„Laet ons niet herten reyne
GEEFT MET
Zaterdag 23 December 1950
Beschouwingen over de evolutie var
oude Kerstliederen door de eeuwen
O -i-
Laet ons nut liar-tzen rey
rjg—-
ne lo ven dat sue te kin de-kyn het. brinct ons
Bij het Kerstfeest hoort het Kerstlied,
nat is van ouds zo; hel begon als het ware
niet de zang der engelen in de eerste Kerst
nacht. Voor vele mensen is dat lied onver
mijdelijk het over de hele wereld versprei
de „Stille Nacht", een product uit hel be-
- ajn"der vorige eeuw en van Oostenrijkse
oorsprong, of het Duitse „O Tannenbaum",
dat met het Kerstfeest eigenlijk weinig
meer te maken heeft, of het Franse „Noel,
Chretiens", door zijn componist Adolphe
\dam betiteld als „ma Marseillaise re'li-
-ieuse". Maar velen ook bezitten een rijker
m belangrijker répertoire, en van jaar tot
ar ondervindt men dat deze laatste cale-
he uitgebreider wordt. De invloed van
•radio werkt in deze gunstig. Maar ten-
Tie is het een resultaat van meer dan een
.gU\v opsporen, bewerken en publiceren
•an oude liederen, door vlijtige musicolo
gen en folkloristen, in ons taalgebied zowel
als in andere landen.
Zo zijn langzamerhand tal van heerlijke
volkszangen, die de echte sfeer van het j
Kerstfeest in zich dragen, weer verspreid
«eworden (men kan wel zeggen weer bezig
populair te worden) en klinkt er in vele
nuizen opnieuw het oorspronkelijke Neder
landse Kerstlied. En waarom ook niet.
Waarom zich uitsluitend aan import te
houden als men over zo'n rijke schal liede
ren van eigen bodem beschikt? Want het
is al meermalen gezegd en het mag nog wel
eens herhaald worden, op het gebied van
het Kerstlied zijn de Nederlanden (Vlaan
deren en Noord-Neclerland) buitengewoon
rijk. De voorliefde van onze oude .schilders
voor oude Kerst taferelen werd geëvenaard
door onze naamloze dichters uit de Middel
eeuwen. wier werk dan in de loop der
tijden allerhande wijzigingen onderging,
door het zingende en meestal vrij interpre
terende volk. Waar de fraaie melodieën
vandaan kwamen, is meestal moeilijk na
te gaan. maar zeker is het dat deze met de
jaren door liet zingende volk afgerond wer
den naar eigen smaak en zo een in het ge
hoor liggend populair karakter kregen, dat
:e tot echte volkswijzen stempelt.
Weinigen zullen er erg in hebben dat het
nu weer algemeen, bekend geworden „Nu
zijt wellekomen" ons oudst bekende Kerst
lied is. Het klinkt immers zo gewoon. Toch
is het in de vorm waarin wij het zingen al
drie eeuwen oud. Maar het is van oor
sprong veel ouder; wat de tekst betreft
stamt hel reeds uit de 11de eeuw. Onze
voorouders hebben het geleidelijk naar
eigen smaak gefatsoeneerd, tot het precies
paste in hun denken en voelen. Dat is met
de meeste volksliederen zo gebeurd (ook
met ons Wilhelmus) die bijna alle een
melodie hebben, ontleend aan één of ander
vreemd lied (of danswijze), maar die aan
gepast aan ons taalgevoel en zang-instinct,
ons geheel eigen werden en ongemerkt een
evolutieproces ondergingen.
Natuurlijk waren teksten en melodieën
in tijden dat ze nagenoeg alleen mondeling
overgeleverd werden veel meer dan tegen
woordig onderhevig aan veranderingen.
„Nu zijl wcllekomen" is een lied dat op
merkwaardige wijze de eeuwen getrotseerd
heeft. Zo zijn er meer, ook builen ons taal
gebied. vooral in Engeland en Duitsland.
Maar er zijn ook heel wat Kerstliederen die
men van hun oorsprong af gedurende een
eeuw of drie, vier kan zien evoluëren, doch
die dan plotseling verdwijnen, omdat zij
zich niet meer weten aan te passen aan cle
smaak van de tijd. En nu kunnen we die
allemaal wel gaan opsporen en ze kunstig
bewerken, maar daarmee worden het toch
geen levende volkszangen. Ze zijn onver
staanbaar geworden voor de grote menigte,
zeker wal de tekst en vaak ook wat de
melodie betreft, Alleen de fijnproevers
zullen cr van genieten en ze als juweeltjes
van volkskunst erkennen. Werden ze tijdig
aangepast aan een nieuwe tijdgeest, ze zou
den wellicht over het dode punt heenge-
komen zijn en nu nog. in een gewijzigde
vorm, in het volk kunnen leven.
Enkele van de oudste, die ons uit
manuscripten uit de 15de eeuw bekend zijn
en die we later in drukken terug vinden,
hebben de weerstand der tijden kunnen
overwinnen. En dat zijn dan altijd de een
voudigste, met een simpel refrein. Liederen
die te verstandelijk of te kunstmatig aan
deden, hielden het nooit lang uit.
