HARTENDORP
j itterair© Kanttekeningen
feasssw
Een geziene verschijning
Internationaal filmfeest in stad
op de grens van twee werelden
Oud-onderwijzeres uit Seattle zond
acht ton goederen naar Haarlem
t&SFZtmt*.met d.ichters
SS»? «na de ™11"-
a v°of Haarlem
Rcclamc
Vragen over de positie van
het Concertgebouw-Orkest
MIJNHARDTJES:
bestrijders
van
sterke
pijnen
Italië en Frankrijk aan de spits
Twee nieuwe strijkkwartetten
Nieuw portret van Pius X
Particuliere actie na de bevrijding
uit bewondering voor de Hollanders
Over Beeldende kunst
JACOBUS VAN LOOY
Heringa Wuthrich
HAARLEM
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
ifi
EfcD
AG 16 JUNI 1951
jFF LAST: „De rode en de witte lotus" (Uitgeverij
F G. Kroonder, Bussum)
een
r, ,pcsEN der menselijke
VA^' D {t geleerd, dat
Sal W tot een pro-
>Ll6?oe samengesteld noe vo!
"°rd(-oet het onze, het
lingen moei'geladen mct
vol
£5* "it'hërên^eThet Westerse
,JttËS moet h rtolnri(?n met on-
<3 berstens
- 'Sn, met aanklachten en
'W'Eo'efi018 ^„ïdeevoelens en ran-
^Tcén, md schu g nihilisme,
j-«m mi bectreio waarschuWend en
'told en
Sons b inken in de wanhoops-
^!dïTP SS Mann, Thomas
SS^SeVStïkel7waarv
Z1] ?7taling verscheen
Klaus Mann spra*
-aanoblad. ,rooa meJ. dichters,
en
waarmee
van
'het leven afscheid
van in
in een
■:'Cl ,^01
a5e.
en P0''met Sts^»eSnk-
^Jf^agt hij "Ch tenslotte af,
cpI ik geloof in het goede.
gebleven, in de zin van
menselijke bestemming en
gieren, i« uc
v.-anwenfe is het. die natio-
schrijvers en dich-
S"intcrnïSeid voor de keuze
ffl PfTivoren toren en het strijd-
Mluft'en dehrnner, wier levens-
Infaan een schijn van afzi.i-
.Cnihen noa lovcn, niets liet
^1!S "beproetd= weerbaren (in
.^cestem der Jn polltiek-ge-
iSlSen *K°os,lers NaChtn,n
.jssot hoek25ste Uur) cn die
Sfm Wells, Orwell Hux-
a anderen-
de:
een toekomstbeeld deed
Ar,Graves --0f verlossing.
i** va.nena«ende3 virtuositeit heeft
ÏSJ? fp Sa der tot probleem
'e' Fm'opese^ cultuur verwerkt, cn
SgLodische toekomstfantasie,
vim-erhaal en symbolische ro-
"«ïkjeen realiteit, verbeelding van
^Staten van de dag des oordeels,
:!tow en idealistische getuigenis tegc-
iU'7r' te zijn. Wat hem tot het Russi-
^€Se voerde en er weer van
Shèmineen dertigtal schrijvers.
{Si aan tegenstellingen: d.cta-
7 Seid geweld en weerloosheid,
zie? drift en geest, wetenschap en
-•denken en meditatie. Marxisme
wedergeboorte en de in waan be\ an-
van de wereld - dat alles heeft
?en(en niet in alle opzichten bevre-
a kunnen) samenvatten in het heek
tor, zee; nabije toekomst: van China
-••reeks 1955. China niet enkel als lano
T vrategisch-catastrofale, maar ook
Ede geestelijk-bevrijdende sleutelpositie
"W aansluitend bij hoogst actuele
.^verhoudingen en gebeurtenissen in
CVe.-re en Nabije Oosten beschrijft hij
ii'China dat, omstrikt door het vangnet
fc teemde invloeden, de levende kern
eeuwenoude geestkracht, van zijn
1WU en schoonheid, zijn culturele tra-
Te ongeschonden wist te bewaren het
-•■: cat Last vele jaren als sinoloog be-
r jeerde en in welks „renaissance" en
eXende kracht hij gelooft. Dat China
rr in zijn fantasie tot schouwtoneel van
■'üirhien die ten verderve voeren in hun
-reiïk-reëel spel om de heerschappij.
