Het Hek van de Dam- Cestui «d tegen het water In Kootwijk stemt men af op de zon Herfst ie de stad 9 Septenvber 1950 Dorpen door het Haarlemmermeer verzwolgen Zondag: Ballet Recital in Openluchttheater De in Mei 1949 opgerichte stichting „Bal let Recital" onder leiding van Sonia Gaskell verzorgt Zondagavond in Bloe- mendaals Openluchttheater een uitvoering van hetzelfde programma, waarvoor wij reeds een warme aanbeveling schreven, doch dat verleden week wegens regenval moest worden uitgesteld. De genoemde stichting heeft ten doel het streven ter bevordering van het Nederlandse ballet te steunen en daadwerkelijk al datgene te doen wat kan bijdragen tot de vorming van een goed ensemble en tot het kweken van belangstelling voor de danskunst bij het publiek. Volgens een recent onderzoek door het Nederlands Instituut voor Publieke Opinie geeft 12% der ondervraagde personen de voorkeur aan het ballet, gaat 30% liever naar concerten en 58% naar toneelvoor stellingen. Vooral in de steden is onder middenstanders en welgestelden de inte resse relatief tamelijk groot. Zondagavond zal het de afscheidsvoor- stelling zijn van Pieter van der Sloot, die gemeend heeft er goed aan te doen dit seizoen deel te gaan uitmaken van het Balet der Lage Landen. Zijn plaats als eerste danser zal daarna worden ingeno men door de thans te Parijs woonachtige Wladimir Kalichewsky, die geruime tijd als solist aan het Engelse ballet Rambert ver bonden is geweest. Handelsbesprekingen tussen West- en Oost-Duitsland Te Berlijn zijn tussen vertegenwoordi gers van de West-Duitse en de Oost- Duitse regering besprekingen begonnen over het sluiten van een nieuwe inter zonale handelsovereenkomst ter vervan ging van de oude overeenkomst, die in Juni is afgelopen. Een van de belangrijkste problemen, die het onderwerp van bespreking zullen zijn, is het Oost-Duitse verzoek om meer kolen en staal uit het Ruhrgebied. Tijdens de oorlog ontdekten Engelse radartechnici dat de zon radiogolven uitzendt is;? eaan wij het feit herdenken dat -•■Vijar «eleden is dat het Haarlem- *4: een polder werd. Dan zal er na- door ons aandacht geschonken tZ aan het werk der droogmaking. T^-isalen wjj 0ns tot het feit dat het tas 'vier eeuwen geleden is dat het «Haarlemmermeer ontstond. De juiste Üjsni'et bekend,maar algemeen wordt ^cen het midden der 16e eeuw. (In Arische Atlas van Noord-Nederland £dê datum kort voor 1552 gesteld.) •vorenstaande tekening krijgt men aciuk van de samenvloeiing der -4 hst Haarlemmer-, het Spiering-, en het Oude Meer. V;mliagende gronden werden op en- amten wel beschermd door dijken, eö bleek niet afdoende. Herhaalde- jtaibelde de golfslag het kon soms oo de meren stormen! grond «ïaardoor de watervlakten groter g. Door lijnen met jaartallen is op ■j&rt aangegeven wanneer de grond caging. ijitt afgraven van veengronden, om ti krijgen voor de kachel, heeft een m invloed gehad en zal op vele te wel aanleiding geweest zijn dat van de meren vrij spel kreeg, ii'urlemmermeer, dat in 1531 een had van 5600 ha, was in 1591 8,1,590 ha en in 1647 14.450 ha. (De pis nu 18,302 ha.) voorouders hebben een voortduren- i.crijd tegen het water moeten voeren, in het begin der 17e eeuw werd in- dat hier slechts krachtige maat houden helpen. Het eerste plan tot ranting dagtekent reeds van 1617. Er te dus meer dan twee eeuwen ver- ivoor inderdaad tot droogmaking be- s-r: werd. Ka kon aan het eind der 16e eeuw met E wagen rijden van Hillegom naar de feop. Daar was toen een voetveer naar fa-Vennep en van dit eiland kon men, «aipolsstok gewapend, om over ver- lende sloten te springen, Aalsmeer kaa. fc de kaart zijn ook drie dorpen aan- fsns, die door het water verzwolgen rén. Het zijn: