Litteraire V CENTRALE VERWARMING Kanttekenie en State gp^gss Bollenvak niet beducht voor terugslag der wereldsituatie in 1951 De schoonheid aan gebruiksvoorwerpen bWayiUU2%flF,ranS "De GROEN Co. Haarlemse gevelstenen Een kunstenaarsportret One oj tAe jjovmxrwS State SxpieM jamuAy, a voor Haarlem ZATE* dAGAPRIL 1951 rAMóN DEL VAI.LE INCLéN: „De mémoires van de Markies de Bradomin" (Lente-, Zomer-, Herfst, en Wintersonate). Vertaald door JEF LAST. (Uitgeverij F. G. Kroonder, Bussum) ven' "'Auteur van de „Sonatas" Ramon Spaanse autou g__1936)) heeft beide •tsnde Bradomin, zeggen: „ik ben door <ie «m po"aan als een van zijn voet- V Leest'men de eerste bladzijden van de Lente-sonate (daterend van 1904, terwijl „Herfst" in 1902, „Zomer" in 1903, en „Winter" in 1905 werd geschreven) dan vindt men alle verven en beelden bijeen, die aan deze Mémoires hun bekoring en aan het „fijn-gesmeed zacht proza" (aldus de Spaanse dichter Rubén Dario) hun joyeuze welluidendheid geven: somber - nüscnde cypressen, exotische cactussen, oude kerkhoven, een „zeer bleke maan", mvstrieuze stilte van het landschap, verre geluiden, de contouren van „een oude, edele, vrome stad". Dat is romantiek van het zuiverste gehalte! En lees verder: slui merende tuinen waarin eeuwenoude myr- lebomen rond een verlaten bron staan, sa lons in verstilde kastelen waar „eens lach en leed hadden gebloeid", zwerftochten door Mexico, krijgsbedrijf, riddereer, hel denmoed en vele galante avonturen, erolisch èn met die vrome gang naar hei ligheid, welke in de mystiek de aardse liefde verbond aan de goddelijke. Of, zo als de Markies het aan zijn Mémoires toe vertrouwt: „hoezeer men mij ook belasterd heeft en hoe weinig ik begrepen ben, toch ns ik nooit anders dan een mysticus der liefde, als St. Juan de la Cruz". Del Valle-Inclan, de verheerlijker van de,lachende leugen", die met zijn brillan- te spot de parodie stellig niet beneden zijn waardigheid achtte, spreekt hier de waarheid over zijn Markies en over zich zelf: het leven der impulsen en der zin nen had voor hem nog iets van de on middellijkheid, die het, gracieus bij de Gzieken en fel bij de Middeleeuwers, ver- ~ef boven de platvoersheid van latere tijden waarin „de zielen minder vurig, Einder onstuimig, minder krachtig zijn geworden". J In een cultus der herinneringen, waar in de vier jaargetijden van een mensen- ADVERTENTIE GERARD A VAN OER. STeuir. Tel.IO^O M leven nog eens aan een nu beschouwelijke geest voorbijtrekken, ziet een vergrijsde avonturier, minnaar, hidalgo en vereerder van wat schoon is, terug op zijn aards be staan waarin hij alle smarten, naar hij zegt, heeft ondergaan, alle vreugden gesmaakt. „Ik legde", schrijft hij, „mijn hoofd ter ruste in het stof van alle we gen". En aan het einde van die wegen aanvaardt hij de betrekkelijkheid van het aards begeerde, zonder zijn liefde voor de bekoorlijkheden des levens te verlooche nen. „Ik wens niet te leren", getuigt de Markies, „maar enkel te vermaken. Mijn hele leer is in één zin samen te vatten: leve de bagatel! Het schijnt mij toe dat het cle grootste verovering der mensheid is, dat zij geleerd heeft te glimlachen". Men heeft Ramón del Valle-Inclan als dramaturg vergeleken met Gabriele d'An- nunzio, als dichter met de jonge Stefan George, als prozaschrijver met Flaubert. Er is in dit alles een'grein (maar ook niet meer dan dat) van waarheid: de eigen lijke del Valle-Inclan is het best getypeerd in de Wintersonate, daar waar één van de Bradomins aanbidsters hem op een dichterlijke loftuiting „je beschikt over drie balsems: de eerste