^tTERAIRE kanttekeningen
jreji wonder van eenvoud in
d© Vlaamse poëzie
A EN ZOON
Bakenesserkerk
Schilderend in een klein
Frans dorpje aan zee
'te",
LODEN JASSEN
Schoonheid in Haarlem en omgeving
Opvoeding
i![£eDAG
bft Gezette na vijftig jaar
vlET ENKEL lof geweest wat bij de laatste herdenking van Guido Gezelle's
in Vlaanderen is geschreven. Te lang onderschat tijdens zijn leven, te
Is® j erkend, verafgood na zijn dood, schijnt een halve eeuw sinds het heen-
£-hetf zoetgevooisde" dichter tijds genoeg te zijn geweest om het getij der
pV® min of meer te doen kenteren. Misschien, wellicht zelfs, staat de mens
O&f '"Ver Gezelle velen nog onveranderd voor de geest zoals Pol de Mont
^V'arige heeft geschetst: Gezelle met dat hoofd als een „Kristen Socrates",
beeldhouwer Julius Lagae zijn trekken van „eenvoud, adel en innig-
-s:;ZïM(iheid" in steen vereeuwigde. Maar de dichter? Er zijn jongeren die hem
Imvoren „als te simpele verzadiging van hun gecompliceerde honger"
-Maurice Roelants hen ironisch terecht). Wat hèn verscheurt en kweLt
j^rt" heet het is aan de meditatief-priestorlijke, aesthetische poëzie van
?*f n vreemd als S. Juan de la Cruz aan W. F. Hermans. Zelfs moest het zover
^,e!eak apologie van de Vlaamse meester een fijnzinnig geleerde en Gezelle-
03S" uitnemendheid als prof. Baur Gezelle's actuele betekenis accentueerde door
in naar het existentialistisch karakter van de diepten, waarvoor ook hij,
zoveel lieflijkheid, godsvrucht en innigheid, door het levensraadsel werd
„tuieren? Al zal Gezelle als „idool"
V„r ziin er onder hen genoeg
n'hem zijn gaan missen: de één
Liniieliike", de ander „de gedach-
el menselijke", dié de diepte
Ste de stormachtige bewogenhe-
- Karei van de Woestijne. Anderen
E iken vergeefs de „eerlijkheid"
hii voorkeur de moderne littera-
die grotendeels van Dostojewski
S kunnen leren, wat een waarach-
->cht-uit-zielenood is ook het
:.l en troebelste bellettristisch en
'tv'aan de man en de vrouw brengt
Sfeeuifde spreekkamer van de
Sr Gezelle, heet het, zou in een
kritische periode van zijn leven niet
hebben gezwegen als dich-
had het geheime ziefsconflict, op
waarvan het nageslacht aan-
meent te mogen maken, voor goed
b d5ar staat dan, ruim drieduizend
-endruks, de vierdelige „Gezelle
rtechikking van een ieder, die de Ju-
Luitgave in achttien delen te om-
i acht -daar staat een Gezelle om
Smoelen, om naar te luisteren, een
«je om het antwoord te geven op die
•"vragen des verstands die in de scha-
ctellen wat hij met de ziel beleden
/dat „dichten en bidden al dikwijls
cmalkander loopt". Met deze éne zin-
h uit het voorwoord tot de Kleenge-
drukte hij, voor wie het simpel-
r^rd drager kon zijn van zijn innigste
rV-igste begeren, uit wie hij was, wat
'ra: een mysticus, vervuld van een
Epische weemoed, een liefderijke
iE«gzaamheid, een fel-smartelijk be-
a de onontkoombaarheid der zonde.
