HARTENDORP
Het Huis ter Zaanen
wel met d© mogelijkheden van
het onmogelijke
A J m ^^enst Van
KÏ'nS!Sfijk Or0hesl (een af"
ï?1 «Sfe Akï d?0I-de vaste
Het sterfbed van Maria'
door Hugo van der Goes
litteraire kanttekeningen
hiriaati Morriën als de Vogel Rock
dmttT doe*
Nederlandse muziek
Karel Men«el"
NATIONALE LEVENSVERZEKERING-BANK N.V.
Haagse Kunstmaand
tegen kitsch gericht
Nieiawe uitgavee
Over beeldende kxmst
Schoonheid in Haarlem en omgeving
„AG Si SEPTEMBER 1951
nETIJD DAT Adriaan Morriën debuteerde met zijn dichtbundel „Hartslag,:
wheeft geen hart meer geslagen naar de oude, vertrouwde maat. Ook het
h'vwp'voorgevoel kwam tussenbeide: „droomen vol stedenbrand", „klachten
1 „pv" voortekenen van het „ontbonden uur" die bevestigd werden
pflDS
(1945), door de sirenen van de dood. En daarna? „Er is", dichtte
••-Tfi'r'zoveel meer geweest": wanhoop na ontzetting, verbittering na wan-
Verbittering, cynisme na haat,
tt het vormeloos spooksel van de
generatie". Tot deze heeft IV
Sen kent ook hij de angst, ble\
•Maarwat hem behoedde voor het uitefste, voor de algehele ontkenning
^'„nieeconsequentie de dood zou zijn was zijn hart, zijn hartslag, „zelf-
1 rjfl- 2UVtCX M* ww. O- - - O) 1 J Cl VVClli
3^ ,l'Verbittering, cynisme na haat, en daarachter het grondeloos duister van
het vormeloos spooksel van de zinloosheid als laatste en enig geloof van
n deneratie". Tot deze heeft Morriën niet wilten, niet kunnen behoren.
Stelde en kent ook hij de angst, bleven twijfel en ontgoocheling ook hem niet
^aiö-Maa^
^iSen", zoals hij dichtte en de blijdschap óm die „schuldloze, kinderlijke
^twaseen dichterlijke bekentenis van trouw aan het leven, aan het weliswaar
'aronverwoestbare goede, dierbare, innige, tedere, dat de toon, de gang, de
C ,iin vers bepaalde zuiver-eenvoudig en menselijk-warm: een ingetogen
Sin vriendschap en liefde, vrouw en kind. natuur en huis. Want: „het leven is
3» zoo bitter, dat ik zijn zoeten lust vergeet".
weerhield de gemakke-
tan ervan
Soplossingen te kiezen: de wan-
«tnie' een leer, evenmin de moraal,
:J?' .en oeioof, maar het ruisen en
zijn bloed, zijn vitale levens-
n'ezióh in de beschouwelijkheid,
K eigen is, bevestigde en ver-
-vliefde en eerbied voor het mense-
53L dat hij redde uit het puin en
orkanische tijden, mts zeer
'■•..ja tastbaars, sterker dan de fictie
Waards paradijs, van een diep-ver-
'Jj'maar zelfs aan de droom ontvluch
tte Beide, paradijs en idylle, be-
zoals Morriën in een voortref fe-
L- TTffnlc. Franco
^bespreking van Jean Effels Franse
"iV-'-jn' Het argeloze leven van Adam
ai té goed toonde te beseften, tot
-"•'-herroepelijk voorbije „vroege mor-
rt van de mensheid". Ook de bekoor-
dichterlijke droom, het innigst-ver
ben vertrouwelijke, was gehavend
ï:,30te verdelging teruggekeerd in de
v-êkamer van huis en hart, als een
reapit, een onontkoombaar ge-
Suatie, tè kritiek om er zich in ver-
-Ïes. hoe verleidelijk ook, aan te ont-
realiteit als uitgangspunt als
/«rwlst-alledaagse, het prozaïsch-
-Ahetnauwelijks-nog-opmerkelijke,
tStère-maar-ware, heeft Morriën in
'a-I merendeels korte verhalen, gebun-
