Ha.J HUNTER HARTENDORP Een klaagzang als loflied Jmïdmm m OVER MUZIEK Gebouw der Hollandse Maat schappij der Wetenschappen Met Kerstmis een boek Loosjes Orgel en orkest 3 LITTERAIRE KANTTEKENINGEN De onmogelijkheid van het volmaakte SveKPills hgenda voor Haarlem Zaak tegen Manus Oly terugverwezen Intrekking portvrijdom voor militairen Schoonheid in Haarlem en omgeving W Italiaanse conclusie ZATERDAG 22 DECEMBER 1951 ONDERSCHRIJFT MEN de bondige uitspraak van Pierre H. Dubois dat litteratuur ervaring is, dan zal men in de moderne Nederlandse en Vlaamse romankunst moeilijk een schrijver kunnen aanwijzen, wiens werk meer litteratuur en minder Litteratuur" is dan dat van Mamix Gijsen. De ervaring-zelve is waarheid, hoogst persoonlijke waarheid uiteraard maar wat is de Waarheid? Alleen de weergave van die waarheid kan meer of minder oprecht zijn. Marnix Gij sen's werk is niet een streven, maar een jacht naar oprechtheid, om zich en in zich. een zelfonderzoek, een zelfscorrectie, een ervaren van die ervaring, waarvan zijn innerlijk weerspannig leven als dat van alle ongenoegzamen, voor wie één duistere korrel waarheid meer iicht verspreidt dan een hemel vol aanlokkelijke schijn rijkelijk de littekens draagt. Wie de waarheid „schoon" wil maken, maakt de schoonheid niet waar. Gijsen is geen tchoonschrijver. Hij schrijft „karakters" en zijn schrift heeft een uiterst sobere, kernachtige signatuur. En als daarin zin na zin, bedachtzaam, evenwichtig, helder naast elkaar gezet en tot in de geringste wending ontdaan van alle sier „schoon" is, ö:an is dat een schoonheid die kan zijn wat ze is en wel „klassiek" omdat ze de waarheid uitdrukt in een daarmee overeenstemmende vorm. Omdat ze ervaring is, gekrist a 11 iseerde er va rin g. Als een kristal is de vorm van zijn jong de roman „Klaaglied om Agnes": strak en kantig van facet, in zichzelf besloten, doorzichtig van structuur. En een kristal is ook de inhoud, die alle wordingsproces- sen doorlopen heeft, alle troebelheden af scheidde, tot er dit overbleef: een partikel schone waarheid in de hand van een mens, die boschouwelijk kan terugzien op zijn dwalingen wat bitter soms en elegisch allicht, maar toch beschouwelijk nu hij weet dat dit kleine bezit de waardigste ln- jet is tot een treffelijk heengaan. Dit heengaan, de dood, de vergankelijk heid, is zijn levensmotief geweest, en wie - kan men paradoxaal zeggen bewijst het leven, wat dit ook zij, méér eer dan hij, die er zo bloedig mee vecht? Het leven 'zien in het licht dier vergankelijkheid, de mens, de eigen persoon, te plaatsen op de scheiding tussen niet-meer en nog-niet of nooit-meer dat is niet de makkelijk ste levenswijs, niet de succesrijkste wel- iicht, maar de eerlijkste, en zéker die welke de mens tot zichzelf brengt. En daarop komt het uiteindelijk aan. Nieuw mens nieuw werk Op die „levensweg" heeft Marnix Gijsen teruggezien in deze roman*) en, meer symbolisch, in al wat hij na zijn terugkeer inde litteratuur heeft geschreven. Jaren lang zweeg hij na zijn expression istisch- romantisehe jeugdverzen. En toen hij be sloot „Joachim van Babyion" aan de open baarheid prijs te geven, deed hij dit met het goed recht van een auteur die een ander mens was geworden. Een kwetsbaar man had zich gewapend met de ironie der beschouwelijkheid. In dit bespiegelend