Litteraire
Succes Schotels f2.50
Restaurant Liou d'Or
Restaurant't Heerenhek
Kaettekenin
Schoonheid in Haarlem
en. omgevm:
Ere-tentoonstelling werk Charley Toorop
Si ZSSr Vn. Van
Kleinhandelsmarges schoenen
Beschikking ingetrokken
J>ueuwe uitgaven
Uit de schemering der ha If -verborgenheid
in het volle licht geplaatst
SCHOOLBOEKEN
a T°or Haarlem
Haarlems kans op meer
industrieën
Over Beeldende kunst
Rembrandt, etser
Nederlands schuld aan de
E.B.U. 667,3 millioen
JAT!»»
AG 14 JULI 1951
Kor
ten
ötreren
ar VISSER: „De erfenis" (roman); „Millennium" (gedichten)
/NV De Arbeiderspers, Amsterdam). - MARCELLUS EMANTS:
Een nagelaten bekentenis" (roman) (G. A. van Oorschot,
Amsterdam)
schrijft Robbers, „het bijna niet openen
dorst". Wij „onthaald" op een soort
eerlijkheid dat met het spuien der riolen
haar tol aan de „onbarmhartige waarheid"
betaald meent te hebben weten wel
beier te onderscheiden: hier werd een rea
lisme ingeluid dat, hoewel voortgekomen
uit een ,,op ontkenning gebouwd gevoels
leven", aldus Van Vriesland, „groot en
boeiend en imposant tot gestalte" kwam,
zich in Van Oudshoorn verruimde tot „de
grenzen waar de ratio reikt tot in de ge
bieden der mystiek" en. zonder dat men
van enige navolging zou kunnen en mogen
spreken, van Ab Visser nieuwe impulsen
ontvangt.
Deze reëel-menselijke roman van de
wraak, van de tyrannic der boosaardigheid,
van de hebzucht en de innerlijke ontredde
ring, van de schijnmoraal en de schuld, zou
met bijzondere instemming geprezen zijn
door de melancholische (wat nog iets an
ders is dan pessimistische") schrijver van
„Een Nagelaten Betekenis", door Emants,
die van een boek eiste dat het hem de ge
beurtenissen voor ogen stelde, zoals hij de
mensen zag leven, hóórde praten dat
het onopgesmukt zou zijn en waar. en
daardoor ontroerend: juist die eigenschap
pen, om welke èn Emants èn Visser, als
verwanten en op dezelfde gronden dus, ge-
v aardeerd en gelezen dienen te worden, al
ontbrak de eerste wat Visser gegeven is:
te weten „dat ik eeuwig in het Zijn mag
wonen, als kostprijs voor een ogenblik van
schijn".
C. J. E. DINAUX
C VTFUWE ROMAN „De Erfe-
r!5SER St vermoeden bevestigd.
nis" hee '^breide novelle (of be-
waartoe zip Agentschap' van het
knopte roma"'Iëidfng gaf: dat hij zich van
«ri«e-ial?iïen?en, kenmerkend voor
romantische afgekeerd en zich
i.jn f $f ga'at bepalen tot een sober
(voorlopig-gaa ta]en, zich ont-
reaUsme- zover men dat van een
plooide en hu, J visser zeggen kan,
dynamischfLnd 'lokte hel rariteitenka-
**rZ h'ét fantastische, bizarre en pa-
t®et waaraan hij trouwens met
lll0l0glS Lkoliike oorspronkelijkneicl de
een opmeikel k de achttiende-
verwante, griezel-
va4alen ^0Se'geval" wendde hij zich
«rtSS-iMageliikae-doen, de
i°t de "n zijn grote waan en zijn me-
«KT#** voelingen en
^rSrzich geleidelijker
De,e kC"ï uit zijn proza valt af te
vo!trÖïmans als werken van langere
R°ïï!n2rijker arbeidsduur leggen,
eenmaal gekozen is, de
i»ra vooMmige tijd vast. Gedichten,
i,u'eiir a ouenblikkeliikcr van ontstaan,
y-ÖJfdu. van gebondenheid aan
ontwikkeling, ie-
van
veelal in hun opeenvolging ge-
i,:"" .^ftriidpr en daardoor nauw-
jS,«trien in scbrl|Ver 'he'
iLto dat in r-'jn verzenbundel
J w' - verschenen kort na de
i n een bibliophiele uitgave en nu,
ïl-uld met 22 gedichten van latere
turn gelukkig binnen het bereik van een