17-moeite herkent men de symbolen,
last voor elk daarvan heeft gekozen:
z üi'ij-secretaris Liau (organisatie van
ijnacht"), de volkscommissaris Tsjoeng
kcynischedictatuur), de Gpoe-chef Sjer
pski (lyrannie van het boze), de leger
eerder Koe Loeng (de wreedheid), de
ïïkaturistYen (het trouweloos verraad),
ie Amerikaanse Trotzkist Donahue (ge
ne! exponent van het Westerse techni-
neknner.). En temidden van hen allen:
k?. de generalissimus, in wie China's
•dysica voortleeft in het verlangen naar
e hernieuwing in een gemeenschap,
>Ede schoonste droom der mensheid in
Trailing gaat: de aardse harmonie als
rsceeld der eeuwige.
0: zijn gestalte valt het licht van de
Zijn menselijkheid, gevoed door de
Lsische traditie, is het die hem zich
if. vatwcrsteleR aan de machten, wier
:-±e! hij is. Zijn gevoelens van humane
rariteit doen hem geloven aan de heils-
Koschapder „Witte Lotus", de geestelijke
iag der massa-organisatie die de „Rode
ADVERTENTIE
^WOOXCOXCCCCCCCCOOXÖXCCCOD
OCCCOCOCOOT""
Elite vrouw, die haar
jeugdig figuur langdurig
weet te behouden, zal
ongetwijfeld in elke
omgeving een geziene
!|guur blijven.
fen WALA-corset zal
"Moe in niet geringe
We bijdragen.
Gen. Cronjéstraat 52
Tel. 18104
SS-Rph„G JUN-I
fif~brandl- w ulrein' 3 uur en
/J',en 9.15 tuf p ,ember-Affair 14 j„
alle i j 41* '?as Kind de>'
^>verlady'. IR ft ,en 9-15
Hals- w!V".2' 4'15- 7 en 9.15
vA --30,7 'en q rnS V3n miJnheer",
..My
DIS 2'15- 4-30, 7
iLC-^ee YankePe" 'r.en van Martin
H j., 2.30. 7 en
^Mn&AhG 17 JUNI
Middag Pn"!,X.t.eri;ein' 3 en 8 uur
1 Wa'p. P5°!"ixt®ri'ein, 8
en avondvoorstellingen.
Lotus" is geheten. Vier meesters telt de
Witte Lotus, vier voorgangers, elk een wijs
gerige stroming van het Hemelse Rijk
symboliserend. Laat men de onheilspellen
de verbeelding van de rampen (die van de
waterstofbom incluis), van de duivelse mo
gelijkheden der techniek, voor wat zij zijn,
ontdoet men de roman van het (overigens
boeiende) bijmengsel van avonturen en
politieke intriges als zijnde niet meer dan
de actuele bolster, dan tekent zich de idea
listische kern van Last's toekomstroman
scherper af: de gesprekken tussen generaal
Wang en de vier Meesters van de Witte
Lotus: met de meester van Tau (de vol
strekte overgave aan de fundamentele
„wet" van het Heelal), de Meester van het
Verzaken (de Boeddhistische bevrijding
van de aardse schijn), de Meester van de
Yogi (uiterste concentratie der geestkracht,
die de stof doordringt en beheerst), de
Meester der Woestijnen (voor wie, in Mo
hammedaanse zin, de materie een verschij
ning, een openbaring van Gods genade is).
In allen herkent Wang het verlangen
naar harmonie, vrede, eenheid, waardige
mensenstaat, eerbied voor het leven, er
kenning van de geest. Maar wat hen ver
énen kan, openbaart de Grote Onbekende,
de Vrouw, Amy ééns Wang's echtgenote.
Zij is de opperste leidster van de Witte
ADVERTENTIE
1
wm
W-: VOOP ff
BEL—1=5510
Adviezen Ontwerpen
Uitvoering
Lotus cn symbool der Christelijke liefde.
Ze schiet te kort, deze liefde. Ze wordt
verstaan, maar niet beleden. Zc is gehoord,
maar niet beantwoord. Het noodlot voltrekt
zich. De blinde kracht van de „wil tot de
macht" (de waterstofbom) vaagt een mens
dom weg en laat enkel utopistisch-sym-
bolisch element Wang cn Amy, geest en
liefde, als „eerste mensenpaar", op een
verwoeste aarde in plaats van in een para
dijs, ongedeerd, opdat dc zuivere mensen
liefde nog harten vinden zal, waarin ze
wonen kan.
