Hunter vkeehijk Voorkom dat roesten Succes Schotels f2.50 Restaurant Lion d'Or Restaurant't Heerenhek Het Hofje van Staats 0ouperus? Elime Vere j meer dan een Haagse roman SCHOOLBOEKEN %ada voor Haarlem Rembraedts tekentechniek vrij van atelier en academie ^conventies D Een Eeuw Geleden jjende druk van eén meesterwerk voor alle inrichtingen van onderwijs SCHOOLBOEKHANDEL H. de vries Oud er domsv er zekering H aarlem-W est f Prettig Schoonheid in Haarlem en omgeving mm M01 Defensie-studiecentrum Diamanten echtpaar in de Zuid Brouwersstraat Over beeldende kmost Controle op voor uitvoer bestemde bloembollen ,aIEKI>AG 25 AUGUSTUS 1951 LITTERAIRE kanttekeningen .nccHlJNLIJK NIET voordat deze phase van de Westerse Cultuur, die men de W r'iike noemt, historisch volledig is afgesloten, zal de symbolische betekenis TT u-jiversfiguur van Louis Couperus en daarmee de grootheid van zijn van de scnr'J__ tenD volle zijn erkend. Het thema van zijn werk in al zijn variaties en n]ee5terscnap de van zjjn leven, gevoerd met de wapens van de gratie, de metamorpnos waardjgiieid van een geestelijke aristocratie, werden direct of indirect distinctie en a djé beschaving-in-verval, bepaald. Ze was zijn noodlot, en niet door cüe cimu ^Toodlof. betitelde hij zijn tweede roman, het noodlot bewerkstelligde j^-ei net zij de hoofdfiguur in zijn eersteling „Eline Vere", de roman der on ce o»oer|an;rt^^ en zelfs daar waar het niet openlijk aan de dag treedt, daa: beweaigoe en hoogste van de verbeelding aan wordt ontkomen is het de ^"L'Lrht van de jeugdwerken „Eline Vere" en „Extaze" tot de laatste roman ^llSzJigiarige, „Iskander". Mijmerende over de herfst in één van zijn reisschetsen, over de cirkelgang van begin en einde, noteert hij: de seizoe nen wisselen, maar ik, ik blijf dezelfde. Mijne melancholieën volgen mijne vreug den, maar mijn zielblijft altijd de zelfde.... Mijne jaren volgen mijne ja ren.... Maar in mij verandert niets. En daarom voel ik misschien des te meer dien weemoed om wat einaigen gaat Er is geen twijfel aan: in zijn jeugd want zo was zijn aanleg wel had hij als Eline Vere „het luchtige paleis (van) tedere vizioenen en hersenschimmen gebouwd"; zuil voor zuil had hij het opgezet, „broos en luchtig, schitterend, en hoger, steeds hoger, in fantastisch kristallen pracht tot het als met een apotheoze aan de wolken reikte". Als zij, hoewel allicht anders van toedracht en zin, kende hij „het geluk" en de vrees voor het verlies, de dodelijke vrees, de levensangst, en de koestering van de smart daarom. Als zij ook, van zeer nabij althans, kende hij de „verveling", de „ziekte der eeuw", en de hunkering naar de vervulling. „Ik twijfel altijd, ik zoek altijd, ik weet nooit" dat was Eline's weeklacht, haar leed, haar on dergang, niet groots van allure, niet diep van zin, bijna te triest om nog tragisch te zijn. Couperus bezwoer dat onheil, waagde van de bijna zestigjarige n;t noodlot was meer dan een tot roman £?toeDassing van de toenmalige TIL S Ser dan de realistische ""srne'miag en weergeving van wat er om- de kleine zielen" der eng-Haagse - het was de levensonmacht, het to<£hbesef dat de vorm, die r M in geleidelijke verwikkeling ^aangenomen, niet meer toelaat dat het leven bespeeld en genoten wordt als schone S en dat de kunst zich tot de uitdruk- Efadelt van een schoon leven. En voor Kunstenaar betekende dat zijn isolement: n vermoeide beschaving ui een oude eeuw de verbondenheid van kunst en leven ebroken