I Chefarine 4 Oude Haarlemse gevelstenen VOOR PIANO'S Litteraire Kanttekeningen 4 beroemde genees middelen tegen griep ALPHENAAR Haarlemmers mogen eigen programma voor de Bloemenweek samenstellen „Haarlems Bloei" beloont fantasie en vernuft Eddie Christian! in kort geding gedagvaard Geen staatssecretaris van Financiën Deze zomer in Kerkrade een internationaal muziekconcours „Leren denken en leren doen", een belangwekkende lezing BOEKHANDEL H. DE VRIES KOOPT BOEKEN Gysbreght van Aemstel komt Maandagavond in Haarlem Een wedstrijd van betekenis voor goede volksmuziek Horloge met kogellagers Dijkdoorbraak bij Hoogeveen ZATERDAG 13 JANUARI 1951 3 „Herinneringen aan Felix Timmermans" (met acht en twintig reproducties uit het teken- en schilderwerk van de schrijver). (N.V. Uitgeverij P. Vink, Antwerpen) WEINIG MODERNE schrijvers zijn door „de roem" wisselvalliger be deeld dan Felix Timmermans, dan „de Fe". Timmermans en „Pallieter" dat gold voor één: Pallieter als wondermiddel tegen de „kater" van de oorlog en Timmermans als de wonderdadige medicijnman. Daar werd van het leven genoten, gezapig, gul zig. aanstekelijk. Daar stoeide de wind, kleurden en geurden de blommekes, dar telden de dieren van levensdrift; daar rook het naar vetlc aarde, naar bloeiende gaar den, naar kruidige blaren in een welig Vlaams landschap onder een stralende zo merse hemel. Het was één feest der zin nen, en een mens liep uit om zich onstui mig te verzadigen aan zoveel schoonheid., zoveel geneugten, zoveel blijmoedigheid. Die mens was de sybariet, de „levensge nieter" Pallieter en Timmermans, die hem deed gaan en spreken en lachen met iets van die schaterlach van Rabelais, moest wel zijn evenbeeld, moest zélf zo'n Pallieter zijn. Pallieterianen, pallieterser dan Pal lieter, reisden naar Lier om deze litteraire tovermeester van het levenselixer ten minste ééns van aangezicht te hebben ge zien; „de Fé' 'werd uitgenodigd als spreker, hier en daar, in Holland het eerst, zijnde het land waar de eerste druk van het „succesboek" was verschenen, in Zwitser land en Duitsland vervolgens. De Fé werd vertaald! En in Lier. in de werkkamer op de stille Begijnhof, beleefde een schuch ter man, een vriend van de stilte, een be wonderaar van St. Franciscus, een mystiek mens die de taal van Ruusbroec verstond, de „zeer schone uren van Mejuffrouw Symforosa, Begijntje", tekende haar innige en ingetogen belevenissen op als drome rijen van een goed uur en verbaasde er zich over dat de populariteit zoveel gerucht kon maken. „Ze moesten eens weten, hoe ver ik af ben zelf een Pallieter te zijn. Toen al begon men Timmermans mis te verstaan. Met zijn „Breughel" kwam de kentering. Men hacl zich aan Pallieter overeten, men had geen maat welen te houden. „Pallieter" was niet een meesterwerk, hoe fris, hoe nieuw, hoe bekoorlijk geschreven en Timmermans was niet een Pallieter. Hij had (wist men dat toen niet?) oog in oog met de dood gestaan: Wagner vurig be wonderd, zijn eersteling „Schemering van den Dood" geschreven, een ernstige ziekte ADVERTENTIE Ze hebben 93 mooie meisjes gevraagd: hoe moet de man Uwer dromen zijn? 39 hebben geantwoord: hij moet in het Nederlands elftal spelen 34 hebben geantwoord: hij moet kunnen zingen als Bing Crosby 19 hebben geantwoord: hij moet ogen hebben als Charles Boyer 1 heeft geantwoord: geef mij maar een goed gehumeur de, hardwerkende, zorgzame man, die 's avonds gezellig bij me zit met een kopje thee en een pakje Bond Street. overleefd en in zijn strijd om het leven Pallieter als vriend gewonnen, als „idee", als „een stuk natuur". Aan Pallieter had Timmermans zichzelf gezond gemaakt. De Wagneriaanse roes was bezworen, een „oc culte" jeugdbevlieging te boven gekomen: de man die te midden van het oorlogsru moer het Kindeke Jezus door Vlaanderen liet gaan, was al een andere Timmermans, één misschien die zich nog nauwer aan