Vitte orchideeën voor het Kerstkind 5 en spoedig begonnen cie rotsblokken gelijke parasieten. De wilde pompen wo de w en hij vreest de hitte voor zijn Kerstmis 1950 jler.lag 23 December 1950 £en verhaal uit het Braziliaanse oerwoud door mevrouw M. Tadema-Sporry J .rj drUKT de lome middaghitte glad en zo hoog en steil, dat Gentil zich ^„Sromde vug. waar hij ge- ertegen moet optrekken. I°P .--i. op de dorre grond en met zijn ruïne vingers de maisplantjeg be- 'di*™ger. Tetfe'sTgotdgcel als déJSS Be De ji:u.. 'c ctaoii ivillpiTrl vfini' de ;i lis' °p de bï- ogen <le vlinders, blauw als een stukje van m bruine vragers de mosplantjes oe g da rQod a]j t'die mag0g e™eT de mals De grote fetS goudgeel als de zon zelve. De !t niet goed met dei maïs kleine, tere colibri's staan trillend voor de Jgte. die nu al zlamg aan]houidl doei Kieme^x^^ lichtend£. blauwgr0ene tplantjes verscluoe erond kan ze juwelen. Barboletas en beixa-flores, denkt Sik waar je niets aan hebt. die „orgetts zijn praten cn enthousiasme is Terese ten slotte bezweken. Mahoel kun je geloven en als hij vertelt, dat hij twintig cruzeiros heeft gekregen voor zijn parasito, ja dan gaat Teresa de plant met heel andere ogen bekijken. Haar zorgen ervoor zijn teder als die van een moeder voor haar kind. Boven dien blijkt Manoel bereid hun wat fuba te lenen. Het heeft de laatste tijd wat gere gend en de mais heeft goed aangeslagen en praalt fris en groen op de kleine akker. Dit kleine beetje voorspoed is genoeg voor Gentil en Teresa, die zo weinig ge wend zijn. Cyoeding I «LÏÏSrtrtoSiuZijn eeuwig moede, kerit. Je"kunt ze immers toch nietjten. L'.. rug- Het staat er slecht met hem "heeUlecht. Gentil is zo arm als alleen -■ ppnkleine Braziliaanse boer kan zijn. *v,Q7ït een huisje, dat hijzelf heeft ge- b".n in de grond gestoken takken, kist ook eens leeg was. g* SrSt ^SesLeró metteem: o«wih jr ,«k*r wee DE dag vóór Kerstmis komen de knoppejï uit. Stralend wit en glanzend in hét Even buigt hij zich over het spoor van een waterkonijn, maar dan gaat hij weei verder. Hij heeft toch geen geweer meei. Ook verkocht, lang geleden, toen de fuba- toe diénen, waarvan hij niet eens de namen 4~"U zonlicht, dat door het dichte donkergroene manga-loof dringt, begroet de orchidee 's morgens vroeg Gentil als hij de deur van het huis open doet. Hij is er helemaal van ondersteboven. Als ook Teresa de plant 01 in hpt gv-oene heeft bewonderd, pakt ze die voorzichtig in Onfeilbaar zeker weet_ J vinden frisse groene bananenbladeren. Gentil be- ,ee Zljn dlendig-onvruchtbaar stukje gewemel de kleine ^la(^er^ d water- denkt, dat morgen de truck van Nicanor jnfopde berghelling en een vrouw met waar het pad weei is gekapt naar^ wrnp.pn_ naar het bergstadje gaat. Hij zal de plant havt Het stukje het°oog niet eens "zo kwaad. Maar nadert. ..-her rooien van bomen en kreupelhout Maai «o» --- ~hp«. nad een u-enu iveen de vochtbron: de wind en de gang. Daar ligt dwarsover he p hU{e {e vertrekken Hij moet dan wei een kregen vat op de blootliggende rode enorme boom. w°est hegioeid me heel e-nd dQor het donker maar bij kent te worden. In het harde zonlicht tels hebben een grote gapende wond m de sito_ *en nu de micaplaatjes als spiegels De berghelling gescheurd cn boven de P e verze„gende hitte, die het arme rotssplinters verwonden Gentil s waar de boom stond, is nu een st£K akkertje al weer doet verschroeien, wat is en