weemoe^ verspeelde rouoerus' achter brillante arabesken wiuilgaand scepticisme, zijn herfstige me- Soiie zijn in onvervulbaar verlangen teruggrijpen naar de mythen der Oudheid, naar tijden waarin machtige impulsen van e scheppende fantasie dreven tot grootse lisden tot monumenten der historie, tot Wormen die nog de spankracht bor- m tot wreed-schone tragedieen het iwam alles voort uit de weemoed om het onherstelbaar verspeelde. Ook zijn dandy isme Kan men het „noodlot" gratievoller beteugelen, de levensvermoeidhei'd bekoor lijker bezweren dan met déze superieure charme' De robuust-onvervaarde kracht, waarmee Van Deyssel met één machtige mep der bezieling het verloren levenster- min voor de kunst wilde terug veroveren, was Couperus vreemd. Hij bleef ter zijide, niet minder vervuld van de schoonheid van hè' woord dan de Tachtigers, niet minder begerig naar een verlossende hereniging van leven en kunst, maar te diep geraakt door wat gaande was en zich in een.steeds versneld tempo voltrekken zou: het vervat. Hij'voelde, hij beeldde, hij wès dit verval; hij was het in dezelfde geest waarin Thomas Mann de Buddenbrooks schreef. Levens onmacht en artisticiteit, verval en muziek, onburgerlijkheid en doodsverlangen, dat was de tragedie van het geslacht Budden- orook, het is het thema van Eline Vere. het muzikale thema, het Lohengrin-motief van de hoogst-verleidelijke melodie ener ster vende eeuw. Men herleze „De Berg van Licht": wie dat schreef was niet de „mondaine causseur. niet de flanérende dandy die zichzelf voor aartslui verklaarde, niet de langoureuze, betoverende middagdromer der midzomer- loomtes, niet de kroniekschrijver van aller bekoorlijkste reis-impressies die alle geu ren, glanzen en kleuren speelde en streeirie uit de weelde van één enkel woord maar de tragische mens-Couperus, die ik een sym bool der eeuw noemde, de Couperus diie in de afgrond had gezien van zijn icven. -an üèt leven in dit tiidsbestUK, en - "'orgoed de „Ring van het Noodlot" om zich heen wist, zeer bewust, zeer smartelijk, zeer superieur: want des te teerder werden hem de tedere dingen", des te fijnere vertak kingen van zijn fantasie volgden zijn ara besken, feeërieker dan de verbeelding van .Psyche" en „Fidessa". Zéér superieur dus, maar ook zeer tragisch: deze fatale blik :r de hopeloosheid der Fataliteit hiel'd hem af vin zijn definitieve meesterwerk, waar toe zijn genius hem had voorbestemd. Dat was zijn noodlot, dat hem al beloerde toen hij Eline Vere schreef, in zijn jonge jaren. ADVERTENTIE Jacobyneslraat j Ged. Oude Gracht 27-270 zich op hoogten en in diepten en wist sindsdien, doorgronde zijn „noodlot" nadat hij er in zijn debuut „Eline Vei-e" zo ver rassend van waarneming en zegging over geschreven had. Want „hij bleef die hij was", hij veranderde niet in zijn ziel en daarom voelde hij misschien des te dieper die weemoed om wat eindigen gaat. Daar om toverde hij de hemel van zijn leven zo hoog en smetteloos van azuur, zo blauw en doorschijnend; daarom rankte hij de schoonste arabesken om de dagelijksheid van het leven, zwierf hij als toerist in vreemde oorden, in de geest naar oude tijden, droomde, bewonderde, dweepte, lanterfantte en wérkte hij, leerde hij be schouwelijk aanvaarden en wijselijk zwij gen over hel Andere, het Noodlot, dat sinds zijn intree in de Nederlandse letteren duis ter op de achtergrond stond van zijn bril lante werk. Met deze na-gedachten „Eline Vere" dat na een kwart-eeuw pas, dank