Nieuwerkerk, Rijk (ook ai&twijck genoemd) en Vijfhuizen. In swkerk zijn twee kerken verzwolgen, is 1480 en één in het laatst der 17e Van Rijk (Rietwijck) werd een kerk Kist water in 1600. k Vijfhuizen, dat door het water kweggevaagd, was een klein gehucht, ïf». kerk bezat. Het eigenlijke Vijf- Be lag veel Westelijker en nog buiten van hel Meer. I aantal woningen in Nieuwerkerk te* in 1594 60 en in 1514 48. In 1632 Nk aantal geslonken tot 28, maar in p waren alle huizen op één na door het för vernield. Inbaar zijn bij het ondergaan van de pade dorpen geen mensenlevens te pSren geweest. De archieven vermel- Ftaaxvan niets. U'tf, toen ide Haarlemmermeerpolder pan was, zijn de dorpen Nieuwerkerk Lw,e5 omveer op dezelfde plaats g®. Vijfhuizen werd veel Westelijker maar ook reeds in de 16e eeuw een Vijfhuizen in die omgeving. C necben getracht te weten te komen "Jw geleden, bij het droogleggen ITfonQen Waar°P vroeger de genoemde hebben, nog restanten ge- ep tun. In de archieven is daarvan opgetekend. „d vroegen de mening aan een deskun- K °ÜS mededeeWe: Het verwondert dat er geen melding gemaakt >cn vondsten van belang. Allereerst htn klein. De meeste '."P :n we^ van hout opgetrokken ^weest, want er werd in de 16e eeuw thiftsn !HÜ^huizen nog heel weinig Rwn 1? i Bovendien hebben enige üisi g°!ven over de vernielde wo- gaeji gebouwen gespoeld, want de u J drie meter hoger gestaan grondvlak van de Meer. anders b«: Toen de Meer fcÜ&toL j Was' werden daar eigen- fen ""getroffen. Veel orde rno bet aa" te nemen is, dat te vinden was, dit niet in W ;en-1S van mensen die het «fe bben uit ontzag voor onze T ss »dpn °.rastandigheid is dat er een Minware!!1 °n* land n°g geen des- hfe. Die kwamen gebied van °Pgra~ va. i Pas aan het einde der ?0ste eeuw- Aanvan- '4ai aje *®n°ok alleen waarde aan en aZJöela"g waren voor een ^iattooh T is veel verloren ge- het levpn11^kenis had kunnen 'jV- eeuwen h Ian onze Vo°rouders in iaCd°bcter te leren kennen. Indertijd oud aarde- werk gevonden (zogenaamde kalkhoentjes en braadmannetjes). Ook is daar een ge zonken oud schip blootgelegd, maar (het was omstreeks 1900) daaraan werd toen geen waarde gehecht. Indertijd hebben er heel wat schepen op het Haarlemmermeer gevaren. Tijdens het beleg van Haarlem is er zelfs een slag geleverd. (Van dit gevecht hangt een schilderij in het Rijksmuseum.) Maar ook van deze schepen zijn alleen wat metalen (o.a. lopen van kanonnen) teruggevonden. Nu is er geen kans meer dat er in de polders iets belangrijks wordt opgedolven, want in de loop der jaren is de grond zó vaak doorploegd, dat er hoogstens nog wat scherven te vinden zijn. Als curiositeit vermelden wij tenslotte dat I in 1888 in het Duitse weekblad „Garten- I laube" geschreven werd: „Vermeldenswaardig zijn de schatten i aan edele metalen, die bij de ondergang I van de Spaanse Armada voor de Neder landse kust in de Noordzee verdwenen, welke volgens nieuwere veronderstel lingen op de bodem van het Haarlemmer Meer zouden rusten. Intussen is de be doelde binnenzee drooggelegd, maar men vond de daar zo vurig verwachte schatten niet, ofschoon er wrakstukken van de tot zinken gebrachte Spaanse oorlogsschepen werden blootgelegd. De schepen moeten dus in volle zee vergaan zijn, want zo goed als men de bronzen scheepskanon- nen van de Spanjaarden in de Haarlem mermeerpolder terug vond, zou men ook de edele metaalsohatten hebben kunnen ontdekken". De Duitse schrijver heeft de Spaanse schepen, die op het Meer gevochten heb ben, verward met die van de onoverwin nelijke vloot. In Haarlemmermeer zal geen Neder lander naar de schatten van de Armada gaan zoeken! In Kootwijk zijn thans radiotechnici, meteorologen en sterrekundigen bezig te