HET GEHEIM VAN IDE MAKE-UIP
^ess#V) c-mm~
We maken van een dode tak
een „kerstboompje"
PARIJSE
SILHOUETTEN
Slecht etende kinderen
16 December 1950
1*
"jvllord Hauser! Iedereen spreekt in
over hem. Persoonlijk heb ik hem
ontmoet. Het is een tovenaar, een
en tevens de sympathiekste en een-
man die men ooit ontmoeten kan.
't ve'-der zijn kwaliteiten zijn? Gayllord
iSer is de dieetspecialist der Holly woodse
onen. Te zijner eer organiseert Tout-
is thans déjeuners, diners en cocktails
spinazie en wortelsap-
"hoonheid en jeugd dat is volgens hem,
maar een kwestie van wil, geduld en
ral van een „intelligente voedingswijze",
'ilaminen, proteïnen, vruchtensappen
men de bases van zijn wondervoedsel.
een onlangs gehouden cocktail-party
huize van Baron de Rothschild, vertel-
dat hij vroeger als t.b.c.-patiënt
Zwitserland ging om daar genezing
In dat land ontmoette hij een
die hem wist te redden met een
dieet. Weer in Amerika terug, zwoer
user zich volledig aan de ideale voe-
gskunst te wijden.
leshonderd kranten publiceren nu weke-
s een artikel van zijn hand. Bovendien
hij een boek geschreven, getiteld:
lang en leef jong", dat maandenlang
bestseller op de Amerikaanse boeken-
geweest is.
raadgevingen van Hauser zijn uiterst
ivoudig. De vijf voornaamste punten van
voedselprogramma zijn, biergist, ont-
mde melk, yoghurt, koren en stroop,
ices in de wereld, zegt hij, is minder een
van schoonheid van wel van dyna-
Hauser bezit een zeer selecte cliën-
beslaande uit mensen als de Hertogin
i Windsor, Greta Garbo, Marlène
Irich, de familie Vanderbilt, en de ko-
gin-moeder van Joegoslavië. In Parijs
ïen alle beroemde Parisiennes Hauser
sulteren.
linistersvrouwen, filmsterren en zelfs
Curie, verdringen zich-voor zijn deur.
de Pauijse bladen hebben de recepten
Hauser gepubliceerd, en ik geef graag
zijn goede raad ook ter harte te hebben
en nu moedig koren, stroop en
fhurt te nuttigen (tot wanhoop van mijn
fgenoot,cdie liever wat pittigers op zijn
d'aantreft). Ik heb nl. de gewoonte om
n echtgenoot al deze diëten enthousiast
te dringen, hetgeen hij niet erg appre-
Om u ook uw eerlijke kans te geven,
ik enige middeltjes van de beroem-
Hauser op, Indien ge graag mooi, glan-
jd dik haar, een frisse teint en een fraaie
wilt bezitten, dan moet u 't eens met
{e graankorrels proberen (vanwege de
aminen A en B). U zet deze korrels in
[water, opdat ze goed ontkiemen, waar-
er iedere dag vier of zes milligram van
Een bril draagt niemand graag,
rom maar flink wortelsap gedronken,
en geelgekleurd voedsel
[.En om bijzonder krachtig en flink te
Hen neemt u een glas melk, waaraan u
[wat melk in poedervorm toevoegt,
dt u las van hoofdpijn? Buig het hoofd
ïek met nijdige rukjes aan de haardos,
He hard natuurlijk, ofschoon u er wel
zorgen dat alle haren aan hun
komen. Bent u er op gesteld gedu-
de heel uw leven de blos der jeugd te
Was dan uw gezicht met warm
en daarna met kouden vergeet
i uw gelaat drie maal per week met
hurt te masseren. Wilt u graag heel oud
'den? Eet dan sla, besprenkeld met ci-
:nen olie vóór de maaltijd. En als u alle
cessen gelijktijdig wilt boeken, dan moet
per week een schoonheidskuur
genen een beetje vasten. Deze dag moet
geheel aan de yoghurt gewijd worden,
zonder suiker in de ochtendstond,
de namiddag opgevrolijkt met wat ka
ken s avonds voor het naar bed gaan is
||e<?hHoofd om er wat honing door te
- i k*er nu verder maar weer
de hoop dat u de volgende weken
zult „Hausseren".
i" ève.
