Londen: een eigen stijl
G
o.
H
Eigen opvattingen van
ontwerpers
Bemiddelaarster tussen de
directie en vreemden
Nieuw materiaal
Feeling voor
m ooff
Lr een paar dagen gaan de
v'mderen weer naar school.
SS de jongslen voor het
S de grote slap moeten
ILemen. De zomervacan-
toeft niet zo bijster veel
o zonnige dagen gebracht
ffl^kan me voorstellen, dat
en 1 SI, ziin die de eerste
schooldag met dankbaarheid
jien naderen.
Jan ook niei preilig ge-
op regendagen in een
T' niiiere en vlolle kindei-
ffien lol één speelkamer
SJloverd lhuis le moeien
S. Te struikelen over do-
mei poppenkleren. onder-
j-len van mecanodozen en al
•e oude en nieuwe spullen,
die lot de inventaris van een
speelkast behoren.
IV] «w
l.ar de ouders zullen hebben
'vwrepen. dat je nu eenmaal
-«ilijk van een kind verlan-
c'b kunt. dat het zodra het
rtcent - keurig op een stoel
sluis neemt en zich daar van
de vroege morgen lot de late
avo:id met praatjes kijken.
Meuren of iets dergelijks fae-
lighoudt. Dat spel ontaardt
wel eens in een wilde hol- en
stoeipartij op trappen en gan
gen, zodat het huis er in een
oogwenk uitziet of er een or
kaan in heeft gewoed. Over
een paar dagen is dat allemaal
afgelopen. Dan paan de
schooldeuren weer open.
\jscfcien slaken we een zucht
r-n verlichting. Laten we
rtenwel niet vergeten, dat er
wr ons dan ook een nieuwe
uk begint. De opvoeding be-
;hi namelijk niet met de eer-
ila minuut in het klasje en
eindigt evenmin als de school
uit gaat.
L/sar vóór en daar na hebben
wij een heel speciale taak, die
in het kort hierop neerkomt,
li', wij het onze kinderen ge-
lellig maken. Ze zullen mei
opgewekte gezichtjes thuisko
men en ze zullen heel wat
lethalen ie vertellen hebben.
yaarna willen ze weer spelen
of eens gezellig bij de ouders
lillen, die voorlezen of be
langstelling tonen voor de
wonderlijke gedrochten, die
lij in een paar minuien op
papier zetten.
J a laak is geen geringe. Wij
kunnen het niet aan de onder
wijzers overlaten onze kinde-
ran voor het laiere leven te
vormen. Niet omdat deze
vrouwen en .nannen daarvoor
ongeschikt zijn, maar omdat
wij allemaal ons een speciale
voorstelling maken van wat
onze kinderen in de toekomst
eigenlijk zouden moeten zijn.
Njumand kan zeggen of deze
illusies ook werkelijkheid
worden, maar hef is ons werk
een poging in dio richting le
u ea arbeid die zwaarder wordt
wanneer het kind overdag op
de schoolbanken zoveel in-
otukken op doet, dat het in
oe uren thuis psychisch niet
in staat is de gedachten van
de ouders te volgen.
X
eel tact en veel liefde zijn
daarvoor nodig. Aan ons die
te brengen.
HELEN.
Natuurlijk is Parijs de baker
mat van de mode, maar dat
neemt niet weg, dat ook Londen
een eigen stijl propageert, aan
gepast aan de wensen en ver
langens van de Engelse en de
Amerikaanse vrouw. En met
succes. Er zijn zelfs velen die de
Britse manier van kleden prefe
reren, omdat de modellen zoveel
meer zijn ingesteld op het leven
van alledag. De Engelse Haute
Couture heeft zich voor het
eerst weer vrijelijk kunnen uit
leven in de mooiste materialen,
nu eindelijk de bindende naoor
logse wetten en bepalingen zijn
opgeheven. Het resultaat is een
buitengewoon aantrekkelijk mo
de-silhouet, vloeiend van lijn,
met natuurlijke of ronde schou
derlijn en geaccentueerde taille.
Sommige ontwerpers, speciaal
die van sportieve kleding, hou
den vast aan de klassiek-Engel-
se strenge enietwat hoekige
lijnen, maar zij vormen toch een
uitzondering. De rokken worden
nog korter en daaruit blijkt wel,
dat de ontwerpers hun eigen op
vattingen volgen en niet de
Franse, die een langere rok
voorschrijven.
