Peiihan De Zevenster Zaterdag 18 November 1950 Jas s Met het oog op Kerstmis en de daarop volgende Nieuwjaarsfestiviteiten tonen de grote Parijse modehuizen momenteel klei ne collecties van verleidelijke en zeer draagbare kleren. Deze tussentijdse^ shows zijn speciaal voor de Franse cliëntèle be doeld" en zij bevatten geen uitzonderlijke Madeieine Vramant maakte van haar show een society-evenement met een lunch waaraan niemand minder dan de filmster Norma Shearer aanzat. Trouwens, zij was niet de enige beroemde vrouw in het ele gante gezelschap! De modeparade werd ge opend met een reeks ski-ensembles in jersey en gabardine. De jasjes waren wijd, met een ceintuur rond de taille, terwijl de ruimte nog werd geaccentueerd door een nieuw soort vleermuismouw. De skipanta lons blijven nauw aangesloten en geven onder de wijde jasjes hetzelfde silhouet als een lcokernauw rokje onder een jasje met uitstaand schootje. Heel aardig was een pak in zwarte jersey met een aangeknipte capuchon en manchetten, oormofjes en laarsjes van het dit seizoen zo populaire ocelot. Veel succes oogstte ook een avond toilet van zwart fluweel met een bolero^tje over de naakte schouders. Bij dit toilet werden handschoenen gedragen van zwart suède, afgezet met een randje hermelijn, van welke bontsoort ook de bijbehorende toque was gemaakt. Jacques Fath speelde een stoutmoedig spel met kleuren. De stijl van zijn collectie correspondeert met die van zijn grote herfstmodeshows, maar hij heeft minder aandacht aan spectaculaire modellen be steed en voor alles naar draagbaarheid ge streefd. Fath bracht satijn in „juwelige" tinten, maar bleef toch ook trouw aan zijn geliefde zwart-wit combinatie voor alle uren van de dag. Zijn mantelpakjes worden langer en hij toonde er zelfs één, dat aan een tuniek deed denken. Datzelfde tuniek effect kwam ook herhaaldelijk voor bij zijn japonnetjes, soms in de vorm van een over look, soms werd het bereikt door zijpanden, Deze fijngeruite wintermantel van Jacques Heim lijkt niet zo warm, maarhij is gevoerd met otterbont! die aanmerkelijk korter vielen dan de rest van de japon. Interessante combina ties van stoffen waren overal in zijn collectie te vinden. Een mantelpak van zwarte faille had manchetten en een kraag van marineblauw fiu- weel. Een zwartwollen jurtkje werd opgefleurd door een ruche van or ganza, die het iets fees telijks verleende en over een kokernauw jurkje van zwarte jersey liet hij een wijde overrok van wit satijn dragen met enorme zakken, die een avondtasje stellig overbodig maken. Fath werkt erg veel met kant. Hij gebruikte Terse kant voor een blouse met kapmouw- tjes, die werd gecombi neerd met een lange avondrok van zwart flu weel. Lange emerald- groene handschoenen van satijn zorgden voor de finishing touch bij dit ensemble. Dat Fath's hoedjes adembenemend waren, hoeft niemand te ver wonderen, immers zij zijn een spécialité de la maison. Hij toonde veel grote hoeden van stro, veren en hoedenpluche. Zij deden denken aan pannekoeken en werden een tikje schuin op het hoofd geplant. Een op- Dit is het nieuwste avondkapïzl van de beroemde coiffeur vallend wit model was Antoine. U ziet: een chignon, <cht of vals, laag in de nek gegarneerd met twee gedragen. Het collier, zo kunstig rond het hoofd gestrengeld, harten van rijnsteen, is een byou van goud en strass. door een pijl doorboord. Met rijnstenbn bezette schuifjes fungeer den als haartooi, tenminste bij de avond toiletten. Voor