14.85
Drachtige aardbeienoogst begon onder
de veilingklok door te rollen
"erste „speciale veilingen" in Beverwijk
Beverwijks publiek werd in het afgelopen
seizoen op goede zang en muziek onthaald
Voorzichtigheid eerste vereiste
anders zakt ge in de modder
REGENJACKS
■Clowiritje Kiek
De Egyptische
Koningin
HOOP OP SAPPIG SEIZOEN
„Aardbeien-geboden"
van de heer Jac. de Weyer
Hoogovens en aardbeien
TERUGBLIK
Uitblinkend „vakwerk van harmoniekapel De Eendracht
Agenda voor Beverwijk
BIJ EXAMENS
Orgelconcert met solozang
In een krotwoning te Nieuw-Vennep
Geen brandverzekering want
de schoorsteen is onbetrouwbaar
IJMU1DER KLEDINGMAGAZIJN
Voor de kinderen
FEUILLETON
Castricütt
WOENSDAG 2 0 JUNI 1951
Voo: het derde jaar in successie is Klaas
Wagter gistermiddag als eerste onder de
„aardbeienkiok" doorgereden met een kar
vol sappige Moulin Rouge", wat geen Pa-
rijse tingeltangel maar een blozende Ken-
nemer aardbei is. Dat wordt zo langzamer
hand een erezaak voor Klaas en hij heeft
er graag een uurtje wachten voor over in
de smalle sleuf tussen de banken van het
veilinggebouw „Kcnnemerland" aan Bc-
verwüks Breestraat. De zestig sloffen heb
ben hem f 2.40 per stuk opgebracht, dat is
een dubbeltje minder dan hij vooraf schat
te. maar het is zo slecht nog niet, als men
bedenkt, dat de „Madame Lefeber", een
vroege soort, de dag tevoren al tot f 1.60 j
per slof zakte. Maar „Madame" loopt dan j
ook al weer aardig op haar laatste benen t
en de „Moulin Rouge" moet het nog een 1
paar weken van het komende hoogseizoen j
uithouden, te beginnen met Donderdag of
Vrijdag, als de grote massa verwacht wordt.
Langs de smalle wegen en in de lage hui-
zen der tuinders zijn momenteel niet zo j
heel veel bedrukte gezichten te vinden. De
regen is net op tijd gekomen en al kan er
hunnentwege wel weer eens een buitje
komen, de oogst staat er puik voor en de
kwaliteit is stukken beter dan vorig jaar.
Er is weer wat hoop op een begin van de
export op Duitsland, de binnenlandse
markt is nog gretig en de jam- en conser-
venfabrieken hebben hun belangstelling
niet onder de veilingbanken gestoken, te
meer daar de pulp van verleden jaar
schoon op is.
Dat verdienen de tuinders overigens
ook wel, want er worden nu lange
dagen gemaakt langs de duinrand
vijf uur op met het hele gezin en dan
hard poot-aan tot negen uur 's avonds
met bovendien de groentetuin er
ook nog bij, die haar producten even
eens kwijt wil aan de oogstende han
den der kwekers.
De eerste speciale aardbeienveiling van
dit jaar heeft geen overweldigende aan
voer te verwerken gekregen, maar dat
wordt de komende dagen wel beter, want
de oogst staat er, zoals gezegd, uitstekend
voor. Dat was voor de rij der eerste veiling-
klanten'wel plezierig, want de exporteurs
in de banken drukten maar zelden beneden
de f 2.per slof af, zodat er goed geld ge
maakt is. Het zal echter van de export af
hangen of het seizoen slaagt ze weten
het stuk voor stuk heel zuiver. Er is ge
lukkig ook dit jaar weer een bodem in de
markt gelegd, die in een „opvangprijs" van
f 0.45 voorziet. Op de normaal-verkochte
aardbeien wordt een heffing gelegd en als
er partijen mochten doordraaien, kan de
schade uit het aldus gevormde fonds be
streden worden. Dat „doordraaien" houdt
de aardbeien overigens wel degelijk voor
de menselijke consumptie vast, want ze
worden in dat geval als pulp gekuipt of tot
sap geperst.
