HET GEHEIM VAN IDE MAKE-UIP ^ess#V) c-mm~ We maken van een dode tak een „kerstboompje" PARIJSE SILHOUETTEN Slecht etende kinderen 16 December 1950 1* "jvllord Hauser! Iedereen spreekt in over hem. Persoonlijk heb ik hem ontmoet. Het is een tovenaar, een en tevens de sympathiekste en een- man die men ooit ontmoeten kan. 't ve'-der zijn kwaliteiten zijn? Gayllord iSer is de dieetspecialist der Holly woodse onen. Te zijner eer organiseert Tout- is thans déjeuners, diners en cocktails spinazie en wortelsap- "hoonheid en jeugd dat is volgens hem, maar een kwestie van wil, geduld en ral van een „intelligente voedingswijze", 'ilaminen, proteïnen, vruchtensappen men de bases van zijn wondervoedsel. een onlangs gehouden cocktail-party huize van Baron de Rothschild, vertel- dat hij vroeger als t.b.c.-patiënt Zwitserland ging om daar genezing In dat land ontmoette hij een die hem wist te redden met een dieet. Weer in Amerika terug, zwoer user zich volledig aan de ideale voe- gskunst te wijden. leshonderd kranten publiceren nu weke- s een artikel van zijn hand. Bovendien hij een boek geschreven, getiteld: lang en leef jong", dat maandenlang bestseller op de Amerikaanse boeken- geweest is. raadgevingen van Hauser zijn uiterst ivoudig. De vijf voornaamste punten van voedselprogramma zijn, biergist, ont- mde melk, yoghurt, koren en stroop, ices in de wereld, zegt hij, is minder een van schoonheid van wel van dyna- Hauser bezit een zeer selecte cliën- beslaande uit mensen als de Hertogin i Windsor, Greta Garbo, Marlène Irich, de familie Vanderbilt, en de ko- gin-moeder van Joegoslavië. In Parijs ïen alle beroemde Parisiennes Hauser sulteren. linistersvrouwen, filmsterren en zelfs Curie, verdringen zich-voor zijn deur. de Pauijse bladen hebben de recepten Hauser gepubliceerd, en ik geef graag zijn goede raad ook ter harte te hebben en nu moedig koren, stroop en fhurt te nuttigen (tot wanhoop van mijn fgenoot,cdie liever wat pittigers op zijn d'aantreft). Ik heb nl. de gewoonte om n echtgenoot al deze diëten enthousiast te dringen, hetgeen hij niet erg appre- Om u ook uw eerlijke kans te geven, ik enige middeltjes van de beroem- Hauser op, Indien ge graag mooi, glan- jd dik haar, een frisse teint en een fraaie wilt bezitten, dan moet u 't eens met {e graankorrels proberen (vanwege de aminen A en B). U zet deze korrels in [water, opdat ze goed ontkiemen, waar- er iedere dag vier of zes milligram van Een bril draagt niemand graag, rom maar flink wortelsap gedronken, en geelgekleurd voedsel [.En om bijzonder krachtig en flink te Hen neemt u een glas melk, waaraan u [wat melk in poedervorm toevoegt, dt u las van hoofdpijn? Buig het hoofd ïek met nijdige rukjes aan de haardos, He hard natuurlijk, ofschoon u er wel zorgen dat alle haren aan hun komen. Bent u er op gesteld gedu- de heel uw leven de blos der jeugd te Was dan uw gezicht met warm en daarna met kouden vergeet i uw gelaat drie maal per week met hurt te masseren. Wilt u graag heel oud 'den? Eet dan sla, besprenkeld met ci- :nen olie vóór de maaltijd. En als u alle cessen gelijktijdig wilt boeken, dan moet per week een schoonheidskuur genen een beetje vasten. Deze dag moet geheel aan de yoghurt gewijd worden, zonder suiker in de ochtendstond, de namiddag opgevrolijkt met wat ka ken s avonds voor het naar bed gaan is ||e<?hHoofd om er wat honing door te - i k*er nu verder maar weer de hoop dat u de volgende weken zult „Hausseren". i" ève. Ris, 2 December 1950. „Als je in Parijs een vrouw met ee'n fris - onopgesmukt gezicht tegenkomt, tien tegen één, dat het geen Parisienné is", heeft ééns iemand me gezegd. En dat is waar. De Parijse vrouw gelooft in make-up en als haar gezicht niet geverfd en gepoederd is, wel dan voelt zij zich net als een Tjietjerksteradeelse die haar haren nog niet heeft gekamd! Ach, alles heeft na tuurlijk zijn voor en zijn tegen. In