Londen: een eigen stijl G o. H Eigen opvattingen van ontwerpers Bemiddelaarster tussen de directie en vreemden Nieuw materiaal Feeling voor m ooff Lr een paar dagen gaan de v'mderen weer naar school. SS de jongslen voor het S de grote slap moeten ILemen. De zomervacan- toeft niet zo bijster veel o zonnige dagen gebracht ffl^kan me voorstellen, dat en 1 SI, ziin die de eerste schooldag met dankbaarheid jien naderen. Jan ook niei preilig ge- op regendagen in een T' niiiere en vlolle kindei- ffien lol één speelkamer SJloverd lhuis le moeien S. Te struikelen over do- mei poppenkleren. onder- j-len van mecanodozen en al •e oude en nieuwe spullen, die lot de inventaris van een speelkast behoren. IV] «w l.ar de ouders zullen hebben 'vwrepen. dat je nu eenmaal -«ilijk van een kind verlan- c'b kunt. dat het zodra het rtcent - keurig op een stoel sluis neemt en zich daar van de vroege morgen lot de late avo:id met praatjes kijken. Meuren of iets dergelijks fae- lighoudt. Dat spel ontaardt wel eens in een wilde hol- en stoeipartij op trappen en gan gen, zodat het huis er in een oogwenk uitziet of er een or kaan in heeft gewoed. Over een paar dagen is dat allemaal afgelopen. Dan paan de schooldeuren weer open. \jscfcien slaken we een zucht r-n verlichting. Laten we rtenwel niet vergeten, dat er wr ons dan ook een nieuwe uk begint. De opvoeding be- ;hi namelijk niet met de eer- ila minuut in het klasje en eindigt evenmin als de school uit gaat. L/sar vóór en daar na hebben wij een heel speciale taak, die in het kort hierop neerkomt, li', wij het onze kinderen ge- lellig maken. Ze zullen mei opgewekte gezichtjes thuisko men en ze zullen heel wat lethalen ie vertellen hebben. yaarna willen ze weer spelen of eens gezellig bij de ouders lillen, die voorlezen of be langstelling tonen voor de wonderlijke gedrochten, die lij in een paar minuien op papier zetten. J a laak is geen geringe. Wij kunnen het niet aan de onder wijzers overlaten onze kinde- ran voor het laiere leven te vormen. Niet omdat deze vrouwen en .nannen daarvoor ongeschikt zijn, maar omdat wij allemaal ons een speciale voorstelling maken van wat onze kinderen in de toekomst eigenlijk zouden moeten zijn. Njumand kan zeggen of deze illusies ook werkelijkheid worden, maar hef is ons werk een poging in dio richting le u ea arbeid die zwaarder wordt wanneer het kind overdag op de schoolbanken zoveel in- otukken op doet, dat het in oe uren thuis psychisch niet in staat is de gedachten van de ouders te volgen. X eel tact en veel liefde zijn daarvoor nodig. Aan ons die te brengen. HELEN. Natuurlijk is Parijs de baker mat van de mode, maar dat neemt niet weg, dat ook Londen een eigen stijl propageert, aan gepast aan de wensen en ver langens van de Engelse en de Amerikaanse vrouw. En met succes. Er zijn zelfs velen die de Britse manier van kleden prefe reren, omdat de modellen zoveel meer zijn ingesteld op het leven van alledag. De Engelse Haute Couture heeft zich voor het eerst weer vrijelijk kunnen uit leven in de mooiste materialen, nu eindelijk de bindende naoor logse wetten en bepalingen zijn opgeheven. Het resultaat is een buitengewoon aantrekkelijk mo de-silhouet, vloeiend van lijn, met natuurlijke of ronde schou derlijn en geaccentueerde taille. Sommige ontwerpers, speciaal die van sportieve kleding, hou den vast aan de klassiek-Engel- se strenge enietwat hoekige lijnen, maar zij vormen toch een uitzondering. De rokken worden nog korter en daaruit blijkt wel, dat de ontwerpers hun eigen op vattingen volgen en niet de Franse, die een langere rok voorschrijven. Met één oog gericht op de Amerikaanse markt hebben de couturiers hun productie