Ris, 2 December 1950.
„Als je in Parijs een vrouw met ee'n fris -
onopgesmukt gezicht tegenkomt, tien tegen
één, dat het geen Parisienné is", heeft
ééns iemand me gezegd. En dat is waar.
De Parijse vrouw gelooft in make-up en
als haar gezicht niet geverfd en gepoederd
is, wel dan voelt zij zich net als een
Tjietjerksteradeelse die haar haren nog
niet heeft gekamd! Ach, alles heeft na
tuurlijk zijn voor en zijn tegen. In ieder
geval heeft de Parisienne het voordeel
van een steeds wisselend uiterlijk. Want
met een fikse make-up kun je alles doen,
daar weet iedere toneelspeler over mee te
praten.
Een nieuwe make-up is heel iets an
ders dan een nieuw kapsel. Natuurlijk, je
kunt naar je figaro gaan en dié kan je
een haardos maken waarmee je je een
ander mens voelt. Maar o wee, als je de
volgende morgen opstaat. Dan komt het er
op aan de nieuwe coiffure zelf te verwe
zenlijken en dat is een hoofdstuk op zich.
En meestal lang niet het vrolijkste! Met
een nieuw masker is dat anders. Je stapt
een schoonheidssalon binnen, rust heerlijk
een uurtje uit in een plezierige luxueuse
omgeving en als je buiten komt heb jé
een nieuw gezicht. De rouge juist iets
hoger aangebracht, een nieuwe vorm voor
de mond, een streepje bij de ogen, andere
kleurtjes en het effect is verrassend. Bo
vendien leren ze je précies hoe je voor
je kaptafel hetzelfde resultaat kunt be
reiken.
Maar is al dat geklieder nu niet vrese
lijk slecht voor de huid? Dokter Janine
Merciér, een Franse huidspecialistë, denkt
daar anders over. „Kijk eëns naar zee- en
andere buitenlui", zégt ze. „Wat hebben
die niet een verweerde gegroefde huid, en
toch is die altijd aan de buitenlucht bloot
gesteld. Nee, crètnes én poeders zijn niet
schadelijk!" Zij raadt goede crèmes aan
met een lapoline basis en ook schoon-
heidsmelkjes. Verder indien enigszins mo
gelijk wassen met régenwater. Er zijn veel
vrouwen die denken dat je evengoed zelf
het waswater met chemische middelen
kunt ontharden, maar volgens haar is dit
niet zo aan te raden.
Dit jaar wordt er weinig mét'rouge op
de wangen gewerkt. Het accent valt op
de rnond en op de ogen. De Aziatische
oogsopslag, bereikt door een fijn potlood
streepje van de ooghoeken in opwaartse
richting, 'is nog steeds jè van ftèt Wat de
mond betreft, het Cupidoboogje is er uit.
Het midden van de lippen wordt opge
rende ogenschaduw is van zilverachtig
blauw.
„Orphea", Stendhals nieuwe make-up,
is zwaar geïnspireerd op het Aziatische
type. Bij hem ook de opwaartse lijntjes
vanuit de ooghoeken en rouge dat hoog
op de jukbeenderen wordt aangebracht.
Dit huis lanceert eveneens 'n veelbelovend
nieuw praeparaat waarmee rimpels ge
garandeerd in drie maanden zijn uitge
vlakt. Gelooft u het? Dan interesseert het
u misschien ook wel, dat u dit wonder
baarlijke anti-rimpelmasker zelf thuis
kunt aanbrengen. Maar.u moet niet
vragen hoe vaak! En wie heeft daar nu
tijd en geld voorARLETTE
Geringe eetlust van een kind kan, be
halve van ziekte of zwakte, ook het gevolg
zijn van onrust van de ouders, van te veel
snoepen tussen de maaltijden of van teveel
binnenshuis zitten.
