Hunter vkeehijk
Voorkom dat roesten
Succes Schotels f2.50
Restaurant Lion d'Or
Restaurant't Heerenhek
Het Hofje van Staats
0ouperus? Elime Vere j meer
dan een Haagse roman
SCHOOLBOEKEN
%ada voor Haarlem
Rembraedts tekentechniek vrij van
atelier en academie ^conventies
D
Een Eeuw Geleden
jjende druk van eén meesterwerk
voor alle inrichtingen van onderwijs
SCHOOLBOEKHANDEL
H. de vries
Oud er domsv er zekering
H aarlem-W est
f
Prettig
Schoonheid in Haarlem en omgeving
mm
M01
Defensie-studiecentrum
Diamanten echtpaar in de
Zuid Brouwersstraat
Over beeldende kmost
Controle op voor uitvoer
bestemde bloembollen
,aIEKI>AG 25 AUGUSTUS
1951
LITTERAIRE kanttekeningen
.nccHlJNLIJK NIET voordat deze phase van de Westerse Cultuur, die men de
W r'iike noemt, historisch volledig is afgesloten, zal de symbolische betekenis
TT u-jiversfiguur van Louis Couperus en daarmee de grootheid van zijn
van de scnr'J__ tenD volle zijn erkend. Het thema van zijn werk in al zijn variaties en
n]ee5terscnap de van zjjn leven, gevoerd met de wapens van de gratie, de
metamorpnos waardjgiieid van een geestelijke aristocratie, werden direct of indirect
distinctie en a djé beschaving-in-verval, bepaald. Ze was zijn noodlot, en niet
door cüe cimu ^Toodlof. betitelde hij zijn tweede roman, het noodlot bewerkstelligde
j^-ei net zij de hoofdfiguur in zijn eersteling „Eline Vere", de roman der on
ce o»oer|an;rt^^ en zelfs daar waar het niet openlijk aan de dag treedt, daa:
beweaigoe en hoogste van de verbeelding aan wordt ontkomen is het de
^"L'Lrht van de jeugdwerken „Eline Vere" en „Extaze" tot de laatste roman
^llSzJigiarige, „Iskander".
Mijmerende over de herfst in één van
zijn reisschetsen, over de cirkelgang van
begin en einde, noteert hij: de seizoe
nen wisselen, maar ik, ik blijf dezelfde.
Mijne melancholieën volgen mijne vreug
den, maar mijn zielblijft altijd de
zelfde.... Mijne jaren volgen mijne ja
ren.... Maar in mij verandert niets. En
daarom voel ik misschien des te meer dien
weemoed om wat einaigen gaat
Er is geen twijfel aan: in zijn jeugd
want zo was zijn aanleg wel had hij als
Eline Vere „het luchtige paleis (van) tedere
vizioenen en hersenschimmen gebouwd";
zuil voor zuil had hij het opgezet, „broos
en luchtig, schitterend, en hoger, steeds
hoger, in fantastisch kristallen pracht
tot het als met een apotheoze aan
de wolken reikte". Als zij, hoewel
allicht anders van toedracht en zin, kende
hij „het geluk" en de vrees voor het verlies,
de dodelijke vrees, de levensangst, en de
koestering van de smart daarom. Als zij
ook, van zeer nabij althans, kende hij de
„verveling", de „ziekte der eeuw", en de
hunkering naar de vervulling. „Ik twijfel
altijd, ik zoek altijd, ik weet nooit" dat
was Eline's weeklacht, haar leed, haar on
dergang, niet groots van allure, niet diep
van zin, bijna te triest om nog tragisch te
zijn.