van jurkjes - voor - alledag verhoogd en dat is heel plezierig, want wij vrouwen zijn tegenwoordig meer gebaat bij draagbare modellen in wol of crêpe, die jaren duren, dan bij de luxueuze ééndags- vlindertjes, die na één seizoen al hopeloos verouderd blijken. De tentjas, van boven wijd, naar de zoom nauw toelopend, ontbreekt in welhaast geen enke le collectie, maar schijnt toch geen succes te zijn. Een Cana dese inkoper verklaarde dat de vrouwen nu eindelijk genoeg hebben van reminiscenties aan de jaren twintig en dat ze wel eens weer een vrouwelijker sil houet wensen. Dat de ontwer pers deze hang naar romantiek toch wel doorzien hebben, ma- ij !éWereerd?SCp-'e'Ien borden °>o; er jpp n i?rfe Balmain QQn de linkerhand van zijn mannequin, de ander werd bij wijze van corsage op het décolleté bevestigd. Deze variatie op het thema hand schoen is afkomstig van Marcel Rochas. Het materiaal is zwart flu weel en het bijzondere is de sjaal van tulle, die op de rechter hand schoen is gefronsd. Ook het avondtasje is zeer apart. ken we op uit het feit dat er een kwistig gebruik is gemaakt van moffen en capes, deze laatste zowel voor overdag als 's avonds. De geklede mantels voor de ko mende herst en winter zijn meest in fluweel uitgevoerd. Ze sluiten strak aan. hebben een nauwe taille op de natuurlijke plaats of zijn gesneden als een robe prin- cesse. De kragen op deze man tels zijn bescheiden, in tegen stelling tot die van de zware wollen en tweed jassen, die nog al omvangrijk lijken. Alle man tels hebben één ding gemeen: zowel de zakken als de knopen zijn laag aangebracht. Bij de mantelpakken valt het volle licht op de jasjes. De rok ken zijn uiterst simpel, nauw toelopend, zonder plooien of splitten, aangezien de makers veronderstellen dat de kortere rokken de draagsters toch wel genoeg bewegingsvrijheid laten. Een van de belangrijkste huizen vond inspiratie in de jaren vóór de eerste wereldoorlog, maar de gewone klassieke tailleur bleek bij de overzeese inkopers toch meer in de smaak te vallen dan het gestyleerde model. De cocktail jurken imiteren de snit van de tailor-mades. De ran ke rokken, van voren nauw, hebben wat ruimte geconcen treerd op de rug. Revers en zak ken zijn heel belangrijk. Een, van de opvallendste avondtoiletten was van de be kende couturier Victor Stiebel. Het was een creatie van cham- pagnekleurige faille met een overkleed van zwarte kant. Het lijfje, rijkelijk geborduurd met gitten, deed sterk denken aan de tachtiger jaren van de vorige eeuw. Accessoires spelen in alle col lecties een grote rol. Dat is geen wonder, gezien de grote eenvoud van de meeste modellen. Er wa ren knopen van been. van leer, van plastic en metaal. De kno pen van plastic zijn vaak copieën van munten of geïnspireerd op oude militaire uniformen, die nog wel ergens in musea te be wonderen zijn. De mooiste corsages komen nog steeds uit Frankrijk, maar er is nu toch ook een Britse fir ma, die snoezige veren bloemen maakt. Die worden dan ook veelvuldig gebruikt, zowel op avondjurken als in het knoops gat van de tailleur. De dominerende modekleuren doorlopen het gamma van steen rood en oranje tot roestbruin en gember. Daarna volgen groen, in donkere nuances, en zwart. Weinig bruin. Voor de avond wit, grijs, lila, een rijke koper kleur en, natuurlijk, zwart. Favoriete stoffen zijn: fluweel, authentieke Schotse ruiten en angorawol voor overdag, bro- caat, faille en tulle voor de avond, met een tikje fluweel voor alle gelegenheden. Dit laat ste dus al net als in Parijs! Het populairst zijn misschien wel de double-faced stoffen, dubbelge- weven en aan beide zijden ver schillend van kleur of dessin. Een kleine