Het Hek van de Dam.
Naar een monetair ideaal:
„De gulden is weer best"
TANGEN
C.J.v.d. Broek
tt&ï&sH,iUps de scho,ie aan'
tweede jaar geen
Litteraire Kaettekeeiej
en
„In het rijk dier Romantiek"
LOGE's
1
ORANJEBOOM BIER
„22 Juli I950
Effecten' en
Celdfnar'tt
„i»l zesgen dat de beurs zich
t!° regeringspolitiek ten aan.
hedrijtsleven bezighoudt,
Sat vaat dal tenslotte ook de
o«r.'tderlondsen me! die regermgs-
nauwste verband houdt en het
politiek ten na» de IondseI1houder van de
*-«£2* is op welke wijze de
SSfbaar deel de nationale wel-
Sd^SiaThebben wij er op ge-
V gevolg van de oorlogshande-
«t» as'tvrea de goederenprijzen stegen
J»" i.lmkoersen daalden, een ont-
«*„"S deze week gelukkig een
«vUfSiri, maar die als een syrup
s'" f e ,S voor de invloed, welke de
jo# °,itj 1. 0p het bedrijfsleven en
- j, o^de'wa'ardéring der fondsen uit-
*fnL logisch zou zijn dat wanneer de
"33, oroducten en goederen stijgen.
rl da aandelen van de producerende
hogere koersen werden be-
S*S*SS stijgende prijzen doorgaans
fi'S. gepaard gaan. En
tb zou het zijn. dat wanneer een
ïfwiiwillig of gedwongen, inflatie
rfa"i"o' imn rzolroliik-o urn ar—
'f/Ï.Vdi koersen van zakelijke waar
"„tan stijgen omdat als gevolg van
1 vSUing van het geld de
Stfte tegenwaarde van aandelen, in
o uitgedrukt, stijgen.
Wh hebben we hel verschijnsel kunnen
d-t biivoorbeeW de devaluatie van de
3t in September 1949. welke bij de
ffia inderdaad tot grotere geldwin-
heeft geleid, op de beurs niet door
«nijging der aandelen is gevolgd,
3. dat deze integendeel zijn gedaald.
00ij nu de gebeurtenissen in het
fce Oosten op de goederenmarkten tot
'„■prijsstijging hebben geleid en tot
vhare defensie-uitgaven, dat is tot nieuwe
StUnele geldseheffliing nopen, is van
hausse op de effectenbeurzen geen
¥er signaleert zich de regeringspolitiek,
v.jjei alleen de winsten bij de bedrijven
riant, maar tevens de uitkering aan aan-
ijlhouders beperkt en het kapitaal riaar-
z^r bij de arbeid ten achter stelt. De
.jjjtieke constellatie is immers zo, dat
ïncn en salarissen zich op vrij korte ter
mijn bij de waardevermindering van het
«id weten aan te passen, hetgeen op zich
Kif zeker niet onbillijk is. Maar wel on-
-.jüijic js dat zij, die aan het bedrijfsleven
i. n0(ijge kapitaal verschaffen en daar-
-z een nuttige economische functie ver-
Ijjiai. voor de waardevermindering van
£ela geen compensatie ontvangen, om-
I- de ondernemingen aan hun aandeel-
ividers, ook al zijn ze er toe in staat, niet
prgen uitkeren wat hen krachtens het
rjtuiit en dus rechtens toekomt. Aan de
Me kant dwingt de Overheid door de
uijre heffingen, ook over schijnwinsten,
«ondernemingen tot een beperking van
iel bedrag, dat voor aandeelhouders be
tter is, anderzijds kan hiervan als
?o!g van de Dividendstop in vele geval-
fc slechts een deel worden uitgekeerd,
abet gevolg dat bijv. van de aandelen
1 ztrote concerns, als Koninklijke, Lever-
n'en Philips niet meer dan 3 a 31/»
ïisent wordt gemaakt, een percentage
sul hoger is dan dat van prima obliga-
ü-en belangrijk lager dan vóór de oorlog.
Bier is de zaak dan nog slechts van de
rijde van de aandeelhouder bekeken.
Maar ook het bedrijfsleven zelf staat in
■erke mate onder de invloed van de re-
■erLngspolitiek, wat de reden is waarom de
leiders van onze grote bedrijven in hun
jawerslagen en andere publicaties zich
Kortdurend met die regeringspolitiek
bezighouden.