is die van je woor den, de tweede die van je glimlach en de balsem van je ogen is de derde" ten antwoord geeft: „ik geloof u niet, maar ik vind het prettig u te horen. U zegt die dingen zoals niemand anders ze zeggen kan", en wel: met poëtisch vuur, met hoofse zwier, met een gratie die aan de ernst de lichtvoetigheid geeft van het spel. Hoofs-gracieus zijn ook vier prachtband- jes van uitvoering, zorgvuldig is de ver taling van Jef Last (al blijft zijn taal in muzikaliteit en bevalligheid beneden het origineel). Vertaler en uitgever hadden deze charmante uitgave allerminst be stemd voor jongeren gerust als motto de laatste strophe van Rubén Dario's hul digingssonnet (waarmee de Mémoires openen) kunnen meegeven: „Aanvaardt als hulde deze late roze!" C. J. E. DINAUX Radioprogramma anno 1851 De B.B.C. zet gedurende een week de klok terug Stelt u zich eens voor dat er honderd jaar geleden radio-omroep had bestaan, welk programma zouden de luisteraars in 1351 dan gehoord kunnen hebben? Deze vraag hoopt de B.B.C. te beantwoorden in zijn derde programma in cle week die op 22 April begint. Er zal dan een programma worden uitgezonden dat geheel gebaseerd is op geschreven, ten tonele gevoerd of ge sproken materiaal uit die tijd. Zo zullen iedere avond twintig minuten lang nieuwsberichten van 1851 worden uit gezonden. Tot de belangrijkste redevoe ringen op het programma behoren: de openingsrede van het parlement door ko ningin Victoria, een rede van Benjamin Disraeli over de glorie van het Joodse ras, een preek van Charles Kingsley over de bron der wijsheid, een boekbespreking door George Eliot, lezingen van Herbert Spenser over de grenzen der staatsbemoeiing en van Charles Dickens over de spoorwegstakingen benevens brieven tussen Londen en Man chester van Karl Marx en Friedrich Engels. Tot de ten gehore te brengen toneelstukken behoren werken van lord Bulwer-Lytton en Douglas Jerrold, die in 1851 voor het eerst werden opgevoerd. Drie opera's die in dat jaar hun Londense première beleefden, zal men kunnen horen, namelijk „Sapho" van Gounod, „Ernani" van Verdi en „Zoon en vreemdeling" van Mendelssohn. Verder zullen er beschrijvingen worden gegeven van het Londense leven anno 1851, getrok ken uit dagboeken, alsmede enkele con certen. ERICH MARIA REMARQUE KOMT NAAR ONS LAND De bekende schrijver Erich Maria Re marque k'eert met de „Nieuw Amsterdam", die op 18 Mei uit New York vertrekt, naar Europa terug. Alvorens naar zijn villa (na bij Ascona in Zwitserland) door te reizen, zal Remarque enige tijd in ons land ver toeven. Het slechte weer haart voorshands meer zorgen dan de export-mogelijkheden Industriële vormgeving in theorie en practtjk ^ho5;SDAGn APRIL (Comedi" o .::De eirbiedige lichte- 2,4io 7 L 2.30, 7 en 9-15 uur 8 u®) Remhl UUr' Dinsdag 2.30 W; 18 j., 2 41= "Vrouwenkamp U,ïa"' leeft 2 TnH5 uur' Pa,acc: X0,: "GHiliano o i15;,7 en 9"15 uur- r?JDe chige 'vil ]a' V l15» 7 en 9-!5 U. 4.30, 7 en q r llchte brigade", 14 CT'ard", 14 j 2„f) 7r- Spaarnc: „Het ^^lUênVisïuV 6n 5 UUr (Zon- v^houfi^8 APRIL «S 8 uur. Concertirph eerbiediSe licbte- ï'an van EV-CWM Th "Kijk" dat 2{ap>, 8 uur Chv 7a1S °Perette ng Viif m„ - Zondagmorgen- Vernis" li in de Brazi- ^Maav Mid' Middag!AG 9 APRIL 6 n avondvoorstellingen. In het najaar van 1950 bezocht een in Amerika zeer beken de ontwerper van in dustriële producten, genaamd Meyer, ons land. De lezingen en voordrachten over industriële voiunge- ving, die hij hier hield, oogstten van de zijde der fabri kanten en kunste naars veel belang stelling. Ook de laat ste aflevering van