overdag werd het haar, dat achter tot halverwege de nek reikte, bijeen gehouden in een fijngemaasd netje. Marcel Rochas bracht onder meer kleren voor vrouwen die de feestdagen ergens buiten hopen door te brengen. Heel smaak vol was een model van olijfgroen ribsflu- weel, waarbij hij een nieuwe flatteuse rok introduceerde: een simpele diagonale wik kelrok, tegengevoerd met een roestbruin wollen materiaal, dat onder het bewegen af en toe even bij de sluiting te zien kwam. Voor het overige was dit jurkje heel een voudig getailleerd, met een halsuitsnijding met revers. Zijn mantelpakjes zijn ook al iets langer dan voorheen, nauwsluitend rond de heu pen, hetgeen een troost is voor al die vrou wen die niet van uitstaande schootjes hou den! Schortjes spelen bij de avondjurken een belangrijke rol. Kokernauwe rokken, hetzij lang of kort, worden verzwaard met gesty leerde schortjes in contrasterende kleur en materiaal. Zo had een strapless baljurk van zwarte taf een cerisekleurig schortje van faille, dat achter op de rug in twee grote strikken eindigde. „Femme", de jurk die naar Monsieur Rochas' parfum is genoemd, is een droompje van zwarte kant over wit satijn. Over dit japonnetje, dat tot halverwege de kuit rijkt, is een schortje van zwart fluweel gedrapeerd, dat om het maar eens plastisch uit te drukken een enorme kangeroezak vormt. Dergelijke schort- aohtige overrokken betekenen een uitkomst voor de vrouw met de bescheiden beurs, die haar oude japonnetje wel eens een nieuw aanschijn wil verschaffen. En deze nuchtere opmerking brengt ons enigszins in de sfeer van Mad. Carpentier, die in tegenstelling tot dé meeste coutu riers, die enkel voor „de rijkdom" werken, ook aan iets minder met aardse goederen bedeelden heeft gedacht. U moet namelijk weten dat zij tien modellen heeft ontwor pen, een ochtendjas incluis, waarvan u de gesneden copie zomaar meteen mee naar huis kunt nemen. U maakt uw keus, de maat wordt genomen, de schaar in de stof gezet en er rest u niets anders dan op uw eigen naaimachine de nieuwe aanwinst in elkaar te stikken. Zeer economisch, niet waar? ARLETTE. 200 g. (ruim 2 koopjes) zelfrijzend bak meel of bloem met 5 g. (3'/2 theelepel) bak poeder, 75 g. (bijna 1/3 pakje) boter of margarine, 100 g. (bijna 1 kopje) bruine basterdsuiker, 15 g. (2 eetlepels) speculaas kruiden of kaneel, 1 eetlepel melk, plm. 100 g. amandelen of pinda's. De bloem, de basterdsuiker, het zout en de kruiden door een zeef schudden en door elkaar roeren. De boter of de margarine er met 2 messen doorheen snijden. De lepel melk toevoegen. De bestanddelen met de hand aooreenkneden totdat een gelijkmatig deeg ontstaan is. Het deeg even laten rus ten en daarna uitrollen op een met bloem bestoven aanrecht of tafel. De amandelen even broeien in heet water, van de velletjes ontdoen en ze snipperen. Deze snippers of pindasnippers over het deeg strooien en er met de deegrol luchtig in drukken. Uit het deeg met de hand een speculaaspop vormen of er koekjes uit steken of snijden. Indien men een speculaasplank bezit, deze dun met aardappelmeel bestrooien en het deeg in de vorm drukken. Wat overblijft, afsnijden; vervolgens de koekjes uit de plank kloppen en op een vetgemaakt bak blik leggen. De speculaasjes of speculaas poppen bakken in een matig warme oven in 20 a 25 minuten. Heeft men geen amandelen of pinda's, dan kunnen deze vervangen worden door 2 eetlepels grove havermout, welke men besprenkelt met wat amandelessence