zijn Vlaamse land verbonden gevoelde, maar zeker één die het leven dieper beleed dan de lichtvoetige, uitbundige Pallieter. Het werk ging voort: zijn vriend Renaat Vere mans, de musicus, die als oudste jeugd- kameraad de belangrijkste en langste bij drage tot deze bundel „Herinneringen" leverde, heeft verteld, hoe de „pastoor" van Timmermans voor het eerst zo mild- levensblij door „zijn bloeiende wijngaerdt" was gegaan: dat was op een lauwe, lichte lentemiddag, na het genot van een fles geurige geuzenlambik in de hof van zijn zwager en na een bezoek aan het intiem kapelletje, waar Renaat Veremans het orgel bespeelde en daar „moest iets uit groeien", zó goed als een wandeling op de Weefberg te Averbode Timmermans' dich- terlijksle boekje opleverde: „Als het hier regent", zei Timmermans na een lang stil zwijgen, „welke druppel zal dan naar de Demer vloeien, en welke naar de Nethe?" En deze symbolisch druppel, die links èn rechts gestuwd kon worden, werd een kleine parel in het levenswerk van „de Fé": het werd „Cecilia", die Timmermans „zag komen en gaan". Dat was geen Pallieter meer, zomin als „Bouwdewijn" en „Boe renpsalm" en al het andere dat uit Tim mermans' boomgaard kwam: „Ooft", schreef Lode Baekclmans, „dat mijn voor keur heeft en fruit dat mijn smaak niet heeft maar mijn bewondering gaat naar héél de boomgaard. Dat was een eer lijker, zuiverder waardering dan het voor oordeel van zekere critici, die het na-Pal- lieterse fruit al bij voorbaat als te sappig en te zoet afkeurden. Pallieter had „afge daan". Timmermans raakte hier en daar ..uit de gunst": de een was hij te heidens, de andere te Vlaams, te regionaal, te pro vinciaals, de derde niet breed en zuiver Vlaams genoeg. Vooringenomenheid is een slechte gids; ze trok geleidelijk-aan de lijnen der beoordeling scheef, ze speelde de populariteit uit tegen de volwaardig heid van het kunstenaarschap, ze mis- tckende het litteraire en menselijke portret van Felix Timmermans. En in Lier, dat hem in een mensenleven te lief was ge worden om de stille eenvoud, de middel eeuws-vrome sfeer er van te verruilen tegen de moderne Europese problematiek, dichtte op zijn ziekbed een vermoeid en ADVERTENTIE Bij griep, verkoudheid, tegen alle pijnen enz., is CHEFARIHE „4" een bijzonder krachtig maar toch weldadig middel, want het bevat vier werkzame bestand delen, stuk voor stuk in de gehele wereld al beroemd. Eén bestanddeel - Chelarox - zorgt dat, al is de werking zeer krachtig, zelfs een gevoelige maag niet van streek raakt. TEGEN PIJNEN EN GRIEP - 20 TABLETTEN t F 0.75 ontgoocheld man in een dertigtal verzen een „Adagio"*) op het leven, ter voorbe reiding op de dood „moederziel alleen, een arme mënsch in zak en assche". Van de andere Timmermans, de mens die meer was dan een Pallieter, hebben Vlaam se en buitenlandse vrienden verteld: Ernest Claes, Lode Baekelmans, Urbain van de Voorde, Renaat Veremans, verder Zwit sers en Duitsers, Van Rompay om de tekenaar-schilder te herdenken en, als enig Noord-Nederlander, Godfried Bomans. Het werden geen litteraire studies, geen analyses. Het bleven getuigenissen, waar van ook de anecdolische gegevens op zichzelf al onderhoudend genoeg het ware beeld van „de Fé" helpen herstellen, dat achter de mistekening der onwelwil lenden was schuilgegaan. Bomans heeft gelijk: „Zijn kans om her ijkt te worden op zijn waarachtig gewicht was voortaan gelegen in de enige vorm van isolement die hem nog overbleef en waar aan hij niet ontkomen kon: de dood". De her-ijking van Timmermans is be gonnen, na Mare Tralbaut's „Zo was de Fé" is deze voortreffelijk uitgegeven bundel als „daad van eenvoudige recht vaardigheid" het beste getuigenis dat aan Felix Timmermans de plaats kan her geven die hem litterair toekomt. Misschien komt het nog eens zo ver, dat men Herman Teirlinck gelijk geeft: „Ik zie de toekomst", schreef hij in het Nieuw