sensatie verwekte een nieuw materiaalwollen shantung met een satijnen ach terkant. Het was verwerkt tot eenvoudige japonnetjes. Het aardigste nieuwtje van de shows was, zo dunkt het ons, de vondst 'van de ontwerpster He lena Jeffers. Zij toonde haar op vattingen eerst op gewone man nequins en daarna op een stel matrones. Waaruit al weer blijkt dat je niet per sé tot de „Big Ten", de tien grootste ontwer pers, behoeft te behoren, om met een goed idee voor de dag te ko men! ARLETTE. Christian Dior op zijn excentriekst! Let op de handschoenen, het collier van gitten en het kleine dopje van tulle. dat op de shows een deining onder de toeschouwers verwekte. Van Jacques Griffe zijn deze tas en avondhandschoenen van wit satijn met garneringen van steentjes en broderieën. Parijóc Silhouetten Parijs, 20 Augustus 1950. Marcel chard, bekend Parijs roman- en toneelschrijver, is zeer bevriend met Henri Jeanson en Marc-Gilbert Sauvajon, beide op hun beurt beroemd als dramaturg en auteur van filmdialogen. Dikwijls kan men dit trio bovendien nog aantreffen in gezelschap van de filmacteur Jean Gabin, geïnstalleerd in een litterair café op de boulevard Saint-Germain gelegen aan de linker Seine-oever. Jean Gabin is U na tuurlijk allemaal wel bekend. U heeft waarschijnlijk evenveel geno ten als ondergetekende van zijn film Quai des Brumes waarin hij de hoofdrol speelde tezamen met Michèle Morgan. Tijdens de oorlog bevond Gabin zich in Hollywood. De filmmagnaten aldaai wisten echter zijn grote talent niet naar de juiste waarde te schatten. Men gaf hem steeds een soort gangsterrol te spe len en teleurgesteld en enigszins vergrijsd keerde hij na afloop van de oorlog weer naar Frankrijk terug. In Parijs trad hij in het huwelijk met een beeldschone mannequin. Komen wij weer op het trio terug. Deze week circuleerde het volgende verhaal over hen in Parijs. Het droe vig geval wilde dat de lievelings hond van Marcel Achard het tijde lijke met het eeuwige verwisseld had. Het dier heette Gamin-deugniet of kwajongen zoals ge weten zult van uw schooljaren. Alle vrienden van Marcel deel den zijn verdriet. Henri Jeanson belde zijn collega Marc-Gilbert Sau vajon op en zei: Hallo, mon cher Sauvajon, ik heb treurig nieuws. Gamin is dood. Had Sauvojon slecht geluisterd? In ieder geval dacht hij dat er sprake was van Gabin. Hoe is 't mogelijk antwoordt Marc- Gilbert. Gisteren was hij nog zo ge zond en zo vrolijk. Het is ellendig. „En is hij plotseling overleden?" „Och ja", zegt Jeanson niemand was er op voorbereid". Ontdaan hing Sauvajon de telefoon aan de haak en zei tegen zijn vrouw: „Ga bin is overleden". Madame Sauva jon schrok eveneens hevig en vond het raadzaam Jeanson nog eens op te bellen om precies te weten hoe dit alles gearriveerd was. Sauvajon nam dus weer de tele foon op en zei tegen Jeanson: „Hen ri? wij zijn geweldig onder de in druk over wat je ons zojuist gezegd hebt". En de andere weer: „Je hebt Het inmaken van tomaten in inmaakflessen De tomaten wassen en doormid den snijden. De flessen en deksels wassen in heet sodawater en naspoelen in schoon heet water. De flessen laten uitlek ken op een schone doek. De ringen 10 min. uitkoken. De flessen zo dicht mogelijk vul len met de tomaten tot 2 cm. onder de rand van de fles. Hierop naar verkiezing wat gekookt lauw water gieten: noodzakelijk is dit echter niet. Daarna de flessen sluiten met ring en deksel en de klemmen stevig op de deksels aanbrengen. De flessen vervolgens in een in- maakketel zetten (op een treef of plankje of doek), deze met lauw water bijvullen tot op 2/3 hoogte van de fles. Het water, verhitten tot 80 gr. C. en de tomaten een V2 uur op