„Laet ons niet herten reyne GEEFT MET Zaterdag 23 December 1950 Beschouwingen over de evolutie var oude Kerstliederen door de eeuwen O -i- Laet ons nut liar-tzen rey rjg—- ne lo ven dat sue te kin de-kyn het. brinct ons Bij het Kerstfeest hoort het Kerstlied, nat is van ouds zo; hel begon als het ware niet de zang der engelen in de eerste Kerst nacht. Voor vele mensen is dat lied onver mijdelijk het over de hele wereld versprei de „Stille Nacht", een product uit hel be- - ajn"der vorige eeuw en van Oostenrijkse oorsprong, of het Duitse „O Tannenbaum", dat met het Kerstfeest eigenlijk weinig meer te maken heeft, of het Franse „Noel, Chretiens", door zijn componist Adolphe \dam betiteld als „ma Marseillaise re'li- -ieuse". Maar velen ook bezitten een rijker m belangrijker répertoire, en van jaar tot ar ondervindt men dat deze laatste cale- he uitgebreider wordt. De invloed van •radio werkt in deze gunstig. Maar ten- Tie is het een resultaat van meer dan een .gU\v opsporen, bewerken en publiceren •an oude liederen, door vlijtige musicolo gen en folkloristen, in ons taalgebied zowel als in andere landen. Zo zijn langzamerhand tal van heerlijke volkszangen, die de echte sfeer van het j Kerstfeest in zich dragen, weer verspreid «eworden (men kan wel zeggen weer bezig populair te worden) en klinkt er in vele nuizen opnieuw het oorspronkelijke Neder landse Kerstlied. En waarom ook niet. Waarom zich uitsluitend aan import te houden als men over zo'n rijke schal liede ren van eigen bodem beschikt? Want het is al meermalen gezegd en het mag nog wel eens herhaald worden, op het gebied van het Kerstlied zijn de Nederlanden (Vlaan deren en Noord-Neclerland) buitengewoon rijk. De voorliefde van onze oude .schilders voor oude Kerst taferelen werd geëvenaard door onze naamloze dichters uit de Middel eeuwen. wier werk dan in de loop der tijden allerhande wijzigingen onderging, door het zingende en meestal vrij interpre terende volk. Waar de fraaie melodieën vandaan kwamen, is meestal moeilijk na te gaan. maar zeker is het dat deze met de jaren door liet zingende volk afgerond wer den naar eigen smaak en zo een in het ge hoor liggend populair karakter kregen, dat :e tot echte volkswijzen stempelt. Weinigen zullen er erg in hebben dat het nu weer algemeen, bekend geworden „Nu zijt wellekomen" ons oudst bekende Kerst lied is. Het klinkt immers zo gewoon. Toch is het in de vorm waarin wij het zingen al drie eeuwen oud. Maar het is van oor sprong veel ouder; wat de tekst betreft stamt hel reeds uit de 11de eeuw. Onze voorouders hebben het geleidelijk naar eigen smaak gefatsoeneerd, tot het precies paste in hun denken en voelen. Dat is met de meeste volksliederen zo gebeurd (ook met ons Wilhelmus) die bijna alle een melodie hebben, ontleend aan één of ander vreemd lied (of danswijze), maar die aan gepast aan ons taalgevoel en zang-instinct, ons geheel eigen werden en ongemerkt een evolutieproces ondergingen. Natuurlijk waren teksten en melodieën in tijden dat ze nagenoeg alleen mondeling overgeleverd werden veel meer dan tegen woordig onderhevig aan veranderingen. „Nu zijl wcllekomen" is een lied dat op merkwaardige wijze de eeuwen getrotseerd heeft. Zo zijn er meer, ook builen ons taal gebied. vooral in Engeland en Duitsland. Maar er zijn ook heel wat Kerstliederen die men van hun oorsprong af gedurende een eeuw of drie, vier kan zien evoluëren, doch die dan plotseling verdwijnen, omdat zij zich niet meer weten aan te passen aan cle smaak van de tijd. En nu kunnen we die allemaal wel gaan opsporen en ze kunstig bewerken, maar daarmee worden het toch geen levende volkszangen. Ze zijn onver staanbaar geworden voor de grote menigte, zeker wal de tekst en vaak ook wat de melodie betreft, Alleen de fijnproevers zullen cr van genieten en ze als juweeltjes van volkskunst erkennen. Werden ze tijdig aangepast aan een nieuwe tijdgeest, ze zou