Vlaams Tijdschrift na Timmermans' dood, „met droge ogen en een koude blik. De artistieke boodschap van Felix Timmermans houdt, gelijk elk voornaam kunstwerk, de belofte in van een beter bestaaneen waardiger, vrijer levensgeluk". C. J. E. DINAUX Felix Timmermans: „Adagio" (P. N. v. Kampen Zoon, A'dam). Een tientje voor een tip Nog een half jaar en de Haarlemse Bloemenweek is weer aangebroken. Nu kunnen dergelijke evenementen, zoals een ieder wel begrijpen zal, niet van de ene dag op de andere worden georganiseerd en zo is men bij „Haarlems Bloei" alweer bezig met de voorbereiding van het vijfde Bloemenfeest. Eigenlijk begint die voorbereiding tegelijkertijd met de nabeschouwing op het pas verstreken feest: wanneer in September de penningmeester van de stichting de reke ning opmaakt van de financiële consequenties van het geboden programma, dan be tekent dat tevens dat de overige leden van het uitvoerend comité daaruit lering trekken voor de toekomstige weken. Daarbij is men altijd sterk gebonden uit een beperkt budget: de verliezen op de feestweek mogen het overige werk van de stichting niet aantasten. Verliezen van drie- tot achtduizend gulden, zoals voorge komen zijn, moeten vermeden worden. Iri alle ernst: De sigaret met de récord omzet De Nederlandse zanger Eddic Christiani is in kort geding gedagvaard voor de Am sterdamse rechtbank, omdat hij contract breuk gepleegd zou hebben. De heer Chris tiani had een contract met een Nederlandse gramofoonplaten maatschappij gesloten, waarbij was bepaald dat hij voor de duur van dit contract niet voor andere maat schappijen zou optreden. Half December had hij echter gezongen voor een Belgische firma. Eddi Christiani was bij dit kort geding niet aanwezig. Zijn raadsman, mr. J. Heil, erkende de contractbreuk. Hij legde uit dat in het contract een clausule was opgeno men, waarin vermeld staat, dat bij schen ding van het contract een schadevergoe ding van 3000.moest worden betaald. Volgens mr. Heil had Christiani gemeend tegen betaling van dit bedrag zonder be zwaar voor een andere maatschappij te mogen zingen. Namens de benadeelde eiste mr. Van der Feltz, dat de president Christiani de verplichting tot nakoming van het con tract zou opleggen met een dwangsom van 5000.voor iedere opname, die hij tijdens de duur van het lopende contract bij een andere maatschappij laat vervaar digen. De president zal Dinsdag uitspraak doen In zoverre kan men het Bloemenfeest 1950 een succes noemen: er is zonder ver lies gewerkt, terwijl men er toch in ge slaagd is tal van evenementen vooral op muzikaal gebied tegen redelijke of ronduit lage prijzen aan te bieden. Bij de critiek op de Haarlemse Bloemen- weken moet men dit wel goed in het oog houden: de Spaarnestad is geen wereld stad en ontbeert ten enenmale de attri buten, zoals weidse gebouwen, parken en pleinen, die noodzakelijk zijn voor een festival a la mode dat bedoeld is als trek pleister voor een grote schare verwende vreemdelingen. Wat wel tot de mogelijkheden behoort is een intiem, gezellig seizoenfeest, dat familie en kennissen van Haarlemmers zal aan lokken om bij vrienden en verwanten in de Bloemenstad een deel van hun vacantic juist in de feestweek dit jaar weer van 14 tot 21 Juli door te brengen. „Haarlem is zo stijf" Zelfs dan zijn er nog vraagpunten ge noeg. Want een van de grote moeilijkheden waarmee het uitvoerend comité worstelt is die moeilijk te definiëren geestesgesteld heid, die gemeenlijk als „Haarlemse stijf heid" wordt aangeduid. I-Iet vei-haal gaat zelfs dat de als traditie bedoelde uitver kiezing van een Bloemenkoningin aan deze kwaal een natuurlijke dood gestorven is. Het Comité doet voor dit jaar een poging om dat moeilijk tot ontdooiing te brengen Haarlemse publiek meer te interesseren voor zijn activiteit door het daar zelf deel aan te laten hebben. Het Comité heeft zich afgevraagd: Wat zouden