deze temperatuur pasteuriseren. De flessen uit de ketel halen, weg zetten op een plankje of houten aanrecht en bedekken met een doek om springen te voorkomèn. De klemmen pas verwijderen als de flessen volkomen koud zijn. T omatenpurêe inflessen De tomaten wassen, klein snijden en in een gesloten pan vlug tot moes koken. De massa goed zeven, zodat schil len en pitten verwijderd worden. Het tomatensap al of niet verder tot puree indampen en overdoen in uitgekookte of gezwavelde flessen of flesjes. De flessen sluiten met uitgeko.okte of gezwavelde kurken, deze goed in de flessen drukken, ge lijk afsnijden met de bovenrand van de fles en de hals van de fles in ge smolten lak of paraffine dompelen. T omatenketchup 1 kg tomaten, 2 dl. azijn, 100 gr. suiker. 1 theelepel zout, iets pijp kaneel, kruidnagel, gemberpoeder. De tomaten wassen, in vieren snij den en met ongeveer de helft van de azijn gaar laten koken. De massa zeven en vermengen met de rest van de azijn, de suiker,, het zout en de kruiden. De puree onder goed roeren vrij dik inkoken. De grove kruiden verwijderen en de ketchup overdoen in schone flesjes. Op de ketchup een laagje slaolie schenken en de flesjes losjes met een kurk sluiten. SECRETARESSE VAN MIJNHEER „confidential" R1 JLV rrt... In het secretariaat van het grote fabriekskantoor ra telt de telefoon. Marijke van Vliet, de secretaresse, slaakt een zucht. Een moment liggen haar handen werkeloos op de toetsen van haar schrijfmachine, voordat zij de hoorn van het toestel opneemt en enigs zins kortaf zegt: „Hallo, u spreekt met de secretaresse van mijnheer van Ree." Het is de chef van de afdeling export, die vraagt of hij een zakenrelatie bij de directie kan binnenleiden. „Komt hij van ver?" vraagt Marijke en even later... „O, is het een Amerikaan, De haas is op het ogenblik in bespreking met de jonge baas en de bedrijfsinge- nieurs. Die buitenlander moet in vredesnaam maar even wachten. Kun je hem niet naar het restau rant brengen? Ik zal opdracht ge ven, dat ze koffie en cake voor hem klaar maken en kondig hem maar aan, dat de baas met hem zal lunchen. Ik roep je wel op, als rtiijnheer van Ree vrij is. De rust keert weer. Marijke be peinst hoe haastig het leven van een secretaresse is. Zij heeft van morgen nauwelijks tijd gehad om in de postkamer de post voor de bazen uit te zoeken. De privé- brieven heeft ze eerst achter ge houden, omdat zjj de toiletten moest inspecteren en van schone hand doeken en zeep voorzien. Daarna was"het reeds tijd om de lunch met het keukenpersoneel te bespreken. „Vervelend", mompelt Marijke als zij hieraan denkt, „Nu moet dat ook weer veranderd worden". En toen weer terug naar haar ka mer om met de bijzondere feeling, die een secretaresse eigen is, uit te zoeken welke privé-brieven geslo. ten moeten blijven en welke ge opend mogen worden. Als er „per soonlijk" op een brief staat, bete kent dat afblijven. Bij „confiden tial" durft Marijke zich meestal ook wel in het geheim te mengen. Zij glimlacht bij deze gedachte. Het is een van de spannendste onder delen van haar werk. Aan het op bergen van de post komt zij zelden toe,, vandaar dat zij in de. stapel brieven de weg moeilijk kan terug vinden... De doos van Pandora Er klinken stappen in de aan grenzende directiekamer en voordat Marijke zich heeft kunnen reali seren, dat er iemand op komst is, wordt de deur met een ruk geopend en de jonge baas stormt binnen. „Juffrouw van Vliet, wilt U even de brief van enkele weken geleden, over dat nieuwe weeftoestel opzoe ken?" Marijke trekt een rimpel in het voorhoofd en kijkt bedenkelijk. „Vooruit, maak open de doos van Pandora", zegt de heer van Ree jr., - Terwijl