HARTENDORP Het Huis ter Zaanen wel met d© mogelijkheden van het onmogelijke A J m ^^enst Van KÏ'nS!Sfijk Or0hesl (een af" ï?1 «Sfe Akï d?0I-de vaste Het sterfbed van Maria' door Hugo van der Goes litteraire kanttekeningen hiriaati Morriën als de Vogel Rock dmttT doe* Nederlandse muziek Karel Men«el" NATIONALE LEVENSVERZEKERING-BANK N.V. Haagse Kunstmaand tegen kitsch gericht Nieiawe uitgavee Over beeldende kxmst Schoonheid in Haarlem en omgeving „AG Si SEPTEMBER 1951 nETIJD DAT Adriaan Morriën debuteerde met zijn dichtbundel „Hartslag,: wheeft geen hart meer geslagen naar de oude, vertrouwde maat. Ook het h'vwp'voorgevoel kwam tussenbeide: „droomen vol stedenbrand", „klachten 1 „pv" voortekenen van het „ontbonden uur" die bevestigd werden pflDS (1945), door de sirenen van de dood. En daarna? „Er is", dichtte ••-Tfi'r'zoveel meer geweest": wanhoop na ontzetting, verbittering na wan- Verbittering, cynisme na haat, tt het vormeloos spooksel van de generatie". Tot deze heeft IV Sen kent ook hij de angst, ble\ •Maarwat hem behoedde voor het uitefste, voor de algehele ontkenning ^'„nieeconsequentie de dood zou zijn was zijn hart, zijn hartslag, „zelf- 1 rjfl- 2UVtCX M* ww. O- - - O) 1 J Cl VVClli 3^ ,l'Verbittering, cynisme na haat, en daarachter het grondeloos duister van het vormeloos spooksel van de zinloosheid als laatste en enig geloof van n deneratie". Tot deze heeft Morriën niet wilten, niet kunnen behoren. Stelde en kent ook hij de angst, bleven twijfel en ontgoocheling ook hem niet ^aiö-Maa^ ^iSen", zoals hij dichtte en de blijdschap óm die „schuldloze, kinderlijke ^twaseen dichterlijke bekentenis van trouw aan het leven, aan het weliswaar 'aronverwoestbare goede, dierbare, innige, tedere, dat de toon, de gang, de C ,iin vers bepaalde zuiver-eenvoudig en menselijk-warm: een ingetogen Sin vriendschap en liefde, vrouw en kind. natuur en huis. Want: „het leven is 3» zoo bitter, dat ik zijn zoeten lust vergeet". weerhield de gemakke- tan ervan Soplossingen te kiezen: de wan- «tnie' een leer, evenmin de moraal, :J?' .en oeioof, maar het ruisen en zijn bloed, zijn vitale levens- n'ezióh in de beschouwelijkheid, K eigen is, bevestigde en ver- -vliefde en eerbied voor het mense- 53L dat hij redde uit het puin en orkanische tijden, mts zeer '■•..ja tastbaars, sterker dan de fictie Waards paradijs, van een diep-ver- 'Jj'maar zelfs aan de droom ontvluch tte Beide, paradijs en idylle, be- zoals Morriën in een voortref fe- L- TTffnlc. Franco ^bespreking van Jean Effels Franse "iV-'-jn' Het argeloze leven van Adam ai té goed toonde te beseften, tot -"•'-herroepelijk voorbije „vroege mor- rt van de mensheid". Ook de bekoor- dichterlijke droom, het innigst-ver ben vertrouwelijke, was gehavend ï:,30te verdelging teruggekeerd in de v-êkamer van huis en hart, als een reapit, een onontkoombaar ge- Suatie, tè kritiek om er zich in ver- -Ïes. hoe verleidelijk ook, aan te ont- realiteit als uitgangspunt als /«rwlst-alledaagse, het prozaïsch- -Ahetnauwelijks-nog-opmerkelijke, tStère-maar-ware, heeft Morriën in 'a-I merendeels korte verhalen, gebun- 'lender de titel van de vierde vertel- ten slordig mens", een spel gespeeld es alle kwaliteiten van zijn warm te* en weemoedig dichterschap zijn -rs-teerde prozastijl ondersteunen bij iVaferlijké betoveringen die de dage- "a werkelijkheid boven haarzelf opbeu- e: