14.85 Drachtige aardbeienoogst begon onder de veilingklok door te rollen "erste „speciale veilingen" in Beverwijk Beverwijks publiek werd in het afgelopen seizoen op goede zang en muziek onthaald Voorzichtigheid eerste vereiste anders zakt ge in de modder REGENJACKS ■Clowiritje Kiek De Egyptische Koningin HOOP OP SAPPIG SEIZOEN „Aardbeien-geboden" van de heer Jac. de Weyer Hoogovens en aardbeien TERUGBLIK Uitblinkend „vakwerk van harmoniekapel De Eendracht Agenda voor Beverwijk BIJ EXAMENS Orgelconcert met solozang In een krotwoning te Nieuw-Vennep Geen brandverzekering want de schoorsteen is onbetrouwbaar IJMU1DER KLEDINGMAGAZIJN Voor de kinderen FEUILLETON Castricütt WOENSDAG 2 0 JUNI 1951 Voo: het derde jaar in successie is Klaas Wagter gistermiddag als eerste onder de „aardbeienkiok" doorgereden met een kar vol sappige Moulin Rouge", wat geen Pa- rijse tingeltangel maar een blozende Ken- nemer aardbei is. Dat wordt zo langzamer hand een erezaak voor Klaas en hij heeft er graag een uurtje wachten voor over in de smalle sleuf tussen de banken van het veilinggebouw „Kcnnemerland" aan Bc- verwüks Breestraat. De zestig sloffen heb ben hem f 2.40 per stuk opgebracht, dat is een dubbeltje minder dan hij vooraf schat te. maar het is zo slecht nog niet, als men bedenkt, dat de „Madame Lefeber", een vroege soort, de dag tevoren al tot f 1.60 j per slof zakte. Maar „Madame" loopt dan j ook al weer aardig op haar laatste benen t en de „Moulin Rouge" moet het nog een 1 paar weken van het komende hoogseizoen j uithouden, te beginnen met Donderdag of Vrijdag, als de grote massa verwacht wordt. Langs de smalle wegen en in de lage hui- zen der tuinders zijn momenteel niet zo j heel veel bedrukte gezichten te vinden. De regen is net op tijd gekomen en al kan er hunnentwege wel weer eens een buitje komen, de oogst staat er puik voor en de kwaliteit is stukken beter dan vorig jaar. Er is weer wat hoop op een begin van de export op Duitsland, de binnenlandse markt is nog gretig en de jam- en conser- venfabrieken hebben hun belangstelling niet onder de veilingbanken gestoken, te meer daar de pulp van verleden jaar schoon op is. Dat verdienen de tuinders overigens ook wel, want er worden nu lange dagen gemaakt langs de duinrand vijf uur op met het hele gezin en dan hard poot-aan tot negen uur 's avonds met bovendien de groentetuin er ook nog bij, die haar producten even eens kwijt wil aan de oogstende han den der kwekers. De eerste speciale aardbeienveiling van dit jaar heeft geen overweldigende aan voer te verwerken gekregen, maar dat wordt de komende dagen wel beter, want de oogst staat er, zoals gezegd, uitstekend voor. Dat was voor de rij der eerste veiling- klanten'wel plezierig, want de exporteurs in de banken drukten maar zelden beneden de f 2.per slof af, zodat er goed geld ge maakt is. Het zal echter van de export af hangen of het seizoen slaagt ze weten het stuk voor stuk heel zuiver. Er is ge lukkig ook dit jaar weer een bodem in de markt gelegd, die in een „opvangprijs" van f 0.45 voorziet. Op de normaal-verkochte aardbeien wordt een heffing gelegd en als er partijen mochten doordraaien, kan de schade uit het aldus gevormde fonds be streden worden. Dat „doordraaien" houdt de aardbeien overigens wel degelijk voor de menselijke consumptie vast, want ze worden in dat geval als pulp gekuipt of tot sap geperst. De B.E.T.