lh
Het Hek van de Dam.
en
ft
Zaterdag 30 December 1950
HELLA S. HAASSE: „De verborgen bron". Roman. (N.V. Em.
Querido's Uitgeversmij., Amsterdam).
A"
LS HELLA HAASSE aan het einde van
haar tweedelige, laat-middeleeuwse
,-pfc Het Woud der Verwachting" de
?"°f te levensuren beschrijft van Charles
Scans is de stervende dichter, ontsla-
n van zijn levensplichten, ver van de
litieke beslommeringen der rumoerige
P°"g,d ver van het Kasteel van Ambroise
Sr zijn sterfbed staat, ver óók van zijn
streden leven. Gedreven ..door een
tilbaar verlangen", zich verzadigend aan
van vochtige aarde cn varens, be-
1 ritselen
van de wind. het ruisen van een
';k <raat hij door het woud van zijn ver-
Swing va" zijn dromen, van zijn heime-
Kste verwachting Charles d'Orleans
Lgnjot zich met zijn oorsprong, hij keert
tot°het mysterie waaruit alles voort -
1 Lt waartoe alles terugstroomt en waar-
'n leven cn dood gelijkelijk vervloeien.
kan dit „woud der verwachting", dit
verlokkende, groen-schemerige oord der
vegetatie is het landschap van Hella
I r, aSSe's jongste roman „De verborgen
Bron» het Huis Breskei en zijn bossen
ten nauwste verwant, tiet kon ook niet
anders zijn: het is haar landschap. Het
is de achtergrond van haar kunstenaarschap
dat met alle romantische kunst de drang
naar het eindeloze, tijdloze, ongebondene,
en met alle klassieke kunst de strengste
I wil tot vormgeving; tot bezwering van de
verleidelijke tovermacht der Ninvana-ver-
I lossing gemeen heeft. In zijn diepste kern
stelt het de problemen van leven en dood,
van gebondenheid cn vrijheid, van burger-
i plicht cn libertinage. Als zodanig zal dit
.landschap", min of meer zichtbaar, in al
haar werk tegenwoordig zijn cn openbaart
het zich in deze verrassend-sugge'stieve,
beeldrijke roman „De Verborgen Bron" met
alle macht van zijn geheimzinnig-verleide
lijke èn vernietigende bekoring.
I In het verlaten en vervallen Huis Breskei
I bestendigt zich onwezenlijk maar alom
tegenwoordig een nevelig verleden. Iets
waart er rond dat steeds verder weglokt
van de levensplichten der werkelijkheid,
iets dat vervoert, benevelt, ontkracht.
Vurig-weelderig bloeien er de rozen, wild
slingert er zich de klimop om de vensters,
zwaar hangt er de stilte en in de bossen
rond Breskei is het vol geritsel, gesis en
sidderend ruisen. Dat is meer dan de
„sfeer" van een vergeten huis, meer dan
een zinsbegoocheling. Over Breskei, dat
ééns een „Areadie" was van een de vreugde
der zinnen genietend echtpaar, bleef de
geest vaardig van het kind Elin Breskei
dat er opgroeide, een droommeisie, een
kunstenaarskind, een door schoonheids
verlangen bezetene, die het aan scheppings
kracht, aan wil tot vormgeving ontbrak en
allengs verteerd werd door de onbezworen
betovering. In de broeihitte van een mid
zomer zoekt Jurjen Siebeling, de schrijver
van de brief- en dagboekfragmenten welke
tezamen deze roman vormen, op „Breskei"
naar het wezen van de mens Elin, naar de
verborgen bron van deze dichterlijk-be
zeten vrouw, die zijn (doodgewaande)
schoonmoeder is. Eens toch moest zij „in
Arcadië" zijn geweest, de gelukzaligheid
gekend, cle hoogste droom der schoonheid
gedroomd hebben. Hier ademde ze de oer-
geuren der bossen, luisterde ze naar het
mysterieuze fluisteren van eeuwenoude
bomen, gaf zij zich over aan de betovering
die ver over de grenzen voert van de rede.
Aan haar voelt Jurjen Siebeling zich ver
want en niet aan haar dochter, aan zijn
vrouw Rina, het toonbeeld van nuchterheid,
zelfbeheersing, evenwichtigheid en bur
gerplicht.
