HARTENDORP j itterair© Kanttekeningen feasssw Een geziene verschijning Internationaal filmfeest in stad op de grens van twee werelden Oud-onderwijzeres uit Seattle zond acht ton goederen naar Haarlem t&SFZtmt*.met d.ichters SS»? «na de ™11"- a v°of Haarlem Rcclamc Vragen over de positie van het Concertgebouw-Orkest MIJNHARDTJES: bestrijders van sterke pijnen Italië en Frankrijk aan de spits Twee nieuwe strijkkwartetten Nieuw portret van Pius X Particuliere actie na de bevrijding uit bewondering voor de Hollanders Over Beeldende kunst JACOBUS VAN LOOY Heringa Wuthrich HAARLEM CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS ifi EfcD AG 16 JUNI 1951 jFF LAST: „De rode en de witte lotus" (Uitgeverij F G. Kroonder, Bussum) een r, ,pcsEN der menselijke VA^' D {t geleerd, dat Sal W tot een pro- >Ll6?oe samengesteld noe vo! "°rd(-oet het onze, het lingen moei'geladen mct vol £5* "it'hërên^eThet Westerse ,JttËS moet h rtolnri(?n met on- <3 berstens - 'Sn, met aanklachten en 'W'Eo'efi018 ^„ïdeevoelens en ran- ^Tcén, md schu g nihilisme, j-«m mi bectreio waarschuWend en 'told en Sons b inken in de wanhoops- ^!dïTP SS Mann, Thomas SS^SeVStïkel7waarv Z1] ?7taling verscheen Klaus Mann spra* -aanoblad. ,rooa meJ. dichters, en waarmee van 'het leven afscheid van in in een ■:'Cl ,^01 a5e. en P0''met Sts^»eSnk- ^Jf^agt hij "Ch tenslotte af, cpI ik geloof in het goede. gebleven, in de zin van menselijke bestemming en gieren, i« uc v.-anwenfe is het. die natio- schrijvers en dich- S"intcrnïSeid voor de keuze ffl PfTivoren toren en het strijd- Mluft'en dehrnner, wier levens- Infaan een schijn van afzi.i- .Cnihen noa lovcn, niets liet ^1!S "beproetd= weerbaren (in .^cestem der Jn polltiek-ge- iSlSen *K°os,lers NaChtn,n .jssot hoek25ste Uur) cn die Sfm Wells, Orwell Hux- a anderen- de: een toekomstbeeld deed Ar,Graves --0f verlossing. i** va.nena«ende3 virtuositeit heeft ÏSJ? fp Sa der tot probleem 'e' Fm'opese^ cultuur verwerkt, cn SgLodische toekomstfantasie, vim-erhaal en symbolische ro- "«ïkjeen realiteit, verbeelding van ^Staten van de dag des oordeels, :!tow en idealistische getuigenis tegc- iU'7r' te zijn. Wat hem tot het Russi- ^€Se voerde en er weer van Shèmineen dertigtal schrijvers. {Si aan tegenstellingen: d.cta- 7 Seid geweld en weerloosheid, zie? drift en geest, wetenschap en -•denken en meditatie. Marxisme wedergeboorte en de in waan be\ an- van de wereld - dat alles heeft ?en(en niet in alle opzichten bevre- a kunnen) samenvatten in het heek tor, zee; nabije toekomst: van China -••reeks 1955. China niet enkel als lano T vrategisch-catastrofale, maar ook Ede geestelijk-bevrijdende sleutelpositie "W aansluitend bij hoogst actuele .^verhoudingen en gebeurtenissen in CVe.-re en Nabije Oosten beschrijft hij ii'China dat, omstrikt door het vangnet fc teemde invloeden, de levende kern eeuwenoude geestkracht, van zijn 1WU en schoonheid, zijn culturele tra- Te ongeschonden wist te bewaren het -•■: cat Last vele jaren als sinoloog be- r jeerde en in welks „renaissance" en eXende kracht hij gelooft. Dat China rr in zijn fantasie tot schouwtoneel van ■'üirhien die ten verderve voeren in hun -reiïk-reëel spel om de heerschappij. 