den wellicht over het dode punt heenge- komen zijn en nu nog. in een gewijzigde vorm, in het volk kunnen leven. Enkele van de oudste, die ons uit manuscripten uit de 15de eeuw bekend zijn en die we later in drukken terug vinden, hebben de weerstand der tijden kunnen overwinnen. En dat zijn dan altijd de een voudigste, met een simpel refrein. Liederen die te verstandelijk of te kunstmatig aan deden, hielden het nooit lang uit. Het eerste liedboek dat met muziek notatie in cic Nederlanden verscheen, het „Devoot ende profitelyck Boexken" van 1539. bevat, op 259 nummers een veertigtal Kerstzangen, waaronder amper een stuk of tien die men nu hier en daar nog hoort, omdat ze in moderne zangbundels opgeno men werden, wat daarom nog niet wil zeg gen dat ze populair zijn. Alle dragen er kenmerken van dat ze reeds als oude, tra ditionele liederen in het „Devoot en profi- telyk Boexken" werden opgenomen en minstens uit de 15de eeuw stammen. De lGde eeuw met zijn zin voor verstandelijk heid en redenering en met zijn overwoe kering van burgerlijk gepoëtiseer de Rederijkers bood geen geschikte voe dingsbodem om de naïeve schoonheid van het Kerstlied te doen ontluiken. En voor de bestaande was het een hele toer om in deze periode niet ten onder te gaan. De dwaasheden die sommige rederijkers in de bovengenoemde verzameling als deysenen" (algemene benaming voor Kerstzangen) uitkramen, zijn te bot om zelfs nog vermakelijk te heten. Het is dan een verademing enige bladzijden terug 'e kijken naar de 15de-eeuwse liederen. Vaak zijn deze in woordkeus ook al lich telijk aangetast door praaltermen van de Kderijkerijmaar dit is dan sporadisch en poëtische zin' lijdt er niet door. Als voorbeeld geven wij hierbij het bed „Laet ons met herten reyne", zoals het voorkomt in het „Devoot ende profi- tstóïi m fÊitUlifi met teyiie 6? toif su Qrtfr aaey rtojen telijck Boexken". De tekst is vrij goed b lezen, maar de zeer primitieve muziek notatie zal menig muziekliefhebber tame lijk raadselachtig voorkomen. Men vergelijke het met de lezing die Flo- rimond van Duyse er van geeft, echtei naar een oudere bron (een handschrift uit de 15de eeuw) bewerkt. De fraaie, vloeiende vorm der melodie, die helemaal niet doet denken aan een Gregoriaans model, is lang' bestand gebleven tegen de wisselende smaak der eeuwen en is dat in zekere zin nu nog. Ook de tekst heeft het met lichte wijzigingen lang volgehouden Het lied is gesignaleerd in liedboeken van verschillende tijden; hel laatst kwam het voor in een Amsterdamse bundel van 1740. Daarna verdween hel van het réper toire. In de voorbije eeuwen schijnt het ech ter zeer populair te zijn geweest; hel is gevonden in een bciaardboek „voor Kersmisse" van 1648 en er zijn een paai composities voor orgel bekend die de me lodie van „Laet ons met herten reyne" lot thema hebben. Een dezer, een „Prae- ludium en Fantasie" is van de hand van de beroemde Engelse componist dr. John Bull, die zich evenwel gewoon Jan Buil noemde, sinds hij Engeland verlaten had en te Antwerpen organist van de hoofd kerk geworden was. Merkwaardig is te vens dat Buil ook zijn orgelregistratie in het Nederlands noteerde (Cromhoren, cornet alleen, voll. register). De aanvangsmaten van de Fantasie zien er naar een Engelse druk aldus uit: w - ten wey ne. Ons is een kïnt ghe-bo ren, een so ne gliè-pre-sen- teert, hi wil die hcl-le gaen sto-ren. als mcn-scho ghe - fi - gu-rcert; hi wil cfiis i.sy0T—j0 0 al len ghe-mcy - ne ver los-sen w-ter pi ne niet si-nen bloe-deal-ley - ne. Zo beyint de fantasie voor orgel van Jan Buil uit 162S. Als men dit stuk hoort, zou men waar achtig niet zeggen dat het gegeven min stens vijf eeuwen oud is. Maar dat is ten slotte eveneens het geval met de heerlijke kerstkoralen uit het „Orgelbockje" van Bach, waarin ook melodie-bewerkingen voorkomen, die passen bij middel-Neder landse teksten; dit zijn dan melodieën van kerkelijke oorsprong die in alle landen van West-Europa ingang vonden en er op ver schillende wijze een evolutie doormaakten. Sommige mensen vragen zich misschien af, waarom aldoor maar aan dat oude vast gehouden wordt. Kunnen we dan niets nieuws maken? Misschien wel; maar wc kunnen het niet beter. Bovendien is hel een kwestie van cultuur en deze is zonder continuïteit niet denkbaar. Chesterton definieerde dit eens heel diep zinnig, maar raak: „Wij moeten onze vruchtbomen op een kerkhof planten!" JOS. DE KLERK. Zondag HILVERSUM I. 402 M. 8.0U Nieuws. 