Elin Breskei en Rina Siebeling dat
zijn twee werelden, tegengesteld als dood
en leven, ziekte en gezondheid, ongebon
denheid en verantwoordelijkheid. En tussen
deze beide staat Jurjen Siebeling, chemicus
van beroep, dichter in zijn hart. Bezeten
door hel mysterie van de één, aangespoord
lot nuchterheid door de werkelijkheidszin
van de ander, wordt hij door de noodlottige
verlokking van het Huis Breskei tot een
beslissing, een keuze gedreven. Steeds
dichter nadert hii tot de „verborgen bron"
van Ehn Breskels leven: van arcadische
nimf wordt ze tot spottend-uitdagende
dryade, een dryade tot een trollenkind, een
behekste. En naarmate zich haar schrik
wekkend beeld voltooit, opent zich dieper
oe afgrond van een schoonheid die ten
verdreve voert, van een schoonheid des
doods. Het is de schoonheidsverlokking der
Romantiek, dezelfde waarvan August von
Platen dichtte toen hii schreef dat „wie
de schoonheid had aanschouwd met eigen
ogen, reeds aan de dood ten prooi geval
len was", dezelfde waarvan Hölderlin zich-
offerde, Wagners „Lohengrin" ontsprong,
rnomas Mann in zijn meesterlijke ..Tod in
venedig' de kunstenaar Gustav Aschen-
baoh ten gronde doet gaan het is het
ADVERTENTIE
boekhandel h. de vries
Afd. Antiquariaat
Ged. Oude Gracht 27 - Haarlem
koopt boeken
enkele stuks, zowel als gehele bibliotheken.
Aan huis te ontbieden.
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 30 DECEMBER
Stadsschouwburg; Spaanse dansavond, S u
«Daan „Eindenhout": Gecostumeerd ijs-
eni'i uur> LHxor: -Salomé". 14 j„ 2, 4.15, 7
i o'i- Cit,y: „Vrouwengevangenis", 18
opzir li 7>Ce 9,15 uur- '"Zet 3"e Z01'Sen
i tL' l bPaarne: „Dc duivelsval", 14
iMir" ,7 -en„9-15 uur. Frans Hals: „Sabo-
xi, tj 2-30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt:
PalL..0nKalIe leefl- 2- 4-15- 7 on 915 u.
i I„ürider moeders vleugels", alle leeft.,
p.10' 7 en 9.15 uur.
np-ufe Ha,s Museum: Tentoonstelling Indo-
7Unnam°. Nederlandse Antillen (alle
aaien tot 17 Januari).
ZONDAG 31 DECEMBER
j,j®'0^opcn: Middagvoorstellingen in alle
bphaiiPen; ?on avondvoorstelling om 7 uur.
ualve m het Spaarne-lheater.
MAANDAG 1 JANUARI
Stadsschouwburg. „Zo gaat 't soms" (Het
bonnV? 8 UUr- Gemeentelijk Concertge-
bdle'é zrreden van Heintje Davids, Anne-
BM.. AV-jfma s en Accordeola", 8 uur. Biosco-
Middag- en avondvoorstellingen.
B, L DINSDAG 2 JANUARI
aiadsschouwburg: „De familie Gregory"
iCfM®pK 1JG toneel), 8 uur. Gemeentelijk Con-
>Ww °.U\V: Nieuwiaarsbijcenkomst Partij
Arbeid, spreker J. G. Suurhoff. 8 uur.
copen: Middag- en avondvoorstellingen.
bewelmend gezag der Sirenen waaraan
Homerus zijn Odysseus lietvoorbij
varen.
Ternauwernood onttrekt Jurjen Siebeling
zich aan de verstrikkende magie van
Breskei: in de familie-archieven komt hij
de jeugd van zijn vrouw Rina. Elin» kind,
op het spoor, en haar kinderportret betekent
voor hem een verlossing; stram staat ze
daar a'fgebeeld: een kind gehard door tucht,
een droomster-in-aanleg streng opgevoed
voor de nuchtere werkelijkheid, voorbe
stemd een „vrouw van verstand" te wor
den, die de fantasie schuwt, de ontroering
wantrouwt, de kunst ontvlucht. En daar
mee is de betovering van Breskei gebroken:
huis en bossen .worden tot een „gevaarlijke
fata morgana". „Ik behoor met lijf en ziel
aan de werkelijkheid waarop 'k mij heb
bezonnen", besluit Jurjen Siebeling en dus
heeft hij uit „zelfbehoud" Rina, de reali
teit gekozen; Breskei zegt hij vaarwel
Een vlucht voor het leven waren zijn
ziekte, zijn tocht naar Breskei, zijn over
gave aan de betovering. Maar ook zijn
keuze, Rina's werkelijkheid, is een vlucht
zijn tweespalt is onoplosbaar, want deze
is zo oud als de wereld, zo oud als het
oneindigheidsverlangen van de mens, de
wensdroom van het paradijs, de creatieve
kracht der kunst. Terecht besluit Hella
Haasse deze roman met een vraagteken:
Jurjen Siebeling is en blijft „een van die
genen, die altijd overal ondergronds het
murmelen menen te horen van een ver
borgen bron".