het maandblad „Goed Wonen" is aan dit onderwerp gewijd. Thans heeft de di rectie van het Stede lijk Museum te Am sterdam. dit zeer ac- tuële en zelfs urgente probleem onder de ogen van het grote publiek gebracht. Met behulp van een groot aantal mooie foto's en gebruiks voorwerpen (bijna alle van Zwitserse herkomst) wordt ons duidelijk gemaakt hoe de vorm van de voorwerpen, die wij dagelijks gebruiken, van vulpen tot stof zuiger, door de eisen van gebruik tot fabri cagemethode wordt bepaald. Het is belangwek kend te zien, hoe een gewoon ding als een stoel (waarvan we in de geschiedenis zovele schone variaties heb- 3en gezien en tegenwoordig zoveel lelijke worden verkocht) een waarlijk mooie vorm kan hebben, die geheel eigen is aan onze ;ijd, mits door een kunstenaar ontworpen en door de juiste machine gemaakt. Andere artikelen daarentegen hebben niet zo'n roemrijk verleden. Zo hebben de laatste jaren bij voorbeeld onze naaimachines angzaam hun eigen vorm gevonden. Veer- ig jaar geleden werden ze dikwijls nog met krullen versierd en beschilderd, thans komt ons dat belachelijk voor. Een telefoon toestel van dertig jaar geleden lijkt ons hopeloos ouderwets, maar bij de moderne vormen vragen we ons niet eens meer af of ze mooi of lelijk zijn. Men bedenke ech ter dat ook onze voorouders, die fraai eet gerei van tin of blauw porcelein hadden, „slechts" gebruiksvoorwerpen maakten, zonder daarbij te vermoeden dat ze in onze tijd tegen de muur zouden komen te staan in plaats van op de tafel. Veel van wat nu een experiment schijnt zal wellicht later blijken een maatstaf te zijn. Immers de maatstaf, waar we onze gebruiksvoorwerpen mee beoordelen kan alleen zijn de mate van eenvoud en helder heid waarmee het aan zijn doel beant woordt; en zeker aiiet de schijnbare wel stand die het voorgeeft te bezitten. De schoonheid van gebruiksvoorwerpen wordt er niet op aangebracht, doch schuilt in de dingen zelf. Een empire-stocl is mooi, om dat hij zuiver van vorm is en een spiegel van de cultuur van die dagen. Een empirc- radio-kast zou iets waanzinnigs zijn. Overi gens is een gestroomlijnde kinderwagen een even onlogisch ding als een „modern"- gothisch ameublement, dat kersvers uit de fabriek komend ons valselijk herinnert aan een nobel ambacht. Naast deze artistieke kant van het vraag stuk is er ook het sociale aspect, dat ieders aandacht verdient. De hedendaagse in dustrie, met haar bijna feilloze en snelle machines, zal ons in staat stellen zaken die iedereen nodig heeft in voldoende hoeveel heid te maken. Als vorm en structuur met grote zorg, eenvoud en helderheid worden bepaald, zal het goede en mooie product, in grote aantallen door de machine gemaakt, ook voor de minder draagkrachtigen be reikbaar zijn. Het opgelegde „mooi" van veel onzer huidige artikelen maakt ze steeds duurder en bijna nooit beter. De betekenis van de industriële vorm geving voor de bouwkunst is nauwelijks te peilen. Wat Le Corbusier en vele andere architecten bereikten, opent een geheel nieuw aspect voor de architectuur, vooral waar het de woningbouw betreft. Ir. Van Tijen toonde ons reeds met zijn flatgebouw „Zuidplein" te Rotterdam wat ambachts man, fabrikant en kunstenaar, in goede harmonie samenwerkend, tot stand kun nen brengen. Dit fraaie en doel treffende woongebouw werd, met uitzondering van het ter plaatse gegoten betonskelet, geheel samengesteld uil in serie in de fabrieken vervaardigde onderdelen. Toch zijn de grootte en cle indeling van de woningen zeer gedifferentieerd. In ons land beijvert zich vooral de Bond voor kunst in