ieder geval heeft de Parisienne het voordeel van een steeds wisselend uiterlijk. Want met een fikse make-up kun je alles doen, daar weet iedere toneelspeler over mee te praten. Een nieuwe make-up is heel iets an ders dan een nieuw kapsel. Natuurlijk, je kunt naar je figaro gaan en dié kan je een haardos maken waarmee je je een ander mens voelt. Maar o wee, als je de volgende morgen opstaat. Dan komt het er op aan de nieuwe coiffure zelf te verwe zenlijken en dat is een hoofdstuk op zich. En meestal lang niet het vrolijkste! Met een nieuw masker is dat anders. Je stapt een schoonheidssalon binnen, rust heerlijk een uurtje uit in een plezierige luxueuse omgeving en als je buiten komt heb jé een nieuw gezicht. De rouge juist iets hoger aangebracht, een nieuwe vorm voor de mond, een streepje bij de ogen, andere kleurtjes en het effect is verrassend. Bo vendien leren ze je précies hoe je voor je kaptafel hetzelfde resultaat kunt be reiken. Maar is al dat geklieder nu niet vrese lijk slecht voor de huid? Dokter Janine Merciér, een Franse huidspecialistë, denkt daar anders over. „Kijk eëns naar zee- en andere buitenlui", zégt ze. „Wat hebben die niet een verweerde gegroefde huid, en toch is die altijd aan de buitenlucht bloot gesteld. Nee, crètnes én poeders zijn niet schadelijk!" Zij raadt goede crèmes aan met een lapoline basis en ook schoon- heidsmelkjes. Verder indien enigszins mo gelijk wassen met régenwater. Er zijn veel vrouwen die denken dat je evengoed zelf het waswater met chemische middelen kunt ontharden, maar volgens haar is dit niet zo aan te raden. Dit jaar wordt er weinig mét'rouge op de wangen gewerkt. Het accent valt op de rnond en op de ogen. De Aziatische oogsopslag, bereikt door een fijn potlood streepje van de ooghoeken in opwaartse richting, 'is nog steeds jè van ftèt Wat de mond betreft, het Cupidoboogje is er uit. Het midden van de lippen wordt opge rende ogenschaduw is van zilverachtig blauw. „Orphea", Stendhals nieuwe make-up, is zwaar geïnspireerd op het Aziatische type. Bij hem ook de opwaartse lijntjes vanuit de ooghoeken en rouge dat hoog op de jukbeenderen wordt aangebracht. Dit huis lanceert eveneens 'n veelbelovend nieuw praeparaat waarmee rimpels ge garandeerd in drie maanden zijn uitge vlakt. Gelooft u het? Dan interesseert het u misschien ook wel, dat u dit wonder baarlijke anti-rimpelmasker zelf thuis kunt aanbrengen. Maar.u moet niet vragen hoe vaak! En wie heeft daar nu tijd en geld voorARLETTE Geringe eetlust van een kind kan, be halve van ziekte of zwakte, ook het gevolg zijn van onrust van de ouders, van te veel snoepen tussen de maaltijden of van teveel binnenshuis zitten. Het lange stil zitten op school heeft' bij sommige kinderen een slechte invloed op de eetlust; zoveel mogelijk buiten spelen in de frisse lucht is hier de remedie. Heerst er onrust in huis of besteden de ouders overdreven veel aandacht aan het eten van het kind (dat immers de gewoonste zaak ter wereld behoort te zijn) dan krijgt het vaak tegenzin in zijn voedsel. Zorg voor een rustige opgewekte stemming in huis en een gezonde, geregelde levenswijze; toon niet direct bezorgdheid als het kind eens slecht eet, dan zal in vele gevallen de eetlust vanzelf terug komen. Er zijn ook kinderen met een te grote eetlust; bij hen is het zaak, er op te letten, dat ze goed kauwen en niet gulzig hun voedsel naar binnen schrokken. Uw kinderen zullen er hun gehele leven plezier van hebben, wan neer u ze van jongsaf went aan behoorlijke tafelmanieren. Daar hoort ook bij: alles eten, wat de pot schaft! vuld en de bovenlip wordt verder zo recht mogelijk afgelijnd, terwijl bij de onderlip de natuurlijke omtrek wordt ge volgd. Elisabeth Arden werkt met twee poe ders. Eerst brengt zij een lichte tint aan en daarna één die een nuance donkerder is. Naturel en mat foncé geven gecombi neerd een porseleinig