17-moeite herkent men de symbolen, last voor elk daarvan heeft gekozen: z üi'ij-secretaris Liau (organisatie van ijnacht"), de volkscommissaris Tsjoeng kcynischedictatuur), de Gpoe-chef Sjer pski (lyrannie van het boze), de leger eerder Koe Loeng (de wreedheid), de ïïkaturistYen (het trouweloos verraad), ie Amerikaanse Trotzkist Donahue (ge ne! exponent van het Westerse techni- neknner.). En temidden van hen allen: k?. de generalissimus, in wie China's •dysica voortleeft in het verlangen naar e hernieuwing in een gemeenschap, >Ede schoonste droom der mensheid in Trailing gaat: de aardse harmonie als rsceeld der eeuwige. 0: zijn gestalte valt het licht van de Zijn menselijkheid, gevoed door de Lsische traditie, is het die hem zich if. vatwcrsteleR aan de machten, wier :-±e! hij is. Zijn gevoelens van humane rariteit doen hem geloven aan de heils- Koschapder „Witte Lotus", de geestelijke iag der massa-organisatie die de „Rode ADVERTENTIE ^WOOXCOXCCCCCCCCOOXÖXCCCOD OCCCOCOCOOT"" Elite vrouw, die haar jeugdig figuur langdurig weet te behouden, zal ongetwijfeld in elke omgeving een geziene !|guur blijven. fen WALA-corset zal "Moe in niet geringe We bijdragen. Gen. Cronjéstraat 52 Tel. 18104 SS-Rph„G JUN-I fif~brandl- w ulrein' 3 uur en /J',en 9.15 tuf p ,ember-Affair 14 j„ alle i j 41* '?as Kind de>' ^>verlady'. IR ft ,en 9-15 Hals- w!V".2' 4'15- 7 en 9.15 vA --30,7 'en q rnS V3n miJnheer", ..My DIS 2'15- 4-30, 7 iLC-^ee YankePe" 'r.en van Martin H j., 2.30. 7 en ^Mn&AhG 17 JUNI Middag Pn"!,X.t.eri;ein' 3 en 8 uur 1 Wa'p. P5°!"ixt®ri'ein, 8 en avondvoorstellingen. Lotus" is geheten. Vier meesters telt de Witte Lotus, vier voorgangers, elk een wijs gerige stroming van het Hemelse Rijk symboliserend. Laat men de onheilspellen de verbeelding van de rampen (die van de waterstofbom incluis), van de duivelse mo gelijkheden der techniek, voor wat zij zijn, ontdoet men de roman van het (overigens boeiende) bijmengsel van avonturen en politieke intriges als zijnde niet meer dan de actuele bolster, dan tekent zich de idea listische kern van Last's toekomstroman scherper af: de gesprekken tussen generaal Wang en de vier Meesters van de Witte Lotus: met de meester van Tau (de vol strekte overgave aan de fundamentele „wet" van het Heelal), de Meester van het Verzaken (de Boeddhistische bevrijding van de aardse schijn), de Meester van de Yogi (uiterste concentratie der geestkracht, die de stof doordringt en beheerst), de Meester der Woestijnen (voor wie, in Mo hammedaanse zin, de materie een verschij ning, een openbaring van Gods genade is). In allen herkent Wang het verlangen naar harmonie, vrede, eenheid, waardige mensenstaat, eerbied voor het leven, er kenning van de geest. Maar wat hen ver énen kan, openbaart de Grote Onbekende, de Vrouw, Amy ééns Wang's echtgenote. Zij is de opperste leidster van de Witte ADVERTENTIE 1 wm W-: VOOP ff BEL—1=5510 Adviezen Ontwerpen Uitvoering Lotus cn symbool der Christelijke liefde. Ze schiet te kort, deze liefde. Ze wordt verstaan, maar niet beleden. Zc is gehoord, maar niet beantwoord. Het noodlot voltrekt zich. De blinde kracht van de „wil tot de macht" (de waterstofbom) vaagt een mens dom weg en laat enkel utopistisch-sym- bolisch element Wang cn Amy, geest en liefde, als „eerste mensenpaar", op een verwoeste aarde in plaats van in een para dijs, ongedeerd, opdat dc zuivere mensen liefde nog harten vinden zal, waarin ze wonen kan. „Hoe vaker men mij zegt, dat waarheid, gerechtigheid en schoonheid mensenwerk zijn, des te dieper raak ik ervan overtuigd, dat het de taak van de mens is, hen in stand te houden. De mens is verantwoorde lijk voor God." Dat is een uitspraak van Gide, van de bejaarde André Gide wel te verstaan, wiens invloed Jef Last nadrukke lijk ondergaan verklaard te