'lender de titel van de vierde vertel-
ten slordig mens", een spel gespeeld
es alle kwaliteiten van zijn warm
te* en weemoedig dichterschap zijn
-rs-teerde prozastijl ondersteunen bij
iVaferlijké betoveringen die de dage-
"a werkelijkheid boven haarzelf opbeu-
e: haar onvoorziene mogelijkheden
:afantasie tot een nieuwe realiteit te
TTsseüjken" een belachelijke en
s:dwaardige, een onmogelijke en ab
ri-naar óók een hoopvólle en begerens-
riis,een tragische en bevrijdende rea-
Dubbcle optiek
1' in deze verhalen, in deze scherts
as ernst en ernst van de scherts, iets
apert aan het geliefde paradoxale
shier der romantiek, aan de Vogel Rock,
izetdezwaarste last, met een olifant in
lïiiivven, opstijgt tot hoog in cle wolken,
utijzkracht daartoe ontleent Morriën aan
rvisir van een zeer mild, menselijk-
?M gehalte, aan wat men de kunst
dubbele optiek zou kunnen noemen:
gevone als doodgewoon en het ge-
"3 éis óngewoon te zien. Zo verschijnt
;'.®pverloren in de kamer van een
asen engel die zijn bestaan op eigen
ksheid voortzet na de liquidatie van
kelen zich voorbereidt op zijn ver-
ADVERTENTIE
Uwen, één prijs28 cent.
WSJ,31 °PSerichte Collegium
iin !num) heeft voor het
^S jil\gr(?0t aantaI Neder-
réper.toire geplaatst,
^ftazè- a'Lvoenn° worden ge-
"Sifflefjaai" ®IOs van Willem Pijper.
t£CS ter gelegenheid" van
**0^ 2 van het Genoot-
^ievan i-h, Componisten wordt
van muziek" van Wouter- Paap
tkif 'tf; °p het programma: de
fcVjL ge,emde feeks" van Wage-
K^am 'dP S°niC!Ue van Ma«us
Andrei Kuhn^u-varia ties van
»vS;,fa^aCa^e et cortègë
^oSlratesi a C!a!'!netconcert
c^l?v- Eerste
fceaÜÏ Lieri Paradou
nSlratPom» j g' ",c'eöxic<ïi t
•an ff e Symphonie
C101 werk van p ^aradou van Géza
Nvan ÏÏi.0^.de Roos.
en de Sinforda°Piccola^van
Universiteit
S^iek gegeven Trt!?8
"itvoeHnon,, r°t °e bij-
sooi f™
®en.
Als gast-Hingenter
Willen
erledei
oor d<
^«rtgebaim/n-,111 net hoofd-
•°t tien. aantal is thans
gast-dirigenten
S^loo en praCne Neumark. Willem
•t'^-S.O aïït André" Verleden
Ku^tw COncer,en voor de
^%SnnL'n het hoofd-
menselfjking: of een vader van twaalf zo
nen en tien dochters zingt de lof van de
biologische dartelheid en de zegeningen van
het gezin,'waarin een grapje een volksfeest,
een eenvoudige vraag een betoging, een
vermaning een publieke strafoefening, een
uitgang een openbare vermakelijkheid en
het onvermijdelijke ochtendtoilet één luide
waterval wordt; of wéér anders: een geboren
briefschrijver werpt zich, nog vóór hij lezen
en schrijven kan, op de cultus der mense
lijke schrifttekens, waarin hij volhardt door
zijn leven bij wijze van schrijven per post
aan zichzelf te doen bestellen koddige
situaties, opgeroepen door de dubbele op
tiek: het tragische in hel belachelijke, het
verlossende in het tragische, het pijnlijke
in het komische, het aannemelijke in het
onmogelijke. Het lijkt een foppende truc-
verfilming-mot-de-taal van een onder en
een boven, een achter en een voor, een bin
nen en een buiten tegelijk, waarbij de
schrijver als cameraman opereert in het
ADVERTENTIE
grensgebied tussen wat i s en wat kan
of k o n zijn.