ï'ose, dat de. basis vormt voor haar -nieuwe make-up, die zij „Surprise" heeft gedoopt. Daarbij worden als finishing touch rouge en lipstick ge bruikt van een bleek cerise. De bijbeho- Sieraden van rijnsteen zijn dit jaar in de mode gekomen. Zelf hebben we eens zo'n kettinkje gedragen in de tijd toen reisjes langs de Rijn nog tot de traditionele vacantiegeneugten behoorden. Dat is lang geleden en we waren nog maar een kind, dat geen benul had van de grillige wegen van de mode. Anders hadden we dat ket tinkje vast bewaard en dan was het ons nu prachtig van pas gekomen. Ach ja, als je alles van tevoren wist! Met rijnsteentjes kun je alles doen, dat bewijzen de Parijse juweliers! Ze maken er oorhangers van en broches en colliers in de meest fantastische vormen. En ver der natuurlijk armbanden van één rij tot tien ryen steentjes breed. Het is gewoonte geworden het forse décolleté van een schouderbandloos avondtoilet op te vullen met volumineuse sieraden. Een vrij gro teske oplossing van dit probleem vormt een puntig overhelndkraagje van glinste rende steentjes, dat een preutse zakelijk heid suggereert. Geslaagder is in dit geval een gewoon collier met een waterval van afhangende stenen. Ach, het kan ook een voudiger. Een geivoon kettinkje, één snoer dik, kan ook heel flatteus zijn, heus! De plaatsjes hiernaast geven u een in druk van de rijke fantasie van degenen, die de rijnsteensieraden maken. Wellicht inspireren ze u tot een aanschaf! De oor hanger heeft de vorm van een waaier, de „halsbanden" spreken voor zich! Arlette. Sinterklaas is al lang weer met stille trom naar Spanje vertrokken, maar in de harten van de kinderen leeft hij nog voort. Het is natuurlijk ook wel erg moeilijk om zo maar opeens uit een wereld vol mysterieuse angsten en geneugten over te schakelen op het nuchtere leven van alledag. Af en toe wordt er nog spontaan een Sinterklaaslied aangeheven en als er na het vallen van de schemering gebeld wordt wijst het kleine zusje met een ang stig vingertje naar het raam en gilt: „Daar is Klaassie!" Waarop Lilibeth ijverig in het stuntelig kindertaaltje meebrabbelt: „Is niet Klaassie, hoor! Klaassie weg, naar Panje toe". Maar het kleine zusje gelooft er niets van en schudt gedecideerd haar hoofd. Nu het grote nieuwe poppenhuis om een mooi plaatsje in de kamer vraagt is de box naar zolder verhuisd. Ja. het kleine zusje wordt groot. En het kind Lilibeth kan er alsmaar niet aan wennen dat het afgelopen is met haar alleenheerschappij „Ik vind mijn zusje niks lief', klaagt ze af en toe. Maar als ze met het dikke peutertje op straat loopt waakt ze als een moeder over haar. En laatst moest ze toch ook wel vreselijk lachen toen het klein zusje vanuit haar kinderstoel luidkeels riep„Ikke nó meer Zwarte Pieke ikke nó meer!" Welke kreet kennelijk doelde op de schaal met choco ladevla Kerstmis nadert. De dagen worden snel korter en het weer is van dien aard, dat we - zelfs een witte Kerstmis kunnen ver wachten. Maar, al letten wij slechts op de uiterlijke sfeer en dat wil ik ditmaal doen dan behoort er bij het Kerstfeest meer dan de wat doodse rhapsodie van wit en zwart.' In de winkels en warenhuizen kunt u reeds zien, dat er in het gegeven beeld kleuren ontbreken. De Kerstdagen zijn anders dan alle voorgaande winterse dagen. Het stervend leven vlamt op in teder rood en in diepgroen, in goud, zilver en door licht beschenen stralend wit. Kerstmis schept warmte. En in welk gezin doet men niet zijn best om de sfeer van welbehagen en rust te bereiken, door mid del van versiering? De vraag, die hier rijst, is: Hoe kan ik met weinig kosten toch originele Kerstversiering maken en met behulp waarvan? Een versierde bol van kippengaas Laat ik beginnen met het eenvoudigste, dat iedereen wel weet. Het bos staat voor u open, u kupt er dode takken van allerlei soorten bomen halen, verder eikels en