die Haarlemmers nu eigenlijk zelf graag willen dat we deden? Wat hebben we in het verleden verkeerd gedaan en wat goed? Welke gedachten leven er nu eigenlijk over de opzet van zo'n week? Overleg tussen het comité en journa listen van de te Haarlem verschijnende bladen heeft er tot geleid, dat men de Spaarnestedelingen kort en goed vandaag deze vraag voorlegt: Hoe zou u nu graag willen dat het programma van dc Bloemen week 1951 eruit ziet? Welke denkbeelden heeft u en welke tips kunt u ons geven? Antwoorden op die vragen kunnen voor lopig tot 15 Februari aan de redactie van ons blad worden gezonden, onder het motto „Bloemenfeest". Daar het uitvoerend comité van „Haar lems Bloei" niet voor niets van al uw vin dingrijkheid wil profiteren, heeft het een tiental geldprijzen van tien gulden beschik baar gesteld voor de aanwijzingen waarvan het het meeste profijt kan trekken. West-Friese bruiloft? Zo is er eens iemand geweest, die voor stelde op de Grote Markt een West-Friese bruiloft te enscèneren, een kleurig en. gra cieus schouwspel dat niet zal nalaten grote belangstelling tot van ver buiten de stad te trekken. Xo'n inval kan een waardevolle bijdrage vormen tot een geslaagd program ma en zo zullen er nog wel meer Haar lemmers met fantasie en humor zijn, die de organisatoren aan nieuwe ideeën kunnen helpen. Bovendien is er voor de jeugd aan deze actie een aardige opstellenwedstrijd ver bonden, waarvoor boeken als prijzen be schikbaar zullen worden gesteld. Meisjes en jongens van de Haarlemse scholen zullen opstellen kunnen inzenden, waarin zij ant woord geven op de vraag: „Hoe zou je zelf graag willen feesten?" De beste suggesties zullen in de bladen worden gepubliceerd hetgeen op zichzelf aanleiding kan geven tot een vruchtbare discussie, zoals dat indertijd ook het geval is geweest met de slagzinnenwedstrijd van het comité „Plantsoenbescherming". Wat nu van de Bloemenweek 1951 reeds vast staat is dat er weer een Corso zal wor den gehouden, dat voor bepaalde punten van de stad nog grotere aandacht aan de versiering zal worden besteed (dc rotonde op de Grote Markt bijvoorbeeld) en dat er naar gestreefd wordt het Haarlemse feest niet te doen samenvallen met gebeurte nissen op het Zandvoortse circuit of met een zomeruitverkoop, zoals verleden jaar het geval was. Voor dat laatste zal contact met de Kamer van Koophandel worden gezocht. ADVERTENTIE VERHUUR - REPARATIE g Kruisweg 49 - Tel. 11532 - Haarlem M Kruisweg 49, Haarlem, Tel. 11532 WmmmwmmmmmamammKtm Wel een sterke bezetting der topfuncties aan het ministerie Naar aanleiding van opmerkingen van Kamerleden over de aanstelling op het ministerie van Financiën van een staats secretaris deelt de minister van Financiën mede, dat hij zich persoonlijk verantwoor delijk acht voor het algemene financiële beleid en zich om die reden verplicht acht alle voorstellen en maatregelen, die hierop van invloed zijn, zelf te beoordelen. Het aanstellen van een staatssecretaris bij zijn departement zou naar zijn mening dan ook niet tot belangrijke werkbesparing leiden en ligt daarom niet in het voornemen. Een sterke bezetting van de loDfuncties is, al dus de minister, echter onontbeerlijk. Eeuwen geleden werden in veel huizen, vooral in winkels en bij inrichtingen van weldadigheid, gevelstenen gemetseld. In veel gevallen als (en dikwijls heel mooie!) versiering van de gevel, maar er werden ook stenen gemaakt die de voorbijganger in beeld lieten zien wat zich in die voor gevel, dus achter de gesloten deuren, af speelde. Menig winkelier liet de beeldhou wer reclame maken voor de waren die hij verkocht. Bij de verbouwingen die later werden uitgevoerd, zijn de gevelstenen vaak op geofferd. Vooral in de vorige eeuw, toen er in het algemeen weinig piëteit tegenover het oude getoond werd, zijn er veel gevel stenen verloren gegaan. Nu worden de gevelstenen die weggebroken