^tTERAIRE kanttekeningen jreji wonder van eenvoud in d© Vlaamse poëzie A EN ZOON Bakenesserkerk Schilderend in een klein Frans dorpje aan zee 'te", LODEN JASSEN Schoonheid in Haarlem en omgeving Opvoeding i![£eDAG bft Gezette na vijftig jaar vlET ENKEL lof geweest wat bij de laatste herdenking van Guido Gezelle's in Vlaanderen is geschreven. Te lang onderschat tijdens zijn leven, te Is® j erkend, verafgood na zijn dood, schijnt een halve eeuw sinds het heen- £-hetf zoetgevooisde" dichter tijds genoeg te zijn geweest om het getij der pV® min of meer te doen kenteren. Misschien, wellicht zelfs, staat de mens O&f '"Ver Gezelle velen nog onveranderd voor de geest zoals Pol de Mont ^V'arige heeft geschetst: Gezelle met dat hoofd als een „Kristen Socrates", beeldhouwer Julius Lagae zijn trekken van „eenvoud, adel en innig- -s:;ZïM(iheid" in steen vereeuwigde. Maar de dichter? Er zijn jongeren die hem Imvoren „als te simpele verzadiging van hun gecompliceerde honger" -Maurice Roelants hen ironisch terecht). Wat hèn verscheurt en kweLt j^rt" heet het is aan de meditatief-priestorlijke, aesthetische poëzie van ?*f n vreemd als S. Juan de la Cruz aan W. F. Hermans. Zelfs moest het zover ^,e!eak apologie van de Vlaamse meester een fijnzinnig geleerde en Gezelle- 03S" uitnemendheid als prof. Baur Gezelle's actuele betekenis accentueerde door in naar het existentialistisch karakter van de diepten, waarvoor ook hij, zoveel lieflijkheid, godsvrucht en innigheid, door het levensraadsel werd „tuieren? Al zal Gezelle als „idool" V„r ziin er onder hen genoeg n'hem zijn gaan missen: de één Liniieliike", de ander „de gedach- el menselijke", dié de diepte Ste de stormachtige bewogenhe- - Karei van de Woestijne. Anderen E iken vergeefs de „eerlijkheid" hii voorkeur de moderne littera- die grotendeels van Dostojewski S kunnen leren, wat een waarach- ->cht-uit-zielenood is ook het :.l en troebelste bellettristisch en 'tv'aan de man en de vrouw brengt Sfeeuifde spreekkamer van de Sr Gezelle, heet het, zou in een kritische periode van zijn leven niet hebben gezwegen als dich- had het geheime ziefsconflict, op waarvan het nageslacht aan- meent te mogen maken, voor goed b d5ar staat dan, ruim drieduizend -endruks, de vierdelige „Gezelle rtechikking van een ieder, die de Ju- Luitgave in achttien delen te om- i acht -daar staat een Gezelle om Smoelen, om naar te luisteren, een «je om het antwoord te geven op die •"vragen des verstands die in de scha- ctellen wat hij met de ziel beleden /dat „dichten en bidden al dikwijls cmalkander loopt". Met deze éne zin- h uit het voorwoord tot de Kleenge- drukte hij, voor wie het simpel- r^rd drager kon zijn van zijn innigste rV-igste begeren, uit wie hij was, wat 'ra: een mysticus, vervuld van een Epische weemoed, een liefderijke iE«gzaamheid, een fel-smartelijk be- a de onontkoombaarheid der zonde. Getourmenteerd" neen, dat was Ge- ij allerminst en problematisch evenmin, •vier delen „Gezelle" een bemoe ide. troostende, huldigende en her kende Gezelle in zijn allersimpelste ypheidspoëzie"; een onvervaard ag ave Gezelle in dat tintelende, taal- taalfrisse „journalistenproza" (hoe- ,;a kennen het?) uit het kiesgazetje ;=erDertig; een peinzende Gezelle, die iï een bloem zich koesterde in de tije zon der scheppingsheerlijkheid, Rijmsnoer"; een diep-melancholische jsilk met een hemels heimwee naar I:er zuiverheid" al deze voltooien y;beeld van wat hij was: een mens die Lt het stille van den nacht" worstelde sd zichzelf en de wereld, met het leven ïGod. Hij had „dat bitter water van de n zee gesmaakt", gekwetst door het ra, beproefd door het menselijk