De B.E.T.-veiling, die op particuliere
grondslag werkt en niet op coöperatieve
basis, zoals „Kennemerland". beleefde ook
gistermiddag de eerste volledige aard
beienverkoop; de prijzen lager hier iets
lager. Jac. Duyn Czn. kreeg voor zijn 45
manden „zure" maar f 1.80 van een Zaanse
liefhebber; later liep de prijs hier echter
op tot boven de twee gulden.
Het aardbeien seizoen is ontbrand en de
ventweg langs de Breestraat zal weer vol-
Bij de opening van de eerste speciale
aardbeienveiling van het seizoen heeft de
heer Jac.. de Weyer, directeur van de vei
ling „Kennemerland" een paar „geboden"
voor de komende drukke weken uiteen
gezet. Er wordt dit jaar een kwartje statie
geld voor de sloffen berekend, waarvan
0,22 wordt terugbetaald; voor de export
liggen deze prijzen op 0,27 en 0,22, mits
de sloffen vóór 1 September "terug komen.
Om te voorkomen, dat er weer geklaagd
wordt over de Beverwijkse aardbeien, ried
de heer De Weyer de kopers aan ook van
de onderste manden een paar te „keren".
Hij garandeerde voorts 2y2 kilo inhoud per
slof en ordonneerde, dat er per mand „ge
dopte" vruchten maximaal tien met een dop
mogen voorkomen.
lopen met de paard-en-wagens, de hand
karren en de bakfietsen. De zoete geur dei-
rode vruchten zal enige weken de veiling
hallen beheersen en al gaat de wijzer van
de klok wel geleidelijk de twee gulden
voorbij draaien, er is goede hoop op een
„sappig seizoen".
Mooie partijtjes als deze hadden heel wat
belangstelling.
Klaas Wagter, die aan de Boeweg,
midden in Beverwijk woontheeft,
driehonderd roe geestgrond en op die
driehonderd roe staat een mooie smak
aardbeien. Zijn zoon heet Tjirk en met
zijn zeventien jaren drijft hij de „tuin"
al, hoewel vader naUiurlijk een wakend
oog in het zeil houdt. Klaas is een spre
kend voorbeeld van de tuinder, die niet
weet, ivat het worden gaat in Kenne
merland, dat volloopt met industrie en
waar het water steeds schaarser wordt
in de grond. Hij sloeg een pomp
natuurlijk, „want anders waren de aard
beien bij mij pruimtabak geworden, net
als in 1949, toen ik nog geen pomp rijk
wasmaar hij zag nog verder vooruit.
Hij ging iverken bij de Hoogovens, in
het laboratorium van het blokkenpark
en kan dus een van de beide bestem
mingen kiezen, die Kennemerland gaat
krijgen.
WOENSDAG 20 JUNI
Kennemer Theater, 7 en 9.15 u.: Ninotchka.
Luxor Theater, 7 en 9.15 uur: De Over-
-landers.
DONDERDAG 21 JUNI
Bioscopen: Geen voorstelling.
Raadhuis Beverwijk, 10 uur: Spreekuur
wethouder van Sociale Zaken.
Beverwijk telt vele verenigingen, die
met verkwikkend enthousiasme zang zo
wel als muziek beoefenen. Dit blijkt zonne
klaar uit een overzicht van haar werk in
het afgelopen seizoen.
Het kerkconcert, dat „Zang en Vriend
schap" gaf kenmerkte zich door de indruk
wekkende vertolking van „De zeven kruis
vaarders", zowel door koor als solisten. Het
jaarlijkse opera-concert van deze vereni-
gin trok opnieuw enorme belangstelling:
het werd door méér dan duizend bezoekers
bijgewoond.