Oud dus is het thema, gloednieuw heeft
Hela Haasse het verwerkt tot een roman
van een zo bekoorlijke proza en suggestieve
kracht, dat „De Verborgen Bron" tot de
beste voortbrengselen van de verhalende
kunst der laatste jaren gerekend moet
worden.
C. J. E. DINAUX.
ADVERTENTIE
n nieuwe
edele drank
Frans Halsmuseum
Moderne schilderkunst in
verlichte bovenzalen
Gedurende de eerste weken van deze
maand in het museum het Huis Van Looy
een tentoonstelling gehouden van schilde
rijen en tekeningen die door Rijk en ge
meente zijn aangekocht op advies van de
commissie voor sociale kunstopdrachten.
Deze van regeringswege ingestelde com
missie staat onder voorzitterschap van de
heer H. P. Baard, directeur van het Frans
Halsmuseum. Leden voor aesthetische be
oordeling zijn de beelhouwer Mari An-
drïessen, de schilder Otto B. de Kat en de
kunsthandelaar P. Leffelaar. Verder maken
er deel van uit. voor de maatschappelijke
kant de heren Suerink en Hoek (uitvoe
rend secretaris), respectievelijk directeur
en a Abten aar van cle Dienst van Sociale
Zaken te Haarlem en de heren Nolet en
Kruse als vertegenwoordigers van het Rijk.
Deze commissie vergadert eens per
maand om na te gaan welke der ingezon
den kunstwerken voor aankoop in aanmer
king komen. Men heeft hier dus te doen
met een na de oorlog ingestelde vorm van
steunverlening door de overheid, waar een
prestatie van de kunstenaar tegenover
staat. De gevallen worden zowel van de
sociale als van de aesthetische kant be
keken. Er is een zeer strenge selectie en er
wordt.zeer veel (ongeveer 80°/o) afgewezen.
Daardoor is er meer reden een aankoop te
beschouwen als de uitreiking van een kun
stenaarsbrevet dan als een bewijs van wel
dadigheid. Ook van reeds te goeder naam
bekend staande schilders wordt lang niet
alles door de commissie geaccepteerd, die
dusdoende tevens een belangrijke stimu
lerende factor heeft.
Het bezwaar van deze regeling, waarbij
de overheid dus te hulp komt waar bij ge
breke van particuliere aankopen een be
treurenswaardige noodtoestand dreigt te
ontstaan, is eigenlijk alleen dat men arm
lastig moet worden om voor een gemeente
aankoop in aanmerking te komen. Hier
staat echter tegenover dat een aanzienlijk
percentage van het budget, waarover het
Frans Halsmuseum jaarlijks kan beschik
ken. voor de aanschaffing van moderne
kunstwerken wordt besteed. Met steun van
de Vereniging tot uitbreiding van de ver
zameling van kunst en oudheden op het
Frans Halsmuseum is men aldus in het be
zit gekomen van werken van Herman
Moerkerk, Jules Chapon en Kees Verwey.
Het bedoelde budget bedroeg tot verleden
jaar slechts 500.en werd toen verhoogd
tot f 7.000.De directeur van het Frans
Halsmuseum had 10.000.gevraagd. Het
is de bedoeling om het voor oude kunst be
stemde gedeelte hiervan alleen te gebrui
ken voor de aankoop van belangrijke stuk
ken, die het aspect van cle verzameling ver
hogen, bij voorbeeld werken van Judith
Leyster of Van Ostade.
In de. ongeveer anderhalf jaar, dat deze
prestatieregeling thans geldt, is door ge
meente en Rijk voor 16.832,50 aangekocht.