hebben. In drukwekkender zou hij daarvan getuigd hebben, als hij aan „De Rode en de Witte Lotus" een minder 'hybridisch karakter had gegeven. C. J. E. DINAUX. De heer R. Ie Cavelier, lid van de ge- meeteraad, heeft de volgende vragen ge richt tot B. en W. van Amsterdam: „Is het B. en W. bekend dat er in de kringen van de vrienden van het Concert gebouw en zijn orkest grote ongerustheid bestaat omtrent de positie dezer instelling en haar mogelijkheden voor het komende seizoen? Kunnen B. en W. mededelen ol de voorbereiding van het nieuwe seizoen, waarvoor van de zijde van het rijk en de gemeente een beroep op het orkest en de naamloze vennootschop zou worden ge daan, ter hand genomen is cn waarom de gebruikelijke publicaties tot nu toe achter wege zijn gebleven? Indien B. en W. het niet mogelijk achten de door hen gewenste structuurwijziging tijdig aan tc brengen, is de N.V. Het Concertgebouw dan bereid op de oude wijze voort te gaan, opdat het bestaan van deze voor Amsterdams cul turele leven zo belangrijke instelling ver zekerd is en er geen gaping ontstaat ten nadele van het orkest, het prestige en de financiën der overheid? ADVERTENTIE BERLIJN Nadat de internationale film kringen in April te Cannes bijeen kwa men, zijn zij nu te Berlijn verenigd, even eens op een filmfestival, Duitsland" eerste na de oorlog. De Senaat van Berlijn (van West-Berlijn wel te verstaan, want in deze ene stad komen twee steden, of eigenlijk zelfs twee werelden, tezamen) organiseer de deze „Filmfestspiele" en kan inderdaad op succes bogen, want alle grote filmpro- ducerende landen, behalve die van achter het IJzeren Gordijn, zonden films, film sterren" en filmregisseurs. Ook vele klei nere filmproducenten, bijvoorbeeld die van Nederland, zijn vertegenwoordigd. Dit festival onderscheidt zich van die in andere oorden. Cannes, Knokkc, Venetië, zijn „luxe plaatsen", die je de indruk geven, dat men er geen zorgen kent. Te Berlijn wordt je elk ogenblik van de dag geconfronteerd met de harde werkelijkheid vkn een stad, die zich blijkens haar vele ruïnes, haar enorme puinmassa's, nog geenszins hersteld heeft van de zeer harde slagen van de oorlog en die niet tot rust kan komen als gevolg van haar positie op de grens van twee werelden. Die positie was aanleiding tot de organi satie van dit festival, waarin de West-Ber- lijners willen tonen, hoezeer ze zich één voelen met de Westerse wereld. De ver bondenheid demonstreert zich in de enor me ovaties, juist voor buitenlandse film mensen, ook al zijn ze niet eens zo bij zonder bekend, vooral als ze wat zeggen over samenwerking, verbroedering dei- volken of iets van dien aard. Zulke ova ties bracht men, om slechts enkele voor beelden te noemen, aan de Franse Bernard Blier en Suzy Delair, aan de Italiaan Curzio Malaparte. Heel veel filmvoorstellingen zijn uitver kocht, hoewel het Titania Palast, waar de meeste voorstellingen worden gegeven, van indrukwekkende afmetingen is en de Wald Bühne, waarin de overige vertoningen plaats hebben, met zijn 20.000 zitplaatsen zelfs 's werelds grootste openluchtbioscoop vormt! Op de openingsavond was de be langstelling zo groot, ook buiten de zaal, dat de politie slechts met de grootste moeite de duizenden toegestroomde Berlijners er toe kon bewegen de gasten althans door tocht naar het theater te verlenen! Duits filmmoeilijkheden Duitsland wil zijn achterstand inlopen, ook op filmgebied. Daartoe heeft het zijn verwoeste studio's met bewonderenswaar dige energie