Het Toonkunstkoor heeft in activiteit niet
ondergedaan voor de andere koren. Na een
geslaagd Kerstconcert volgde een uitvoe
ring van „De Messias", die mede dank zij
Potgieser's inspirerende directie een mu
zikale manifestatie werd welke alle aan
dacht verdiende. De Toonkunst-avonden
werden verzorgd door Gerard Hengeveld
(piano), Theo Olof (viool), Bodi Rapp
(zang) en Felix de Nobel (piano). Het wa
ren uren van muzikaal genot voor de fijn
proevers.
De Haarlemse Orkest Vereniging bracht
de instrumentale afwisseling: de voortref
felijke pianiste Eileen Ralf en de Bever
wijkse musicus Jan Vessies traden hierbij
op als solisten. Het populaire verzoekpro
gramma tijdens één der concerten boekte
de zaal stampvol toehoorders, maar genoot
een vrij slordige uitvoering, die overigens
weer ruimschoots vergoed werd door de
prachtige Tsjaikofsky-avond, waarmee dit
concerteren besloten is.
Het Doopsgezind Zangkoor gaf onder
meer een her-uitvoering van Heinrich
Barth's Weihnachtsoratorium. welke met
grote zorg bleek te zijn voorbereid en niet
naliet, een gewijde sfeer te scheppen.
Het mannenkoor „Zanglust" inviteerde als
medewerker aan zijn avond het bekende
„Bergens Mannenkoor", hetgeen deze avond
voor de liefhebbers van mannenzang een
grote bekoring bezorgde. Niettemin werd
het programma niet in alle détails zodanig
afgewerkt als het wel had moeten zijn.
Het gemengd koor „Door Zang tot
Vriendschap" had ook ditmaal de operette
boven de gewone koorzang verkozen. Een
viertal avonden speelde, zong en danste
„De Geisha" in het KSA-gebouw. Het was
een gezellig kijkspel met vlotte koorzang.
De dirigent Leo Pielage had eer van zijn
werk.
Ben Nuijen heeft het peil van de Ar
beiders Zangvereniging „De Stem des
Volks" weer een aanzienlijk stuk opge
voerd. De prestaties van dit nog jonge
koor worden iedere uitvoering beter.
Beverwijk is twee kinder-operettevereni-
gingen rijk. „De spelende nachtegalen"
gaven een nieuwe versie te zien en te
horen van het bekende zangspel „Asse
poester". Hoewel directeur Albert Louwe
nogal beducht was voor de invloed van de
moderne muziek, die met het spel gepaard
ging, werd het een opvoering, die in alle
opzichten slaagde en naar meer smaakte.
Juist door de breuk met het oude werkte
zij verfrissend.
„Kindergeluk" hield het bij „Goud-
sprookjes Toverlied" en toonde daarmee
zijn aanhankelijkheid aan de oude zeker
heden.
Drie harmonie-orkesten vroegen de be
langstelling voor hetgeen zij bereikten. De
Hoogoven-harmonie onder Jan van der
Peet wist de intenties van zijn dirigent
reeds vrij goed te verwezenlijken, hoewel
deze wellicht nog lang niet tevreden ge
weest zal zijn. Het musiceren van dit orkest
is nog niet licht en tintelend genoeg. Maar
met volhardende studie op deze onder
delen kan dit binnenkort zeer zeker worden
bereikt.
De Beverwijkse Harmoniekapel uitte
haar iubileum-vreugde in een klinkend
concert, waarmee zij goede proeven van
studie aflegde. Maar ook dit ensemble kan
zich nog op diverse punten verbeteren; het
is nog niet waar het wezen kan.
Ademloos heeft het publiek geluisterd
naar het werk van harmoniekapel ,.De
Eendracht" op het concert waar dit voor
treffelijke ensemble zijn nieuwe dirigent
Henri Arends introduceerde. Wat de laatste
met deze bijzonder bekwame blazers be
reikte in de uitvoering van Gerard H. Boe-
dijns modern symphonisch gedicht ..Hale
wijn" grensde niet meer aan vakwerk, het
was 't!