Hiervan komt een kwart gedeelte voor
Haarlemse rekening. In ruil voor dit bedrag
zijn door de heer Baard de volgende wer
ken uit cle tentoongestelde verzameling ge
kozen, die thans het gemeentelijk bezit ver
rijken: van P. Damave een zelfportret in
olieverf en vier tekeningen (Pont Thiery
ADVERTENTIE
IEDERE DAME IS VERWEND
met MOLENDIJK'S PERMANENT I
SANTPOORTERPLEIN
HAARLEM
TELEFOON 19706
G. N.
Parijs, Abcoude, Munterslaan en Bergen
N.H.), van P. van Heerden twee olieverf
schilderijen (Vissen en Atelierstudie), van
A. Heyboer drie tekeningen, van G. Hou-
bein twee olieverfschilderijen (Stadsge
zicht en Sneeuw), van R. Klein een portret
van de schilder Kloes (tekening) en Mor
gen aan de IJsel (tempera), van A. Loots
twee olieverfschilderijen (Zelfportret en
Mand met appelen), van E. Verboog de
tekening van een Katwijkse vrouw en een
Hei-fstlandschap (olieverf), van F. H. Ver
poorten twee olieverfschilderijen (Ponen
en Havengezicht) en twee tekeningen (Wi
sentkoe en Oase bij Algiers) en tenslotte
van H. Mulder een olieverfschilderij: Het
Beleg.
Deze werken zullen een plaats krijgen in
cle bovenzalen van het Frans Halsmuseum,
zodra de expositie van dc door mevrouw
Wallbrink geschonken werken is afgelopen.
Op het ogenblik is men bezig door het ge
hele museum om veiligheidsredenen een
kabelbaan aan te leggen, zodat alle zalen
verlicht kunnen worden, cloor aansluiting
daarop dus ook de bovenverdieping.
Brei-actie ten behoeve
van gerepatrieerden
De organisatie „Hulp aan Gerepatrieer
den" deelt mede dat zich onder de ruim
200.000 gerepatrieerden uit Indonesië velen
bevinden die men in zekere zin met ont
heemden kan vergelijken. Zij waren nog
nimmer in Nederland en hebben liet dus
nog veel moeilijker dan de andere gerepa
trieerden, die vertrouwd zijn met het Ne
derlandse klimaat en de Nederlandse
levensgewoonten. Het sociale probleem der
gerepatrieerden stelt de overheid voor on
telbare moeilijkheden, waarvan de huisves
ting wellicht het ernstigste is. Daarnaast
vraagt het kledingvraagstuk bijzondere
zorg. De gerepatrieerden beschikken bij
hun aankomst in ons land in de meeste ge
vallen niet over kleding, welke op het Hol
landse klimaat is berekend. Weliswaar krij
gen zij kledinggeld, maar bij de tegenwoor
dige prijzen is dit niet toereikend. Daarom
heeft „Hulp aan Gerepatrieerden", georga
niseerd door de stichtingen „Pelila" cn
„Nederland helpt Indië" het initiatief ge
nomen tot een landelijke brei-actie. Indien
alle Nederlands vrouwen slechts één stuk
zouden willen breien, zou de nood onder de
gerepatrieerden reeds in belangrijke mate
worden verlicht.
Gebreide artikelen kunnen worden ge
zonden naar „Hulp aan Gerepatrieerden",
Loods Java. Kon. Rotterdamse Lloyd,
Lloydkade, Rotterdam.
ADVERTENTIE
flilku!
1
ij
1 ii
HAPPY NEW YEAR
Een Oude jaarsvertelling
door Ed. Hoornik
WAAR zijn de appels? vroeg de stem.
De boer bewoog in zijn slaap. De
geknotte populieren voor het huis kreun
den nog, maar de staldeur klepperde al
niet meer. De wind was gaan liggen. Met
een schok kwam cle boer overeind en
luisterde. In de geluiden beneden was niets
ongewoons. Snuivend ademden de koeien.
Hij hoorde hoe er één ging verliggen, de
ketting rinkelde. Een paardenhoef schraap
te langs de stenen stalvloer, de hond grom
de naar ratten.
De boer was alweer gaan liggen, de
hand onder het kussen, waar ook de geld
zak lag. Dc mond met de bruine landen
viel open. Hij sliep weer.
„Waar zijn de appels?" herhaalde de
stem.
Toen lachte de boer „Appels", zei hij.
Over de hardbevroren landweg reed hij
op zijn bolderwagen naar huis. Zijn klomp
lag tegen het zware achterlijf van het
paard, zijn hand aan de zweep. In kisten
van vijftig had hij driehonderd kilo appels
in de stad verkocht. Goudgeel-glanzende,
gave appels, die hij had bewaard tot de
prijs gestegen was. In lange rijen hadden
ze opgetast gelegen op de donkere droog
zolder. Hij moest lachen toen hij bedacht,
dat die vrouw hem er eigenlijk aan had
herinnerd. Een beetje schuchter was ze
gisteren het huis om komen lopen, bang
voor de hond, zoekend naar een ingang.