zij de bemoeiing van de uitgever Van Kampen, herdrukt werd nu het in de verzamelbun del „Mozaïek"*) geen plaats had kunnen Voor Nederlanders en Belgen Tot dusver konden alleen Nederlanders en Belgen die tenminste zes jaar in Neder land woonden, voor een uitkering ingevolge de Noodwet Ouderdomsvoorziening in aan merking komen. Dit is thans veranderd. Bij algemene maatregel van bestuur wordt voor de toepassing der bepaling inzake deze uitkering met woonplaats in Nederland ge lijkgesteld woonplaats in België voor die pei-sonen van Belgische of Nederlandse nationaliteit, die in het genot zijn van een invaliditeitsrente, een weduwerente of een ouderdomsrente ingevolge de Nederlandse Invaliditeitswet. Dit brengt mede dat bijvoorbeeld een Nederlandse rentetrekker, die de laatste zes jaren deels in Nederland en deels in België heeft gewoond en thans zijn woon plaats in België of in Nederland heeft, in aanmerking komt voor een uitkering inge volge de Noodwet Ouderdomsvoorziening Hetzelfde geldt ten aanzien van een Belg. die in het genot is van een Nederlandse rente. Een en ander is geschied op grond van het Nederlands-Belgisch Wederkerigheids- verdrag inzake sociale verzekering van 29 Augustus 1947. De maatregel heeft terugwerkende kracht tot 1 October 1949. Belanghebben den kunnen zich voor de uitkering wenden tot de Raad van Arbeid, waarbij hun ver zekering krachtens de Invaliditeitswet loopt. vinden herlezend, onderscheidt men pas terdege, dait dit debuut van een zes-en- Uitbreidingsplan twintigjarige meer dan een „Haagse roman" was: het motief dat later, voller en gaver, zou weerkeren en dat men in het oog moet houden, wil men in het symphonisch geheel van Couperus' levenswerk de noten lezen van een hoogst actuele klanksymboliek. C. J. E. DINAUX „Mozaïek uit de werken van Louis Cou perus" (L. J. Veen en Nijgh en Van Ditmar). ADVERTENTIE Lijdensweg niet ten einde Ja. maar van MOLENDUK's KAPSALONS SANTPOORTER PLEIN 1 TELEFOON 19706 HAARLEM. Gedeputeerde Staten hebben, naar B. en W. van Haarlem is meegedeeld, hun goed keuring onthouden aan het in Juli 1950 door de raad vastgestelde uitbreidingsplan „Bloys van Treslonglaan ten Oosten van Tuindorp", evenals aan het gedeelte van het uitbreidingsplan „Omgeving Zijlweg" dat betrekking heeft op de uitmonding van de Bloys van Treslonglaan op die weg. B. en W. stellen de raad voor van deze beslissing van Gedeputeerde Staten in be roep te gaan bij de Kroon. ADVERTENTIE week-end ADVERTENTIE Bel K 2500 - 10570 voor een „BITTAC-KUUR ADVERTENTIE 11 Meert méér onder het genot van K de qeionde en verfrissende Je'e^k'09"" SlmUGU5™S Cleopatra 8 S Tf1'"6 "Cae" rbond: Openincsbai m*» i Haarlem*e Kegcl- f"Rotherham 8 da"swedstrijd Haar- ®'?emendaal: De vroV-, °Pen,uch<-'heater, Windsor", 8 uur' r „v J Te vrouwtjes van ijk leeft' 7 en (i- or: "Lach en vergeet", Cjmanehen", 14 7Ur' »De schat der Captain America" n uur' Spaarne: Rembrandt: In hom 1 en U.15 uur. H' Palace:" V^Tam"' 14 L 7 9.15 9,15 uur' FraÏÏ te"1®!10011"' 14 j" 1 en 9-15 uur ..Louisa" alle S- AUGUSTUS Srt „Uxor: 27enü i's 4-30' 7 en Krd'am 1 15 Uur 'Zie m UUr' SPaarne: l4g'-„Frans Hals- TLP T?amma van Za- -■ 2.30,7 en 9 jZ '^he Jolson Story", alle Generaal Calmeyer directeur De minister van Oorlog en Marine heeft besloten een Defensie-studiecentrum op te richten, waar hogere ambtenaren, opper-, vlag- en hoofdofficieren, alsmede niet- ambtelijke personen, die op economisch of sociaal terrein betrokken