Couperus bezwoer dat onheil, waagde
van de bijna zestigjarige
n;t noodlot was meer dan een tot roman
£?toeDassing van de toenmalige
TIL S Ser dan de realistische
""srne'miag en weergeving van wat er om-
de kleine zielen" der eng-Haagse
- het was de levensonmacht, het
to<£hbesef dat de vorm, die
r M in geleidelijke verwikkeling
^aangenomen, niet meer toelaat dat het
leven bespeeld en genoten wordt als schone
S en dat de kunst zich tot de uitdruk-
Efadelt van een schoon leven. En voor
Kunstenaar betekende dat zijn isolement:
n vermoeide beschaving ui een oude eeuw
de verbondenheid van kunst en leven
ebroken weemoe^ verspeelde
rouoerus' achter brillante arabesken
wiuilgaand scepticisme, zijn herfstige me-
Soiie zijn in onvervulbaar verlangen
teruggrijpen naar de mythen der Oudheid,
naar tijden waarin machtige impulsen van
e scheppende fantasie dreven tot grootse
lisden tot monumenten der historie, tot
Wormen die nog de spankracht bor-
m tot wreed-schone tragedieen het
iwam alles voort uit de weemoed om het
onherstelbaar verspeelde. Ook zijn dandy
isme Kan men het „noodlot" gratievoller
beteugelen, de levensvermoeidhei'd bekoor
lijker bezweren dan met déze superieure
charme' De robuust-onvervaarde kracht,
waarmee Van Deyssel met één machtige
mep der bezieling het verloren levenster-
min voor de kunst wilde terug veroveren,
was Couperus vreemd. Hij bleef ter zijide,
niet minder vervuld van de schoonheid van
hè' woord dan de Tachtigers, niet minder
begerig naar een verlossende hereniging
van leven en kunst, maar te diep geraakt
door wat gaande was en zich in een.steeds
versneld tempo voltrekken zou: het vervat.
Hij'voelde, hij beeldde, hij wès dit verval;
hij was het in dezelfde geest waarin Thomas
Mann de Buddenbrooks schreef. Levens
onmacht en artisticiteit, verval en muziek,
onburgerlijkheid en doodsverlangen, dat
was de tragedie van het geslacht Budden-
orook, het is het thema van Eline Vere. het
muzikale thema, het Lohengrin-motief van
de hoogst-verleidelijke melodie ener ster
vende eeuw.
Men herleze „De Berg van Licht": wie dat
schreef was niet de „mondaine causseur.
niet de flanérende dandy die zichzelf voor
aartslui verklaarde, niet de langoureuze,
betoverende middagdromer der midzomer-
loomtes, niet de kroniekschrijver van aller
bekoorlijkste reis-impressies die alle geu
ren, glanzen en kleuren speelde en streeirie
uit de weelde van één enkel woord maar de
tragische mens-Couperus, die ik een sym
bool der eeuw noemde, de Couperus diie in
de afgrond had gezien van zijn icven. -an
üèt leven in dit tiidsbestUK, en - "'orgoed
de „Ring van het Noodlot" om zich heen
wist, zeer bewust, zeer smartelijk, zeer
superieur: want des te teerder werden hem
de tedere dingen", des te fijnere vertak
kingen van zijn fantasie volgden zijn ara
besken, feeërieker dan de verbeelding van
.Psyche" en „Fidessa". Zéér superieur dus,
maar ook zeer tragisch: deze fatale blik
:r de hopeloosheid der Fataliteit hiel'd hem
af vin zijn definitieve meesterwerk, waar
toe zijn genius hem had voorbestemd. Dat
was zijn noodlot, dat hem al beloerde toen
hij Eline Vere schreef, in zijn jonge jaren.
ADVERTENTIE
Jacobyneslraat j Ged. Oude Gracht 27-270
zich op hoogten en in diepten en wist
sindsdien, doorgronde zijn „noodlot" nadat
hij er in zijn debuut „Eline Vei-e" zo ver
rassend van waarneming en zegging over
geschreven had. Want „hij bleef die hij
was", hij veranderde niet in zijn ziel en
daarom voelde hij misschien des te dieper
die weemoed om wat eindigen gaat. Daar
om toverde hij de hemel van zijn leven zo
hoog en smetteloos van azuur, zo blauw en
doorschijnend; daarom rankte hij de
schoonste arabesken om de dagelijksheid
van het leven, zwierf hij als toerist in
vreemde oorden, in de geest naar oude
tijden, droomde, bewonderde, dweepte,
lanterfantte en wérkte hij, leerde hij be
schouwelijk aanvaarden en wijselijk zwij
gen over hel Andere, het Noodlot, dat sinds
zijn intree in de Nederlandse letteren duis
ter op de achtergrond stond van zijn bril
lante werk.