haar onvoorziene mogelijkheden :afantasie tot een nieuwe realiteit te TTsseüjken" een belachelijke en s:dwaardige, een onmogelijke en ab ri-naar óók een hoopvólle en begerens- riis,een tragische en bevrijdende rea- Dubbcle optiek 1' in deze verhalen, in deze scherts as ernst en ernst van de scherts, iets apert aan het geliefde paradoxale shier der romantiek, aan de Vogel Rock, izetdezwaarste last, met een olifant in lïiiivven, opstijgt tot hoog in cle wolken, utijzkracht daartoe ontleent Morriën aan rvisir van een zeer mild, menselijk- ?M gehalte, aan wat men de kunst dubbele optiek zou kunnen noemen: gevone als doodgewoon en het ge- "3 éis óngewoon te zien. Zo verschijnt ;'.®pverloren in de kamer van een asen engel die zijn bestaan op eigen ksheid voortzet na de liquidatie van kelen zich voorbereidt op zijn ver- ADVERTENTIE Uwen, één prijs28 cent. WSJ,31 °PSerichte Collegium iin !num) heeft voor het ^S jil\gr(?0t aantaI Neder- réper.toire geplaatst, ^ftazè- a'Lvoenn° worden ge- "Sifflefjaai" ®IOs van Willem Pijper. t£CS ter gelegenheid" van **0^ 2 van het Genoot- ^ievan i-h, Componisten wordt van muziek" van Wouter- Paap tkif 'tf; °p het programma: de fcVjL ge,emde feeks" van Wage- K^am 'dP S°niC!Ue van Ma«us Andrei Kuhn^u-varia ties van »vS;,fa^aCa^e et cortègë ^oSlratesi a C!a!'!netconcert c^l?v- Eerste fceaÜÏ Lieri Paradou nSlratPom» j g' ",c'eöxic<ïi t •an ff e Symphonie C101 werk van p ^aradou van Géza Nvan ÏÏi.0^.de Roos. en de Sinforda°Piccola^van Universiteit S^iek gegeven Trt!?8 "itvoeHnon,, r°t °e bij- sooi f™ ®en. Als gast-Hingenter Willen erledei oor d< ^«rtgebaim/n-,111 net hoofd- •°t tien. aantal is thans gast-dirigenten S^loo en praCne Neumark. Willem •t'^-S.O aïït André" Verleden Ku^tw COncer,en voor de ^%SnnL'n het hoofd- menselfjking: of een vader van twaalf zo nen en tien dochters zingt de lof van de biologische dartelheid en de zegeningen van het gezin,'waarin een grapje een volksfeest, een eenvoudige vraag een betoging, een vermaning een publieke strafoefening, een uitgang een openbare vermakelijkheid en het onvermijdelijke ochtendtoilet één luide waterval wordt; of wéér anders: een geboren briefschrijver werpt zich, nog vóór hij lezen en schrijven kan, op de cultus der mense lijke schrifttekens, waarin hij volhardt door zijn leven bij wijze van schrijven per post aan zichzelf te doen bestellen koddige situaties, opgeroepen door de dubbele op tiek: het tragische in hel belachelijke, het verlossende in het tragische, het pijnlijke in het komische, het aannemelijke in het onmogelijke. Het lijkt een foppende truc- verfilming-mot-de-taal van een onder en een boven, een achter en een voor, een bin nen en een buiten tegelijk, waarbij de schrijver als cameraman opereert in het ADVERTENTIE grensgebied tussen wat i s en wat kan of k o n zijn. Deze verhalen, argeloos inzettend, ver rassend verlopend, overrompelend-onver- wacht eindigend (om aan de geanimeerde fantasie van de lezer alle mogelijke kansen te geven tot een voortgezet spel met de mo gelijkheden van het onmogeli/cé) schijnen op het eerste gezicht niet meer( maar ook niet minder) dan een geestige inval, een anecdotische gril van een onbeteugelde fantasie. Maar bij het herlezen blijkt bij verrassing iets van een heel andere orde „in het spel" te zijn: het is er mee gesteld als met de in zichzelf verzonken man, die