Het eerste liedboek dat met muziek
notatie in cic Nederlanden verscheen, het
„Devoot ende profitelyck Boexken" van
1539. bevat, op 259 nummers een veertigtal
Kerstzangen, waaronder amper een stuk of
tien die men nu hier en daar nog hoort,
omdat ze in moderne zangbundels opgeno
men werden, wat daarom nog niet wil zeg
gen dat ze populair zijn. Alle dragen er
kenmerken van dat ze reeds als oude, tra
ditionele liederen in het „Devoot en profi-
telyk Boexken" werden opgenomen en
minstens uit de 15de eeuw stammen. De
lGde eeuw met zijn zin voor verstandelijk
heid en redenering en met zijn overwoe
kering van burgerlijk gepoëtiseer de
Rederijkers bood geen geschikte voe
dingsbodem om de naïeve schoonheid van
het Kerstlied te doen ontluiken. En voor de
bestaande was het een hele toer om in deze
periode niet ten onder te gaan.
De dwaasheden die sommige rederijkers
in de bovengenoemde verzameling als
deysenen" (algemene benaming voor
Kerstzangen) uitkramen, zijn te bot om
zelfs nog vermakelijk te heten. Het is dan
een verademing enige bladzijden terug
'e kijken naar de 15de-eeuwse liederen.
Vaak zijn deze in woordkeus ook al lich
telijk aangetast door praaltermen van de
Kderijkerijmaar dit is dan sporadisch en
poëtische zin' lijdt er niet door.
Als voorbeeld geven wij hierbij het
bed „Laet ons met herten reyne", zoals
het voorkomt in het „Devoot ende profi-
tstóïi m
fÊitUlifi met teyiie 6? toif su Qrtfr aaey rtojen
telijck Boexken". De tekst is vrij goed b
lezen, maar de zeer primitieve muziek
notatie zal menig muziekliefhebber tame
lijk raadselachtig voorkomen.
Men vergelijke het met de lezing die Flo-
rimond van Duyse er van geeft, echtei
naar een oudere bron (een handschrift
uit de 15de eeuw) bewerkt. De fraaie,
vloeiende vorm der melodie, die helemaal
niet doet denken aan een Gregoriaans
model, is lang' bestand gebleven tegen de
wisselende smaak der eeuwen en is dat in
zekere zin nu nog. Ook de tekst heeft het
met lichte wijzigingen lang volgehouden
Het lied is gesignaleerd in liedboeken van
verschillende tijden; hel laatst kwam het
voor in een Amsterdamse bundel van
1740. Daarna verdween hel van het réper
toire.
In de voorbije eeuwen schijnt het ech
ter zeer populair te zijn geweest; hel is
gevonden in een bciaardboek „voor
Kersmisse" van 1648 en er zijn een paai
composities voor orgel bekend die de me
lodie van „Laet ons met herten reyne"
lot thema hebben. Een dezer, een „Prae-
ludium en Fantasie" is van de hand van
de beroemde Engelse componist dr. John
Bull, die zich evenwel gewoon Jan Buil
noemde, sinds hij Engeland verlaten had
en te Antwerpen organist van de hoofd
kerk geworden was. Merkwaardig is te
vens dat Buil ook zijn orgelregistratie in
het Nederlands noteerde (Cromhoren,
cornet alleen, voll. register).
De aanvangsmaten van de Fantasie zien
er naar een Engelse druk aldus uit:
w - ten wey ne. Ons is een kïnt ghe-bo ren, een so ne gliè-pre-sen-
teert, hi wil die hcl-le gaen sto-ren. als mcn-scho ghe - fi - gu-rcert; hi wil cfiis
i.sy0T—j0 0
al len ghe-mcy - ne ver los-sen w-ter pi ne niet si-nen bloe-deal-ley - ne.
Zo beyint de fantasie voor orgel van Jan
Buil uit 162S.
Als men dit stuk hoort, zou men waar
achtig niet zeggen dat het gegeven min
stens vijf eeuwen oud is. Maar dat is ten
slotte eveneens het geval met de heerlijke
kerstkoralen uit het „Orgelbockje" van
Bach, waarin ook melodie-bewerkingen
voorkomen, die passen bij middel-Neder
landse teksten; dit zijn dan melodieën van
kerkelijke oorsprong die in alle landen van
West-Europa ingang vonden en er op ver
schillende wijze een evolutie doormaakten.
Sommige mensen vragen zich misschien
af, waarom aldoor maar aan dat oude vast
gehouden wordt. Kunnen we dan niets
nieuws maken? Misschien wel; maar wc
kunnen het niet beter. Bovendien is hel
een kwestie van cultuur en deze is zonder
continuïteit niet denkbaar.
Chesterton definieerde dit eens heel diep
zinnig, maar raak: „Wij moeten onze
vruchtbomen op een kerkhof planten!"
JOS. DE KLERK.
Zondag
HILVERSUM I. 402 M.
8.0U Nieuws. 8.15 Platen. 8.25 Hoogmis. 9.30
Nieuws. 9.45 Gewijde muziek. 10.00 Causerie.