Met deze na-gedachten „Eline Vere"
dat na een kwart-eeuw pas, dank zij de
bemoeiing van de uitgever Van Kampen,
herdrukt werd nu het in de verzamelbun
del „Mozaïek"*) geen plaats had kunnen
Voor Nederlanders en Belgen
Tot dusver konden alleen Nederlanders
en Belgen die tenminste zes jaar in Neder
land woonden, voor een uitkering ingevolge
de Noodwet Ouderdomsvoorziening in aan
merking komen. Dit is thans veranderd. Bij
algemene maatregel van bestuur wordt
voor de toepassing der bepaling inzake deze
uitkering met woonplaats in Nederland ge
lijkgesteld woonplaats in België voor die
pei-sonen van Belgische of Nederlandse
nationaliteit, die in het genot zijn van een
invaliditeitsrente, een weduwerente of een
ouderdomsrente ingevolge de Nederlandse
Invaliditeitswet.
Dit brengt mede dat bijvoorbeeld een
Nederlandse rentetrekker, die de laatste
zes jaren deels in Nederland en deels in
België heeft gewoond en thans zijn woon
plaats in België of in Nederland heeft, in
aanmerking komt voor een uitkering inge
volge de Noodwet Ouderdomsvoorziening
Hetzelfde geldt ten aanzien van een Belg.
die in het genot is van een Nederlandse
rente.
Een en ander is geschied op grond van
het Nederlands-Belgisch Wederkerigheids-
verdrag inzake sociale verzekering van 29
Augustus 1947.
De maatregel heeft terugwerkende
kracht tot 1 October 1949. Belanghebben
den kunnen zich voor de uitkering wenden
tot de Raad van Arbeid, waarbij hun ver
zekering krachtens de Invaliditeitswet
loopt.
vinden herlezend, onderscheidt men pas
terdege, dait dit debuut van een zes-en- Uitbreidingsplan
twintigjarige meer dan een „Haagse roman"
was: het motief dat later, voller en gaver,
zou weerkeren en dat men in het oog moet
houden, wil men in het symphonisch geheel
van Couperus' levenswerk de noten lezen
van een hoogst actuele klanksymboliek.
C. J. E. DINAUX
„Mozaïek uit de werken van Louis Cou
perus" (L. J. Veen en Nijgh en Van Ditmar).
ADVERTENTIE
Lijdensweg niet ten einde
Ja. maar van
MOLENDUK's KAPSALONS
SANTPOORTER PLEIN 1 TELEFOON 19706
HAARLEM.
Gedeputeerde Staten hebben, naar B. en
W. van Haarlem is meegedeeld, hun goed
keuring onthouden aan het in Juli 1950
door de raad vastgestelde uitbreidingsplan
„Bloys van Treslonglaan ten Oosten van
Tuindorp", evenals aan het gedeelte van
het uitbreidingsplan „Omgeving Zijlweg"
dat betrekking heeft op de uitmonding van
de Bloys van Treslonglaan op die weg.
B. en W. stellen de raad voor van deze
beslissing van Gedeputeerde Staten in be
roep te gaan bij de Kroon.
ADVERTENTIE
week-end
ADVERTENTIE
Bel K 2500 - 10570 voor een
„BITTAC-KUUR
ADVERTENTIE
11 Meert méér
onder het genot van K
de qeionde en
verfrissende
Je'e^k'09""
SlmUGU5™S
Cleopatra 8 S Tf1'"6 "Cae"
rbond: Openincsbai m*» i Haarlem*e Kegcl-
f"Rotherham 8 da"swedstrijd Haar-
®'?emendaal: De vroV-, °Pen,uch<-'heater,
Windsor", 8 uur' r „v J Te vrouwtjes van
ijk leeft' 7 en (i- or: "Lach en vergeet",
Cjmanehen", 14 7Ur' »De schat der
Captain America" n uur' Spaarne:
Rembrandt: In hom 1 en U.15 uur.