-veiling, die op particuliere grondslag werkt en niet op coöperatieve basis, zoals „Kennemerland". beleefde ook gistermiddag de eerste volledige aard beienverkoop; de prijzen lager hier iets lager. Jac. Duyn Czn. kreeg voor zijn 45 manden „zure" maar f 1.80 van een Zaanse liefhebber; later liep de prijs hier echter op tot boven de twee gulden. Het aardbeien seizoen is ontbrand en de ventweg langs de Breestraat zal weer vol- Bij de opening van de eerste speciale aardbeienveiling van het seizoen heeft de heer Jac.. de Weyer, directeur van de vei ling „Kennemerland" een paar „geboden" voor de komende drukke weken uiteen gezet. Er wordt dit jaar een kwartje statie geld voor de sloffen berekend, waarvan 0,22 wordt terugbetaald; voor de export liggen deze prijzen op 0,27 en 0,22, mits de sloffen vóór 1 September "terug komen. Om te voorkomen, dat er weer geklaagd wordt over de Beverwijkse aardbeien, ried de heer De Weyer de kopers aan ook van de onderste manden een paar te „keren". Hij garandeerde voorts 2y2 kilo inhoud per slof en ordonneerde, dat er per mand „ge dopte" vruchten maximaal tien met een dop mogen voorkomen. lopen met de paard-en-wagens, de hand karren en de bakfietsen. De zoete geur dei- rode vruchten zal enige weken de veiling hallen beheersen en al gaat de wijzer van de klok wel geleidelijk de twee gulden voorbij draaien, er is goede hoop op een „sappig seizoen". Mooie partijtjes als deze hadden heel wat belangstelling. Klaas Wagter, die aan de Boeweg, midden in Beverwijk woontheeft, driehonderd roe geestgrond en op die driehonderd roe staat een mooie smak aardbeien. Zijn zoon heet Tjirk en met zijn zeventien jaren drijft hij de „tuin" al, hoewel vader naUiurlijk een wakend oog in het zeil houdt. Klaas is een spre kend voorbeeld van de tuinder, die niet weet, ivat het worden gaat in Kenne merland, dat volloopt met industrie en waar het water steeds schaarser wordt in de grond. Hij sloeg een pomp natuurlijk, „want anders waren de aard beien bij mij pruimtabak geworden, net als in 1949, toen ik nog geen pomp rijk wasmaar hij zag nog verder vooruit. Hij ging iverken bij de Hoogovens, in het laboratorium van het blokkenpark en kan dus een van de beide bestem mingen kiezen, die Kennemerland gaat krijgen. WOENSDAG 20 JUNI Kennemer Theater, 7 en 9.15 u.: Ninotchka. Luxor Theater, 7 en 9.15 uur: De Over- -landers. DONDERDAG 21 JUNI Bioscopen: Geen voorstelling. Raadhuis Beverwijk, 10 uur: Spreekuur wethouder van Sociale Zaken. Beverwijk telt vele verenigingen, die met verkwikkend enthousiasme zang zo wel als muziek beoefenen. Dit blijkt zonne klaar uit een overzicht van haar werk in het afgelopen seizoen. Het kerkconcert, dat „Zang en Vriend schap" gaf kenmerkte zich door de indruk wekkende vertolking van „De zeven kruis vaarders", zowel door koor als solisten. Het jaarlijkse opera-concert van deze vereni- gin trok opnieuw enorme belangstelling: het werd door méér dan duizend bezoekers bijgewoond. Het Toonkunstkoor heeft in activiteit niet ondergedaan voor de andere koren. Na een geslaagd Kerstconcert volgde een uitvoe ring van „De Messias", die mede dank zij Potgieser's inspirerende directie een mu zikale manifestatie werd welke alle aan dacht verdiende. De Toonkunst-avonden werden verzorgd door Gerard Hengeveld (piano), Theo Olof (viool), Bodi Rapp (zang) en Felix de Nobel (piano). Het wa ren uren van muzikaal genot voor de fijn proevers. De Haarlemse Orkest Vereniging bracht de instrumentale afwisseling: de voortref felijke pianiste Eileen Ralf en de Bever wijkse musicus Jan Vessies traden hierbij op als solisten. Het populaire verzoekpro gramma tijdens één der concerten boekte de zaal stampvol toehoorders, maar genoot een vrij slordige uitvoering, die overigens weer ruimschoots vergoed werd door de prachtige Tsjaikofsky-avond, waarmee dit concerteren besloten is. Het Doopsgezind Zangkoor gaf onder meer een her-uitvoering van Heinrich Barth's Weihnachtsoratorium. welke met grote zorg bleek te zijn voorbereid en niet naliet, een gewijde sfeer te scheppen. Het mannenkoor „Zanglust" inviteerde als medewerker aan zijn avond