'vjerskring gekomen de o\er-
wat ik destijds zijn realistische
ttjLner
'mandék noemde Lot een (psychisch) rea-
schérper aftekent. Ook pijnlijker,
soman
pie
Sender. Maar eveneens: rijper en
Tenselijk. Wat aanvankelijk nog mogelij
Kas en
begeerd werd:
een
een
lichtvoetige
troostrijk
(Mlmel"verlangen!^balsem der dromen,
verd els schijn afgewezen. De tot mets
'inlichtende arabesken der verbeelding
ïSleekten in een ontredderde were d tot
doloze nietigheid: een oorlogslente bloeit
ret ongedeerd voor wie „de droom be
mint" En de schaduwen vallen overal
;'4dien. Zo goed als in een jeugdherin
nering aan „de trieste tuin, het oude huis
ie duistere kelder, daarin ..als een rotte
tem besloten", een doordringender lucht
verspreidt dan de nagebleven geur van
bloesemranken, is wat eens feeën en go-
cinnen lokkend fluisterden overstemd en
ongedaan gemaakt door het tumult der we-
,eld de onvree met zichzelf, het besef dei
cedeschuld, der zondige boosaardigheid.
De dichter, die zijn bundel besluit met
een veis „Apocalyps", en de eigen vraag:
Jieelt het nog zin om een gedicht, te schrij
ven" beantwoordt met de erkenning dat nu
re woorden zich niet anders meer kunnen
ven dan als „het mene tekel op de wand
-diédichter is niet de romanticus meer
van weleer, zelfs niet eens de realistische
lomanticus, hij heeft de realiteit gekozen
- sis een ontgoocheld romanticus. Hij
richt zich tot de mens; „het waanwijs, ver
edeld dier" in óns, in hèm. De roman „De
Erfenis" werd daarvan het menselijk ge
tuigenis, waarin de laatste sporen „aesthe
te" angstvallig, noodwendigerwijs kan
ren wel zeggen, werden uitgewist.
Een ontgoocheld romanticus als zoda
nig heeft Victor van Vriesland ook de
vrijwel vergeten Marcellus Emants geken
schetst in zijn uitnemende inleiding tot
Een Nagelaten Bekentenis, de sinds 1918
emmer herdrukte en thans dankzij het
initiatief van de uitgever Van Oorschot
|rveischcfnen roman van een melancholi
cus, een scepticus uit verholen liefde
vcor de broeder mens. Meer dan een halve
eeuw scheid'. Emants roman van Ab Vis
sers „De Erfenis". Vrijwel' gelijktijdig uit
gegeven nu, toevalligerswijs dus vergele
ken, vertonen beide romans niet alleen een
verrassende overeenstemming van onder
werp, maar wat veelzeggender is
ten diepgaande verwantschap, een gemeen-
rhappelijke atmosfeer. Dat in beide een
ia, door het innerlijk onheil getekend,
zijn „mene tekel" in de wand van zijn
hven grift door een „onvermijdelijke" mis
leen moord, een kwellende schuld, de
fae uit wanhoop, de andere uit hebzucht,
r.sg bijkomstig schijnen, de catastrophe,
psychologisch beklemmend voortreffelijk
voorbereid in beide boeken, komt voort uit
«zelfde bron: de menselijk troebelheid, de
pS war het boosaardige, het tekort aan
Lensenliefde uit dé mens dus, van wie
hnsnts en Visser op identieke wijze de
wepte peilen, beiden uit ontgoocheling,
'.mats bitterder, Visser gekwetster; de
«rste onder invloed van de materialisti
sche leerstellingen van zijn tijd, de tweede
JfW; de één fatalistisch, de ander me-
•fös^ch:maar beiden gedreven door een
'•arneidsliefde, die aan de realiteit kan
Op 18 Mei heeft de minister van Econo
mische Zaken een commissie ingesteld
teneinde hem van. advies te dienen over
de sociale consequenties van de Prijzen
beschikking Kleinhandelsmarges Schoenen
1951. Deze commissie heeft op 7 Juli een
uitvoerig rapport uitgebracht.