Met zijn handen diep in de zak had hij
tegenover haar gestaan. Ze was eigenlijk
nog maar een kind, zoals ze met haar
grote blauwe ogen naar hem had opge
keken.
„Ik ken u wel", had ze gezegd. „In
Augustus heb ik u bezig gezien in de
boomgaard. Heel lang heb ik aan de over
kant van de sloot naar u staan kijken. U
had een zak voorgebonden en stond boven
Achter het gordijn
Wij zijn dezer dagen achter het flu
welen gordijn van circus Strassburger
geweest om er eens wat goud te zien
klateren. We moesten door een heleboel
nauwe gangetjes van het gebouw Carré,
waar Alex Wunnink directeur van is,
en stonden ineens tegenover een spook,
waar wij beleefd „Goeden middag" te
gen zegden. We zetten het echter op
een rennert, toen we merkten tegen
wie wij zo beleefd „Goeden middag"
hadden gezegd, want het was geen écht
spook en daar moet men mee oppassen.
Wij kwamen tenslotte in een klein
vertrekje waar we tweedames in
avondjurken zagen, die danspassen
maakten en daarbij elegant de rokzoom
van de stoffige grond tilden. „Aha", zei
er één, „hinter die Gardinchen gucken'
en zij lachte snaaks tegen ons. Nauwe
lijks van de ontroering bekomen, liepen
wij tegen een Algerijn aan. Nu spreken
wij een aardig mondje Arabisch en
daarom zeiden wij tegen hem „Z'behal-
chér", hetgeen zoveel zeggen wil als
„Goedendag" al zou men dat op het
eerste oor niet zeggen. Om de zaken
nog wat duidelijker te stellen, voegden
wij er aan toe „Chobz", hetgeen
„brood" betekent". „Pardon!", zei de
Algerijn en ging gewoon verder met
het lezen van de Nieuwe Rotterdamse
Courant, zijn lijfblad, naar hij ons ver
telde.
Het vertrekje vulde zich zo langza
merhand met Russen die Duits spraken
met Fransen, Duitsers die Italiaans
spraken met Spanjaarden en Engelsen
die Engels spraken met Engelsen. Ook
enige leeuwen, die in een belendende
opstal huisden, mengden zich in de
conversatie. Alleen de paarden zeiden
niets.
Toen begon ineens ergens een orkest
te tetteren en iedereen zette zich in
beweging voor een parade, waarbij ver
geleken die van Henriëtte van Eyk
maar een kort verhaal was. Eerst mar
cheerden de suppoosten op met krach
tige pas en blijmoedige gezichten op de
tonen van „Als de hond met de worst
de hoek om springt" en daarachter
slingerde de ganse rij van de 129 mede
werkenden de piste in met aan het slot
de clowns, die eerst elkaar in en ver
volgens links en rechts uit de flank
sloegen.
Wij zochten ons inmiddels een plaatsje
in het gangetje dat van de stallen naar
de piste voerde en waar het, al speet
het ons dit te moeten constateren, naar
berenmest rook. Het gangetje, dat smal
maar héél hoog was en bekleed met
rood-fluwelen gordijnen, althans aan de
kant, die uit de zaal zichtbaar was, kon
slechts' op een karige verlichting bogen.
Ergens in de hoogte gloeide één lamp
en die maakte, dat het er niet deftig
maar toch wel imponerend uit zag.
Cowboy Karl
Toen stoven ineens twee dikke schim
mels over onze tenen en terwijl wij ge
schrokken terugdeinsden, vingen wij
vol ontzag een glimp op van een
cowboy, die daar boven op stond te
mennen, alsof het zo maar niks was.
Het spel was begonnen.
Steeds meer schimmels daverden
over het zaagsel van het gangetje de
piste in en toen zij eenmaal binnen
waren, kon je de vloer horen dreunen
van hun zware galop, die begeleid werd
door de schetterende trompetten van
het orkest. Totdat het gordijn open
zwaaide en de hele wilde kudde dam
pend het gangetje binnendrong, waai
de cowboys er afsprongen. „Mensch
war das heiss", zei de ene. Cowboys uit
het land van Karl May, dachten wij
toen teleurgesteld.