10.30 Advcntsliederen. 11.05 Nederlands Her
vormde Kerkdienst en Platen. 12.00 Een
Kerstgroet aan de Indische gcrcpairieerden.
12.15 Platen. 12.40 Lunchconcert. 12,55 Zonne
wijzer, 13.00 Nieuws. 13.20 Philharmonisch
orkest. 14.35 Hoorspel. 15.10 Platen. lo-30
Öostprïesterhulp. 15.55 Lichte muziek. 16.10
Katholiek Thuisfront overal. 16.15 Sport.
16.30 Vespers. 17.00 Vrij Evangelische Kerk
dienst, 18.30 Platen. 18.45 Kerstliederen. 19.15
Kent gij uw Bijbel?. 19.30 Nieuws. 19.45
Actualiteiten. 19.52 Boekbespreking. 20.05 De
gewone man zegt cr 't zijne van. 20.12 Kerst
liederen. 20.50 Avondgebed. 21.05 Voordracht
en harp. 21.30 Engelse Kcrstilcdcren. 22.20
Carillon. 22.30 Kamermuziek. 23.00 Nieuws.
23.15 Platen. 23.55 Kerstklokken 0.001.30
Pontificale nachtmis
HILVERSUM n, 298 M
8.00 Nieuws. S.15 Platen. 8.1Ö Platen. 8.30
Voor het platteland. 8.10 Voor gerepatrieerde
militairen. 9.12 Spoil. 9.15 Verzoekprogram
ma. 9.45 Geestelijk leven. 10,00 Pianotrio.
10.25 Met en zonder omslag. 10.50 Amuse
mentsmuziek. 11.15 Cabaret. 12,00 A cappella-
koor. 12.25 Voor de jeugd. 12.45 Surinaamse
volksmuziek. 13.00 Nieuws, 13.15 Mededelin
gen. 13.20 Orkest. 13.50 Even afrekenen,
heren. 14.00 Platen. 14.05 Boekbespreking.
14,30 Omroeporkest. 15.45 Flint. 16.00 Dans
muziek. 16.30 Sport. 17.00 Voor kinderen.
17.25 Hoorspel. 17.45 Piano. 18.00 Sport. 13.15
Nieuws. 18.30 Studiedienst. 19.00 Kind er-
dienst. 19.45 Herhaling adventsboodschap
Prinses Wilhelmina, 20.00 Nieuws. 20.05 Ac
tualiteiten. 20.15 Gevarieerde muziek. 21.10
Lof en Zegen. 21.15 Hersengymnastiek. 21.40
Platen. 2.1.50 Muzikaal hoorspel. 22.20 Piano,
22.45 Nieuws. 23.00 Kerstspel. 0,00—1.00
Kerstnaehtdienst.
BRUSSEL. 324 M.
12.00 Platen. 12.15 Journaal. 12.32 Platen.
13.00 Nieuws. 13.15 Weense liedjes. 13,30 Voor
de soldaten. 14.00 Opera- en Belcantoeoncert.
15.30 Platen. 16.00 Voetbalreportage. 16.45
Platen. 17.00 Symphonie-orkest. 17.45 Platen.
17,55 Sport. 18.30 Godsdienstig halfuur. 19.00
Nieuws. 19.30 Gevarieerd programma. 21.30
Actualiteiten. 21.45 Platen, 22.00 Nieuws. 22.15
ten 22.45 Platen. 23.00 Nieuws. 23.051.00
Kerstprogramma.
-JD3,
BELCAMPO: „Sprongen in de branding" (N.V. Uitgevers
maatschappij „Kosmos", Amsterdam/Antwerpen).
..Laet ons met herten reyne" in heden
daagse notatie en maatverdeling overge
bracht door Fl. van Duyse. doch naar een
oudere bron (een handschrift uil de vijf
tiende eeuw) bewerkt.
Weinig is er in deze aanhef te herken
nen van ons middeleeuws lied; maar in
het verdere verloop van het stuk zijn er
motieven in verwerkt die men in het
15de-eeuwse handschrift kan terugvin
den. Na twee eeuwen (het orgelwerk van
Bull is gedateerd 1628) kan de melodie
trouwens al veel afwijkingen vertoond
hebben.
Maar voor zover ik weet is het lied een
eeuw nadien op dood spoor geraakt; dat is
le zeggen in cle periode dat het arcadische
element in hel Kerstlied ging domineren.