H' Palace:" V^Tam"' 14 L 7 9.15
9,15 uur' FraÏÏ te"1®!10011"' 14 j"
1 en 9-15 uur ..Louisa" alle
S- AUGUSTUS
Srt „Uxor: 27enü i's 4-30' 7 en
Krd'am 1 15 Uur 'Zie m UUr' SPaarne:
l4g'-„Frans Hals- TLP T?amma van Za-
-■ 2.30,7 en 9 jZ '^he Jolson Story", alle
Generaal Calmeyer directeur
De minister van Oorlog en Marine heeft
besloten een Defensie-studiecentrum op te
richten, waar hogere ambtenaren, opper-,
vlag- en hoofdofficieren, alsmede niet-
ambtelijke personen, die op economisch of
sociaal terrein betrokken zijn bij de lands-
defensie, zullen worden voorbereid voor
het bezetten van leidende functies in die
organen, welke belast zijn met de voorbe
reiding en zo nodig de uitvoering van de
andsdefensie.
Het Defensie-studiecentrum zal worden
gevestigd in de Nieuwe Frederikskazerne
te Den Haag. De Hogere Krijgsschool, de
Luchtmachtstafschool en de Marine-stai-
cursus zullen eveneens naar deze kazerne
worden overgebracht. Tot directeur van
het Defensie-studiecentrum zal worden be
noemd luitenant-generaal M. R. H. Cal
meyer, die onder generaal Kruis plaats
vervangend chef van de Generale Staf is
geweest. Aan deze opperofficier worden
toegevoegd een vlagofficier van de marine,
een opperofficier van de luchtmacht, een
hoofdambtenaar van Buitenlandse Zaken
en een hoofdambtenaar van Economische
Zaken. De directeur zal worden terzijde
gestaan door een curatorium. Prins
Bernhard heeft zich bereid verklaard de
leiding hiervan op zich te nemen.
Het ligt in de bedoeling, dat de colleges
begin November zullen beginnen.
Op Zondag 23 September zal het precies
zestig jaar geleden zijn dat een Haarlemse
ambtenaar van de Burgerlijke Stand met
wat plechtige en wat vriendelijke woorden,
het bootje van mejuffrouw A. Niemann en
de heer J. van Melsen de .huwelijkszee in
duwde. Behouden vaart en goede wacht
moet die ambtenaar gewenst hebben. Het
had een voorspelling kunnen zijn, want als
ge na zestig jaar dobberen nog genoegelijk
bij elkaar zit, met om u heen een uitgebreid
nakomeling'sschap, dan valt het moeilijk te
beweren dat de wens van de ambtenaar
een wens gebleven is. Het huwelijksbootje
van het diamanten echtpaar is een jaar of
dertien geleden gestrand in de Zuid Brou-
werstraat op nummer 24; de gezagvoerder
en zijn eerste stuur kregen behoefte aan
rust en namen hun intrek in een pront
huis, waar alles blinkt en glimt dank zij
de levendige activiteit van de bijna tachtig
jarige bruid. De kinders, tien in getal,
waren op hun bestemming, de twintig
kleinkinderen bleken ook al een aardig
eind in de goede richting (getuige het feit
dat er twee-en-twintig achterkleinkinderen
zijn) en niets stond dus meer in de weg
om van de oude dag te gaan genieten. Voor
mevrouw Van Melsen is die rust wellicht
anders uitgelopen dan zij zich had voorge
steld. Sinds haar man wat aan het sukke
len is gegaan, vervult zij behalve de rol
van huisvrouw ook nog die van verpleeg
ster. Haar man is er wel mee in zijn schik:
„Ik had geen betere kunnen treffen".
Meer dan zestig jaar heeft de bruidegom
het beroep van meubelmaker uitgeoefend
en enige jaren was hij bezorger van Haar
lems Dagblad, de krant die hij nog steeds
iedere dag trouw spelt.
De heer A. Schut kan er zich op beroe
men dat hij langer dan enige rechter, officier
van justitie, griffier of ambtenaar van
parket of griffie werkzaam is in hel hoofd
stedelijk paleis van justitie. Op 17 September
is hij daar veertig jaar bode.
Het gebouw gezien van de zijde der binnenplaats.
Het onderscheid tussen de voor- en ach- 1 veel op elkaar. Toch ligt tussen de bouw
tergevel van het hoofdgebouw van het enkele eeuwen.