worden ge lukkig niet meer tot puin geslagen, maar als zij althans historische- of kunstwaarde hebben, aan het Frans Halsmuseum ge schonken, waar zij dan in de muren van de binnenplaats een plaatsje krijgen. Op de oorspronkelijke plaats vindt men in Haarlems oude binnenstad nog slechts enkele dozijnen oude gevelstenen. Hel poortje in dc Jansslraat met gevelsteen van het vroegere St. Barbaragasthuis. Voor de mooiste en interessantste daar van willen wij in een reeks artikelen de aandacht vragen. Wij beginnen met de gevelsteen die in het poortje van het perceel Jansstraat 54 zit. Vroeger was daar het St. Barbara Gast huis gevestigd, dat in 1435 door Hugo van Assendelft aan het stadsbestuur werd op gedragen. Deze inrichting van weldadig heid was bestemd voor de verpleging van oude hulpbehoevenden. De beeldhouwer heeft in steen een kijkje in een ziekenzaal gehakt. Het gedichtje dat daaronder staat luidt: Omdat wij out ende behoeftigh schenen verlaten, Heeft Hugo van Assendelf hier gesticht tonser baten. Aanvankelijk werden alleen oude men sen in het St. Barbara-gasthuis opgenomen als zij niet meer voor zichzelf konden zor gen. Nu verbinden wij aan het begrip gast huis de verpleging van zieken, maar dat was in de 15de eeuw niet zo. Toen be tekende gasthuis een huis waar gastvrijheid werd genoten. Natuurlijk kwamen er onder de oudjes in verhouding veel 'ziekte en gebrekkigheid voor. zodat er wel afzonder lijke zaaltjes voor de verpleging van zieken bestemd waren. Een dezer ziekenzaaltjes in het St. Barbara Gasthuis werd hier afge beeld. Er werden in zo'n gasthuis ook we! mensen opgenomen die het verpleeggeld konden betalen. Zij waren dan vrijgesteld van de plicht die op de andere verpleegden rustte, om, zo zij daartoe in staat waren, arbeid te verrichten. Men moet natuurlijk geen al te hoge dunk koesteren van de verpleging van zie ken in vroeger eeuwen, want dit liet nog vrijwel alles te wensen over. De genees kunde stond nog in haar kinderschoenen en zelfs in een ziekenhuis werd weinig gedaan om de zieken van hun kwalen en ongemak ken af te helpen. Zelfs in de 17e eeuw kwam de combinatie barbier-chirurgijn nog vaak voor. Uit die tijden stammen de In Kerkrade wordt van 3 tot 20 Augustus een internationaal muziekconcours gehou den, waaraan volgens de verwachtingen tachtig corpsen met in totaal drieduizend muzikanten deel zullen nemen. Uitnodi gingen hiervoor zijn gestuurd aan duizen den harmoniekorpsen en fanfares in Euro pa en Amerika. Tot dusver kwamen er reeds dertig buitenlandse inschrijvingen binnen uit Duitsland, Engeland, Portugal, Frankrijk, Denemarken, Oostenrijk, Noor wegen, Ierland en Zwitserland. Verder heeft men al twee gezelschappen uit de Verenigde Staten en een corps uit Canada geregistreerd. Het concours zal in afwijking van het in ons land gebruikelijke stelsel in vier klas sen worden verdeeld. Aan elk korps, dat in een daarvan het hoogste aantal punten bereikt, wordt het wereldkampioenschap 1951 toegekend. De beste binnenlandse korpsen worden uitgeroepen tot kampioen van Nederland. Voor de jury zullen drie bekende musici van verschillende nationa liteit worden aangezocht. Het initiatief voor dit concours is van de gezamenlijke plaatselijke muziekcorpsen uitgegaan. Hoge buitenlandse autoriteiten, onder wie de president van Frankrijk en de groothertogin van Luxemburg, hebben reeds prijzen beschikbaar gesteld. Tijdens het concours wordt in Kerkrade een con gres gehouden, waarvoor onder meer de oprichting van een algemene federatie ter overkoepeling van de drie Nederlandse bonden op de agenda staat. Verder zullen er allerlei festiviteiten worden georgani seerd, waartoe de stichting „Kerkraadse feestweken" in het leven is geroepen. Deze heeft reeds ver gevorderde plannen voor een internationale nijverheidstentoonstel ling en een lunapark. Het concours wordt gehouden in een grote tent