Nu houden wij veel van paarden, ook
al omdat zij vaak leuke grapjes kunnen
vertellen en daarom keken wij onze
ogen uit naar Iwan Bratuchins Tscher-
kessen, toen die in het gangetje stonden
te wachten voor hun nummer. Iwan
Bratuchin is een kleine Kozak met een
mager gezicht vol plooien onder zijn
berenmuts. Hij kan in volle galop zich
van zijn paard laten zakken, onder de
buik doorkuipen en zich dan aan de
andere kant weer in het zadel werken,
hetgeen meer is dan wij laat staan u
zouden presteren. Hij ging vergezeld
van zijn vrouw, die ook allerlei onge
bruikelijke zitplaatsen op een paard
kan innemen en zijn ongeveer negen
jarig zoontje, dat als een duiveltje uit
een doosje de piste binnenstoof om op
opwindende Russische muziek allerlei
reuzenzwaaien op en af zijn poney te
verrichten. Het was een aax-dig kereltje
met een rond hoofdje, dat in zijn leven
kennelijk meer plezier had dan de
stakkerdjes, die gedwongen worden de
juiste plaats van Rodeschool op de kaart
aan te duiden.
De beklagenswaardigheid van de
deelnemers aan een circus moet men
trouwens niet te groot aanslaan. Het
optreden verschafte hun blijkbaar zo
veel genoegen, dat zij elkaar voortdu
rend speels in de ribben porden om aan
hun opgewektheid uiting te geven. Zij
maakten grapjes in alle talen der we
reld en zelfs de clowns schenen hele
maal niet bereden door de tragiek, die
men zo gaarne aan hun beroep ver
bindt. In dezelfde mate geldt dat ple
zier in het optreden trouwens voor de
dieren. Paarden en honden die kunstjes
kennen', vertonen die altijd bij iedere
gelegenheid die zich voordoet en de
monstreren daarrhee een merkwaardige
gelijkenis met de mensen. Met dien
verstande dat men het een dier kan be
letten en een mens, vanwege de be
leefdheid, niet altijd. En als wij een
paard zouden zijn, zouden wij het lief
ste in een circus werken, honderddui
zend maal liever dan voor een kar lo
pen in ieder geval. Ook als wij geen
paard zouden zijn trouwens. Hij die
van mening zou zijn, dat men een
paard of een hond ietsmet hardheid
zou kunnen leren, raden wij aan zich
aan te sluiten bij het verbond, dat ook
deze mening is toegedaan. Hij zou dan
misschien de weddenschap van 500
kunnen overnemen, die door een Engels
lid van dat verbond werd aangeboden
aan een ieder, die een dier met zacht
heid een kunstje zou kunnen leren.
Toen drie Nederlandse circusvrienden
die handschoen opnamen, verdween hij
echter met de Noorderzon, een speciale
expres-trein voor aanhangers van het
systeem „veel geschreeuw en weinig
wol".
Moederde beer is los
Hij zou zich óók met ons naar ons
staanplaatsje achter de coulissen kun
nen begeven om te zien met hoeveel
liefde en vriendschap de dieren wor
den behandeld. In dat geval zou hij
echter moeten opletten niet evenals wij
door de bonte Brandy het zijgangetje
in te worden gedrongen, dat zich onder
het podium bevindt. Wij gingen daar
even tegen een hele grote kist leunen
in het halfdonker, tot wij ineens een
duwtje in onze rug kregen. Achteloos
voelden wij met onze hand, wat dat
wezen mocht en pakten toen iets harigs
beet. Nadat we vervolgens Jesse Owens'
record over de twintig meter sprint
gebroken hadden, keerden wij ons om
en zagen een grote bruine beer die
met twee decimeter neus door de tra
lies zat te schudden van het lachen.
Der traditie getrouw geeft het atg\
op 1 Januari en de volgende dagen
opvoeringen van het treurspel „Gys-
breght van Aemstel" van Vondel.
De hoofdrollen worden vertolkt door
Johan Sèhinitz en Elise Hooriidns, de
reien gezegd door Charlotte Kohier,
Jenny van Maerlant, Ben Royaards
en Albert van Dalsum, die ook de
regie voert en de décors ontwierp.
Dc Nieuwjaarswens in „De Bruiloft
van Kloris cn Roosje" is geschreven
door Annie Schmidt.
De toneelgroep Coniedia begint het
jaar in het Centraal Theater met
een serie voorstellingen van de
Amerikaanse thriller over het atoom
geheim ,,De Verrader" door Herman
Woulc onder regie van Cor Hermus
met Guus HermusJoan Remmelts,
Frits van Dijk en vele anderen.