Na kennisneming van dit rapport en
overwegende, dat de marktverhoudingen
op het gebied van cle handel in schoenen
zich sedert de uitvaardiging van de Prij-
zenbeschikking Kleinhandelsmarges schoe
nen 1951 sterk hebben gewijzigd, heeft de
minister besloten de Prijzenbeschikking
Kleinhandelsmargers Schoenen 1951 in te
trekken, zodat thans ook in de schoenhan-
del uitsluitend de Prijzenbeschikking
Handelsmargers 1951 van toepassing is.
ADVERTENTIE
met soep en toespijs
naar keuze 3.50
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Z2 Kip, Pommes frites, com
pote.
Wiener Schnitzel, groente,
aardappelen.
Salmi van gevogelte, groente,
aardappelen.
Nassi Goreng Speciaal.
Gebakken Lever, spek, ap
pelmoes, geb. aardappelen.
Stoofpaling, worteltjes, aard
appelen.
Verse capucijners met var-
kenscotelet.
Een lccfnet vol, door Jan Schrei-
ner. Uitgave: Kluwer, Deventer-
Djakarta.
In tegenstelling lot het buitenland zijn
boeken over de technische kant van de
hengelsport in ons land zeldzaam. En wat er
voor de oorlog over hengelen geschreven is,
moet thans als verouderd worden beschouwd.
Wat er na de oorlog is verschenen over de
moderne visserij is vrijwel geheel van de
hand van J. J. Schreiner, die na zijn boek
„Flitsend Nylon", een standaardwerk, dat
voornamelijk over de kunstaasvisserij'han
delt. in zijn nieuwe „Een leef net vol" over
de voorn-, brasem- en karpervisserij schrijft.
Zowel met de werphengel als met de ortho
doxe vaste hengel. Hij is in dit bescheidener
werkje met dezelfde grondigheid en met
hetzelfde plezante enthousiasme aan de slag
gegaan. En zijn onvermoeibare speurzucht
naar nieuwe, succesvollere en vooral ver
fijnde methodes blijkt weer resultaten te
hebben opgeleverd. Resultaten, die natuur
lijk wijzen in de richting van de lichte en
ultra-lichte visserij, die naast betere sport
ook kansvoller vissen geeft. Sp.
De ere-tentoonstelling, die in het Stede
lijk Museum te Amsterdam voor de zestig
jarige kunstenares Charley Toorop wordt
gehouden, brengt werk bijeen uit de jaren
1913 tot 1951. Achter talloze schilderachtige
détails voelt men een sterk en groot karak
ter. Die détails getuigen van de ontwikke
ling, van de vele'beïnvloedingen die Char
ley Toorop onderging. Steeds meer komt de
Het door onze medewerker voor beeldende
kunst uitvoerig besproken schilderij „Drie
generaties" van Charley Toorop.
contour, de omtrekslijn naar voren, wordt
het modellé geforceerd en staan de kleu
ren met. harde contrasten naast elkaar.
Maar ook de onderwerpen vertonen grote
gevarieerdheid. Angst-aanjagend zijn de
meer dan levensgrote vrouwenfiguren met
haar hypnotiserende ogen en blauw-
beschaduwde rimpels in de huid. Niet min
der opvallend is, om een der vele zelfpor
tretten te kiezen, de kleurenrijkdom van
de schildersjas op hel zelfportret van 1932-
'33 (met het palet in de hand) waar spe
ciaal het stijlcontrast met het meer effen
gekleurde gelaat de aandacht trekt. Stil
levens, groepsportretten van de vrienden
kring, bloemstudies, havengezichten, volks
typen bewijzen de ruimte van Charley
Toorop's blik en de onuitputtelijkheid van
haar geduld om bepaalde effecten te be
reiken. Bijvoorbeeld die leeggedronken
bierglazen, waarin het naar beneden ge
zakte, plakkerige, verslagen bierschuim op
meesterlijke wijze is weergegeven. Invloe
den worden eerlijk ondergaan. Een clown
vertoont zijn triest gezicht tegen een ach
tergrond van puin: dat doet evenals „Ar
beidersvrouw in ruïnes" aan Willink den
ken. Bij de weergeving van volkstypen
(„Arbeidersvrouw met kinderen" of „Volks
logement") voelt men dat het realisme iets
sterker zou kunnen zijn. Het prachtige
coloriet van de kleren der kinderen doet
eigenlijk de misère vergeten.