eikeldoppen en b'eukendoppen en de door de jeugd zo veel begeerde „neusjes" van de esdoorns. Om natuurlijk denne- en sparre- appels niet te vergeten. Verder zijn er de hulst en de mistletoe. Het eerste kan men plukken, het tweede is over het algemeen slechts in de winkel te krijgen. Wanneer men van deze bosproducten waar natuurlijk ook dennetakken bij horen een grote hoeveelheid heeft ingeslagen, kan men thuis de rest doen. Het is aanbe velenswaardig om zilver- en goudverf te kopen, omdat men dan meer nuancering in de kleuren kan aanbrengen en omdat bovendien deze twee kleuren een bijzon dere fijnheid aan de versiering geven. De hulst kan men in bosjes met een wit of ëen rood lint bijeen binden. De mistletoe is heel goed aan de muur te bevestigen. Een andere manier om haar op te hangen zodat er de nodige ruimte over blijft om onder de witte besjes door te lopen, is de volgende: Van kippengaas maakt men een bol. Deze verft men wit of zilverkleurig. Dan vlecht men er een rood lint doorheen. De hulst maakt men tot een zo dik bosje, dat zij past in de onderkant van de bol. De mistletoe wordt weer met een lint onderaan de bol gehangen en aan de bovenkant van de bol wordt eveneens een lint bevestigd, waaraan de bol kan hangen. De achter het witte gaas verborgen en toch goed zichtbare hulst geeft een aardig effect aan het geheel. Wat te doen met de verzamelde eikels, doppen, denappels, e.d.? Men kan ze aan de bosjes of takken hulst hangen. Het best geslaagd is het om deze bosproducten zil ver- of goudkleurig te verven. Zij vormen dan een aardig contrast met het groen en rood van de hulst. En als men ze dan toch beschilderd heeft, dan is het een kleine moeite om ze te rangschikken en ze te ge bruiken bij de vervaardiging van kaarsen standaardjes. Behalve eikels e.d. heeft men slechts nodig de in het huishoudelijk ge bruik zo versmade kartonnen deksels van jampotten. Desgewenst geeft men de dek sels een verfje en dan kan men beginnen de eikels, doppen, dennetakjes enz. op de deksels te plakken op zodanige wijze dat men in hét midden ruimte overhoudt om de kaars te planten. De dode takken kunnen ook dienst doen. Een voorbeeld van de manier waarop ze te gebruiken zijn, vindt u behalve in deze tekst ook op bijgaande foto. Met behulp van verf wordt de donkere tak met alle zij takjes in een zilverwit kleed gestoken. Dan wordt ze met ganzendons of bij gebrek aan dal, met plukjes witte watten be dekt. En op allerlei plaatsen, de gehele lak langs, worden de eikels, denne-appels, beu- kendoppen, „neusjes" van de esdoorn en wat dies meer zij, gehangen aan dunne draadjes. Dat alles wordt goudkleurig ge verfd, zodat het heel teer afsteekt tegen het zilverwit en donzigwit van de tak. Zet men het geheel in een beschilderde pot, dan krijgt men het idee van een zeer bijzondere miniatuur-kerstboom. Gaan wij dan nu over tot de versiering van tafel, schoorsteenmantel, e.d. Men kan hulst en klimop opeenhopen en er het mid den van de tafel mee decoi-eren. De klimop kan men om de kandelaars en kaarsen laten slingeren. De kaarsen kan men af wisselend wit en rood nemen. De hulst en klimop lenen er zich ook goed toe om spiegels en schilderijen te omlijsten. Met behulp van zilver- en gekleurd papier, cellophaan, kunstsneeuw, is het mogelijk om b.v, engelen te omkleden, die eerst van karton kunnen worden gemaakt". En sterren kan men natuurlijk ook zelf fabriceren. Indien men dit wil. kan men de engelen aan de hoeken van een gedekte tafel opstellen. Zij kunnen tegelijkertijd kaarsendragers zijn. De kerstboom maakt ieder op zijn eigen v/ijze, dus daar zal ik het ditmaal niet over hebben. Tot slot nog deze opmerking. Voor kinderen is het leuk, om zelf miniatuur kerstboompjes en kersttaferelen te maken. Met gekleurd papier (crêpe), karton, kie zelstenen, takjes, mos en aarde kunnen zij b.v. een huisje in de sneeuw bouwen en