Met één oog gericht op de
Amerikaanse markt hebben de
couturiers hun productie van
jurkjes - voor - alledag verhoogd
en dat is heel plezierig, want wij
vrouwen zijn tegenwoordig meer
gebaat bij draagbare modellen in
wol of crêpe, die jaren duren,
dan bij de luxueuze ééndags-
vlindertjes, die na één seizoen al
hopeloos verouderd blijken.
De tentjas, van boven wijd,
naar de zoom nauw toelopend,
ontbreekt in welhaast geen enke
le collectie, maar schijnt toch
geen succes te zijn. Een Cana
dese inkoper verklaarde dat de
vrouwen nu eindelijk genoeg
hebben van reminiscenties aan
de jaren twintig en dat ze wel
eens weer een vrouwelijker sil
houet wensen. Dat de ontwer
pers deze hang naar romantiek
toch wel doorzien hebben, ma-
ij !éWereerd?SCp-'e'Ien borden
°>o; er jpp n i?rfe Balmain
QQn de linkerhand van
zijn mannequin, de ander werd bij
wijze van corsage op het décolleté
bevestigd.
Deze variatie op het thema hand
schoen is afkomstig van Marcel
Rochas. Het materiaal is zwart flu
weel en het bijzondere is de sjaal
van tulle, die op de rechter hand
schoen is gefronsd. Ook het
avondtasje is zeer apart.
ken we op uit het feit dat er een
kwistig gebruik is gemaakt van
moffen en capes, deze laatste
zowel voor overdag als 's avonds.
De geklede mantels voor de ko
mende herst en winter zijn meest
in fluweel uitgevoerd. Ze sluiten
strak aan. hebben een nauwe
taille op de natuurlijke plaats of
zijn gesneden als een robe prin-
cesse. De kragen op deze man
tels zijn bescheiden, in tegen
stelling tot die van de zware
wollen en tweed jassen, die nog
al omvangrijk lijken. Alle man
tels hebben één ding gemeen:
zowel de zakken als de knopen
zijn laag aangebracht.
Bij de mantelpakken valt het
volle licht op de jasjes. De rok
ken zijn uiterst simpel, nauw
toelopend, zonder plooien of
splitten, aangezien de makers
veronderstellen dat de kortere
rokken de draagsters toch wel
genoeg bewegingsvrijheid laten.
Een van de belangrijkste huizen
vond inspiratie in de jaren vóór
de eerste wereldoorlog, maar de
gewone klassieke tailleur bleek
bij de overzeese inkopers toch
meer in de smaak te vallen dan
het gestyleerde model.
De cocktail jurken imiteren de
snit van de tailor-mades. De ran
ke rokken, van voren nauw,
hebben wat ruimte geconcen
treerd op de rug. Revers en zak
ken zijn heel belangrijk.
Een, van de opvallendste
avondtoiletten was van de be
kende couturier Victor Stiebel.
Het was een creatie van cham-
pagnekleurige faille met een
overkleed van zwarte kant. Het
lijfje, rijkelijk geborduurd met
gitten, deed sterk denken aan de
tachtiger jaren van de vorige
eeuw.
Accessoires spelen in alle col
lecties een grote rol. Dat is geen
wonder, gezien de grote eenvoud
van de meeste modellen. Er wa
ren knopen van been. van leer,
van plastic en metaal. De kno
pen van plastic zijn vaak copieën
van munten of geïnspireerd op
oude militaire uniformen, die
nog wel ergens in musea te be
wonderen zijn.
De mooiste corsages komen
nog steeds uit Frankrijk, maar
er is nu toch ook een Britse fir
ma, die snoezige veren bloemen
maakt. Die worden dan ook
veelvuldig gebruikt, zowel op
avondjurken als in het knoops
gat van de tailleur.
De dominerende modekleuren
doorlopen het gamma van steen
rood en oranje tot roestbruin en
gember. Daarna volgen groen,
in donkere nuances, en zwart.
Weinig bruin. Voor de avond
wit, grijs, lila, een rijke koper
kleur en, natuurlijk, zwart.
Favoriete stoffen zijn: fluweel,
authentieke Schotse ruiten en
angorawol voor overdag, bro-
caat, faille en tulle voor de
avond, met een tikje fluweel
voor alle gelegenheden. Dit laat
ste dus al net als in Parijs! Het
populairst zijn misschien wel de
double-faced stoffen, dubbelge-
weven en aan beide zijden ver
schillend van kleur of dessin.