8.15 Platen. 8.25 Hoogmis. 9.30 Nieuws. 9.45 Gewijde muziek. 10.00 Causerie. 10.30 Advcntsliederen. 11.05 Nederlands Her vormde Kerkdienst en Platen. 12.00 Een Kerstgroet aan de Indische gcrcpairieerden. 12.15 Platen. 12.40 Lunchconcert. 12,55 Zonne wijzer, 13.00 Nieuws. 13.20 Philharmonisch orkest. 14.35 Hoorspel. 15.10 Platen. lo-30 Öostprïesterhulp. 15.55 Lichte muziek. 16.10 Katholiek Thuisfront overal. 16.15 Sport. 16.30 Vespers. 17.00 Vrij Evangelische Kerk dienst, 18.30 Platen. 18.45 Kerstliederen. 19.15 Kent gij uw Bijbel?. 19.30 Nieuws. 19.45 Actualiteiten. 19.52 Boekbespreking. 20.05 De gewone man zegt cr 't zijne van. 20.12 Kerst liederen. 20.50 Avondgebed. 21.05 Voordracht en harp. 21.30 Engelse Kcrstilcdcren. 22.20 Carillon. 22.30 Kamermuziek. 23.00 Nieuws. 23.15 Platen. 23.55 Kerstklokken 0.001.30 Pontificale nachtmis HILVERSUM n, 298 M 8.00 Nieuws. S.15 Platen. 8.1Ö Platen. 8.30 Voor het platteland. 8.10 Voor gerepatrieerde militairen. 9.12 Spoil. 9.15 Verzoekprogram ma. 9.45 Geestelijk leven. 10,00 Pianotrio. 10.25 Met en zonder omslag. 10.50 Amuse mentsmuziek. 11.15 Cabaret. 12,00 A cappella- koor. 12.25 Voor de jeugd. 12.45 Surinaamse volksmuziek. 13.00 Nieuws, 13.15 Mededelin gen. 13.20 Orkest. 13.50 Even afrekenen, heren. 14.00 Platen. 14.05 Boekbespreking. 14,30 Omroeporkest. 15.45 Flint. 16.00 Dans muziek. 16.30 Sport. 17.00 Voor kinderen. 17.25 Hoorspel. 17.45 Piano. 18.00 Sport. 13.15 Nieuws. 18.30 Studiedienst. 19.00 Kind er- dienst. 19.45 Herhaling adventsboodschap Prinses Wilhelmina, 20.00 Nieuws. 20.05 Ac tualiteiten. 20.15 Gevarieerde muziek. 21.10 Lof en Zegen. 21.15 Hersengymnastiek. 21.40 Platen. 2.1.50 Muzikaal hoorspel. 22.20 Piano, 22.45 Nieuws. 23.00 Kerstspel. 0,00—1.00 Kerstnaehtdienst. BRUSSEL. 324 M. 12.00 Platen. 12.15 Journaal. 12.32 Platen. 13.00 Nieuws. 13.15 Weense liedjes. 13,30 Voor de soldaten. 14.00 Opera- en Belcantoeoncert. 15.30 Platen. 16.00 Voetbalreportage. 16.45 Platen. 17.00 Symphonie-orkest. 17.45 Platen. 17,55 Sport. 18.30 Godsdienstig halfuur. 19.00 Nieuws. 19.30 Gevarieerd programma. 21.30 Actualiteiten. 21.45 Platen, 22.00 Nieuws. 22.15 ten 22.45 Platen. 23.00 Nieuws. 23.051.00 Kerstprogramma. -JD3, BELCAMPO: „Sprongen in de branding" (N.V. Uitgevers maatschappij „Kosmos", Amsterdam/Antwerpen). ..Laet ons met herten reyne" in heden daagse notatie en maatverdeling overge bracht door Fl. van Duyse. doch naar een oudere bron (een handschrift uil de vijf tiende eeuw) bewerkt. Weinig is er in deze aanhef te herken nen van ons middeleeuws lied; maar in het verdere verloop van het stuk zijn er motieven in verwerkt die men in het 15de-eeuwse handschrift kan terugvin den. Na twee eeuwen (het orgelwerk van Bull is gedateerd 1628) kan de melodie trouwens al veel afwijkingen vertoond hebben. Maar voor zover ik weet is het lied een eeuw nadien op dood spoor geraakt; dat is le zeggen in cle periode dat het arcadische element in hel Kerstlied ging domineren. Waaraan wij ondertussen heel wat fraaie „herdersliederen" danken, die met hun „volkse"', schilderach'ige en vaak realisti sche inslag sterker aanspreken dan het meer abstracte lied it vroeger tijd, mei hun expressieve vrceg-romantische melo dieën ook de massa in onze dagen blijven boeien en die nog veel gezongen worden. Het zou echter jammer zijn. dat fraaie