eirais aan speelruimte
-
Par ij se
silhouetten
Wandel japoii van Dior
De Stille Wens
Colclwave
Eenvoud
Fabrieksmeisjes zijn le vroeg volwassen
MO LEND UK's KAPSALONS
H. DE GRAAFF
Drie vrouwen,
drie levenswegen
FEUILLETON
'DOOR BARBARA CARTLAND
vertaa!d uit het Engels
TEBDAG 10 MAART 1951
Ook Parijs, zeker niet minder dan andere
JZ worstelt met het nijpende woning-
Sleèm. Er is hier eigenlijk niemand die,
M meer of minder energie niet naar een
Sning zoekt. Wat mij betreft mag ik me
al gelukkig prijzen dat ik met man, twee
kinderen en een poes in twee kamers mag
uven En dan hebben we ook nog een bal-
1 Als die twee kamers mij wat benau-
X za ik over de leuning hangen en tuur
danover Parijs, met de wijde hemel er
boven. Van mijn balcon kan ik nog juist
het bovengedeelte van de Are de Triomphe
zien de vergulde koepel van de Döme des
Invalides en heel in de verte, als ik op mijn
tenen sta, de Sacré-coeur op de berg van
Montmartre. Recht voor mij is het Pan
théon, waar Fra'nkvijks grote mannen zijn
begraven en daarnaast zijn de afgeknotte
torens van de Nötre-Dame.
Dit weidse oanorama builen verzoent me,
zonodig, met de beperkte ruimte waarover
we binnen de beschikking hebben. Maar
klagen mag ik nog minder wanneer ik denk
aendie twee vrienden, een jong echtpaar,
die voor 15.000 francs, per maand 165
gulden,- een héél klein, afschuwelijk ge
meubileerd kamertje hadden gehuurd bij
een familie in huis. Het was een ellendig
hok, en als er méér dan drie mensen bin
nen waren, moest er altijd één op het bed
gaan liggen om de andere zitruimte aan te
kunnen bieden. Bovendien moest er ook
nog een piano in het minuscule hokje wor
den geperst. Mijn vriend is n.l. componist.
Sn als hij weer aan een nieuwe symphonie
bezig was, moest zijm vrouw wegens plaats
gebrek gaan wandelen,Wanneer ze dan ver
moeid terugkeerde naar de huiselijke haard,
werd zij amper in 's componisten nabijheid
geduld. Een maand geleden werd, tot over
maat van rampspoed, hun plotseling ook
de huur nog opgezegd en toen begon de
misère eigenlijk .pas goed. De hospita ver
wijderde maar meteen de gordijnen van
het enige raam, als aanwijzing dat ze op
haast was gesteld. Alle advertenties in de
ochtend- en avondbladen werden nage
keken en vol moed liepen mijn vrienden
adressen af. Van de vroege ochtend tot de
vroege nacht. Eens richtten ze zo hun
schreden naar een fraai en groot huis aan
de Boulevard des Invalides. Er moest daar,
volgens de Figaro, een appartement leeg
staan. Geïmponeerd, doch ongelovig, be
traden ze het vorstelijke trappenhuis. Ze
belden schuchter aan en werden openge
daan door een dame die ze meteen maar
om de hals viel. Ah, con.me c'est gen til!
Comme vous-êtes jeunes! In extase staarde
ze het jonge echtpaar aan en deelde ter
sluiks nog enige klapzoenen uit. Toen mijn
vriend, na zich met moeite uit de omhel
zingen bevrijd te hebben, haar vertelde dat
hij vaste medewerker aan de radio was.
werd haar geestdrift nog groter. Ah!
dat was nog eens heerlijk! Madame zelf
was namelijk dichteres en zij zei meteen:
U kunt mij natuurlijk wel een engagement
bij de radio bezorgen? Ik dacht zo twee
maal in de week, om te beginnenHet
leven wordt zo vreselijk duur. Wat zouden
r~
ADVERTENTIE
UW LERAAR KOMT
WANNEER HET U SCHIKT
leder ogenblik, wanneer U zin en
tijd hebt, staat Uw ■prima privé leraar
tot Uw dienst: de Bekende Schrifte
lijke Cursus Resa-Hilversum regelt
zieh naar U. Het instituut met de
nwste geslaagden voor Hoofdakte A
en B Handelskennis L.O., Wiskunde
L'°- Frans, Duits en Engels L.O. en
oudere officiële examens. Vraag ons
prospectus 1951.