"Wij denken hier aan wat de president
txa de Nederlandse Handel Maatschappij
ia het jongste verslag opmerkt over de
economische positie van ons land, die thans
in sterke mate wordt bedreigd door de
economische rehabilitatie van Duitsland en
de zeker te verwachten scherpe concurren
tie van Japan op de wereldmarkt. Wat
ADVERTENTIE
HIE WEEK gunstige aanbieding
Ion vriendje van mij is voor zijn eind-
ösmen gezakt. De familie doet kramp-
tótige pogingen wol ijk te kijken en niet
Ee. wringende handen en vochtige ogen het
^iJSen in de huiskamer nog onheilspel-
iE™er ;e maken.
Alle .vriendjes van dat vriendje gaan
studeren. Zij zullen om- twee maanden,
«al van hoofd en vreugdig van hart, lco-
fan Ve''tellen van de groentijd, van de
jjoag, van de-eigen kamer en van hun vrij-
aSm'iSaat !10g een iaar> een heel jaar,
We kost kauwen: van Homeros tot de
7 ^Jindige plaatsen; van Hannibal tot de
Woning; van Ovidius tot Beets. En
r proefwerk en weer rapportjes en
r drie-plusjes en vier-minnetjes. Met
,„Ln°g een heel jaar de nu verdubbelde
michii t°0r !veei' een eindexamen, dat weer
wiiïo ^an' En met alle opgewekte en
J woorden van alle ooms en alle door-
iceschonken kusjes van alle tantes,
r. rr,miJ 1S dat nu dertig jaar geleden.
wi3i,oT-r0Pd ik nog wel eens uit de
)\eid wakker met het heerlijke,
W.L .e j §evoel, dat het heus niet meer
adat het er helemaal niet toe doet
briiiion t ee,ns meer weet wat die meet-
lêkwl ,a en 'n de verste verte be-
mw,.en ik geen twee regels Home-
htowWi Z0U unnon vertalen en op geen
be A!nJafriWeet wanneer Hannibal over
w;akklr>me^ da- ^°Pen er nu honderden
3opHp,viJ^n ^oriSetjes en meisjes rond.
vyr n,p,'V?nge mensen, die een heel jaar-
2eei iaa- P hebben en die het nu een
a.n8 allemaal moeten overdoen
^:i0Snnigedenkbeeld. dat zij daar-
gir;So -.amo e?s Wel in staat zullen zijn het
te kunnpb mensenleven naar behoren
^'ntedatz^'^P6 waanzinnige ge"
Maar mi;!tandig mens kan erom lachen.
Hoe j0v:",Vne"^e iacht.er niet om.
00j. en moeder zijn ver-
i We,n,weg te P«ten en on-
hartehjke kusjes van alle
ELIAS
Japan betreft, de V. S. zijn, ook uit poli
tieke en strategische overwegingen bezig
dit land zijn economische zelfstandigheid
en onafhankelijkheid te doen terugwinnen
en dat het op dit punt flinke vorderingen
maakt, blijkt wel uit zijn export in 1949,
welke 511 millioen dollar bedroeg tegen
250 millioen dollar in 1948, tengevolge
waarvan het dekkingspercentage van zijn
invoer van 38 tot 59 kon stijgen.
In dit verband wordt er door genoemde
president op gewezen dat industrialisatie
en productieverhoging op zich zelf geen
oplossing brengen van de vraagstukken,
waarvoor we ons gesteld zien en waaron
der het bevolkingsaccres wel het voor
naamste is, maar dat de productie ook moet
kunnen worden afgezet en werkelijk'
lonend moet zijn. Anders ontstaat een toe
stand, waarbij wel aan velen werk wordt
verschaft, maar de gezonde basis der be
drijven wordt ondergraven en het levens
peil algemeen zal dalen. In zoverre is het
bemoedigend dat, blijkens de jongste Nota
over de Werkgelegenheidspolitiek, de rege
ring meer oog begint te krijgen voor de
werkelijkheid en bestrijding van werkloos
heid door middel van openbare wei'ken
herhaaldelijk door dr. Van Rhijn bepleit
in beginsel onjuist acht, omdat op die
wijze geen blijvende oplossing wordt ge
schapen en integendeel de noodzakelijke
aanpassingen (bijv. overgang van werk-
Iozlmi naar een andere bedrijfstak) wordt
belemmerd.