stukjes volkskunst als het. Kerstlied „Laet ons mei herten reyne" en talloze andere, die het zelfde lot ondergingen, geheel vergelen zouden worden. Gelukkig behoeft daar ;een vrees voor te bestaan, want al is de kans op hun algemene verbreiding gering, als gegeven voor kunstmatige bewerking zijn ze een te kostbare grondstof, dan dat ze door componisten van onze tijd niet ge bruikt zouden worden, zowel voor instru mentale stukken als voor koorzettingen. En zo komen ze dan tot een nieuw leven op een hoger plan. Verschillende vocale be werkingen uit onze tijd zijn ons aldus van „Laet ons met herten reyne" bekend. En clat cle fraaie melodie nog evenzeer als in de lijd van Jan Buil aantrekkingskracht heeft op een organist-componist, om als thema voor een instrumentaal stuk te die nen, kunnen wij aantonen door te wijzen cp de grote variatie-cyclus voor orgel die de bekende Mechelse organist Flor Peeters er op bouwde. Deze laat de expositie van het gegeven aldus aanvangen: SÈ ■I."..'" I - Aanhef van de expositie van het thema van „Variaties en Finale" door Flor Peeters. VAN AL ZIJN schrijverskwaliteiten boeit en verwondert Belcampo zijn lezers hel meest door zijn verwondering. Niets spreekt voor hem „van zelf" de mensen niet, de dingen niet en allerminst hun, zijn of „het" leven. Zó voltrekt zich het menselijk bestaan. Maar laat er zich één nietig onderdeel in veranderen en het is hetzelfde niet meer. Dit mensenleven, dit heelal, déze vorm der dingen, is één der eindeloos-vele combinatie-mogelijk heden waarmee een scheppende fantasie als van Belcampo een proef kan wagen in een andere werkelijkheid. Het is een spel der verbeelding, maar geen zinldos spel, geen vermakelijke fantasterij, hoe vermakelijk en fantastisch het in Bel campo's verhalen ook toegaat. Met elk zo'n spel, met elke novelle waagt hij zich builen de grenzen van het gangbare, het „normale", doet hij een „sprong in de branding" der onzekerheden. Ook in de vijf verhalen van deze derde zijner bundels novellen doet Belcampo zo'n sprong, is hij op zoek naar de zin van dit bestaan, van deze wereld, van zijn „ik", voert hij cle „on-zin" ad absurdum, jongleert hij speels uit ernst, satiriek uit mensenliefde riet de tijd cn cle ruimte. De lezer behoeft niet bij het surrealisme van Xafka en diens „school", noch bij Sartre's existentialisme, zelfs niet bij de wijsgeer Kant te rade te gaan, om Belcampo's ver rassende fantasieën over wat „is" cn wat „schijnt te zijn" te kunnen volgen. Bel campo hangt geen enkele kunstrichting, geen enkele gefixeerde „levensbeschou wing". aan. Hij is Belcampo en wie hem wil verstaan behoeft enkel maar met hem méé te fantaseren, zich met hem zonder de ballast van zijn „zekerheden" in de branding te wagen. Wie zich desondanks wat onwennig voelt, zal er goed aan doen de derde schets, die beschouwd kan wor den als de sleutelnovelle van deze bundel en van Belcampo's werk in het alge meen het eerst te lezen. „Eenzaam" heel clit beschouwelijk zelfgesprek. Een zaam is, de mens, eenzaam de schrijver Belcampo, gevangen binnen het bestek van zijn persoonlijkheid. Onzeker van de eigenlijke, de diepste zin van zijn be stemming, onmachtig buiten zichzelf te treden, schept cleze „eenzame" zich een wereld; hij stoffeert haar met dingen van nuttigheid, schoonheid, wijsheid, met dier bare dingen; hij kiest er zijn mensen in, hij groepeert ze tot zijn „mensarium", hij speelt er het hoogst-ernstige spel van zijn leven mee. In hem wordt muziek hoor baar die men Mozart pleegt te noemen: voor zijn blik vullen de blanco bladzijden van de boeken uit zijn bibliotheek zich bliksemsnel met woorden naar zijn geest cn groepeert hij zijn landschap; naar zijn gedachten spreken de mensen hun leed en hun vreugde uit, want zo is de mens: steeds een schepper van zijn wereld en een eenzame temidden ervan. Als Belcampo in zijn eerste novelle het Rijksmuseum bezoekt, raakt