onderzoeken of de zon radiogolven uit zendt, zulks naar aanleiding van een ont dekking, die radiodeskundigen in Engeland tijdens de oorlog deden. In het voorjaar van 1942 was het de Duitse vliegtuigen niet langer mogelijk, bij verrassing aanvallen op Engeland te doen, want langs de Britse kust was een net van radarstations gevormd, waarmee de aan wezigheid van vliegtuigen op tientallen mijlen van de kust kon worden waarge nomen. Enkele van deze stations werden uitgerust met zelfrichtende antennes. Toen men deze nieuwe vinding in gebruik nam. gebeurde er iets vreemds: de radar-anten nes keren zich naar de zon en bleven deze op haar baan aan de hemel volgen. Er was maar één verklaring: de zon zond stralen uit waarvoor deze ontvangers gevoelig zijn; radiogolven van zeer korte golflengte. Deze ontdekking werd pas na het einde van de oorlog bekend gemaakt en zij trok grote belangstelling van radiotechnici en sterrekundigen. De radiotechnici hadden een practische reden voor hun belangstel ling, daar de laatste jaren steeds meer ge bruik wordt gemaakt van zeer korte radio golven. Het is bekend, welke vlucht de te levisie in Engeland en Amerika heeft ge nomen. De plannen om ook in Nederland televisieprogrammas te gaan uitzenden verkeren in een vergevorderd stadium. Te levisiezenders werken op zeer korte golf lengten en voor een goede ontvangst hier van zijn gevoelige toestellen nodig. Maar hoe gevoeliger een ontvanger, hoe groter de kans is op stortingen. Het is dus van veel belang na te gaan, in hoeverre de zon als „stoorzender" zou kunnen optreden. Het onderzoek van de radiostraling van de De spiegellens van zeven metqr middellijn waarmee men in Kootwijk de radiogolven van de zon opvangt. zon is derhalve met kracht ter hand ge nomen. In de „Stichting Radiostraling van Zon en Melkweg" wei-ken radiotechnici, meteoro logen en sterrekundigen nauw samen. Het centrum van hun onderzoek bevindt zich te Kootwijk, op het uitgestrekte terrein, waar ook de hoge antennemasten staan, Sinds enige tijd is daar ook een draaibare holle „spiegel" van metaalgaas, met een middellijn van ruim zeven meter opgesteld. De radiogolven, welke hierin moeten wor den opgevangen, gedragen zich als licht stralen: wanneer zij op de spiegel vallen, verenigt deze hen in het brandpunt. In dit brandpunt is een antenne bevestigd, die met speciale radio-ontvangers is verbon den. Wanneer men de spiegel op de zon richt, maken de radiostralen. die deze naai de aarde zendt, zich kenbaar door een ge ruis in de ontvanger. De sterkte van dit ge- Er zijn goede mensen, die weemoedig worden van de herfst. Ik had een neef, die in wenen uitbarstte bij het zien van de eerste gladiolen. Hij was een gevoelig man. Zijn vrouw is van hem weggelopen. Op een herfstige dag. Ik niet. Ik houd van de herfst. Ik houd ook van de winter. En van de lente. En van de zomer. Ik vind dat elk jaargetij zijn eigen bekoring heeft. De lente maakt mij dartel. De zomer rustig in de zon. De herfst romantisch in de regen. De winter wijsgerig. In de lente lees ik Casanova, 's Zomers Ellery Queen. In de herfst Vest dijk. En 's winters de verzamelde werken van iemand die ik niet noemen zal. U kent hem goed. De winter is het seizoen der herinneringen. De stad is gezellig in de herfst. Er is dan niemand meer die van mij eist in de vrije natuur rond te dartelen. Ik mag dan voor mijn goed fatsoen in de koffie huizen mijner voorkeur binnen zitten. Alle stille straten van de stad zijn nu op haar aardigst. Zelfs in die dodelijk- vermoeide met de saaie gordijntjes staan bloemen in de voortuintjes. Die 's zomers zo doodse krijgt iets warms en intiems. De buitenwijken-met-bomen worden een bron zen poort waardoor ik, Pan, binnen