voor vierduizend personen,welke wordt opgericht op een hoog plateau dicht bij het station Kerkrade-cenlrum. In de omgeving daarvan komt tegen die tijd ook een openluchttheater gereed. verhalen van aderlaten en het leggen van mosterdpleisters! Als binnenkort de gevelsteen aan de beurt komt die in het poortje van het St. Elisa beths Gasthuis is aangebracht, zullen wij over de oude toestand in zo'n inrichting nog iets meer mededelen. In 1814 werd in dit ^perceel in de Jans straat een bewaarschool geopend. Voor zover wij weten was dit de eerste school voor kleuteronderwijs die te Haarlem ge opend werd. Het waren in de eerste tijd echt inrichtingen waar de jonge kinderen bewaard werden, omdat de moeder er thuis niet op kon passen, daar zij uit wer ken ging. Nu tracht men de kleuters, al is het dan natuurlijk op bescheiden wijze, nog iets te leren. Hoezeer de ..Vereniging voor Paedagogick" afdeling Haarlem tegemoet komt aan het geen in ouders, bedrijfsleiders en leerkrach ten leeft inzake kennis van opvoeding en onderwijs, bleek opnieuw toen Donderdag avond een groot aantal mensen storm en re gen had getrotseerd om in een zaal van het Krelagehuis een lezing met discussie bij te wonen. Dr. H. Nieuwenhuis, leider van het Paedagogisch Centrum der gemeente 's Gra- venhage, sprak over het probleem van „Leren denken en leren doen". Spreker, achtte het juist, dat zijn voordracht in het midden viel van de negen lezingen, waar van drie het gezin, drie de school en drie de maatschappij betreffen. Immers: de school is het tussenstadium, dat elk kind. in de eerste jaren opgegroeid in het gezin, moet doorlopen om later in het maatschappelijk leven een plaats te krijgen. Het „leren den ken" en „leren doen" zijn de twee doelen, waarop goed onderricht en juiste opvoeding in dc school gericht moeten zijn. Hij wees op de ongelooflijke prestatie die "l kind in hoofdzaak van binnen uit en op eigen kracht verricht in de eerste levensjaren. Het brengt zijn spieren onder controle, al pro berend. oefenend en spelend en stelt zijn denkapparaat in werking, al voordat het kan spreken. De taalontwikkeling maakt het denken eerst ten volle mogelijk en zo komt het kind de school in. als een wezentje, dat reeds een wonderlijk rijke ontwikkeling heeft doorgemaakt. De grote fout van onze scholen is nu, dat we daar te zeer de kinderen als het ware aan de hand nemen en allen hetzelfde voorgeschreven werk methodisch laten ver richten, zonder ons af te vragen of elk kind rijp is voor dat opzettelijke doen en denken. Moderne onderzoekingen hebben uitge maakt, dat in iedere klasse de ontwikke lingsgraad ruim drie jaren uiteenloopt, zodat de een nog niet rijp is, dc ander dc gevoe ligste periode reeds is gepasseerd. Niet de leeftijd, maar de rijpheid moet beslissen of het kind bepaalde arbeids- en denk- preslaties aan kan. Zo is het rekenen in de eerste en veelal ook nog in de tweede klasse van de lagere school voor vele kinderen te moeilijk. Terwille van het (schijn-)resultaat dat bereikt moet worden in een bepaalde tijd gaat men het kind nu automatiseren en mechanische handelingen bijbrengen zonder voldoende rekening te houden met een rus tige afwikkeling van het denkproces. Hoe wel veel „doen" tenslotte tot automatisch handelen wordt (lopen, fietsen en bepaalde arbeidsprestaties) moet niet te vroeg en zeker niet opzettelijk het aanvankelijk noodzakelijke denkproces worden uitgescha keld. Ook de hogere functies van het den ken lijden daaronder, het denkvermogen verschrompelt. Men denke zich in, hoe moeilijk het daar door de jonge mens wordt, zelf in de veel heid der situaties die het gecompliceerde moderne leven hem stelt, de weg te vinden. En dat zal hij moeten kunnen, 't Is een fictie thans nog allen alles te willen leren. Men kweekt er slechts dc interesscnlozc en vorm loze massamens mee. Een democratische samenleving vereist bewust