V.
NA DE LAATSTE OORLOG stonden maatschappelijke werkers en jeugdleiders
voor een onverwacht zware en uitgebreide taak. Onze moderne samenleving
heeft tot een groot aantal problemen geleid, die zich pas de laatste jaren doen gelden
en die vooral op de jeugd neerkomen: De fabrieken in steden trekken grote .hoe
veelheden personeel tot zich. Dit brengt, met zich mee, dat de woningcomplexen toe
nemen, dat er in de stadswijken meer kinderen komen en dat er dientengevolge gebrek
komt aan speelruimte voor deze kinderen. Daar begint het probleem van de grote-
stadsjeugd.
Cubhuiswerk en
bedrijf sscholen
Het woningprobleem werkt zeer nadelig
op een gezond leven van de jeugd. De
jongens en meisjes, die op de lagere school
zijn en die dus nog veel vrije tijd hebben,
worden de straat opgedreven. Moeder im
mers, die de kamers vol met allerlei meu
belstukken heeft staan, plus het wasgoed en
de wieg met de baby, kan de kinderen
die lopen kunnen, niet in de weg hebben.
„Loop me niet voor de voeten", moppert
zij. „Ga' de straat maar op daar kun je doen
wat je wilt".
Dat is de eerste botsing, die het
kind krijgt. Op straat botst het opnieuw
verscheidene malen, letterlijk en figuurlijk,
en het leert op die manier op zijn hoede te
zijn. „Je mag alles doen, als je maar zorgt,
dat anderen het niet ontdekken", wordt het
motto. Zo groeit de mentaliteit van een
jeugd, die niet in de jeugdbeweging komt en
die wantrouwen heeft tegen iedereen, die
buiten haar kring valt. De stad zuigt deze
jeugd op. Maar er is nog meer. Er is geen
ruimte om te spelen. Dat betekent, dat de
jeugd ook niet leert om echt te spelen.
En dan als het meisje en de jongen vijf
tien jaar zijn, dan wacht hun de fabriek.
Dit is vooral voor het meisje de stap van de
kindertijd in de volwassenheid. Het werk
aan de lopende banc! is gemakkelijk. Na
achtweken, hoogstens drie maanden, zijn
zij bedrijfsvohvassen en hun verdiensten
zijn betrekkelijk goed.
In het oog van de mannen zijn deze meis-
ADVERTENT1E
Ja, maar van
Santpoorterplein 1 - Tel. 19706 r Haarlem
ze mij kunnen betalen? Zelf dacht ik zo
iels van 10.000 francs per week.... mijn
vriend mompelde vaag beleefd iets van: ik
zal mijn best voor u doen.... en zouden
we nu misschien even de kamer mogen
zien? Naturellement! Maar gaat u nog even
gezellig zitten, clan zal ik u eerst een paar
van mijn gedichten declameren. Ze haalde
een solide bundel papieren te voorschijn en
begon op onheilspellende toon voor te dra
gen. Er was veel sprake in van noodweer,
en van moord en doodslag, de dichteres
kwam zelf erg onder de indruk en de tra
nen stroomden haar rijkelijk langs de wan
gen. Mijn vrienden huilden ook, maar dat
kwam meer van het lachen. Tenslotte vroeg
ze, toen ze haar - ontroering weer meester
was: Zou mijn stem geschikt zijn voor cle
radio? Zeer geschikt, zei mijn vriend met
overtuiging, maar mogen wij nü even de
kamers zien? Het mocht en de kamers ble
ken prachtig. De dichteres vroeg 20.000
francs per maand. Er werd afgedongen tol
15.000. De honaria van de radio zouden het
verschil ruimschoots compenseren. Mijn
vriend gaf vast 5000 francs voorschot en
dolgelukkig iets gevonden te hebben ging
hij met zijn vrouw een glas wijn drinken
op hun nieuwe woning. Helaas! Eén dag
vóór de verhuizing stond de dichteres in
eens weer voor de deur. Met iets van ver
legenheid gaf zij de 5000 francs terug en
zei dat ze haar kamers toch maar niet ver
huren wilde. Zij gaf geen enkele reden op.