het bekende „Bergens Mannenkoor", hetgeen deze avond voor de liefhebbers van mannenzang een grote bekoring bezorgde. Niettemin werd het programma niet in alle détails zodanig afgewerkt als het wel had moeten zijn. Het gemengd koor „Door Zang tot Vriendschap" had ook ditmaal de operette boven de gewone koorzang verkozen. Een viertal avonden speelde, zong en danste „De Geisha" in het KSA-gebouw. Het was een gezellig kijkspel met vlotte koorzang. De dirigent Leo Pielage had eer van zijn werk. Ben Nuijen heeft het peil van de Ar beiders Zangvereniging „De Stem des Volks" weer een aanzienlijk stuk opge voerd. De prestaties van dit nog jonge koor worden iedere uitvoering beter. Beverwijk is twee kinder-operettevereni- gingen rijk. „De spelende nachtegalen" gaven een nieuwe versie te zien en te horen van het bekende zangspel „Asse poester". Hoewel directeur Albert Louwe nogal beducht was voor de invloed van de moderne muziek, die met het spel gepaard ging, werd het een opvoering, die in alle opzichten slaagde en naar meer smaakte. Juist door de breuk met het oude werkte zij verfrissend. „Kindergeluk" hield het bij „Goud- sprookjes Toverlied" en toonde daarmee zijn aanhankelijkheid aan de oude zeker heden. Drie harmonie-orkesten vroegen de be langstelling voor hetgeen zij bereikten. De Hoogoven-harmonie onder Jan van der Peet wist de intenties van zijn dirigent reeds vrij goed te verwezenlijken, hoewel deze wellicht nog lang niet tevreden ge weest zal zijn. Het musiceren van dit orkest is nog niet licht en tintelend genoeg. Maar met volhardende studie op deze onder delen kan dit binnenkort zeer zeker worden bereikt. De Beverwijkse Harmoniekapel uitte haar iubileum-vreugde in een klinkend concert, waarmee zij goede proeven van studie aflegde. Maar ook dit ensemble kan zich nog op diverse punten verbeteren; het is nog niet waar het wezen kan. Ademloos heeft het publiek geluisterd naar het werk van harmoniekapel ,.De Eendracht" op het concert waar dit voor treffelijke ensemble zijn nieuwe dirigent Henri Arends introduceerde. Wat de laatste met deze bijzonder bekwame blazers be reikte in de uitvoering van Gerard H. Boe- dijns modern symphonisch gedicht ..Hale wijn" grensde niet meer aan vakwerk, het was 't! Deze kapel, die zich helaas veel te wei nig laat horen heeft opnieuw en zeer snel een niveau bereikt waarop zich slechts enkele harmonie-orkesten in ons land bevinden De staat van dienst van dit meer dan vijftigjarige corps, waarvan diri genten als Jan Zwart, Karei H. Kerkhoff, Sam Vlessing en Gerard H. Boedijn de lei ders zijn geweest, is bepaald een in drukwekkende. Zowel de programmakeuze als de uitvoering ervan zijn de reputatie van deze kapel van de papierfabriek vol komen waardig. A. J. v. d. W. ADVERTENTIE spelen zenuwen een grote rol. Een rustig examen doet U met Mijnhard! Zenuwtabletten Voor de orgelbespeling, die de organist der Nederlands Hervormde kerk Dinsdag avond in het gebouw dezer gemeente ten beste gaf, bestond vrij veel belangstelling. De heer G. J. Moed opende met de Tweede Orgelsonate van Mendelssohn, een werk dat we tegenwoordig niet veel meer te horen krijgen. Niettemin zijn de composi ties van deze hyper-romanticus wegens de volmaakte stemvoering, zachtvloeiende melodieën en doorzichtige instrumentatie de moeite van het uitvoeren waard. In zijn orgelwerken komt wel heel duidelijk de volledig veranderde zienswijze van de ro mantische componist tot uiting. De typische oude tongwerken en mixturen maken plaats voor fluit- en strijkstemmen; de cantus firmus is eveneens vervangen en wel door het als bas-klavier behandelde pedaal. Deze sonate, met zijn vele homophone ge deelten, werd onder Moed's handen in een fris en boeiend stuk muziek omgezet. Via de