„Hoe vaker men mij zegt, dat waarheid,
gerechtigheid en schoonheid mensenwerk
zijn, des te dieper raak ik ervan overtuigd,
dat het de taak van de mens is, hen in
stand te houden. De mens is verantwoorde
lijk voor God." Dat is een uitspraak van
Gide, van de bejaarde André Gide wel te
verstaan, wiens invloed Jef Last nadrukke
lijk ondergaan verklaard te hebben. In
drukwekkender zou hij daarvan getuigd
hebben, als hij aan „De Rode en de Witte
Lotus" een minder 'hybridisch karakter
had gegeven. C. J. E. DINAUX.
De heer R. Ie Cavelier, lid van de ge-
meeteraad, heeft de volgende vragen ge
richt tot B. en W. van Amsterdam:
„Is het B. en W. bekend dat er in de
kringen van de vrienden van het Concert
gebouw en zijn orkest grote ongerustheid
bestaat omtrent de positie dezer instelling
en haar mogelijkheden voor het komende
seizoen? Kunnen B. en W. mededelen ol
de voorbereiding van het nieuwe seizoen,
waarvoor van de zijde van het rijk en de
gemeente een beroep op het orkest en de
naamloze vennootschop zou worden ge
daan, ter hand genomen is cn waarom de
gebruikelijke publicaties tot nu toe achter
wege zijn gebleven? Indien B. en W. het
niet mogelijk achten de door hen gewenste
structuurwijziging tijdig aan tc brengen,
is de N.V. Het Concertgebouw dan bereid
op de oude wijze voort te gaan, opdat het
bestaan van deze voor Amsterdams cul
turele leven zo belangrijke instelling ver
zekerd is en er geen gaping ontstaat ten
nadele van het orkest, het prestige en de
financiën der overheid?
ADVERTENTIE
BERLIJN Nadat de internationale film
kringen in April te Cannes bijeen kwa
men, zijn zij nu te Berlijn verenigd, even
eens op een filmfestival, Duitsland" eerste
na de oorlog. De Senaat van Berlijn (van
West-Berlijn wel te verstaan, want in deze
ene stad komen twee steden, of eigenlijk
zelfs twee werelden, tezamen) organiseer
de deze „Filmfestspiele" en kan inderdaad
op succes bogen, want alle grote filmpro-
ducerende landen, behalve die van achter
het IJzeren Gordijn, zonden films, film
sterren" en filmregisseurs. Ook vele klei
nere filmproducenten, bijvoorbeeld die van
Nederland, zijn vertegenwoordigd.
Dit festival onderscheidt zich van die in
andere oorden. Cannes, Knokkc, Venetië,
zijn „luxe plaatsen", die je de indruk
geven, dat men er geen zorgen kent. Te
Berlijn wordt je elk ogenblik van de dag
geconfronteerd met de harde werkelijkheid
vkn een stad, die zich blijkens haar vele
ruïnes, haar enorme puinmassa's, nog
geenszins hersteld heeft van de zeer harde
slagen van de oorlog en die niet tot rust
kan komen als gevolg van haar positie op
de grens van twee werelden.
Die positie was aanleiding tot de organi
satie van dit festival, waarin de West-Ber-
lijners willen tonen, hoezeer ze zich één
voelen met de Westerse wereld. De ver
bondenheid demonstreert zich in de enor
me ovaties, juist voor buitenlandse film
mensen, ook al zijn ze niet eens zo bij
zonder bekend, vooral als ze wat zeggen
over samenwerking, verbroedering dei-
volken of iets van dien aard. Zulke ova
ties bracht men, om slechts enkele voor
beelden te noemen, aan de Franse Bernard
Blier en Suzy Delair, aan de Italiaan Curzio
Malaparte.