Het lange stil zitten op school heeft' bij
sommige kinderen een slechte invloed op
de eetlust; zoveel mogelijk buiten spelen in
de frisse lucht is hier de remedie. Heerst
er onrust in huis of besteden de ouders
overdreven veel aandacht aan het eten van
het kind (dat immers de gewoonste zaak
ter wereld behoort te zijn) dan krijgt het
vaak tegenzin in zijn voedsel. Zorg voor
een rustige opgewekte stemming in huis
en een gezonde, geregelde levenswijze;
toon niet direct bezorgdheid als het kind
eens slecht eet, dan zal in vele gevallen de
eetlust vanzelf terug komen. Er zijn ook
kinderen met een te grote eetlust; bij hen
is het zaak, er op te letten, dat ze goed
kauwen en niet gulzig hun voedsel naar
binnen schrokken. Uw kinderen zullen er
hun gehele leven plezier van hebben, wan
neer u ze van jongsaf went aan behoorlijke
tafelmanieren. Daar hoort ook bij: alles
eten, wat de pot schaft!
vuld en de bovenlip wordt verder zo
recht mogelijk afgelijnd, terwijl bij de
onderlip de natuurlijke omtrek wordt ge
volgd.
Elisabeth Arden werkt met twee poe
ders. Eerst brengt zij een lichte tint aan
en daarna één die een nuance donkerder
is. Naturel en mat foncé geven gecombi
neerd een porseleinig ï'ose, dat de. basis
vormt voor haar -nieuwe make-up, die zij
„Surprise" heeft gedoopt. Daarbij worden
als finishing touch rouge en lipstick ge
bruikt van een bleek cerise. De bijbeho-
Sieraden van rijnsteen zijn dit jaar in
de mode gekomen. Zelf hebben we eens
zo'n kettinkje gedragen in de tijd toen
reisjes langs de Rijn nog tot de traditionele
vacantiegeneugten behoorden. Dat is lang
geleden en we waren nog maar een kind,
dat geen benul had van de grillige wegen
van de mode. Anders hadden we dat ket
tinkje vast bewaard en dan was het ons
nu prachtig van pas gekomen. Ach ja, als
je alles van tevoren wist!
Met rijnsteentjes kun je alles doen, dat
bewijzen de Parijse juweliers! Ze maken
er oorhangers van en broches en colliers
in de meest fantastische vormen. En ver
der natuurlijk armbanden van één rij tot
tien ryen steentjes breed. Het is gewoonte
geworden het forse décolleté van een
schouderbandloos avondtoilet op te vullen
met volumineuse sieraden. Een vrij gro
teske oplossing van dit probleem vormt
een puntig overhelndkraagje van glinste
rende steentjes, dat een preutse zakelijk
heid suggereert. Geslaagder is in dit geval
een gewoon collier met een waterval van
afhangende stenen. Ach, het kan ook een
voudiger. Een geivoon kettinkje, één snoer
dik, kan ook heel flatteus zijn, heus!
De plaatsjes hiernaast geven u een in
druk van de rijke fantasie van degenen,
die de rijnsteensieraden maken. Wellicht
inspireren ze u tot een aanschaf! De oor
hanger heeft de vorm van een waaier, de
„halsbanden" spreken voor zich!
Arlette.
Sinterklaas is al
lang weer met
stille trom naar
Spanje vertrokken,
maar in de harten
van de kinderen
leeft hij nog voort.
Het is natuurlijk ook wel erg moeilijk
om zo maar opeens uit een wereld vol
mysterieuse angsten en geneugten over
te schakelen op het nuchtere leven van
alledag. Af en toe wordt er nog spontaan
een Sinterklaaslied aangeheven en als er
na het vallen van de schemering gebeld
wordt wijst het kleine zusje met een ang
stig vingertje naar het raam en gilt: „Daar
is Klaassie!" Waarop Lilibeth ijverig in
het stuntelig kindertaaltje meebrabbelt:
„Is niet Klaassie, hoor! Klaassie weg, naar
Panje toe". Maar het kleine zusje gelooft
er niets van en schudt gedecideerd haar
hoofd.