zoals de Duitse romanticus Jean Paul be schreef, zijn handen beziet en denkt: daar zit een heer in levende lijve, en ik. zit in hem maarhoe zit dat nu eigenlijk? Het werkelijke wordt verwonderlijk, het verwonderlijke werkelijk, het leven wordt verrijkt, verdiept en verruimd met de zekerheid dat er méér mogelijkheden zijn dan het feitelijke en met de onzekerheid omtrent hun zin. „Innerlijke realiteit" Dat is wat de Spaanse filosoof en pro zaïst Unamuno in de proloog tot zijn be roemde „exemplarische novellen" inner lijke realiteit noemde, een tweede wereld, het wolken rijk van deze Vogel Rock, die aan zijn aardse zwaarte ontstijgt door de impulsen van een creatief leven, dat zelfs na „dromen van stedenbrand" het hart kan doen slaan met de „schuldeloze slag" der weggevaagde jaren: men leze als be koorlijkste en gaafste novelle van deze, al lerminst alle geslaagde, verhalen, de vertel ling „Een oud gebruik", waarop de dauw ligt van het „vroege morgenuur der mens heid" dat voor Morriën zijn glans niet heeft verloren. C. J. E. DINAUX Adriaan Morriën: „Een slordig mens" (De Bezige Bi.i, Amsterdam). ADVERTENTIE Een vrouw alleen aan het roer U kunt Uw vrouw een belangrijke steun geven voor het geval, dat zij eens alleen voor de zorg van het gezin komt te staan. Idealiseer Uw bij onze Bank lopende kapitaal- verzekering door het bijsluiten van een jaarlijkse rente. Lage premie l Inlichtingen bij de Schiekadc 130, ROTTERDAM, Tel. 82700 en haar vertegenwoordigers Propaganda voor Nederlandse muziek Op Donderdag 4 October begint er we derom een Haagse Kunstmaand georgani seerd door het Haags Cultureel Centrum met de bedoeling een bijzonder reliëf te verlenen aan het begin van het wintersei zoen. Dit keer is het speciaal de bedoeling de belangstelling en waardering te vergro ten voor goede hedendaagse Nederlandse kunst. Het programma is qua omvang be perkter dan verleden jaar, maar de toe gangsprijzen zijn lager dan de gebruike lijke. Onder het motto „De kunst op bezoek" zullen er in verscheidene grote bedrijven kleine tentoonstellingen van moderne schil derkunst worden ingericht, speciaal be stemd voor het personeel daarvan. Het Collegium Musica Divina geeft enige in structieve uitvoeringen voor de leden van grote koren en zangverenigingen, de pop penspeler Guido van Deth treedt met zijn theater voor de jeugdorganisaties op. De Haagse Comedie geeft in deze maand de première van het toneelstuk „Oidipous en zijn moeder" door de auteur-acteur Max Croiset, die er zelf in optreedt teT zamen met Witóy Haak, Fie Carelsen, Bob de Lange, I-Ienri Eerens, Frans van der Lingen en Henk v. Buuren. De voordracht kunstenaar Albert VoVgel brengt in de aula van het Gemeentemuseum voor het eerst de novelle Joachim van Babyion" van Marnix Gijsen ten gehore. Ter gelegenheid van het veertigjarig be staan van het Genootschap van Neder landse Componisten wordt er een concert gegeven door het Residentie-Orkest onder leiding van Willem van Otterloo met me dewerking van „Die Haghesanghers". Ei- staan werken op het programma van Jo- han Wagenaar, Hendrik Andriessen, Hen- riëtte Bosnians, Jan van Gilse, Guillaiime Landré en Willem Pijper. Het „Collegium Musica Divina" komt met koorwerken van oude en hedendaagse Nederlandse compo nisten op een concert, waaraan verder me dewerking wordt verleend door de pianiste Nelly Wagenaar met