Hulde zich in een mysterieus stilzwijgen.
Bij wijze van troost gaf zij het echtpaar nog
een kus op het voorhoofd en verdween toen
schielijk. Mijn vrienden zitten nu in gede
primeerde stemming in een hotelkamertje
en voelen zich als verjaagde emigranten.
Nee laat ik dus niet klagen over mijn
flatje. En zeker niet nu de lentezon Parijs
met een weelde van licht overstroomt en
ik daar vanaf mijn balconnetje naar kijken
mag.
Parijs 6 Maart 1951. ève.
jes vrouwen en déraillementen kunnen niet
uitblijven.
De jongen kan als hij wil verder komen,
vakbekwaam worden of althans in zijn
eigen werk groter verantwoordelijkheden
op zich gaan nemen. Het meisje helpt de
productie-capaciteit verhogc. Wat zij leert
is echter voor haar toekomst van geen nut.
Huishouden, koken, naaien e.d. komen niet
aan de orde.
De op sociaal terrein werkende instanties
doen hun best het meisje bij deze pro
blemen te helpen. Steecis meer fabrieken
worden gewonnen voor de studie van
vier uur per week in bedrijfstijd, die
door de bedrijven betaald wordt. Het fa
brieksmeisje voelt deze schooluren als een
uitje. Bovendien geven zij haar een gevoel
van eigenwaarde. Op school leren zij iets,
dat ook voor hun later leven belangrijk is
(huishoudvakken en hygiëne, e.d.) en dat
schenkt haar voldoening. Ook aan de ka
raktervorming wordt gewerkt, welke be
staat uit persoonlijkheidsvorming en gods
dienstonderwijs. Bekend op dit gebied zijn
de Zonnebloem-scholen (wier hoofdzetel in
Rotterdam is) en de Mater Amabilischolen
in de mijnstreken van Limburg. De resul
taten 'van deze bedrijfsscholen zijn in de
fabrieken zeer goed merkbaar.
Naast scholen zijn er ook kampen voor
de fabrieksmeisjes. Daar kom ik later nog
op terug.
Tenslotte keer ik terug naar mijn begin
punt: de kinderen. De praktijk heeft nl.
geleerd, dat het niet cle groteren zijn, die
men voor het jeugdwerk krijgt, maar de
kleintjes.
Dit jeugdwerk kan niet direct op grote
schaal worden gedaan. Het is allemaal
wijkwerk. Men moet er rekening mee hou
den, dat iedere straat een gesloten gemeen
schap is. De kinderen uit de ene buurt
worden beslist niet opgenomen in een an
dere straat. Vandaar dat in de grote steden
overal clubhuizen verrijzen om deze kin
deren te trekken.
Er zijn verschillende instanties, die zich
met dit jeugdwerk bezig houden en na de
oorlog zijn er ook speciale opleidingen voor
jeugdleiders. Over. deze opleidingscentra
wil ik een volgende maal schrijven.
DAPHNE.
0
Christian Dior
heeft altijd iets
bijzonders. Neemt
u nu eens deze
creatie. Nee, het
is geen mantelpak,
ook geen deux-
pièces, het is een
meesterlijk gesne
den robe-manteau
oftewel wandelja
pon. De knopenrij
zet zich voort tot
onder aan toe en
iet kleine opstaan
de kraagje is ook
volgens de laatste
mode. Het mate
riaal is loodgrijze
flanel. Let u ook
eens op de hoed,
die volop stijl 1951
is!
Arlette.
ADVERTENTIE
Door onze grote voorraad
Uw mafrassenreparatie
zonder prijsverhoging
's morgens gehaald, 's avonds gebracht.
HAARLEMS MATRASSENHUIS
Grote Houtstraat 103 Telefoon 11485
worden aan het I.A.V. (Keizersgracht 264).
De jury bestaat uit de schrijfsters me
vrouw Laman TripDe Beaufort en
Beatrice Willing, verder de dames Boisse-
vainVan Lennep, EsselinkKok en Bou-
manEringa geassisteerd door vier I.A.V.-
bestuursleden.
Voorts wordt de inzendsters gevraagd,
iets over haar eigen leven te vertellen.