Maar de president van de Nederlandse
Handel Maatschappij gaat nog verder. Te
recht betoogt hij dat, willen loonsverlagin
gen worden vermeden en de sociale voor
zieningen onverkort gehandhaafd, de nood
zakelijkheid temeer klemt om de op de
bedrijven drukkende belastingen te ver
lagen. teneinde middelen beschikbaar te
doen blijven, die de onderneming in staat
stellen uil eigen kracht het bedrijf tijdig te
verbeteren en te vernieuwen en aldus ge
zond te houden. Waaraan wij zouden willen
toevoegen: en de werkgelegenheid te ver-
fuimen.
De leiding van de N.H.M. is van oordeel
dat tol deze belastingverlaging zelfs dient
te worden overgegaan, ook al lijkt dit aan
vankelijk voor het staatsbudget niet accep
tabel. Want-een bij toenemende interna
tionale concurrentie en verzadiging der
afzetmarkten kwijnend bedrijfsleven zal
voor de overheidsinkomsten gevolgen heb
ben van nog veel ingrijpender aard. Daar
om zal met de belastingverlaging niet moe
ten worden gewacht totdat de omslag der
conjunctuur voor ieder waarneembaar is.
Duidelijk is dat ook de innerlijke waarde
van het geld hiermee verband houdt. Ir.
Keus, met wie men het niet altijd eens be
hoeft te zijn, maar die de dingen scherp
en klaar weet te zeggen, heeft dezer dagen
een pleidooi gehouden voor het herstel van
„een harde gulden", waarbij hij eenzelfde
gedachtengang volgt als de president van
de Nederlande Handel Mpij en als voor
beeld wijst naar de bekende slagzin „het
bier is weer best", wat wil zeggen dat de
verhouding water tot alcohol ten gunste
van de alcohol is gewijzigd.
Ook al zullen er zijn, die dit geen voor
uitgang achten, het beeld is volkomen dui
delijk. Noch de Benelux, noch de Europese
Betalings-Unie of de plannen Schuman en
Stikker zullen onze welvaart blijvend kun
nen bevorderen, wanneer niet een zodanige
Overheidspolitiek wordt gevolgd, dat ge
zegd kan worden: „De Gulden is weer
best".
YRJö KOKKO: Jllusia op aarde" (vertaald door Sj. Broersma
en Dr Rauni BroersmaLuomajoki; ingeleid door Rinke Tol-
man), (v/h van Ditmar N.V., A'dam Antwerpen).
Andreas Schelfhout (Den Haag 1787-1870).:
van de juweeltjes van de tentoonstelling
leen van het Gemeente
Winterlandschap (gedateerd 1844). Een
in het Huis Van Looy te Haarlem. Bruik-
museum te 's-Gravenhage.
TOEN ELiAS LöNNROT in 1835 de eer
ste bewerking van het Finse volksepos
„Kalevala" een der schoonste helden
dichten der wereldlitteratuur had vol
tooid, was daarmee méér gedaan dan het
m letterkundige vorm uitdrukking geven
aan wat de volksverbeelding uit het natio
naal verleden, uit oeroude verbondenheid
met de natuur, had samengeweven en ge
trouwelijk overgeleverd. Lönnvot wekte de
Finse taal tot nieuw leven: hij maakte er
een instrument der schoonheid van. Sinds
dien bloeide er een letterkunde op, die,
hoewel geringer in omvang dan die dei-
Scandinavische landen, stellig niet op een
lager peil stond dan de Noorse, Zweedse
en Deense litteratuur. Tot ons land drong
van dit „Finse reveil der woordkunst" niet
veel meer door dan in (hoofdzakelijk)
Duitse vertalingen te lezen was: Eino
Leino s balladen, Larin Kyösti's populaire
Korte beschouwing bij de. opening van
de Zomerte'ntoonstelling in het museum
Het Huis Van Looy".
Als voor de zomer 1950 tot recreatie van
de geest de keus gevallen is op een vlucht
in het rijk der romantiek, dan heeft aan
deze keus de overweging ten grondslag ge
legen, dat hierdoor aan onze voortgejaagde
en veelbeproefde geest een kleine weldaad
zou kunnen worden bewezen. Want is het
geen weldaad eens uit de chaos van het
heden te kunnen vluchten en één uur te
mogen ronddolen in de zoet kabbelende
tijd, die wij onderscheiden als het tijdperk
der romantiek!