levende mannen en vrouwen, die hun daden door zelf te denken besturen. Dc toekomst zij weggelegd voor gerijpte persoonlijkheden, niet in we zen ongeschoolden in het denken. ADVERTENTIE Afd. Antiquariaat Ged. Oude Gracht 27 - Haarlem enkele stuks, zowel als gehele bibliotheken. Aan huis te ontbieden. Maandagavond geeft het Amsterdams Toneelgezelschap een openbare voorstel ling in de Haarlemse Schouwburg van Vondels treurspel „Gysbreght van Aemstel, d'ondergang van zijn stad en zijne bal lingschap" onder regie van Albert van Dalsum, die zelf de rei over de huwelijks trouw vertolkt. Johan Schmitz speelt de titelrol. De grote verrassing is de hierbij afgebeelde Badeloch van Elise Hoomans. De andere medewerkers zijn Paul Huf als bisschop Gozewyn, Robert de Vries als Arent van Aemstel, Louis Saalborn als de bode, Henk Schaer als vader Wille- bord, Jacques Snoek als broer Peter, Ben Groenier als Vosmeer de spie, Kees van Iersel als Willem van Egmont, Louis van Gastei-en als Diederik van Haerlem en de heer Van Vooren, Jacqueline Royaards- Sandberg als Rafaël en Jo Sternheim als de vluchteling. De rei van Amsterdamse Maeghden wordt gezegd door Jenny van Maerlant, die van Edelinghen door Ben Royaards, die van Klaerissen door Char lotte Kohier. Wij plaatsten van deze voor stelling een bespreking na de première op Nieuwjaarsdag in de Amsterdamse Stads schouwburg. Onze korpsen zijn binnen beter dan buiten „Men moge wel begrijpen, dat het ar tistieke leven van een natie niet uitsluitend afhankelijk is van de manifestaties en pro ducties van zijn vakkunstenaars". Deze woorden van de Franse, componist Gustave Charpentier schieten ons te binnen naar aanleiding van de groots opgezette muziek- wedstrijd van dilettantenkorpsen, die op de Zondagen 14 en 21 Januari en 11 Fe- •bruari gehouden zal worden in de gemeen telijke Concertzaal te Haarlem. Dit con cours is georganiseerd door de afdeling Noordholland van de „Algemene Neder landse Unie van Muziekverenigingen" en is plaatselijk voorbereid door de Haarlemse verenigingen Harmonie-Crescendo en Ex celsior, alsmede Excelsior uit Heemstede. Er zullen ongeveer vijftig korpsen aan de wedstrijd deelnemen, waaronder een vier tal Haarlemse, het puikje van de Zaan streek, West-Friesland en Kennemerland. De grote deelneming is te danken aan het feit dat ook niet aangeslotenen bij de Unie" uitgenodigd zijn. Het worden dus drie Zondagen van harmonie- en fanfaremuziek, prestaties van ernstig strevende dilettanten: volks muziek bij uitstek. Velen in onze grote ste den kennen deze soort muziekbeoefening alleen van de buitenkant. Ze merken er alleen wat van op als bij feestelijke gele genheden onze korpsen door de straten trekken en met een vrolijke marsmuziek, met getrommel en getoeter (zoals dat dan wel eens heet) wat rhythmische stuwing trachten te geven aan onze volksfeest slemming. Men vindt het aardig, maar neemt van de muzikale inhoud doorgaans niet veel meer mee dan de herinnering aan het gedreun van de grote trom en aan de opgeblazen wangen van de bombardon- spelers, wanneer die bij een „bas-reprise" alles op alles mogen zetten. Laten wij ech ter vertellen dat, naar onze overtuiging, in dergelijke prestaties niet de sterkste zijde van onze Noordhollandse korpsen te zien en te horen is. De korpsen doen weliswaar hun best en geven zich de laatste lijd zelfs buitengewoon veel moeite om door wat „show" van een uitgebreid tamboerskorps en andere uit Engeland overgewaaide at tracties (denk aan de „bok" van wijlen de Prins Bernhardkapel) goed te maken wat er in de kern aan hun marcherend musiceren in feite zwak is: de houding, de elastische stap, die de rhythmische beheersing be paalt. Afgezien nog van hun natuurlijke aanleg, kunnen onze mensen zich ook te weinig trainen op dit gebied, omdat de ge legenheid om met muziek op straat te ko men in onze streken te weinig voorkomt. We