ga in het lichte leven van alle dag. Hoordet gij dat kleine lied. Het was ik die dat blies op mijn dwarsfluit. De herfst is de geboorte van vele nieuwe dingen. De lichtjes gaan overal aan. Het orgel klinkt in de snelle schemering. En de hui selijkheid herneemt haar goede rechten onder alle rose schemerlampen dezer stad. Het wordt drukker in de middagstraten. Ik loop met mijn handen diep in de zak ken van mijn regenjas over het vochtige asfalt, dat de dansvloer van mijn leven is. Ik houd van de herfst. Ge ontmoet haar het treffendst aan de kleine bloemenkarren in onze steden. Groene wagentjes met een zeiltje er over en vol van de felste kleuren. Ik zag er gis teren één staan onder de volle groene bo men van het Voorhout in Den Haag. Het leek een, wat vergroot, sierstuk uit de Biedermeiertijd: als het kleiner was en van porcelein, zou het. onder een grote stolp, ruis is meetbaar en men heeft reeds ont- prachtig gestaan hebben op dat krullerige dekt, dat vlekken op de zon veranderingen in de sterkte vair het geruis veroorzaken. De aard en de intensiteit van het gernis worden door deskundigen bestudeerd. Nage gaan wordt onder andere of de radiogolven van het „zendstation" op 150 millioen kilo meter afstand storend zouden kunnen wer ken op televisie-uitzendineen en radiover bindingen op zeer korte golflengten. Het vertrek van de Indonesische Hoge Commissaris in Nederland, mr. Moh Roem, naar Djakarta is voorlopig vastgesteld op Zaterdag 16 September. Voor zijn gezin is passage geboekt op het m.s. „Oranje" op 5 October. Medelij Jet Toen wü nog in kuitbroek rondhup pelden en er bijaldien niet van op de hoogte waren dat bij leuke beroepen de arbeidsvreugde omgekeerd evenredig pleegt te zijn met het salaris, wilden wij altoos orgelman wezen. Wij legden in die tijd een grote veelzijdigheid in onze wensen aan de dag, want wij wilden ook gaarne allerlei vervoermiddelen bestu ren, snoepwinkels exploiteren en bomen omhakken in vaste dienst, maar had men ons voor de keus gesteld dan was die zonder twijfel gevallen op het „tiedelie- delie-tsjing-boem" dat onze artistieke neigmkjes ten hoogste bevredigde. Wij subsidieerden deze muze zelfs ten koste van onze drop-centjes en wilden wel dat wij de heer G. Perlee waren, wiens naam wij in fraaie krul-letters op de pierementen zagen staan. Enige dagen geleden zijn wij dan in de gelegenheid geweest onze jeugdver- langens met de werkelijkheid te con fronteren. De heer Perlee is dezer da gen namelijk 25 jaar in de orgelbouw en derhalve gingen wij op bezoek aan het perceel aan de Westergracht in de Amsterdamse Jordaan om hem enige geheimen over zijn bezigheden te ont futselen. Hij deelde ons mee. dat hij nu vijftien orgels in Nederland heeft lopen en dat hij zich behalve met het innen van de huur daarvoor onledig houdt met het repareren van deze speelwa gens. Ook de boeken waar de muziek in staat worden in zijn bedrijf vervaar digd. Dit geschiedt eigenhandig door de heer Piet Maas, een vrolijke vijf tiger, die eerst op een stuk papier dé gaatjes en gaten tekent, waar de toetsen in moeten grijpen en deze vervolgens in het karton snijdt met een instrument dat niet geheel ongelijk is aan een naai machine, maar er toch ook weer niet zoveel op lijkt, dat men er verstelwerk op zou kunnen verrichten. Dat is een heel karwei want in èen uur kan men niet meer dan twee of drie meter „kap pen" en een mars is wel zeven meter lang. Wij vernamen verder dat marsen veel voller zijn dan walsen, omdat het trommelwerk er zo'n grote rol in speelt. Bij het kappen vliegen de spaanders er wel eens af, want-er moet duchtig aan de muziek gearrangeerd worden, omdat de mensen zo graag' loopjes horen. De heer Piet Maas neemt