industrie (B.K.I.) waarbij een groot aantal fabrikanten en de Fede ratie van beoefenaars der gebonden kunsten (G.K.F.) zijn aangesloten zich zeer en met gunstige resultaten voor het goede en goedkope product. De organisatie van deze tentoonstelling" is van cle directie van het Stedelijk Museum in Amsterdam dan ook een stap die van in zicht en vooruitstrevendheid getuigt. Zij heeft ons laten zien, dat het heden inder daad mensen met kracht en fantasie bezit om onze tijd een eigen stijl en een eigen schoonheid te geven. NICO H. ANDRIESSEN Crematie van de hofarts J. H. G. Carstens Het 'stoffelijk overschot van de Utrechtse kinderarts J. H. G. Carstens, tevens hofarts van Koningin Juliana in haar jeugdjaren en van de prinsesjes, is gisteren in het cre matorium te Velsen verast. Vele vrienden, collegae en belangstellenden volgden de baar. Koningin Juliana en Prins Bomhard gaven in een bloemenhulde blijk van hun medeleven. In; de aulk werd het woord gevoerd door dr. G. Huet, die sprak van de grote eerbied, die men allerwege bezat voor de man, die het vertrouwen van het vorstenhuis genoot. De heer J. van der Bilt sprak als vriend woorden van herdenken. Tenslotte heeft mr. L. Drabbe, schoonzoon van de overle dene een persoonlijk woord van waarde ring geuit en de aanwezigen dank gebracht voor de betoonde belangstelling. De melodie van het gezang Blijf bij mij, Heer, begeleidde de met bloemen bedekte kist bij het dalen. In de bloembollenstreek ondervindt men wel veel hinder van het natte weer en men zou zeer dankbaar zijn voor een paar dagen zon; dat zou de groei der gewassen aanmerkelijk bevorderen. In „De Noord", cle kop van Noordhol land, waar op de klei met name de tulpen teelt intensief wordt beoefend, is de toe stand voor sommige kwekers critiek. De akkers zijn zo doorweekt, dat men er niet op kan werken. Het poten van aardappelen (cle meeste bedrijven hier zijn z.g. ge mengde bedrijven) heeft men moeten uit stellen en straks loopt het werkschema ge heel in de war. Op verschillende percelen is reeds definitief waterschade te consta teren, en verwacht men niet cle gewassen nog in bloei te zien. Al gelooft men in kwekerskringen dat het nog v/el kan meevallen, vooral wanneer er nu eens eindelijk een droge periode komt, toch staat vrijwel vast dat men ook dit jaar geen noemenswaardig overschot zal hebben; dat betekent dat de prijs der bloembollen, evenals vorig jaar weer „stijf" zal zijn. Engeland compenseert Duitsland Minstens evenzeer klemt cle vraag, wat voor de export de gevolgen zullen zijn van de gespannen situatie waarin men thans leeft. De heer T. M. H. van Waveren bleek hierover nog niet ongerust. Wanneer er gens een oorlogspsychose heerst, is het in Amerika en toch, aldus de heer VanWave- ren, komen cle orders vandaar normaal binnen. Ten aanzien van deze belangrijke afnemer koestert men dus geen grote zor gen. onvoorziene omstandigheden voor behouden. Groter moeilijkheden heeft men in Duits land, waar men eerst aan het liberaliseren sloeg en toen opeens de cleur dichtwierp. Daar wordt nog steeds onderhandeld, maar het ziet er toch naar uit dat men dit jaar- naar dit land nog voor 10 millioen mark zal kunnen exporteren. Alleen over cle wijze van invoer (eventuele contingen- tering) en de condities onderhandelt men nog. Deze tegenslag voor cle bloembollen export zal echter grotendeels worden ge compenseerd, doordat Engeland de con- tingentering heeft opgeheven. Men ver wacht hierdoor een toename van de export met 25 a 30 Ook op Guernsey is de in voer thans vrij. Een merkwaardige bijzon derheid is, dat