een heel kleine Illusia geleek, een „nieuwe mens", aan wie Kokko ziin boek. dat hij schreef in een „bunker gemeenschap, die zo deerlijk werd ont luisterd door ontploffende granaten", op droeg. Geïnspireerd door Sibelius' „KruisspW- compositie" last Kokko de volgende dicht regels in zijn prozatekst: ..En mensen dolen rondmensen zonder ziel die enkel maar de brede wegen kennen. Ze schuwen het licht der dagen en vlieden ijlings heen in nacht en duister. En nochtans zijn zij vrij, eeuwig vrij, wijl werkelijkheid hun een droom werd. En deze vrucht van werkelijkheidszin die de illusie erkent, van illusie die de werkelijkheid niet schuwt, dit sceptisch idealisme, als men het zo wil noemen, is het die aan Kokko's boek in een tijd die zo vervuld is van dreigend onheil en cynische ontgoocheling, de strekking geeft van een in bekoorlijke vorm uitgesproken bemoe diging. die door haar bezonken wijsheid en liefderijke aandacht voor alles wat er geschapen is een litteraire lafenis is in deze woestijn van verdorrende zwartgalligheid. C. J. E. DINAUX. Agenda voor Haarlem ZATERDAG 22 JULI Luxor: „Moord in de Tour de France", 14 j.. 2. 7 en 9.15 uur. City: „Captain Blood", 14 j.. 2.15, 4.30. 7 en 9.15 uur: „De Woudlopers", alle leeft., 11 uur. Spaarne: „Diamantstad", 14 j„ 2.30. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Secre taresse na kantoortijd". 18 j.. 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „De klokkenluider van de Notre Dame". 14 j.. 10.30 uur; „Soldaat Boom", alle leeft.. 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. Palace: „De drie caballeros", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 23 JULI Openluchttheater, Bloemendaal, Concert HOV, 3 uur. Bioscopen: Middag- en avond voorstellingen. MAANDAG 24 JULI Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1950 | | pagina 5