zorgzame handen. tend blauwe hem»el zichtlbaar. schuine ig geluwd maakt Gentil zich op voor zijn de dorre grond geplante zaad den zonnebundels vallen tot diep in het f haveloze kroesharige kinderen. scheiding, waar de- kestepahne g hee! aan Nicanor verkopen, dat heeft Manoel lstukje grond was een jaar geleden Hij schiet nu aardig op, het pad wortt hee^ indertijd ook gedaan. Van zelf naar de stad oerwoud wild overgroeid, groen en steil, een bewijs dat hij de laatste hellinge ggan geen sprake want dat kost geid en Maar nadert. _ijn dat heeft hij niet. Nóg niet! Maar dan wordt hij ineens gestuit Gentil besluit eerst na de grote middag- tocht. Teresa heeft de plant ook nog in een oude doek gewikkeld en zo gaat Gentil dan te laat"op. mager, sprietig. Vaak hart van het oerwoud. oude doek gewikkeld en zo gaat uentn aan -ven de plantjes als ze net boven de Gentil kijkt er verdwaasd naai ,d moedig op weg. nagestaard door zijn vrouw. j „itkomen. is zo groot, dat hij een onoverwinbaai on- het armelijk huisje is de luba-kist stakel lijkt. De rode aardkluit, waar de na ipe* en fuba is het enige voedsel, dat wortels als slangen uitwringen, is zo hoog 0(pti Vet word ie er niet van, maar het ais een heuvel. Hoe komt hij daar nu langs. evcli. V c-u „1 „11:1- Hon mop De hete zandweg schroeit hem de voeten, maar hij merkt het nauwelijks; pas als de korte schemering valt en daarmee de koelte van de avond komt, gaat hij even uitbla den aan de rand van de weg. Boven hem is Hde maag cn dat is voor Gentil en ai El. omheen is onmogelijk, wantdan moet m soortgenoten al meer dan genoeg. Nu hij door het bos. Er onderdoor ol ei ov de beniel van een oneindig teer bleekgroen, Teresa hem na te rijden en zegt, dat die heen is het enige wat er op zit; aangenaan dg ZQom yan hel; oerWoud loopt als een weer vol moet komen, want acht js dat niet, want Gentil weet uit zure ei va- bnige karteling daartegen, het blanke moeten eten hebben, al is het dan ring, dat zö'n boom altijd de woonplaats 1 zandpad b-cht bleek op. De eerste vuurvlie- maar net genoeg. Maar acht kinderen van miriaden mieren in alle kleuren en ane gen ontsteken in liet korte dorre gras hun toch nog wel zoveel, dat Gentil werke- grootten. Maar hij is nu al zo n erna en blauwgroene lichten, dan zijn er honderd, niet meer weet hoe hij er aan moet Teresa is niet, mals als hij met lege hanaen dan dujzend, dan een levende branding van men. thuis komt. Natuurlijk heeft ze makkeiijK fonkelende jnsecten langs de zoom van de Doch weet Teresa hoe ze een dergelijk praten, want in het oerwoud komt ze nooit', weg_ ^it en aan gaan de lichtende punten, klaar moeten spelen? Natuurlijk maar haar tong is vlijmscherp. en aan in een eindeloos rhythme. In de iet Teresa dat niet, hoe zou ze ook. Iets Met een diepe zucht besluit Gentil maar ^|eke hemel drijft de kristallen splinter te verkopen bezitten ze niet, bij de onder de boom door te gaan en met zijn vfm gen .Qnge maan ane kruidenierswinkel durft hij zich niet machete valt hij aan op de dichte groene Dan is het ineens duister, een koude iss meer te vertonen, zo staat hij in het massa planten, die de boom als een mantel lucht valt a^s van de bergtoppen omlaag 'rit Er zal niet veel anders opzitten dan omhangen. De machete is lekker scherp en cn de s{ralende gouden sterren springen j bos in te gaan en daar eetbare waar te Gentil schiet goed op. Het zal nog wel mee- tcgelijk jn