rustig voortkabbelende F-dur Pastorale van meester Bach belandden we bij Sweelincks Variaties over Psalm 140, gelijk vrijwel al het werk van deze, destijds in geheel Europa beroemde organist-com ponist ingenieus contrapuntisch geschre ven, met de vrij sterke harmonische inslag hem eigen. Zo'n bundel variaties wemelt van canons; de neiging tot het toccata principe, door Bach vervolmaakt, heeft men bij Sweelinck wel eens willen over schatten, evenals men dat zijn totale bete kenis als componist deed. Wat dit laatste betreft is hij echter slechts een schakel geweest in de keten van de ontwikkeling der toonkunst. Hoewel nochtans een zeer waardevolle en internationaal befaamde schakel! Moed speelde deze Sweelinck- invallen met gepaste rust en muzikaal overleg. Van een der grote Nederlandse heden daagse componisten, Hendrik Andriessen, hoorde ik het Eerste Koraal, dat wat de vorm betreft nog onder de invloed van Père Franck staat en geenszins karakte ristiek is voor de later geëmanicipeerde Andriessen-stijl. Zijn Eerste Koraal dateert uit 1913 en genoot een imposante vertol king, die meer tempo had kunnen verdra gen in de „grand jeu"-passages. Niettemin was het een loffelijke prestatie van deze organist. De meesterlijk geschreven openings-aria van het epische tweede deel van het orato rium „Elias", welke aria begint met de woorden „Höre Israel", was door Bep van den Hurk (leerlinge van Helène Ludolph) gekozen teneinde zich als soliste van deze avond voor te stellen. Haar welluidend so praangeluid gebruikte zij. goed; opvallend waren het fraaie volume en de soepele ma nier van zingen. Door deze vlotheid is de articulatie vermoedelijk in het gedrang gekomen: er was weinig van de tekst te verstaan. In tegenstelling tot de met grote bewo genheid uitgevoerde Mendelssohn-aria uit „Elias" waren de Nederlandse liederen vrij vlak en misten zij een eigen karakter. A. J. VAN DER WEIJDEN ADVERTENTIE Heren- en Jongens- van Zwitserse poplin en Engelse Highcrest katoen ontvangen (waterdicht) v.a. Oosterduinweg 33 - IJmuiden-Oost (v.h. Briniostraat en Driehuis) Telefoon 4074 In de middelste van deze drie woningen woont een gezin van vier -ie dan pp.n naar ne.led.ev. achtten officiële in fit. renticv hot PCSOIien.r dan een jaar geleden achtten officiële instanties het dringend wodSfe*'13* verbeteringen werden aangebracht. Die verbeteringen lateiLhtll J iv- -: op zich wachten. Als ge een voet over de drempel van de woning van de heer G. J. van der Wiel Nieuwstraat 22 te Nieuw Vennep zet, kunt ge u mét een geringe dosis fantasie op de wip in een speeltuin wanen. De houten vloer heeft veel door de tand des tijds geleden; de planken zijn hier en daar losgeraakt. Vandaar die wip. Ge kunt overigens die drempel niet straffeloos over, als ge niet wat overleg aanwendt. Dat moet allemaal min of meer behoedzaam geschie den. En als ge u verder in deze woning, die de bewoner ronduit een krot noemt, ver plaatst, moet ge steeds de voorzichtigheid in acht blijven nemen. Anders gebeuren er ongelukken. Die zijn er trouwens al ge beurd, ook al waren zij gelukkig niet ernstig. Past ge bijvoorbeeld onder het eten niet op uw tellen en houdt ge uw aandacht almaar gericht op het bord voor u, dan is de kans groot dat op een kwaad moment eei hevig gekraak u alle verdere eetlust ontneemt. Wat is er gebeurd? Wel, ge hebt een stoel van u iets te veel naar links of rechts geplaatst. Ge moet niet denken dat ge uw zitmeubel zo maar ergens kunt neer zetten. Eerst terdege controleren of ge wel de juiste positie gekozen hebt. Ge moet zogezegd goed georiënteerd zijn in deze kamer. Er is heel wat „terreinkennis" voor nodig om te weten waar ge wel en waar ge niet kunt neerstrijken. Op de meeste plaat sen kunt ge het niet. Ge zit