tekort, Bvélddoor het tragische raadsel-"mens" itaa,om hem, dat hem deze regels in- v .Wat, wat zijt gij toch die mensch zijt - e geboren, die gekweekt wordt, weent ■vekt en wankelend heengaat". En ook n: „Waarom en kunnen wij niet, mijn Ei waaromme waarom toch lijk de br.ekes zijn". Zo zegde ongeveer zijn ETcud het uit, een zó grote en gave een re:, dat ze onvatbaar is geworden voor izfroblematische mens van heden. Zo nsidig was Franciscus van Assisi en b Bertken, Fra Angelico en Zuster bïvch, Broeder Bernhard en Maria ;;iia Merian, voor wier verrukking, „het b schoone als spiegel aan den mensch or®", Bertus Aafjes woorden van sdlde dichterlijke simpelheid wist te als Gezelle eigen was. Eenvoud en verdeeldheid Isrciid als gelouterde zielsverwarring, Bad veroverd op de innerlijke ver beid dank zij de altijd open einder "rzijn leven, diè eenvoud betekende tem de innigste belijdenis, de zui- Tel. 15438 Indexcijfer van Sïoothandelsprij zen &rf! ?Ur®au voor de Statistiek aat het indexcijfer van groot- iZT van 31 Juli op 31 Augus- éer2nSering ondcr§ing. Het in- fe 1 voedingsmiddelen steeg Vr' ,..'Ver°i0rzaakt door prijsstijgin- 5 Br>craS' lndustriGmelk, kippeneieren e" door Prijsdalingen van H"' ro"f. haver en ruwe riet- '"dexcijfer voor grond- en iS vaa 31 Juli naar 31 ijVjp Punten op. Dat van de af- f«sen vÜ UCten daalde met 1 punt. hiciteit stegen16- h°Ut' k°l8n' g3S en >>:- le.n m PriJS- Prijsdalingen "F/uL ruws wol en katoen, ttt, huinïen®n garens. textieleindpro- t i leder, schoenen, zout en verste poëzie, die „geen begoocheling, maar wezenlijkheid, zo wezenlijk als de religie zelve" was. Hij was verdeeld in zichzelf, Gezelle: te volkomen dichter om in het priesterambt de vólle hartsvervulling te vinden en te priesterlijk om aan het dichterschap onbe zwaard de vrije teugel te laten; te maat schappelijk om de ivoren toren te betrek ken en te zeer een „slekke" (een slak) om altijd doende te zijn in de bedrijvigheid en het tumult van het dagelijks bestaan. Dat was geen problematiek, maar een tra giek waarmee hij worstelde, „de altijd on- volborentheid des weedoms", die hem vier jaren voor zijn dood deed dichten: „stierven van droefheid zult ge, in barensnood, en 't eeuwig leven erven". Het eeuwig leven: dat was die open einder van zijn groot geloof en het sterven-in-droefheid: zijn aardse onvervulbaarheid. En desondanks neen, dank zij dat moet men, het beeld van Gezelle zoals het zich bij het lezen van deze vier delen trek na trek benaderen (en voorlopig misschien voltooien) laat voor ogen, zeggen dié eenvoud, helder als beekwater is, onop vallend bloeiend als het bermkruid doet, een wonder van eenvoiïd. Hij dichtte van het wonder, hij lééfde in en met het wonder, hij was een wonder, „een mira kel", zei Marriix Gijsen, al was hij het juist die in hem „de gedachte" miste. Als mirakel was Gezelle niet van déze, noch zelfs van zijn tijd. Kwam hij, ueze Gothische mens, te laat, kwam hij te vroeg? Het wonder is tijdeloos en dus heeft Gezelle de tijd. En mocht hij in vergetel heid raken, dan alleen om eens heront dekt te worden. Voor eeuwig? „Och, eeuwig, eeuwig eeuwig is. och eeuwig is zo lang". C. J. E. D1NAUX Haringfilm ,,'t Schot is te boord" Première in Scheveningen De documentaire film ,,'t Schot is te boord", die in opdracht van de Economie Cooperation Administration door de 39- jarige Nederlandse cineast Herman van der Horst is vervaardigd, zal Maandag 22 October, om half negen 's avonds, in het Seinpost Theater te Scheveningen haar première in Nederland beleven. De wereld première van deze film, die ongeveer twintig minuten duurt en een reis van een