Waaraan wij ondertussen heel wat fraaie
„herdersliederen" danken, die met hun
„volkse"', schilderach'ige en vaak realisti
sche inslag sterker aanspreken dan het
meer abstracte lied it vroeger tijd, mei
hun expressieve vrceg-romantische melo
dieën ook de massa in onze dagen blijven
boeien en die nog veel gezongen worden. Het
zou echter jammer zijn. dat fraaie stukjes
volkskunst als het. Kerstlied „Laet ons mei
herten reyne" en talloze andere, die het
zelfde lot ondergingen, geheel vergelen
zouden worden. Gelukkig behoeft daar
;een vrees voor te bestaan, want al is de
kans op hun algemene verbreiding gering,
als gegeven voor kunstmatige bewerking
zijn ze een te kostbare grondstof, dan dat
ze door componisten van onze tijd niet ge
bruikt zouden worden, zowel voor instru
mentale stukken als voor koorzettingen. En
zo komen ze dan tot een nieuw leven op
een hoger plan. Verschillende vocale be
werkingen uit onze tijd zijn ons aldus van
„Laet ons met herten reyne" bekend. En
clat cle fraaie melodie nog evenzeer als in
de lijd van Jan Buil aantrekkingskracht
heeft op een organist-componist, om als
thema voor een instrumentaal stuk te die
nen, kunnen wij aantonen door te wijzen
cp de grote variatie-cyclus voor orgel die
de bekende Mechelse organist Flor Peeters
er op bouwde. Deze laat de expositie van
het gegeven aldus aanvangen:
SÈ
■I."..'" I -
Aanhef van de expositie van het thema
van „Variaties en Finale" door Flor
Peeters.
VAN AL ZIJN schrijverskwaliteiten
boeit en verwondert Belcampo zijn
lezers hel meest door zijn verwondering.
Niets spreekt voor hem „van zelf" de
mensen niet, de dingen niet en allerminst
hun, zijn of „het" leven. Zó voltrekt zich
het menselijk bestaan. Maar laat er zich
één nietig onderdeel in veranderen en het
is hetzelfde niet meer. Dit mensenleven,
dit heelal, déze vorm der dingen, is één
der eindeloos-vele combinatie-mogelijk
heden waarmee een scheppende fantasie
als van Belcampo een proef kan wagen
in een andere werkelijkheid. Het is een
spel der verbeelding, maar geen zinldos
spel, geen vermakelijke fantasterij, hoe
vermakelijk en fantastisch het in Bel
campo's verhalen ook toegaat. Met elk
zo'n spel, met elke novelle waagt hij zich
builen de grenzen van het gangbare, het
„normale", doet hij een „sprong in de
branding" der onzekerheden.
Ook in de vijf verhalen van deze derde
zijner bundels novellen doet Belcampo
zo'n sprong, is hij op zoek naar de zin van
dit bestaan, van deze wereld, van zijn
„ik", voert hij cle „on-zin" ad absurdum,
jongleert hij speels uit ernst, satiriek uit
mensenliefde riet de tijd cn cle ruimte. De
lezer behoeft niet bij het surrealisme van
Xafka en diens „school", noch bij Sartre's
existentialisme, zelfs niet bij de wijsgeer
Kant te rade te gaan, om Belcampo's ver
rassende fantasieën over wat „is" cn wat
„schijnt te zijn" te kunnen volgen. Bel
campo hangt geen enkele kunstrichting,
geen enkele gefixeerde „levensbeschou
wing". aan. Hij is Belcampo en wie hem
wil verstaan behoeft enkel maar met hem
méé te fantaseren, zich met hem zonder
de ballast van zijn „zekerheden" in de
branding te wagen. Wie zich desondanks
wat onwennig voelt, zal er goed aan doen
de derde schets, die beschouwd kan wor
den als de sleutelnovelle van deze bundel
en van Belcampo's werk in het alge
meen het eerst te lezen. „Eenzaam"
heel clit beschouwelijk zelfgesprek. Een
zaam is, de mens, eenzaam de schrijver
Belcampo, gevangen binnen het bestek
van zijn persoonlijkheid. Onzeker van de
eigenlijke, de diepste zin van zijn be
stemming, onmachtig buiten zichzelf te
treden, schept cleze „eenzame" zich een
wereld; hij stoffeert haar met dingen van
nuttigheid, schoonheid, wijsheid, met dier
bare dingen; hij kiest er zijn mensen in,
hij groepeert ze tot zijn „mensarium", hij
speelt er het hoogst-ernstige spel van zijn
leven mee. In hem wordt muziek hoor
baar die men Mozart pleegt te noemen:
voor zijn blik vullen de blanco bladzijden
van de boeken uit zijn bibliotheek zich
bliksemsnel met woorden naar zijn geest
cn groepeert hij zijn landschap; naar zijn
gedachten spreken de mensen hun leed
en hun vreugde uit, want zo is de mens:
steeds een schepper van zijn wereld en
een eenzame temidden ervan.
Als Belcampo in zijn eerste novelle het
Rijksmuseum bezoekt, raakt hij achter
eenvolgens in gesprek met zeven suppoos
ten, zeven ambtelijk-zwijgzame, geünifor
meerde schilderijenbewakers, zeven pen
danten en toch zeven werelden: zeven
maal een „spel", een idéé fixe, een waan.
Voor de suppoost die Pienemans Slag bij
Waterloo bewaakt bestaat het levensspel
uit veldslagen: hij is afwisselend Napo
leon, Blücher en Wellington, dirigeert le-
gerformaties, betrekt stellingen hier en
stellingen daar om zich als zegevierende
generalissimus de vreugde ener overwin
ning te verschaffen. En waarom zou dat
een minder bruikbare illusie zijn dan het
levensdoel van de bewaker der „bloem
stukken", die bloemengeuren „kweekt"
om de mensen het volle genot van hun
reukorgaan te hergeven of van de sup
poost-der-ideeën die zijn brein heeft op
gevoerd tot een „dubbelöenken" en een
„tripeldenken"?