dan ook wel eens een loopje met de componist van be langrijke werken als „Medelij Jet heb toch medelij Jet" of „Daar zijn de ap peltjes van Oranje weer". Het vak is zo moeilijk dat er slechts drie mensen zijn, die het verstaan en één daarvan is in zijn vrije tijd griffier bij de Amster damse rechtbank. Om even naar de heer Perlee terug te keren, deze heeft zijn handen vol aan het herstel van de onder zijn be heer staande pierementen. Ook dat is een heel werk, want er zitten ongekend veel'registers op. Daar zijn de fluit, de viool, de onda maris (dat is meer de hemelse stem, zei de heer Perlee), de céleste of zwevende viool (die men goed vast moet binden, anders zweeft zij henen) en de bourdon of gestopte pijp. Het trillende geluid dat de orgels zo'n opgewekte toon verschaft wordt ver kregen door de twee pijpen die één toon geven, niet helemaal gelijk te stem men. „Dat is vals", zoudt ge kunnen zeggen. „Dat is het effect van Doppler", zeggen wij. Wanneer wij u nu nog vertellen dat de heer Perlee uit een oud orgelbou wersgeslacht komt: dat van Warnies en dat alle andere orgelbouwers zoals Möhimann familie van hem zijn, dan maken wij ons sterk dat ge daarvan in zo'n jolige stemming komt, dat ge even als het hierbij gefotografeerde paard de benen van de vloer zult tillen. Geen speld er tussen Deze week hebben wij voor de ver andering eens buitenlandertje gespeeld. Om te beginnen knipten wij eigenhandig een vest van een oude lappendeken, daarna kochten wij een zonnebril met een montuur, als een dubbelloops jacht geweer en tenslotte hebben wij een kaartje naar Marken en Volendam ge nomen voor een zogenaamde rondreis of cirkelgang. Boven de kassa in het Noord-Zuidhollands Koffiehuis deelde een aanplakbiljet ons mede, dat men heen per boot en terug per tram of om gekeerd kon reizen. Een deftig heer fluisterde ons in dat wij gerust omge keerd konden reizen. „U merkt er niets van", zei hij. „De hele wereld staat toch op z'n kop". Om half tien hadden wij ons inge scheept. Maar goed dat wij zo vroeg tijdig waren, want gedurende het uur dat ons restte voor de afvaart werd er een steeds wildere strijd om de beschik bare dekstoelen geleverd. De directie heeft namelijk opzettelijk gezorgd voor een te gering aantal, om het dierlijke in de buitenlanders per slot van rekening zijn dat sinds de bevrijding ook mensen een kans te geven. Het viel ons op dat de Mokummers (ge makkelijk te herkennen aan hun Zon dagse kleren) met grote voortvarend heid handelden als bezetters ten be hoeve van hun aanhangers. „Ik zit lek ker vlak bij het water", kraaide een meisje met vlechten van poetskatoen. „Pas maar efe op, ik zitter nog veel vlak- kerder bij", zei haar broertje, die als een kat op de reling klom. De bijbe horende moeder moest in haar karrebies naar snoepies graaien om het conflict te sussen. Vervolgens deelde zij enige veiligheidsraadgevingen uit. Op het achterdek raakten wij in con versatie met een echtpaar, waarvan de vrouw ons deed denken aan een toe- latings-examen voor de hogere burger school, omdat haar middellijn gelijk was aan de lengte van haar man, ver minderd met de helft van de hoogte van zijn linkerbeen. Zij vertelde ons dat zij hun zilveren huwelijksreis gingen ma ken en schakelde in één adem over op de wanorde van de dag, te beginnen met de prijzen van doorregen runderlappen en sperciebonen. Wij probeerden er een speld tussen te krijgen, maar die stuitte af op de baleinen van haar vastberaden heid. Haar echtgenoot deed er lcwasi aandachtig het zwijgen toe. In zijn oog kassen evenwel sudderde een paniek. In het schuitje Alvorens de boot zich in beweging zette, liet de stoomfluit horen dat hij of zij (dat kun je zo niet merken) er