en over het deeg strooit vóór het bakken. ADVERTENTIE >ee MORRIS fu'/oie t/ai (huj! BARTEUORISSTRAAT 20 ^-;TEL: 13.439 LAMSHUiD WANTEN Het kind Lilibeth heeft een piaspop. Zo één die echte melk uit een fles je drinkt om dan even later diezelf de vloeistof druppelsgewijs in een sierlijk potje te deponeren. Of als hij stout is, in één van de minieme luiertjes, die mét de zuigfles, de pot en de pop in de doos ver pakt waren. Zo'n piaspop geeft een hele drukte in huis, soms is het net of we er een baby bij hebben gekregen. Dan hoor je vragen als: „Is het al weer tijd voor de volgende voe ding, mam?" en „ik ga eens even in de keuken kijken of het luierwasje al droog is", 's Avonds moet Jan Willem (want zo heet de piaspop) in zijn aftandse rieten poppenwagentje mee .naar de slaapkamer en dan krijgt hij ook wat olie op zijn peluw tegen de iangpotige overwinterende mug gen die toch nog zo gemeen kunnen steken. En mijn beste wollen shawl heeft hij als deken. Plastic piaspopjes zijn net echt, want ze kunnen ook gebaad. Waarmee ik niet wil zeggen, dat andere poppen dat niet kun nen, maar die verliezen vaak hun gezicht of hun pruik. Wat natuurlijk niet de be doeling is. Enfin. Jan Willem heeft daar dus geen last van. Hij krijgt zijn dagelijkse bad en wordt dan met veel ceremonieel weer aangekleed. Laatst mocht ik hem even in mijn armen knellen, kletsnat als hij was. Maar toen het kind Lilibeth even later, haar handen vol droge kleertjes, de kamer weer binnen kwam, was ze oprecht verontwaardigd, want ik had haar kind zo maar naast me op de stoel gelegd. „Nee, mam, dat is niet leuk" streng en een beetje bedroefd.Lx bij een echte baby ook niet doen" p 'iï1 ik me nog zwakjes trachtte te veil 8®*' vervolgde ze met klem: „Je hebt JU woon van je schoot laten glijdt het maar een popje is". En de fa, sen haar wenkbrauwen heb ik b*'- ernstige terechtwijzing gevoeld. ADVERTENTIE De koning onder de kappers is zonder de allerminste twijfel: Antonio. Hij is in Rome geboren en toen hij 15 jaar oud was, wilde hij als ieder Italiaan, die zichzelf respec teert, wielrenner worden, maar Bartali ver wekte in die tijd nog geen internationale complicaties (die hem zelf millioenen op leverden) en de ouders van Antonio zagen in deze sport dan ook geen lucratieve toe komst voor hun zoon weggelegd. Na eerst een poosje bij een kleermaker gewerkt te hebben, ging de jonge Antonio bij de be kende Romeinse kapper Attilio in de leer. In het begin scheen hij geen enkel duide lijk talent voor de edele haarkapkunst te openbaren en menige, fraaie haardos werd zelfs door hem verbrand. Antonio bezat echter zulk een verplet terend sex-appeal, dat de cliëntèle hem de verschroeide haren gaarne vergaf. Zij ver gaven hem zelfs op dermate, gulle wijze, dat de baas van de zaak Attillio jaloers werd op de successen van de jonge Figaro en hem de raad gaf zijn geluk eens in Pa rijs te gaan beproeven. Antonio arriveerde dus in Parijs met een kartonnen valiesje, een warme aanbeve ling voor Antoine, terwijl zijn kennis van het Frans zich tot drie woorden bepaalde. Zoals u wellicht weet was Antoine de beroemdste kapper van Parijs. Toen An tonio in Parijs aankwam (ongeveer 20 jaar geleden) verkeerde Antoine op het hoog tepunt van zijn roem, en liet hij zich door zijn cliëntèle met „meester" aanspreken. Op zijn naam stonden de uitvindingen als gouden lak voor de haren en zwarte lak voor de nagels. De nachten bracht de „meester", (volgens de overlevering) door