Deze eventuele toevoeging valt buiten de
beantwoording van de prijsvraag.
Dit is één van de opvallendste modellen
uit de collectie van de Parijse ontwerper
Jean Dessès. Het materiaal van het soepel
vallende middagjurkje is een mengsel van
geribde wol en linnen. De vondst is in dit
geval een lange shawl, die rond het middel
geslagen, eindigt in een nonchalante knoop
ergens op zij. Het ene eind is gegarneerd
met een diepe zak, waaronder een lange
decoratieve franje. Mét dergelijke shawls
wordt dit seizoen ook door de andere ont
werpers veel gegverkt. Het spreekt vanzelf
dat er heel wat variaties op> dit thema
mogelijk zijn.
Voor hel overige is dit jurkje van Jean
Dessès vrij eenvoudig. Het lijfje heeft ge
kruiste panden, de rok is rondom fijn ge-
plisseerd. En de kleur van deze creatie?
Wel, het best te vergelijken met zuivere
room. Arlette.
Het Internationaal Archief voor de
Vrouwenbeweging (I.A.V.) te Amsterdam
heeft een prijsvraag uitgeschreven geti
teld: „Drie vrouwen-levenswegen. Welke
kiest u en waarom?" In de circulaire van
het I.A.V. zijn drie wegen aangegeven
waaruit een keuze moet worden gemaakt,
een combinatie is ook mogelijk aldus
cle toelichting op een onlangs gehouden
persconferentie. De drie kort omschreven
wegen worden bepaald door: de weg van
het moderne, een actief aandeel in het
openbare leven hebbend type vrouw, de
weg van de moederlijke vrouw en de weg
van de „begeesterende vrouw" („la femme
inspiratrice"). De keuze en een omschrij
ving van cle motivering in maximum 200
woorden moet vóór 15 April a.s. gezonden
Grijs is dit jaar zeer in de mocle. Hier
ziet u een eenvoudig jurkje in die kleur
een creatie van het Parijse modehuis AU
wynn. Het materiaal is een prachtige En
gelse jersey. Het schortje, grijs-wit geruit,
is kenmerkend voor de mode 1951, de
kimonomouwen zijn. het ook.
Arlette.
Dezer dagen had
den wij 'n jonge
dokter op bezoek,
die zich bijzonder
interesseert voor
tinderpsychologie.
Wij hebben hardnekkig geweigerd hem
enige inlichting te verschaffen over ons
paedagogisch systeem. Wel hebben wij
levendig gediscussieerd over de vraag of
het in het algemeen zoel aanbeveling ver
dient je spruiten volgens vastgestelde nor
men te laten opgroeien. Na dit geanimeerd
gesprek waren we het er wel zowat over
eens dat je als ouder wel van alles kunt
proberen, dat je met de beste voornemens
bezield cle onbedorven geesten van de kin
deren te lijf kunt gaanom ze zoals dat
heet „voor hun later leven wat mee te
geven", maar dat die kleine peuters van
jongs af aan al zo'n eigen leventje leiden,
dat je er op sommige momenten met al je
volwassenheid eigenlijk niet eens tussen
kunt komen.
Lilibeth en haar kleine zusje zaten tij
dens dit gesprek redelijk aanminnig te
spelen, Zusje mocht als een wonder bijna
alles wat ze vrilde en werd alleen maar
af en toe vrij hardhandig terecht gewezen
als ze al te brutaal naar Lilibeth's schatten
reikteHet was wat je noemt een tafe
reel voor een Hollands binnenhuisje met
koffie en koek op tafel....
Opeens constateerden ivij bij Lilibeth
meer dan gewone belangstelling voor wat
wij alle'maal beweerden. Soms vraagt ze
tijdens zulk een discussie of we met „die
meneer" of „die mevrouw" ruzie aan het
maken zijn. Ze is kennelijk niet op derge
lijke uiteenzettingen gesteld.
Plotseling stond ze gedecideerd op. „Kom,
zusje", zei ze, terwijl ze haar tekenplank
met klei en vouwblaadjes en zilverpapier
en poppen optilde, „laten we maar naar
beneden gaan. „Ze" zijn zo onaardig en
dat begint me te vervelen....".
33)
lA1^is .er niet «eschied. Wij zul-
l\Z dneen met de gaan."