In het Leidseplein Theater speelt
de Nederlandse Comedie een serie
vertoningen van het blijspel Nina
van André Roussin met Mary
In de hoofdstad uit
Dresselhuys in de titelrol. Verder
spelen mee Guus Oster, Henk Rig-
ters, Pierre My in en. Gerard Rekers.
Bijna alle films van het Kerstpro
gramma zijn geprolongeerd. Nieuw
zijn alleen Abbott en Costello ont
moeten Boris Karloff' in Royal en
Corso, alsmede „Chambre Séparée"
van Victor Tourjansky met Margot
Hielscher in Desmet. In Carré zet
circus Strassburger de voorstellin
gen voort.
De agenda van het Concertgebouw
vermeldt geen enkel concert. Maan
dag is er in de grote zaal een amu
sementsavond met 't Tyroler-orlcest
Alpengrün en de Wama's.
Ten besluite van het Bachjaar geeft
het koor van de Nederlandse Bach-
vereniging in de Bachzaal van het
Amsterdams Conservatorium een
uitvoering met medewerking van
leden van het Concertgebouw Orkest
van drie cantates. Solisten zijn: de
sopraan Erna Spoorenberg, de alt
Aafje Heynis, de tenor Lloyd Strauss
Smith en de bas Laurens Bogtman.
Aan het orgel zit Albert de Klerk.
Het geheel staat onder leiding van
dr. Anthon van der Horst.
Tot 29 Januari duurt in het Stedelijk
Museum dc tentoonstelling van wer
ken van de 70-jarige Belgische schil
der Edgard Tytgat uit een halve
eeuw. In kunstzaal Van Lier aan het
Rokin wordt een expositie gehouden
van werken van de expressionnist
Herman Kruyder, die binnenkort
tijdelijk naar Curagao gaan.
We hebben ons nochtans best ver
maakt in dat kleine gangetje, waar hon
den, paarden, mensen en een hele oude
T-Ford met eigenwijze manieren op hun
beurt stonden te wachten. En ook ons
hart klopte een beetje sneller wanneer
het gordijn openzwaaide, de muziek
begon te schetteren en een paar flarden
applaus naar binnen woeien. Want wie
ontkomt er en nu moet dat hoge
woord er tenslotte maar eens uit
aan de romantiek van achter het gor
dijn.
BOEDA
op een ladder. ?Iet was daar", had; ze ge
wezen, „het was de grootste boom van alle
maal, zijn appels waren het mooist. Een
kind zou zo'n appel niet eens in één hand
kunnen vasthouden. Ik heb gezien, lioe
zorgvuldig u ze hebt geplukt. Eén voor
één. Ze hingen zo dicht bij elkaar, dat u ze
maar voor 't grijpen had. Soms hield u ev.en
op en bekeek een hele mooie. Nog voor
zichtiger legde u die bij de andere. Als
de zak vol was, daalde u langs de ladder,
zo behoedzaam alsof u een kind droeg. U
stapelde ze op in de mand onder de boom
en bleef er even bij staan kijken. U lachte.
Wie zó goed is voor zijn appels, moet het
ook voor een kind zijn, heb ik gedacht.
Daarom ben ik nu gekomen. Het is gauw
Nieuwjaar. Wc hebben geld opgehaald om
honderd arme kinderen die dag iets te ge
ven. Al het geld is opgegaan aan schoenen
en kleren. Als ik nu voor ieder maar één
zo'n appel had. Er waren er'zoveel'aan die
bomen".
Hij had haar van het erf gèjaagd en was
de trap naar de zolder opgeklommen. Hier
en daar had hij een appel uit het rek ge
nomen en keurend tegen het licht gehou
den. „Het is tijd om ze te verkopen", had
hij gemompeld, toen hij de zoldertrap was
afgestommeld.
WAAR zijn. de appels? vroeg ze.
Ze zat naast hem op de bok en. keek
hem aan. Hij rukte aan de leidsels om'de
wagen tot stilstand te brengen, maar het
paard scheen hem niet te begrijpen. Het
begon juist sneller te-draven. „Ik heb de
hele boerderij doorzocht", zei ze, „de stal,
de schuren, ook de droogzolder, maar er is
niet één appel meer in het hele huis. Hoe
moet dat nu met die kinderen?"