Ook de onderwijzer Adam Langenberg
gèeft zin aan zijn leven, als hij, de zich
verslapende dominéé vervangend, in zijn
„preek" antwoord geeft op het aloude
„Adam waar zijt gij?" Het leven is om
keerbaar cn in zijn omkeerbaarheid
eeuwig, verkondigt Adam Langenberg; het
is als een leeggelopen zandloper die, op
zijn kop gezet, weer vol is; de laatste
korrel wordt weer de eerste en alles her
haalt zich: de kreukels die het leven in
de ziel drukte worden weer gladgestre
ken, vergane vreugde herkrijgt haar
Eerste Kerstdag
ren uur is een verloren eeuwigheid. Ver
sta mij niet verkeerd, een uur wn mij
mering is goed besteed". Dat preekt Adam
Langenberg. En de oude, verlóren Adam
herrijst aan het eind aller dingen als een
nieuwe begin.
Terugkeren tot de oorsprong doet ook
de passaglere op de botter, die met een
bezeten schipper door de storm vaart als
een zeemeermin met een Vliegende Hol
lander, door een vliegende storm, een
elementaire orgie van water en wind,
waarin als een Tristan en een Isolde dit
paar de liefdesdood sterft een voor
treffelijke novelle, waarin Belcampo be
wijst, dat hij met de taal nog iets anders
kan dan er vernuftig-oorspronkelijkc
woordspelingen uit puren.
Het verrassendste van deze verhalen is
de langste, de slolnovelle, waarin de „din
gen" in een wereld „die van alle angsten
thuis is" revolteren tegen de mensen.
Deze dingen, op het punt wellicht gesplitst
te worden, ontvluchten de mensen, lopen
te hoop, demonstreren, proclameren, eisen
hun vrijheid op, zelfs de vrijheid van hun
onderdelen. De spijker wil eindelijk weer
een vrije spijker zijn en de stof vrije stof
enfin, wie weet wat er met de atomen
door der dingen toedoen gebeurd zou zijn,
als niet Moeder Aarde met een donder
stem het laatste van alle woorden had ge
sproken: tot cle dingen als verwezenlijkte
droombeelden van de mens cn tot de men
sen als de verantwoordelijke scheppers
der dingen. „Nooit vindt gij", zegt Moeder
Aarde, „toegewijder cn gedweeër dienaar
dan het ding. Gij hebt hel zelf bestemd
om u te dienen.... zo laat dan die be
stemming uw richtsnoer zijn en wordt
lesaam gelukkig".
Dat is een woord van mensenliefde, de
zelfde waaruit cleze „Sprongen in de
HILVERSUM I, 402 M.
7.00 Nieuws. 7.15 Kerstklokken cn carillon.
7.30 Kerstzangdienst. 8.30 Doopsgezinde
dienst. 9.45 Kinderkoor. 9.55 Hoogmis. 11.30
Platen. 12.00 Kinderkoor. 12.15 Koperkwar
tet. 12.30 Gewijde muziek. 13.00 Nieuws. 13.15
Orgel. 13.45 Sopraan en piano. 14.00 Platen.
14.15 Kamerkoor. 14.45 Platen. 15.10 Kamer
orkest. 15.30 Voor de jeugd. 16.30 Bach-
orkest. 17.00 Gereformeerde Kerkdienst. 18.30
Militaire Kapel. 19.00 Kerstliederen. 19.30
Nieuws. 19.40 Radiokrant. 20.00 Handclver-
•cniging. 21.20 Causerie. 21.45 Meisjeskoor,
22.15 Strijkorkest. 23.00 Nieuws. 23.15 Kerst
dienst voor Hongaren. 23.40—24.00 Platen.
HILVERSUM II, 298 M.
8.00 Kerstklokken. 8.02 Nieuws. 8.15 Instru
mentaal trio. 8.45 Kerstliederen. 9.00 Voor
dracht. 9.35 Kamerorkest. 10.00 Kinderkoor.
10.30 Doopsgezinde kerkdienst. 12.00 Kerst
klokken. 12.02 Nederlandse liedjes. 12.30
Weerbericht. 12.33 Lichte muziek. 13.00
Nieuws. 13.15 Concert. 13.50 Rekenschap cn
bezinning. 14.30 Philharmonisch Orkest. 15.25
Hoorspel. 16.05 Platen. 16.25 Voor de jeugd.
17.30 Romantisch programma. 18.00 Nieuws.
18.15 Instrumentaal sextet. 18.50 Rcgerings-
uitzending. 19.00 Groeten uit Canada. 19.20
Strijkkwartet. 20.00 Nieuws. 20.05 Kerstfan
tasie. 20.45 Instrumentaal trio, 21.05 De rech
ten van de mens. 21.20 Kertgroctcn cn Kerst
liederen. 21.45 Hoorspel. 23.00 Nieuws, 23.15
Melodieuze klanken. 23.40—24.00 Platen.