een kerstboompje er buiten in het tuintje. Poppetjes, die gefabriceerd worden van katoen en wol en de sneeuwpop van karton en watten, brengen leven in deze miniatuur voorstelling. DAPHNE. wlleton •aoeht^tP^1 HM f3* zb'n> meneer?" ■a'rin VWas z°juist S°ed en daarom sn aLT- van mijn maaS een spon- m'TA °,ord in de weg" Pal voor me Si.Tu aart met indringend vette, JVf rs: Soep van de dag. Dak maar 'n kop soeP» juffrouw". mu ljkt me even van °Pzij aan en «KhGIl v.ee* op also* ze me d°ór heeft, Sno iets van sP°t in de groen- ïi 0ndanks de opzichiige haren, f e, ,beschaafd snuitje. Ik snap het Mi n*e*' ^°e heeft een broodje A ,ea terwijl zijn blinkend witte tan- brood malen, vertelt hij met volle e,en melancholiek verhaal over thuis. I s' knikt af en toe ten teken, M j- begrijpt en luistert naar zijn u. in' "ie vertellen over zijn leven in -/deans. Samen met drie broers had ,vrachtwagen en daar knapten ze i karweitjes mee op. Hij vertelt over blanken, die hem ginds heel anders be handelden dan hier. Alles kan ik niet ver staan, maar ik begrijp, dat hij. .ook. vertelt over zijn jeugd in een krot in een neger- wijk, dicht bij de grote rivier, en hoe hij als jongen 's avonds, wanneer de zon ach ter de heuvels aan de overkant ging slapen en schemer over het water kwam te han gen, op de kade ging luisteren naar de mannen, die hun oude liederen zongen. Joe's stem is zwaar en boordevol neger- weemoéd, maar aan een tafeltje achter me verstoort een viertal luidruchtige pro vincialen, een dagje uit in Amsterdam, mijn Mississippi-dromen. En ook Joe is weer wakker, lacht breed en rekent af met een te royale fooi. Hij is me sympa thiek geworden deze Joe met zijn kinder lijk verlangen naar een verleden, dat in werkelijkheid ellende en armoe betekende. Ik blijf nog wat zitten lepelen in de bo- demresten van mijn watersoepje en laat het tweetal zijn gang gaan. Tenslotte gaat het me ook niets aan, wat zij van hem wil. Een rare avond. De film was goed.^Daar ligt het niet aan. Ik houd wel van Franse films. Af en toe kun je tenminste merken, dat regisseur en artisten de centen ver geten zijn en alleen maar denken als kun stenaar. De moraal in al zijn hopeloosheid en levensmoeheid neem ik dan maar op de koop toe. Als je werkelijk eerlijk wilt zijn en je laat het leven, je laat de omgeving, de maatschappij op je inwerken, kun je dan in onze dagen iets anders dan trieste, pessimistische kunst scheppen? Ja natuur lijk, het kan wel, maar dan moet je toch wel heel sterk-in je schoenen staan en niet alleen horizontaal je omgeving bezien, maar af en toe je hoofd wat oplichten en trachten er overheen te kijken naar iets wat verder ligt. Een rare avond. Ik kon ze niet ontlopen, die twee. Terwijl de portier mijn kaartje afscheurde, zag ik ze in de rij voor het loket staan. Natuurlijk zag ze me weer en ditmaal kreeg ik met mijn ruim dertig jaren een kop als vuur, als een HBS-jon gen, die gearmd lopend met zijn eerste clandestiene meisje in een nauw steegje onder lantaarn-licht zijn vader tegenkomt. Ik ben in mijn stalles-fauteuil weggedo ken en heb niet meer op of om gekeken, ook niet toen tussen journaal en hoofdfilm het licht aan ging en gorgelende, trillende bioscoop-klanten de zaal in al haar voegen deden meetrillen. De film had me geboeid en het tragisch slot greep me aan en daarom dacht ik, tussen stille mensen in naar buiten schuifelend, dat ik die twee vei-geten was. Er viel een zachte, lauwe motregen en het asfalt in de reeds stille Kalverstraat was nat en zwart en met lichte schijnsels waar lampen waren. Het was stil en daarom moest ik het wel zien honderd meter voor me, op de hoek van de Heilige- weg. Ze stonden midden op straat en hij gaf haar een hand, zij draaide zich om, keek nog even lachend en liep toen weg. Links af. Ik dacht, dat Joe een moment, ietwat gedesillusioneerd, zijn schouders ophaalde, maar dat