Getourmenteerd" neen, dat was Ge-
ij allerminst en problematisch evenmin,
•vier delen „Gezelle" een bemoe
ide. troostende, huldigende en her
kende Gezelle in zijn allersimpelste
ypheidspoëzie"; een onvervaard ag
ave Gezelle in dat tintelende, taal-
taalfrisse „journalistenproza" (hoe-
,;a kennen het?) uit het kiesgazetje
;=erDertig; een peinzende Gezelle, die
iï een bloem zich koesterde in de
tije zon der scheppingsheerlijkheid,
Rijmsnoer"; een diep-melancholische
jsilk met een hemels heimwee naar
I:er zuiverheid" al deze voltooien
y;beeld van wat hij was: een mens die
Lt het stille van den nacht" worstelde
sd zichzelf en de wereld, met het leven
ïGod. Hij had „dat bitter water van de
n zee gesmaakt", gekwetst door het
ra, beproefd door het menselijk tekort,
Bvélddoor het tragische raadsel-"mens"
itaa,om hem, dat hem deze regels in-
v .Wat, wat zijt gij toch die mensch zijt
- e geboren, die gekweekt wordt, weent
■vekt en wankelend heengaat". En ook
n: „Waarom en kunnen wij niet, mijn
Ei waaromme waarom toch lijk de
br.ekes zijn". Zo zegde ongeveer zijn
ETcud het uit, een zó grote en gave een
re:, dat ze onvatbaar is geworden voor
izfroblematische mens van heden. Zo
nsidig was Franciscus van Assisi en
b Bertken, Fra Angelico en Zuster
bïvch, Broeder Bernhard en Maria
;;iia Merian, voor wier verrukking, „het
b schoone als spiegel aan den mensch
or®", Bertus Aafjes woorden van
sdlde dichterlijke simpelheid wist te
als Gezelle eigen was.
Eenvoud en verdeeldheid
Isrciid als gelouterde zielsverwarring,
Bad veroverd op de innerlijke ver
beid dank zij de altijd open einder
"rzijn leven, diè eenvoud betekende
tem de innigste belijdenis, de zui-
Tel. 15438
Indexcijfer van
Sïoothandelsprij zen
&rf! ?Ur®au voor de Statistiek
aat het indexcijfer van groot-
iZT van 31 Juli op 31 Augus-
éer2nSering ondcr§ing. Het in-
fe 1 voedingsmiddelen steeg
Vr' ,..'Ver°i0rzaakt door prijsstijgin-
5 Br>craS' lndustriGmelk, kippeneieren
e" door Prijsdalingen van
H"' ro"f. haver en ruwe riet-
'"dexcijfer voor grond- en
iS vaa 31 Juli naar 31
ijVjp Punten op. Dat van de af-
f«sen vÜ UCten daalde met 1 punt.
hiciteit stegen16- h°Ut' k°l8n' g3S en
>>:- le.n m PriJS- Prijsdalingen
"F/uL ruws wol en katoen,
ttt, huinïen®n garens. textieleindpro-
t i leder, schoenen, zout en
verste poëzie, die „geen begoocheling, maar
wezenlijkheid, zo wezenlijk als de religie
zelve" was.
Hij was verdeeld in zichzelf, Gezelle: te
volkomen dichter om in het priesterambt
de vólle hartsvervulling te vinden en te
priesterlijk om aan het dichterschap onbe
zwaard de vrije teugel te laten; te maat
schappelijk om de ivoren toren te betrek
ken en te zeer een „slekke" (een slak) om
altijd doende te zijn in de bedrijvigheid
en het tumult van het dagelijks bestaan.
Dat was geen problematiek, maar een tra
giek waarmee hij worstelde, „de altijd on-
volborentheid des weedoms", die hem vier
jaren voor zijn dood deed dichten: „stierven
van droefheid zult ge, in barensnood, en
't eeuwig leven erven". Het eeuwig
leven: dat was die open einder van zijn
groot geloof en het sterven-in-droefheid:
zijn aardse onvervulbaarheid.
En desondanks neen, dank zij dat
moet men, het beeld van Gezelle zoals het
zich bij het lezen van deze vier delen trek
na trek benaderen (en voorlopig misschien
voltooien) laat voor ogen, zeggen dié
eenvoud, helder als beekwater is, onop
vallend bloeiend als het bermkruid doet,
een wonder van eenvoiïd. Hij dichtte
van het wonder, hij lééfde in en met het
wonder, hij was een wonder, „een mira
kel", zei Marriix Gijsen, al was hij het juist
die in hem „de gedachte" miste.
Als mirakel was Gezelle niet van déze,
noch zelfs van zijn tijd. Kwam hij, ueze
Gothische mens, te laat, kwam hij te
vroeg? Het wonder is tijdeloos en dus heeft
Gezelle de tijd. En mocht hij in vergetel
heid raken, dan alleen om eens heront
dekt te worden. Voor eeuwig? „Och,
eeuwig, eeuwig eeuwig is. och eeuwig
is zo lang".