wezen mocht. Het eerste gedeelte van de ex peditie duurde precies anderhalve mi nuut. Het vaartuig arriveerde voor spoedig bij de Kamperbrug, waarvan zelfs de grootste geleerde niet had kun nen verklaren of die nu open was of dicht. In ieder geval moesten wij een kwartier wachten aangezien dit weder zijdse verkeersobstakel in het hartje van de stad nog met handkracht wordt bediend. Rakelings scheerden wij na dit op onthoud onder het stations-viaduct door en toen begon de stampende tocht over het IJ, waar het krioelde van de zee kastelen. Alle passagiers ontpopten zich als verslaggevers. „Moe, daar leit de Johan van Oldenbarnedinges", zong een krielkip naast ons. Een bariton op een houten klapstoel verkondigde plechtig:' „Zie ginds komt een schip met zure appelen aan!" Iedereen rende bevreesd voor een aanvaring van stuurboord naar bakboord vice versa, doch nie mand zag wat. „Letter maar niet op", Zaterdagavond gaan er in Amster-\ dam op bevel van Arthur Miller twee handelsreizigers dood: in de Stads schouwburg en in het Centraal Thea ter, waar deze gebeurtenis zich tot 15 September dagelijks afspeelt. Zondagmiddag vertoont de Neder landse Opera „Die Fledermaus" en Dinsdagavond ,Z,a Tosca". Woensdag komt de Haagse Comedie op bezoek met „Gelukkige Jaren" van Samuel Taylor onder regie van Cees Laseur. Dit stuk staat onder een andere titel ook op het répertoire van de Neder landse Comedie. In het Concertgebouw vjordt heden avond een volksconcert gegeven on der directie van Leonard Bernstein die teveiis als solist het Pianoconcert In de hoofdstad uit van Ravel vertolkt. Ook de Tweede Symphonie van Schumann staat op het programma. Iudra Kamadjojo geeft Zondagmid dag een dansdemonstratie in het In disch Museum. Ter gelegenheid van de 65ste ver jaardag van de beeldhouwer John Radecher is in het Stedelijk Museum een kleine expositie (één wand be slaande) van zijn werken ingericht. In kunstzaal Van Lier wordt een ten toonstelling gehouden door de Israë lische schilders Kossonogi Joseph en Ludwig Schwerin. De nieuwe films zijn niet geschikt om er lange brieven over naar huis te schrijven. Tuschinski vertoont Vul- cano" met Anna Magnani, een halo- Amerikaanse film van William Die- terle, een pendant van Stromboli door de combinatie Bergmann-Ros- selini. Het muzikale ivonderkind Roberto beheerst het programma van het City-theater. Wie echter van heel wat anders houdt, moet naar Capitol gaan waar „De laatste der wilde \^paarden" over het doek draven. zei een v.rouwestem plotseling. „Die vent ven mijn is altijd zo pestimisties. Hij denkt dat er majem bofe ons hoofd hangt". Maar gelukkig, in de Oranje sluizen konden wij ons koesteren in het dito zonnetje. Voor de rede van Durgerdam had iedereen het over de oorlog. Als wij het goed begrepen hebben zou die voor namelijk gaan tussen twee mansper sonen: de Rus en de Amerikaan. „Je kennut toch niet tegehouwe", was de mening van een dame die haar leeftijd achter een half ons poeder verborg. „Je zit nou eenmaal in het schuitje en dan motje meevaren. Wat sal een mens zich druk maken. Als de hemel valt krijgen we immers allemaal een blauwe muts. Eindelijk bereikten we de voormalige Zuiderzee, doch daar werd de gemoeds rust van ons eerder gesignaleerde buur jongetje verstoord omdat een zeilboot met twee dochters van Venus aan boord ons inhaalde. „Tlijkt wel offeme stees zachieser gane", begon hij te jengelen. „Kvinder niks an". Enfin u begrijpt het zeker wel: al spoedig lagen wij compleet voor pam pus. Toen zijn we plotseling over de verschansing gesprongen en naar het gelijknamige fort gezwommen. Vandaar schrijven wij u deze reportage. De mo raal hiervan is dat men om buitenlan dertje te kunnen spelen