zijn bij de lands- defensie, zullen worden voorbereid voor het bezetten van leidende functies in die organen, welke belast zijn met de voorbe reiding en zo nodig de uitvoering van de andsdefensie. Het Defensie-studiecentrum zal worden gevestigd in de Nieuwe Frederikskazerne te Den Haag. De Hogere Krijgsschool, de Luchtmachtstafschool en de Marine-stai- cursus zullen eveneens naar deze kazerne worden overgebracht. Tot directeur van het Defensie-studiecentrum zal worden be noemd luitenant-generaal M. R. H. Cal meyer, die onder generaal Kruis plaats vervangend chef van de Generale Staf is geweest. Aan deze opperofficier worden toegevoegd een vlagofficier van de marine, een opperofficier van de luchtmacht, een hoofdambtenaar van Buitenlandse Zaken en een hoofdambtenaar van Economische Zaken. De directeur zal worden terzijde gestaan door een curatorium. Prins Bernhard heeft zich bereid verklaard de leiding hiervan op zich te nemen. Het ligt in de bedoeling, dat de colleges begin November zullen beginnen. Op Zondag 23 September zal het precies zestig jaar geleden zijn dat een Haarlemse ambtenaar van de Burgerlijke Stand met wat plechtige en wat vriendelijke woorden, het bootje van mejuffrouw A. Niemann en de heer J. van Melsen de .huwelijkszee in duwde. Behouden vaart en goede wacht moet die ambtenaar gewenst hebben. Het had een voorspelling kunnen zijn, want als ge na zestig jaar dobberen nog genoegelijk bij elkaar zit, met om u heen een uitgebreid nakomeling'sschap, dan valt het moeilijk te beweren dat de wens van de ambtenaar een wens gebleven is. Het huwelijksbootje van het diamanten echtpaar is een jaar of dertien geleden gestrand in de Zuid Brou- werstraat op nummer 24; de gezagvoerder en zijn eerste stuur kregen behoefte aan rust en namen hun intrek in een pront huis, waar alles blinkt en glimt dank zij de levendige activiteit van de bijna tachtig jarige bruid. De kinders, tien in getal, waren op hun bestemming, de twintig kleinkinderen bleken ook al een aardig eind in de goede richting (getuige het feit dat er twee-en-twintig achterkleinkinderen zijn) en niets stond dus meer in de weg om van de oude dag te gaan genieten. Voor mevrouw Van Melsen is die rust wellicht anders uitgelopen dan zij zich had voorge steld. Sinds haar man wat aan het sukke len is gegaan, vervult zij behalve de rol van huisvrouw ook nog die van verpleeg ster. Haar man is er wel mee in zijn schik: „Ik had geen betere kunnen treffen". Meer dan zestig jaar heeft de bruidegom het beroep van meubelmaker uitgeoefend en enige jaren was hij bezorger van Haar lems Dagblad, de krant die hij nog steeds iedere dag trouw spelt. De heer A. Schut kan er zich op beroe men dat hij langer dan enige rechter, officier van justitie, griffier of ambtenaar van parket of griffie werkzaam is in hel hoofd stedelijk paleis van justitie. Op 17 September is hij daar veertig jaar bode. Het gebouw gezien van de zijde der binnenplaats. Het onderscheid tussen de voor- en ach- 1 veel op elkaar. Toch ligt tussen de bouw tergevel van het hoofdgebouw van het enkele eeuwen. Hofje van Staats aan de Jansweg te Haar lem is groot. Het eigenaardige is evenwel dat dit niet aan de bouwmeester te wijten is, want de tegenstelling wordt alleen ver kregen door de groene omlijsting die het gebouw aan de tuinkant een ander .cachet geeft. Het is wonderlijk dat alleen door wat groen dit effect verkregen kan worden. Juist aan de voorgevel had de bouwmees ter