Met de jaren doet zich in de weergeving
van al die détails een afkoeling van het
emotionele, een verlangzaming van het
temperament voor. En toch blijft Charley
Toorop zichzelf gelijk. Voor de benadering
van haar diepere wezen is een karakter
vergelijking nodig. De Rotterdamse schilder
Marius Richters maakte ongeveer een
kwart eeuw geleden een schilderij „Drie
generaties". Op deze tentoonstelling van
Charley Toorop is eenzelfde onderwerp
aanwezig. Ook Richters houdt van volks
typen, van eenvoudige mensen. Maar hij
gaat van de kleur uit, van overgangen en
combinaties die het oog strelen. Een zelf
portret van Richters betekent de erkenning
dat hij een mysterie in zich draagt, dat
onuitsprekelijk is. Charley Toorop's zelf
portretten vormen een reeks onbarmhartige
zèlf-observaties. Hetzelfde contrast van lijn
tegenover kleur, van tere nuances tegen
over brutale contrasten vindt men, als men
„Drie generaties" van Charley Toorop met
het schilderij van Marius Richters verge
lijkt. Richters zocht de overgang in de
vrouwenziel, door een meisje, een moeder
en een grootmoeder, elk symbolisch in an
dere richting starend, in één ruimte, in een
zacht licht bijeen te brengen. Bij Charley
Toorop zijn haar vader en haar zoon onge
lijk van afmeting. Een geweldige bronzen
kop van Toorop Sr. is links-boven aange
bracht. Rechtsboven staat haar zoon en
onderaan heft Charley zélf het penseel
dramatisch omhoog. Alle drie zijn van
voren gezien, de homogeniteit is, in allerlei
opzichten, bijna opzettelijk vermeden. Er
ontstaat een onrust, die door het steile for
maat (200 bij 120 centimeter) nog wordt
verhoogd. Bij Richters een psychische wen
ding. in ruimte en richting gesymboliseerd.
Bij Charley Toorop een vrij harde vlak-
indeling. Bij Richters overheersen de kleu
ren, bij Toorop de lijnen. Bij Richters dro
men de ogen, bij Toorop hebben ze vaak
de starende glans die door een arsenicum-
kuur ontstaat.
Deze vergelijking houdt geen verschil
van waardering in. Zij beoogt het verschil
van instelling op de omgeving bij twee
grote, tegengestelde schilderkarakters te
benaderen. De tentoonstelling duurt tot 30
September. H. SCHMIDT DEGENER.
Wij openen met dit artikel een nieuwe
serie, die men voorlopig elke Zaterdag
in ons blad zal vinden. De bedoeling is,
zoals de kop aangeeft, mooie dingen (inte
rieurs en schilderachtige plekjes) uit de
schemering der half-verborgehheid te ha
len en even in het volle licht der belang
stelling te plaatsen.
Haarlem is een oude stad die zich ge
lukkig mag prijzen dat, ook al is in de loop
der eeuwen helaas veel verloren gegaan,
nog veel van het oude bewaard gebleven
is. Een groot deel van die erfenis van
voorgeslachten kan elk bijna dagelijks met
Wh wil vonrhiiooar, „vT a'Z V"1 "T bewondering gadeslaan. Wat aan de bui-
t jiuooroijgaan en de schijn schuwt. tenkant te zien js behoeven wij niet met
foto's en toelichting bij de lezers te intro
duceren. Maar achter vele deuren (die
gelukkig niet altijd voor iedereen gesloten
blijven!) vindt men daarnevens nog veel
moois dat slechts aan weinigen bekend is.