in een kristallen kist, terwijl het lichaam in witte berenvellen gedrapeerd lag. Dit zijn natuurlijk wel krasse middelen om de aandacht te trekken. Voor die berenvellen (als het koud is) valt nog wel wat te zeg gen, maar die kist lijkt mij beslist niet erg comfortabel. Inmiddels bleef Antonio 11 jaar werken bij Antoine. De eerste jaren gaf men hem steeds de vervelende en lastige dames. Maar allen die éénmaal onder mijn handen waren geweest, kwamen steeds bij mij te rug, zegt Antonio vol trots. Antoine werd dan ook op zijn beurt jaloers op Antonio en gaf hem dus de bons. Je hebt je ge luk en succes alleen aan mij te danken. Ik ben een schepper en jij niet, aldus luidde het commentaar. Op voorname wijze trok Antonio zich te rug met de verzekering zijn ex-patroon over vijf jaar nog wel eens te spreken. De volgende dag deed Antoine Antonio een proces aan. Antoine eiste dat Antonio zijn naam zou veranderen, maar Antonio werd in het gelijk gesteld en begon een brillante carrière. Sindsdien heeft hij alle illustere hoofden gekapt. Van Katherine Hepburn tot Marlène Dietrich, van Pola Negri tot Ginger Rogers, plus de eigenaars en -essen van een aantal gekroonde hoof den van Europa vertrouwden hun coiffure aan hem toe. De 22e November vertrekt Antonio naar Amerika, waar hij een serie voordrachten zal houden. Bovendien gaat hij in Holly wood een korte wetenschappelijke film maken, waaraan de meest vooraanstaande sterren zullen meewerken. Die zullen dan een aantal favorieten uit de geschiedenis voorstellen Madame de Pompadour Dubarry etc. en voor Antonio's pruiken- demonstraties als modellen fungeren. Die pruiken zijn in diverse materialen vervaar digd, zoals stroo, raphia en lak. Een pruik van echte haren kost bij An tonio ongeveer 1500 gulden. Lange tijd was Antonio de kapper van een bekende her togin. Op een avond gaf deze een diner dat om 8 uur zou beginnen. Antonio kwam echter pas om vijf minuten voor achten aange sneld om de laatste hand te leggen aan de hertogelijke coiffure. Hij werd met een boos gezicht ontvangen. Als ik u een uur opgeef, moet u op tijd komen. Het lijkt wel of u zich voor een koning houdt. De hertog trachtte zijn gade te kalmeren en zei, „op zijn terrein is An tonio zéér zeker een koning". 's Avonds om 7 uur is het in zijn zaak nog een drukte van belang. De telefoon rinkelt zonder ophouden en enkele dames, die te laat zijn binnen gekomen, smeken Antonio ze nog even onder handen te wil len nemen. Onmogelijk Madame, ik moet nog iemand met lange haren behandelen, en bovendien wachten de prinsessen van de Sultan van Marokko op mij. WITTE BONENSOEP MET BOTERHAMWORST 200 g. witte bonen, 1 1. water, 1 ui, 100 g. boterhamworst, 2 bouillonblokjes, peter selie, zout, peper, klontje margarine of vet. De bonen wassen en 24 uur weken. Ze gaar koken in het weekwater. De ui snip peren en met de in stukjes gesneden boter hamworst fruiten in wat margarine of vet. Het bonenwater toevoegen met de bouillon blokjes. De bonen fijnmaken, desgewenst zeven en de puree bij het vocht doen. Alles koken tot een gebonden soep is verkregen en tenslotte fijngehakte peterselie er in roeren. voor GRAMOPHOOlÈi» PLATEN uitgebreid klassiek repertoln KRUISWEG 49 - TELEFOON J|> jare ADVERTENTIE VULPENHOUDERS AUTOM. POTLODEN M. ST&BJLAND SCHOTERWEG 5-7 Jean Patou ontwierp dit eenvoud:: 1(] van fijne grijze wol. Let op dc draperieën in het lijfje Twee dopjes van ocelot. Het éne heeft kleine afstaande vleugeltje