Deze kapel, die zich helaas veel te wei
nig laat horen heeft opnieuw en zeer
snel een niveau bereikt waarop zich
slechts enkele harmonie-orkesten in ons
land bevinden De staat van dienst van dit
meer dan vijftigjarige corps, waarvan diri
genten als Jan Zwart, Karei H. Kerkhoff,
Sam Vlessing en Gerard H. Boedijn de lei
ders zijn geweest, is bepaald een in
drukwekkende. Zowel de programmakeuze
als de uitvoering ervan zijn de reputatie
van deze kapel van de papierfabriek vol
komen waardig.
A. J. v. d. W.
ADVERTENTIE
spelen zenuwen een grote rol.
Een rustig examen doet U met
Mijnhard! Zenuwtabletten
Voor de orgelbespeling, die de organist
der Nederlands Hervormde kerk Dinsdag
avond in het gebouw dezer gemeente ten
beste gaf, bestond vrij veel belangstelling.
De heer G. J. Moed opende met de Tweede
Orgelsonate van Mendelssohn, een werk
dat we tegenwoordig niet veel meer te
horen krijgen. Niettemin zijn de composi
ties van deze hyper-romanticus wegens de
volmaakte stemvoering, zachtvloeiende
melodieën en doorzichtige instrumentatie
de moeite van het uitvoeren waard. In zijn
orgelwerken komt wel heel duidelijk de
volledig veranderde zienswijze van de ro
mantische componist tot uiting. De typische
oude tongwerken en mixturen maken plaats
voor fluit- en strijkstemmen; de cantus
firmus is eveneens vervangen en wel door
het als bas-klavier behandelde pedaal.
Deze sonate, met zijn vele homophone ge
deelten, werd onder Moed's handen in een
fris en boeiend stuk muziek omgezet.
Via de rustig voortkabbelende F-dur
Pastorale van meester Bach belandden we
bij Sweelincks Variaties over Psalm 140,
gelijk vrijwel al het werk van deze, destijds
in geheel Europa beroemde organist-com
ponist ingenieus contrapuntisch geschre
ven, met de vrij sterke harmonische inslag
hem eigen. Zo'n bundel variaties wemelt
van canons; de neiging tot het toccata
principe, door Bach vervolmaakt, heeft
men bij Sweelinck wel eens willen over
schatten, evenals men dat zijn totale bete
kenis als componist deed. Wat dit laatste
betreft is hij echter slechts een schakel
geweest in de keten van de ontwikkeling
der toonkunst. Hoewel nochtans een zeer
waardevolle en internationaal befaamde
schakel! Moed speelde deze Sweelinck-
invallen met gepaste rust en muzikaal
overleg.
Van een der grote Nederlandse heden
daagse componisten, Hendrik Andriessen,
hoorde ik het Eerste Koraal, dat wat de
vorm betreft nog onder de invloed van
Père Franck staat en geenszins karakte
ristiek is voor de later geëmanicipeerde
Andriessen-stijl. Zijn Eerste Koraal dateert
uit 1913 en genoot een imposante vertol
king, die meer tempo had kunnen verdra
gen in de „grand jeu"-passages. Niettemin
was het een loffelijke prestatie van deze
organist.
De meesterlijk geschreven openings-aria
van het epische tweede deel van het orato
rium „Elias", welke aria begint met de
woorden „Höre Israel", was door Bep van
den Hurk (leerlinge van Helène Ludolph)
gekozen teneinde zich als soliste van deze
avond voor te stellen. Haar welluidend so
praangeluid gebruikte zij. goed; opvallend
waren het fraaie volume en de soepele ma
nier van zingen. Door deze vlotheid is de
articulatie vermoedelijk in het gedrang
gekomen: er was weinig van de tekst te
verstaan.
In tegenstelling tot de met grote bewo
genheid uitgevoerde Mendelssohn-aria uit
„Elias" waren de Nederlandse liederen vrij
vlak en misten zij een eigen karakter.
A. J. VAN DER WEIJDEN
ADVERTENTIE
Heren- en Jongens-
van Zwitserse poplin en Engelse
Highcrest katoen ontvangen
(waterdicht) v.a.