Voor die dingen gaan wij nu de aandacht
vragen.
kng g;ng Emants door voor „fin-de-
;«;ri zijn roman „Een Nagelaten Beken-
vo?r een boek van een dusdanig
pTw e z'elsanalyse, dat „het gewo-
romanlezende publiek dier dagen",
ADVERTENTIE
f*a 1 '"dingen van onderwijs
SCH°OLBOEKHANDEL
DE VRIES
Gd OuJe Gracht
27-273
ZATERDAG 14 JULI
l^S'!lS<E„m?loei"endaal: Ballets
t 4 r7r™doVA «Uk™»".
^•Lotte'\ Ui' o «f1® uur- Palace:
fandag I0l en"J" 4h' 7 en 9-!ö uur
*>1". 10.30 .„"^Donderdag ,.De Wild-
öin'dag 230 en 2' 4'30' 7 «n 9.15
ri'® met dP *£L 8 uur). City: Do
Spaame; Dn' j",2'-5' 4'30' 7 en
en 9'15 uur. Duivelseiland", 14 j„
-0penluthttheÏÏAGn15 JPLI
fe?cn 5 uur fdaa!: Ballets
^voorstelling"" Scopen: Middag-
JULI
S" 611 av°ndvoorstellingen
Wij beginnen met de bijgebouwen van
de Grote Kerk.
Het uitwendige van de St. Bavo is over
bekend. Ook de kerk van binnen is door
velen betreden, hetzij bij kerkdiensten of
bij concerten. Maar toch zal in een vol
gend artikel blijken dat er in die kerk nog
veel is op te zoeken dat de oppervlakkige
kerkbezoeker ontgaan is.
Voor heden wenden wij ons tot de bij
gebouwen.
Hiernevens is een foto van de sacristy.
Dit lokaal was in de tijd dat de Bavo voor
de R.-K. eredienst gebruikt werd, bestemd
voor de priester om zich te kleden en zich
voor te bereiden voor zijn heiligé dienst.
Toen de kerk aan de Hervormden was
overgegaan werd dit lokaal niet meer ge
bruikt.
Het is nu juist 50 jaar geleden dat prof.
ir. J. A. G. van der Steur, die belast was
met de restauratie der kerk, toestemming
kreeg 0111 de grote sacristy (lie toen ge-
De kamer waarin de Kerkvoogden vergaderen.
De sacristy in de Grote Kerk.
bruikt werd voor keuken en slaapkamer
van de koster en daarvoor ook verbouwd
was. weer in oude toestand te herstellen.
Bij de Kerkvoogden die sindsdien het.
bestuur der kerk in handen hebben wordt
gelukkig meer eerbied gevonden voor het
oude en mooie. Daarvan getuigt de toe
stand waarin thans behalve de kerk ook
alle bijgebouwen verkeren. Waar het mo
gelijk is wordt het oude hersteld. In de bij
gebouwen zijn vele oude meubels en
antieke voorwerpen geplaatst, waardoor
een fraai geheel verkregen wordt. Het is
nu een lust voor de ogen om alles gade te
slaan. Dit komt ook tot uiting bij de foto
die wij geven van de kamer waarin vroeger
de classisvergaderingen werden gehouden
en waarin nu de Kerkvoogden bijeenko
men. Wij kunnen slechts één kant dezer
kamer laten zien. Die is met de forse
schouw en de sierlijke kast wel het mooist
(het is jammer dat de fotograaf het oude
schilderstuk boven de schouw er niet op
kon krijgen!) maar aan de andere wanden
staat ook veel wat in een museum niet
misplaatst zou zijn.
Om nog even terug te keren tot de
sacristy. Het glas-in-loodraam op de ach
tergrond bevat de wapens van de kerk
meesters uit de tijd van de eeuwwisseling,
de heren Enschedé, Baron van Lynden,
De Breuk, Romeny, Rasch, Van der Ven
en jhr. Boreel van Hogelanden. De bijge
bouwen zelf zijn uit de 16e en 17e eeuw.