Scheveningse haringlogger tot onderwerp heeft, vormde (in Engelse versie) een van de hoogtepunten van het begin September gehouden „Edinburgh Film Festival". Ook de Nederlandse versie van ,,'t Schot is te boord" de tekst wordt gesproken door Ger Lugtenburg is reeds ten doop gehouden, en wel op het „Internationales Kultnr und Dókumentar Film Kongress Salzburg 1951", dat onlangs heeft plaats gehad. De meeste opnamen voor de „haring film" zijn opgenomen aan boord van de Sch. 236 („Noordster"), die Herman van der Horst? zijn assistent en zijn materiaal gedurende vier reizen van ongeveer twaalf dagen naar de visgronden in de buurt van Doggersbank onderdak heeft verleend. On der de genodigden, die de première in Ne derland zullen bijwonen, zullen zich in dien enigszins mogelijk ook de schipper en de vijftien leden van de bemanning van de „Noordster" bevinden. eakers Dit zijn foto's die weinig toelichting be hoeven, zij spreken voor zich zelf. Vertel- len in zwart-en-wit hoe mooi de Bakenes serkerk van binnen is. Jammer is dat couranten (nog) niet in kleurendruk verschijnen. Anders zouden deze foto's nog indrukwekkender zijn. Het donkerbruin van het eikenhout der ge welfde zolderingen, betimmering en ban ken, door de toets der eeuwen gekenmerkt, tekent zich vol contrast af tegen het wit der muren. Het zonlicht dat door de ramen valt helaas geen gebrand schilderwerk! weerspiegelt ziek in goudglansen op de mooie koperen kronen. De zuilen van de gewelven die de kerk in tweeën delen, heb ben banden van warm-rode baksteen, die afgewisseld worden door zandsteen. Zo is het geheel een volmaakte sympho nic van kleur en lijn. Een bezit waarop Haarlem trots kan, moet zijn. Helaas kennen weinige Haarlemmers het interieur van de Bakenesserkerk. Verder dan een bewondering van de toren zijn de meesten niet gekomen. Gedeeltelijk wordt dit verklaard door het feit dat de kerk niet voor gewone diensten gebruikt wordt. Reeds meer dan 100 jaar wordt er kinder- kerk gehouden. Vroeger hadden die dien sten een speciaal karakter, omdat er toen voor de kinderen van de ouders die door de diaconie gesteund werden, de verplich ting bestond om daaraan deel te nemen. Nu worden er ook jeugddiensten gehouden. Reeds in de 12e eeuw heeft er op Bake- nes een houten kapel gestaan, aan Maria gewijd. De stenen kerk is in het midden der 13e eeuw gezet, haar bouw werd be gunstigd door Graaf Willem II. Vroeger stond de kerk op een open plein. Dat was nog zo tijdens het beleg van Haarlem dooi de Spanjaarden in 1572- 1573. Later zijn aan de kant van de Bakenesser- gracht woonhuizen ge bouwd, waardoor het plein voor de kerk werd ingesloten. Toen de kerk, na de Hervorming, door de Protestanten werd over genomen, was zij al bouwvallig. Er werd zelfs over gedacht haar af te breken. Dat plan is gelukkig niet doorge gaan. Integendeel, er werd tot restauratie en vergroting besloten.Eerst bestond de kerk uit één beuk. In 1639 werd be sloten naast de Zuider een Noorderbeuk te bou wen en op de grens de zer beuken op pilaren steunende gewelven te maken, zodat beide ruim ten tot een kerkzaal ver enigd werden. Nu is niet alleen van binnen, maar ook aan de buitenkant van het gebouw nog dui delijk die samenvoeging te zien. O.a. in de kleur van de steen. De Zuidelijke beuk is dus het oudste deel dei- kerk. Boven de ingang in de Vrouwesteeg staat in het Latijn: „Hebben Als je scheepje in een Haarlemse gracht klaar ligt voor een vaart naar de Franse kust, als je bedrijvig een laatste inspectie houdt, dan blijven er mensen staan, die zwijgend je bezigheden gadeslaan. Je wordt aangesproken en je geeft luchtig ten antwoord dat