weer opgebouwd en van een technisch-perfecte installatie voorzien. In tussen zijn de moeilijkheden nog groot. De vaklieden zijn na 1933 uitgezwermd over de wereld. In de oorlog leed uiteraard ook de cinematografie haar zware verliezen aan mensenlevens en slechts een klein deel van de ervaren technici en artisten keerde na die oorlog in de Duitse studio's terug. Dus moest men niet slechts wat het materiaal betreft vrijwel opnieuw van onderaf aan beginnen. Daar komt dan nog bij, dat circa de helft van de Berlijnse en vermoedelijk ook in het algemeen van de Duitse biosco pen verwoest is, dat er economische moei lijkheden bij de vleet zijn en dat het land overstroomd is met Amerikaans films. Dit alles tezamen, met de bepaling dat men in een festival slechts films mag vertonen, die nog niet eerder in het land werden uitge bracht, maakt het begrijpelijk, dat de Duit se films in dit festival nog van vrij be scheiden kwaliteiten bleken te zijn. Tot nu toe beantwoordde alleen dr. FIoll, een film van Rolf Hansen, aan de verwach tingen. De „story" van die film, van Thea van Iiarbou, is nogal melodramatisch, maai de film zit uitstekend in elkaar cn wordt prachtig gespeeld, onder anderen door de jonge Zwitserse actrice Maria Schell (die in ons land Gretchen in Goethe's Faust heeft gespeeld) en de bejaarde en beroemde Duitse acteur Otto Gebühr, die met de rol van Frederik de Grote („der alte Fritz") is vergroeid. Tien oude film-Fritzen Otto Gebühr is een sympathieke baas, die me direct aan mijn grootvader deed denken, al was het slechts omdat hij „Mein Junge" zei en telkens op een patriarchale manier m'n hand greep, als hij me wat wilde uitleggen. Hij is in 1925 in Nederland geweest. Dat was bij de première van een van mijn „Alte Fritz-films", zegt hij. Eén van die films?, vraag ik verwon derd. hebt u koning Frederik dan zo vaak gespeeld? O ja, in tenminste tien films! Voor het ADVERTENTIE DE STOFZUIGER SPECIAALZAAK Gen. Cronjéstraat 43 - Kruidbcrgcrweg 51 Telefoon 16990 - 17696 Spaarne 3 Vanaf ƒ2.50 per week. Ook voor reparatie en onderdelen van alle merken. eerst in een bijrol, 32 jaar geleden. Paul Wegener ontdekte me daarvoor. Later werd het thema opnieuw verfilmd. Ik speelde de oude Frits ook herhaaldelijk op het toneel. Ik speelde veel klassieken, ook veel werk van mijn vriend Gerhard Hauptmann, maar het publiek wil mij sinds 32 jaar nu een maal vooral als de oude Frits zien en daar kom ik niet meer van af. Ik heb die rol wel eens vervloekt hoor! In de oorlog bij voorbeeld, toen ik gedwongen was, haar weer eens te spelen. „De grote Koning" heette die film en het thema was „volhou den", want het ging die jongens van I-Iitler toen niet zo best meer. Ik had die rol, ook op het toneel, zo vaak gespeeld, dat ik op Marga López (als Manucla) cn Alicia Caro (als de sympathieke lerares) in de nieuwe Mexicaanse verfilming van Meisjes in uniform". den duur niet kon weigeren. Enfin, dat is voorbij! if- Om weer tot de films terug te keren: de Italianen en de Fransen hebben de beste papieren voor de grote prijzen. Van de Fransen zagen we tot nu toe „Afzender on bekend", die in Nederland al vertoond is, en „mevrouw Panama", waarin Suzy De lair haar vlotte chansons zingt en Louis Jouvet met veel zwier een anarchistische fotograaf speelt. De Italianen zonden een aantal van hun sterkste werken naar het festival. De Mexicanen zijn eveneens royaal ver tegenwoordigd, met films (waaronder een nieuwe verfilming van Meisjes in Uniform) cn met