De kosterswoning is van veel latere tijd.
De kerk is voor bezoekers toegankelijk.
De bijgebouwen niet. Dat is wel jammer,
want ook die zijn het bezichtigen waard.
C. J. VAN T.
De zogenaamde Honderd Gulden-prent
(Christus de zieken genezende) van Rem
brandt, omstreeks 1649. In de 'catalogus
van de tentoonstelling in de Vleeshal nr. 100
Te Groningen werd gisteren tijdens de
algemene vergadering van de vereniging
„Grunnen" door de voorzitter, de heer K. ter
Laan. meegedeeld, dat binnenkort de be
noeming is te verwachten van een hoog
leraar in de Nedersaksische taal en letter
kunde aan de rijksuniversiteit te Groningen.
De hoofdbestuursleden de heren J. F. Steen
huis uit Haarlem en C. W. Ninteman werden
bij acclamatie herkozen. Tot lid ven ver
dienste werd onder meer benoemd prof. dr.
P. Lieftinck.
ADVERTENTIE
Dépositaire oüficiei
Wagenweg 29 - Haarlem - Tel. 30518
Institut de Beauté
Haute Coiffure
Het rijk geeft de voorkeur
aan gebieden waar meer
werkloosheid is
Het gemeentebestuur van Haarlem streeft
er naar nieuwe industrieën aan te trekken
Dat is te begrijpen nu Haarlem enkele
millioenen geïnvesteerd heeft in het haven
en industrie-terrein in de Waarderpolder
en nog voor grote uitgaven staat om de
toegangen tot dat gebied te verbeteren
Tot nu toe hebben die pogingen nog niet
veel resultaat gehad, maar er wordt ge
hoopt dat de onlangs in het leven geroepen
stichting (waarin behalve gemeentelijke
autoriteiten ook personen uit het bedrijfs
leven en de Kamer van Koophandel zijn
opgenomen) er in slagen zal onder de in
dustriëlen die zich ergens willen vestigen,
meer belangstelling voor Haarlem te wek
ken.
In deze aangelegenheid is evenwel a'an
veel belang welke houding de centrale
leiding in Den Haag aanneemt.
Wij vernemen dat men in Den Haag van
de overweging uitgaat dat het een lands
belang is om de nieuwe industrieën te be
vorderen in die gebieden die het grootste
overschot aan werkkrachten hebben. De
consequentie daarvan is, dat Haarlem dan
weinig kans heeft. De cijfers over de werk
loosheid van de laatste tijd hebben immers
aangetoond, dat er in Haarlem een betrek
kelijk klein aantal werklozen is.
Nieuwe industrieën moeten, zo wordt
geredeneerd, de beschikking hebben over
een voldoend aantal arbeidskrachten. Die
zijn momenteel in Haarlem niet in voldoen
de male beschikbaar. Volgens de laatste
statistiek waren er in Haarlem, Heemstede,
Bioemendaal en Bennebroek bij elkaar
slechts 1307 mannen zonder werk. En daar
onder zijn dan nog 'n groot aantal kantoor-
en handelsbedienden en ook veel onge
schoolden en mensen op leeftijd. Bekwame
vakarbeiders zijn er in Haarlem en om
geving niet werkloos.
Vandaag dat men in Den Haag als er
advies gevraagd wordt door industriëlen
die lot een nieuwe vestiging willen over
gaan, aanbevolen wordt in Drente en
Noord-Brabant te zoeken. Dit wil natuur
lijk niet zeggen dat er bezwaren gemaakt
zouden worden als de industrieel zelf het
oog op Haarlem geslagen heeft.
Enige tijd geleden wilde een buitenlandse
firma in Nederland een bedrijf vestigen dat
voor de oorlogsindustrie zou gaan werken.
Daar zou in het bijzonder fijn metaalwerk
gemaakt worden. Er is nog een ogenblik
gedacht dit bedrijf in Haarlem te vestigen,
maar tenslotte is de keuze toch op Noord-
Brabant gevallen.