Heel veel filmvoorstellingen zijn uitver
kocht, hoewel het Titania Palast, waar de
meeste voorstellingen worden gegeven, van
indrukwekkende afmetingen is en de Wald
Bühne, waarin de overige vertoningen
plaats hebben, met zijn 20.000 zitplaatsen
zelfs 's werelds grootste openluchtbioscoop
vormt! Op de openingsavond was de be
langstelling zo groot, ook buiten de zaal,
dat de politie slechts met de grootste moeite
de duizenden toegestroomde Berlijners er
toe kon bewegen de gasten althans door
tocht naar het theater te verlenen!
Duits filmmoeilijkheden
Duitsland wil zijn achterstand inlopen,
ook op filmgebied. Daartoe heeft het zijn
verwoeste studio's met bewonderenswaar
dige energie weer opgebouwd en van een
technisch-perfecte installatie voorzien. In
tussen zijn de moeilijkheden nog groot. De
vaklieden zijn na 1933 uitgezwermd over
de wereld. In de oorlog leed uiteraard ook
de cinematografie haar zware verliezen aan
mensenlevens en slechts een klein deel van
de ervaren technici en artisten keerde na
die oorlog in de Duitse studio's terug. Dus
moest men niet slechts wat het materiaal
betreft vrijwel opnieuw van onderaf aan
beginnen. Daar komt dan nog bij, dat circa
de helft van de Berlijnse en vermoedelijk
ook in het algemeen van de Duitse biosco
pen verwoest is, dat er economische moei
lijkheden bij de vleet zijn en dat het land
overstroomd is met Amerikaans films. Dit
alles tezamen, met de bepaling dat men in
een festival slechts films mag vertonen, die
nog niet eerder in het land werden uitge
bracht, maakt het begrijpelijk, dat de Duit
se films in dit festival nog van vrij be
scheiden kwaliteiten bleken te zijn.
Tot nu toe beantwoordde alleen dr. FIoll,
een film van Rolf Hansen, aan de verwach
tingen. De „story" van die film, van Thea
van Iiarbou, is nogal melodramatisch, maai
de film zit uitstekend in elkaar cn wordt
prachtig gespeeld, onder anderen door de
jonge Zwitserse actrice Maria Schell (die
in ons land Gretchen in Goethe's Faust
heeft gespeeld) en de bejaarde en beroemde
Duitse acteur Otto Gebühr, die met de rol
van Frederik de Grote („der alte Fritz")
is vergroeid.
Tien oude film-Fritzen
Otto Gebühr is een sympathieke baas,
die me direct aan mijn grootvader deed
denken, al was het slechts omdat hij „Mein
Junge" zei en telkens op een patriarchale
manier m'n hand greep, als hij me wat
wilde uitleggen. Hij is in 1925 in Nederland
geweest.
Dat was bij de première van een van
mijn „Alte Fritz-films", zegt hij.
Eén van die films?, vraag ik verwon
derd. hebt u koning Frederik dan zo vaak
gespeeld?
O ja, in tenminste tien films! Voor het
ADVERTENTIE
DE STOFZUIGER SPECIAALZAAK
Gen. Cronjéstraat 43 - Kruidbcrgcrweg 51
Telefoon 16990 - 17696 Spaarne 3
Vanaf ƒ2.50 per week.
Ook voor reparatie en onderdelen van
alle merken.
eerst in een bijrol, 32 jaar geleden. Paul
Wegener ontdekte me daarvoor. Later werd
het thema opnieuw verfilmd. Ik speelde de
oude Frits ook herhaaldelijk op het toneel.
Ik speelde veel klassieken, ook veel werk
van mijn vriend Gerhard Hauptmann, maar
het publiek wil mij sinds 32 jaar nu een
maal vooral als de oude Frits zien en daar
kom ik niet meer van af. Ik heb die rol
wel eens vervloekt hoor! In de oorlog bij
voorbeeld, toen ik gedwongen was, haar
weer eens te spelen. „De grote Koning"
heette die film en het thema was „volhou
den", want het ging die jongens van I-Iitler
toen niet zo best meer. Ik had die rol, ook
op het toneel, zo vaak gespeeld, dat ik op
Marga López (als Manucla) cn Alicia Caro
(als de sympathieke lerares) in de nieuwe
Mexicaanse verfilming van Meisjes
in uniform".
den duur niet kon weigeren. Enfin, dat is
voorbij!
if-
Om weer tot de films terug te keren: de
Italianen en de Fransen hebben de beste
papieren voor de grote prijzen. Van de
Fransen zagen we tot nu toe „Afzender on
bekend", die in Nederland al vertoond is,
en „mevrouw Panama", waarin Suzy De
lair haar vlotte chansons zingt en Louis
Jouvet met veel zwier een anarchistische
fotograaf speelt. De Italianen zonden een
aantal van hun sterkste werken naar het
festival.