de hemel aan. Diep zuigt Gentil Palmiet is er altijd wel te vinden; vallen. Reeds ziet hij dat. onder de kromme dg afgekoejde lucht in zijn longen, al rilt palm is gauw gekapt en het palmiet, stam een flinke ruimte, is. waar hij gemak- - ^egeujk van de snel dalende tempera- kern van de plant, er gauw uitgehaald. kelijk door zal kunnen kruipen. Net zal hij tum. Hij ligt op zijn rug in het korte gras is er een beetje huiverig voor, want een fihse slag geven als zijn arm ineens staart, naar de sterren. Een vredige rust boete die op deze palmenmoord staat neerzinkt. trekt dóór hem heen. Als hij toch altijd gering. Daar tussen het lichte groen ziet hij don- ZQ kon blijven liggen, alleen in een koele lege fuba-kist is echter een machtige kere leerachtige bladeren, die hij duidelijk std|e naeht. Alleen maar liggen en kijken en het palmiet zal vanavond wel herkent. Orchideeën! Hoe vaak heeft hij de ^agr de sterren de dis verschijnen! Zuchtend neemt parasitos daar hoog boven de aarde in de Met een zucht neemt hij wat later zijn ntil zijn kapotte hak op. Het ding is het boomtuinen zien hangen, rose, bleekgeel, zvvare pak Weer op en gaat verder. Hij is ïkijken niet meer waard, maar'geld voor helderpaars. Hij heeft er de zoete geur van mpe 0chj ejgenijjk js hij altijd moe. van inieuwe ontbreekt en een kapotte hak ingeademd als de schemering viel en de da^ ajg gen k-jejn jongetje op de loch altijd nog beter dan jë vingers bij gl-ote fluwelen nachtuilen erheen zien sn(^" akker moest werken, eerst voor zijn vader, wroeten tussen het scherpe kwarts en ren op zoek naar de overdadige honing. En latgr voor zichzelf. Steeds weer heeft hij micasplinters. hij heeft gehoord hoe Manoel Ferreira ver- he1 oerwoud gerooid, de grond gezuiverd n het duistere huisje is het betrekkelijk leld6i dat, er mensen zijn, zo rijk, dat zc van ]osse stukken rots en hem klaarge- dankbaar zijgt Gentil even neer op geid kunnen besteden voor zo'n ding, dat je maakt orn bGt maiszaacl te ontvangen. Al- l... Vlof 7,in oiiicf mplihpl i.<: _:_a- uTloon maar nmrial. 7. R u--., dg de scherpgeslepen machete en begint een betrouwbaar man en hij weet veel, tocht. want hij gaat geregeld met de truck naar ter hoeft hij niet te gaan. Op nog geen het bergstadje, 'clat vele dagen verder ligt. iderd meter van zijn akker begint liet Bovendien heeft Manoel zelf eens geld nodig had gehad om te groeien. Altijd was er de dreiging van een lege •fubó-kist en nóóit heeft hij genoeg te eten gehad. Hij is er taai van geworden en geduldig lueiu maud van t-iju jsovenoien neeii ivj.ciuuv.± Hij is er taai van geworden en geauLCiig, ids opdringen oerwoud, waarmee hij gehad voor een poi orchideeën. Een besluit nederig cn weinig eisend, maar ook altijd ere dag weer een verbitterde strijd voert. is snel genomén. Met drie houwen van de ;nQe> Van nature is hij luchthartig en dat is maar goed ook bij zo'n bestaan als het zijne. Hij lacht graag en veel als alle Bra zilianen en hij heeft nooit veel zorgen voor de toekomst, ook niet toen Teresa hem het ene kind na het andere schonk, terwijl ze niet wisten hoe ze de volgende dag aan t kronkelend paadje, door Gentil en zijn machete ligt de zware bladerenbos op de ideren platgelopen, duikt meteen in de grond en Gentil neemt hem op en bekijkt leiie woudzoom en na tien stappen is het aandachtig de plant. Er zitten een paar hij al kilometers ver het bos in is. Het stengeis