Wij kunnen ons indenken, dat men van
de zijde van het Haarlemse gemeentebe
stuur deze gang van zaken betreurt. Na
tuurlijk wordt het toegejuicht dat er op dit
ogenblik weinig werkloosheid is/maar het
geeft toch een gevoel van onvoldaanheid
als van de zijde van Den Haag geen volle
medewerking is te verwachten voor de aan
trekking van nieuwe industrieën, want het
is ook een belang van Haarlem dat de ex- I
ploitatie van het haven- en industriegebied
in de Waarderpolder mogelijk is.
Andermaal voor de vraag gesteld wat
een ets is, beperk ik mij in de beantwoor
ding thans tot de aesthetische eigenschap
pen, die de kunstwerken, in deze techniek
door Rembrandt uitgevoerd, vertonen.
De verschijningsvorm van een ets van
Rembrandt is van gans andere aard dan tal
van grafische producten, daterend van vóór
en na diens werkzaamheid. Het grafisch
procédé (gravure en ets) werd namelijk
dikwerf toegepast ter vermenigvuldiging
van „reproducties" naar geschilderde
kunstwerken. Daar had de techniek dus
een ondergeschikte aesthetische functie:
zij was reproducerend. Rembrandt bedien
de zich echter van deze techniek als me
dium om zijn eigen bespiegelingen in het
koper te vereeuwigen. Een op zichzelf
staande kunstvorm dus, die haar bestaans
recht had vei'kregen naast schilder- en
tekenkunst. Rembrandt sloot hiermee waar
dig aan bij oudere Hollandse etsers en
graveurs van formaat als Erhard Reeuwich,
Lucas van Leyden en anderen.
Tot de schoonste bladzijden die over
Rembrandt's kunst werden geschreven be
horen de diepzinnige studies van de te
vroeg gestorven hoofddirecteur van het
Rijksmuseum, dr. F. Schrrüdt-Degener (f
1941), studies die ik ter voorbereiding van
een bezoek aan onze Rembrandt-tentoon-
slelling warm aanbeveel. Als aanhef van
zijn opstel „Rembrandi's drievuldige aan
leg" schrijft Degener: „Tekenaar, etser,
schilder, met dit drievoud van vermogens
schiep Rembrandt drie werelden, elk in
zich compleet, elk even zelfstandig. Zij
bevatten onderling eikaars commentaar,
gehoorzamen op gelijke wijze aan innerlijk
streven en openbaren elk den meester bij
na geheel bijna, want zonder een van
deze samenstellende gebieden, die als cir
kels in elkaar grijpen, zou aan het beeld
van den kunstenaar iels wezenlijks ont
breken
Tegenover de collegae-kunstenaars, die
eveneens de etskunst beoefenden, neemt
Rembrandt een volkomen autonome plaats
in. Waar eerstgenoemden met uitzon
dering van Hercules Seghers veelal ge
voelige tafereeltjes etsten naar de zeden en
gewoonten van de tijd (Simon de Vlieger,
Pieter Molijn, Jacob van Ruisdael, Paulus
Potter, Berchem en anderen) of naar mo
tieven uit de wereld van het schip (Reinier
Nooms, Ludolf Bakhuysen), steeg Rem
brandt ook in zijn etswerk vèr uit boven
dit niveau van overigens zeer te waarderen
kunstbeoefening. Het is ook in deze tech
niek dat Rembrandt's geest weer werd
ontstoken door de Goddelijke vonk, die al
leen overslaat naar het voor alles en allen
ontvankelijke wezen van de universele
kunstenaar.
De ets van de schelp (Catalogus Rem-
brandt-tentoonstelling in de Vleeshal no.
103) is niet slechts een volmaakt specimen
van etstechniek, niet alleen de getrouwe
verantwoording van een der wonderen dei-
natuur door menig kunstenaar met
liefde en vakbekwaamheid ter illustratie
van een natuurwetenschappelijk boekwerk
vervaardigd maar vóór alles tot schelp
gekristalliseerde bespiegeling, waarin Rem
brandt's meditatieve geest even dwingend
aanwezig is als in een landschap of in een
Bijbels gegeven, onverschillig binnen welke
der drie „cirkels" besloten. In dit simpel
ste aller stilleven-motieven, ingesteld als
een luisterend oor, herkennen we de neer
slag van de gestemdheid, die Rembrandt's
aandacht op dat moment tot dit zeldzame
onderwerp keerde.