zo in de mod der, want balken liggen er niet onder de vlonder-vloer. Op de slaapkamer is het al evenzeer uit kijken geblazen. De bedden van de kinde ren hebben wel eens de neiging naar bene den te komen. De planken waarop zij staan verheugen zich namelijk ook al lang niet meer in goede welstand. Zo zijn er meer punten te noemen die het wonen in dit huis tot een plaag maken. De lijdensweg Het- mooie voorjaarsweer bleef aanhouden. Rick en Bunkie waren 'n eindje gaan lopen, buiten de stad. Ze zagen, dat het gras op de weiden al mooi groen werd en de bomen kregen ook al kleine blaadjes. Toen ze zo een eind gewandeld hadden kwamen ze bij een brede sloot. En hier bleef Bunkie staan. „Kijk eens, Rick!", zei hij. Rick stond stil en keek. Aan de kant lag een roeibootje, met 'n touiv aan een paaltje vastgebonden. „Wat 'n leuk bootje, hè?", vond Bunkie. „Ja", zei Rick. „Echt, om daarin eens 'n eindje te varen!" En dit was nou eigenlijk ook de bedoeling, waarom Bunkie op het bootje had gewezen. Ze knipoogden eens tegen elkaar.en ze begrepen elkaar direct. Ze keken even in 't rond (ja, ze wisten wel dat ze iets gingen doen, wat niet mocht!) en toen ze niemand zagen, stapten ze in de boot. Bunkie pakte de ene roeiriem op en stootte de boot af. die het gezin al heeft afgelegd on ringen te laten aanbrengen nog met naar een veiliger haver. ?e!e? Onseiotj Df' h,uis^rts Jond op het standpunt- de toestand m het huis Nieuwstraat?:' houdbaar is, vooral met het 002 m l gezondheid van de vrouw deshuSX? om ging de gezondheidscommissie e' mee bemoeien en later ook B9w.t Woningtoezicht. Eenparig huldigde mening dat een grondige restauratiedfc gend noodzakelijk was en de huise^. resse kreeg daarom opdracht om v£ ningen aan te brengen. Binnen vier v.v- moest de keukenvloer hersteld of door Y betonnen vloer vervangen worden, k brandgevaarlijke schoorsteen - de p:h steekt zonder enige afscherming reató R m de schoorsteen, met als gevolg' af e- 's een kamer vol rook moest worden 9 repareerd; de zoldervloer eveneens. dak boven de keuken - als het teged moet men van alle kanten schaaltjes 2 pannen aandragen om het waterYp te 1 vangen diende te worden vernieuwd a de goot langs de gevel idem. Dat was ii October 1950. Tot nu toe is er echtere:;!; aan gedaan. De huiseigenaresse kreeg ui!- stel op uitstel en alles is bij het oude;- bleven. De heer Van der Wiel kanalfs:!;: j opgenomen worden in een brandverzeke ring, daar men de schoorsteen allens^-i betrouwbaar acht. Geen verbeteringen, dm cd geen huurverhoging Voor de huurverhoging die in Jantun van dit jaar afkwam, voelde de heer Ve der Wiel bitter weinig. Toen dan ook vi- en-veertig cent boven de gebruikelijke drie gulden berekend werd, heeft hij de eke- naresse laten weten dat hij desnoods fs gulden wilde betalen, mits het zaakje geknapt werd. Maar zonder die hersteL- gen hield hij zijn negen stuivers in deri Daar kwam natuurlijk enige deining e Die deining resulteerde tenslotte in mededeling van de eigenaresse dat de niet verhoogd zou worden, maar ca! ere:- min veranderingen aan het huis fö» worden aangebracht. B. en W. hebben evenwel toegezegd - en de gezondheidscommissie en Bouw- e Woningtoezicht hebben het hard nodiggr vonden dat de woning opgeknapt-";. worden. Over enige dagen loopt het uitstel dat de eigenaresse in Maart ra.d jaar kreeg, af. En de heer Van der wit-- zijn gezin vragen zich met spanning- deze toestand, die door de officiële ties als onhoudbaar werd geschetst. worden gehandhaafd, dan wel veroe.ee „MARGARINE-OORLOG" GAAT VERDER. Een bijeenkomst van centen en melksters m CasW^ bepaling van een houding jege zenstrijd, die in de gemeente blijf -^ (de marktkooplui hebben oei* prijs verlaagd, zodatde geregel laren aan het onderbieden zynjfc- heeft geen overeenstemming op, Wel wordt de invoering van een „w- pakje" overwogen. 