zijn trouwens geen volk dat processies en optochten als natuurlijke uitingen kent; als we er aan meedoen, lijkt het altijd wat geforceerd. Maar ons volk heeft wel de gave om, zo tussen vier wanden, met hardnekkig door zettingsvermogen op moeilijke muzikale opgaven te ploeteren en te blokken, tot een bevredigend resultaat bereikt is. Voeg daarbij dan het sportieve element, waarvan geen Hollander afkerig is en dat in het korpsleven hier te lande meer dan ergens elders een grote rol speelt, dan is meteen aangegeven waar en op welk terrein men onze harmonie- en fanfarekorpsen moet gaan beluisteren, wil men een juiste indruk van hun betekenis krijgen. Dat is dan vooral op hun concoursen, die maanden lang voorbereid zijn en die hun soms harde noten te kraken geven en hoe langer hoe meer tot zuivere artistieke prestaties dwin gen. Het is waar, dat er op het gebied der harmonie- en fanfaremuziek ontzettend veel knoeiwerk in omloop is; doch er wor den in de laatste tijd ook heel veel goede stukken voor deze bezetting gecomponeerd, ook hier in Holland. Wat bijvoorbeeld Gerard Boedijn op dit gebied levert, mag wel bijzonder met ere vermeld worden. En het is dan ook op dc goede concoursen, waar het artistieke element een woordje meespreekt, dat een smaak-vormend ré pertoire aan bod komt. Men denke het zich eens in wat het be tekent voor een arbeider, die na een hele dag werken op fabriek of atelier, des avonds zijn partij kan zitten spelen in een goed geleid orkest en daar mag opgaan in de geheime werkingen van de muziek, die de groei van een stuk geleidelijk meemaakt, tot het een verrassend artistiek geheel geworden is. Gunnen wij hem deze verhe ven geestelijke ontspanning. Maar gunnen wij hem ook de belangstelling, die hij als onderdeel van zijn korps en als vertegen woordiger van een gezonde actie voor goede volksmuziek waard is. Ons muziekleven heeft vele aspecten; daaronder is ook dat van het dilettantisme. Dit laatste heeft zelfs een maatschappelijke beschavingsrol, die men niet mag onder schatten. En het is dan ook in deze zin dat de componist van „Louise" en indertijd stichter van het volksconservatorium „Mimi Pinson", de hierboven geciteerde woorden te pas bracht. Een concours als dit Noordhollandse, dat Zondagmiddag begint en des avonds wordt voortgezet, is in zijn soort een muziekfeest dat ten volle belangstelling verdient. JOS. DE KLERK. Duizend kogeltjes in één gram Een Zwitserse uurwerkfabriek heeft een polshorloge vervaardigd, waarvan de veer wordt opgewonden door een roterend ge wichtje. Het asje daarvan loopt op kogel lagers. Elk kogellager bevat 5 microsco pisch kleine stalen kogeltjes met een door snede van 0.65 millimeter. Duizend dezer kogeltjes wegen slechts één gram. Deze kogeltjes zijn zo licht, dat zij op het water blijven drijven. Het horloge heeft een. gangreserve van 40 uren, dat wil zeggen, dat wanneer het horloge niet wordt gedragen het nog veer tig uur blijft doorlopen. Draagt men het horloge daarna weer, dan komt het vanzelf op gang. Het voordeel van een kogellager is, dat het onbreekbaar is in tegenstelling met het systeem van asjes, gelagerd in een steentje. Deze asjes lopen uiterst dun uit, om de wrijving zo gering mogelijk te maken en zijn daardoor bij vallen of stoten zeer kwetsbaar. Het opwindgewicht kan linksom en rechtsom draaien en windt in beide rich tingen de veer op bij de geringste bewe ging. Het horloge is niet alleen het eerste automatische horloge met kogellagers, maar tevens het kleinste en platste van alle automatische horloges met een cen trale secondewijzer. Vrijdagavond is bij Hoogeveen de dijk van de Hoogeveense Vaart doorgebroken,, waardoor vele landerijen onder water zijn gelopen. In Meppel stonden gisteravond enkele straten blank. Hier en daar stroomde het water de huizen binnen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1951 | | pagina 5