aan mel dikke witte bloeiknoppen. gaat tegen de helling op, kronkelend en „Wonderlijk", denkt Gentil. ..hier hou ik Het gaat onder hangende rotsblokken nu" geld in mijn handen, geld dat ik zo k. begonia's buigen er zich met room- bl.oodnodig heb. Nu ben je rijk, Gentil. nu eten moeste„ komen. ake bloemtrossen overheen, pa men hoe£ je „een i10nger meer te hebben en nu El. kwam jmmers altijd wel iets tot r.u er hun lakrode zaden, slang- kan je misschien zelfs een lootje kopen. En t Met een soort van blind vertrouwen ge hanen versperren steeds weer de Teresa krijgt nieuWe sandalen." „cl00ft Gentll Mn de Maagd Maria en tocht. De aaide is hiel geurig en Gentil gaat de weg terug naar huis. de onze Lieve Heer, die hem tot nu toe steeds itig-uonker. Dankbaar zakken Gentil s palmiet is vergeten. Door zijn hoofd gonzen ui, de knoel hebben geholpen cn dal ook rozige dromen. GENTIL heeft de orchidee aan de manga boom gebonden op zijn kale erfje. Hij da^ doet geen man, dat is vrouwenwerk. zullen blijven doen. Dal heeft Teresa hem vaak verteld, als ze nu en dan eens da verre weg naar het kapelletje had afge legd om de mis te horen. Zelf is Gentil nooit naar de mis gegaan, wil eerst weten de rotsblokken kronkelt? Hoe groen en weelderig is toch dat oer- Soms zakt hij tot over zijn enkels in weke humuslaag'. Machinaal kapt hij ït_de machete het wilde gewoeker weg t in drie dagen tijd het pad weer heeft oberen in te nemen. Maar het koele lister van het bos doet weldadig aan, ffltil voelt zich helemaal bijkomen. Hij jat wat rechterop lopen en ook zijn ver- Beide hersens beginnen weer wat gere mder te werken. |h alle gevallen zal de palmiet hen weer paar dagen respijt geven en als hij nu "ging werken op de akkers van de rijke lenier? Allicht delgt hij daarmee een ie deeltje van zijn schuld en kan hij zwarte boontjes en fuba loskrijgen. De o'P het akkertje kan nu wel door a verder verzorgd worden en als hij Zondag wat geluk bij het dobbelen gaat het toch voorlopig weer wat er van de orchidee Maar ld uit e plant i Teresa's verhalen heeft hij gretig pen erin en hij peinst er als steeds weer p, hoe het toch kan dat al die handbrede perstroompjes, die murmelend onder de tazeade bladeven naar beneden huppelen, ja akkertje kaal en dor laten. Waarom ja ze bij het rooien van zijn stukje oer- :ad als met toverslag verdwenen? En SStdTtoeden1nrhët°dal'eb^uiS wordl' D<! »lant ziet er goed g0zo,ld uit en aangehoord, want Teresa geniet een zekere ÜüLÏ!1" ,?-" °'u,send de knoppen groot en fris. Maar de plant is faam om haar vertelkunst. Daarom ook alleen met bloemen geld waard. zijn beiden onwrikbaar blijven geloven, dal Met Teresa heeft Gentil een verschrikke- zé geholpen zullen worden wanneer het lijke ruzie gehad, zo erg als in jaren niet nodlg is, dat er iets bestaat, iets goeds en het geval is geweest. Teresa was woedend, rustigs naast de vele spoken en demonen dat hij zonder palmiet thuis kwam en al- waarin ze met hun Afrikaanse bloed even leen een oneetbare massa groene bladeren hartgrondig in geloven als in Santa Maria meebracht. En of Gentil al tegensputterde, en de Bom Jesus. Teresa weigerde eenvoudig te geloven, dat Nu wordt het weer Kerstmis en dan is iemand zo gek zou zijn om voor iets derge- iiet de feestdag van het Kerstkind. Teresa li.iks geld uit te geven, al was hij nog zo heeft er laatst nog van verteld wat ze pas rijk. in de kapel had gehoord. Gentil