Men kan het in de kunstproductie van
die tijd navoelen, dat het de kunstenaar ge
geven was zich in volstrekte rust aan zijn
taak te geven. Laat ons bij het genoeglijk
vermeien in de dreven der romantiek ech
ter de kleine kant van dit wereldje erken
nen. De beeldhouwer Zadkine heeft het
voortreffelijk axioma uitgesproken: „Indien
er in de kunst iets .gecopiëerd moet wor
den, dan is het de geest en nooit de letter".
Nu hebben de meesters der romantiek juist
véél de letter gecopieerd, waardoor hun
kunst wel eens naar het geesteloze dreigt
over te hellen, ja daarin niet zelden onder
ging. Klagend over het verval der kunst,
citeerde Hildebrand in 1838 zijn vriend
Baculus, die beweerde dat de kunst een
meisje is, dat lelijk wordt bij gebrek aan
aanbidders.Maar vragen we ons af
hadden de Schone Letteren dan zo'n
vurige aanbidder in Hildebrand zélf. Waar
mee wij overigens niet willen beweren dat
er bij Hildebrand in dit opzicht een gebrek
aan liefde in het spel was. Maar was Hilde
brand niet even novellistisch en anecdo-
tisch in de vertolking van de kleine wereld,
die wij „geprojecteerd" zien in zijn
„Camera" als zijn beeldende kunstenaars-
tijdgenoten? Hier raken we weer Zadkines
axioma, dat spreekt van het copiëren van
de letter. De doctrine der romantiek er
kende het voorgestelde als primair. Het is
hierdoor dat bijvoorbeeld de historie-
schildering zulk een vlucht kon nemen in
die tijd. Nog in 1857 schreef prof. Alber-
dingk Thijm in de Dietse Warande: „De
kunstenaars verdienen lof, dat ze moeite
nemen naar sujetten te zoeken.... Hoger
toch staat de kunstenaar, die'een .historisch
portée aan zijn werk geeft.enz." Lijn
rechte tegenstelling dus tot de opvatting,
van een der prominente tachtigers, die
kunst erkende als „de aller-individueelste
expressie van de aller-individueelste emo
tie". Hildebrand „schilderde" evenzeer
tafereeltjes als de litterair-gerichte roman
tische schilders gevalletjes „beschreven",
de Camera waardig! Strikt genomen blééf
het bewuste meisje zonder aanbidders,
maar tóch werd ze niet lelijk. En wel, om
dat, evenals de schrijver van de Camera,
de beste romantici een hartelijk verkeer
met de kunst onderhielden, zij het ook zon
der haar met de hartstocht te' benaderen,
die spreekt uit het levenswerk van de gro
ten uit de laatste decennia der eeuw.
Plaats Hildebrands aandoenlijke „Keesje"
tegenover Van Goghs diep-tragische
„Weesmannetjes" en ge omvademt twee
werelden, waarin gans andere maatstaven
gelden.
Maar daarom dienen we ook de kunst
uitingen der romantiek .naar andere maatr
staven te geniéten. Is het geen grote on
billijkheid wanneer men heden ten dage
met een soort superioriteits-complex (dat
het huidige beschavingsbeeld intussen niet
wettigt!) en met dadaïstische overmoed
alles over boord werpt, waaraan door ons
voorgeslacht met liefde werd vorm ge
geven? We weten het maar al te goed, dat
er in deze samenleving nauwelijks plaats
meer is voor de romantiek, maar dit recht
vaardigt geenszins de veroordeling van een
tijdperk, waarin deze richting als onont
beerlijke schakel in kunst- en cultuur
geschiedenis haar bestaansrecht genoot. En
een schakel, die zich wel degelijk ook op
eigen schoonheid kan-beroemen, al kon deze
door de futloze geest des tijds niet zo weel-
ADVERTENTIE
Ja, maar van -
MOLENDIJKS KAPSALONS
SANTPOORTERPLEIN 1 TELEFOON 1«J70
HAARLEM
derig bloeien als in de 17de eeuw, die de
romantici tot een bron van inspiratie was.
Figuren als de jong gestorven Nuyen, de
oude Bilders en niet te vergeten Jongkinds
hoog begaafde leermeester Andreas Schelf
hout, schiepen -niettemin werken die ver
uitgaan boven de beperkingen, die de
romantiek aankleven.
Deze tentoonstelling, belangstellende
lezer, bedoelt de antipode te zijn van een
sensatie. Moge zij werkelijk worden ge
noten als een recreatie van de geest. Al
mag er dan in deze zakelijke samenleving
geen plaats meer zijn voor de romantiek,
laat het ons eerlijk bekennen, dat er diep
in ons hart een voor romantiek steeds ont
vankelijk plekje blijftEen plekje, dat
juist dóór het barre verzakelijken van onze
maatschappij zich dringender laat voelen.