„Alles is verkocht", lachte de bóer en
klopte op zijn binnenzak, waarin de geld
zak bultte. Hij keek opzij. Haar ogen vlam
den, haar wilde blonde haar wapperde
achter haar aan,
„Als een hond heb je me van je erf. ge
jaagd", zei ze. „Wat is een hond" Hij slaat
zijn klauwen over zijn vreten, hij- gromt
als je dichtbij komt". Het was een ver
schrikkelijke verschijning; een heks, die
naast hem door het verlaten land joeg. Hij
trok zó hard. dat de leidsels, door zijp'hand
sneden. Het dampende paard holde als een
bezetene, schuimbriesend, wild, .waanzin
nig. Alleen in de bevroren plassen blonk
nog wat licht:. Hoewel hij de hejes niet
meer kon zien, voelde hij. dat ze er nog
was, dat ze het paard betoverde, dat zij
het was, die de weg bepaalde Boven het
lawaai van de bolderende wagen uit hoor
de hij schreeuwen. Iets onbegrijpelijks, iets
verschrikkelijks. Het klonk als het krijsen
van spreeuwen, die in de boomgaard neer
strijken, op de vruchten aanvallen en in
steeds groter getale komen opzetten, tot al
het fruit vernield is. Hij greep zijn zweep
en sloeg er als een waanzinnige mee om
zich heen. Bij de eerste slag brak de ge
knoopte riem in tweeën. Toen klauterden
ze op zijn kar. Het waren kinderen. Ze
trokken elkaar omhoog in de achterbak
cn hingen aan de klep. Van alle kanten
kwamen ze. Ze grepen hem vast, tien,
twintig tegelijk. Ze bonden hem met zijn
eigen leidsels en staken een prop in zijn
mond. Wolken stoom joegen om het paard,
zijn manen woeien uitéén, zijn ogen waren
groot en wild. Uit zijn hoeven spatte vuur.
En toch leek het, of zij de grond niet raak
ten. De kinderen stonden rechtop in de
wagen en zongen: „Appels, appels, appels".
Hun stemmen schalden door de nacht.
Daar bovenuit gilde de heks: „Verkocht
voor goud, verkocht voor goud". Gierend
sneed de-kar door de nacht. Met zijn laat
ste krachten joeg het paard tegen 'de' dijk
op. Onderaan spiegelde het water. Eén
ogenblik stond het daar. trillend de neus
gaten gesperd, de oren plat langs-de,kóp,
alsof het op iets wachtte. Toen stortte het
zich in de diepte.
ZIJN mond zat nog toe,, maai- zijn han
den waren vrij. Hij graaide: onder het
kussen. De geldzak was verdwenen. Hij
haalde het bed overhoop en kroop in den
blinde tastend over de vloer. De deur naar
de gang stond open. De dieven moesten, al
lang weg zijn. Toen legde de boer zijn kop
tussen zijn poten en jankte als een-hond.
Nieuwe regeling voor
aanvragen van rijbewijzen
Alle thans geldige rijbewijzen voor mo
torvoertuigen blijven van kracht t'ot.de
datum, waarop zij, ook indien, er geen
nieuwe regeling zou zijn ingevoerd, hun
geldigheid zouden verliezen. Voor een ver
lenging dient men 0,75 te storten op het
gironummer 124149 van het Centraal Bu
reau voor Afgifte Rijvaardigheidsbewijzen
te 's Gravenhage, dat daarna een formu
lier voor een geneeskundige verklaring aan
de aanvrager opzendt. Dit dient te worden
ingevuld en aan het Centraal Bureau te
worden geretourneerd. Iedereen, die lijden
de is aan een ziekte, dient die op de ach
terkant van 'het formulier te laten om
schrijven door zijn arts. Aanvragers die
ouder zijn dan 60 jaar, moeten het formu
lier door een arts laten invullen.
Wanneer het Centraal Bureau het for
mulier weer terugzendt aan de aanvrager
met de accoordverklaring, dan kan deze
zich tot de Provinciale Griffie wenden.
Onder storting van een bedrag van 5 zal
hem dan een nieuw rijbewijs worden uit
gereikt dat 5 jaar geldig blijft. Hoewel er
in de toekomst onderscheid zal worden
gemaakt tussen rijbewijzen voor vracht
auto's en voor personen-auto's, behoeft een
bezitter van een oud rijbewijs A geen
examen af te leggen, indien hij zich in het
bezit wenst te stellen van een nieuw rijbe
wijs voor een vrachtwagen of een autobus.
Zolang een oud rijbewijs niet langer dan
5 jaar geleden is verlopen, kan men er nog
gebruik van maken om er een nieuw rij
bewijs voor in ontvangst te nemen.