hij achter eenvolgens in gesprek met zeven suppoos ten, zeven ambtelijk-zwijgzame, geünifor meerde schilderijenbewakers, zeven pen danten en toch zeven werelden: zeven maal een „spel", een idéé fixe, een waan. Voor de suppoost die Pienemans Slag bij Waterloo bewaakt bestaat het levensspel uit veldslagen: hij is afwisselend Napo leon, Blücher en Wellington, dirigeert le- gerformaties, betrekt stellingen hier en stellingen daar om zich als zegevierende generalissimus de vreugde ener overwin ning te verschaffen. En waarom zou dat een minder bruikbare illusie zijn dan het levensdoel van de bewaker der „bloem stukken", die bloemengeuren „kweekt" om de mensen het volle genot van hun reukorgaan te hergeven of van de sup poost-der-ideeën die zijn brein heeft op gevoerd tot een „dubbelöenken" en een „tripeldenken"? Ook de onderwijzer Adam Langenberg gèeft zin aan zijn leven, als hij, de zich verslapende dominéé vervangend, in zijn „preek" antwoord geeft op het aloude „Adam waar zijt gij?" Het leven is om keerbaar cn in zijn omkeerbaarheid eeuwig, verkondigt Adam Langenberg; het is als een leeggelopen zandloper die, op zijn kop gezet, weer vol is; de laatste korrel wordt weer de eerste en alles her haalt zich: de kreukels die het leven in de ziel drukte worden weer gladgestre ken, vergane vreugde herkrijgt haar Eerste Kerstdag ren uur is een verloren eeuwigheid. Ver sta mij niet verkeerd, een uur wn mij mering is goed besteed". Dat preekt Adam Langenberg. En de oude, verlóren Adam herrijst aan het eind aller dingen als een nieuwe begin. Terugkeren tot de oorsprong doet ook de passaglere op de botter, die met een bezeten schipper door de storm vaart als een zeemeermin met een Vliegende Hol lander, door een vliegende storm, een elementaire orgie van water en wind, waarin als een Tristan en een Isolde dit paar de liefdesdood sterft een voor treffelijke novelle, waarin Belcampo be wijst, dat hij met de taal nog iets anders kan dan er vernuftig-oorspronkelijkc woordspelingen uit puren. Het verrassendste van deze verhalen is de langste, de slolnovelle, waarin de „din gen" in een wereld „die van alle angsten thuis is" revolteren tegen de mensen. Deze dingen, op het punt wellicht gesplitst te worden, ontvluchten de mensen, lopen te hoop, demonstreren, proclameren, eisen hun vrijheid op, zelfs de vrijheid van hun onderdelen. De spijker wil eindelijk weer een vrije spijker zijn en de stof vrije stof enfin, wie weet wat er met de atomen door der dingen toedoen gebeurd zou zijn, als niet Moeder Aarde met een donder stem het laatste van alle woorden had ge sproken: tot cle dingen als verwezenlijkte droombeelden van de mens cn tot de men sen als de verantwoordelijke scheppers der dingen. „Nooit vindt gij", zegt Moeder Aarde, „toegewijder cn gedweeër dienaar dan het ding. Gij hebt hel zelf bestemd om u te dienen.... zo laat dan die be stemming uw richtsnoer zijn en wordt lesaam gelukkig". Dat is een woord van mensenliefde, de zelfde waaruit cleze „Sprongen in de HILVERSUM I, 402 M. 7.00 Nieuws. 7.15 Kerstklokken cn carillon. 7.30 Kerstzangdienst. 8.30 Doopsgezinde dienst. 9.45 Kinderkoor. 9.55 Hoogmis. 11.30 Platen. 12.00 Kinderkoor. 12.15 Koperkwar tet. 12.30 Gewijde muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Orgel. 13.45 Sopraan en piano. 14.00 Platen. 14.15 Kamerkoor. 14.45 Platen. 15.10 Kamer orkest. 15.30 Voor de jeugd. 16.30 Bach- orkest. 17.00 Gereformeerde Kerkdienst. 18.30 Militaire Kapel. 19.00 Kerstliederen. 19.30 Nieuws. 19.40 Radiokrant. 20.00 Handclver- •cniging. 21.20 Causerie. 21.45 Meisjeskoor, 22.15 Strijkorkest. 23.00 Nieuws. 23.15 Kerst dienst voor Hongaren. 23.40—24.00 Platen. HILVERSUM II, 298 M. 8.00 Kerstklokken. 8.02 Nieuws. 8.15 Instru mentaal trio. 8.45 Kerstliederen. 9.00 Voor dracht. 9.35 Kamerorkest. 10.00 Kinderkoor. 10.30 Doopsgezinde kerkdienst. 12.00 Kerst klokken. 12.02 Nederlandse liedjes. 