actrices, zoals Maria Felix, die „de mooiste' vrouw van de wereld" wordt ge noemd. Of die actrice inderdaad „de mooi ste" is kan ik moeilijk beoordelen, want ik ken niet al haar millioenen sexegenoten, maar heel mooi is zij in elk geval wel. Zij trekt sterk de aandacht, hoewel men hier toch wel wat gewend is op dit gebied en de „eigen voorraad" dezer dagbn nog eens is aangevuld met enige honderden beeld schone Parijse mannequins, die hier in een „modeweek" optreden! JAN KOOMEN. Antieke koperen luchters in de Domkerk terug Drie antieke luchters, die eeuwenlang tot de inventaris van de Domkerk te Utrecht hebben behoord en die thans in het. bezit zijn van de Royal Insurance Company Ltcl te Liverpool, zullen naar Utrecht terug keren. De luchters waren in 1827 om financiële redenen door het kerkbestuur verkocht. Met medewerking van de Nederlandse am bassadeur te Londen is het gelukt de direc tie van de Engelse Verzekeringsmaatschap pij te bewegen van de luchters afstand te doen. Zij werd zelfs bereid gevonden de kronen aan de gemeente ten geschenke aan te bieden. Het is de bedoeling dat de kronen weer het interieur van de Domkerk zullen sieren. Het gemeentebestuur zal aan de schen kers een antieke kast aanbieden als blijk van erkentelijkheid. 'Mf - Jacobus van Looy (18551930): Figuur studie, omstreeks 1912. (Museum „Het Huis Van Looy"). Het volgende seizoen zullen enkele nieu we kwartetten op de Nederlandse muziek- podia concerteren. Het Amsterdams Strijk kwartet heeft een geheel nieuwe formatie gekregen. Alleen Nap dc Klijn blijft van de huidige bezetting over. Ook in het nieu we kwartet speelt hij eerste viool. Verder is de samenstelling als volgt: Jo van Hel den, tweede viool; Paul Godwin, altviool en Caret van Leeuwen Boomkamp, cello. Voor het eerst is in Nederland ook een dameskwartet gevormd: het „Kossmann- kwartet", dat in Juni in het programma van de NCRV debuteert met het Kwartet opus 18 nr. 1 van Ludwig van Beethoven. De samenstelling is: Annie Kossmann, eerste viool; Eugénie Metlwier, tweede viool; Mike Feltkamp-Scagcr, altviool en Regina Wijnalcla, cello. De Haagse schilder Antoon van Welie, die een drietal Pausen heeft geschilderd, legt de laatste hand aan een nieuw portret van de zalig verklaarde Paus Pius X. In 1905 schilderde hij Paus Pius X te Rome. In 1906 werd dit doek met andere werken van de schilder te Londen tentoongesteld. Van Welie was toen niet bereid het te ver kopen. In 1945 werd het portret bij het bombardement van het Bezuidcnhout te 's-Gravenhage gestolen. ADVERTENTIE Wij hebben gistermiddag een half uur tje aangenaam zitten praten met miss Bertha Winn, een gewezen onderwijzeres in de Amerikaanse stad Seattle in cle staal Washington, die in de eerste jaren na de bevrijding ongeveer acht ton kleren en voedsel heeft gestuurd naar gezinnen in Haarlem en omgeving, die deze hulp drin gend gebruiken konden. Miss Winn ver telde ons hoe deze actie is ontstaan, die zo eenvoudig begon cn zich als een sneeuw bal ontwikkelde. Uit een in September 1945 met Tiaar in Acrdenhout wonende, doch uit Seattle af komstige vriendin mevrouw K. Breiten- _stein-Bean gevoerde correspondentie had miss Winn de indruk gekregen, dat zij best iets zou kunnen ondernemen om op bescheiden schaal de ergste nood in enkele haar bekende gevallen te lenigen, bij voor beeld door het sturen van kleding, zeep en levensmiddelen. Het begon met schoeisel voor de postboden in Aerdenhout. van wie mevrouw Breitenstein op papier de