de bloembollenhandelaren die op dit eiland (waar men nog voor ruim 1 millioen aan bloembol ten afneemt) za ken willen doen, in het bezit moeten zijn van een ventvergunning (hawkers license)! In Zweden, dat vorig jaar eveneens de handel liberaliseerde, verwacht men enige terugslag. Noorwegen heeft zich genood zaakt gezien het contingent te verlagen, Denemarken blijft gelijk, Finland over weegt een contingentsverhoging. In Frankrijk bestaat de merkwaardige regeling, dat wanneer de bloembollen export de 2000 ton overschrijdt, opeens een aanzienlijk hoger invoerrecht wordt gehe ven. Teneinde onrechtmatigheden te voor komen moest men wel tot een soort con- tingentering overgaan, die een geweldige papieren romslomp met zich meebracht. Nu zou dit alles vermeden kunnen worden wanneer men de limiet verhoogde tot 3000 ton, een kwantum waarboven de export naar Frankrijk nimmer uitgekomen is. Zo ver is het echter nog niet; men verkeert nog steeds in het onderhandelings-stadium. De export naar Oostenrijk zal niet lan ger op compensatiebasis plaats hebben. Verleden jaar zijn bv. bloembollen „ge ruild" tegen toeristen-deviezen. Waar schijnlijk zal thans bij het handelsverdrag een contingent voor bloembollen worden vastgesteld. Goede verhoudingen. De export naar het Zuidelijk halfrond is nog steeds niet van grote betekenis, daar de voornaamste exportlanden, Zuid-Ame- rika en Zuid-Afrika, gesloten blijven, hoe wel er sprake is van hernieuwde uitvoer naar Nieuw Zeeland. Het is naar deze landen dat vooral de gladiolen-export zich richt, en dat die van betekenis is blijkt uit het feit dat 1700 HA met gladiolen is beteeld. Verschillende moeilijkheden rezen in het afgelopen jaar, allereerst met de Amerika nen over de invoer van snijbloemen. Men klaagde in de Verenigde Staten over dum ping en het zag er naar uit dat de terugslag zich zou doen gevoelen op cle bloembollen export, die veel belangrijker is dan die van snijbloemen. De regering heeft echter bepaald dat bloemen naar Amerika slechts zullen mogen worden uitgevoerd, indien het equivalent in dollers alhier is gestort. Dit voorkomt de smokkelarij van snijbloe men, die vooral de Amerikanen een doorn in 't oog was. Over de wijze waarop dit ge schil is opgelost, betuigde de Amerikaanse vakorganisatie openlijk haar tevredenheid. Al even tevreden waren cle Engelse vak genoten. In Groot-Brittannië was een ge schil gerezen naar aanleiding van de prijs noteringen, dat echter eveneens in onder linge besprekingen werd opgelost. Onlangs wercl eveneens overeenstemming bereikt betreffende arbitrage, welke voor de be trokkenen in beide landen grote voordelen biedt. In Duitsland is thans een actie gaande n.a.v. een klacht over het voorkomen van virus-ziek in voor de broeierij bestemde en uit Nederland afkomstige bloembollen. In hoeverre deze klacht serieus te nemen is, kan thans nog niet worden geconstateerd. Met moet in het bloembollenvak natuur lijk met allerlei onvoorziene mogelijkheden rekening houden, maar uit de uiteenzetting van de heer Van Waveren mocht worden geconstateerd, dat men in deze kringen de ontwikkeling in 1951 met een gematigd op timisme tegemoetziet. Drie op één fiets binnenkort toegestaan De bemoeiingen van de A.N.W.B. om het verbod twee kinderen op één fiets te vervoeren opgeheven te krijgen, zijn met succes bekroond. De minister van Ver keer en Waterstaat heeft aan zijn advies commissie verzocht een nieuw artikel voor het Wegenverkeersreglement te ontwer pen, dat het vervoer van twee kinderen beneden de tien jaar op de fiets door één volwassene mogelijk