Wordt hiermede mijn opmerking, dat er in
deze samenleving geen plaats meer is voor
romantiek, eigenlijk niet evenzeer ge
logenstraft als ze wordt weerlegd door
een kunstenaar als onze tijdgenoot Willink,
wiens landschappen worden beheerst door
het heimwee naar de romantiek, al moet
zijn opvatting dan ook in moderne termino
logie onder de camouflerende aanduiding
van „ideaal realising" worden gevangen?
Mag ik het dan wagen mijn uitnodiging al
dus te formuleren, dat ik alle kunst-bemin
naars oproep naar het Huis Van Looy, om
te delen in de sfeer van romantiek, die
het openlijk beleden of latent aanwezige
„verlangen" blijft van alle tijden!
H. P. BAARD
ADVERTENTIE
SgillSI
Geen zaagsel
Is u wel eens naar de auto-veiling
van de ENAVO in het Stadion geweest?
Wij wel. Woensdag. Het was maar goed
dat wij op die dag gingen, want op
andere dagen is er geen auto-veiling.
In Amsterdam niet tenminste. Wel in
Zutfen. Rotterdam en Den Bosch, maar
met die steden houden wij ons niet op.
Deze auto-veiling nu kan zonder over
drijving een practische instelling wor
den genoemd. Zij is georganiseerd naar
Engels voorbeeld en heeft als grondslag
het devies: „Eerlijk duurt het langst".
Bij iedere auto die er verkocht wordt,
leest de veilingmeester namelijk een
technisch rapport voor waarin alle te
kortkomingen van de vierwieler op een
zo openhartige manier worden bespro
ken, dat de auto's er gewoon van staan
te blozen. Bovendien krijgt de koper
van een wagen er een soort garantie op
die als wij het wel hebben in
houdt, dat hij zijn geld terug krijgt
wanneer het apparaat ernstige kuren
gaat vertonen, die aan de aandacht van
de keurmeesters waren ontsnapt. Komt
er een voituur onder de hamer dat een
totale verjongingskuur moet ondergaan
omdat bijvoorbeeld de zuigers in de cy
linders staan te knikkebollen, dan gaat
er een rode lamp branden op het plat
form teneinde adspirant-kopers waar
schuwende voorlichting te geven. Het
staat in ieder geval wel vast, dat men
hier heel goed een tweede hands-wagen
kan kopen, maar dat het daai'entegen
uiterst onraadzaam is hier een dergelijk
vehikel van de hand te doen, aangezien
kleine bedotterijtjes als daar zijn het
opvullen van de gammele achterbrug
met zaagsel en andere o zo practische
reparatie-methodes, hier onverbiddelijk
aan hef. licht komen.
Toen wij tussen twee lange rijen
auto's binnenwandelden sprongen er
ons meteen een paar bijzondere model
len in het oog. „Niet zo haastig", zeiden
wij want dat voel je behoorlijk
alvorens ons te verdiepen in het depar
tement van energie van een hele grote,
zij het dan wat bejaarde Lincoln, waarin
men desgewenst een partij zou kunnen
geven. Er stond daar van alles, van
gloednieuwe Amerikaanse chroom-pa
leizen tot verbitterde kleine Morrisjes
uit de tijd waarin men voor een tientje
nog een heleboel deuren in kon trappen.
De honderden bezoekers van de vei
ling, die zich om het platform hadden
geschaard, vertoonden trouwens een al
even gevarieerd karakter. Hun koop
kracht kon over het algemeen echter
zeer nauwkeurig worden bepaald naar
de lengte en de omvang van de tabaks
producten, die zij zich tussen de lippen
hadden gestoken.
Sommigen bezaten kennelijk slechts
een paar honderd gulden en de hoop dat
hun voituur pas bij de volgende eigenaar
in elkaar zou zakken. Anderen daaren
tegen liepen met „boeken van geld" in
het rond en kochten links en rechts
wagens alsof het zuurstokken waren.
Naar het Manneke
Temidden van dat levendige publiek
zetelde de veilingmeester boven op een
grote vrachtwagen. Hij was een opge
ruimd man die over hecto-liters spraak
water beschikte en wij waren daarom
blij, dat wij zijn microfoon niet waren.