omtrek van de voeten had getekend. In totaal zijn er 78 paar schoenen de Atlantische Oceaan overgestoken! Deze eerste zendingen hadden een leven dige briefwisseling tengevolge (het aardige van de Hollanders was, dat ze direct voor het ontvanger.e bedankten, meestal per luchtpost, zegt miss Winn), waaruit bleek dat er nog allerlei andere behoeften be stonden, ook in andere, gezinnen. Eén van haar zusters heeft alle gegevens op formu lieren verwerkt, zodat er langzaam maar zeker een complete administratie ontstond. Al spoedig kwamen er aanvragen van ken nissen uit Seattle, die van deze particuliere actie hadden gehoord, of ze mochten mee doen. Er stroomden zoveel goederen bin nen, dat miss Winn een grote kamer in haar woning als opslagplaats moest reser veren. De mensen stonden waarlijk niet het eerste het beste af, doch alleen artikelen van prima kwaliteit en kledingstukken in geheel of zo goed als nieuwe staat, die zij zonder aarzeling afstonden uit hun wel voorziene provisiekasten of garderobes. Men deed dat alles uit waardering voor de Hollanders, die men in dit gebied van Amerika terdege heeft leren kennen. Velen wonen er al tientallen jaren. Zij hebben iets goeds naar ons district gebracht, zegt miss Winn, zoals gezellige huizen en mooie tuinen. Bovendien bewonderen wij de Hol landers als goede burgers. Dat bleek ook nu weer, want iedereen schreef eerlijk als er geen verdere hulp geboden behoefde te worden. De actie breidde zich ook naar buiten uit. Boeren uit de omtrek adopteerden zelfs een geheel weeshuis, vrouwenclubs uit Washington en Oregon (een zuster van miss Winn werkte op het bureau van de nationale federatie daarvan) belastten zich met het rechtstreeks zenden van kinder kleren. Miss Winn kreeg bovendien de hulp van mensen uit de buurt, die mede werkten bij het inpakken cn wegbrengen. In totaal bevatte de administratie na een jaar ruim honderd adressen, waarvan vijf in Rotterdam, vier in Amsterdam en de rest in Haarlem en Bloemendaal. De wo ning van mevrouw Breitenstein in Aerden hout, die trouw is blijven meewerken, diende hier als distributielokaal, als men het zo noemen mag. Niet tevreden was miss Winn over de Nederlandse douanevoorschriften, die het invullen van formulieren in viervoud ver eisten, waarop trouwens de gekste bijzon derheden moesten worden ingevuld. Maar ook de posterijen in Amerika maakten het werk niet eenvoudig. Eerst mocht een pak ket slechts vijf pond wegen, hetgeen niet veel is, als men bedenkt dat een paal schoenen alleen al vier pond weegt. Latei- maakte men er 11 en tenslotte 22 van. Ver der waren er strenge normen betreffende de afmetingen, zodat men soms een dikke man moest laten assisteren, wiens ge wicht er voor zorgde dat aan ieclere eis werd voldaan. Alle pakken zijn goed over gekomen, behalve een zending kindervoed- sel. die is bedorven als gevolg van het lange blijven liggen door de havenstaking in Rotterdam. Hartelijke dank Eind 1947 werd de actie gestaakt, daar er geen reden was het werk langer voort te zetten. De burgemeester van Bloemen daal en de afdeling Haarlem van Neder lands Volksherstel stuurden brieven ter vertolking van dankbaarheid voor de be wezen diensten naar Seattle, hetgeen har telijk is gewaardeerd. Gisteravond heeft miss Winn. die nog tot 22 Juni bij mevrouw Breitenstein in Aer denhout logeert, het grootste gedeelte van de mensen, die zij geholpen heeft, ontmoet in het gebouw van de Open Religieuze Ge meenschap, waar zij werd toegesproken door de