Oosterduinweg 33 - IJmuiden-Oost
(v.h. Briniostraat en Driehuis)
Telefoon 4074
In de middelste van deze drie woningen woont een gezin van vier -ie
dan pp.n naar ne.led.ev. achtten officiële in fit. renticv hot PCSOIien.r
dan een jaar geleden achtten officiële instanties het dringend wodSfe*'13*
verbeteringen werden aangebracht. Die verbeteringen lateiLhtll J iv- -:
op zich wachten.
Als ge een voet over de drempel van de
woning van de heer G. J. van der Wiel
Nieuwstraat 22 te Nieuw Vennep zet,
kunt ge u mét een geringe dosis fantasie
op de wip in een speeltuin wanen. De
houten vloer heeft veel door de tand des
tijds geleden; de planken zijn hier en daar
losgeraakt. Vandaar die wip. Ge kunt
overigens die drempel niet straffeloos over,
als ge niet wat overleg aanwendt. Dat moet
allemaal min of meer behoedzaam geschie
den. En als ge u verder in deze woning, die
de bewoner ronduit een krot noemt, ver
plaatst, moet ge steeds de voorzichtigheid
in acht blijven nemen. Anders gebeuren er
ongelukken. Die zijn er trouwens al ge
beurd, ook al waren zij gelukkig niet
ernstig.
Past ge bijvoorbeeld onder het eten niet
op uw tellen en houdt ge uw aandacht
almaar gericht op het bord voor u, dan is
de kans groot dat op een kwaad moment
eei hevig gekraak u alle verdere eetlust
ontneemt. Wat is er gebeurd? Wel, ge hebt
een stoel van u iets te veel naar links of
rechts geplaatst. Ge moet niet denken dat
ge uw zitmeubel zo maar ergens kunt neer
zetten. Eerst terdege controleren of ge wel
de juiste positie gekozen hebt. Ge moet
zogezegd goed georiënteerd zijn in deze
kamer. Er is heel wat „terreinkennis" voor
nodig om te weten waar ge wel en waar ge
niet kunt neerstrijken. Op de meeste plaat
sen kunt ge het niet. Ge zit zo in de mod
der, want balken liggen er niet onder de
vlonder-vloer.
Op de slaapkamer is het al evenzeer uit
kijken geblazen. De bedden van de kinde
ren hebben wel eens de neiging naar bene
den te komen. De planken waarop zij staan
verheugen zich namelijk ook al lang niet
meer in goede welstand. Zo zijn er meer
punten te noemen die het wonen in dit
huis tot een plaag maken. De lijdensweg
Het- mooie voorjaarsweer bleef aanhouden. Rick en Bunkie waren 'n eindje gaan
lopen, buiten de stad. Ze zagen, dat het gras op de weiden al mooi groen werd en de
bomen kregen ook al kleine blaadjes.
Toen ze zo een eind gewandeld hadden kwamen ze bij een brede sloot. En hier bleef
Bunkie staan.
„Kijk eens, Rick!", zei hij.
Rick stond stil en keek. Aan de kant lag een roeibootje, met 'n touiv aan een paaltje
vastgebonden.
„Wat 'n leuk bootje, hè?", vond Bunkie.
„Ja", zei Rick. „Echt, om daarin eens 'n eindje te varen!"
En dit was nou eigenlijk ook de bedoeling, waarom Bunkie op het bootje had gewezen.
Ze knipoogden eens tegen elkaar.en ze begrepen elkaar direct.
Ze keken even in 't rond (ja, ze wisten wel dat ze iets gingen doen, wat niet mocht!)
en toen ze niemand zagen, stapten ze in de boot. Bunkie pakte de ene roeiriem op en
stootte de boot af.
die het gezin al heeft afgelegd on
ringen te laten aanbrengen
nog met naar een veiliger haver. ?e!e?