C. J. E. D1NAUX
Haringfilm
,,'t Schot is te boord"
Première in Scheveningen
De documentaire film ,,'t Schot is te
boord", die in opdracht van de Economie
Cooperation Administration door de 39-
jarige Nederlandse cineast Herman van
der Horst is vervaardigd, zal Maandag 22
October, om half negen 's avonds, in het
Seinpost Theater te Scheveningen haar
première in Nederland beleven. De wereld
première van deze film, die ongeveer
twintig minuten duurt en een reis van een
Scheveningse haringlogger tot onderwerp
heeft, vormde (in Engelse versie) een van
de hoogtepunten van het begin September
gehouden „Edinburgh Film Festival".
Ook de Nederlandse versie van ,,'t Schot
is te boord" de tekst wordt gesproken
door Ger Lugtenburg is reeds ten doop
gehouden, en wel op het „Internationales
Kultnr und Dókumentar Film Kongress
Salzburg 1951", dat onlangs heeft plaats
gehad.
De meeste opnamen voor de „haring
film" zijn opgenomen aan boord van de
Sch. 236 („Noordster"), die Herman van
der Horst? zijn assistent en zijn materiaal
gedurende vier reizen van ongeveer twaalf
dagen naar de visgronden in de buurt van
Doggersbank onderdak heeft verleend. On
der de genodigden, die de première in Ne
derland zullen bijwonen, zullen zich in
dien enigszins mogelijk ook de schipper
en de vijftien leden van de bemanning van
de „Noordster" bevinden.
eakers
Dit zijn foto's die weinig toelichting be
hoeven, zij spreken voor zich zelf. Vertel-
len in zwart-en-wit hoe mooi de Bakenes
serkerk van binnen is.
Jammer is dat couranten (nog) niet in
kleurendruk verschijnen. Anders zouden
deze foto's nog indrukwekkender zijn. Het
donkerbruin van het eikenhout der ge
welfde zolderingen, betimmering en ban
ken, door de toets der eeuwen gekenmerkt,
tekent zich vol contrast af tegen het wit
der muren. Het zonlicht dat door de ramen
valt helaas geen gebrand schilderwerk!
weerspiegelt ziek in goudglansen op de
mooie koperen kronen. De zuilen van de
gewelven die de kerk in tweeën delen, heb
ben banden van warm-rode baksteen, die
afgewisseld worden door zandsteen.
Zo is het geheel een volmaakte sympho
nic van kleur en lijn. Een bezit waarop
Haarlem trots kan, moet zijn.
Helaas kennen weinige Haarlemmers het
interieur van de Bakenesserkerk. Verder
dan een bewondering van de toren zijn de
meesten niet gekomen. Gedeeltelijk wordt
dit verklaard door het feit dat de kerk niet
voor gewone diensten gebruikt wordt.
Reeds meer dan 100 jaar wordt er kinder-
kerk gehouden. Vroeger hadden die dien
sten een speciaal karakter, omdat er toen
voor de kinderen van de ouders die door
de diaconie gesteund werden, de verplich
ting bestond om daaraan deel te nemen.
Nu worden er ook jeugddiensten gehouden.
Reeds in de 12e eeuw heeft er op Bake-
nes een houten kapel gestaan, aan Maria
gewijd. De stenen kerk is in het midden
der 13e eeuw gezet, haar bouw werd be
gunstigd door Graaf Willem II.
Vroeger stond de kerk
op een open plein. Dat
was nog zo tijdens het
beleg van Haarlem dooi
de Spanjaarden in 1572-
1573. Later zijn aan de
kant van de Bakenesser-
gracht woonhuizen ge
bouwd, waardoor het
plein voor de kerk werd
ingesloten.
Toen de kerk, na de
Hervorming, door de
Protestanten werd over
genomen, was zij al
bouwvallig. Er werd
zelfs over gedacht haar
af te breken. Dat plan is
gelukkig niet doorge
gaan. Integendeel, er
werd tot restauratie en
vergroting besloten.Eerst
bestond de kerk uit één
beuk. In 1639 werd be
sloten naast de Zuider
een Noorderbeuk te bou
wen en op de grens de
zer beuken op pilaren
steunende gewelven te
maken, zodat beide ruim
ten tot een kerkzaal ver
enigd werden. Nu is niet
alleen van binnen, maar
ook aan de buitenkant
van het gebouw nog dui
delijk die samenvoeging
te zien. O.a. in de kleur
van de steen.