stukken van Léon Orthel en Johanna Bordewijk-Roepman. Er zijn ook enige tentoonstellingen. „Kunst- en kitsch" in het Gemeentemuseum wil het publiek er op wijzen wat de har monie van het intérieur kan verstoren. Men kan er leren en zien hoe woningin richting wel en hoe deze zeker niet moet zijn. De Haagse schildersgroep „Verve" treedt in kunstzaal Esher Surrey voor het eerst in de openbaarheid. De Vrije Acade mie houdt een expositie van „charmante kitsch". De letterkunde wordt vertegen woordigd door Jantien van Eek, die uit het werk van hedendaagse Nederlandse dichters en prozaschrijvers zal voordragen. Deze belangwekkende kunstmaand wordt op 27 October met een feestavond in het Kurhaus in Scheveningen besloten. Na de opvoering van het cabaret „Kitsch aan de kunst" zal er een groot bal plaats hebben. De 56-jarige kunstschilder G. F. C. G. uit Amsterdam is door de Amsterdamse politierechter wegens oplichting tot de maximum straf van 6 maanden veroordeeld en wegens gevaar voor herhaling ter zitting gevangen genomen. Hem was ten laste ge legd. dat hij een 45-jarige onderwijzeres uit Dordrecht voor een bedrag van f 1000 had opgelicht. De Amsterdamse politie had in de periode tussen 1918 en 1938, dus in 20 jaren, niet minder dan 27 keer prooes-verbaal tegen de kunstschilder opgemaakt wegens oplich ting, flessentrekkerij, heling, verduistering en bedrog. ADVERTENTIE DE STOFZUIGER SPECIAALZAAK Gen. Cronjéstraat 43 - Kruidbergerweg 51 Telefoon 16990 - 17696 - Spaarne 3 Vanaf ƒ2.50 per wéék. Ook voor reparatie en onderdelen van alle merken Jan Keyzer. Muziek als vorm van levensontplooiing. (W. L. J. Brusse N.V., Rotterdam). Acht jaar na het tragische levenseinde van Jan Keyzer verschijnt het werk, waarin hij zijn wijsgerige ideeën omtrent de rol van-- de muziek in de levensontplooiing van de mens heeft samengevat onder het motto „De mens is kunstenaar van nature". Dr. Eduard Reeser heeft het publiceren van het boek bevorderd en hij leidt het in met een be langwekkend voorwoord, waaruit met Jan Keyzer leert kennen in zijn rusteloos streven om een harmonische oplossing te vinden voor de vraagstukken die zijn wezen be heersten. Trouwens ook de uitgebreide ver handeling van Jan Keyzer is kenmerkend voor zijn moeizame levensloop, voor zijn strijd om ideaal en werkelijkheid met elkaar te verzoenen. Hij beschouwde het als zijn roeping de ontvankelijkheid voor het bele ven van zuivere muzikale schoonheid te vergroten en daardoor de overtuiging te wekken, dat er een geluk binnen in ons is, onaantastbaar voor de wisselvalligheden van ons bestaan. Als leraar aan het Rotterdams Conservatorium was Keyzer speciaal belast met het onderzoek naar de muzikaliteit van candidaat-leerlingen. Deze taak heeft hem niet alleen veel ervaring op muziek-psycho- logisch gebied bezorgd, maar zij werd aan leiding om zich streng wetenschappelijk te scholen, ten einde langs filosofische weg een systeem te ontwerpen inzake de problemen die de muziekpaedagogie raken. De harts tochtelijkheid die soms zijn betoog kenmerkt, wijst er bovendien op, dat hij zelf de strijd gekend heeft waaruit hij zijn conclusies trekt. De schrijver onderscheidt vier aspecten van de muzikale aanleg: het materiële, het psychologische, het algemeen-menselijke en het metaphysische aspect. Als deze tezamen aanwezig zijn en elkaar doordringen, wordt het volmaakte