Nu het grote nieuwe poppenhuis om een
mooi plaatsje in de kamer vraagt is de
box naar zolder verhuisd.
Ja. het kleine zusje wordt groot. En
het kind Lilibeth kan er alsmaar niet aan
wennen dat het afgelopen is met haar
alleenheerschappij
„Ik vind mijn zusje niks lief', klaagt
ze af en toe. Maar als ze met het dikke
peutertje op straat loopt waakt ze als een
moeder over haar.
En laatst moest ze toch ook wel vreselijk
lachen toen het klein zusje vanuit haar
kinderstoel luidkeels riep„Ikke nó meer
Zwarte Pieke ikke nó meer!" Welke kreet
kennelijk doelde op de schaal met choco
ladevla
Kerstmis nadert. De dagen worden snel
korter en het weer is van dien aard, dat
we - zelfs een witte Kerstmis kunnen ver
wachten. Maar, al letten wij slechts op de
uiterlijke sfeer en dat wil ik ditmaal
doen dan behoort er bij het Kerstfeest
meer dan de wat doodse rhapsodie van wit
en zwart.' In de winkels en warenhuizen
kunt u reeds zien, dat er in het gegeven
beeld kleuren ontbreken. De Kerstdagen
zijn anders dan alle voorgaande winterse
dagen. Het stervend leven vlamt op in
teder rood en in diepgroen, in goud, zilver
en door licht beschenen stralend wit.
Kerstmis schept warmte. En in welk gezin
doet men niet zijn best om de sfeer van
welbehagen en rust te bereiken, door mid
del van versiering? De vraag, die hier rijst,
is: Hoe kan ik met weinig kosten toch
originele Kerstversiering maken en met
behulp waarvan?
Een versierde bol van
kippengaas
Laat ik beginnen met het eenvoudigste,
dat iedereen wel weet. Het bos staat voor
u open, u kupt er dode takken van allerlei
soorten bomen halen, verder eikels en
eikeldoppen en b'eukendoppen en de door
de jeugd zo veel begeerde „neusjes" van de
esdoorns. Om natuurlijk denne- en sparre-
appels niet te vergeten. Verder zijn er de
hulst en de mistletoe. Het eerste kan men
plukken, het tweede is over het algemeen
slechts in de winkel te krijgen.
Wanneer men van deze bosproducten
waar natuurlijk ook dennetakken bij horen
een grote hoeveelheid heeft ingeslagen,
kan men thuis de rest doen. Het is aanbe
velenswaardig om zilver- en goudverf te
kopen, omdat men dan meer nuancering in
de kleuren kan aanbrengen en omdat
bovendien deze twee kleuren een bijzon
dere fijnheid aan de versiering geven.
De hulst kan men in bosjes met een wit
of ëen rood lint bijeen binden. De mistletoe
is heel goed aan de muur te bevestigen.
Een andere manier om haar op te hangen
zodat er de nodige ruimte over blijft om
onder de witte besjes door te lopen, is de
volgende: Van kippengaas maakt men een
bol. Deze verft men wit of zilverkleurig.
Dan vlecht men er een rood lint doorheen.
De hulst maakt men tot een zo dik bosje,
dat zij past in de onderkant van de bol.
De mistletoe wordt weer met een lint
onderaan de bol gehangen en aan de
bovenkant van de bol wordt eveneens een
lint bevestigd, waaraan de bol kan hangen.
De achter het witte gaas verborgen en toch
goed zichtbare hulst geeft een aardig effect
aan het geheel.