Als Schmidt-Degener zich in bovenge
noemd essay de vraag stelt: „Wat is voor
Rembrandt een ets?", dan antwoordt hij
daarop: „Een korte halte in een psychisch
verloop. Zoals zijn schilderijen, schijnen
ook de etsen in haar tijdsverband zwaarder
te wegen." Inderdaad. Als een gouden
draad zien wij Rembrandt's levensweg zich
afwikkelen, óók in zijn geëtst oeuvre, dat
evenals het geschilderde gelijk een auto
biografie kan worden gelezen.
In de jaren 1628- 33 zien we de jonge
kunstenaar juweeltjes van etskunst schep
pen, waarin hij de dierbaarste figuren uit
zijn jeugd zijn vader en moeder zijn
kinderlijke toewijding betuigt (nrs. 1, 2, 5,
6, 11. 22. 30 en 33). In Saskia's beeltenissen
draagt de minnaar en man zijn liefde op
(nrs. 37, 48. 49 en 55). In zijn zelfportret
van 1639. ons thans vertrouwd door de
Rembrandt-affiche, bekent hij zijn wel
stand en.... zijn dédain (nr. 58). De ets
met de Drie Bomen (nr. 81) is het nimmer
overtroffen monument voor de glorie van
het Hollandse landschap, doch tevens het
natuurbeeld waarin de eenzame kunstenaar
na Saskia's dood dwaalde en de sfeer vond
die harmonieerde met zijn wisselende stem
mingen. Het jaar 1648 is verbonden aan het
portret, waarin Rembrandt zich vóór
zijn werk gezeten als de door het leven
gegrepene uitbeeldde, innerlijk vol span
ningen (nr. 95). Tussen dit jaar en 1660
vond hij bij voorkeur inspiratie in de we
reld der Evangeliën en troost in de uitbeel
ding der Christus-figuur. De negentien
etsen met gewijde voorstellingen culmine
ren in de befaamde Honderd Guldenprent
(nr. 100), waarin we de critiek, de twijfel
en het geloof rond Christus verenigd vin
den. We zien hier de mensheid, „belast en
beladen", optrekken uit de duisternis naar
het stralende licht van het vleesgeworden
Woord. Zo evolueerde zijn scheppings
kracht tol een volheid, die Rembrandt,ware
hij „slechts" etser geweest, reeds onsterfe
lijk zou hebben gemaakt.
„Te veel beschouwd als een zoom naast
het schilderwerk", aldus Schmidt-Degener.
„zijn de etsen een wereld, doorkruist door
één man en uit dat éne zieleleven te ver
klaren. En naarmate onze aandacht zich
verscherpt, wint die wereld aan rijkdom
en verrassingen, met hoeken nog onontdekt
en geheimenissen nog ongepeild". Als hij
met deze vereiste concentratie is toegerust,
zal de bezoeker aan de Rembrandt-tentoon-
stelling de meester van zéér nabij leren
kennen en zal het beeld dat hij zich van
hem had gevormd aan grootheid winnen!
H. P. BAARD.
Opgenomen in de Verzamelde studiën en es
says van dr. F. Schmidt-Degener (Uitg.
Meulenhoff, 1950 blz. 79 e.v.)
De Nederlandse Bank deelt mede, dat
het tekort van Nederland in het betalings
verkeer met de aan de Europese Betalings
unie deelnemende landen in Juni
58.926.000 (15.507.000 dollars) heeft be
dragen.
Van dit tekort is een bedrag van
35.355.000 (9.304.000 dollars) in dollars
gedekt.
Met het restant ad 23.571.000 (6.203.000
dollar) is de schuld van Nederland aan de
E.B.U. toegenomen. Deze schuld bedraagt
thans 667.276.000 (175.599.000 dollar).