het ander is puntig als de hoed van een clown. FEUILLETON door mevrouw Bijleveld-Gelinck 18) 19) En nu moet freule Frida weer op haar kamer bediend worden! En dan al die vreemde kerels die maar door mijn huis lopen, de lopers zijn nota bene nét gisteren geklopt! En dan heb ik een last gehad met de meiden! Die Riekje Hoort u eens mevrouw, ik wilde u net om een gunst verzoeken. Zou ik hier met uw gasten mogen lunchen? Het zou mij veel tijd besparen. Ook ditmaal bewonderde Aagje de tact, waarmee inspecteur Renkevoort met de mensen wist om te gaan. Om de een of andere reden voelde mevrouw zich heel er gevleid door zijn verzoek, er kwam zelfs een welwillende plooi om haar anders zeer ongemakkelijke mond. Uitstekend meneerik bedoel inspecteur! Het zal mij een groot genoegen zijn u aan mijn tafel te ontvangen? En jij, ga je mee Aagje? Beneden vonden zij het gezelschap com pleet. Om de zware, langwerpige eetkamer- tafel waren zij allen geschaard volgens rang en symmetrie; een symmetrie, die nu door het plotseling verscheiden van tante Truus jammerlijk verstoord was. Maar het was wel aan mevrouw Beerman toever trouwd om spoedig een andere pensionnaire op haar plaats te laten aanzitten en ieder een wist, dat het in dit geval per se een vrouw zou zijn. Aan het korte hoofdeinde van de tafel troonde de douairière van Blitterswijck, aan wie natuurlijk geen andere tafelheer kon toebedeeld worden dan de oude heer Benck, gepensionneerd zee-officier. Aan haar andere zijde, dus tegenover de heer Benck, zat haar zoon Arnold en zo konden zij dus geregeld vergelijkende beschouwin gen houden tussen de producten van wijlen de Blitterswijckse kok en de waarlijk voortreffelijke van Dikke Dientje van mevrouw Beerman. Naast meneer Benck zat natuurlijk Aagje, en haar tafelheer was Hans Preller. Hieraan lag een kleine revolte ten grond slag, een ernstige, doch gelukkig geheime revolte tegen het regime van mevrouw Beerman. Hans was, na een verblijf van een week in „Mon Repos", waarin hem freule Frida als tafeldame was toegewe- zij, naar mevrouw Beerman gegaan en had kortaf aangekondigd, dat hij de eerste van de volgende maand zou gaan verhui zen als hij nog langer naast dat molen- paard moest zitten. De volgende dag was de tafelschikking „gedésarrangeerd" zoals mevrouw van Blitterswijck opmerkte en niemand had de reden geweten. En nu zat de arme Frida dan tussen Arnold en de schamele Valentijn, die nergens anders aandacht voor had dan voor zijn spijzen. Tante Truus ten slotte had het beneden eind van de tafel bezet. Ditmaal ontbrak dan freule Frida als de middenmoot van één der lange kanten en was mevrouw Beerman zeer verheugd de ontbrekende plaats te kunnen aanvullen met een interessante gast als de politie- inspecteur. Zijn aanschuiven aan tafel ver wekte dan ook enige sensatie, waarvan Aagje gebruik maakte om gauw op haar plaats te slippen. Hans reikte haar een schotel aan. Wat ben je schandelijk laat, kind. De huzarensla is koud geworden!, grapte hij Maar ze lachte niet. En ze nam ook maar een heel klein beetje. Van de honger, waarmee ze deze dag begonnen was, was niet veel meer over. Hans probeerde gek heid te maken, zoals hij zo dikwijls deed aan tafel en waar zij anders graag op inging. Maar nu bleef haar gezichtje strak staan, ze zei niet veel terug en wendde zich spoedig tot meneer Benck, die ze sinds de vorige avond niet meer gezien had. De inspecteur, aan wie zijn plaats mid den aan tafel een uitstekende gelegenheid