De Zuidelijke beuk is
dus het oudste deel dei-
kerk. Boven de ingang
in de Vrouwesteeg staat
in het Latijn: „Hebben
Als je scheepje in een Haarlemse gracht
klaar ligt voor een vaart naar de Franse
kust, als je bedrijvig een laatste inspectie
houdt, dan blijven er mensen staan, die
zwijgend je bezigheden gadeslaan. Je
wordt aangesproken en je geeft luchtig ten
antwoord dat je met vrouw en twee kin
deren naar Frankrijk gaat. Zij zwijgen nu
niet meer, maar bespreken de kansen en
iemand vertelt luid met een minachtende
overtuiging: „Komt niet meer terug".
Wel, dan vervolg je glimlachend je werk.
Sneller nog, want in gedachten leef je
reeds tussen de Franse vissers.
Geen sombere voorspelling kan je weer
houden, misschien komt dat wel omdat je
schilder bent. Misschien komt het daar ook
wel door, dat je op een mooie vooravond,
die wat nevelig is, maar toch met vol
doende zicht, je reisplan vergeet en ver
rast naar een reusachtige wit-en-zwart-
gebande vuurtoren staart, die in de verte
hoog tussen enkele daken rijst. Je aarzelt
niet en stevent op de kust aan, je moet
dat dorp zien. Dan is het niet Calais waar
je die avond binnen loopt, maar Fort
Philippe.
Wat is het wonderlijk als je de volgende
morgen in de haven wakker wordt. Je
hoort geen water tegen de boot klotsen
en om je heen zie je kris-kras door elkaar
de fel rood, blauw en groen geschilderde
kottertjes op hun kant liggen, want het
valt hier bij laag water droog. Er zijn
prachtige scheepjes bij, zij dragen allen
namen: Loretta, Malgré-tout, Adrien Mag-
nez. En heel oud en vervallen ligt daal
de „Risque-tout".
Het valt op dat er hier in tegenstelling
met Nederland alleen houten scheepjes
zijn. Straks als het water stijgt varen ze
uit. Hun vangst bestaat voor een belang
rijk deel uit pecten, het waaiervormige
schelpdier van het Shell-embleem, roggen
en langoustines, prachtig rose gekleurde
dieren, die het midden houden tussen een
kreef en een garnaal.
Zo is er veel in Fort Philippe te genieten,
het is wat Zandvoort geweest moet zijn
zij, die nieuwe tempels (kerken) bouwden,
lof verdiend, waarom zou men dan ook hen
niet eren die ze vernieuwen en van het
oude dit nieuwe gebouw hebben opgericht."
Aan de binnenkant van deze ingang is een
fraaie betimmering te bewonderen.
C. J. VAN T.
Noodwoning in Ameide
moet worden afgebroken
Het ministerie van Wederopbouw en
Volkshuisvesting heeft een uiteenzetting
gegeven van de kwestie inzake de nood
woning in Ameide. Daarin wordt onder
meer gezegd, dat het college van B. en W.
aanvankelijk een bouwvergunning had ver
strekt, waartegen de hoofdingenieur-direc
teur van de Wederopbouw en Volkshuis
vesting in Zuidholland bezwaar maakte.
Ook de burgemeester vroeg vernietiging
van dit besluit van B. en W. De burge
meester stond op het standpunt, dat voor
iemand, die in Utrecht werkzaam was
geen gemeentelijk bouwvolume mocht
worden afgestaan, temeer omdat de aan
vrager een aangeboden woning in Utrecht
met een alleszins redelijke huur had ge
weigerd. Bovendien kon niet worden aan
genomen, dat deze noodwoning, die slechts
5 jaar mocht blijven staan, langer zou
worden gebruikt.
Naast de bouwvergunning van B. en W.
is nog een rijksgoedkeuring nodig, omdat
met de bouw een som van meer dan 2000
was gemoeid. Zonder deze rijksgoedkeu
ring werd met de bouw begonnen. Van
officiële zijde werd daarna medegedeeld
dat niet met de bouw mocht worden
voortgegaan. Ondanks deze duidelijke
waarschuwing werd na enige tijd in alle
vroegte met vooraf pasklaar gemaakte on
derdelen de bouw voortgezet, met de be
doeling de autoriteiten voor een voldongen
feit te plaatsen. Daarop werd procesver
baal opgemaakt en het werk stilgelegd.