heer J. Bouwman, oud-beheerder van het postkantoor in Aerdenhout en waar haar talrijke geschenken (een lamp, tegels en zelfs een fraaie jeneverkruik) overhan digd werden. De zaal leek wel een bloe menwinkel. Men kan niet zeggen dat het een kennis making was, want het bleek dat miss Winn alle brieven zo goed gelezen had. dat zij eigenlijk temidden van oude vrienden ver toefde. Er heerste dan ook een sfeer van zeldzaam prettige verstandhouding. Deze foto werd gemaakt tijdens de dank betuiging aan miss Bertha Winn uit Seattle, die men hier ziet tussen mevrouw K. Breitenstein-Bcan en dc heer J. Bouw man, oud-beheerder van het postkantoor te Aerdenhout. In de „Wonderlijke Avonturen van Zebe- deüs" zegt Van Looy bij monde van een zijner figuren: „Kunst is arbeid het is arbeid in de hoogste zin die de waarde der kunst bepaalt...." Deze uitspraak is ka- rakteristeik voor Van Looy, in wiens levenswerk veelal een element van moei zame „arbeidzaamheid" navoelbaar is. De aarcl van zijn beeldend oeuvre zowel als de stijl zijner geschriften doen vermoeden dat voor Van Looy het zwaartepunt van die arbeid heeft gelegen in het uitoefenen van het kunstenaars-métier als zodanig, in het ambahctelijke dus en niet in de werkzaam heid, van de geest, voorafgaande aan de scheppingsdaad. Men versta mij niet ver keerd, als zou ik beweren dat de werk zaamheid van zijn geest niet groot zou zijn geweest. Het rijke, tweeledige oeuvre, neerslag van een leven vol hooggestemde gevoelens en gedachten, weerlegt zulk een opvatting reeds afdoende. Maar ik wilde als mijn overtuiging te kennen geven dat Van Looy's roeping het zwaarst geweest zal zijn, waar de veelheid en de adel dezer gedachten en gevoelens, hetzij in beeld, hetzij in woord, tastbaar gemaakt moesten worden. Wanneer deze diag nose juist is, zou het scheppingsproces bij Van Looy een volledige tegenstelling vormen tot de opvatting die Shakespeare hieromtrent in het algemeen koesterde. In „Macbeth" laat hij Lady Macbeth zeggen, dat de daad „niets" is, alleen het overleg tot de daad en de bespiegelingen omtrent de daad. Lodewijk van Deyssel noemt „Macbeth" dan ook een studie van de „Worsteling om de daad": het gaat om „het te boven komen der bespiegelingen", aldus Van Deyssel. Zulks geldt zeer zeker ook ten aanzien van de scheppende kunstenaar. Men zou kunnen aanvoeren dat bijvoor beeld ook een Van Gogh „gearbeid" heeft in de zin als ik Van Looy toeschrijf. In zekere zin is dit ook juist: ergens gewaagt Vincent er zelfs van hoe hij op een teke ning „gesjouwd" heeft. Maar bij hém lag het zwaartepunt toch meer op „het te boven komen der bespiegelingen", uiteraard ook omdat Van Gogh's geestelijke gestalte gro ter was. Zijn visie was universeler, Van Looy kon moeilijk de vereiste afstand ne men van zijn object om dat uit te heffen tot het niveau, waar eeuwigheidswaar den gelden. We zijn in Van Looy's geschil derd werk getuige van een onafgebroken worsteling met de stof, dat wil zeggen met de verf, die hij „be-arbeidt" als de eerlijke handen van een boer zijn land. Voor mij heeft deze „werkzaamheid" van de trouw hartige mens, die Van Looy geweest is, altüd iets tragisch, omdat het mij de in druk geeft dat hijzelf niet weinig geleden heeft onder de tegenstand die de materie hem bood. Dat Van Looy zichzelf daarvan wel degelijk bewust is geweest, blijkt uit zijn verzuchting tot Willem Witsen: Bovendien heb ik een beroerd gestel, ben lastig het meest voor mezelf en alles behalve artistiek van