heeft ge- Dagen lang mokte ze. Ze deelde de kleine luisterd als naar een ver sprookje, naar het nortie fubapap uit met een gezicht, dat verhaal van een ster en dieren in een stal Gentil alle eetlust benam. Soms kan hij zich en arme herders in de nacht. Het waren niet begrijpen hoe deze enorm dikke, don- allemaal maar heel gewone arme mensen kere en humeurige vrouw kon groeien uit net als Gentil en Teresa. Later kwamen cle de tengere, speelse goudbruine Teresinha, machtigen en rijken met pralende geschen- waarop hij zo smoorlijk verliefd was. En ken, maar de armen mochten in de Kerst als hij dan nog die acht snaterende wilde kinderen ziet, begrijpt hij het helemaal niet. Toen kwam Manoel Ferreira langs. Voor ['.even is toch niet eens zo kwaad en nu weer eens wat geld heeft en een ^slootje kan kopen en als. als dan toch |„^jk daar eens een prijsje op viel! yergeet helemaal hoe vele cruzeiros i reeds in de loop van zijn leven heeft gaan aan lootjes, genoeg om de fuba- L'-_maandenlang tot de rand gevuld te daarom zou hij niet loten? Ieder- doet het en eenmaal heeft dan toch W vriend Carlos een prijsje gehad. Daar dorpsvolk nu al jaren over en nacht het Kind het eerste aanschouwen. Gentil kan zich dat niet helemaal goed begrijpen. Waarom zouden de armen de eersten zijn geweest, terwijl de rijken zo veel betere zaken hadden aan te bieden. Maar Teresa heeft het heel goed gehoord- in de kapel, dus het zal heus wel waar zijn. Onder al zijn gepeins heeft Gentil niet gemerkt hoe duister het is geworden. Zijn voelen volgen willoos het pad cn wijken nergens van het harde zand af, dat in het duister al lang niet meer zichtbaar is. Gentil blijft staan en ziet om zich heen. Hij is nog niet in het oerwoud, dal wist hij wel. Maar de hele hemel is nu zonder één ster en een ïichle. kille wind is opgestoken. Dit bevalt Gentil niets. Hij heeft een hei lige eerbied voor de felle, woeste regenbuien, die in het gebergte op het on verwachtst uitbarsten en die een uur, maar ook een week kunnen duren, en die gena deloos zijn in hun tomeloze razernij. Gentil zet er de pas in. Als hij maar eerst het beschermende bos heeft bereikt. In de verte ziet hij de eei'ste blauwwitte bliksemflits en de aanwakkerende wind doet de dunne stammetjes op de hellingen legen elkaar klepperen. Als het bergpad het oerwoud induikt, verdwijnt Gentil dankbaar onder de hoge bomen. Na enige passen heeft de wind al geen vat meer door de wilde begroeiing. De eerste dikke regendruppels kletteren neer cn in de boomtoppen, tientallen meters boven hem, hoort Gentil de wind kreunen. De drup pels vinden spoedig hun weg door het bladerendak en vallen pletsend op Gentils kromme schouders. In vijf minuten is hij drijfnat. De wind gaat even plotseling liggen als hij is opgestoken. De regen valt nu lood recht neer in pinkdikke stralen. Onder zijn blote voeten voelt Gentil de grond glibberig worden en even later is liet pad een miniatuurbeek geworden. Er is nu niets meer dan water boven en water on der en om hem heen. De kletsnatte bla deren slaan hem in het gezicht, zijn voeten gaan door het zuigend slik van het paadje en een uur later is hij zo koud als hij nog nooit in zijn léven is'geweest. De regen stroomt door, monotoon en met dezelfde kracht. Er is niets meer dan het geluid spelen zag er het levend bewijs in dat in de loterij een verstandig be- Onder Van je zuurverdiende geld vormt. zijn voeten heeft het pad opge- te bestaan, maar feilloos weten le^ematen de weg te volgen, steeds op, naar het dichte palmenbosje, •«'van hij alleen het bestaan kent en dat wel eens meer in krappe tijden uit- 11u Nij volgt nu de beekbedding wa'nt het oerwoud is ondoor- -goaar van lianen en ritselende bamboe- i1"I. Soms gaat hij over fuweelzacht- stenen, soms door ijskoude en .