BRUSSEL. 324 M.
12.15 Lichte muziek. 12.30 Weerberichten.
12.33 Voor landbouwers. 12.40 Lichte muziek
13.00 Nieuws. 13.15 Platen. 13.30 Voor de sol
daten. 14.00 Voor de vrouw, 15.00 Platen.
15.30 Filmmuziek. 16.00 Platen. 16.30 Kerst
liederen. 17.00 Lichte muziek. 18.00 Franse
les. 18.20 Platen. 18.25 Causerie. 18.30 Gods
dienstig halfuur. 19.00 Nieuws. 19.30 Bariton
en piano. 19.50 Feuilleton. 20.00 Hoorspel.
31.00 Actualiteiten. 21.15 Platen. 22.00 Nieuws.
22.15 Dansmuziek. 23.00 Nieuws. 23.05—24.00
Kerstconcert.
glans, geleden leed gaat weer schrijnen i Branding", ondanks alle satyre, alle ironie,
„al uw doen is een eeuwig doen cn al uw alle „spel" is voortgekomen.
laten is eeuwig laten.en een verlo- C. J. E. DINAUX.
2<fó menfc$c g(kfifgrnwtf
§5
£o "tij RfnScffctj dcy ne
6j(ngt one üjfetj ttcync. ©1 Brff out dffe jjfrmpyne
©n« (6 «iHiiiif gijcöojeij iJöetfoffey totcv pine SJtf
£(9foitcgGcpjefenfeert fttmjöfocbe at feynt.
Het lied „Laet ons met herten reyne",
20als het voorkomt in Een devoot ende
profitelyck Boecxken" van 1539.
De bespreking van de kunstschatten in
het Frans Halsmuseum, onlangs op
deze plaats afgesloten, beperkte zich tot de
belangrijkste schilderijen van de oude
meesters, waardoor geen licht geworpen
kon worden op andere onderdelen der ver
zamelingen. die niettemin ook belangrijk
zijn, doch die zich nu eenmaal niet mogen
verheugen in de populariteitdie de
schilderkunst geniet. Een van deze onder
delen is de collectie Costeriana, in bruik
leen van de Stadsbibliotheek, die mede
tot de internationale faam van ons museum
bijdraagt. Op Kerstmis 1950 vragen wij
de aandacht van de lezers voor de thans
ruim vijf eeuwen bestaande traditie, welke
aan deze unieke verzameling ten grond
slag ligt.
Volgens aloude berichten zou in de
Kerstnacht van 1441 een knecht uit cle
drukkerij van Laurens Jansz. Coster met
materiaal van cle meester naar Mainz zijn
gevlucht, in welke stad met de gestolen
letters boekwerken zouden zijn gedrukt.
Niet zonder bewogenheid maakt Pieter
Scriverius in zijn „Laure-Crans voor Lau
rens Coster" (1628) gewag van dit snood
bedrijf: „Dese Ian tol de Druckerije onder
Eede aengenomen knechte, na dat hy de
konste van het lefter-setten, ende de we
tenschap van het letler-gieten, ende wat
meer tot die saecke behoord, nu meynde
wel te weten, hebbende gheleghen tijdt
verspied, boven welcken hy gheenen be-
quaemer en konde bekomen, heeft op den
Kersnacht, in welcken alle 't Huysg-hesin
het Gheboort-Feest vierden, alle het let-
ter-tuygh ende ghereedschap tot dese
Konste dienende opghepackt, ende is als
een Dief ten huyse uytghestreecken, ende
eerst t' Amsterdam ghevlught, ende nae
te Keulen, tot der tijdt dat hy te Menlz
(Mainz) is g'hekomen, als in eene ver-
seeckerde plaetse, daer hy buyten scheuts
veylig moghte woonen, ende met open
winckel den rijeken vrught van sijne aie-
verije maeyen. Want het is seecker, dat
binnen 's jaers, inden Iaere 1442, met die
selve letteren, die Laurens te Haerlem
ghebruyekt hadcle, in 't licht ghekomen
is Alexandri Galli Doctrinale, welcke
Grammatica doe ter tijdt in seer groot
ghebruyck was enz....".
Scriverius had dit relaas vernomen van
zijn oude leraar Nic. Gallus, een man „van
eene ysere memorie, ende aensienlijck door
sijne graeuwe hayren" alsmede van bur
gemeester Querinus Talesius, die het op
hun beurt in hun jeugd 1500/20) ver
namen van „eenen Cornelis, Boeck-binder,
eenen ouden deflighen Man,, weynig onder
de tachtig jaeren (die ooclc in Laurens
Winckel voor knecht ghecliend hadde)".
Op de geloofwaardigheid van deze grijze
ooggetuige berust dus de historiciteit van
iiet bedrijf van Coster en de bovengemelde
„Dieverye", die wij het eerst gedrukt ver
meld vinden in „Batava" (uitgegeven Ao.