bereikt. Maar zulke gevallen zijn zeldzaam. De meeste mensen bezitten slechts een deel van de harmonische be gaafdheid; er zijn zelfs machtige geesten in een zwakke vorm. In een dertigtal „thema's en motieven" zet Keyzer zijn sysieem van muzikale ziel kunde uiteen. Wanneer men die dertig knooppunt overziet (zij beslaan ruim drie bladzijden) zou het kunnen gebeuren, dat men de moed opgeeft en het boek «dicht slaat. Maar men late zich niet afschrikken en néme rustig de tijd om elke thesis aan de hand van de volgende hoofdstukken op de korrel te nemen; men zal zich dan laten mee slepen door de boeiende (soms wel een beetje geëxalteerde) betoogtrant van de schrijver en zich intussen verbazen over zijn enorme belezenheid en over de rijkdom aan geestelijk materiaal, in zijn studie verwerkt. Getoetst aan zijn theorie vindt Keyzer de hoogste graad van muzikaal vermogen bij Mozart, bij César Franck in enkele van zijn werken en bij Joh. Seb. Bach. Het derde deel van zijn boek wijdde hij aan de analyse en de beschouwing van deze he roïsche figuur, waarin hij het prototype waarnam van de harmonische, rijk begaafde mens, die zich openbaart in de vorm der muziek. Hij noemt Bach: „de man. die het instinctleven van de gezonde handwerker, het intellect van de mathematicus, de geest van de denker en de wijsheid van de ziener ontplooit in zuivere muziek". Welke waarde men al dan niet aan Key- zer's theorieën toekenne men kan het er in ieder geval over eens zijn, dat zij op diep gaand onderzoek berusten en de vrucht z.ijn van veel ervaring in hartstochtelijke drang naar weten en begrijpen. „Muziek als vorm van levensontplooiing" is bovendien meer dan een psychologisch handboek ten gerieve van de muziek-paeaagogie, iedere toonkuns tenaar en musicoloog, als ook iedere ernstige muziekliefhebber kan er zijn voordeel mee doen. JOS. DE KLERK Terecht is er op gewezen dat een bre de onplooiïng der kunsten niet moge lijk is zonder het mi lieu, dat drie nood zakelijke voorwaar den vervult: mate riële welvaart, wrij ving van gecultiveer de geesten en vrucht bare tradities. Hier aan moge aanstonds worden toegevoegd dat de tweede voor waarde voortvloeit uit de beide andere, omdat welvaart en tradities de voedings bodem scheppen waarop de geesten gelegenheid krijgen te ontkiemen. We kun nen dit in alle perio den vari kunstople ving waarnemen: steeds ervaren we dat het welvaartscen trum, dat levens op „cultuur-ondergrond" kan bogen, de gees ten van alle wind streken tot zich trekt. Het is beslist on juist te menen dat de rijkdom van een vorst, heerser of regiem op zichzelf al voldoende zou zijn om kunst uit de grond te kunnen stampen, evenmin als van de parvenu verwacht kan worden dat hij zich bij zijn streven om aanzien te wekken met kennis van za ken met schoonheid omringt. De karakter loze architectuur en de affreuze kunstpro ducten uit het Hitler-Duitsland, dat waan de ook de „Kultur" op bevel te kunnen dwingen, bewijzen dat de verkwistende staat die de leidende Nazi's ten koste van het volksinkomen (en dat der bezette ge bieden!) voerden, geen pijler was waarop waarachtige kunst zich kon ontplooien, eenvoudig omdat de factor „wrijving van gecultiveerde geesten" zich niet kon laten gelden. Zij het in ietwat gunstiger mate onderscheiden we deze figuur ook in het avontuurlijk regiem van Napoleon, die de eerbiedwaardige