Deze verhalen, argeloos inzettend, ver
rassend verlopend, overrompelend-onver-
wacht eindigend (om aan de geanimeerde
fantasie van de lezer alle mogelijke kansen
te geven tot een voortgezet spel met de mo
gelijkheden van het onmogeli/cé) schijnen
op het eerste gezicht niet meer( maar ook
niet minder) dan een geestige inval, een
anecdotische gril van een onbeteugelde
fantasie. Maar bij het herlezen blijkt bij
verrassing iets van een heel andere orde
„in het spel" te zijn: het is er mee gesteld
als met de in zichzelf verzonken man, die
zoals de Duitse romanticus Jean Paul be
schreef, zijn handen beziet en denkt: daar
zit een heer in levende lijve, en ik. zit in
hem maarhoe zit dat nu eigenlijk?
Het werkelijke wordt verwonderlijk, het
verwonderlijke werkelijk, het leven wordt
verrijkt, verdiept en verruimd met de
zekerheid dat er méér mogelijkheden zijn
dan het feitelijke en met de onzekerheid
omtrent hun zin.
„Innerlijke realiteit"
Dat is wat de Spaanse filosoof en pro
zaïst Unamuno in de proloog tot zijn be
roemde „exemplarische novellen" inner
lijke realiteit noemde, een tweede wereld,
het wolken rijk van deze Vogel Rock, die
aan zijn aardse zwaarte ontstijgt door de
impulsen van een creatief leven, dat zelfs
na „dromen van stedenbrand" het hart
kan doen slaan met de „schuldeloze slag"
der weggevaagde jaren: men leze als be
koorlijkste en gaafste novelle van deze, al
lerminst alle geslaagde, verhalen, de vertel
ling „Een oud gebruik", waarop de dauw
ligt van het „vroege morgenuur der mens
heid" dat voor Morriën zijn glans niet heeft
verloren.
C. J. E. DINAUX
Adriaan Morriën: „Een slordig mens" (De
Bezige Bi.i, Amsterdam).
ADVERTENTIE
Een vrouw alleen aan het roer
U kunt Uw vrouw een belangrijke steun geven
voor het geval, dat zij eens alleen voor de
zorg van het gezin komt te staan.
Idealiseer Uw bij onze Bank lopende kapitaal-
verzekering door het bijsluiten van een
jaarlijkse rente. Lage premie l
Inlichtingen bij de
Schiekadc 130, ROTTERDAM, Tel. 82700 en haar vertegenwoordigers
Propaganda
voor Nederlandse muziek
Op Donderdag 4 October begint er we
derom een Haagse Kunstmaand georgani
seerd door het Haags Cultureel Centrum
met de bedoeling een bijzonder reliëf te
verlenen aan het begin van het wintersei
zoen. Dit keer is het speciaal de bedoeling
de belangstelling en waardering te vergro
ten voor goede hedendaagse Nederlandse
kunst. Het programma is qua omvang be
perkter dan verleden jaar, maar de toe
gangsprijzen zijn lager dan de gebruike
lijke.
Onder het motto „De kunst op bezoek"
zullen er in verscheidene grote bedrijven
kleine tentoonstellingen van moderne schil
derkunst worden ingericht, speciaal be
stemd voor het personeel daarvan. Het
Collegium Musica Divina geeft enige in
structieve uitvoeringen voor de leden van
grote koren en zangverenigingen, de pop
penspeler Guido van Deth treedt met zijn
theater voor de jeugdorganisaties op.
De Haagse Comedie geeft in deze maand
de première van het toneelstuk „Oidipous
en zijn moeder" door de auteur-acteur
Max Croiset, die er zelf in optreedt teT
zamen met Witóy Haak, Fie Carelsen, Bob
de Lange, I-Ienri Eerens, Frans van der
Lingen en Henk v. Buuren. De voordracht
kunstenaar Albert VoVgel brengt in de
aula van het Gemeentemuseum voor het
eerst de novelle Joachim van Babyion"
van Marnix Gijsen ten gehore.