af standdoen en -nemen bleek hij tè goed te weten, hóé arm en ontoereikend alle wijs heid is, om de zoeker en dwaler die hij zelf eens was te misprijzen, en ook hóé kost baar, om niet uit alle idealen die Hij aan die arme wijsheid moest offeren er één te redden en wel: dat elk ideaal een ideaal blijve. Want zodra het werkelijkheid wordt, sterft het. In het leven, dat de betrekkelijk heid is, kan geen plaats zijn voor het vol maakte. De kuise en volmaakte Suzanna -dat is de klacht van „Joachim van Baby ion" is als vrouw onvruchtbaar en als schoonheid steriel. De volmaakte burger in ,,De man van overmorgen", voorbeeldig van zeden, onvermurwbaar in zijn recht schapenheid, onkreukbaar in de politiek, heeft als mens „liefde en vriendschap" ver raden en dus gefaald. Wat zou de mens ook betekenen zonder de tegenspeler diep in zijn binnenste, zijn belager, zijn tweede stem, zijn „ander ik"? Met dat inzicht gerijpt ziet in „Klaag lied om Agnes" een „ervaren" man terug op de jongeling die hij was: een roman tische held in het verhaal, dat hij zich toe dichtte te leven maar door de realiteit zo anders geschreven wordit dan de idealen het inleidden. Wat schoon is staat ge schreven in Schillex-s „Klaagzang", waar van Gijsen de slotstrofen tot motto koos vergaat, het volkomene sterft. „Ook een klaaglied te zijn in de mond der geliefde is heerlijk, want het gemene gaat stom in de Orkus ten onder". De jeugdige „ik" van deze roman, opge groeid in de kleinsteedse wereld van ge patenteerde normen, gekweld door het schuldgevoel in dit leven als een „in dringer" de plaats in te nemen van zijn overleden zusje Agnes, heeft zich ver schanst in de romantische verbeelding als enig toevluchtsoord der kwetsbaren. In een geheim verbond tussen hem, zijn zusje Agnes, de dood en het vrouwelijke, is het zijn heroïsch levensdoel zich „ledig van alle smet" uit de duisternis, die de chaos is, te bevrijden tot de klaarheid van een ADVERTENTIE De slanke lijn Is her geheim der schoonheid. Duizenden vrouwen, die een nel- ping hebben tol zwaar lijvigheid, maken in het buitenland sedert jaren gebruik van «Burchard» do krachtig werkende, zilveren slankheidsdragees Zuiver plantaardig en volkomen onschadelijk, ook bij langdurig gebruik "ions ook in Holland verkrijgboor In Apotheken en Drogisterijen Oepol: ALPHA.A donv.Jon LuijVcn»fraaM 00 ZATERDAG 22 DECEMBER Stadsschouwburg: „De eeuwige romance", bur. Palace: „Two weeks with love", alle 7 en 9.15 uur. Luxor: „De leukste 'Wis", alle leeft., 7 en 9.15 uur. City: „Toma- ™k", 14 j7 en 9.15 uur. Spaarne: „Het Bi van Tarzan", 14 j., 7 en 9.15 uur. Frans „®ls: ..Eiland der pygmeeën", 14 j., 7 en 9.15 ;.r' Rembraiult: „Vader plukt de vruchten", li 7 en 9.15 uur. Minerva-theater (Heem- sieöe)„De koningin en het Boefje", alle lee«., 8.15 uur. ZONDAG 23 DECEMBER stadsschouwburg: „De eeuwige romance" "-omedia), 8 uur. Gemeentelijk Concertge- °"w: „Assepoester", 2.30 uur; optreden van "oima en Selma, 8 uur. Bioscopen: Middag- 1 Avondvoorstellingen. Luxor: Zondagmor- 11 on°°rste^nS "^e verstrooide professor", UO uur. Rembrandt: Zondagmorgenvoor- 6tel"ng „Rigoletto", 11 uur. MAANDAG 24 DECEMBER stadsschouwburg: Volksvoorstelling „Va- cr thuis" (Comedia), 8 uur. Concertgebouw: eugdkoor „Inter Nos", 7.30 uur. Rembrandt, ralace en Luxor: 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. i^?aIs: 2-30- 7.00 en 9.15 uur. City: 2.15, ó'p '-00 en 9.15 uur. Spaarne: 2.30. 