12.30 Weerbericht. 12.33 Lichte muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Concert. 13.50 Rekenschap cn bezinning. 14.30 Philharmonisch Orkest. 15.25 Hoorspel. 16.05 Platen. 16.25 Voor de jeugd. 17.30 Romantisch programma. 18.00 Nieuws. 18.15 Instrumentaal sextet. 18.50 Rcgerings- uitzending. 19.00 Groeten uit Canada. 19.20 Strijkkwartet. 20.00 Nieuws. 20.05 Kerstfan tasie. 20.45 Instrumentaal trio, 21.05 De rech ten van de mens. 21.20 Kertgroctcn cn Kerst liederen. 21.45 Hoorspel. 23.00 Nieuws, 23.15 Melodieuze klanken. 23.40—24.00 Platen. BRUSSEL. 324 M. 12.15 Lichte muziek. 12.30 Weerberichten. 12.33 Voor landbouwers. 12.40 Lichte muziek 13.00 Nieuws. 13.15 Platen. 13.30 Voor de sol daten. 14.00 Voor de vrouw, 15.00 Platen. 15.30 Filmmuziek. 16.00 Platen. 16.30 Kerst liederen. 17.00 Lichte muziek. 18.00 Franse les. 18.20 Platen. 18.25 Causerie. 18.30 Gods dienstig halfuur. 19.00 Nieuws. 19.30 Bariton en piano. 19.50 Feuilleton. 20.00 Hoorspel. 31.00 Actualiteiten. 21.15 Platen. 22.00 Nieuws. 22.15 Dansmuziek. 23.00 Nieuws. 23.05—24.00 Kerstconcert. glans, geleden leed gaat weer schrijnen i Branding", ondanks alle satyre, alle ironie, „al uw doen is een eeuwig doen cn al uw alle „spel" is voortgekomen. laten is eeuwig laten.en een verlo- C. J. E. DINAUX. 2<fó menfc$c g(kfifgrnwtf §5 £o "tij RfnScffctj dcy ne 6j(ngt one üjfetj ttcync. ©1 Brff out dffe jjfrmpyne ©n« (6 «iHiiiif gijcöojeij iJöetfoffey totcv pine SJtf £(9foitcgGcpjefenfeert fttmjöfocbe at feynt. Het lied „Laet ons met herten reyne", 20als het voorkomt in Een devoot ende profitelyck Boecxken" van 1539. De bespreking van de kunstschatten in het Frans Halsmuseum, onlangs op deze plaats afgesloten, beperkte zich tot de belangrijkste schilderijen van de oude meesters, waardoor geen licht geworpen kon worden op andere onderdelen der ver zamelingen. die niettemin ook belangrijk zijn, doch die zich nu eenmaal niet mogen verheugen in de populariteitdie de schilderkunst geniet. Een van deze onder delen is de collectie Costeriana, in bruik leen van de Stadsbibliotheek, die mede tot de internationale faam van ons museum bijdraagt. Op Kerstmis 1950 vragen wij de aandacht van de lezers voor de thans ruim vijf eeuwen bestaande traditie, welke aan deze unieke verzameling ten grond slag ligt. Volgens aloude berichten zou in de Kerstnacht van 1441 een knecht uit cle drukkerij van Laurens Jansz. Coster met materiaal van cle meester naar Mainz zijn gevlucht, in welke stad met de gestolen letters boekwerken zouden zijn gedrukt. Niet zonder bewogenheid maakt Pieter Scriverius in zijn „Laure-Crans voor Lau rens Coster" (1628) gewag van dit snood bedrijf: „Dese Ian tol de Druckerije onder Eede aengenomen knechte, na dat hy de konste van het lefter-setten, ende de we tenschap van het letler-gieten, ende wat meer tot die saecke behoord, nu meynde wel te weten, hebbende gheleghen tijdt verspied, boven welcken hy gheenen be- quaemer en konde bekomen, heeft op den Kersnacht, in welcken alle 't Huysg-hesin het Gheboort-Feest vierden, alle het let- ter-tuygh ende ghereedschap tot dese Konste dienende opghepackt, ende is als een Dief ten huyse uytghestreecken, ende eerst t' Amsterdam ghevlught, ende nae te Keulen, tot der tijdt dat hy te Menlz (Mainz) is g'hekomen, als in eene ver- seeckerde plaetse, daer hy buyten scheuts veylig moghte woonen, ende met open winckel den rijeken vrught van sijne aie- verije maeyen. Want het is seecker, dat binnen 's jaers, inden Iaere 1442, met die selve letteren, die Laurens te Haerlem ghebruyekt hadcle, in 't licht ghekomen is Alexandri Galli Doctrinale, welcke Grammatica doe ter tijdt in seer groot ghebruyck was enz....". Scriverius had dit relaas vernomen van zijn oude leraar Nic. Gallus, een man „van eene ysere memorie, ende aensienlijck door sijne graeuwe hayren" alsmede van bur gemeester Querinus Talesius, die het op