Een kleine sensatie verwekte
een nieuw materiaalwollen
shantung met een satijnen ach
terkant. Het was verwerkt tot
eenvoudige japonnetjes.
Het aardigste nieuwtje van de
shows was, zo dunkt het ons, de
vondst 'van de ontwerpster He
lena Jeffers. Zij toonde haar op
vattingen eerst op gewone man
nequins en daarna op een stel
matrones. Waaruit al weer blijkt
dat je niet per sé tot de „Big
Ten", de tien grootste ontwer
pers, behoeft te behoren, om met
een goed idee voor de dag te ko
men! ARLETTE.
Christian Dior op zijn excentriekst!
Let op de handschoenen, het collier
van gitten en het kleine dopje van
tulle. dat op de shows een deining
onder de toeschouwers verwekte.
Van Jacques Griffe zijn deze tas en
avondhandschoenen van wit satijn
met garneringen van steentjes en
broderieën.
Parijóc Silhouetten
Parijs, 20 Augustus 1950.
Marcel chard, bekend Parijs
roman- en toneelschrijver, is
zeer bevriend met Henri Jeanson en
Marc-Gilbert Sauvajon, beide op
hun beurt beroemd als dramaturg en
auteur van filmdialogen. Dikwijls
kan men dit trio bovendien nog
aantreffen in gezelschap van de
filmacteur Jean Gabin, geïnstalleerd
in een litterair café op de boulevard
Saint-Germain gelegen aan de linker
Seine-oever. Jean Gabin is U na
tuurlijk allemaal wel bekend. U
heeft waarschijnlijk evenveel geno
ten als ondergetekende van zijn film
Quai des Brumes waarin hij de
hoofdrol speelde tezamen met
Michèle Morgan. Tijdens de oorlog
bevond Gabin zich in Hollywood. De
filmmagnaten aldaai wisten echter
zijn grote talent niet naar de juiste
waarde te schatten. Men gaf hem
steeds een soort gangsterrol te spe
len en teleurgesteld en enigszins
vergrijsd keerde hij na afloop van
de oorlog weer naar Frankrijk terug.
In Parijs trad hij in het huwelijk
met een beeldschone mannequin.
Komen wij weer op het trio terug.
Deze week circuleerde het volgende
verhaal over hen in Parijs. Het droe
vig geval wilde dat de lievelings
hond van Marcel Achard het tijde
lijke met het eeuwige verwisseld
had. Het dier heette Gamin-deugniet
of kwajongen zoals ge weten zult
van uw schooljaren.
Alle vrienden van Marcel deel
den zijn verdriet. Henri Jeanson
belde zijn collega Marc-Gilbert Sau
vajon op en zei: Hallo, mon cher
Sauvajon, ik heb treurig nieuws.
Gamin is dood. Had Sauvojon slecht
geluisterd? In ieder geval dacht hij
dat er sprake was van Gabin. Hoe
is 't mogelijk antwoordt Marc-
Gilbert. Gisteren was hij nog zo ge
zond en zo vrolijk. Het is ellendig.
„En is hij plotseling overleden?"
„Och ja", zegt Jeanson niemand
was er op voorbereid". Ontdaan
hing Sauvajon de telefoon aan de
haak en zei tegen zijn vrouw: „Ga
bin is overleden". Madame Sauva
jon schrok eveneens hevig en vond
het raadzaam Jeanson nog eens op te
bellen om precies te weten hoe dit
alles gearriveerd was.
Sauvajon nam dus weer de tele
foon op en zei tegen Jeanson: „Hen
ri? wij zijn geweldig onder de in
druk over wat je ons zojuist gezegd
hebt". En de andere weer: „Je hebt
Het inmaken van
tomaten in
inmaakflessen
De tomaten wassen en doormid
den snijden.
De flessen en deksels wassen in heet
sodawater en naspoelen in schoon
heet water. De flessen laten uitlek
ken op een schone doek. De ringen
10 min. uitkoken.
De flessen zo dicht mogelijk vul
len met de tomaten tot 2 cm. onder
de rand van de fles. Hierop naar
verkiezing wat gekookt lauw water
gieten: noodzakelijk is dit echter
niet. Daarna de flessen sluiten met
ring en deksel en de klemmen stevig
op de deksels aanbrengen.
De flessen vervolgens in een in-
maakketel zetten (op een treef of
plankje of doek), deze met lauw
water bijvullen tot op 2/3 hoogte
van de fles. Het water, verhitten tot
80 gr. C. en de tomaten een V2 uur
op deze temperatuur pasteuriseren.