De rechtbank te Dordrecht veroordeelde
op 7 September de bij de bouw betrok
kene tot een geldboete met als bijkomen
de straf de verplichting tot afbraak van
de woning binnen veertien dagen nadat
het vonnis van kracht was geworden. Deze
datum was 21 September, zodat de wo
ning op 6 October moest zijn afgebroken.
OVER MUZIEK
toen er nog geen toeristen kwamen. De in
woners zijn eenvoudig en evenwichtig en
het is aangenaam met ze te spreken, in
„A Tarrivé des pêcheurs" achter een glas
wijn, of aan de haven bij hun schepen.
Doch tegenover schilderen staan ze vreemd;
je doorkruist het dorp speurend naar een
onderwerp, je vindt iets bijzonders en je
maakt een opzet, maar dan komt weldra
de bevolking bij je, die je probeert te over
tuigen dat je iets anders moet nemen,
want dit is beslist niet mooi. Zij raden je
het schilderen af, wat je ook neemt. Is hun
oordeel hierin onjuist, zij vertellen je ook
van een voedselschat die aan het strand is
te vinden .Nu kan je gerust hun raad vol
gen en gelijk deze Fransen bij laag water
naar kokkels (Cardium edule L) /zoeken,
die het consumeren stellig waard zijn.
Fort Philippe is geen touristenoord, al
komen er in Juni en Juli wel badgasten.
Hotels zijn er nu niet meer, maar wil
iemand ernstig van het leven hier genie
ten, dan kan hij in een vissersherberg ver
blijven en ervaren wat het is te zijn onder
de bewoners van een klein Frans dorpje
aan de zee.
FRANS VERPOORTEN
Amerikanen prijzen en
laken Nederland
Amerikaanse toeristen blijken ons, Ne
derlanders, over het algemeen wel aardige
mensen te vinden. Wij worden vooral ge
prezen om onze hulpvaardigheid, gastvrij
heid en prettig optreden.
De Algemene Vereniging voor Vreemde
lingenverkeer heeft in samenwerking met
scheepvaartlijnen op Amerika in het toe
ristenseizoen aan iedere passagier een ge-
illustreerde vragenlijst doen uitreiken.
Zeer velen hebben deze ingevuld.
De bevindingen der Amerikanen in de
hotels lopen nogal uiteen. Sommigen noe
men ze comfortabel en schoon, anderen
hebben klachten over bediening en in
richting. Merkwaardig is, dat vele toe
risten meer tevreden zijn over de hötel-
accomodatie in kleine plaatsen dan over
die in grote steden.
De Hollandse keuken schijnt doorgaans
wel in de Amerikaanse smaak te vallen.
Er wordt echter gevraagd naar meer verse
groenten en fruit, alsook naar ijswater. En
kele Amerikanen vragen meer begrip voor
het cleanen" en persen van hun kleding.
Het ontbreken van heetwaterkranen in
vele hotels vonden vele Amerikanen een
groot ongerief.
Landschaps- en stedenschoon worden
door alle ondervraagden bezongen. Toch
vindt men er wel een enkele scherpe op
merking tussen. Iemand antwoordde op de
vraag „Wat vipl u tegen?": „Marken, dege
neratie van mensen". Sommigen klaagden
over de geringe tegemoetkomendheid in
winkels, anderen zouden graag wat meer
hulpvaardigheid en deskundigheid in reis-
en informatiebureaux willen bespeuren.
Over sommige internationale treinen is
men slecht te spreken. In enkele gevallen
wordt geklaagd over de koers in guldens bij
inwisseling van dollars. Anderen vinden
ons land erg goedkoop.-Vele toeristen, die
met een reisbureau een tocht door Europa
maakten, vonden hun verblijf in Neder
land te kort. „Holland is veel mooier en
interessanter dan wij dachten", verklaren
zij. Speciaal wil men havens, sluizen, pol
der en waterwerken bezichtigen.
Souvenirs bleken zeer in trek. Zilver,
koperwerk, Delfts Blauw, Hindeloper ar
tikelen, linnen- en glaswerk, boerenbont
en natuurlijk ook klompen en molentjes
namen onze Amerikaanse bezoekers mee
naar huis.