bood om zijn medegasten te observeren, zag meermalen oplettend naar het meisje tegenover zich. Wat een typisch wisselende stemmingen en wat een levendig gezichtje! zoals ze daareven met die Blittterswijck was thuisgekomen, triomfantelijk en on deugend als een kwajoxxgen die een streek heeft uitgehaald! En nu had ze weer een ernstig mondje en haar ogen stonden bepaald di'oevig; ze trok het zich van die freule van Amshove heel erg aan, dat kon je wel zien! Ze praatte nu met meneer Benck. En Hans, aan wie een andere tafeldame ont brak, x-ichtte zich op eens dwars over de tafel tot Arnold: Zeg Blitterswijck, ik heb gehoord, dat je vanmorgen bent uitgeweest! De ander antwoordde, op zijn gewone lijzige toon: Inderdaad. Je bent goed geïnformeerd. Natuurlijk! Je moet begrijpen, het was gewoon een sensatie! We stonden allemaal paf! Daar ben je nu anders al aardig ovex-heen! Arnold, sprak mevrouw van Blitters wijck, zie je daar die schaal met aard beien? Als ik aardbeien zie, moet ik altijd denken aan ons aardbeienbedje. Weet je wel Tussen de frambozenhaag en het weggetje naar de stal! vulde Hans Preller prompt aan. Precies meneer Preller, u weet het ook al! Ze keek hem goedkeurend aan. Arnold fronste de wenkbrauwen en me neer Bexxck glimlachte. Dat ik er overheexa ben, moet je anders niet zeggen! vervolgde Hans zijn gesprek. Ik ben ontzettend geïnteres- seerd in het geval. En ik gaf duizend pond klontjes. Klontjes. Wilt u mij misschien de suiker even doorgeven? fluisterde de heer Valentijn schuchter tot zijn buurman. ....Duizend pond klontjes als ik wist waar jij naar toe geweest bent! Daar heb je geen bliksem mee te maken! repliceei'de Arnold. Ai-noldü De douairière schokte op. We zitten aan tafel! Bij ons op Blitters wijck. Och mevrouw, dat is nu eenmaal zo'n bepaalde uitdrukking, suste de zachte stem van meneer Benck. Je ging er alleen op uit! ging de pla gende stem verder. Met forse stap en koene houding. Ik zag je uit mijn raam verdwijnen! Inspecteur Renkevoort wendde plotse ling het hoofd exx keek schex-p naar het overmoedig jongmens: donker, glimlachend, knap. Met zwarte, glinsterende ogen. Voor mijn geestesoog, ging deze on- bai-mhai-tig voort, zag ik je voorouders ten strijde trekken. De edele Blitterswijcken in blinkend harnas. Met opgeslagen vizier, fonkelend oog Riekje! riep mevroixw van Blitters wijck. Het meisje kwam uit de dienkamer. Ja, mevrouw! Er zit een vel op mijn chocola. Dat kan niet mevrouw! Jawel, kijk maar zelf. Eentö Dégoutant! Dan moet u maar roeren, Een brutale meid! dacht de ii De douairière zweeg. Maar Preller scheen onuitputtë Dat is het verschil tussen en vei-sehillende andere zaken. In' moet je roeren, in sommige and®" liever niet! Is dat soms een insinuatie. Er heerste plotseling een vijand# Aagje keek verbaasd naai' haart", meneer Benck bewoog zich douairière kreeg bijna een kleur* gernis. Alleen de heer ValentijnJ een broodje van de schaal enats dooi'. Maar Hans! vi-oeg Aagje zacfii* bezielt jou? Hij glimlachte nog steeds. 7-1 i zonders, mijn lieve kind. I* mooie weer. De Junizon werkt mulerend! Toch ben je ook wel eens gas als de zon onder is, mannetje. De tafelgenoten zaten ad®" j Twee paar ogen ontmoetten e»1 de tafel heen: een paar heel lica rige, nietszeggende, en een pa® diepe, ondoorgrondelijke. „Er11 diepe stilte". Toen zei meneer Benck: Ik kan het begrijpen meneer-. (Wordt vervoeg

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1950 | | pagina 6