11) Zij zouden hem niet binnenlaten, zij zou zich vol afschuw van hem afwenden, haar vader zou hem de deur uitgooien. Een kidnapper, een fantast. Een gek van een dromer, die een levend meisje voor een mummie had aangezien. Die haar op zijn kamer vast had willen houden. Zij ^ou hem nooit van haar leven meer willen zien! En toch bleef hij staan, omdat er ner gens op de wereld een ander punt was waar hij naar toe wilde gaan. Toch bleel' hij wachten hoewel er niets was, waarop hij wachten kon. Een roerloze gestalte in de mist. Als een hond voor de deur van zijn meester, die niet weet het hoe en waar om- stom en onverzettelijk en in een on beredeneerbare trouw. Toen kwam er een meisje de deur uit. Het licht van de straatlantaarn viel op haar ros-blonde haar, dat wijd uiteen- waaide. De dienstbode, dacht hij. Maar hij zag, onder haar mantel uit, een brede strook lichte, glanzende zijde, neervallend over zilveren avondschoentjes, en die man tel zelf: een kostbare bontjas. Zij scheen haast te hebben, want zij sloeg de deur met een slag achter zich dicht en repte zich voort over het trottoir. En liet meteen een avondtaschje op de grond glippen, dat zij onder haar linkerarm gekneld had. De strijd om de mummie had Michael Norelius moedig en listig gemaakt, hem geleerd om snel te handelen waar hij vroe ger zijn kansen verdroomd zou hebben. Hij had het tasje opgeraapt. Hij was meteen naast haar, lichtte zijn hoed en vroeg be leefd: „Pardon. Kunt u soms dit tasje verloren hebben?" Lydia Baeck stond stil. Zij zag een breed geschouderd jongmens voor zich staan met een niet onknap, fatsoenlijk gezicht. Hij glimlachte, de langzame glimlach van zijn grote mond. Aardig! Lydia glimlachte terug. „Warempel! Dat is mijn tasje! Hebt u dat gevonden? Hier op het trottoir?" „Ja, hier vlak bij", antwoordde hij. „Ik zag het uit uw arm wegglijden. Ik liep juist achter u." „Mijn vader zou zeggen: „dat komt er van!" lachte zij. „Die is altijd erg tegen tasjes. Hij zou het liefste hebben dat ik in al mijn jurken een fikse binnenzak liet maken. Met een knoop er op. Solide!" „U zoudt die zakken tenminste niet ver liezen", vond hij. „Ziel u wel, u staal ook op het mannen- standpunt. Natuurlijk! Kent u mijn vader? Niet? Het is Jan Willem Baeck, weet u wel? De scheepvaarlman." De invitatie was duidelijk genoeg. Michael antwoorde correct: „Mijn naam is Norelius." Gelukkig, de naam Norelius was nog niet in al zijn verachtelijkheid in den huize Baeck doorgedrongen, want het meisje glimlachte weer tegen hern en stelde nu ook zichzelf voor. „Ik ben Lydia Baeck. En ik ben erg blij, dat u zich aan mij voorgesteld hebt, want dan kan ik nog even met u praten. Mijn vader wil ook niet dat ik op straat met vreemden praat, ziet u! Hij is streng en ouderwets. Maar nu is er natuurlijk niets op tegen. Hebt u er bewaar tegen even met mij op te lopen? Je wordt zo koud van het staan in die mist." Zij liepen samen verder. Vroeger had hij er zich dikwijls over verbaasd hoe snel sommigen van zijn vrienden konden „aan pappen" met een meisje. Het had hem altijd iets onmogelijks geleken, een soort Don Juan-achtige duivelskunstenarij, waar hij geen kaas van had gegeten. Nu, tot zijn stomme verbazing, zag hij dat zoiets van zelf ging wanneer bij beiden de goede wil maar aanwezig was. Bij het meisje was die goed wil zeker aanwezig, al begreep hij in de verste verte niet wat zij in hem zag, maar hijzelf was in dit geval ook niet af kerig van een nadere kennnismaking, al had hij daar zijn duistere en zeker niet- directe redenen toe. Lydia Baeck was een meisje, dat hij in het gewone leven niel aangekeken zou hebben en haar conver satie was van het