je met vrouw en twee kin deren naar Frankrijk gaat. Zij zwijgen nu niet meer, maar bespreken de kansen en iemand vertelt luid met een minachtende overtuiging: „Komt niet meer terug". Wel, dan vervolg je glimlachend je werk. Sneller nog, want in gedachten leef je reeds tussen de Franse vissers. Geen sombere voorspelling kan je weer houden, misschien komt dat wel omdat je schilder bent. Misschien komt het daar ook wel door, dat je op een mooie vooravond, die wat nevelig is, maar toch met vol doende zicht, je reisplan vergeet en ver rast naar een reusachtige wit-en-zwart- gebande vuurtoren staart, die in de verte hoog tussen enkele daken rijst. Je aarzelt niet en stevent op de kust aan, je moet dat dorp zien. Dan is het niet Calais waar je die avond binnen loopt, maar Fort Philippe. Wat is het wonderlijk als je de volgende morgen in de haven wakker wordt. Je hoort geen water tegen de boot klotsen en om je heen zie je kris-kras door elkaar de fel rood, blauw en groen geschilderde kottertjes op hun kant liggen, want het valt hier bij laag water droog. Er zijn prachtige scheepjes bij, zij dragen allen namen: Loretta, Malgré-tout, Adrien Mag- nez. En heel oud en vervallen ligt daal de „Risque-tout". Het valt op dat er hier in tegenstelling met Nederland alleen houten scheepjes zijn. Straks als het water stijgt varen ze uit. Hun vangst bestaat voor een belang rijk deel uit pecten, het waaiervormige schelpdier van het Shell-embleem, roggen en langoustines, prachtig rose gekleurde dieren, die het midden houden tussen een kreef en een garnaal. Zo is er veel in Fort Philippe te genieten, het is wat Zandvoort geweest moet zijn zij, die nieuwe tempels (kerken) bouwden, lof verdiend, waarom zou men dan ook hen niet eren die ze vernieuwen en van het oude dit nieuwe gebouw hebben opgericht." Aan de binnenkant van deze ingang is een fraaie betimmering te bewonderen. C. J. VAN T. Noodwoning in Ameide moet worden afgebroken Het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting heeft een uiteenzetting gegeven van de kwestie inzake de nood woning in Ameide. Daarin wordt onder meer gezegd, dat het college van B. en W. aanvankelijk een bouwvergunning had ver strekt, waartegen de hoofdingenieur-direc teur van de Wederopbouw en Volkshuis vesting in Zuidholland bezwaar maakte. Ook de burgemeester vroeg vernietiging van dit besluit van B. en W. De burge meester stond op het standpunt, dat voor iemand, die in Utrecht werkzaam was geen gemeentelijk bouwvolume mocht worden afgestaan, temeer omdat de aan vrager een aangeboden woning in Utrecht met een alleszins redelijke huur had ge weigerd. Bovendien kon niet worden aan genomen, dat deze noodwoning, die slechts 5 jaar mocht blijven staan, langer zou worden gebruikt. Naast de bouwvergunning van B. en W. is nog een rijksgoedkeuring nodig, omdat met de bouw een som van meer dan 2000 was gemoeid. Zonder deze rijksgoedkeu ring werd met de bouw begonnen. Van officiële zijde werd daarna medegedeeld dat niet met de bouw mocht worden voortgegaan. Ondanks deze duidelijke waarschuwing werd na enige tijd in alle vroegte met vooraf pasklaar gemaakte on derdelen de bouw voortgezet, met de be doeling de autoriteiten voor een voldongen feit te plaatsen. Daarop werd procesver baal opgemaakt en het werk stilgelegd. De rechtbank te Dordrecht veroordeelde op 7 September de bij de bouw betrok kene tot een geldboete met als bijkomen de straf de verplichting tot afbraak van de woning binnen veertien dagen nadat het vonnis van kracht was geworden. Deze datum was 21 September, zodat de wo ning op 6 October moest zijn afgebroken. OVER MUZIEK toen er nog