1588) van Hadrianus Junius. Het bericht
in cle Keulse Kroniek van 1499, dat ge
waagt van het feit, dat Gutenberg in Mainz
letters zou hebben gebruikt van Donaten
(dat zijn schoolboekjes voor Latijnse
spraakkunst), die vóór die tijd in Holland
waren gedrukt, wordt door bepaalde ge
leerden (waaronder Fruin) niet betrouw
baar geacht Laatstgenoemden beroepen
zich dan onder meer op een jongere kro
niek, omstreeks 1515/20 te Egmond ge
schreven, waarin wordt beweerd dat Jan
Fust te Mainz in 1440 onbetwijfelbaar de
uitvinder van de boekdrukkunst zou zijn
geweest. Dr. Kruitwagen ziet hierin een
bewuste wederspraak tegen de bewering
van de Keulse kroniekschrijver. Sedert het
begin van de 16de eeuw dus dateert reeds
de twijfel aan onze dierbare Laurens, die
intussen boven het rumoer der argumen
terende geleerden, onverstoorbaar voort
gaat op de Markt de Haarlemse burgers
Tweede Kerstdag
pertfti rapFo aufcitti? fc sfi gtrériiroc
Sfcrpf auüifltttf ir juapg oWnote
<S
Aanbidding der Koningenmet de hand gekleurde houtsnede uit hel Speculum
Hümanae Salutis, daterend van omstreeks 1470. Het onderschrift der houtsnede is
gedrukt van het blok; de tekstregels van losse metalen letters, identiek met die van
de Donaat-drukken. (Collectie Costeriana. Frans Halsmuseum)
de letter te tonen die hij in de Hout uit
een boom sneed.
En zo vormt de bewogen historie, door
Junius het eerst opgei ekend, tot op heden
een bron van felle strijd tussen „Costeria-
nen" en „Gutenberglanen" met als inzet
het toekennen van de prioriteit van cle
uitvinding der boekdrukkunst aan Haar
lem of Mainz.
De Haarlemmers bewaren intussen het
onwankelbaar geloof in Coster en erken
nen in het gebeuren van Kerstnacht 3441
de romantische achtergrond van de be
faamde collectie „Costeriana", een ver
zameling oude Hollandse drukken, die ten.
dele zou stammen uit de werkplaats van
Coster. Tot een der meest superbe stukken
lüt deze toonbeelden der Nederlandse
proto-typografie behoort de „Spieghel der
menschliker Behoudenisse" (Speculum
Humanae Salvationis), omstreeks 1470 in
Haarlem gedrukt. Het merkwaardige van
deze uitgave is dat de houtsneden xylogra-
fische onderschriften hebben (afdrukken
dus van letter-typen in hout gesneden, als
bij de zogenaamde blokboeken, reeds da
terend uit de eerste helft der 15cle eeuw,
met Haarlem als waarschijnlijk énig
centrum), terwijl de tekst typografisch
werd gedrukt, dat wil zeggen naar het
systeem van Coster met losse metalen let
ters, waaruit onze huidige typografie is
voortgekomen.
De stijl van de zeer begaafde Haarlemse
houtsnijder is in verband gebracht met
Bouts, doch dit is zeker niet verantwoord.
Maar niettemin heeft onze fraaie hout
snede iets van een „provinciaalse verta
ling" van de kantige cn spirituele vormen-
spraak van de grote primitief, die mede
uit Haarlem stamde cn evenals de hout
snijder van het Speculum in zijn werk de
roem verkondigt van Haarlem als baker
mat der Kunsten.
H. P. BAARD.
Een exemplaar van de Keulse Kroniek is
tentoongesteld bij de Costeriana alsmede de
twee perkamenten bladzijden van een Donaat,
door Joannes Enschede omtrent de helft der
18e eeuw gevonden tussen de banden van 15c
eeuwse boekwerken, waarin zij bij het binden
en versterken der banden werden verwerkt.
HILVERSUM I, 402 M.
8.00 Nieuws. 8.15 Platen. 8.25 Hoogmis. 9.30
Nieuws. D.45 Oud-Nederlandse Kerstliederen.
10.00 Causerie. 10.30 Remonstrantse Kerk
dienst. 12.00 Kerstmuzick. 12,15 Harmonie
orkest. 12.55 Kerstmis en de Koninklijke
Marine. 13.00 Nieuws. 13.20 Strijkorkest. 13.50
Die hohe Messc. 16,30 Kerstprógramma voor
kinderen. 17.15 Voor zieken. 17,45 Populair
concert. 18.30 Causerie. 19.00 Nieuws. 19.15
Gemengd koor. 19.45 Causerie. 20.00 Nieuws.
20.05 De gewone man zegt er 'l zijne van.
20.12 Koperkwartet. 20.25 Bijbels Kerstspel,
21.30 Omroeporkest. 22.00 Internationaal
Kerstprogramma. 22.45 Avondgebed. 23.00
Nieuws. 23.1524.00 Pianotrio,
HILVERSUM II, 298 M.
8.00 Nieuws. 8.15 Platen. 8.50 Omroepkoor.
9.15 Morgenwijding. 9.30 Orgel. 10.00 Voor
dracht. 10.30 Kerkdienst. 12.00 Carillon. 12.15
Dubbelkwartet. 12.30 Voordvacht. 12.35 Strijk
orkest. 13.00 Nieuws. 13.15 Musettcorkest.