geen zonnebril moet kopen, maar oorkleppen. BOEDA. penantkastje uit het huis mijner dromen. Het stond daar zó maar. De man. die er eigenlijk bij behoorde, zat zeker op de bank met de taxichauffeurs zijn boterham te eteru Dat groene karretje met al die bloemen stond zo maar alleen onder de groene bo men op de brede weg als een versiering, die er door de herfst was neergezet om alvast haar komst aan te kondigen. Fel rood, fel lila. fel geel. fel paars. Het zijn de mooiste kleuren van het jaar. De glazen stolp van de herfst stond over dat sierlijk geval. Het was een pronkstuk in de mooie kamer van de stad. U m^t daar niet ge ring over denken. Het druilregende een beetje en de Vijver lag stil onder de grijze, 7.wave lucht. De bomen stonden roerloos langs de rand. Een paar eenden. Een paar mannetjes in hun kragen gedoken op de banken. Het leven van een stad met een half millioen mensen neemt daar een allure aan die ge, geloof ik. nergens anders zó vindt. Op het Binnenhof stond een groepje toeristen te kijken' naar het grijze hart van Holland. Bii het gouden fonteintje een fotograaf. En dat is dan alles. Zo gaat ge dooi- hel eind van de zomer en ge voelt dat de herfst doodstil nader komt. Ze zet de prachtigste kleuren van het iaar in een groen karretje midden in de I stad. Een eend kwaakt in de vijver. Het ge luid van de trams is verdoft. Alles is plot seling stiller geworden. Een zeldzaam uur in de eeuwigheid. Ik houd van de herfst. Laat haar maar komen. ELIAS. Het honderdste scheikundige element ontdekt OXFORD. 8 September (Reuter). De laboratoria van het Californische techno logische instituut hebben twee nieuwe scheikundige elementen gevonden, waar door het aantal elementen, dat de schei kunde kent, tot honderd gestegen is. Dit werd door een Amerikaanse gedelegeeide op de conferentie van atoomgeleerden te Oxford meegedeeld. De ontdekker wilde niet dat zijn naam genoemd werd, daar hij de ontdekking het resultaat van groepwerk achtte. De naam van het honderdste element is centurium. Abonnés van dit blad kunnen dit blad soms de lastigste vragen stellen. En nog lastiger is dat zij een antwoord verwachten. Nu weer die lezer die ons vraagt wat een bastaard-arend is dit naar aanleiding van het bericht dat employés van een foto litho-inrichting Donderdagmiddag zulk een diertje in de duinen gevangen hebben. En wij dus maar weer met de brokken zitten, want wat is nu een bastaard-ade laar? Onze amateur-heraldicus meent dat het een arend met een dwarsbalk is, onze encyclopedie weet van niets en onze na- tuurhistoricus ligt met hooikoorts in bed. Waaruit dus mag blijken dat de bastaard arend in ieder geval een hoogst zeldzame vogel is en derhalve niet verward mag worden met de bastaard-adelaars die voor enkele jaren in grote getale in dezelfde duinen neerstreken, maar nu gelukkig weer opgekrast zijn. Maar daar schiet u niet veel mee op, Abonné. Alleen Van Dale weet iets van 't beestje: dat het langs de oevers van de Wolga leeft. Daar heb je het dus al! Maar uitvoeriger kunnen wij u momen teel niet inlichten. Misschien zal meneer Portielje („het beest van de week") er wel spoedig een radiopraatje aan wijden nu het beestje aan Artis is afgestaan. Geruch ten willen, dat hij er al een aardige naam voor bedacht heeft, veel aardiger dan bastaard-arend, dat eigenlijk helemaal niet aardig is. „Barend", dacht meneer Portielje zo. Die meneer Portielje toch, hè? En voor de rest, Abonné: nu niet van die lastige vragen meer. Basta. Straks gaat u ons nog vragen wat een foto-litho-inrich ting is. Of wat employés van zulke inrich tingen Donderdagmiddags in de duinen te doen hebben. H C

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1950 | | pagina 7