tradities van het oude Egypte even gemakkelijk dienstbaar maak te aan de glorie van zijn „Empire", ais Hitier c.s. de majesteit der klassieke tem pels aan de roem van het „derde rijk". Hoezeer vruchtbare tradities als bijkans enige factor haar invloed nog laten gel den, wanneer de continuïteit van een bloeiperiode slepend wordt gehouden en de voosheid van het heersende regiem de kiemkracht der traditie verstikt, blijkt uit de regeringsperiode der laatste Lodewij- ken in het 18de-eeuwse Frankrijk. De zichzelf verterende pracht van het ancien régime, niet langer afstraling van machts bewustzijn op grondslag van de drie voor- Het mooie oude gebouw dat een sieraad in deze omgeving is. Van de geschiedenis van „Het Huis te Zaanen" hel mooie oude landhuis, door een fraai plantsoen omgeven, waarin nu al meer dan 20 jaar het filiaal van de ge meente Leeszaal en Bibliotheek voor Haar lem-Noord is gevestigd is weinig be kend. Uit de historie is alleen op te diepen dat de heerlijkheid Te Zaanen al in 1100 bekend is geweest. Het was een grote uit gestrektheid, want behalve veel grond ten Noorden van Haarlem viel ook de Zaan streek daaronder. Het kasteel Te Zaanen stond toen op een plek waar nu Zaandam gevonden wordt. Het dankt aan de Zaan dan ook zijn naam. Dit gebouw werd om streeks 1300 verwoest. Er is toen enige tijd later een nieuw kasteel in de omgeving van Haarlem gezet en wel nabijde Delft. Beide kastelen werden bewoond door de Heeren van Zaanen. De oor zaak van de verwoesting van het kas teel in de Zaanstreek is dat Willem van Zaanen had deelgenomen aan de moord op Floris V. Aan het kasteel Zaanen is nog een sage verbonden, die ons verplaatst naar het be gin van de 15de eeuw. De heer van Zaanen sneuvelde in de oorlog die Willem van Beieren, graaf van Holland, voerde tegen Van Arkel. Na zijn dood kwam de heer van Zaanen spoken op het Huis ter Kleef, waar de jonkvrouw Margaretha woonde die zijn liefde versmaad had. De verschij ning greep haar zo aan, dat zij op de plaats dood bleef. Op dezelfde tijd werd de laat ste graaf van het geslacht der heren van Zaanen begraven, volgens middeleeuws gebruik met gebroken wapenschild. Deze sage heeft Hofdijk verwerkt In zijn Kqqpemer. Balladen. Het kasteel dat in de omgeving van de Delft gebouwd is, werd in de 17e eeuw vernield. Het vermoeden is door bliksem inslag. Daarna is het Huis te Zaanen ge bouwd zoals wij het kennen, het was toen geen kasteel meer, maar een landhuis. Eenvoudig, doch mooi. Wij herinneren ons nog dat het een halve eeuw geleden schuil ging in een vrij uitgestrekt bos. Aan de kant van de Schoterweg kon men het wit-gepleisterde huis met rood-witte lui ken, slechts schemerachtig door de bomen zien. Het bos werd toen het Brecliusbos genoemd, naar de toenmalige bewoner, de heer Bredius. Van dit bos is nu weinig meer over. In de oorlogsjaren stonden .er nog vrij wat bomen om het huis, maar de be woners van Haarlem-Noord hadden het koud en er was geen brandstof te krijgen. Geen wonder dat toen ook daar bomen omgekapt zijn. Na de bevrijding zijn er door de gemeente wel weer bomen geplant, maar toen kreeg de omgeving van het Huis te Zaanen meer het karakter van een plantsoen. Daardoor domineert het gebouw natuurlijk meer dan vroeger. Het Huis te Zaanen is reeds in 1923 door de gemeente Schoten aangekocht. Bij de annexatie van Mei 1927 ging