Wat te doen met de verzamelde eikels,
doppen, denappels, e.d.? Men kan ze aan
de bosjes of takken hulst hangen. Het best
geslaagd is het om deze bosproducten zil
ver- of goudkleurig te verven. Zij vormen
dan een aardig contrast met het groen en
rood van de hulst. En als men ze dan toch
beschilderd heeft, dan is het een kleine
moeite om ze te rangschikken en ze te ge
bruiken bij de vervaardiging van kaarsen
standaardjes. Behalve eikels e.d. heeft men
slechts nodig de in het huishoudelijk ge
bruik zo versmade kartonnen deksels van
jampotten. Desgewenst geeft men de dek
sels een verfje en dan kan men beginnen
de eikels, doppen, dennetakjes enz. op de
deksels te plakken op zodanige wijze
dat men in hét midden ruimte overhoudt
om de kaars te planten.
De dode takken kunnen ook dienst doen.
Een voorbeeld van de manier waarop ze te
gebruiken zijn, vindt u behalve in deze
tekst ook op bijgaande foto. Met behulp van
verf wordt de donkere tak met alle zij
takjes in een zilverwit kleed gestoken. Dan
wordt ze met ganzendons of bij gebrek
aan dal, met plukjes witte watten be
dekt. En op allerlei plaatsen, de gehele lak
langs, worden de eikels, denne-appels, beu-
kendoppen, „neusjes" van de esdoorn en
wat dies meer zij, gehangen aan dunne
draadjes. Dat alles wordt goudkleurig ge
verfd, zodat het heel teer afsteekt tegen het
zilverwit en donzigwit van de tak. Zet men
het geheel in een beschilderde pot, dan
krijgt men het idee van een zeer bijzondere
miniatuur-kerstboom.
Gaan wij dan nu over tot de versiering
van tafel, schoorsteenmantel, e.d. Men kan
hulst en klimop opeenhopen en er het mid
den van de tafel mee decoi-eren. De klimop
kan men om de kandelaars en kaarsen
laten slingeren. De kaarsen kan men af
wisselend wit en rood nemen. De hulst en
klimop lenen er zich ook goed toe om
spiegels en schilderijen te omlijsten.
Met behulp van zilver- en gekleurd
papier, cellophaan, kunstsneeuw, is het
mogelijk om b.v, engelen te omkleden, die
eerst van karton kunnen worden gemaakt".
En sterren kan men natuurlijk ook zelf
fabriceren. Indien men dit wil. kan men de
engelen aan de hoeken van een gedekte
tafel opstellen. Zij kunnen tegelijkertijd
kaarsendragers zijn.
De kerstboom maakt ieder op zijn eigen
v/ijze, dus daar zal ik het ditmaal niet over
hebben. Tot slot nog deze opmerking. Voor
kinderen is het leuk, om zelf miniatuur
kerstboompjes en kersttaferelen te maken.
Met gekleurd papier (crêpe), karton, kie
zelstenen, takjes, mos en aarde kunnen zij
b.v. een huisje in de sneeuw bouwen en
een kerstboompje er buiten in het tuintje.
Poppetjes, die gefabriceerd worden van
katoen en wol en de sneeuwpop van karton
en watten, brengen leven in deze miniatuur
voorstelling.
DAPHNE.
wlleton
•aoeht^tP^1
HM f3* zb'n> meneer?"
■a'rin VWas z°juist S°ed en daarom
sn aLT- van mijn maaS een spon-
m'TA °,ord in de weg" Pal voor me
Si.Tu aart met indringend vette,
JVf rs: Soep van de dag.
Dak maar 'n kop soeP» juffrouw".
mu ljkt me even van °Pzij aan en
«KhGIl v.ee* op also* ze me d°ór heeft,
Sno iets van sP°t in de groen-
ïi 0ndanks de opzichiige haren,
f e, ,beschaafd snuitje. Ik snap het
Mi n*e*' ^°e heeft een broodje
A ,ea terwijl zijn blinkend witte tan-
brood malen, vertelt hij met volle
e,en melancholiek verhaal over thuis.