«aineldere poeltjes. Maar er zijn ook é- W^ar. de rotsblokken door de woeste r=oeek tijdens de overstromingen werden ^slepen, even glad als de loodrechte gen waar de erosie de huizengrote •Trfn loswrikte om ze daarna daverend N° OG ENKELE DAGEN en de Kerst klokken zullen weer luiden. Maar kunnen wij in 1950 nog Kerstfeest vieren'. Het tere verhaal over het gebeurde in de Stille nacht, Heilige nachtpast immers slecht in een wereld waar het brute ge weld beslist. Kinderen rond de verlichte boom komen prijs gesteld op een echte stal met alles wat daarbij behoort, maar er werd ge in hun onschuld nog in de sfeer en ge- noegen genomen met een ledige kribbe, nieten daardoor van het Wonder, maar Want die is ledig als ivij het kind niet er- wij, volwassenendie de wrede lessen van kennen en aanbidden de Redder der het leven geleerd, hebben, zijn ontgoocheld, wereld, de Lever.svorst, Gods zoon. Wij zien de schrille tegenstelling tussen de Niet allen koppelden aan hel Kerstfeest blijde zang der Engelen in de velden van een herdenking van de Goede Vrijdag, Efratha over „Vrede op Aarde" en het waar het tot Man der Smarte gewórden Welbehagen in Mensen" en alles wat ons Kindeke op Golgotha het offer van Zijn thans omringt cn benauwt. Als feit de leven bracht voor de verlossing der we ellende op de slagvelden, van Korea. En re ld. Ook geen Pasen, waarop Hij uit het daarnevens dc dreiging van nog vreselijker graf herrees als triomfator over leven en dingen als de nieuwe wereldoorlog, met dood, zodat Hij kon zeggen: „Mij is gegeven zijn helse atoomwapenen, mocht uitbreken, alle macht in de Hemel en op de"aarde". Heel dc wereld in twee kampen verdeeld, Indien Gods zoon waarlijk geloof ge- lerwijl de machine der oorlogsindustrie op vonden had, zou het er hier op aarde thans volle toeren draait. anders uitzien. Kerstmis kan geen uitkomst, zelfs geen Jezus heeft de eis gesteld God lief te troost bieden. hebben en ook zijn naaste als zichzelf. Maar is die conclusie juist? Is het niet Het evangelie der Liefde. Terwijl nu de zo, dat niet Kerstmis, maar de mens ge- haat alom hoogtij viert, faald heeft? De Liefde moet de meeste zijnmaar de 'set ravïin'ï*T uacliJ:a ««verenu I In het verleden is de werkelijke zin van haat is vrijwel de enige. Een 'familielid toDoa^n ,n storlen' Hier wordt het Kerstfeest blijkens de uitkomst door willen wij nog wel als onze naaste zien n. ae stenen zijn vaak spiegel- velen niet ten volle gepeild. Er is wel (als hij tenminste ook vriendelijk jegens ons is!) maar wij weigeren te aanvaarden dat onze naasten aan beide zijden van het IJzeren Gordijn te vinden zijn. Als wij in het Kindeke in de stal van Bethlehem inderdaad dc Redder der wereldonze Verlosser aanvaarden, dan verdwijnt de tegenstelling, die wij eerst meenden te zien. Dan beseffen wij dat juist onze verscheurde wereld behoefte heeft aan het Kerstfeest. Dan kan er kracht en zegen van uitgaan. Niet alleen voor de mensen persoonlijk, maar ook voor de volken. Voor de gehele wereld. Dan vermenigvuldigt zich