maakt. Hij heeft 'tevens toegezegd er naar te zullen streven, dat deze bepaling nog vóór het zomerseizoen rechtsgeldigheid zal ver krijgen. De A.N.W.B. acht het zeer ver heugend, dat dit verbod, dat voor talrijke gezinnen met jonge kinderen zo ingrij pend was, wordt opgeheven. Ook voor het vervoer van kleuters naar school is de op heffing van dit verbod belangrijk. Een be paling wordt tevens voorbereid, welke zal voorschrijven, dat jongeren beneden de 18 jaar slechts één persoon mogen vervoe ren die niet ouder is dan zijzelf. BLOEMENDAAL TELEFOON 2214S Grote meerderheid van het publiek wenst prijsbeheersing Aan een groot aantal mannen en vrou wen uit alle lagen van de bevolking heeft het Nederlands Instituut voor cle Publieke Opinie in de laatste helft van de maand Maart de vraag gesteld: „Bent u er vóór of tegen, dat de pi'ijs- beheersing' weer wox-dt ingevoerd?" Vóór prijsbeheersing was 73 pet., tegen prijsbeheersing 16 pet. Geen oordeel had 11 pet. Een meerderheid voor prijsbeheersing vindt het N.I.P.O. in vrijwel alle geledin gen van het publiek. Plet N.I.P.O. heeft ook cle vraag gesteld: „Indien ja, voor welke artikelen?" Dit zijn de antwoorden: prijsbeheex-sing op levensmiddelen 29 pet.; op alle artikelen die men geregeld nodig.heeft 27 pet.; op textiel 23 pet.; op alle prijzen 12 pet.; op schoeisel 6 pet.; op andere dingen 8 pet.; geen antwoord 3 pet. Verschillende ondervraagden noemden meer dan één artikel, waarop zij vinden dat prijsbeheersing moet worden toegepast. Alles bij elkaar genomen, aldus het N.I.P.O. komen de antwoorden echter hierop neer, dat het publiek graag prijsbeheersing zou zien voor alle artikelen, die men geregeld nodig heeft. OVER BEELDENDE KUNST Het is volkomen begrijpelijk, dat de jeugcl om het wel en wee der kunstenaars een waas van romantiek weeft, hetwelk hun noden in een milder licht plaatst en hun artistieke betekenis somstijds buiten de maat verheerliikt. Zo herinner ik mij nog levendig het romantische beeld, dat ik mij in mijn jongelingschap had ge vormd van de heroïsche figuur van Mi chelangelo, onder wiens hand onder meer de oud- en nieuw-testamentische wereld, alsmede het Laatste Oordeel, op cle muren en het plafond van cle Sixtijnse Kapel te Rome werden verbeeld op een wijze als slechts een geestelijke reus dit ven-pocht. Nu heeft het beeld van die reus voor ïnij in de loop der jaren niets aan grootheid ingeboet. Integendeel, het heeft enorm gewonnen, mede omdat het kennis nemen van de noden, die deze kunstenaar hebbexx geteisterd, een dramatischer relief gaf aan zijn geestelijke gestalte. Maar het roman tisch aureool verdween. Geleidelijke opheffing van de bouwstop tegen 1 Juni De minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting streeft naar geleidelijke opheffing van de bouwstop tegen 1 Juni. Het ligt in zijn bedoeling om voor dit na jaar en 1952 tot een gemiddeld aantal wo ningen in uitvoering van 40.000 te komen. Op het ogenblik zijn 53.000 woningen in uitvoering. De opheffing van de bouwstop zal geleidelijk geschieden. Zoveel mogelijk zal getracht worden het ontstaan van schommelingen op de arbeidsmarkt voor de bouwvakken te voorkomen. Deze gevelsteen vindt men in het huis Anthoniestraat 37. Het is een van de oud ste die in Haarlem gevonden wordt. Aan het jaar van beitelen behoeft niet getwijfeld te worden, want het staat op de steen: 1570. Maar al is de steen een der oudste, wij kunnen niet zeggen, dat hij ook tot de fraaiste gerekend kan worden. De uitvoe ring is ver van duidelijk. Men moet enige fantasie hebben om er uit te halen: x-uiter