Hofje van Staats aan de Jansweg te Haar
lem is groot. Het eigenaardige is evenwel
dat dit niet aan de bouwmeester te wijten
is, want de tegenstelling wordt alleen ver
kregen door de groene omlijsting die het
gebouw aan de tuinkant een ander .cachet
geeft. Het is wonderlijk dat alleen door
wat groen dit effect verkregen kan worden.
Juist aan de voorgevel had de bouwmees
ter indertijd nog meer zorg besteed dan aan
de achtergevel. De omlijsting van het raam
boven de deur is daar namelijk in de deur
betimmering opgenomen, terwijl bovendien
de daklijst nog versierd is met de wapens
van de familie Staats.
Wij wijzen met klem op dit effect van
een eenvoudige groenversiering omdat het
een pleidooi is om in het stadsbeeld, waar
dit slechts even mogelijk is, bomen, hees
ters en bloemen te brengen en ook te be
houden.
Ter inleiding nog een opmerking. Velen
die wij de foto van de achtergevel lieten
zien, dachten dat het een afbeelding was
van het Raadhuis van Heemstede. Inder
daad, bij een oppervlakkige beschouwing
lijken beide gebouwen ook al staat het
IJsbrand Staats, de stichter van het hof
je, werd in Haarlem geboren in 1663, hij
woonde in de Damstraat en in de Grote
Houtstraat. In 1729 stierf hij. Als garenwe
ver heeft hij blijkbaar veel geld verdiend,
want zijn nalatenschap was groot genoeg
om een hofje te bouwen voor 29 weduwen
en „oude vrijsters".
Het hofje is een der grootste en mooiste
van de reeks die Haarlem rijk is. Het is een
genot een kijkje te nemen op de binnen
plaats waarvan de tuin een lustoord is. De
oudjes leven hier, door de beide poortdeu
ren letterlijk en figuurlijk afgesloten van
het drukke stadsgewoel. Hier ademt alles
nog rust en kalmte, zoals dit ook in de tijd
was toen Staats nog leefde.
In de beide zijgebouwen die naast het
hoofdgebouw staan werden grote reliefs ge
plaatst, voorstellende een borstbeeld van
de stichter met vrouwenfigui'en en een af
beelding van de weldadigheid. In onze serie
over Haarlemse gevelstenen hebben wij on
langs bijzonderheden over deze kunstpro
ducten meegedeeld.
De lokalen in het hoofdgebouw zijn reeds
lange tijd in gebruik bij de Sociale Raad
(Armenraad). Daarvoor offerden de regen
raadhuis los van elke andere bebouwing .ten de regentenkamers op. C. J. van T.
Rembrandt (16061669): Christus en de Apostelen; gesigneerd en gedateerd 1634.
Teylers Museum (Cat. Rembrandt-tentoonstelling Vleeshal no. 148).
AT ALLES ONDER DE HANDEN van
krijgt, treedt ook duidelijk aan de dag in
het leveaiswerk en de werkwijze van Rem
brandt. Wij hebben dit ervaren in Rem
brandts geschilderd en geëtst oeuvre, wij
constateerden dit bij de tekeningen al reeds
ten aanzien van de macht die hij ook daar
had over zijn onderwerp, in luttele penseel
streken gevangen en uitgeheven in het tij-
deloze. Maar ook in de techniek van zijn
tekenen toonde hij zich superieur boven
alles wat tot toen en nu werd bedreven,
met uitzondering van de kunst der reeds
eerder geprezen oude Chinese kunstenaars.
In zijn jeugd tekende Rembrandt met
zwart en rood krijt, zoals dat ook in de
zestiende eeuw gebruikelijk was geweest.