Ter gelegenheid van het veertigjarig be
staan van het Genootschap van Neder
landse Componisten wordt er een concert
gegeven door het Residentie-Orkest onder
leiding van Willem van Otterloo met me
dewerking van „Die Haghesanghers". Ei-
staan werken op het programma van Jo-
han Wagenaar, Hendrik Andriessen, Hen-
riëtte Bosnians, Jan van Gilse, Guillaiime
Landré en Willem Pijper. Het „Collegium
Musica Divina" komt met koorwerken van
oude en hedendaagse Nederlandse compo
nisten op een concert, waaraan verder me
dewerking wordt verleend door de pianiste
Nelly Wagenaar met stukken van Léon
Orthel en Johanna Bordewijk-Roepman.
Er zijn ook enige tentoonstellingen.
„Kunst- en kitsch" in het Gemeentemuseum
wil het publiek er op wijzen wat de har
monie van het intérieur kan verstoren.
Men kan er leren en zien hoe woningin
richting wel en hoe deze zeker niet moet
zijn. De Haagse schildersgroep „Verve"
treedt in kunstzaal Esher Surrey voor het
eerst in de openbaarheid. De Vrije Acade
mie houdt een expositie van „charmante
kitsch". De letterkunde wordt vertegen
woordigd door Jantien van Eek, die uit
het werk van hedendaagse Nederlandse
dichters en prozaschrijvers zal voordragen.
Deze belangwekkende kunstmaand wordt
op 27 October met een feestavond in het
Kurhaus in Scheveningen besloten. Na de
opvoering van het cabaret „Kitsch aan de
kunst" zal er een groot bal plaats hebben.
De 56-jarige kunstschilder G. F. C. G.
uit Amsterdam is door de Amsterdamse
politierechter wegens oplichting tot de
maximum straf van 6 maanden veroordeeld
en wegens gevaar voor herhaling ter zitting
gevangen genomen. Hem was ten laste ge
legd. dat hij een 45-jarige onderwijzeres uit
Dordrecht voor een bedrag van f 1000 had
opgelicht. De Amsterdamse politie had in de
periode tussen 1918 en 1938, dus in 20 jaren,
niet minder dan 27 keer prooes-verbaal tegen
de kunstschilder opgemaakt wegens oplich
ting, flessentrekkerij, heling, verduistering
en bedrog.
ADVERTENTIE
DE STOFZUIGER SPECIAALZAAK
Gen. Cronjéstraat 43 - Kruidbergerweg 51
Telefoon 16990 - 17696 - Spaarne 3
Vanaf ƒ2.50 per wéék.
Ook voor reparatie en onderdelen van
alle merken
Jan Keyzer. Muziek als vorm van
levensontplooiing. (W. L. J.
Brusse N.V., Rotterdam).
Acht jaar na het tragische levenseinde
van Jan Keyzer verschijnt het werk, waarin
hij zijn wijsgerige ideeën omtrent de rol van--
de muziek in de levensontplooiing van de
mens heeft samengevat onder het motto „De
mens is kunstenaar van nature". Dr. Eduard
Reeser heeft het publiceren van het boek
bevorderd en hij leidt het in met een be
langwekkend voorwoord, waaruit met Jan
Keyzer leert kennen in zijn rusteloos streven
om een harmonische oplossing te vinden
voor de vraagstukken die zijn wezen be
heersten. Trouwens ook de uitgebreide ver
handeling van Jan Keyzer is kenmerkend
voor zijn moeizame levensloop, voor zijn
strijd om ideaal en werkelijkheid met elkaar
te verzoenen. Hij beschouwde het als zijn
roeping de ontvankelijkheid voor het bele
ven van zuivere muzikale schoonheid te
vergroten en daardoor de overtuiging te
wekken, dat er een geluk binnen in ons is,
onaantastbaar voor de wisselvalligheden van
ons bestaan. Als leraar aan het Rotterdams
Conservatorium was Keyzer speciaal belast
met het onderzoek naar de muzikaliteit van
candidaat-leerlingen. Deze taak heeft hem
niet alleen veel ervaring op muziek-psycho-
logisch gebied bezorgd, maar zij werd aan
leiding om zich streng wetenschappelijk te
scholen, ten einde langs filosofische weg een
systeem te ontwerpen inzake de problemen
die de muziekpaedagogie raken. De harts
tochtelijkheid die soms zijn betoog kenmerkt,
wijst er bovendien op, dat hij zelf de strijd
gekend heeft waaruit hij zijn conclusies
trekt.