indertijd nog meer zorg besteed dan aan de achtergevel. De omlijsting van het raam boven de deur is daar namelijk in de deur betimmering opgenomen, terwijl bovendien de daklijst nog versierd is met de wapens van de familie Staats. Wij wijzen met klem op dit effect van een eenvoudige groenversiering omdat het een pleidooi is om in het stadsbeeld, waar dit slechts even mogelijk is, bomen, hees ters en bloemen te brengen en ook te be houden. Ter inleiding nog een opmerking. Velen die wij de foto van de achtergevel lieten zien, dachten dat het een afbeelding was van het Raadhuis van Heemstede. Inder daad, bij een oppervlakkige beschouwing lijken beide gebouwen ook al staat het IJsbrand Staats, de stichter van het hof je, werd in Haarlem geboren in 1663, hij woonde in de Damstraat en in de Grote Houtstraat. In 1729 stierf hij. Als garenwe ver heeft hij blijkbaar veel geld verdiend, want zijn nalatenschap was groot genoeg om een hofje te bouwen voor 29 weduwen en „oude vrijsters". Het hofje is een der grootste en mooiste van de reeks die Haarlem rijk is. Het is een genot een kijkje te nemen op de binnen plaats waarvan de tuin een lustoord is. De oudjes leven hier, door de beide poortdeu ren letterlijk en figuurlijk afgesloten van het drukke stadsgewoel. Hier ademt alles nog rust en kalmte, zoals dit ook in de tijd was toen Staats nog leefde. In de beide zijgebouwen die naast het hoofdgebouw staan werden grote reliefs ge plaatst, voorstellende een borstbeeld van de stichter met vrouwenfigui'en en een af beelding van de weldadigheid. In onze serie over Haarlemse gevelstenen hebben wij on langs bijzonderheden over deze kunstpro ducten meegedeeld. De lokalen in het hoofdgebouw zijn reeds lange tijd in gebruik bij de Sociale Raad (Armenraad). Daarvoor offerden de regen raadhuis los van elke andere bebouwing .ten de regentenkamers op. C. J. van T. Rembrandt (16061669): Christus en de Apostelen; gesigneerd en gedateerd 1634. Teylers Museum (Cat. Rembrandt-tentoonstelling Vleeshal no. 148). AT ALLES ONDER DE HANDEN van krijgt, treedt ook duidelijk aan de dag in het leveaiswerk en de werkwijze van Rem brandt. Wij hebben dit ervaren in Rem brandts geschilderd en geëtst oeuvre, wij constateerden dit bij de tekeningen al reeds ten aanzien van de macht die hij ook daar had over zijn onderwerp, in luttele penseel streken gevangen en uitgeheven in het tij- deloze. Maar ook in de techniek van zijn tekenen toonde hij zich superieur boven alles wat tot toen en nu werd bedreven, met uitzondering van de kunst der reeds eerder geprezen oude Chinese kunstenaars. In zijn jeugd tekende Rembrandt met zwart en rood krijt, zoals dat ook in de zestiende eeuw gebruikelijk was geweest. De fraaie tekeningen van Hendrik Goltzius in de portefeuilles van Teylers Museum laten ons dat zien. De merkwaardige „vol tooide" tekening van Rembrandt uit 1634 met de nog nimmer bevredigend omschre ven voorstelling, toont welk een krachtig persoonlijk effect deze materialen in Rem- brandlts handen verkregen. (Zie reproduc tie). Men schenke in het bijzonder aan dacht aan de figuren geheel rechts op de voorgrond, die de driftige toets van een Daumier voorspellen: Daumier, die twee eeuwen later eenzelfde volheid en expres sie uit zijn materiaal wist te halen. Na alle in aanmerking komende gebeurtenissen tij dens Christus' openbaar optreden tever geefs ter indentificatie aan deze scène te hebben getoetst bleef de titel „Christus en de Apostelen