Onseiotj
Df' h,uis^rts Jond op het standpunt-
de toestand m het huis Nieuwstraat?:'
houdbaar is, vooral met het 002 m l
gezondheid van de vrouw deshuSX?
om ging de gezondheidscommissie e'
mee bemoeien en later ook B9w.t
Woningtoezicht. Eenparig huldigde
mening dat een grondige restauratiedfc
gend noodzakelijk was en de huise^.
resse kreeg daarom opdracht om v£
ningen aan te brengen. Binnen vier v.v-
moest de keukenvloer hersteld of door Y
betonnen vloer vervangen worden, k
brandgevaarlijke schoorsteen - de p:h
steekt zonder enige afscherming reató R
m de schoorsteen, met als gevolg' af e- 's
een kamer vol rook moest worden 9
repareerd; de zoldervloer eveneens.
dak boven de keuken - als het teged
moet men van alle kanten schaaltjes 2
pannen aandragen om het waterYp te 1
vangen diende te worden vernieuwd a
de goot langs de gevel idem. Dat was ii
October 1950. Tot nu toe is er echtere:;!;
aan gedaan. De huiseigenaresse kreeg ui!-
stel op uitstel en alles is bij het oude;-
bleven. De heer Van der Wiel kanalfs:!;: j
opgenomen worden in een brandverzeke
ring, daar men de schoorsteen allens^-i
betrouwbaar acht.
Geen verbeteringen, dm cd
geen huurverhoging
Voor de huurverhoging die in Jantun
van dit jaar afkwam, voelde de heer Ve
der Wiel bitter weinig. Toen dan ook vi-
en-veertig cent boven de gebruikelijke drie
gulden berekend werd, heeft hij de eke-
naresse laten weten dat hij desnoods fs
gulden wilde betalen, mits het zaakje
geknapt werd. Maar zonder die hersteL-
gen hield hij zijn negen stuivers in deri
Daar kwam natuurlijk enige deining e
Die deining resulteerde tenslotte in
mededeling van de eigenaresse dat de
niet verhoogd zou worden, maar ca! ere:-
min veranderingen aan het huis fö»
worden aangebracht.
B. en W. hebben evenwel toegezegd -
en de gezondheidscommissie en Bouw- e
Woningtoezicht hebben het hard nodiggr
vonden dat de woning opgeknapt-";.
worden. Over enige dagen loopt het
uitstel dat de eigenaresse in Maart ra.d
jaar kreeg, af. En de heer Van der wit--
zijn gezin vragen zich met spanning-
deze toestand, die door de officiële
ties als onhoudbaar werd geschetst.
worden gehandhaafd, dan wel veroe.ee
„MARGARINE-OORLOG" GAAT
VERDER.
Een bijeenkomst van
centen en melksters m CasW^
bepaling van een houding jege
zenstrijd, die in de gemeente blijf -^
(de marktkooplui hebben oei*
prijs verlaagd, zodatde geregel
laren aan het onderbieden zynjfc-
heeft geen overeenstemming op,
Wel wordt de invoering van een „w-
pakje" overwogen.
11)
Zij zouden hem niet binnenlaten, zij zou
zich vol afschuw van hem afwenden, haar
vader zou hem de deur uitgooien. Een
kidnapper, een fantast. Een gek van een
dromer, die een levend meisje voor een
mummie had aangezien. Die haar op zijn
kamer vast had willen houden. Zij ^ou
hem nooit van haar leven meer willen zien!
En toch bleef hij staan, omdat er ner
gens op de wereld een ander punt was
waar hij naar toe wilde gaan. Toch bleel'
hij wachten hoewel er niets was, waarop
hij wachten kon. Een roerloze gestalte in
de mist. Als een hond voor de deur van
zijn meester, die niet weet het hoe en waar
om- stom en onverzettelijk en in een on
beredeneerbare trouw.
Toen kwam er een meisje de deur uit.