kan verbeelding ge weest zijn. Gek, ik begon ineens zonder er bij te denken een liedje uit mijn solda tentijd te fluiten en op het marstempo van „La cantinièx-e du regiment" liep ik naar het hötel. In de bar was Joe juist bij de andere twee gaan zitten. Een van hen was de kale Luchtenbeld, met een rood hoofd en dx-uk pratend. Jan schonk hem zeker niet de eex-ste borrel in. De derde man voor het hartje kende ik niet. Een uilebril op een dik gezicht, het type van een zaken man, die van een partijtje biljart en een borrel houdt, handig is met zijn Woorden en die ex* een enkele keer ook wel eens aan denkt, dat hij thuis nog een vrouw en een paar kinderen heeft. Vóór, in een hoekje, achter een paar bloembakken, zat een soldaat met een meisje te fluisteren en verder waren eetzaal, bar en café van „Le Soleil" leeg. Aan een afzakkertje had ik geen behoefte en ook leek het drietal voor de schenkbank me geen genoeglijk gezelschap. Te heterogeen. „Zeventien asjeblieft, Jan". „Meneer Marijns, hier is ie en wel te rusten. Van lawaai zult u op uw kamer geen last hebben." Inderdaad, lawaaiig is het in kamer 17 niet. Het toch wel gezellige geroezemoes van 's middags is er niet. De gramofoon heeft rust en van het schaarse verkeer op het Damrak is alleen soms nog heel vaag een remmende tram te horen. Prettig er eens uit te zijn. Toch lokt Limburg met zijn herfstelijke rust me nog sterker. Twee dagen hier in Amsterdam is eigenlijk wel genoeg. Ook financieel bezien. Ik dra-ai het licht uit en grijp in de x-ode pluche van het gordijn; ik houd van frisse lucht. Mijn ogen, gewend aan het kamerlicht, zien eerst niets dan een zwarte massa. Het matglas beneden is afgeschermd. Aan de randen kiert wat licht door. Zelfs de grijze muren op enkele metei-s afstand zie ik niet. Even heb ik een illusie van ruimte, een illusie, die vóór mij een wijde heidevlakte ligt, die over enkele uren onder de nieuwe zon paars op zal bloeien. Illusies duren meest kort. Ook deze. De muren zijn er weer en het venster rechts, van Joe, en het venster links, van de loerende man met de grote neus, en het venster van de Luchtenbelds ik doe een stap achteruit en probeer mijn hart weg te slikken, dat ineens in mijn keel klopt. Ik zie een witte vlek, een wit gezicht, in een omlijsting van zwart. Mijn verstand corrigeert mijn instinctieve angst. Natuurlijk, mevrouw Luchtenbeld is al naar boven gegaan en haar kleine, kale echtgenoot heeft gezegd: „Ga maar vast, ik kom zo", om zodoende nog rustig een glaasje naar binnen te kunnen wip pen. Ze schept een luchtje, net als ik. Waarschijnlijk heeft ze mij niet gezien, anders was ze misschien ook even geschrok ken. En toch is er iets verontrustends in dat gezicht aan de overkant van de lucht koker. Komt het door de stilte of door het roerloze van de vrouw? Misschien ook, dat de ruzie, waarvan ik getuige ben geweest, me beïnvloedt. Ik draai me om, kruip in mijn bed en denk aan vacantie, prettige dingen. Dat probeer ik tenminste. Wat heb ik met die zielige vrouw en met Luchtenbeld en met Joe en met Daisy te. Kraakt er iets op de gang? Een van de andex-en gaat natuurlijk naar bed, maar waarom dit behoedzame schuifelen. Echt iets voor de man uit de kamer links van me. De deur van mijn kamer is op slot en de hele wereld kan me gestolen worden. De laatste weken was het te druk op de krant en ik geloof, dat dit me nu opbreekt, morgen uitslapen en daneen gil, de stem van een vrouw, uitschreeuwend haar doodsangst, rauw zonder woorden, slechts een gil, dan een ogenblik, een seconde, een eeuwigheid stilte, afgesloten door gerinkel van brekend glas, een doffe slag. Ik buig me uit het raam, ademloos, bevend. Het matglas is een hel geel vlak. De afscherming is weg en het grootste deel van het glas is verbrijzeld. Een groot gat met scherpe hoeken. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1950 | | pagina 7