I s' knikt af en toe ten teken,
M j- begrijpt en luistert naar zijn
u. in' "ie vertellen over zijn leven in
-/deans. Samen met drie broers had
,vrachtwagen en daar knapten ze
i karweitjes mee op. Hij vertelt over
blanken, die hem ginds heel anders be
handelden dan hier. Alles kan ik niet ver
staan, maar ik begrijp, dat hij. .ook. vertelt
over zijn jeugd in een krot in een neger-
wijk, dicht bij de grote rivier, en hoe hij
als jongen 's avonds, wanneer de zon ach
ter de heuvels aan de overkant ging slapen
en schemer over het water kwam te han
gen, op de kade ging luisteren naar de
mannen, die hun oude liederen zongen.
Joe's stem is zwaar en boordevol neger-
weemoéd, maar aan een tafeltje achter
me verstoort een viertal luidruchtige pro
vincialen, een dagje uit in Amsterdam,
mijn Mississippi-dromen. En ook Joe is
weer wakker, lacht breed en rekent af
met een te royale fooi. Hij is me sympa
thiek geworden deze Joe met zijn kinder
lijk verlangen naar een verleden, dat in
werkelijkheid ellende en armoe betekende.
Ik blijf nog wat zitten lepelen in de bo-
demresten van mijn watersoepje en laat
het tweetal zijn gang gaan. Tenslotte gaat
het me ook niets aan, wat zij van hem wil.
Een rare avond. De film was goed.^Daar
ligt het niet aan. Ik houd wel van Franse
films. Af en toe kun je tenminste merken,
dat regisseur en artisten de centen ver
geten zijn en alleen maar denken als kun
stenaar. De moraal in al zijn hopeloosheid
en levensmoeheid neem ik dan maar op de
koop toe. Als je werkelijk eerlijk wilt zijn
en je laat het leven, je laat de omgeving,
de maatschappij op je inwerken, kun je
dan in onze dagen iets anders dan trieste,
pessimistische kunst scheppen? Ja natuur
lijk, het kan wel, maar dan moet je toch
wel heel sterk-in je schoenen staan en niet
alleen horizontaal je omgeving bezien,
maar af en toe je hoofd wat oplichten en
trachten er overheen te kijken naar iets
wat verder ligt.
Een rare avond. Ik kon ze niet ontlopen,
die twee. Terwijl de portier mijn kaartje
afscheurde, zag ik ze in de rij voor het
loket staan. Natuurlijk zag ze me weer
en ditmaal kreeg ik met mijn ruim dertig
jaren een kop als vuur, als een HBS-jon
gen, die gearmd lopend met zijn eerste
clandestiene meisje in een nauw steegje
onder lantaarn-licht zijn vader tegenkomt.
Ik ben in mijn stalles-fauteuil weggedo
ken en heb niet meer op of om gekeken,
ook niet toen tussen journaal en hoofdfilm
het licht aan ging en gorgelende, trillende
bioscoop-klanten de zaal in al haar voegen
deden meetrillen. De film had me geboeid
en het tragisch slot greep me aan en
daarom dacht ik, tussen stille mensen in
naar buiten schuifelend, dat ik die twee
vei-geten was.
Er viel een zachte, lauwe motregen en
het asfalt in de reeds stille Kalverstraat
was nat en zwart en met lichte schijnsels
waar lampen waren. Het was stil en
daarom moest ik het wel zien honderd
meter voor me, op de hoek van de Heilige-
weg. Ze stonden midden op straat en hij
gaf haar een hand, zij draaide zich om,
keek nog even lachend en liep toen weg.
Links af. Ik dacht, dat Joe een moment,
ietwat gedesillusioneerd, zijn schouders
ophaalde, maar dat kan verbeelding ge
weest zijn. Gek, ik begon ineens zonder
er bij te denken een liedje uit mijn solda
tentijd te fluiten en op het marstempo van
„La cantinièx-e du regiment" liep ik naar
het hötel.