hun beurt in hun jeugd 1500/20) ver namen van „eenen Cornelis, Boeck-binder, eenen ouden deflighen Man,, weynig onder de tachtig jaeren (die ooclc in Laurens Winckel voor knecht ghecliend hadde)". Op de geloofwaardigheid van deze grijze ooggetuige berust dus de historiciteit van iiet bedrijf van Coster en de bovengemelde „Dieverye", die wij het eerst gedrukt ver meld vinden in „Batava" (uitgegeven Ao. 1588) van Hadrianus Junius. Het bericht in cle Keulse Kroniek van 1499, dat ge waagt van het feit, dat Gutenberg in Mainz letters zou hebben gebruikt van Donaten (dat zijn schoolboekjes voor Latijnse spraakkunst), die vóór die tijd in Holland waren gedrukt, wordt door bepaalde ge leerden (waaronder Fruin) niet betrouw baar geacht Laatstgenoemden beroepen zich dan onder meer op een jongere kro niek, omstreeks 1515/20 te Egmond ge schreven, waarin wordt beweerd dat Jan Fust te Mainz in 1440 onbetwijfelbaar de uitvinder van de boekdrukkunst zou zijn geweest. Dr. Kruitwagen ziet hierin een bewuste wederspraak tegen de bewering van de Keulse kroniekschrijver. Sedert het begin van de 16de eeuw dus dateert reeds de twijfel aan onze dierbare Laurens, die intussen boven het rumoer der argumen terende geleerden, onverstoorbaar voort gaat op de Markt de Haarlemse burgers Tweede Kerstdag pertfti rapFo aufcitti? fc sfi gtrériiroc Sfcrpf auüifltttf ir juapg oWnote <S Aanbidding der Koningenmet de hand gekleurde houtsnede uit hel Speculum Hümanae Salutis, daterend van omstreeks 1470. Het onderschrift der houtsnede is gedrukt van het blok; de tekstregels van losse metalen letters, identiek met die van de Donaat-drukken. (Collectie Costeriana. Frans Halsmuseum) de letter te tonen die hij in de Hout uit een boom sneed. En zo vormt de bewogen historie, door Junius het eerst opgei ekend, tot op heden een bron van felle strijd tussen „Costeria- nen" en „Gutenberglanen" met als inzet het toekennen van de prioriteit van cle uitvinding der boekdrukkunst aan Haar lem of Mainz. De Haarlemmers bewaren intussen het onwankelbaar geloof in Coster en erken nen in het gebeuren van Kerstnacht 3441 de romantische achtergrond van de be faamde collectie „Costeriana", een ver zameling oude Hollandse drukken, die ten. dele zou stammen uit de werkplaats van Coster. Tot een der meest superbe stukken lüt deze toonbeelden der Nederlandse proto-typografie behoort de „Spieghel der menschliker Behoudenisse" (Speculum Humanae Salvationis), omstreeks 1470 in Haarlem gedrukt. Het merkwaardige van deze uitgave is dat de houtsneden xylogra- fische onderschriften hebben (afdrukken dus van letter-typen in hout gesneden, als bij de zogenaamde blokboeken, reeds da terend uit de eerste helft der 15cle eeuw, met Haarlem als waarschijnlijk énig centrum), terwijl de tekst typografisch werd gedrukt, dat wil zeggen naar het systeem van Coster met losse metalen let ters, waaruit onze huidige typografie is voortgekomen. De stijl van de zeer begaafde Haarlemse houtsnijder is in verband gebracht met Bouts, doch dit is zeker niet verantwoord. Maar niettemin heeft onze fraaie hout snede iets van een „provinciaalse verta ling" van de kantige cn spirituele vormen- spraak van de grote primitief, die mede uit Haarlem stamde cn evenals de hout snijder van het Speculum in zijn werk de roem verkondigt van Haarlem als baker mat der Kunsten. H. P. BAARD. Een exemplaar van de Keulse Kroniek is tentoongesteld bij de Costeriana alsmede de twee perkamenten bladzijden van een Donaat, door Joannes Enschede omtrent de helft der 18e eeuw gevonden tussen de banden van 15c eeuwse boekwerken, waarin zij bij het binden en versterken der banden werden verwerkt. HILVERSUM I, 402 M. 8.00 Nieuws. 8.15 Platen. 8.25 Hoogmis. 9.30 Nieuws. D.45 Oud-Nederlandse Kerstliederen. 10.00 Causerie. 10.30 Remonstrantse Kerk dienst. 12.00 Kerstmuzick. 12,15 Harmonie orkest. 12.55 Kerstmis en de Koninklijke Marine. 