De flessen uit de ketel halen, weg
zetten op een plankje of houten
aanrecht en bedekken met een doek
om springen te voorkomèn. De
klemmen pas verwijderen als de
flessen volkomen koud zijn.
T omatenpurêe inflessen
De tomaten wassen, klein snijden
en in een gesloten pan vlug tot moes
koken.
De massa goed zeven, zodat schil
len en pitten verwijderd worden.
Het tomatensap al of niet verder
tot puree indampen en overdoen in
uitgekookte of gezwavelde flessen
of flesjes. De flessen sluiten met
uitgeko.okte of gezwavelde kurken,
deze goed in de flessen drukken, ge
lijk afsnijden met de bovenrand van
de fles en de hals van de fles in ge
smolten lak of paraffine dompelen.
T omatenketchup
1 kg tomaten, 2 dl. azijn, 100 gr.
suiker. 1 theelepel zout, iets pijp
kaneel, kruidnagel, gemberpoeder.
De tomaten wassen, in vieren snij
den en met ongeveer de helft van
de azijn gaar laten koken. De massa
zeven en vermengen met de rest
van de azijn, de suiker,, het zout en
de kruiden. De puree onder goed
roeren vrij dik inkoken. De grove
kruiden verwijderen en de ketchup
overdoen in schone flesjes. Op de
ketchup een laagje slaolie schenken
en de flesjes losjes met een kurk
sluiten.
SECRETARESSE VAN MIJNHEER
„confidential"
R1
JLV
rrt... In het secretariaat van
het grote fabriekskantoor ra
telt de telefoon. Marijke van Vliet,
de secretaresse, slaakt een zucht.
Een moment liggen haar handen
werkeloos op de toetsen van haar
schrijfmachine, voordat zij de hoorn
van het toestel opneemt en enigs
zins kortaf zegt: „Hallo, u spreekt
met de secretaresse van mijnheer
van Ree." Het is de chef van de
afdeling export, die vraagt of hij
een zakenrelatie bij de directie kan
binnenleiden. „Komt hij van ver?"
vraagt Marijke en even later... „O,
is het een Amerikaan, De haas is
op het ogenblik in bespreking met
de jonge baas en de bedrijfsinge-
nieurs. Die buitenlander moet in
vredesnaam maar even wachten.
Kun je hem niet naar het restau
rant brengen? Ik zal opdracht ge
ven, dat ze koffie en cake voor
hem klaar maken en kondig hem
maar aan, dat de baas met hem
zal lunchen. Ik roep je wel op, als
rtiijnheer van Ree vrij is.
De rust keert weer. Marijke be
peinst hoe haastig het leven van
een secretaresse is. Zij heeft van
morgen nauwelijks tijd gehad om
in de postkamer de post voor de
bazen uit te zoeken. De privé-
brieven heeft ze eerst achter ge
houden, omdat zjj de toiletten moest
inspecteren en van schone hand
doeken en zeep voorzien. Daarna
was"het reeds tijd om de lunch met
het keukenpersoneel te bespreken.
„Vervelend", mompelt Marijke
als zij hieraan denkt, „Nu moet dat
ook weer veranderd worden".
En toen weer terug naar haar ka
mer om met de bijzondere feeling,
die een secretaresse eigen is, uit te
zoeken welke privé-brieven geslo.
ten moeten blijven en welke ge
opend mogen worden. Als er „per
soonlijk" op een brief staat, bete
kent dat afblijven. Bij „confiden
tial" durft Marijke zich meestal
ook wel in het geheim te mengen.
Zij glimlacht bij deze gedachte. Het
is een van de spannendste onder
delen van haar werk. Aan het op
bergen van de post komt zij zelden
toe,, vandaar dat zij in de. stapel
brieven de weg moeilijk kan terug
vinden...
De doos van Pandora
Er klinken stappen in de aan
grenzende directiekamer en voordat
Marijke zich heeft kunnen reali
seren, dat er iemand op komst is,
wordt de deur met een ruk geopend
en de jonge baas stormt binnen.
„Juffrouw van Vliet, wilt U even
de brief van enkele weken geleden,
over dat nieuwe weeftoestel opzoe
ken?" Marijke trekt een rimpel in
het voorhoofd en kijkt bedenkelijk.