geen toeristen kwamen. De in woners zijn eenvoudig en evenwichtig en het is aangenaam met ze te spreken, in „A Tarrivé des pêcheurs" achter een glas wijn, of aan de haven bij hun schepen. Doch tegenover schilderen staan ze vreemd; je doorkruist het dorp speurend naar een onderwerp, je vindt iets bijzonders en je maakt een opzet, maar dan komt weldra de bevolking bij je, die je probeert te over tuigen dat je iets anders moet nemen, want dit is beslist niet mooi. Zij raden je het schilderen af, wat je ook neemt. Is hun oordeel hierin onjuist, zij vertellen je ook van een voedselschat die aan het strand is te vinden .Nu kan je gerust hun raad vol gen en gelijk deze Fransen bij laag water naar kokkels (Cardium edule L) /zoeken, die het consumeren stellig waard zijn. Fort Philippe is geen touristenoord, al komen er in Juni en Juli wel badgasten. Hotels zijn er nu niet meer, maar wil iemand ernstig van het leven hier genie ten, dan kan hij in een vissersherberg ver blijven en ervaren wat het is te zijn onder de bewoners van een klein Frans dorpje aan de zee. FRANS VERPOORTEN Amerikanen prijzen en laken Nederland Amerikaanse toeristen blijken ons, Ne derlanders, over het algemeen wel aardige mensen te vinden. Wij worden vooral ge prezen om onze hulpvaardigheid, gastvrij heid en prettig optreden. De Algemene Vereniging voor Vreemde lingenverkeer heeft in samenwerking met scheepvaartlijnen op Amerika in het toe ristenseizoen aan iedere passagier een ge- illustreerde vragenlijst doen uitreiken. Zeer velen hebben deze ingevuld. De bevindingen der Amerikanen in de hotels lopen nogal uiteen. Sommigen noe men ze comfortabel en schoon, anderen hebben klachten over bediening en in richting. Merkwaardig is, dat vele toe risten meer tevreden zijn over de hötel- accomodatie in kleine plaatsen dan over die in grote steden. De Hollandse keuken schijnt doorgaans wel in de Amerikaanse smaak te vallen. Er wordt echter gevraagd naar meer verse groenten en fruit, alsook naar ijswater. En kele Amerikanen vragen meer begrip voor het cleanen" en persen van hun kleding. Het ontbreken van heetwaterkranen in vele hotels vonden vele Amerikanen een groot ongerief. Landschaps- en stedenschoon worden door alle ondervraagden bezongen. Toch vindt men er wel een enkele scherpe op merking tussen. Iemand antwoordde op de vraag „Wat vipl u tegen?": „Marken, dege neratie van mensen". Sommigen klaagden over de geringe tegemoetkomendheid in winkels, anderen zouden graag wat meer hulpvaardigheid en deskundigheid in reis- en informatiebureaux willen bespeuren. Over sommige internationale treinen is men slecht te spreken. In enkele gevallen wordt geklaagd over de koers in guldens bij inwisseling van dollars. Anderen vinden ons land erg goedkoop.-Vele toeristen, die met een reisbureau een tocht door Europa maakten, vonden hun verblijf in Neder land te kort. „Holland is veel mooier en interessanter dan wij dachten", verklaren zij. Speciaal wil men havens, sluizen, pol der en waterwerken bezichtigen. Souvenirs bleken zeer in trek. Zilver, koperwerk, Delfts Blauw, Hindeloper ar tikelen, linnen- en glaswerk, boerenbont en natuurlijk ook klompen en molentjes namen onze Amerikaanse bezoekers mee naar huis. De man die nu ergens op een hoek van twee drukke straten viool staat te spelen, was vroeger in de ogen zijner moeder een wonderkind. Het is hem niet aan te zien; hij is nu alleen maar meelijwekkend. Toen hij veertien jaren telde was hij ook mee lijwekkend, want zijn moeder verwende hem toen en vóór hij tot enige vrije be zinning kon komen, waren zijn verstand en zijn gevoel bedorven. Hij had toen sinds