op steigerend paard, waartegen een draak opspringt. Blijkbaar moet het dus St. Joris zijn, die met de draak strijdt. De draak ziet er niet erg gevaarlijk uit en in de handen van St. Joris missen wij een wapen. Het was bij een bezoek aan Teyler's Stichting (voor een Amsterdammer blijk baar gemakkelijker bereikbaar dan voor een Haarlemmer!), dat ik voor het eerst geconfronteerd werd met die aangrijpende beeltenis van Michelangelo door Daniele da Volterra, een der parelen uit T-eylers x-ijke verzamelingen. En op hetzelfde mo ment besefte ik, dat de mens Michelan gelo niet kon zijn de van aardse beslom meringen bevrijde kunstenaax-, de sprook jes-vorst in het rijk van de geest, reside rend in de ivoren toren zijner onaantast baarheid, zoals jeugdige fantasie die had zien opdoemen achter zijn gigantisch le venswerk. Geïntrigeerd door dit portret wierp ik xnij op een der vele studies over leven en werken van de grote meester en zo nam ik kennis van de ontzaglijke strijd door Michelangelo als mens, maar vooral als kunstenaar, gestreden. Hiermee ver vluchtigde het aantrekkelijk waas der romantiek en werd de kunstenaar voor mij hex-boren, gekluisterd aan de welhaast bovenmenselijke spanningen, die de tol waren zijner genialiteit. De lezer vergeve mij het relaas dezer jeugdervaring, die mij een wereld opende, welke ik te krap gemeten had. Is het niet zo, dat bovengeschetste jeugdillusie velen ook na hun jeugd'nog een zuiver be grip van het wezen van de kunstenaar en daarmee van de kunst in het algemeen in de weg staat? Te gemakkelijk immers wordt de kunstenaar beschouwd als een buiten de maatschappij staand mens, zich onderscheidend door zijn „eigenaardighe den" en levend als bohémien met alle „privileges" daaraan verbonden. Het is de voorstelling van de kunstenaar zoals deze helaas al te vaak vertoond wordt voor het enthousiaste bioscooppubliek, dat in het filmbeeld de welgeschminkte helcl van zijn misleide fantasie lijfelijk herkent. Na het omverwerpen der toneelcoulissen echter staan we voor de levensharde wex-kelijk- heid, ja voor de geestelijke en materiële noocl veelal, waarin de kunstenaar zijn scheppingsdrang gehoorzaamt. Hij inoet vechten met de materie, vechten met de geest, vechten dikwijls tegen het onbe grip van de tijdgenoten, die vooral de hoge vlucht der allergrootsten bijster ra ken. Trotseren moeten zij het zelfverze kerd schouderophalen als antwoord op hun heilige drift, die hun denken en werkwijze andere normen oplegt dan die van hun medeburgers. En die medeburgex-s mogen dan met recht aanvoeren, dat ook zij niet gespaard worden door de tegenheden des levens, doch men vergete niet, dat de kunstenaars- psyche over het algemeen uiterst gevoelig is afgestemd, waardoor deze geringere te genweer kan bieden. De uitzonderlijk- grote kunstenaars leven bovendien op een geestelijk niveau waar de troost der mede mensen kwalijk doordringt, gelijke Goethe het zo treffend formuleerde: „Wo es hoch ist xxiuss es öde sein" (Vrij vertaald: op grote hoogten is het eenzaam). Wil men iets van die strijd, van die eenzaamheid gewaar worden, dan leze men de gedichten van Michelangelo of een van diens biogi'afieën, die ons vexTxalen van de enorme lichamelijke en geestelijke inspanningen, alsmede van de tegenkan tingen die zijn scheppen onaflaatbaar be geleidden. Maar om dergelijke spanningen te voelen natrillen zijn daar waarlijk Michelangelo's getuigenissen niet alléén! Men leze bijvoorbeeld de autobiogx-afie uit Rembrandts talrijke zelfportretten; men worde de crisis gewaar in ..Stex-fbed van Maria" door Hugo