De schrijver onderscheidt vier aspecten
van de muzikale aanleg: het materiële, het
psychologische, het algemeen-menselijke en
het metaphysische aspect. Als deze tezamen
aanwezig zijn en elkaar doordringen, wordt
het volmaakte bereikt. Maar zulke gevallen
zijn zeldzaam. De meeste mensen bezitten
slechts een deel van de harmonische be
gaafdheid; er zijn zelfs machtige geesten in
een zwakke vorm.
In een dertigtal „thema's en motieven" zet
Keyzer zijn sysieem van muzikale ziel
kunde uiteen. Wanneer men die dertig
knooppunt overziet (zij beslaan ruim drie
bladzijden) zou het kunnen gebeuren, dat
men de moed opgeeft en het boek «dicht
slaat. Maar men late zich niet afschrikken
en néme rustig de tijd om elke thesis aan de
hand van de volgende hoofdstukken op de
korrel te nemen; men zal zich dan laten mee
slepen door de boeiende (soms wel een
beetje geëxalteerde) betoogtrant van de
schrijver en zich intussen verbazen over zijn
enorme belezenheid en over de rijkdom aan
geestelijk materiaal, in zijn studie verwerkt.
Getoetst aan zijn theorie vindt Keyzer de
hoogste graad van muzikaal vermogen bij
Mozart, bij César Franck in enkele van
zijn werken en bij Joh. Seb. Bach. Het
derde deel van zijn boek wijdde hij aan de
analyse en de beschouwing van deze he
roïsche figuur, waarin hij het prototype
waarnam van de harmonische, rijk begaafde
mens, die zich openbaart in de vorm der
muziek. Hij noemt Bach: „de man. die het
instinctleven van de gezonde handwerker,
het intellect van de mathematicus, de geest
van de denker en de wijsheid van de ziener
ontplooit in zuivere muziek".
Welke waarde men al dan niet aan Key-
zer's theorieën toekenne men kan het er in
ieder geval over eens zijn, dat zij op diep
gaand onderzoek berusten en de vrucht z.ijn
van veel ervaring in hartstochtelijke drang
naar weten en begrijpen. „Muziek als vorm
van levensontplooiing" is bovendien meer
dan een psychologisch handboek ten gerieve
van de muziek-paeaagogie, iedere toonkuns
tenaar en musicoloog, als ook iedere ernstige
muziekliefhebber kan er zijn voordeel mee
doen. JOS. DE KLERK
Terecht is er op
gewezen dat een bre
de onplooiïng der
kunsten niet moge
lijk is zonder het mi
lieu, dat drie nood
zakelijke voorwaar
den vervult: mate
riële welvaart, wrij
ving van gecultiveer
de geesten en vrucht
bare tradities. Hier
aan moge aanstonds
worden toegevoegd
dat de tweede voor
waarde voortvloeit
uit de beide andere,
omdat welvaart en
tradities de voedings
bodem scheppen
waarop de geesten
gelegenheid krijgen te
ontkiemen. We kun
nen dit in alle perio
den vari kunstople
ving waarnemen:
steeds ervaren we
dat het welvaartscen
trum, dat levens op
„cultuur-ondergrond"
kan bogen, de gees
ten van alle wind
streken tot zich trekt.
Het is beslist on
juist te menen dat de
rijkdom van een
vorst, heerser of
regiem op zichzelf al
voldoende zou zijn
om kunst uit de grond
te kunnen stampen,
evenmin als van de
parvenu verwacht
kan worden dat hij
zich bij zijn streven
om aanzien te wekken met kennis van za
ken met schoonheid omringt. De karakter
loze architectuur en de affreuze kunstpro
ducten uit het Hitler-Duitsland, dat waan
de ook de „Kultur" op bevel te kunnen
dwingen, bewijzen dat de verkwistende
staat die de leidende Nazi's ten koste van
het volksinkomen (en dat der bezette ge
bieden!) voerden, geen pijler was waarop
waarachtige kunst zich kon ontplooien,
eenvoudig omdat de factor „wrijving van
gecultiveerde geesten" zich niet kon laten
gelden. Zij het in ietwat gunstiger mate
onderscheiden we deze figuur ook in het
avontuurlijk regiem van Napoleon, die de
eerbiedwaardige tradities van het oude
Egypte even gemakkelijk dienstbaar maak
te aan de glorie van zijn „Empire", ais
Hitier c.s. de majesteit der klassieke tem
pels aan de roem van het „derde rijk".