De Mexicanen zijn eveneens royaal ver
tegenwoordigd, met films (waaronder een
nieuwe verfilming van Meisjes in Uniform)
cn met actrices, zoals Maria Felix, die „de
mooiste' vrouw van de wereld" wordt ge
noemd. Of die actrice inderdaad „de mooi
ste" is kan ik moeilijk beoordelen, want ik
ken niet al haar millioenen sexegenoten,
maar heel mooi is zij in elk geval wel. Zij
trekt sterk de aandacht, hoewel men hier
toch wel wat gewend is op dit gebied en
de „eigen voorraad" dezer dagbn nog eens
is aangevuld met enige honderden beeld
schone Parijse mannequins, die hier in een
„modeweek" optreden!
JAN KOOMEN.
Antieke koperen luchters
in de Domkerk terug
Drie antieke luchters, die eeuwenlang tot
de inventaris van de Domkerk te Utrecht
hebben behoord en die thans in het. bezit
zijn van de Royal Insurance Company Ltcl
te Liverpool, zullen naar Utrecht terug
keren.
De luchters waren in 1827 om financiële
redenen door het kerkbestuur verkocht.
Met medewerking van de Nederlandse am
bassadeur te Londen is het gelukt de direc
tie van de Engelse Verzekeringsmaatschap
pij te bewegen van de luchters afstand te
doen. Zij werd zelfs bereid gevonden de
kronen aan de gemeente ten geschenke aan
te bieden.
Het is de bedoeling dat de kronen weer
het interieur van de Domkerk zullen sieren.
Het gemeentebestuur zal aan de schen
kers een antieke kast aanbieden als blijk
van erkentelijkheid.
'Mf -
Jacobus van Looy (18551930): Figuur
studie, omstreeks 1912. (Museum „Het
Huis Van Looy").
Het volgende seizoen zullen enkele nieu
we kwartetten op de Nederlandse muziek-
podia concerteren. Het Amsterdams Strijk
kwartet heeft een geheel nieuwe formatie
gekregen. Alleen Nap dc Klijn blijft van
de huidige bezetting over. Ook in het nieu
we kwartet speelt hij eerste viool. Verder
is de samenstelling als volgt: Jo van Hel
den, tweede viool; Paul Godwin, altviool
en Caret van Leeuwen Boomkamp, cello.
Voor het eerst is in Nederland ook een
dameskwartet gevormd: het „Kossmann-
kwartet", dat in Juni in het programma
van de NCRV debuteert met het Kwartet
opus 18 nr. 1 van Ludwig van Beethoven.
De samenstelling is: Annie Kossmann,
eerste viool; Eugénie Metlwier, tweede
viool; Mike Feltkamp-Scagcr, altviool en
Regina Wijnalcla, cello.
De Haagse schilder Antoon van Welie,
die een drietal Pausen heeft geschilderd,
legt de laatste hand aan een nieuw portret
van de zalig verklaarde Paus Pius X. In
1905 schilderde hij Paus Pius X te Rome.
In 1906 werd dit doek met andere werken
van de schilder te Londen tentoongesteld.
Van Welie was toen niet bereid het te ver
kopen. In 1945 werd het portret bij het
bombardement van het Bezuidcnhout te
's-Gravenhage gestolen.
ADVERTENTIE
Wij hebben gistermiddag een half uur
tje aangenaam zitten praten met miss
Bertha Winn, een gewezen onderwijzeres
in de Amerikaanse stad Seattle in cle staal
Washington, die in de eerste jaren na de
bevrijding ongeveer acht ton kleren en
voedsel heeft gestuurd naar gezinnen in
Haarlem en omgeving, die deze hulp drin
gend gebruiken konden. Miss Winn ver
telde ons hoe deze actie is ontstaan, die zo
eenvoudig begon cn zich als een sneeuw
bal ontwikkelde.