het gebed „Uk Koninkrijk kome". En i?t dat Koninkrijk is geen plaats voor haal, óók niet voor oorlog. Liefde jegens de naaste schuwt hel ge weld en eert het Recht. Bij de geboorte van Jezus werd door een der zieners van Israël gezegd: Hel volk dat in duisternis zal heeft een groot licht gezien". Dan kan dal ook nog van ons geslacht gezegd worden. En dan is er troost in die Kerstviering. Dan zullen allen, die in de geest met de herders geknield hebben voor het Kindeke in deze dagen van spanning en onzeker heid gesterkt worden door de woorden van Jezus: „Ik ben met u lot aan de vol eindiging". van T. (Tekening Auke A. Tadema) van borrelend water en uiteenspattende druppels. Ineens waarschuwt iels Gentil, dat hij verkeerd gaat. Hij blijft stokstijf staan. Inderdaad voelt hij nu onder zijn voeten water stromen inplaats van glibberig slik. Hij weet nu, dat hij bij het beekje is aan geland, waar het pad dwars overheen gaat, maar van een pad is niets meer te bespeu ren! Er is alleen een voor zijn handen wij kende muur van kille bladeren en steke lige lianen en ruwe boomstammen. Alle gevoel van richting is hij kwijt ge raakt. Zijn voelen zeggen hem, dat de lege bosgrond onder de welige begroeiing loch niet het pad is, dat hij op zo onver klaarbare wijze is kwijtgeraakt. Gentil ï-aakt niet gauw in paniek, maar dit is toch wel iets heel ernstigs. Verdwa len in een oerwoud is geen kleinigheid! Het enige wat hij kan doen is de beekhel ling volgen naar beneden, want de beek mondt tenslotte in de rivier uit en de rivier stroomt langs het dorp. Maar het -is hals brekend werk in het aardedonker van deze nacht. Onder zijn arm voelt Gentil het onhandig grote pak, dat driemaal zo zwaar lijkt als vanmiddag. Met veel getob zoekt hij het beekje weer terug. Moeizaam tastend, uitglijdend en zwikkend op de grote rolstenen, plassend door ijskoude poelen tobt Gentil door het grondeloze donker. De tijd schijnt stil te staan; hij is zich alleen maar bewust van water, water aan alle zijden en koude, ijzige koude, die zijn handen gevoelloos maakt en zijn knieën doet trillen. Zijn ma gere rug kromt zich onder de regenstralen om het laatste restje warmte in zich te be waren. Het pak onder zijn arm belemmert hem in zijn bewegingen cn vaak komt hij in de verleiding het maar weg te gooien en te hollen, alleen maar te hollen in die stille duistere nacht. Waarheen weet hij niet, maar weg van deze koude en deze ellende, van dit water, dat hem doodsbang maakt, van al die koude, natte dingen, die tegen hem aankletsen en zijn huid schrammen en zijn armzalige kleren aan stukken scheuren. En dat pak weggooien, dat on zinnige pak orchideeën. Wat moet hij er mee hier in dit vijandige bos. Wat moet hij met een pak orchideeën als hij blij mag zijn dat hij hier levend uitkomt. „Madre de Deus", stamelen Gentil's kou de lippen, „Madre de Deus". De woorden worden een gebed, een wilde smeking om redding uit deze nachtmerrie van koude en water. Vaag denkt hij aan allerlei dingen. Fladderend glijden de gedachten door zijn arme hoofd. Herders en ossen, arme herders, mensen net als Gentil en Teresa. „Even arm als ik, Santa Maria, even arm als ikDoe een wonder, Madre de Deusdoe een wonder voor de arme Gentil. EN DAN zien zijn starre ogen daar ver- weg een licht. Eerst dringt het niet eens tot Gentil door, tot zijn verslapte zinnen zich spannen. Een licht! Een licht! Dat zijn mensen en dat