Men merke hierbij op, welke kleine
zaken de mens al niet tot vreugde kun
nen strekken. Zo gauw er nu een auto
voor zijn platform gereden werd, begon
hij een verklaring af te leggen die be
trekking had op de qualiteiten van het
onderhavige vervoermiddel en die de
kopers moest bewegen hun lieve centjes
vaarwel te zeggen. Soms was dat wel
eens moeilijk voor hem, aangezien xhet
onbarmhartige rapport zijn standaard-
qualificatie „een aardig wagentje" van
tijd tot tijd in de knel bracht. Over een
Morris van 1932 moest hij vqorlezen:
„Olie-verbruik zeer hoog, twee schok-
brekers afwezig, tweede versnelling
functioneert niet meer. overbrenging
heeft ernstige speling, stuur-inrichting
zit los, banden zijn op, lagers totaal ver
sleten. Zeer slechte mechanische condi
tie". Resumerend zei hij toen: „Een aar
dig wagentje. Kom heren, wie zet et-
eens in voor dit aardige wagentje, waar
u nog overal mee kunt komen." „Maar
niet meer wegkomen", zei een sceptische
snaak achter ons.
Over de doelstellingen van lieden die
auto-bezitter wensen te worden gaf de
man met de hamer ook allerlei leutige
bespiegelingen weg. Zo verhaalde hij
over een Hudson two-seater van 1938:
„Een prachtige sportieve wagen, heren.
Een wagen om met een mooie vrouw
naar den Belzjiek te rijden om de speel
zaal te bezoeken of het Manneke in
Brussel te gaan bekijken." Waarom deze
automobiel nu juist over eigenschappen
beschikt, die haar. uitzonderlijk geschikt
maakten voor het gadeslaan van het uit
oefenen ener noodzakelijke levenshan
deling door het Brusselse manneke,
daarover liet hij ons in het duister. Wel
zei hij: „De wagen loopt en schakelt als
eeri trein." „Dan gaan ik maar een
spoorkaartje nemen," kondigde een
morsige jongeman naast ons aan.
Ook andere teleurstellingen vielen de
man achter de tafel ten deel. Hij ge
lastte namelijk de chauffeur van de
voorgebrachte wagen telkenmale de
claxon in te drukken, teneinde aan zijn
betoog enige kracht bij te zetten. Toen
hij dit bevel ook uitsprak tegen de be
rijder van een grote majesteitelijke
Auburn cabriolet, die hij annonceerde
met: „Dat is'em dan. Daar staat'ie dan.
Die prachtige sportieve wagen uit een
vorstelijke familie", klftnk van onder de
motorkap een schriel geluidje dat klonk
alsof het werd voortgebracht door een
zieke hoender, wier eier-productie door
de pip in het ongerede was geraakt.
Een van de indrukwekkendste onder
delen van het veiling-ritueel was wel
het bedienen van de lampen-serie, die
ten dienste van de man met de hamer
stonden. Wanneer een wagen onver
hoopt de door de eigenaar gestelde li
miet niet haalde, dan werd deze gedesil
lusioneerde naar het podium geroepen
Het Concertgebouw is nog steeds ge
sloten, maar de Stadsschouwburg
heropend voor de 87ste voorstelling
van cle psychologische thriller „Zwar
te Crêpe de Chine" van Lesley Storm-
met een glansrol van Loudi Nijojf.
Zondag wordt de opvoering herhaald.
Maandag begint het A.T.G. met een
korte reeks reprises van het Ierse
blijspel ..Ze kregen wat ze wilden"
met Louis Saalborn in de hoofdrol
en als regisseur. Het Spaanse Ballet
van Teresa en Luisillo blijft nog
enkele dagen in Carré, waar Maan
dagavond het laatste optreden plaats
heeft. Woensdag is daar de bekende
Frayse chansonnière Edith Piaf te
gast
in Alhambra wordt- de De mooiste
tijd van je leven" vertoondeen film
In de hoofdstad uit
van Frank Launder met Alastair
Slim en Margaret Rutherford. In
City kan men thans Jane Rusell in
kleuren zien, tezamen met de komiek
Bab Hope in „De held op sokken".
Royal en Corso draaien een vacantie-
film met (zoals de advertentie zegt)
1001 opwindende avonturen in de
stad van 1001 wonderen „Bagdad".
De sludentenbioscoop projecteert H.