levensopvatting." Van Looy's artistieke werkzaamheid was bovendien van scrupuleuze aard, getuige tal van schilderijen die veelal té zeer doorwerkt, soms zelfs dood-gewerkt zijn. Merkwaardig hoe op luttele afstand van zijn huis, in het gebouw waar zijn jeugd lag, de schilder glorifiëerde, die Van Looy's volstrekte artistieke antipode is: Frans Hals. Overtuigender bewijs hiervan is niet te geven dan de copie die Van Looy maakte naar enige handen uit een schuttersmaal tijd. Door de moeizaamheid zijner „ver- taal-trant" deed hij Hals' leven stollen, smoorde hij het in de verf. Niettemin was Van Looy een kunstenaar van formaat. In de sferen van zijn beeldend scheppen kan men zich daarvan overtui gen in enkele schilderijen, doch vóór alles in zijn tekeningen en pastels. Dat we zijn grootheid bovenal in beide laatstgenoemde technieken erkennen baart geen verwon dering, omdat deze de kunstenaar bevrijd den van cle strijd waartoe de schilder techniek hem dwong. Maar toch wist Van Looy somwijlen óók in de olieverftechniek bijzondere schoonheid te scheppen. Hoe subliem is de onvoltooide „Witte poes in het venster": een feest van zomerlicht en een loflied op de intimiteit! En hoezeer trof Van Looy de sfeer van het volksfeest in zijn Breitneriaans opgevat doek met de koninklijke calèche tijdens de Kronings feesten, een zéér uitzonderlijk werk, waar in men zou menen met een vurig impres- sionnist te doen te hebben! Bijzonder ge voelig zijn ook de meeste voorstudies voor „Aaltje". Merkwaardig weer hoe de droom, tot in de voorstudie van de kinder handen aanwezig, verbroken werd in de definitieve uitvoering, die wederom smoor de in de verf. Tot een der subliemste brok ken behoort zeker de voorgrond met de zomerviolieren, in „de Hooiwagens" (bruik leen Stedelijk Museum Amsterdam). Maar zoals gezegd gehéél vrij toont zich de kunstenaar in zijn tekeningen. In 1883 schreef Van Looy uit Rome naar Wit sen: „Ja, dat alleen is nodig, krachtige ogenblikkelijke ingeving, onverschillig of de indruk van buiten komt of van binnen. En wat dat betreft, ik zal trachten dat het programma van mijn leven te maken. „Ogenblikkelijke ingeving" dus en niét indruk, hetgeen meer zou duiden op een impressionnistische belijdenis en daarom in strijd zou zijn geweest met het wezen van Van Looy, die nooit pur-sang impressionnist kón worden. Onder Van Looy's tekeningen zijn er talrijke die we bewonderen als meesterwerken; meesterwerken die ons de verrukking geven van „krachtige ogenblik kelijke ingeving". Het is aan de lezer, die ook bezoeker zal zijn van de tweede jaar lijkse Van Looy-tentoonstelling (geopend tot 8 Juli) om deze meesterwerkjes te ont dekken. Ik meende reeds een zeer superbe studie gevonden te hebben in het hier ge reproduceerde „krabbeltje", dat de ver diensten heeft van een Rembrandt-teke- ning! Wij mogen dankbaar zijn dat zulk een aanzienlijk deel van Van Looy's werk voor Haarlem bewaard kon blijven, waardoor wij getuige kunnen wezen van de strijd die hij als kunstenaar heeft gestreden en de overwinningen die hij heeft behaald op dikwijls onaanzienlijke stukjes tekenpapier, die onder zijn gevoelige hand van blijven de waarde werden. Zolang de duizenden Haarlemmers, van wie we enige belangstelling voor cultuur kun nen verwachten. Van Looy nog niet hebben leren kennen, blijft de jaarlijks weerkeren de expositie een dringende Haarlemse aan gelegenheid! H. P. BAARD. ADVERTENTIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1951 | | pagina 7