In de bar was Joe juist bij de andere
twee gaan zitten. Een van hen was de
kale Luchtenbeld, met een rood hoofd en
dx-uk pratend. Jan schonk hem zeker niet
de eex-ste borrel in. De derde man voor
het hartje kende ik niet. Een uilebril op
een dik gezicht, het type van een zaken
man, die van een partijtje biljart en een
borrel houdt, handig is met zijn Woorden
en die ex* een enkele keer ook wel eens
aan denkt, dat hij thuis nog een vrouw
en een paar kinderen heeft. Vóór, in een
hoekje, achter een paar bloembakken, zat
een soldaat met een meisje te fluisteren
en verder waren eetzaal, bar en café van
„Le Soleil" leeg. Aan een afzakkertje had
ik geen behoefte en ook leek het drietal
voor de schenkbank me geen genoeglijk
gezelschap. Te heterogeen.
„Zeventien asjeblieft, Jan".
„Meneer Marijns, hier is ie en wel te
rusten. Van lawaai zult u op uw kamer
geen last hebben."
Inderdaad, lawaaiig is het in kamer 17
niet. Het toch wel gezellige geroezemoes
van 's middags is er niet. De gramofoon
heeft rust en van het schaarse verkeer
op het Damrak is alleen soms nog heel
vaag een remmende tram te horen.
Prettig er eens uit te zijn. Toch lokt
Limburg met zijn herfstelijke rust me nog
sterker. Twee dagen hier in Amsterdam
is eigenlijk wel genoeg. Ook financieel
bezien. Ik dra-ai het licht uit en grijp in
de x-ode pluche van het gordijn; ik houd
van frisse lucht. Mijn ogen, gewend aan
het kamerlicht, zien eerst niets dan een
zwarte massa. Het matglas beneden is
afgeschermd. Aan de randen kiert wat
licht door. Zelfs de grijze muren op enkele
metei-s afstand zie ik niet. Even heb ik
een illusie van ruimte, een illusie, die
vóór mij een wijde heidevlakte ligt, die
over enkele uren onder de nieuwe zon
paars op zal bloeien. Illusies duren meest
kort. Ook deze. De muren zijn er weer en
het venster rechts, van Joe, en het venster
links, van de loerende man met de grote
neus, en het venster van de Luchtenbelds
ik doe een stap achteruit en probeer
mijn hart weg te slikken, dat ineens in
mijn keel klopt. Ik zie een witte vlek, een
wit gezicht, in een omlijsting van zwart.
Mijn verstand corrigeert mijn instinctieve
angst. Natuurlijk, mevrouw Luchtenbeld
is al naar boven gegaan en haar kleine,
kale echtgenoot heeft gezegd: „Ga maar
vast, ik kom zo", om zodoende nog rustig
een glaasje naar binnen te kunnen wip
pen. Ze schept een luchtje, net als ik.
Waarschijnlijk heeft ze mij niet gezien,
anders was ze misschien ook even geschrok
ken. En toch is er iets verontrustends in
dat gezicht aan de overkant van de lucht
koker. Komt het door de stilte of door het
roerloze van de vrouw? Misschien ook, dat
de ruzie, waarvan ik getuige ben geweest,
me beïnvloedt. Ik draai me om, kruip in
mijn bed en denk aan vacantie, prettige
dingen. Dat probeer ik tenminste. Wat
heb ik met die zielige vrouw en met
Luchtenbeld en met Joe en met Daisy te.
Kraakt er iets op de gang? Een van de
andex-en gaat natuurlijk naar bed, maar
waarom dit behoedzame schuifelen. Echt
iets voor de man uit de kamer links van
me. De deur van mijn kamer is op slot en
de hele wereld kan me gestolen worden.
De laatste weken was het te druk op de
krant en ik geloof, dat dit me nu opbreekt,
morgen uitslapen en daneen gil, de
stem van een vrouw, uitschreeuwend haar
doodsangst, rauw zonder woorden, slechts
een gil, dan een ogenblik, een seconde, een
eeuwigheid stilte, afgesloten door gerinkel
van brekend glas, een doffe slag.
Ik buig me uit het raam, ademloos,
bevend. Het matglas is een hel geel vlak.
De afscherming is weg en het grootste
deel van het glas is verbrijzeld. Een groot
gat met scherpe hoeken.
(Wordt vervolgd).