het dus over aan Haarlem. Een deel der omliggen de gronden werd voor woningbouw be stemd, maar van de beginne af werd aan genomen dat om het Huis grond voor een wandelpark zou worden gespaard. Daar voor werden toen ook door de dienst voor de Hout en de Plantsoenen de zware bo men in de omgeving van het huis gespaard. Die opzet is evenwel door de oorlogsge beurtenissen in de war gestuurd. Het filiaal van de Stads-Bibliotheek en Leeszaal is er nu waardig in gehuisvest. Die bestemming heeft evenwel een scha duwzijde. Van het mooie interieur is, nu overal boekenkasten moesten worden op gesteld, niet veel meer te zien. Dat is jam mer, want uit nevenstaande foto, die ge maakt werd toen het huis nog niet door de gemeente was aangekocht, blijkt hoe mooi het was. En feitelijk nog is, want bij de in richting van de Bibliotheek en Leeszaal werd alles in fact gehouden. Verwijdert men dus de kasten en zet men er weer oude meubels, dan is er niets verlorèn gegaan. Indertijd is door ir. G. Friedhoff een plan gemaakt om bij het Huis te Zaanen een nieuwe vleugel te zetten, opdat daar de Bibliotheek en Leeszaal konden worden ondergebracht. Dan zou het thans bestaan de huis voor culturele doeleinden (verga deringen, tentoonstellingen enz.) beschik baar gekomen zijn. Dat plan is toen niet uitgevoerd. Maar het kan nog worden ver wezenlijkt. Daarvoor moet gewacht worden op een betere financiële tijd, want nu is er natuurlijk geen denken aan. Als even wel het denkbeeld der wijkraden meer toe passing vindt, dan zal er ook in dat deel van Haarlem-Noord een centrum moeten komen. Daarvoor zou het Huis te Zaanen zich dan uitstekend lenen. C. J. VAN T. Sterfbed van Maria" dpor Hugo van der Goes (Gent om streeks 1440 Roode Klooster 1482), geschilderd voor de Cisterciënser Abdij Ter Duynen bij Nieuw poorteen klooster dat protectie genoot van de Bourgondische hertogen. Om streeks 1475. Museum Brugge (Tentoonstelling Bourgotidische Pracht Rijksmuseum. Catalogusnummer 38). waarden, als onder Louis XIV mond de onafwendbaar uit in de revolutie, die de radikale breuk bracht met het verle den, door dit met wortel en al weg te va gen. Dat de i'evolutionnairen daarin slaag den doen de kille, uitheemse stijl en de academische koelte in de schilderkunst on der Napoleons opgang ons aan den kjve voelen. Daar we ons nog steeds niet kunnen losmaken uit de ban der Bourgondische Pracht, grijp ik deze gelegenheid aan om de lezer er op te wijzen hoe ook de centra der Bourgondische gebiedsdelen het milieu schiepen dat voldeed aan de drie noodza kelijke voorwaarden voor kunstontplooiïng en dat de excessieve luxe der hertogen kunst en edelambacht tot zegen is ge weest. Welk een levendige emigratie naar dit vruchtbare terrein! Zoals wij zagen iti een vorige beschouwing trok de Haarlem mer Claus Sluter al in de 14de eeuw naar Brussel en Dijon; zijn neef Claus de Wer- ve. afkomstig uit Hattum(?) was sedert 1396 op STuters atelier in Dijon werkzaam. Ook de twee Nederlandse schilders Mael- wael en Broederlam werkten al vroeg in Dijon. Jan van Eyck, te Maaseyck gebo ren, vestigde zich in 1430 te Brugge na dat hij als hofschilder en kamerdienaar van Philips de Goede diplomatieke reizen had gemaakt naar Portugal en Spanje; Dirck Bonts, geboortig uit Haarlem, trok al vroeg naar Brussel en vestigde zich la ter in Leuven. Gerard David uit Oudewa ter