Tusspn f6 ma u knik*e instemmend.
jfiïmi\T hanlkjes" merkte Ben op
doet'' Ik i,fl Chester Johnson al ont-
pJJ geloof van niet."
MahJiwmetuUJkennis te maken."
Delfft,, 6. 2iJ'u hand-
en men staote '"m,ddels boven gekomen
WiaiT, r blnnen.
vróeggBen. met °ns mee, Ches-
avijesepa8ssen 1n'i antwo?rdde hiJ- ,.Jouw
fcaren. Trouwens mi-g° J mijn grijze
mij, ik j,00 "s> mijn vrouw wacht op
juffrouw GranenU mij ver«even wilt,
Ben zijn M?e' maar die feestjes van
V°W hen, die onliVt0i5 •l0nge mensen> óf
21111 h« echter wefS'8 g?tromvd ziJn- U
■.Natuurlijk is ,1 met mij eens zijn."
merkte Ben 'op niet met ie eens!",
M*rigold lachte.
„Ik geloof, dat mijnheer Johnson het bij
het rechte eind heeft. Helaas behoeft men
nog niet getrouwd te zijn om zich onge
lukkig te voelen." Haar stem klonk enigs
zins bitter, hetwelk Johnson niet ontging.
Ben echter wel.
In Savoy was het gebruikelijke gezel
schap bijeen.
Ben en zij bleven niet lang.
Na een half uurtje nam hij haar mee
in zijn auto, en Marigold meende, dat zij
wel ergens in West End zouden blijven
hangen.
Hij reed echter in de richting van St
John's Wood.
„Waar gaan wij heen", vroeg Marigold
verbaasd.
„Wij gaan bij mijn moeder eten", ant
woordde Ben. „Ik zou het prettig vinden,
als zij jou eens ontmoette."
„Je moeder?" Marigold herhaalde zijn
woorden met verbazing. Dit had zij in 't
geheel niet verwacht.
„Ja, mijn moeder. Zij komt niet vaak
naar Londen en nu zij hier een paar dagen
is, gaan wij maar eens bij haar eten. Je
vindt het toch niet vervelend?"
„Natuurlijk niet, ik vind het heel gezel
lig."
Zij was werkelijk erg nieuwsgierig. Zij
had al zoveel over Bens moeder gehoord,
in het bijzonder wel, dat zij vroeger ach
ter de bar had gestaan.
De wagen kwam tot stilstand voor een
klein huis in een rustige straat. Ben en
Marigold liepen door het net onderhouden
voortuintje naar de deux-, Ben bolde.
Zij wachtten enige tijd. Een dienstmeisje
op leeftijd deed eindelijk open.
„Goedenavond, Ellen," zei Ben hartelijk.
„Goedenavond, mijnheer Ben."
„Is mijn moeder beneden?"
Ja, zij zit in de tuin en vroeg, of u daar
maar heen wilde gaan."
„Kom, Marigold, ik zal je voorgaan".
Hij ging een keurig gemeubileerde ka
mer binnen, welke op de tuin uitkeek.
Marigold had gedacht een oudere uit
gave van Laura te ontmoeten: geblondeerd
haar, rode nagels, vrij groot en fors.
Zij zag echter een oud dametje met
spierwit haar en een bril op het puntje van
haar neus.
„Hoe gaat het met u, moeder?"
„Zo jongen, ben je daar?"
De vrouw keek op van het boek, dat zij
aan het lezen was en glimlachte vriende
lijk. Zij gaf Ben een zoen en keek toen naar
Marigold.
„Dit is Marigold, moedei', ik heb u al
over haar verteld."
Mevrouw Barlow stak een oud handje
uit, maar haar handdruk was riog vrij
stevig.
„Wilt u niet gaan zitten?"
Zij wees op een stoel.
Er klonk een zekere warmte en harte
lijkheid in haar stem, al klonk die met een
zeker dialect.
„Het is vriendelijk van u mij te ontvan
gen," zei Marigold.
„Ben heeft al veel over u gesproken,"
merkte mevrouw Barlow op. „Ik hoorde
clat u en uw zusters naar Londen zijn ge
komen om te werken. Hoe bevalt deze
grote stad u?"
„Bijzonder goed," antwoordde Marigold.