„Vooruit, maak open de doos van
Pandora", zegt de heer van Ree jr.,
- Terwijl
Marijke in de paperassen duikt,
vertelt ze terloops, dat er een Ame.
rikaanse zakenrelatie in het restau
rant zit te wachten en dat deze de
directie wil spreken. De jonge baas
is één en al"oor en zegt, dat ze
binnen een paar minuten de Ame
rikaan boven kan laten komen. Ma.
rijke zegt: „All right". Zij weet,
dat enkele minuten ook hier te ver
gelijken zijn met een stief kwar-
tier'ke.
Ondertussen is zij er inderdaad
in geslaagd de brief op te sporen.
De baas draaft weer weg en Ma
rijke geeft opdracht aan de keuken,
de lunch uit te breiden tot drie
personen. Daarna zet zij zich weer
moeizaam tot het tikken van de
brief. Dat werk vlot niet zo goed.
als zij wel zou wensen. De oude
baas is zeer actief en vlug in het
dicteren, maar hg verandert tijdens
deze bezigheid heel dikwijls van
gedachten. En die gedachten zijn
niet steeds bij te houden.
Lang duurt de rust overigens
niet. De telefoon ratelt opnieuw.
Een chef moet onmiddellijk een der
bedrijfsingenieurs spreken en Ma
rijke zorgt, dat de verbinding tot
stand komt. Zij voorziet een boos
gezicht van de baas, maar het is
nu eenmaal niet anders.
Die morgen verstrijkt. De direc
teuren lunchen en voeren bespre
kingen met hun Amerikaanse gast.
De secretaresse is hierbij aanwezig
om aantekeningen te maken.
Vérvolgens ontvangt Marijke
klachten van de fabrieksarbeiders,
waarvan de directeuren op de hoog
te gebracht moeten worden. Zjj be
looft de „aanklagers" haar bemid
deling te zullen verlenen, hoewel zij
weet, dat de bazen niet in de stem
ming zijn voor deze kwestie. „Daar
ben ik in ieder geval voorlopig van
verlost", zucht ze, als de perso
neelschef, die de klachten over
bracht is vertrokken.
In de middag zet Marijke thee
voor de directie en de gasten. Zij
telefoneert met de regeringsdepar
tementen over uit- en invoerver
gunningen. zendt berichten naar
buitenlandse maatschappijen, per
telex en plotseling komt de oudste
directeur haar vertellen, dat hij de
volgende dag naar Zürich zal ver
trekken, per vliegtuig. Marijke
houdt gesprekken met de K.L.M.,
over de reservering van een plaats
in het vliegtuig en met hoteltele
fonistes in Ziirich over de reserve
ring van een hotelkamer.
En als aan het eind van de mid
dag de drukte zo luwt, dat zij nog
wat post kan afwerken, belt er
vlak voor half zes een zakenrelatie
uit Rotterdam, waardoor Marijke
juist haar trein naar huis mist. Eén
geluk is er nog, n-L dat haar beste
vriendin secretaresse bij deze rela
tie is. Opgewekt, ondanks de ver
moeienis,* begint Marijke dan ook:
„Hallo Louise, ben jij ook zo afge
beuld vandaag. Het is een storm
loop van telefoontjes, mensen uit
het bedrijf en buitenlanders geweest
Ik voel me gewoonweg bemidde
laarster tussen de directie en
vreemden. Als er iets mis gaat vra
gen ze mij om hét weer goed te ma
ken. Verheven functie nietwaar?"
Plotseling verschiet Marijke van
kleur en vervalt 'n ogenblik in diep
stilzwijgen. Aan de andere kant
van de lijn, hoort n.l. niet Louise de
woordenvloed aan, maar de direc
teur van het Rotterdamse bedrijf.
„Moet ik nog langer naar Uw ge
ratel luisteren, juffrouw?" heeft
deze weinig vriendelijk gevraagd.
Als Marijke weer iets kan zeg
gen, is het 'n deemoedig: „Ik zal
U doorverbinden met mijnheer van
Ree, mijnheer Hendriks. Neemt U
me niet kwalijk dat ik U zo lang
heb opgehouden. Ik dacht, dat Uw
secretaresse aan de lijn was". Als
de hoorn weer op het telefoontoe
stel ligt, is Marijke's hoogrode
kleur nog niet geheel verdwenen.
Zij ruimt vlug de boel op en ver
trekt, voordat de directeuren gele
genheid zullen hebben, haar een re
primande te geven.
De telefoniste geniet nog even
mee van Marrjke's avontuur. Maar
Marijke zegt heel ernstig: „Dat is
nu het leven van een secretaresse."