Uit een in September 1945 met Tiaar in
Acrdenhout wonende, doch uit Seattle af
komstige vriendin mevrouw K. Breiten-
_stein-Bean gevoerde correspondentie had
miss Winn de indruk gekregen, dat zij
best iets zou kunnen ondernemen om op
bescheiden schaal de ergste nood in enkele
haar bekende gevallen te lenigen, bij voor
beeld door het sturen van kleding, zeep en
levensmiddelen. Het begon met schoeisel
voor de postboden in Aerdenhout. van wie
mevrouw Breitenstein op papier de omtrek
van de voeten had getekend. In totaal zijn
er 78 paar schoenen de Atlantische Oceaan
overgestoken!
Deze eerste zendingen hadden een leven
dige briefwisseling tengevolge (het aardige
van de Hollanders was, dat ze direct voor
het ontvanger.e bedankten, meestal per
luchtpost, zegt miss Winn), waaruit bleek
dat er nog allerlei andere behoeften be
stonden, ook in andere, gezinnen. Eén van
haar zusters heeft alle gegevens op formu
lieren verwerkt, zodat er langzaam maar
zeker een complete administratie ontstond.
Al spoedig kwamen er aanvragen van ken
nissen uit Seattle, die van deze particuliere
actie hadden gehoord, of ze mochten mee
doen. Er stroomden zoveel goederen bin
nen, dat miss Winn een grote kamer in
haar woning als opslagplaats moest reser
veren. De mensen stonden waarlijk niet het
eerste het beste af, doch alleen artikelen
van prima kwaliteit en kledingstukken in
geheel of zo goed als nieuwe staat, die zij
zonder aarzeling afstonden uit hun wel
voorziene provisiekasten of garderobes.
Men deed dat alles uit waardering voor de
Hollanders, die men in dit gebied van
Amerika terdege heeft leren kennen. Velen
wonen er al tientallen jaren. Zij hebben
iets goeds naar ons district gebracht, zegt
miss Winn, zoals gezellige huizen en mooie
tuinen. Bovendien bewonderen wij de Hol
landers als goede burgers. Dat bleek ook
nu weer, want iedereen schreef eerlijk als
er geen verdere hulp geboden behoefde te
worden.
De actie breidde zich ook naar buiten
uit. Boeren uit de omtrek adopteerden zelfs
een geheel weeshuis, vrouwenclubs uit
Washington en Oregon (een zuster van
miss Winn werkte op het bureau van de
nationale federatie daarvan) belastten zich
met het rechtstreeks zenden van kinder
kleren. Miss Winn kreeg bovendien de
hulp van mensen uit de buurt, die mede
werkten bij het inpakken cn wegbrengen.
In totaal bevatte de administratie na een
jaar ruim honderd adressen, waarvan vijf
in Rotterdam, vier in Amsterdam en de
rest in Haarlem en Bloemendaal. De wo
ning van mevrouw Breitenstein in Aerden
hout, die trouw is blijven meewerken,
diende hier als distributielokaal, als men
het zo noemen mag.
Niet tevreden was miss Winn over de
Nederlandse douanevoorschriften, die het
invullen van formulieren in viervoud ver
eisten, waarop trouwens de gekste bijzon
derheden moesten worden ingevuld. Maar
ook de posterijen in Amerika maakten het
werk niet eenvoudig. Eerst mocht een pak
ket slechts vijf pond wegen, hetgeen niet
veel is, als men bedenkt dat een paal
schoenen alleen al vier pond weegt. Latei-
maakte men er 11 en tenslotte 22 van. Ver
der waren er strenge normen betreffende
de afmetingen, zodat men soms een dikke
man moest laten assisteren, wiens ge
wicht er voor zorgde dat aan ieclere eis
werd voldaan. Alle pakken zijn goed over
gekomen, behalve een zending kindervoed-
sel. die is bedorven als gevolg van het
lange blijven liggen door de havenstaking
in Rotterdam.
Hartelijke dank
Eind 1947 werd de actie gestaakt, daar
er geen reden was het werk langer voort
te zetten. De burgemeester van Bloemen
daal en de afdeling Haarlem van Neder
lands Volksherstel stuurden brieven ter
vertolking van dankbaarheid voor de be
wezen diensten naar Seattle, hetgeen har
telijk is gewaardeerd.