„En ik was al gauw zo gelukkig een baan
tje te vinden."
„Ja, dat vertelde Ben mij. Draagt u nu
soms een jurk, die bij u verkocht wordt?"
Marigold keek eens naar wat zij aan
had: het was een eenvoudige middagjurk,
welke echter bij Michael Sorrell flink wat
zou kosten.
„Ja," antwoordde zij, „wij kunnen steeds
modellen kopen tegen gereduceerde prijs.
Dat is een echte meevaller voor mij."
„Dat kan ik mij voorstellen," merkte
mevrouw Barlow op. „Ik vraag mij vaak
af, hoe de jonge meisjes van tegenwoordig
de eindjes aan elkaar kunnen vastknopen.
Toen ik nog jong was, rekende men nog
niet zulke hoge prijzen."
Zij keek met enige bewondering naar
Marigold.
„Wat heb je vandaag gedaan, Ben? Je
hebt je geld toch niet wéér weggesmeten
bij de paardenrennen?"
„Ja, ik ben naar de racebaan geweest."
„Wanneer zul je nu eens verstandig wor
den!"
Zij zweeg enige tijd, en ging toen voort:
„Nu ja, je moet ook je pleziertjes heb
ben!"
Mevrouw Barlow wendde zich tot Mari
gold:
„En toch vind ik het prettig, als Ben
zich niet al te veel zorgen maakt en een
vrolijk leven leidt. Zijn vader werkte altijd
veel te hard en dat heb ik ook gedaan, tot
dat wij genoeg geld hadden om stil te gaan
leven. Ja, als je jong bent, dan begeert je
hart vrij veel."
„Dat is zeker," antwoordde Marigold.
Toen Ben en Marigold vertrokken, drong
hij er sterk op aan om ergens te gaan dan
sen. Marigold bezweek voor de aandrang.
Zij zagen natuurlijk weer vele bekenden
en het feest eindigde met een rijkelijk
souper.
„Waar peins je toch over?", vroeg Ben
meerdere malen, daar Marigold vaak voor
zich uit zat te staren.
Zij dacht terug aan het gesprek met Bens
moeder en vroeg zich af, welke Ben de
natuurlijke zou zijn: de luchthartige of de
ernstige.
Pas tegen een uur of twee bracht Ben
haar naar huis.
„Ik ben moe", dacht zij, toen ze lang
zaam de trappen opklom.
Tot haar niet geringe verbazing hoorde
ze in hun kamer praten. Zij opende de
deur: de lichten brandden en David liep
er rond!
„Zo, David, wat doe jij hier op dit uur?"
Sally kwam van achter de gordijnen
vandaan.
„Anne is ziek," zei zij. „Ik heb daarom
David maar geroepen, omdat ik mij erg
ongerust maakte."
„Ziek?", riep Marigold uit, „wat scheelt
haar?"
„Ik hoop, dat het niet erger is dan een
heel lichte pleuris," antwoordde David,
„maar morgen kom ik weer even kijken.
Probeer jij nu wat te slapen, Sally."
Hij legde zijn handen op haar schouders
en keek haar vriendelijk aan. Toen wend
de hij zich tot Marigold.
„Heb je een gezellige avond gehad?"
Zijn stem had een enigszins onaangena
me klank en er lag een vreemde blik in
zijn ogen. Marigold voelde zich alsof hij
haar een fikse tik had gegeven.
„Het was heel gezellig," zeide zij en zij
voegde er aan toe als een soort zelfverde
diging, „ik had er geen idee van, dat Anne
ziek was toen ik wegging."
„Nee, natuurlijk niet," antwoordde Sally
snel, voordat David iets zou kunnen zeg
gen. „Anne vertelde nu pas, dat zij zich
de gehele dag al vervelend had gevoeld.
Echt iets voor haar om niets te zeggen!"
David begon enkele dingen in te pakken.
„Je bent een hele tijd niet bij ons ge
weest, David," merkte Marigold op.
„Ik had het druk."
„Zijn er zoveel zieke mensen?"
„Nee, maar ik werk op 't ogenblik in
het laboratoi'ium. Vertelde Sally je dat
niet?"
„O, ja, natuurlijk, nu herinner ik het
mij."
David wendde zich tot Sally.
(Wordt vervolgd).