Daphne.
een goed hart, dat wist ik wel; Mar
cel heeft heel veel verdriet".
Daar twijfel ik niet aan, ant
woordde Sauvajon,
Marcel wil hem in zijn eigen
tuin laten begraven. Wat zeg je?
in zijn tuin? repeteerde Sauvajon,
die ziin oren niet geloven kon.
Ja, achterin zijn tuin. Van ont
steltenis liet Sauvajon de hoorn van
de telefoon vallen en wendde zich
weer tot zijn vrouw.
Dat is toch wel heel gek wat ik
nu gehoord heb. Achard heeft toe
stemming gevraagd om Gabin in zijn
tuin te laten begraven!En de
hoorn weer opnemend hoorde hij
Jeanson op een nogal onverschillige
toon zeggen: Je moest je verdriet
nu ook maar weer niet overdrijven.
Goed beschouwd was hij toch eigen
lijk maar een bastaard!
Een bastaard? hikte Sauvajon
verontwaardigd. Henri, denk een
beetje na over wat je zegt.
Nou ja een doodgewoon cocker!
En toen kwam dan tenslotte een
einde aan het misverstand. Als twee
filmdialogisten beginnen te impro-
vieseren dan ziet U wel welke ver
rassingen er ontstaan....
S
De gastvrouwen van Parijs kunnen
in drie talen glimlachen.
Reeds eerder vertelde ik U iets
over deze charmante wezens, die de
vermoeide reiziger opwachten aan
het Gare du Nord en het Gare
Sint-Lazare. Het zijn experts in de
kunst iemand op zijn gemak te stel
len. Voordat zij in actieve dienst
treden studeren zijn dan ook eerst
twee jaar op de school voor toeris
me. Daar wordt hun de vreemde
talen onderwezen. Bovendien moe
ten zij Parijs op hun duimpje ken
nen, zowel de topographische, histo
rische als artistieke aspecten. Na
een eindexamen werken zij eerst 2
maanden op proef. Hun dagtaak be
gint 's morens om 8 uur en eindigt
des avonds 11 uur. Arbeid in conti-
nue-bedrijf. De jongedames moeten
veel succes hebben bij de Ameri
kaanse en andere internationale toe
risten die zij door de stad mogen
leiden.
In de vacantie is „Kleutertje luis
ter!" een uitkomst Het is een ra
diouitzending voor de kleuters en
het duurt helaas maar een kwartier.
Maar toch is het een vondst. Want
met de voorpret ben je uren zoet en
al voel je je na die vijftien minuten
lichtelijk bekocht, de napret ver
schaft ook heel wat afleiding. En
dan maar weer wachten op de vol
gende keer!
Het kind Lïlibeth is erg in haar
schik met dit surrogaat van de kleu
terschool. Ze danst met de andere
huiskamer kinder en de zevensprong
en als het moet staat ze ijverig em
mertjes water te pompen. De liedjes
zijn prachtig en als er een ver
haaltje wordt verteld zou ze wel In
het toestel willen klimmen. Elke dag
begint met dezelfde vragen: „Komt
vandaag de groenteboer?" (vanwege
de pruimen) en: „Is er vandaag ook
een kinderuurtje in de radio?"
Vanmorgen was het weer zover.
De halve buurt troonde op mijn
driedelig bankstel onder het jnotto
„hoe meer zielen hoe meer vreugd".
Zelfs een poppenkast zou onmogelijk
verzaligder glimlachjes op al die ge
zichtjes hebben kunnen toveren. Zo
keken wij vroeger vermoedelijk als
we luisterden naar het gekeuvel van
die goede oude Antoinette van Dijk.
Of we ons even weinig verbaasden
over het wonder van die stem uit
dat kastje herinner ik mij niet.
Na de herkenningsmelodie, waar
bij alle kinderlijfjes verrukt heen
en weer wiegden, volgde het ver
haaltje. Ze waren er in, allemaal.
Muisstil. Wat een bezit toch, zo'n
jradio! Maar toen ik even opstond en
aan de knop draaide om iets beter
af te stemmen klonk er opeens een
nijdige stem: „Toe Mam, ga nu toch
op zij. zo kan ik niets zien". Waaruit
toch wel zonneklaar blijkt dat een
kind geen televisie nodig heeft!
VROUWENPAGINA
van
Zaterdag 26 Augustus
65ste Jaargang No. 196137