een paar jaar vioolles en maakte aardigs vorderingen. De leraar was niet ontevre den en vond dat het de moeite waard was de knaap les te geven omdat hij muzikaal was en graag viool speeide En deze leraar, die zijn vak goed verstond en zich terdege rekenschap gaf van de paedagogie, zou met onverminderd plezier de leerling ver der geleid hebben, als de moeder zich niet op een onverstandige wijze met de zaak had bemoeid. Hij was enig kind en de moeder coif feerde de jongen geestelijk op dezelfde wijze als sommige oude dames een hondje uiterlijk optuigen. Toen de leraar zich gunstig over het spelen van de zoon had uitgelaten, legde de moeder dit geheel ver keerd uit; zij nam de tevredenheid als voedsel op voor de verwarde, hoogmoedige illusies die zij in het algemeen koesterde en liet zich geleidelijk geheel en al ver blinden. Zij had sinds haar meisjesjaren veel concerten gehoord en meende dat het hoogst-bereikbare in de muziek het optre den, het succes, de roem was. Zij had geen versland genoeg om het leven helder te zien; voor zover zij enige fantasie had meende zij zonneschijn te zien waar slechts van klatergoud sprake was en haar gevoe lens waren sentimentele aandoeningen. Toen het jongetje heel aardig ging spelen en zelf plezier had in de vibrerende toon, meende de moeder dat „zijn kleine ziel zich uitzong''. Hij werd meer en meer ge prezen. En omdat de knaap in aanleg veel van zijn moeder had, ging hij in „zichzelf" geloven. Hij leerde zichzelf liefhebben en zijn moeder en hij koesterden illusies over de toekomst in de wereld. En de vader? Wel, de vader deed zijn zaken en beschouwde dit „onderdeel dei- opvoeding" als een kwestie die zijn vrouw aanging. Juist in die jaren, toen het er op aankwam tenminste een oog in het zeil te houden, bemoeide hij er zich niet mee. Moeders zijn dikwijls te vroeg, vaders bijna altijd te laat. De moeder wilde het allerbeste voor haar veelbelovende zoon en ging prompt twijfelen aan de waarde van de leraar; maar die was juist de enige die de zaak goed zag. Zij was er van over tuigd dat de leraar dit bijzondere kind niet begreep; maar deze leraar begreep zowel de moeder als het kind. Toen de idealis tische moeder beweerde dat zij iets zeer bijzonders in het kind' zag, merkté de leraar op dat de jongen zeer zeker muzi kaal was, maar dat hij geen bijzonder ta lent bezat. De beschaafde vrouw had de onvergefelijke domheid om te zeggen dat zij niet wilde dat haar zoon een gewone vioolleraar zou worden, maar dat hij zij kende hem zo goed zeker als kunste naar zou gaan optreden. De verstandige man was niet beledigd en liet moeder en kind hun troebele vrijheid. Er volgden enige jaren van verdere stu die en verdere vergissingen. De jor\gen ging vooruit met het vioolspelen, maar ging nog meer vooruit in eigendunk en ijdelheid. Wedijver met medestudenten liep dikwijls in zijn nadeel uit, maar hij twijfelde nooit aan zichzelf, dat wil zeg gen aan het beeld dat zijn moeder in hem gevormd had. Hij deed een behoorlijk examen, zei daarna dat hij allerlei ballast had moeten opnemen. Nu zou het leven pas goed beginnen. Vader vond zijn zoon een eigenwijze kwast; moeder en jongeling verwonderden er zich over dat hij niet spoedig aanzoeken kreeg om op te treden. Het liep niet zo fleurig als ze gedacht hadden; de wereld ging gewoon door en omdat ze al hun geestelijke hebben-en- houwen juist op de wereld en niet op het leven hadden gesteld, waren de teleurstel lingen ergerlijk. De jongeman werd een nijdas, hij voelde zich een moederskindje en ging er op uit. Hij was inderdaad nooit lui en ging tussen de bedrijven van het studeren connecties