Hoezeer vruchtbare tradities als bijkans
enige factor haar invloed nog laten gel
den, wanneer de continuïteit van een
bloeiperiode slepend wordt gehouden en
de voosheid van het heersende regiem de
kiemkracht der traditie verstikt, blijkt uit
de regeringsperiode der laatste Lodewij-
ken in het 18de-eeuwse Frankrijk. De
zichzelf verterende pracht van het ancien
régime, niet langer afstraling van machts
bewustzijn op grondslag van de drie voor-
Het mooie oude gebouw dat een sieraad in deze omgeving is.
Van de geschiedenis van „Het Huis te
Zaanen" hel mooie oude landhuis, door
een fraai plantsoen omgeven, waarin nu
al meer dan 20 jaar het filiaal van de ge
meente Leeszaal en Bibliotheek voor Haar
lem-Noord is gevestigd is weinig be
kend.
Uit de historie is alleen op te diepen dat
de heerlijkheid Te Zaanen al in 1100
bekend is geweest. Het was een grote uit
gestrektheid, want behalve veel grond ten
Noorden van Haarlem viel ook de Zaan
streek daaronder. Het kasteel Te Zaanen
stond toen op een plek waar nu Zaandam
gevonden wordt. Het dankt aan de Zaan
dan ook zijn naam. Dit gebouw werd om
streeks 1300 verwoest. Er is toen enige tijd
later een nieuw kasteel in de omgeving
van Haarlem gezet en wel nabijde
Delft. Beide kastelen werden bewoond
door de Heeren van Zaanen. De oor
zaak van de verwoesting van het kas
teel in de Zaanstreek is dat Willem van
Zaanen had deelgenomen aan de moord op
Floris V.
Aan het kasteel Zaanen is nog een sage
verbonden, die ons verplaatst naar het be
gin van de 15de eeuw. De heer van Zaanen
sneuvelde in de oorlog die Willem van
Beieren, graaf van Holland, voerde tegen
Van Arkel. Na zijn dood kwam de heer
van Zaanen spoken op het Huis ter Kleef,
waar de jonkvrouw Margaretha woonde
die zijn liefde versmaad had. De verschij
ning greep haar zo aan, dat zij op de plaats
dood bleef. Op dezelfde tijd werd de laat
ste graaf van het geslacht der heren van
Zaanen begraven, volgens middeleeuws
gebruik met gebroken wapenschild.
Deze sage heeft Hofdijk verwerkt In zijn
Kqqpemer. Balladen.
Het kasteel dat in de omgeving van de
Delft gebouwd is, werd in de 17e eeuw
vernield. Het vermoeden is door bliksem
inslag. Daarna is het Huis te Zaanen ge
bouwd zoals wij het kennen, het was toen
geen kasteel meer, maar een landhuis.
Eenvoudig, doch mooi. Wij herinneren
ons nog dat het een halve eeuw geleden
schuil ging in een vrij uitgestrekt bos. Aan
de kant van de Schoterweg kon men het
wit-gepleisterde huis met rood-witte lui
ken, slechts schemerachtig door de bomen
zien. Het bos werd toen het Brecliusbos
genoemd, naar de toenmalige bewoner, de
heer Bredius. Van dit bos is nu weinig meer
over. In de oorlogsjaren stonden .er nog
vrij wat bomen om het huis, maar de be
woners van Haarlem-Noord hadden het
koud en er was geen brandstof te krijgen.
Geen wonder dat toen ook daar bomen
omgekapt zijn. Na de bevrijding zijn er
door de gemeente wel weer bomen geplant,
maar toen kreeg de omgeving van het Huis
te Zaanen meer het karakter van een
plantsoen. Daardoor domineert het gebouw
natuurlijk meer dan vroeger.