is een einde aan deze marteling. Hij strompelt dooi-, dé ogen hangend aan het lichtje, hij duwt de takken en bladeren voor zich weg met on vermoede kracht. Het licht komt dichterbij en is stralend van warmte. „Hoe kan dat hier?" denkt Gentil suffig, maar dan breekt hij door een laatste lia- nenbres en snakt naar adem. Vaag voelt hij onder zijn vóelen een pad en daar staat hij en kijkt en kijkt. Een licht voor hem, stralend en warm, een jonge donkere vrouw, een klein kindje in haar arm, de bron van liet licht en vaag achter hen de donkere gestalte van een man. Gentil's knieën knikken onder hem, langzaam zinkt hij neer, de ogen steeds gericht op wat hij daar ziet. Het oerwoud vormt een veilige nis om de klei ne groep en straalt in duizend kleuren groen. Vlammende colibri's staan trillend stil in de lichtschijn cn de fluwelen nacht vlinders buitelen rond het gebogen hoofd van de jonge vrouw. „Ik!" denkt Gentil verbijsterd, ..ik mag dit zien, Madre de Deus, ik mag dit zien." „Santa Madre?" stamelt hij fluisterend en de jonge moeder knikt hem stralend toe. Hij steekt zijn trillende handen uit en ze worden warm in de schijn van het kind. Tegen zijn knie voelt hij de druk van het pak, dat hij steeds heeft meegesjouwd en ineens weet Gentil, wat hij doen moet. Met koortsachtige vingers maakt hij de doek los en mompelt; „Wacht, Bom Jesus, wacht. Ik, Gentil, de arme boer, heb een geschenk meegebracht." En uit de glanzend groene bananenbla deren wikkelt hij de plant met de geurige witte bloemen. Met trillende handen rijkt Gentil de plant aan het kind. Hij houdt het hoofd gebogen en duizend gedachten schieten door zijn hoofd. „Teresatwintig cruzeiroseten voor allenach, Teresa, wordt niet boos. Dan beroert een zachte hand zijn tril lende vingers, de blanke bloemen liggen naast het kind, dat er met zijn kleine handjes naar grijpt. Nog dieper buigt Gen til's hoofd. „Ik mag dit ziende ster en de her ders. Dank, Bom Jesus.Dank, dank, Madre de Deus. Nieuwe Uitgaven Kerstnummer „Camera Obscura". Uitg. „Camera Obscura", Haarlem. Typografisch en druktechnisch is dit spe ciale nummer van het nu ongeveer een jaar bestaande „tijdschrift voor fotografie, cine matografie. fotogravure, radiologie en kunst" een der fraaiste Nederlandse uitgaven die wij in lange tijd zagen. Reeds het omslag een nachtblauw fond met gouden ster motieven, is een juweeltje van goede smaak en technisch kunnen en dat geldt in nog sterker mate voor de merendeels bijzonder fraaie kleuren-repro's en zwart-wit foto's die de tekst verluchten. Van de rijk-geva rieerde inhoud noemen wij een origineel Kerstverhaal van David Koning, een bijzon der interessant artikel van de Britse röntgenoloog Ollenshaw uit Manchester over de techniek van de röntgenfotografie dei- speekselklieren en andere „zachte weefsels", en vele andere bijdragen op het gebied dei- medische, landschaps-, stereo, table-top-, mode- en submarine fotografie, alle rijkelijk geïllustreerd. BBC's televisie-expert P. H. Dorté behan delt enkele problemen van de televisie-film en Edward Carrick ontvouwt nieuwe oer- spectieven voor grafische kunstenaars als „scène-vóórschetsers" in de filmindustrie. De tekst van deze uitgave is. met het oog op de voorgenomen verspreiding buitens lands, geheel in het Engels gezet; voor de abonnés is een Hollandse vertaling bijge voegd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1950 | | pagina 5