Het licht van de straatlantaarn viel op
haar ros-blonde haar, dat wijd uiteen-
waaide. De dienstbode, dacht hij. Maar hij
zag, onder haar mantel uit, een brede
strook lichte, glanzende zijde, neervallend
over zilveren avondschoentjes, en die man
tel zelf: een kostbare bontjas. Zij scheen
haast te hebben, want zij sloeg de deur
met een slag achter zich dicht en repte
zich voort over het trottoir. En liet meteen
een avondtaschje op de grond glippen, dat
zij onder haar linkerarm gekneld had.
De strijd om de mummie had Michael
Norelius moedig en listig gemaakt, hem
geleerd om snel te handelen waar hij vroe
ger zijn kansen verdroomd zou hebben. Hij
had het tasje opgeraapt. Hij was meteen
naast haar, lichtte zijn hoed en vroeg be
leefd:
„Pardon. Kunt u soms dit tasje verloren
hebben?"
Lydia Baeck stond stil. Zij zag een breed
geschouderd jongmens voor zich staan met
een niet onknap, fatsoenlijk gezicht. Hij
glimlachte, de langzame glimlach van zijn
grote mond. Aardig! Lydia glimlachte
terug.
„Warempel! Dat is mijn tasje! Hebt u
dat gevonden? Hier op het trottoir?"
„Ja, hier vlak bij", antwoordde hij. „Ik
zag het uit uw arm wegglijden. Ik liep
juist achter u."
„Mijn vader zou zeggen: „dat komt er
van!" lachte zij. „Die is altijd erg tegen
tasjes. Hij zou het liefste hebben dat ik
in al mijn jurken een fikse binnenzak liet
maken. Met een knoop er op. Solide!"
„U zoudt die zakken tenminste niet ver
liezen", vond hij.
„Ziel u wel, u staal ook op het mannen-
standpunt. Natuurlijk! Kent u mijn vader?
Niet? Het is Jan Willem Baeck, weet u
wel? De scheepvaarlman."
De invitatie was duidelijk genoeg.
Michael antwoorde correct: „Mijn naam
is Norelius."
Gelukkig, de naam Norelius was nog
niet in al zijn verachtelijkheid in den huize
Baeck doorgedrongen, want het meisje
glimlachte weer tegen hern en stelde nu
ook zichzelf voor.
„Ik ben Lydia Baeck. En ik ben erg blij,
dat u zich aan mij voorgesteld hebt, want
dan kan ik nog even met u praten. Mijn
vader wil ook niet dat ik op straat met
vreemden praat, ziet u! Hij is streng en
ouderwets. Maar nu is er natuurlijk niets
op tegen. Hebt u er bewaar tegen even
met mij op te lopen? Je wordt zo koud van
het staan in die mist."
Zij liepen samen verder. Vroeger had hij
er zich dikwijls over verbaasd hoe snel
sommigen van zijn vrienden konden „aan
pappen" met een meisje. Het had hem
altijd iets onmogelijks geleken, een soort
Don Juan-achtige duivelskunstenarij, waar
hij geen kaas van had gegeten. Nu, tot zijn
stomme verbazing, zag hij dat zoiets van
zelf ging wanneer bij beiden de goede wil
maar aanwezig was. Bij het meisje was
die goed wil zeker aanwezig, al begreep hij
in de verste verte niet wat zij in hem zag,
maar hijzelf was in dit geval ook niet af
kerig van een nadere kennnismaking, al
had hij daar zijn duistere en zeker niet-
directe redenen toe. Lydia Baeck was een
meisje, dat hij in het gewone leven niel
aangekeken zou hebben en haar conver
satie was van het soort, dat hem altijd als
een slak in zijn schulp had doen kruipen,
maar nu had hij zijn gegronde redenen
om aan haar zijde te blijven voortwandelen
en niet zijn hoed te lichten en „pardon,
ik moet nog verder" te prevelen, zoals hij
anders zeker gedaan zou hebben.
Dus wandelde hij voort aan haar zijde.