Het Huis te Zaanen is reeds in 1923
door de gemeente Schoten aangekocht. Bij
de annexatie van Mei 1927 ging het dus
over aan Haarlem. Een deel der omliggen
de gronden werd voor woningbouw be
stemd, maar van de beginne af werd aan
genomen dat om het Huis grond voor een
wandelpark zou worden gespaard. Daar
voor werden toen ook door de dienst voor
de Hout en de Plantsoenen de zware bo
men in de omgeving van het huis gespaard.
Die opzet is evenwel door de oorlogsge
beurtenissen in de war gestuurd.
Het filiaal van de Stads-Bibliotheek en
Leeszaal is er nu waardig in gehuisvest.
Die bestemming heeft evenwel een scha
duwzijde. Van het mooie interieur is, nu
overal boekenkasten moesten worden op
gesteld, niet veel meer te zien. Dat is jam
mer, want uit nevenstaande foto, die ge
maakt werd toen het huis nog niet door de
gemeente was aangekocht, blijkt hoe mooi
het was. En feitelijk nog is, want bij de in
richting van de Bibliotheek en Leeszaal
werd alles in fact gehouden. Verwijdert
men dus de kasten en zet men er weer oude
meubels, dan is er niets verlorèn gegaan.
Indertijd is door ir. G. Friedhoff een plan
gemaakt om bij het Huis te Zaanen een
nieuwe vleugel te zetten, opdat daar de
Bibliotheek en Leeszaal konden worden
ondergebracht. Dan zou het thans bestaan
de huis voor culturele doeleinden (verga
deringen, tentoonstellingen enz.) beschik
baar gekomen zijn. Dat plan is toen niet
uitgevoerd. Maar het kan nog worden ver
wezenlijkt. Daarvoor moet gewacht worden
op een betere financiële tijd, want nu is
er natuurlijk geen denken aan. Als even
wel het denkbeeld der wijkraden meer toe
passing vindt, dan zal er ook in dat deel
van Haarlem-Noord een centrum moeten
komen. Daarvoor zou het Huis te Zaanen
zich dan uitstekend lenen.
C. J. VAN T.
Sterfbed van Maria" dpor Hugo van der Goes (Gent om
streeks 1440 Roode Klooster 1482), geschilderd voor de
Cisterciënser Abdij Ter Duynen bij Nieuw poorteen klooster
dat protectie genoot van de Bourgondische hertogen. Om
streeks 1475. Museum Brugge (Tentoonstelling Bourgotidische
Pracht Rijksmuseum. Catalogusnummer 38).
waarden, als onder Louis XIV mond
de onafwendbaar uit in de revolutie, die
de radikale breuk bracht met het verle
den, door dit met wortel en al weg te va
gen. Dat de i'evolutionnairen daarin slaag
den doen de kille, uitheemse stijl en de
academische koelte in de schilderkunst on
der Napoleons opgang ons aan den kjve
voelen.
Daar we ons nog steeds niet kunnen
losmaken uit de ban der Bourgondische
Pracht, grijp ik deze gelegenheid aan om
de lezer er op te wijzen hoe ook de centra
der Bourgondische gebiedsdelen het milieu
schiepen dat voldeed aan de drie noodza
kelijke voorwaarden voor kunstontplooiïng
en dat de excessieve luxe der hertogen
kunst en edelambacht tot zegen is ge
weest. Welk een levendige emigratie naar
dit vruchtbare terrein! Zoals wij zagen iti
een vorige beschouwing trok de Haarlem
mer Claus Sluter al in de 14de eeuw naar
Brussel en Dijon; zijn neef Claus de Wer-
ve. afkomstig uit Hattum(?) was sedert
1396 op STuters atelier in Dijon werkzaam.