De fraaie tekeningen van Hendrik Goltzius
in de portefeuilles van Teylers Museum
laten ons dat zien. De merkwaardige „vol
tooide" tekening van Rembrandt uit 1634
met de nog nimmer bevredigend omschre
ven voorstelling, toont welk een krachtig
persoonlijk effect deze materialen in Rem-
brandlts handen verkregen. (Zie reproduc
tie). Men schenke in het bijzonder aan
dacht aan de figuren geheel rechts op de
voorgrond, die de driftige toets van een
Daumier voorspellen: Daumier, die twee
eeuwen later eenzelfde volheid en expres
sie uit zijn materiaal wist te halen. Na alle
in aanmerking komende gebeurtenissen tij
dens Christus' openbaar optreden tever
geefs ter indentificatie aan deze scène te
hebben getoetst bleef de titel „Christus en
de Apostelen gehandhaafd. Een weinig
zeggende omschrijving, daar het duidelijk
is d'ait hier een bijzondere gebeurtenis plaats
vindt die aanstonds doet denken aan het
opwekken van een dode. Tegenover de
licht-uitstralende Christus, wiens houding
duidt op bovennatuurlijke machts-ont-
olooitmg, ligt een figuur (een dode?) waar
omheen de jongeren in grote spanning ge
schaard zijn. Een soortgelijke spanning als
wij waarnemen rond de „Opwekking van
Lazarus", enige jaren tevoren door Rem
brandt geschilderd. De mise-en scène is
karakteristiek voor de jonge Rembrandt,
die door contrastrijke licht-en-donker wer
king, bewogen figuren en expressieve kop
pen (men zie de discipel links, met de hand
aan de mond roepend!), het volle pond kon
geven aan het zozeer gewenste dramatische
effect!
Subtiele effecten
Sedert de dertiger jaren bediende zich
Rembrandt tevens van de ganzepen. waar
mee hij subtiele effecten wist te bereiken.
De inktsoort door Rembrandt gebruikt zal
ongetwijfeld dezelfde zijn geweest als die
waarin de ganzepen ook voor het schrijven
werd gedoopt: het zwarte product dat uit
dg galappel werd gewonnen. Daarnaast
werkte hij ook met Oost-Indische inkt
welke in tegenstelling tot gewone inkt
haar diepzwarte kleur door de fiiden be
hield. Karakteristiek is Rembrandts toon-
geving door de z.g. bister, ee" bruine inkt
bereid uit schoorsteen-roet. Wat de clair-
obscuur-werking doet in het schilderij en
de zwart-wit tegenstelling in de ets. roept
het „wassen" met bister op in de tekening.
Deze werkwijze herinnert aan de aquarel-
leer-techniek en is daarmede ook nauw
verwant maar het effect is groter. Tal van
tekeningen op de tentoonstelling vertonen
dlit samengaan met. bister, penseel en ganze
pen, waarbij een kleur-expressie werd be
reikt die de werkelijke kleur nimmer doet
ontberen.
Kleur geëlimineerd
Rembrandt moet dit elimineren van de
kleur opzettelijk hebben nagestreefd om de
ganse kleuren-seala saam te vatten in die
sublieme toongeving die ons vooral in zijn
landschappen zo bijzonder treft. Om be
paalde effecten te bereiken wordt de teke
ning hier en daar „gehoogd" met dekwit.
Hoe anecdotisch worden tegenover dit alles
In het Staatsblad van Vrijdag is opge
nomen een Koninklijk Besluit van 27 Juli
tot uitvoering van de Landbouwuitvoer-
wet 1938, met betrekking tot bollen en
knollen van bloemgewassen. Hierin wordt
bepaald, dat het verboden is bloembollen
uit te voeren, te pogen uit te voeren of ten
uitvoer aan te bieden, indien zij niet vol
doen aan door of vanwege het ministerie
van Landbouw, Visserij en Voedselvoor
ziening te stellen eisen van herkomst, hoe
danigheid en verzorging en indien hun ver
pakking, vorm of afwerking niet voldoen
aan door de minister te stellen eisen.
Bloembollen en hun verpakking, vorm
of afwerking worden slechts dan geacht te
voldoen aan hetgeen in dit besluit wordt
bepaald, indien zij zijn goedgekeurd door
de Plantenziektenkundige Dienst.