Marijke in de paperassen duikt, vertelt ze terloops, dat er een Ame. rikaanse zakenrelatie in het restau rant zit te wachten en dat deze de directie wil spreken. De jonge baas is één en al"oor en zegt, dat ze binnen een paar minuten de Ame rikaan boven kan laten komen. Ma. rijke zegt: „All right". Zij weet, dat enkele minuten ook hier te ver gelijken zijn met een stief kwar- tier'ke. Ondertussen is zij er inderdaad in geslaagd de brief op te sporen. De baas draaft weer weg en Ma rijke geeft opdracht aan de keuken, de lunch uit te breiden tot drie personen. Daarna zet zij zich weer moeizaam tot het tikken van de brief. Dat werk vlot niet zo goed. als zij wel zou wensen. De oude baas is zeer actief en vlug in het dicteren, maar hg verandert tijdens deze bezigheid heel dikwijls van gedachten. En die gedachten zijn niet steeds bij te houden. Lang duurt de rust overigens niet. De telefoon ratelt opnieuw. Een chef moet onmiddellijk een der bedrijfsingenieurs spreken en Ma rijke zorgt, dat de verbinding tot stand komt. Zij voorziet een boos gezicht van de baas, maar het is nu eenmaal niet anders. Die morgen verstrijkt. De direc teuren lunchen en voeren bespre kingen met hun Amerikaanse gast. De secretaresse is hierbij aanwezig om aantekeningen te maken. Vérvolgens ontvangt Marijke klachten van de fabrieksarbeiders, waarvan de directeuren op de hoog te gebracht moeten worden. Zjj be looft de „aanklagers" haar bemid deling te zullen verlenen, hoewel zij weet, dat de bazen niet in de stem ming zijn voor deze kwestie. „Daar ben ik in ieder geval voorlopig van verlost", zucht ze, als de perso neelschef, die de klachten over bracht is vertrokken. In de middag zet Marijke thee voor de directie en de gasten. Zij telefoneert met de regeringsdepar tementen over uit- en invoerver gunningen. zendt berichten naar buitenlandse maatschappijen, per telex en plotseling komt de oudste directeur haar vertellen, dat hij de volgende dag naar Zürich zal ver trekken, per vliegtuig. Marijke houdt gesprekken met de K.L.M., over de reservering van een plaats in het vliegtuig en met hoteltele fonistes in Ziirich over de reserve ring van een hotelkamer. En als aan het eind van de mid dag de drukte zo luwt, dat zij nog wat post kan afwerken, belt er vlak voor half zes een zakenrelatie uit Rotterdam, waardoor Marijke juist haar trein naar huis mist. Eén geluk is er nog, n-L dat haar beste vriendin secretaresse bij deze rela tie is. Opgewekt, ondanks de ver moeienis,* begint Marijke dan ook: „Hallo Louise, ben jij ook zo afge beuld vandaag. Het is een storm loop van telefoontjes, mensen uit het bedrijf en buitenlanders geweest Ik voel me gewoonweg bemidde laarster tussen de directie en vreemden. Als er iets mis gaat vra gen ze mij om hét weer goed te ma ken. Verheven functie nietwaar?" Plotseling verschiet Marijke van kleur en vervalt 'n ogenblik in diep stilzwijgen. Aan de andere kant van de lijn, hoort n.l. niet Louise de woordenvloed aan, maar de direc teur van het Rotterdamse bedrijf. „Moet ik nog langer naar Uw ge ratel luisteren, juffrouw?" heeft deze weinig vriendelijk gevraagd. Als Marijke weer iets kan zeg gen, is het 'n deemoedig: „Ik zal U doorverbinden met mijnheer van Ree, mijnheer Hendriks. Neemt U me niet kwalijk dat ik U zo lang heb opgehouden. Ik dacht, dat Uw secretaresse aan de lijn was". Als de hoorn weer op het telefoontoe stel ligt, is Marijke's hoogrode kleur nog niet geheel verdwenen. Zij ruimt vlug de boel op en ver trekt, voordat de directeuren gele genheid zullen hebben, haar een re primande te geven. De telefoniste geniet nog even mee van Marrjke's avontuur. Maar Marijke zegt heel