C. Potters comedie „Schep vreugde
in het leven" van Joan Fontaine en
James Stewart op het witte doek:
In het Stedelijk Museum wordt de
verzameling Nijkerkvoor het pu
bliek opengesteld. Het bètreft hier
een tentoonstelling uit eigen bezit,
die een overzicht geeft van de nieuw
ste ontwikkelingen op het gebied van
de typografie. Een groot deel van de
(internationale) expositie is gewijd
aan boek-illustratie en reclamedruk
werk. Er is ook een zaal met gelegen
heidsgrafiek. De expositie „Amster
dams goud en zilver" waarmee het
museum Willel-Holthuysen aan de
Herengracht verleden maand werd
heropend, is wegens de grote belang
stelling, speciaal van toeristen, voor
onbepaalde tijd verlengd.
N
voor een conferentie over het laten zak
ken van de minimum-prijs. Bleek hij
daartoe bereid dan werden bij wijze
van vreugdevuren twee blauwe lampen
ontstoken, een plechtigheid die voor
hen, aan wier aandacht zij mogelijk zou
zijn ontsnapt, nader werd omschreven
door de veiling-meester met de magi
strale versregel: „De blauwe lampen
branden in Amsterdam." Om alle mis
verstanden te voorkomen, voegde hij
daar nog aan toe: „The blue lamps shine
in Amsterdam. De wagen wordt ver
kocht. Wie geeft meer dan vierhonderd
gulden? Kom dan toch heren, vierhon
derd gulden is toch géén geld".
„Nee, maar het is ook géén auto," zei
de man naast ons.
BOEDA.
verzen, Otto Manninen's lyriek bleven in
Holland vrijwel onbekend. Pas de verta
ling van Johannes Linnankoski's „Lied van
de vuurrode bloem" (de roman die kort na
de vorige wereldoorlog zelfs „populair"
werd), en later de romans van Sillanpaa
maakten de belangstelling voor de Finse
litteratuur hier gaande.
Aan deze „noordelijke landen" zijn de
tendenzen van pessimisme, wrevel, bitter
heid en wat aan „nihilisme" voorts nog als
een schimmelplant in de Europese letteren
voortwoekert, niet vreemd gebleven. Maar
daarnaast zijn er tekenen van een robuuster
levenswil, een gezonder natuurkracht, een
blijmoediger vertrouwen in het vitale ver
mogen van dit levende geslacht, die het
vermoeide West-Europa tot voorbeeld kun
nen strekken. Tot deze boeken van positieve
strekking, van opbouwende bezinning op
wat door alle eeuwen heen aan het mense
lijk denken en voelen de impuls der ver
nieuwing heeft gegeven, behoort Yrjö
Kokko's „Illusia op Aarde", dat terecht
werd bekroond met de Finse Staatsprijs
voor Letterkunde, hoewel het nauwelijks
Velerlei zijn de avonturen, die Illusia en
Pessi te zamen beleven. Illusia verwerke
lijkt zich van regenboog-kleurendroom tot
aardse bezielende levenskracht, Pessi ver
heft zich boven zijn twijfel aan het „men
selijk" geluk, En zo dan zijn beiden één:
werkelijkheid en illusie, natuur en geloof
in het schone en goede,
een roman, zelfs, hoe sprookjesachtig het
er soms in toegaal, geen sprookje kan wor
den genoemd.
Kokko beschikt over de gave om in het
wonderweefsel van een spinnêweb, in een
vallend blad evenzeer en even zinvol het
mysterie van de levenswet te onderkennen
als in de eerste sneeuw, de ovale schalen
van de mossel of de kruidige geur van het
herfstgewas. Meer nog: als dierenarts be
schikt hij over een rijke biologische kennis,
die aan het „sprookje" van de schrijver-
Kokko de overtuigende en dóór en dóór
gezonde kracht van de werkelijkheidszin
geeft. Verdichtsel en reële natuurbeschrij
ving zijn door Kokko verweven tot een
merkwaardige, suggestieve eenheid, die
zeldzaam in de litteratuur mag worden ge
noemd. Toch zal het niet op die gronden
alleen zijn, dat aan „Illusia op Aarde" de
Finse Staatsprijs werd toegekend: er
spreekt uit dit boek een zo sterk geloof in
de onverwoestbare levenskrachten, in het
„schone en goede der aarde" ondanks
de moedige erkenning van de wreedheid
der vernietiging in al wat leeft dat deze
bekroning zonder twijfel mede beïnvloed
zal zijn door de geest van beproefde eer
bied voor hel levenswonder beproefd,
omdat dit hoek werd geschreven aan het
Fins-Russische front. Daar, te midden van
een wereld van verminking en dood, heeft
Kokko zijn „Illusia", dit elfenschepseltje,
van haar regenboog op aarde doen neer
dalen, om leed en liefde te delen met Pessi,
de kabouter, die in zijn wantrouwen jegens
het geluk de mens het naaste staat. Den
kend aan ziin vrouw en kind en veilig
tehuis deed hij de dieren en planten uit
spreken. half in de taal van het sprookje,
half in die der werkelijkheid, wat hij
droomde en kende van de natuur uit
spreken in de overtuiging „dat het leven
van degenen, die hun geloof aan de elfen
niet verloren hebben, in een bepaald op
zicht mooier en rijker is".