13.00 Nieuws. 13.20 Strijkorkest. 13.50 Die hohe Messc. 16,30 Kerstprógramma voor kinderen. 17.15 Voor zieken. 17,45 Populair concert. 18.30 Causerie. 19.00 Nieuws. 19.15 Gemengd koor. 19.45 Causerie. 20.00 Nieuws. 20.05 De gewone man zegt er 'l zijne van. 20.12 Koperkwartet. 20.25 Bijbels Kerstspel, 21.30 Omroeporkest. 22.00 Internationaal Kerstprogramma. 22.45 Avondgebed. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Pianotrio, HILVERSUM II, 298 M. 8.00 Nieuws. 8.15 Platen. 8.50 Omroepkoor. 9.15 Morgenwijding. 9.30 Orgel. 10.00 Voor dracht. 10.30 Kerkdienst. 12.00 Carillon. 12.15 Dubbelkwartet. 12.30 Voordvacht. 12.35 Strijk orkest. 13.00 Nieuws. 13.15 Musettcorkest. 13.40 Buitenlands overzicht. 13.55 Kamer orkest 14.45 Volksliederen. 15.30 Variété. 16.30 Sport. 17.00 Kerstviering in dc studio. 18.00 Nieuws. 18.15 Piano. 18.30 Lichte mu ziek. 19.05 Parijs spreekt tot u. 19.15 Platen. 20.00 Nieuws. 20.05 Actualiteiten. 20.15 Pro menade-orkest. 20.35 Hoorspel. 20.50 Prome nade-orkest. 21.10 Hoorspel 21.25 Exotische muziek. 21.45 De antwoordman. 22.00 Orkest 22.30 Platen. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Cabaret. BRUSSEL, 324 M. 12.00 Platen. 12.30 Weerberichten, 12.32 Lichte muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Platen. 13.30 Voor de soldaten. 14.00 Piano en zang. 14.30 Platen, 16.00 en 16.15 Platen. 16.45 In strumentaal kwartet. 17.00 Zang. 17.15 Voor kinderen. 17.30 Platen. 17.50 Boekbespreking. 18.00 Studentenleven. 18.30 Godsdienstige muziek. 19.00 Nieuws. 19.30 Piano. 19.50 Voor dracht. 20.00 Kerstprogramma. 21.30 Piano. 21,30 Ballet. 21.45 Actualiteiten. 22,00 Nieuws. 22.1.5 Jazz. 22.45 Lichte muziek. 23.00 Nieuws 23.05—24.00 Platen. Woensdag HILVERSUM I, 402 M. 7.00 Nieuws. 7.10 Platen. 7.15 Een woord voor de dag. 7.30 Sluiting. 9.00 Nieuws. 9.10 Platen. 9.35 Platen. 10.30 Morgendienst. 11.00 Platen. 11.15 Gevarieerd programma. 12.30 Weerbericht. 12.33 Volksmelodieën. 13.00 Militaire reportage. 13.20 Platen. 13.50 Rege ringsuitzending. 14.00 Platen. 15.00 Kamer muziek. 15.30 Tenor cn piano. 15.45 Voor de jeugd. 16.30 Sluiting. 18.00 Harmonie-orkest. 18.30 Dubbelmannenkwartet. 19.00 Nieuws. 19.15 Voor de jeugd. 19.30 Platen. 19,40 Radio krant. 20.00 Nieuws. 20.05 Radioschaakwed strijd Noorwegen—Nederland, 20.06 Gemengd koor. 20.30 Hoorspel. 21.0:5 Omroeporkest, 22.00 Causerie. 22.10 Strijkkwartet. 22.40 Pla ten. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Platen. HILVERSUM II, 298 M. 7.00 Nieuws. 7.13 Platen. 7.15 Gymnastiek. 7.30 Sluiting. 9.00 Nieuws. 9.10 Platen. 9.12 Voor de huisvrouw. 9.22 Platen. 10.00 School radio. 10.20 Kookpraatje. 10.35 Voor dc huis vrouw. 11.00 Platen. 12.00 Orgel. 12.30 Weer bericht. 12.33 Voor het platteland. 12.33 Pla ten. 12.55 Kalender., 13.00 Nieuws. 13.15 Dans muziek. 13.45 Platen. 14.00 Gesproken portret 14.15 Jeugdconceri. 15.00 Kinderkoor. 15.20 Voor kinderen. 15.50 Muziek voor de jeugd. 16.00 Actualiteiten voor de jeugd. 16.30 Slui ting. 18.00 Nieuws. 18.20 Platen. 18.35 Accor deon. 19.00 Causerie. 19.15 Platen. 19.30 Van alle dag. 20.00 Nieuws. 20.05 Radioschaak wedstrijd Noorwegen—Nederland. 20.06 Poli tiek overzicht. 20.15 Schlagers. 21.00 Hoor spel. 22.10 Pianoduo. 22.25 Koor. 22.45 Cau serie. 23.00 Nieuws. 23-15—24.00 Filmmuziek. BRUSSEL, 324 M. 12.00 Platen. 12.30 Weerberichten. 12.32 Amusementsmuziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Amusementsmuziek. 13.30 Kamerorkest.. 14.30 Platen. 14.45 Lichte muziek. 15.30, 16.00 en 16.30 Platen. 17.00 Nieuws. 17.05 Platen. 17.50 Boekbespreking. 18.00 Kamerkoor. 18.15 Cau serie. 18.30 Voor de soldaten. 19.00 Nieuws. 19.30 Zang. 19.50 Feuilleton. 20.00 Omroep orkest. 21.05 Actauliteiten. 21.20 Elhnische muziek. 22.00 Nieuws. 22.15 Kamermuziek. 22.45 Platen. 23.00 Nieuws. 23.05—24.00 Platen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1950 | | pagina 9