In Zundert wordt op 2 September het
jaarlijke bloemencorso gehouden. Aanvanke
lijk werden de bloemen door de inwoners
van Zundert en de naburige gemeente be
schikbaar gesteld. Het corso heeft thans
evenwel een dusdanige omvang bereikt, dat
men bloemen moet betrekken uit Lisse en
Hillegom.
de overigens sympathieke, kleurige tafe
reeltjes die b.v. een Avercamp in Rem
brandts jonge jaren tekende en aquarel
leerde! Het is Rembrandt nooit om het ver
haaltje te doen; onvermoeid zoekt hij de
diepere grond der dingen te doorvorsen,
nimmer toont hij zich tevreden met het
schone of aangename dat het opervlak van
het leven glans geeft. Het is boeiend te er
varen hoe met dit streven de techniek ge
lijke tred hield. In het algemeen genomen
kan men de Nachtwacht als mijlpaal in
Rembrandts levenswerk beschouwen. Na
1642 constateren wij een toenemende stij
ging naar hogere geestelijke regionen. In
zijn tekenwerk manifesteert zich dit in een
forser iijnvoering en een toenemende ver
zaking van het détail, waardoor het al reeds
vlotte „schrift" zich reduceert tot de sum
miere karakters van een artistieke steno
grafie. De meester bedient zich thans ook
van de bredere rietpen, waardoor hij zich
directer nog kan uiten. Men beschouwe in
dit verband onder meer de twee sublieme
1 andschaptekeningen uit Teylers verzame
lingen. (Catalogus 165 e" 166).
Pen ter zijde
Soms legde Rembrandt de pen ter zijde
en bereikte hij grandioze resultaten met het
penseel. Tekeningen in die techniek zijn
op de tentoonstelling helaas niet aanwezig;
ik verwijs daarom naar het geniale blad
met een slapend meisje (waarschijnlijk
Hendrickje Stoffels) van omstreeks 1655 in
het British Museum te Londen, waar Rem
brandt wellicht het allerhoogste bereikte;
veelbetekenende tegenstelling tot enkele
zijner vroegere tekeningen, waarbij hij
zich bij hoge uitzondering van de zilver
stift bediende (een techniek die door de
15de eeuwse kunstenaars werd toegepast
en ook door meergenoemde Goltzius voor
zijn miniatuurfijne portretjes o.m. ook
in Teylers Museum aanwezig werd ge
bruikt). Ik memoreer o.a. het gevoelige
portretje, thans in het Kupferstichkabinet
te Berlijn, dat hij op perkament maakte
van Saskia en voorzag van een eigenhan
dig onderschrift: .Dit is naer myn huysvrou
geconterfeyt, do sv 21 ja er oud was. den
derden dach als wy getrondt (d.i. verloofd)
waeren. den 8 Junyus 1633".
Men concludere uit de in kort bestek
samengevatte karakteristica van Rem
brandts tekentechniek niet dat hij binnen
de spanne van afgebakende perioden alleen
krijt, ganzepen of penseel hanteerde. Daar
voor warén geest en hand te beweeglijk. De
hier gereproduceerde vroege tekening,
waarin wij behalve rood en zwart krijt
tevens gele en bruine waterverftinten als
ook dekwit aantreffen, bewijst zulks af
doende.
Vrij van alle denkbare atelier- en aca
demie-conventies. bediende zich deze vol
maakt onafhankeliike van de bestaande en
door hem gecreëerde mogelijkheden welke
de techniek bood. waardoor hij zich ook op
het gebied der tekenkunst een plaats ver
zekerde onder de universelen!
H. P. BAARD
ADVERTENTIE
met soep en toespijs
naar keuze ƒ3.50
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Halve kip pms. frites, peren-
compote.
Beursschotel.
Omelet met kippenlever.
Goulash met rijst.
Holsteiner Schnitzel, salade.
2 Geb. filets van tong. Wor
teltjes.
Fricadellen met rijst en ker-
rysaus.
Uit de Opregte Haarlemsche Courant
van 25 Augustus 185 1
DEN HAAG. Dezen ochtend is de
bevolking van de residentie verblijd
geworden door de heugelijke mare, dat
H. M. de Koningin in den afgeloopen
nacht het leven heeft geschonken aan
een zoon. Deze gebeurtenis is door het
lossen van het geschut en het uitsteken
van vlaggen, zoo van openbare' als van
bijzondere gebouwen, gevierd.
Zijner Majesteits adjudant,de heer
Hazebomme, zal naar Soestdijk afrei
zen. teneinde de tijding van de geboorte
van een Prins aan H. M. de Koningin-
Moeder mede te deelen.