De man die nu ergens op een hoek van
twee drukke straten viool staat te spelen,
was vroeger in de ogen zijner moeder een
wonderkind. Het is hem niet aan te zien;
hij is nu alleen maar meelijwekkend. Toen
hij veertien jaren telde was hij ook mee
lijwekkend, want zijn moeder verwende
hem toen en vóór hij tot enige vrije be
zinning kon komen, waren zijn verstand en
zijn gevoel bedorven. Hij had toen sinds
een paar jaar vioolles en maakte aardigs
vorderingen. De leraar was niet ontevre
den en vond dat het de moeite waard was
de knaap les te geven omdat hij muzikaal
was en graag viool speeide En deze leraar,
die zijn vak goed verstond en zich terdege
rekenschap gaf van de paedagogie, zou
met onverminderd plezier de leerling ver
der geleid hebben, als de moeder zich niet
op een onverstandige wijze met de zaak
had bemoeid.
Hij was enig kind en de moeder coif
feerde de jongen geestelijk op dezelfde
wijze als sommige oude dames een hondje
uiterlijk optuigen. Toen de leraar zich
gunstig over het spelen van de zoon had
uitgelaten, legde de moeder dit geheel ver
keerd uit; zij nam de tevredenheid als
voedsel op voor de verwarde, hoogmoedige
illusies die zij in het algemeen koesterde
en liet zich geleidelijk geheel en al ver
blinden. Zij had sinds haar meisjesjaren
veel concerten gehoord en meende dat het
hoogst-bereikbare in de muziek het optre
den, het succes, de roem was. Zij had geen
versland genoeg om het leven helder te
zien; voor zover zij enige fantasie had
meende zij zonneschijn te zien waar slechts
van klatergoud sprake was en haar gevoe
lens waren sentimentele aandoeningen.
Toen het jongetje heel aardig ging spelen
en zelf plezier had in de vibrerende toon,
meende de moeder dat „zijn kleine ziel
zich uitzong''. Hij werd meer en meer ge
prezen. En omdat de knaap in aanleg veel
van zijn moeder had, ging hij in „zichzelf"
geloven. Hij leerde zichzelf liefhebben en
zijn moeder en hij koesterden illusies over
de toekomst in de wereld.
En de vader? Wel, de vader deed zijn
zaken en beschouwde dit „onderdeel dei-
opvoeding" als een kwestie die zijn vrouw
aanging. Juist in die jaren, toen het er op
aankwam tenminste een oog in het zeil te
houden, bemoeide hij er zich niet mee.
Moeders zijn dikwijls te vroeg, vaders
bijna altijd te laat. De moeder wilde het
allerbeste voor haar veelbelovende zoon
en ging prompt twijfelen aan de waarde
van de leraar; maar die was juist de enige
die de zaak goed zag. Zij was er van over
tuigd dat de leraar dit bijzondere kind niet
begreep; maar deze leraar begreep zowel
de moeder als het kind. Toen de idealis
tische moeder beweerde dat zij iets zeer
bijzonders in het kind' zag, merkté de
leraar op dat de jongen zeer zeker muzi
kaal was, maar dat hij geen bijzonder ta
lent bezat. De beschaafde vrouw had de
onvergefelijke domheid om te zeggen dat
zij niet wilde dat haar zoon een gewone
vioolleraar zou worden, maar dat hij
zij kende hem zo goed zeker als kunste
naar zou gaan optreden. De verstandige
man was niet beledigd en liet moeder en
kind hun troebele vrijheid.
Er volgden enige jaren van verdere stu
die en verdere vergissingen. De jor\gen
ging vooruit met het vioolspelen, maar
ging nog meer vooruit in eigendunk en
ijdelheid. Wedijver met medestudenten
liep dikwijls in zijn nadeel uit, maar hij
twijfelde nooit aan zichzelf, dat wil zeg
gen aan het beeld dat zijn moeder in hem
gevormd had. Hij deed een behoorlijk
examen, zei daarna dat hij allerlei ballast
had moeten opnemen. Nu zou het leven
pas goed beginnen. Vader vond zijn zoon
een eigenwijze kwast; moeder en jongeling
verwonderden er zich over dat hij niet
spoedig aanzoeken kreeg om op te treden.