wordt in 1494 vermeld te Brugge; Hans Memling uit Duitsland (Mömlin- gen?) werkte te Brugge. Van al deze meesters zijn werken op de expositie in het Rijksmuseum te Amsterdam aanwezig. Na de schoonste sculptuur moge thans een der indrukwekkendste panelen op deze tentoonstelling onze aandacht vragen. Wordt Van der Goes' verbeelding van het Sterfbed van Maria door ons gezien met de piëteit waarmede wij een dierbaar re liek beschouwen, voor de late middel eeuwen, teen het mysteriespel als eerbied waardige traditie nog een aanschouwelijk element vormde in het godsdienstige le ven, sloeg een dergelijke verbeelding di rect aan in het daarvor ontvankelijke ge moed. In de „Sevenste Bliscap" immers kwamen de twaalf apostelen bijeen om naar de vrome overlevering het wilde aanwezig te zijn bij het sterven der Moe der Gods. De kunstenaars vóór de Her vorming en zij die daarna de oude tradi ties handhaafden, plaatsten Maria's sterf bed tegen het feestelijk fond ener kerke lijke bediening, met de kenmerkende han delingen van het Katholiek ritueel. Zo wordt op het paneel van Van der Goes als enige actie het ontsteken uitgebeeld van de gewijde kaars, welke de stervende Maagd door Petrus in de handen zal wor den gegeven. De bidder der kerkelijke ge beden is vertegenwoordigd in de apostel op de voorgrond, in overpeinzing verzon ken naar zijn gebedenboek tastend. De vi- sionnaire verbeelding boven het hoofd van de stervende heritihert aan de tekst van de gebruikelijke gebeden der stervenden: „Als dan uw ziel uit het lichaam trekt, moge het stralende koor van de engelen haar tegemoet komen". Bij het prachtige Sterfbed van Maria, omstreeks 1475 door Adriaen van Wesel uit het eikenhout ge stoken (Tentoonstelling Rijksmuseum ca talogusnummer 216) zien we de stervende met de kaars in de hand en als ritueel- accessoire het zwaaiende wierookvat, dat een realistisch accent aan het verbluffend knappe werkstuk toevoegt. Tot zover de karakteristica der tradi tionele regie in het middeleeuws toneel van Maria's sterfbed. Als uiterst bewo gen geest, om niet te spreken van geobse- deeid kunstenaar, deed Van der Goes een nerveuze sfeer waren door de ietwat ver spreid gecomponeerde groep. Dit verraadt de sterke persoonlijkheid van de schepper in een mate als tot op dat tijdstip nog niet werd waargenomen; in een mate ook, dat de vredige sfeer der primitieve schilder kunst dreigt te worden verstoord.Wij weten dat de kunstenaar zich tegen het eind van zijn leven .in het Rode Klooster bij Oudergom (nabij Brussel) terugtrok, waar hij omtrent zijn 45ste jaar geestes ziek is gestorven. De bezoeker verzuime niet de gevarieerde expressies op de ge zichten der apostelen aandachtig te be schouwen, alsook de houdingen, de geba ren en de kleuren, die de tastbaarmaking van 't innerlijk beleven aanvullen. Hij zal dan in die individuele reacties de bespie gelingen over de vergankelijkheid en de angst voor de dood aflezen, welke de zwaar beproefde kunstenaar in de twaalf discipelen zo aangrijpend heeft belichaamd. H. P. BAARD Hoe jraai de grote zaal was toen er nog geen boekenkasten stonden. Pianiste. De befaamde Australische pianiste Eileen Joyce maakt in November een nieuwe tournée door Europa. Zij zal con- certen geven in Nederland," Zweden, Oosten rijk en Joegoslavië.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1951 | | pagina 5