gehandhaafd. Een weinig zeggende omschrijving, daar het duidelijk is d'ait hier een bijzondere gebeurtenis plaats vindt die aanstonds doet denken aan het opwekken van een dode. Tegenover de licht-uitstralende Christus, wiens houding duidt op bovennatuurlijke machts-ont- olooitmg, ligt een figuur (een dode?) waar omheen de jongeren in grote spanning ge schaard zijn. Een soortgelijke spanning als wij waarnemen rond de „Opwekking van Lazarus", enige jaren tevoren door Rem brandt geschilderd. De mise-en scène is karakteristiek voor de jonge Rembrandt, die door contrastrijke licht-en-donker wer king, bewogen figuren en expressieve kop pen (men zie de discipel links, met de hand aan de mond roepend!), het volle pond kon geven aan het zozeer gewenste dramatische effect! Subtiele effecten Sedert de dertiger jaren bediende zich Rembrandt tevens van de ganzepen. waar mee hij subtiele effecten wist te bereiken. De inktsoort door Rembrandt gebruikt zal ongetwijfeld dezelfde zijn geweest als die waarin de ganzepen ook voor het schrijven werd gedoopt: het zwarte product dat uit dg galappel werd gewonnen. Daarnaast werkte hij ook met Oost-Indische inkt welke in tegenstelling tot gewone inkt haar diepzwarte kleur door de fiiden be hield. Karakteristiek is Rembrandts toon- geving door de z.g. bister, ee" bruine inkt bereid uit schoorsteen-roet. Wat de clair- obscuur-werking doet in het schilderij en de zwart-wit tegenstelling in de ets. roept het „wassen" met bister op in de tekening. Deze werkwijze herinnert aan de aquarel- leer-techniek en is daarmede ook nauw verwant maar het effect is groter. Tal van tekeningen op de tentoonstelling vertonen dlit samengaan met. bister, penseel en ganze pen, waarbij een kleur-expressie werd be reikt die de werkelijke kleur nimmer doet ontberen. Kleur geëlimineerd Rembrandt moet dit elimineren van de kleur opzettelijk hebben nagestreefd om de ganse kleuren-seala saam te vatten in die sublieme toongeving die ons vooral in zijn landschappen zo bijzonder treft. Om be paalde effecten te bereiken wordt de teke ning hier en daar „gehoogd" met dekwit. Hoe anecdotisch worden tegenover dit alles In het Staatsblad van Vrijdag is opge nomen een Koninklijk Besluit van 27 Juli tot uitvoering van de Landbouwuitvoer- wet 1938, met betrekking tot bollen en knollen van bloemgewassen. Hierin wordt bepaald, dat het verboden is bloembollen uit te voeren, te pogen uit te voeren of ten uitvoer aan te bieden, indien zij niet vol doen aan door of vanwege het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoor ziening te stellen eisen van herkomst, hoe danigheid en verzorging en indien hun ver pakking, vorm of afwerking niet voldoen aan door de minister te stellen eisen. Bloembollen en hun verpakking, vorm of afwerking worden slechts dan geacht te voldoen aan hetgeen in dit besluit wordt bepaald, indien zij zijn goedgekeurd door de Plantenziektenkundige Dienst. In Zundert wordt op 2 September het jaarlijke bloemencorso gehouden. Aanvanke lijk werden de bloemen door de inwoners van Zundert en de naburige gemeente be schikbaar gesteld. Het corso heeft thans evenwel een dusdanige omvang bereikt, dat men bloemen moet betrekken uit Lisse en Hillegom. de overigens sympathieke, kleurige tafe reeltjes die b.v. een Avercamp in Rem brandts jonge jaren tekende en aquarel leerde! Het is Rembrandt nooit om het ver haaltje te doen; onvermoeid zoekt hij de diepere grond der dingen te doorvorsen, nimmer toont