Ook de twee Nederlandse schilders Mael-
wael en Broederlam werkten al vroeg in
Dijon. Jan van Eyck, te Maaseyck gebo
ren, vestigde zich in 1430 te Brugge na
dat hij als hofschilder en kamerdienaar
van Philips de Goede diplomatieke reizen
had gemaakt naar Portugal en Spanje;
Dirck Bonts, geboortig uit Haarlem, trok
al vroeg naar Brussel en vestigde zich la
ter in Leuven. Gerard David uit Oudewa
ter wordt in 1494 vermeld te Brugge;
Hans Memling uit Duitsland (Mömlin-
gen?) werkte te Brugge. Van al deze
meesters zijn werken op de expositie in
het Rijksmuseum te Amsterdam aanwezig.
Na de schoonste sculptuur moge thans
een der indrukwekkendste panelen op
deze tentoonstelling onze aandacht vragen.
Wordt Van der Goes' verbeelding van het
Sterfbed van Maria door ons gezien met
de piëteit waarmede wij een dierbaar re
liek beschouwen, voor de late middel
eeuwen, teen het mysteriespel als eerbied
waardige traditie nog een aanschouwelijk
element vormde in het godsdienstige le
ven, sloeg een dergelijke verbeelding di
rect aan in het daarvor ontvankelijke ge
moed. In de „Sevenste Bliscap" immers
kwamen de twaalf apostelen bijeen om
naar de vrome overlevering het wilde
aanwezig te zijn bij het sterven der Moe
der Gods. De kunstenaars vóór de Her
vorming en zij die daarna de oude tradi
ties handhaafden, plaatsten Maria's sterf
bed tegen het feestelijk fond ener kerke
lijke bediening, met de kenmerkende han
delingen van het Katholiek ritueel. Zo
wordt op het paneel van Van der Goes
als enige actie het ontsteken uitgebeeld
van de gewijde kaars, welke de stervende
Maagd door Petrus in de handen zal wor
den gegeven. De bidder der kerkelijke ge
beden is vertegenwoordigd in de apostel
op de voorgrond, in overpeinzing verzon
ken naar zijn gebedenboek tastend. De vi-
sionnaire verbeelding boven het hoofd van
de stervende heritihert aan de tekst van
de gebruikelijke gebeden der stervenden:
„Als dan uw ziel uit het lichaam trekt,
moge het stralende koor van de engelen
haar tegemoet komen". Bij het prachtige
Sterfbed van Maria, omstreeks 1475 door
Adriaen van Wesel uit het eikenhout ge
stoken (Tentoonstelling Rijksmuseum ca
talogusnummer 216) zien we de stervende
met de kaars in de hand en als ritueel-
accessoire het zwaaiende wierookvat, dat
een realistisch accent aan het verbluffend
knappe werkstuk toevoegt.
Tot zover de karakteristica der tradi
tionele regie in het middeleeuws toneel
van Maria's sterfbed. Als uiterst bewo
gen geest, om niet te spreken van geobse-
deeid kunstenaar, deed Van der Goes een
nerveuze sfeer waren door de ietwat ver
spreid gecomponeerde groep. Dit verraadt
de sterke persoonlijkheid van de schepper
in een mate als tot op dat tijdstip nog niet
werd waargenomen; in een mate ook, dat
de vredige sfeer der primitieve schilder
kunst dreigt te worden verstoord.Wij
weten dat de kunstenaar zich tegen het
eind van zijn leven .in het Rode Klooster
bij Oudergom (nabij Brussel) terugtrok,
waar hij omtrent zijn 45ste jaar geestes
ziek is gestorven. De bezoeker verzuime
niet de gevarieerde expressies op de ge
zichten der apostelen aandachtig te be
schouwen, alsook de houdingen, de geba
ren en de kleuren, die de tastbaarmaking
van 't innerlijk beleven aanvullen. Hij zal
dan in die individuele reacties de bespie
gelingen over de vergankelijkheid en de
angst voor de dood aflezen, welke de
zwaar beproefde kunstenaar in de twaalf
discipelen zo aangrijpend heeft belichaamd.
H. P. BAARD
Hoe jraai de grote zaal was toen er nog geen boekenkasten stonden.
Pianiste. De befaamde Australische
pianiste Eileen Joyce maakt in November
een nieuwe tournée door Europa. Zij zal con-
certen geven in Nederland," Zweden, Oosten
rijk en Joegoslavië.