Gisteravond heeft miss Winn. die nog tot
22 Juni bij mevrouw Breitenstein in Aer
denhout logeert, het grootste gedeelte van
de mensen, die zij geholpen heeft, ontmoet
in het gebouw van de Open Religieuze Ge
meenschap, waar zij werd toegesproken
door de heer J. Bouwman, oud-beheerder
van het postkantoor in Aerdenhout en waar
haar talrijke geschenken (een lamp, tegels
en zelfs een fraaie jeneverkruik) overhan
digd werden. De zaal leek wel een bloe
menwinkel.
Men kan niet zeggen dat het een kennis
making was, want het bleek dat miss Winn
alle brieven zo goed gelezen had. dat zij
eigenlijk temidden van oude vrienden ver
toefde. Er heerste dan ook een sfeer van
zeldzaam prettige verstandhouding.
Deze foto werd gemaakt tijdens de dank
betuiging aan miss Bertha Winn uit
Seattle, die men hier ziet tussen mevrouw
K. Breitenstein-Bcan en dc heer J. Bouw
man, oud-beheerder van het postkantoor
te Aerdenhout.
In de „Wonderlijke Avonturen van Zebe-
deüs" zegt Van Looy bij monde van een
zijner figuren: „Kunst is arbeid het is
arbeid in de hoogste zin die de waarde der
kunst bepaalt...." Deze uitspraak is ka-
rakteristeik voor Van Looy, in wiens
levenswerk veelal een element van moei
zame „arbeidzaamheid" navoelbaar is. De
aarcl van zijn beeldend oeuvre zowel als de
stijl zijner geschriften doen vermoeden dat
voor Van Looy het zwaartepunt van die
arbeid heeft gelegen in het uitoefenen van
het kunstenaars-métier als zodanig, in het
ambahctelijke dus en niet in de werkzaam
heid, van de geest, voorafgaande aan de
scheppingsdaad. Men versta mij niet ver
keerd, als zou ik beweren dat de werk
zaamheid van zijn geest niet groot zou zijn
geweest. Het rijke, tweeledige oeuvre,
neerslag van een leven vol hooggestemde
gevoelens en gedachten, weerlegt zulk een
opvatting reeds afdoende. Maar ik wilde
als mijn overtuiging te kennen geven dat
Van Looy's roeping het zwaarst geweest
zal zijn, waar de veelheid en de adel dezer
gedachten en gevoelens, hetzij in beeld,
hetzij in woord, tastbaar gemaakt
moesten worden. Wanneer deze diag
nose juist is, zou het scheppingsproces
bij Van Looy een volledige tegenstelling
vormen tot de opvatting die Shakespeare
hieromtrent in het algemeen koesterde. In
„Macbeth" laat hij Lady Macbeth zeggen,
dat de daad „niets" is, alleen het overleg
tot de daad en de bespiegelingen omtrent
de daad. Lodewijk van Deyssel noemt
„Macbeth" dan ook een studie van de
„Worsteling om de daad": het gaat om „het
te boven komen der bespiegelingen", aldus
Van Deyssel. Zulks geldt zeer zeker ook
ten aanzien van de scheppende kunstenaar.
Men zou kunnen aanvoeren dat bijvoor
beeld ook een Van Gogh „gearbeid" heeft
in de zin als ik Van Looy toeschrijf. In
zekere zin is dit ook juist: ergens gewaagt
Vincent er zelfs van hoe hij op een teke
ning „gesjouwd" heeft. Maar bij hém lag
het zwaartepunt toch meer op „het te boven
komen der bespiegelingen", uiteraard ook
omdat Van Gogh's geestelijke gestalte gro
ter was. Zijn visie was universeler, Van
Looy kon moeilijk de vereiste afstand ne
men van zijn object om dat uit te heffen
tot het niveau, waar eeuwigheidswaar
den gelden. We zijn in Van Looy's geschil
derd werk getuige van een onafgebroken
worsteling met de stof, dat wil zeggen met
de verf, die hij „be-arbeidt" als de eerlijke
handen van een boer zijn land. Voor mij
heeft deze „werkzaamheid" van de trouw
hartige mens, die Van Looy geweest is,
altüd iets tragisch, omdat het mij de in
druk geeft dat hijzelf niet weinig geleden
heeft onder de tegenstand die de materie
hem bood. Dat Van Looy zichzelf daarvan
wel degelijk bewust is geweest, blijkt uit
zijn verzuchting tot Willem Witsen:
Bovendien heb ik een beroerd gestel,
ben lastig het meest voor mezelf en alles
behalve artistiek van levensopvatting."