soort, dat hem altijd als een slak in zijn schulp had doen kruipen, maar nu had hij zijn gegronde redenen om aan haar zijde te blijven voortwandelen en niet zijn hoed te lichten en „pardon, ik moet nog verder" te prevelen, zoals hij anders zeker gedaan zou hebben. Dus wandelde hij voort aan haar zijde. Het bewuste avondtasje was reeds spoedig in zijn jaszak verhuisd als een pand van vertrouwen en als een zijden keten, die hem aan zijn gezellin vastklonk. Enige malen kwam in hem de snode gedachte op of zij toch niet de dienstbode was, die zich bedriegelijk in het gewaad van haar mees teres had gestoken en zich nu voor haar uitgaf, maar de vlotte wijze, waarop zij hem vele bijzonderheden uit een Engelse film verhaalde, met de goede uitspraak erbij, deed die twijfel toch weer verdwij nen. Mocht zij dan juffrouw Baeck niet zijn, dan was zij toch in ieder geval een hulp-in-de-huishouding met een Middel bare Opleiding. Lydia Baeck was in „high spirits" (met de goede uitspraak erbij). Nu had zij ook eens wat, had zij ook eens een cavalier, ging zij ook eens met een man een avondje uit. Een keurige man al had zij hem dan zomaar op straat aangesproken. Zij had er haar zinnen op gezet om vanavond uit te gaan en was woedend geweest, woédend, da! dat diner haar nu toch nog ontgaan was Natuurlijk was het weer Kalhrientje geweest. Nu alles zo prachtig gelopen was en er een schitterende gelegenheid was ge weest voor haar, Lydia, om naar dat diner te gaan had Paps daar ineens zomaar af gebeld, alleen maar omdat Kathrien met een beetje hoofdpijn op de canapé lag. Wat een soesah over zo'n slaapmiddeltje, en dan spraken ze nog over een aanslag! Er was warempel nog iemand van de politie ook gekomen, en die had een hele tijd met Kathrien een tête-a-tête gehad. Later was die politieman binnen geko men en had gezegd dat Kathrientje weg moest; allemaal drukte voor niets was het geweest en toen had zijzelf er meer dan genoeg van gekregen. Voordat er een uit gaansverbod of zo iets zou worden uitge vaardigd (je kon nooit weten), had ze geld in haar tasje gestopt, haar mantel aange schoten en de deur achter zich dichtge trokken. Zij wou uit: naar eèn bal of een revue of een comedie of wat ook. Het kon haar niet schelen wat het was, als zij maar plezier had. Zij hunkerde naar plezier. En nu had zij bovendien een cavalier. Hij was lang, fors en donker van haar. Zij had een afschuw van mannen die kort en blond waren zoals zijzelf. Hij was tamelijk zwijgzaam, maar dat vond ze interessant: er was niets zo banaal als een man, die onophoudelijk aan het woord was en niet luisterde naar wat je zelf te vertellen had. Deze man was mysterieus, opgedoken als een schim uit de mist en feitelijk een on bekende, heigeen dubbel interessant was. Misschiet: beleefde zij nog wel een avon tuur vanavond, iets geweldigs, iets opwin dends. In ieder geval zou zij plezier heb ben. tutoyeerde zij hem. Voor het j; ^eUt, Vondelpark had zij, omdat *1P zijn arm gegrepen Wgg,* los. Op de brug voor het Leid. zij naar zijn voornaam gen 6 Een enige naam!" e" gebruikte naam nu rijke* J* je eens horen, Micnae' e V y* ge niet, Michael". Het lig. Hij maakte nu weln'etbp ces, maar hij trok ^10^ en alles bij elkaar was he U* slaagd. Zij keek nu' toevallig eer. om zich heen of er niet nis voorbijkwam die maE, Lydia Baeck gearmd met Norelius, terwijl haar langs hem heen taboe ^^5 gedachten Hij moest da;0 Het was haast niet aan i, waS van juffrouw Baeck éen *s andere, met haai Die ogenliPj-J en haar sprekende o0eien f;cs ze aldoor voor zich. leeg nd n5,r loos diep en toen ter» s£jpe leven. En dan het ^wen|t waarmee ze zich va ningin Amentéte. Nee. ]Uf&o (Wordl trtifll#

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1951 | | pagina 6