13.40 Buitenlands overzicht. 13.55 Kamer
orkest 14.45 Volksliederen. 15.30 Variété.
16.30 Sport. 17.00 Kerstviering in dc studio.
18.00 Nieuws. 18.15 Piano. 18.30 Lichte mu
ziek. 19.05 Parijs spreekt tot u. 19.15 Platen.
20.00 Nieuws. 20.05 Actualiteiten. 20.15 Pro
menade-orkest. 20.35 Hoorspel. 20.50 Prome
nade-orkest. 21.10 Hoorspel 21.25 Exotische
muziek. 21.45 De antwoordman. 22.00 Orkest
22.30 Platen. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00
Cabaret.
BRUSSEL, 324 M.
12.00 Platen. 12.30 Weerberichten, 12.32
Lichte muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Platen.
13.30 Voor de soldaten. 14.00 Piano en zang.
14.30 Platen, 16.00 en 16.15 Platen. 16.45 In
strumentaal kwartet. 17.00 Zang. 17.15 Voor
kinderen. 17.30 Platen. 17.50 Boekbespreking.
18.00 Studentenleven. 18.30 Godsdienstige
muziek. 19.00 Nieuws. 19.30 Piano. 19.50 Voor
dracht. 20.00 Kerstprogramma. 21.30 Piano.
21,30 Ballet. 21.45 Actualiteiten. 22,00 Nieuws.
22.1.5 Jazz. 22.45 Lichte muziek. 23.00 Nieuws
23.05—24.00 Platen.
Woensdag
HILVERSUM I, 402 M.
7.00 Nieuws. 7.10 Platen. 7.15 Een woord
voor de dag. 7.30 Sluiting. 9.00 Nieuws. 9.10
Platen. 9.35 Platen. 10.30 Morgendienst. 11.00
Platen. 11.15 Gevarieerd programma. 12.30
Weerbericht. 12.33 Volksmelodieën. 13.00
Militaire reportage. 13.20 Platen. 13.50 Rege
ringsuitzending. 14.00 Platen. 15.00 Kamer
muziek. 15.30 Tenor cn piano. 15.45 Voor de
jeugd. 16.30 Sluiting. 18.00 Harmonie-orkest.
18.30 Dubbelmannenkwartet. 19.00 Nieuws.
19.15 Voor de jeugd. 19.30 Platen. 19,40 Radio
krant. 20.00 Nieuws. 20.05 Radioschaakwed
strijd Noorwegen—Nederland, 20.06 Gemengd
koor. 20.30 Hoorspel. 21.0:5 Omroeporkest,
22.00 Causerie. 22.10 Strijkkwartet. 22.40 Pla
ten. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws.
23.15—24.00 Platen.
HILVERSUM II, 298 M.
7.00 Nieuws. 7.13 Platen. 7.15 Gymnastiek.
7.30 Sluiting. 9.00 Nieuws. 9.10 Platen. 9.12
Voor de huisvrouw. 9.22 Platen. 10.00 School
radio. 10.20 Kookpraatje. 10.35 Voor dc huis
vrouw. 11.00 Platen. 12.00 Orgel. 12.30 Weer
bericht. 12.33 Voor het platteland. 12.33 Pla
ten. 12.55 Kalender., 13.00 Nieuws. 13.15 Dans
muziek. 13.45 Platen. 14.00 Gesproken portret
14.15 Jeugdconceri. 15.00 Kinderkoor. 15.20
Voor kinderen. 15.50 Muziek voor de jeugd.
16.00 Actualiteiten voor de jeugd. 16.30 Slui
ting. 18.00 Nieuws. 18.20 Platen. 18.35 Accor
deon. 19.00 Causerie. 19.15 Platen. 19.30 Van
alle dag. 20.00 Nieuws. 20.05 Radioschaak
wedstrijd Noorwegen—Nederland. 20.06 Poli
tiek overzicht. 20.15 Schlagers. 21.00 Hoor
spel. 22.10 Pianoduo. 22.25 Koor. 22.45 Cau
serie. 23.00 Nieuws. 23-15—24.00 Filmmuziek.
BRUSSEL, 324 M.
12.00 Platen. 12.30 Weerberichten. 12.32
Amusementsmuziek. 13.00 Nieuws. 13.15
Amusementsmuziek. 13.30 Kamerorkest.. 14.30
Platen. 14.45 Lichte muziek. 15.30, 16.00 en
16.30 Platen. 17.00 Nieuws. 17.05 Platen. 17.50
Boekbespreking. 18.00 Kamerkoor. 18.15 Cau
serie. 18.30 Voor de soldaten. 19.00 Nieuws.
19.30 Zang. 19.50 Feuilleton. 20.00 Omroep
orkest. 21.05 Actauliteiten. 21.20 Elhnische
muziek. 22.00 Nieuws. 22.15 Kamermuziek.
22.45 Platen. 23.00 Nieuws. 23.05—24.00 Platen.