Het bewuste avondtasje was reeds spoedig
in zijn jaszak verhuisd als een pand van
vertrouwen en als een zijden keten, die
hem aan zijn gezellin vastklonk. Enige
malen kwam in hem de snode gedachte op
of zij toch niet de dienstbode was, die zich
bedriegelijk in het gewaad van haar mees
teres had gestoken en zich nu voor haar
uitgaf, maar de vlotte wijze, waarop zij
hem vele bijzonderheden uit een Engelse
film verhaalde, met de goede uitspraak
erbij, deed die twijfel toch weer verdwij
nen. Mocht zij dan juffrouw Baeck niet
zijn, dan was zij toch in ieder geval een
hulp-in-de-huishouding met een Middel
bare Opleiding.
Lydia Baeck was in „high spirits" (met
de goede uitspraak erbij). Nu had zij ook
eens wat, had zij ook eens een cavalier,
ging zij ook eens met een man een avondje
uit. Een keurige man al had zij hem dan
zomaar op straat aangesproken. Zij had
er haar zinnen op gezet om vanavond uit
te gaan en was woedend geweest, woédend,
da! dat diner haar nu toch nog ontgaan
was Natuurlijk was het weer Kalhrientje
geweest. Nu alles zo prachtig gelopen was
en er een schitterende gelegenheid was ge
weest voor haar, Lydia, om naar dat diner
te gaan had Paps daar ineens zomaar af
gebeld, alleen maar omdat Kathrien met
een beetje hoofdpijn op de canapé lag. Wat
een soesah over zo'n slaapmiddeltje, en
dan spraken ze nog over een aanslag! Er
was warempel nog iemand van de politie
ook gekomen, en die had een hele tijd met
Kathrien een tête-a-tête gehad.
Later was die politieman binnen geko
men en had gezegd dat Kathrientje weg
moest; allemaal drukte voor niets was het
geweest en toen had zijzelf er meer dan
genoeg van gekregen. Voordat er een uit
gaansverbod of zo iets zou worden uitge
vaardigd (je kon nooit weten), had ze geld
in haar tasje gestopt, haar mantel aange
schoten en de deur achter zich dichtge
trokken. Zij wou uit: naar eèn bal of een
revue of een comedie of wat ook. Het kon
haar niet schelen wat het was, als zij maar
plezier had. Zij hunkerde naar plezier.
En nu had zij bovendien een cavalier.
Hij was lang, fors en donker van haar. Zij
had een afschuw van mannen die kort en
blond waren zoals zijzelf. Hij was tamelijk
zwijgzaam, maar dat vond ze interessant:
er was niets zo banaal als een man, die
onophoudelijk aan het woord was en niet
luisterde naar wat je zelf te vertellen had.
Deze man was mysterieus, opgedoken als
een schim uit de mist en feitelijk een on
bekende, heigeen dubbel interessant was.
Misschiet: beleefde zij nog wel een avon
tuur vanavond, iets geweldigs, iets opwin
dends. In ieder geval zou zij plezier heb
ben.
tutoyeerde zij hem. Voor het j; ^eUt,
Vondelpark had zij, omdat *1P
zijn arm gegrepen Wgg,*
los. Op de brug voor het Leid.
zij naar zijn voornaam gen 6
Een enige naam!" e" gebruikte
naam nu rijke* J*
je eens horen, Micnae' e V y* ge
niet, Michael". Het
lig. Hij maakte nu weln'etbp
ces, maar hij trok ^10^
en alles bij elkaar was he U*
slaagd. Zij keek nu' toevallig eer.
om zich heen of er niet
nis voorbijkwam die maE,
Lydia Baeck gearmd met
Norelius, terwijl haar
langs hem heen taboe ^^5
gedachten Hij moest da;0
Het was haast niet aan i, waS van
juffrouw Baeck éen *s
andere, met haai Die ogenliPj-J
en haar sprekende o0eien f;cs
ze aldoor voor zich. leeg nd n5,r
loos diep en toen ter» s£jpe
leven. En dan het ^wen|t
waarmee ze zich va
ningin Amentéte. Nee. ]Uf&o
(Wordl
trtifll#