ernstig: „Dat is nu het leven van een secretaresse." Daphne. een goed hart, dat wist ik wel; Mar cel heeft heel veel verdriet". Daar twijfel ik niet aan, ant woordde Sauvajon, Marcel wil hem in zijn eigen tuin laten begraven. Wat zeg je? in zijn tuin? repeteerde Sauvajon, die ziin oren niet geloven kon. Ja, achterin zijn tuin. Van ont steltenis liet Sauvajon de hoorn van de telefoon vallen en wendde zich weer tot zijn vrouw. Dat is toch wel heel gek wat ik nu gehoord heb. Achard heeft toe stemming gevraagd om Gabin in zijn tuin te laten begraven!En de hoorn weer opnemend hoorde hij Jeanson op een nogal onverschillige toon zeggen: Je moest je verdriet nu ook maar weer niet overdrijven. Goed beschouwd was hij toch eigen lijk maar een bastaard! Een bastaard? hikte Sauvajon verontwaardigd. Henri, denk een beetje na over wat je zegt. Nou ja een doodgewoon cocker! En toen kwam dan tenslotte een einde aan het misverstand. Als twee filmdialogisten beginnen te impro- vieseren dan ziet U wel welke ver rassingen er ontstaan.... S De gastvrouwen van Parijs kunnen in drie talen glimlachen. Reeds eerder vertelde ik U iets over deze charmante wezens, die de vermoeide reiziger opwachten aan het Gare du Nord en het Gare Sint-Lazare. Het zijn experts in de kunst iemand op zijn gemak te stel len. Voordat zij in actieve dienst treden studeren zijn dan ook eerst twee jaar op de school voor toeris me. Daar wordt hun de vreemde talen onderwezen. Bovendien moe ten zij Parijs op hun duimpje ken nen, zowel de topographische, histo rische als artistieke aspecten. Na een eindexamen werken zij eerst 2 maanden op proef. Hun dagtaak be gint 's morens om 8 uur en eindigt des avonds 11 uur. Arbeid in conti- nue-bedrijf. De jongedames moeten veel succes hebben bij de Ameri kaanse en andere internationale toe risten die zij door de stad mogen leiden. In de vacantie is „Kleutertje luis ter!" een uitkomst Het is een ra diouitzending voor de kleuters en het duurt helaas maar een kwartier. Maar toch is het een vondst. Want met de voorpret ben je uren zoet en al voel je je na die vijftien minuten lichtelijk bekocht, de napret ver schaft ook heel wat afleiding. En dan maar weer wachten op de vol gende keer! Het kind Lïlibeth is erg in haar schik met dit surrogaat van de kleu terschool. Ze danst met de andere huiskamer kinder en de zevensprong en als het moet staat ze ijverig em mertjes water te pompen. De liedjes zijn prachtig en als er een ver haaltje wordt verteld zou ze wel In het toestel willen klimmen. Elke dag begint met dezelfde vragen: „Komt vandaag de groenteboer?" (vanwege de pruimen) en: „Is er vandaag ook een kinderuurtje in de radio?" Vanmorgen was het weer zover. De halve buurt troonde op mijn driedelig bankstel onder het jnotto „hoe meer zielen hoe meer vreugd". Zelfs een poppenkast zou onmogelijk verzaligder glimlachjes op al die ge zichtjes hebben kunnen toveren. Zo keken wij vroeger vermoedelijk als we luisterden naar het gekeuvel van die goede oude Antoinette van Dijk. Of we ons even weinig verbaasden over het wonder van die stem uit dat kastje herinner ik mij niet. Na de herkenningsmelodie, waar bij alle kinderlijfjes verrukt heen en weer wiegden, volgde het ver haaltje. Ze waren er in, allemaal. Muisstil. Wat een bezit toch, zo'n jradio! Maar toen ik even opstond en aan de knop draaide om iets beter af te stemmen klonk er opeens een nijdige stem: „Toe Mam, ga nu toch op zij. zo kan ik niets zien". Waaruit toch wel zonneklaar blijkt dat een kind geen televisie nodig heeft! VROUWENPAGINA van Zaterdag 26 Augustus 65ste Jaargang No. 196137

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1950 | | pagina 7