van der C-oes (Museum Brugge), of voele de benauwenis aan van de „Zeeën zonder stranden", door de visionnair Hercules Seghers in obsederen de etsen uitgekreten. Of men leze zo men wil de brieven van Vincent van Gogh aan zijn broeder Theo, die ontroe rende belijdenis, welke evenmin meer ruimte laten voor romantiek, doch ons slechts met ontzag vervullen vanwege de absolute inzet var. de gehele persoon, zo als deze spreekt tot in de verzuchting in de laatste brief, die Theo op zijn gestor ven broeder vond: „Welnu, wat mijn werk betreft, ik waag er mijn leven aan en mijn verstand is er half in opgegaan Het is dezelfde klacht die we verne men uit Michelangelo's gedichten, als een hartekreet opgestegen uit diens veelbe proefde geest, waaraan door Volterra's tekenstift zo treffend werd vorm gegeven in dit onvergetelijk gelaat. H. P. BAARD milPERUS heeft eens gezegd f OUIS C0L roman te schrij- I aat het gZe 5 een te leven. De delVa b leven bespeelde hij niet min- gedaan- Z'J." 1 f, rian de taal van zijn land en romans, zijn avon- jn drama-. romantisch als zijn turen waren de schatten der we- iverk en war nu bewonderde was ^jySen spotter en een hijzC ie!ïn Casanova en een diep-reli- sybariet, eeni t -daar en een boetvaar- ?lfUS Twiize en een dwaas, een fantast óige. een w jze_ vg( vol tegenstrijchg- enT Sarin de demon naast de engel hWe"' Hi behoorde tot de weinigen die hUisde. Hij oe beschikken steeds te 'PvSn en nooit aan te komen. Waar Ve1ÏÏoed klopte was zijn hart: de be- er rp was voor hem niet van lagere orde fee ïhoonhcid en de wijsheid, de dan,e niS Sanger van zin dan de ge- i Ik ben", iaat hi-' f w' van deze Mémoires, de Mar- ingevallen en beschadigde heilige" it Markies de Bradomin is - men kan anders denken - het wiH van del Valle-Inclan. In deze ffï ridder herleven hartstochtelijke en wrede tijden. Ze n in hem nog eenmaal op uit het graf tt-pn om zich te meten met een ontzieM mensdom. En als de Markies aan Irie Zijner jaren zijn memoires te boek ctelt, in een proza dat bnllant gesle- if als een edelsteen, in zinswendingen II kleurig gevlochten zijn als geurende Eerkransen, herklinken velerlei stem- 1' uit het voorbije: de bacchanten-roep ran Petronius. de schaterlach van Rabe- ijjf de vleier.,. fonische influisteringen van Hoffmanns Duivelselixer", de erotische Renaissance lyriek van Pietro Arentino, en herhaalde lijk iet' dat herinnert aan Cervantes' Don Ouichcte. Evenals Oscar Wilde is de char me van de fantasie hem duizendvoudig 'ever aan de plompe realiteit. „Gegroet", <chri:ft de Markies in de laatste, in win tersonate, ..gegroet gij lachende leugen vo- «i van iicht. die zingt als de hoop! Zij is rei lachje achter de tralies en de glans op de vermolmde schilden, de lichtvlek op het water dat grijs en traag voorbij- WEBT" U MAATGBVOEZ_ or CONPECTfE.GE.VOEZ. KCEEITEfc- makelij ADVERTENTIE ADVERTENTIE Een voorbeeld van industriële vormgeving. Trappenhuis in de flat Zuidplein le Rotterdam Vorig jaar behaalde de bloembollen export een record door voor 110 millioen aan bloembollen uit te voeren. Omtrent de verwachtingen voor het seizoen 1951 deelde de heer T. M. H. van Waver en, voorzitter van de Bond van Bloembollenhandelaren, bijzonder heden mede waaruit blijkt dat men voorlopig geen bijzondere nadelen ver wacht van de gespannen internationale toestand die momenteel heerst. ADVERTENTIE Getekend portret van Michelangelo door Daniele Ricciarelli, genaamd Daniele da Volterra, die leefde van 1509 tot 1566. (Teylers Stichting).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1951 | | pagina 11