Het liep niet zo fleurig als ze gedacht
hadden; de wereld ging gewoon door en
omdat ze al hun geestelijke hebben-en-
houwen juist op de wereld en niet op het
leven hadden gesteld, waren de teleurstel
lingen ergerlijk. De jongeman werd een
nijdas, hij voelde zich een moederskindje
en ging er op uit. Hij was inderdaad nooit
lui en ging tussen de bedrijven van het
studeren connecties zoeken, bezocht con-
certbureaux, impresario's, dirigenten. Maar
hij was nu eenmaal niet zo brillant als hij
wel dacht en hij had geen succes.'Hij twij
felde echter niet aan zijn verbeelding en
beschuldigde al de mensen, die hij had ge
schreven en bezocht, van gebrek aan in
zicht en van egoïstische practijken. Zijn
moeder had geen wapens meer en zijn va
der was ontevreden en „had het altijd wel
gezegd".
De schijnbare poëzie zijner jeugdver-
wachtingen verkeerde in blijkbaar hard
proza van het werkelijke leven. Hij verliet
het huis en probeerde zijn kost te verdie
nen. Moest hij, de kunstenaar, lesgeven?
Hij vond eindelijk, toen er werkelijke nood
kwam, een bezigheid in het amusements
bedrijf, maar het bleek na nenige tijd dat
de mensen die hier in werkten, muzikaler
en handiger waren dan hij en dat zij hem
liever niet in hun gezelschap zagen. Nie-
man had hem ooit door woord of voor
beeld enige wijsheid bijgebracht en dus
verloor hij de strijd. Een minderwaardige
vriendschap bezorgde hem meer zorg dan
verlichting; hij studeerde niet meer en zijn
hoogmoed verkeerde in onverschilligheid.
Nu is hij een bedelaar. Hij denkt liever
niet aan vroegere jaren en leeft van dag
tot dag. Domme lieden verachten hem;
verstandige mensen hebben medelijden
met hem.
HENDRIK ANDRIESSEN
Signaal geven
niet altijd overbodig
Er zijn de laatste tijd volgens de A.N.
W.B. talrijke klachten van weggebruikers
over het feit, dat vele automobilisten geen
signaal meer geven, ook niet wanneer zich
gevaarlijke situaties voordoen. Volgens'het
nieuwe Wegenverkeersreglement mogen be
stuurders van motorvoertuigen slechts sig
naal geven, wanneer door hun nadering
gevaar dreigt voor andere weggebruikers
en dat signaal nodig is ter afwending van
dit gevaar. Daar men blijkbaar moeilijk
heden vreest door deze bepaling laten velen
thans het gevén van signalen onder vrijwel
alle omstandigheden na, uit vrees voor een
eventuele bekeuring. Uiteraard is zinloos
claxonneren uit den boze, maar anderzijds
is de verkeersveiligheid er zeker niet mede
gediend, indien men er onder alle omstan
digheden van af ziet van zijn claxon ge
bruik te maken, zo zegt de A.N.W.B.
De Haagse politie heeft aangehouden de
31-jarige A. A. M. B. uit Amsterdam, die
zich architect noemt e.) die drie dames in
Den Haag voor totaal 12.000.— heeft op
gelicht. B. is reeds eerder met de justitie
in aanraking geweest en moest nog een half
jaar gevangenisstraf ondergaan.
™°r
Herontmoeting met Gezelle
ADVERTENTIE
jongens en meisjes,
r!;p en waterdicht, met
Plaidvoering en ca- X
tóón vanaf 3 jaar
Kleine stijging per maat
Cronjéstraat 42-44
Guido Gezelle: .Dichtwerken I en II; Ge
legenheidspoëzie; Proza en Varia" (4 delen,
Tekstbezorging, inleiding en lexicon door Prof.
dr. Fr. Baur) (L. J. Veen's Uiig. Mij., Am
sterdam).
Ter gelegenheid van zijn zeventigste ver
jaardag houdt Pablo Picasso een expositie
van tekeningen en aquarellen in Londen,
zijn eerste retrospectieve tentoonstelling
in Engeland, welke talrijke tot dusver on
bekende werken bevat, zoals de hierbij
afgebeelde „Man met viool".
ADVERTENTIE
Interieur van het stijlvolle kerkgebouw.
De ingang aan de kant van de Vrouwesteeg.
De Haarlemse schilder Frans Verpoor
ten onderneemt met zijn gezin in een
zeewaardige sloep een kruistocht langs
de Franse havens naar de Middellandse
Zee. Uit Petite Fort Philippe (ergens
tussen Duinkerken en Calais) stuurde
hij ons bijgaande brief en tekening.
Donderdag is hij het Kanaal overgesto
ken om eerst nog enige tijd in Engeland
te verblijven
ADVERTENTIE
Acht kleuren, één prijs: 28 cent.