Van Looy's artistieke werkzaamheid was
bovendien van scrupuleuze aard, getuige
tal van schilderijen die veelal té zeer
doorwerkt, soms zelfs dood-gewerkt zijn.
Merkwaardig hoe op luttele afstand van
zijn huis, in het gebouw waar zijn jeugd
lag, de schilder glorifiëerde, die Van Looy's
volstrekte artistieke antipode is: Frans
Hals. Overtuigender bewijs hiervan is niet
te geven dan de copie die Van Looy maakte
naar enige handen uit een schuttersmaal
tijd. Door de moeizaamheid zijner „ver-
taal-trant" deed hij Hals' leven stollen,
smoorde hij het in de verf.
Niettemin was Van Looy een kunstenaar
van formaat. In de sferen van zijn beeldend
scheppen kan men zich daarvan overtui
gen in enkele schilderijen, doch vóór alles
in zijn tekeningen en pastels. Dat we zijn
grootheid bovenal in beide laatstgenoemde
technieken erkennen baart geen verwon
dering, omdat deze de kunstenaar bevrijd
den van cle strijd waartoe de schilder
techniek hem dwong. Maar toch wist Van
Looy somwijlen óók in de olieverftechniek
bijzondere schoonheid te scheppen. Hoe
subliem is de onvoltooide „Witte poes in
het venster": een feest van zomerlicht en
een loflied op de intimiteit! En hoezeer
trof Van Looy de sfeer van het volksfeest
in zijn Breitneriaans opgevat doek met de
koninklijke calèche tijdens de Kronings
feesten, een zéér uitzonderlijk werk, waar
in men zou menen met een vurig impres-
sionnist te doen te hebben! Bijzonder ge
voelig zijn ook de meeste voorstudies voor
„Aaltje". Merkwaardig weer hoe de
droom, tot in de voorstudie van de kinder
handen aanwezig, verbroken werd in de
definitieve uitvoering, die wederom smoor
de in de verf. Tot een der subliemste brok
ken behoort zeker de voorgrond met de
zomerviolieren, in „de Hooiwagens" (bruik
leen Stedelijk Museum Amsterdam).
Maar zoals gezegd gehéél vrij toont
zich de kunstenaar in zijn tekeningen. In
1883 schreef Van Looy uit Rome naar Wit
sen: „Ja, dat alleen is nodig, krachtige
ogenblikkelijke ingeving, onverschillig of
de indruk van buiten komt of van binnen.
En wat dat betreft, ik zal trachten dat het
programma van mijn leven te maken.
„Ogenblikkelijke ingeving" dus en niét
indruk, hetgeen meer zou duiden op een
impressionnistische belijdenis en daarom in
strijd zou zijn geweest met het wezen van
Van Looy, die nooit pur-sang impressionnist
kón worden. Onder Van Looy's tekeningen
zijn er talrijke die we bewonderen als
meesterwerken; meesterwerken die ons de
verrukking geven van „krachtige ogenblik
kelijke ingeving". Het is aan de lezer, die
ook bezoeker zal zijn van de tweede jaar
lijkse Van Looy-tentoonstelling (geopend
tot 8 Juli) om deze meesterwerkjes te ont
dekken. Ik meende reeds een zeer superbe
studie gevonden te hebben in het hier ge
reproduceerde „krabbeltje", dat de ver
diensten heeft van een Rembrandt-teke-
ning!
Wij mogen dankbaar zijn dat zulk een
aanzienlijk deel van Van Looy's werk voor
Haarlem bewaard kon blijven, waardoor
wij getuige kunnen wezen van de strijd die
hij als kunstenaar heeft gestreden en de
overwinningen die hij heeft behaald op
dikwijls onaanzienlijke stukjes tekenpapier,
die onder zijn gevoelige hand van blijven
de waarde werden.
Zolang de duizenden Haarlemmers, van wie
we enige belangstelling voor cultuur kun
nen verwachten. Van Looy nog niet hebben
leren kennen, blijft de jaarlijks weerkeren
de expositie een dringende Haarlemse aan
gelegenheid!
H. P. BAARD.
ADVERTENTIE