zoeken, bezocht con- certbureaux, impresario's, dirigenten. Maar hij was nu eenmaal niet zo brillant als hij wel dacht en hij had geen succes.'Hij twij felde echter niet aan zijn verbeelding en beschuldigde al de mensen, die hij had ge schreven en bezocht, van gebrek aan in zicht en van egoïstische practijken. Zijn moeder had geen wapens meer en zijn va der was ontevreden en „had het altijd wel gezegd". De schijnbare poëzie zijner jeugdver- wachtingen verkeerde in blijkbaar hard proza van het werkelijke leven. Hij verliet het huis en probeerde zijn kost te verdie nen. Moest hij, de kunstenaar, lesgeven? Hij vond eindelijk, toen er werkelijke nood kwam, een bezigheid in het amusements bedrijf, maar het bleek na nenige tijd dat de mensen die hier in werkten, muzikaler en handiger waren dan hij en dat zij hem liever niet in hun gezelschap zagen. Nie- man had hem ooit door woord of voor beeld enige wijsheid bijgebracht en dus verloor hij de strijd. Een minderwaardige vriendschap bezorgde hem meer zorg dan verlichting; hij studeerde niet meer en zijn hoogmoed verkeerde in onverschilligheid. Nu is hij een bedelaar. Hij denkt liever niet aan vroegere jaren en leeft van dag tot dag. Domme lieden verachten hem; verstandige mensen hebben medelijden met hem. HENDRIK ANDRIESSEN Signaal geven niet altijd overbodig Er zijn de laatste tijd volgens de A.N. W.B. talrijke klachten van weggebruikers over het feit, dat vele automobilisten geen signaal meer geven, ook niet wanneer zich gevaarlijke situaties voordoen. Volgens'het nieuwe Wegenverkeersreglement mogen be stuurders van motorvoertuigen slechts sig naal geven, wanneer door hun nadering gevaar dreigt voor andere weggebruikers en dat signaal nodig is ter afwending van dit gevaar. Daar men blijkbaar moeilijk heden vreest door deze bepaling laten velen thans het gevén van signalen onder vrijwel alle omstandigheden na, uit vrees voor een eventuele bekeuring. Uiteraard is zinloos claxonneren uit den boze, maar anderzijds is de verkeersveiligheid er zeker niet mede gediend, indien men er onder alle omstan digheden van af ziet van zijn claxon ge bruik te maken, zo zegt de A.N.W.B. De Haagse politie heeft aangehouden de 31-jarige A. A. M. B. uit Amsterdam, die zich architect noemt e.) die drie dames in Den Haag voor totaal 12.000.— heeft op gelicht. B. is reeds eerder met de justitie in aanraking geweest en moest nog een half jaar gevangenisstraf ondergaan. ™°r Herontmoeting met Gezelle ADVERTENTIE jongens en meisjes, r!;p en waterdicht, met Plaidvoering en ca- X tóón vanaf 3 jaar Kleine stijging per maat Cronjéstraat 42-44 Guido Gezelle: .Dichtwerken I en II; Ge legenheidspoëzie; Proza en Varia" (4 delen, Tekstbezorging, inleiding en lexicon door Prof. dr. Fr. Baur) (L. J. Veen's Uiig. Mij., Am sterdam). Ter gelegenheid van zijn zeventigste ver jaardag houdt Pablo Picasso een expositie van tekeningen en aquarellen in Londen, zijn eerste retrospectieve tentoonstelling in Engeland, welke talrijke tot dusver on bekende werken bevat, zoals de hierbij afgebeelde „Man met viool". ADVERTENTIE Interieur van het stijlvolle kerkgebouw. De ingang aan de kant van de Vrouwesteeg. De Haarlemse schilder Frans Verpoor ten onderneemt met zijn gezin in een zeewaardige sloep een kruistocht langs de Franse havens naar de Middellandse Zee. Uit Petite Fort Philippe (ergens tussen Duinkerken en Calais) stuurde hij ons bijgaande brief en tekening. Donderdag is hij het Kanaal overgesto ken om eerst nog enige tijd in Engeland te verblijven ADVERTENTIE Acht kleuren, één prijs: 28 cent.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1951 | | pagina 7