hij zich tevreden met het schone of aangename dat het opervlak van het leven glans geeft. Het is boeiend te er varen hoe met dit streven de techniek ge lijke tred hield. In het algemeen genomen kan men de Nachtwacht als mijlpaal in Rembrandts levenswerk beschouwen. Na 1642 constateren wij een toenemende stij ging naar hogere geestelijke regionen. In zijn tekenwerk manifesteert zich dit in een forser iijnvoering en een toenemende ver zaking van het détail, waardoor het al reeds vlotte „schrift" zich reduceert tot de sum miere karakters van een artistieke steno grafie. De meester bedient zich thans ook van de bredere rietpen, waardoor hij zich directer nog kan uiten. Men beschouwe in dit verband onder meer de twee sublieme 1 andschaptekeningen uit Teylers verzame lingen. (Catalogus 165 e" 166). Pen ter zijde Soms legde Rembrandt de pen ter zijde en bereikte hij grandioze resultaten met het penseel. Tekeningen in die techniek zijn op de tentoonstelling helaas niet aanwezig; ik verwijs daarom naar het geniale blad met een slapend meisje (waarschijnlijk Hendrickje Stoffels) van omstreeks 1655 in het British Museum te Londen, waar Rem brandt wellicht het allerhoogste bereikte; veelbetekenende tegenstelling tot enkele zijner vroegere tekeningen, waarbij hij zich bij hoge uitzondering van de zilver stift bediende (een techniek die door de 15de eeuwse kunstenaars werd toegepast en ook door meergenoemde Goltzius voor zijn miniatuurfijne portretjes o.m. ook in Teylers Museum aanwezig werd ge bruikt). Ik memoreer o.a. het gevoelige portretje, thans in het Kupferstichkabinet te Berlijn, dat hij op perkament maakte van Saskia en voorzag van een eigenhan dig onderschrift: .Dit is naer myn huysvrou geconterfeyt, do sv 21 ja er oud was. den derden dach als wy getrondt (d.i. verloofd) waeren. den 8 Junyus 1633". Men concludere uit de in kort bestek samengevatte karakteristica van Rem brandts tekentechniek niet dat hij binnen de spanne van afgebakende perioden alleen krijt, ganzepen of penseel hanteerde. Daar voor warén geest en hand te beweeglijk. De hier gereproduceerde vroege tekening, waarin wij behalve rood en zwart krijt tevens gele en bruine waterverftinten als ook dekwit aantreffen, bewijst zulks af doende. Vrij van alle denkbare atelier- en aca demie-conventies. bediende zich deze vol maakt onafhankeliike van de bestaande en door hem gecreëerde mogelijkheden welke de techniek bood. waardoor hij zich ook op het gebied der tekenkunst een plaats ver zekerde onder de universelen! H. P. BAARD ADVERTENTIE met soep en toespijs naar keuze ƒ3.50 Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Halve kip pms. frites, peren- compote. Beursschotel. Omelet met kippenlever. Goulash met rijst. Holsteiner Schnitzel, salade. 2 Geb. filets van tong. Wor teltjes. Fricadellen met rijst en ker- rysaus. Uit de Opregte Haarlemsche Courant van 25 Augustus 185 1 DEN HAAG. Dezen ochtend is de bevolking van de residentie verblijd geworden door de heugelijke mare, dat H. M. de Koningin in den afgeloopen nacht het leven heeft geschonken aan een zoon. Deze gebeurtenis is door het lossen van het geschut en het uitsteken van vlaggen, zoo van openbare' als van bijzondere gebouwen, gevierd. Zijner Majesteits adjudant,de heer Hazebomme, zal naar Soestdijk afrei zen. teneinde de tijding van de geboorte van een Prins aan H. M. de Koningin- Moeder mede te deelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1951 | | pagina 5