Illusia, argeloos uit haar hemel omlaag
gekomen, is, nadat de vijandige kruisspin
haar vleugels heeft verwoest, gedoemd op
deze aarde te blijven: en de kabouter Pessi
(afkorting van „pessimist") dit kleine men
senkind een „kleine Johannes" in de
gedaante van een kobold, een „Erik" der
natuurlijke historie wordt gezegend met
Illusia's liefde. Niet een droom, een drog
beeld, is hier de illusie: ze voltrekt zich in
het samenleven met de natuur, ze is zo
goed als Pessi hier- niet verschijnt als de
met kennis gewapende, nuchtere en ont
nuchterde „beschouwer", maar als méns,
die dank zij Illusia's gunst, in het kleinste
natuurgebeuren het grootse levensgeheim
herkent en bewondert:
Dit boek van bloemengeuren en kleuren,
van gelijk mensen voelende, denkende,
handelende en lijdende dieren, van wisse
ling der seizoenen, beeldt meer dan de na
tuur, verhaalt van meer dan een sprookje:
het symboliseert de menselijke driften en
idealen, het is al vertoont zich „de mens"
(en wel de oorlogvoerende mens) slechts
een enkele keer in dit wonderrijk van
bloemen en dieren een menselijk boek.
Uit de liefde tussen de elf Illusia en de
kabouter Pessi wordt een kind geboren,
een wezentje dat op een heel kleine Illusia
geleek, een „nieuwe mens", aan wie Kokko
ziin boek. dat hij schreef in een „bunker
gemeenschap, die zo deerlijk werd ont
luisterd door ontploffende granaten", op
droeg.
Geïnspireerd door Sibelius' „KruisspW-
compositie" last Kokko de volgende dicht
regels in zijn prozatekst:
..En mensen dolen rondmensen zonder ziel
die enkel maar de brede wegen kennen.
Ze schuwen het licht der dagen
en vlieden ijlings heen in nacht en duister.
En nochtans zijn zij vrij, eeuwig vrij,
wijl werkelijkheid hun een droom werd.
En deze vrucht van werkelijkheidszin
die de illusie erkent, van illusie die de
werkelijkheid niet schuwt, dit sceptisch
idealisme, als men het zo wil noemen, is
het die aan Kokko's boek in een tijd die zo
vervuld is van dreigend onheil en cynische
ontgoocheling, de strekking geeft van een
in bekoorlijke vorm uitgesproken bemoe
diging. die door haar bezonken wijsheid
en liefderijke aandacht voor alles wat er
geschapen is een litteraire lafenis is in deze
woestijn van verdorrende zwartgalligheid.
C. J. E. DINAUX.
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 22 JULI
Luxor: „Moord in de Tour de France", 14
j.. 2. 7 en 9.15 uur. City: „Captain Blood", 14
j.. 2.15, 4.30. 7 en 9.15 uur: „De Woudlopers",
alle leeft., 11 uur. Spaarne: „Diamantstad",
14 j„ 2.30. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Secre
taresse na kantoortijd". 18 j.. 2.30, 7 en 9.15
uur. Rembrandt: „De klokkenluider van de
Notre Dame". 14 j.. 10.30 uur; „Soldaat
Boom", alle leeft.. 2, 4.15. 7 en 9.15 uur.
Palace: „De drie caballeros", alle leeft., 2,
4.15, 7 en 9.15 uur.
ZONDAG 23 JULI
Openluchttheater, Bloemendaal, Concert
HOV, 3 uur. Bioscopen: Middag- en avond
voorstellingen.
MAANDAG 24 JULI
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.