7.00 en uur, Minerva-theater: 2.30 en 8.15 uur. (Voor Programma zie agenda van Zaterdag). haast klassieke levenstaak. Klaar zijn de gevoelens die in hem gaan ontvlammen voor het meisje Agnes, dat het toeval dan wel het lot op zijn weg voert. Zij en hij zullen „de wereld schoner maken", de ver starde vorm van het dagelijks, burgerlijk bestaan „bezielen en reinigen". Liefde en leven zullen elkander vervullen en, zo niet, dan liefde en dood. Een Tristan, deze „ik", en zij een Isolde in zijn oog? Achter het romantisch décor speelt zich het leven af: grauw, bruut, liefdeloos, verraderlijk. Daar zijn „de grote haaien" en de „kleine bere kenaars", zijn ziekte en dood, liederlijkheid en dronkenschap, die van een idealistisch romanticus een „man" moeten maken in het soldatenleven. Een zingende Orpheus En waar, waar blijft dan het ideaal? Agnes blijft. Zij maakt van een „man" een mens, die de voorwaardelijkheid en betrek kelijkheid als menselijk gaat zien en toch hoog houdt wat hoog is: een onaantastbaar ideaal, liefde die beproefd is door de dood. Liefde, die de geliefde vereren zal, wanneer zij de tweevoudige dood van Eurydice ge storven is. Liefde die in Orpheus een klaag lied zal zingen, dat klinken kan als een lof zang. Agnes sterft. Schoonheid vermurwt Zeus niet. Ze moet vergaan. Getekend en ge sloopt door de ziekte, maar voltooid in zich zelf, verwijdert Agnes zich in het Zwitserse sanatorium verder en verder van dit ver gankelij k-aandse als al hot volmaakte en schone dat naar ondoorgrondelijke eeuwige wetten gedoemd is te vergaan. Vlekkeloos, bescheiden, alleen, zoals ze leefde, gaat ze heen. Wat van haar nablijft is de klaag zang, door Gijsen tot de uiterste grenzen der soberheid neergeschreven. Daar staat kan men zeggen de levensboom van een mens in zijn winter getij, waarvan alle beloften van bloesem en blad zijn verwaaid: naakt, kromgebogen, omhooggegroeid weer, verdord in enkele takken, maar strak-onbuigzaam tegen de horizon van dit bestaan. En als de wind door zijn kroon gaat, hoort men een stem. Is dat Orpheus die zingt? C. J. E. DINAUX Marnix Gijsen: „Klaaglied om Agnes" (ro man) (A. A. M. Stols, 's-Gravenhage) ADVERTENTIE Het Arnhemse gerechtshof heeft de zaak tegen Manus Oly terugverwezen naar de rechter-commissaris voor een psychiatrisch onderzoek, zulks conform het verzoek van de procureur-generaal. Kinderverlamming Uit een opgave in de Staatscourant blijkt, dat in de week van 9 tot en met 15 Decem ber in het gehele land 11 nieuwe gevallen van kinderverlamming zijn aangegeven. Hiervan waren er 2 in Apeldoorn en 1 in Wonseradeel, Schoonebeek, Almelo, En schede, Arnhem, Nijmegen, Breda, Kerk- rade en Sittard. Voorts werden in dezelfde week 115 gevallen van diphtherie aange geven, waarvan 1 in de Noord-Oostpolder, 7 in Friesland, 3 in Overijssel, 4 in Gelder land, 7 in de provincie Utrecht, 17 in Noordholland, 24 in Zuid-Holland, 22 in Noord-Brabant en 30 in Limburg. Horizontaal: 1. toon baar, 9. gewichtje, 10. danskoor, 11. lid woord, 12. woon schuit, 13. sneeuw- schaats, 16. in het jaar des Heeren (afk.), 17. rund, 18. en dergelijke (afk.), 19. elasticiteit, 21. bloeiwijze, 22. drank, 23. vlug, 25. zelfkant, 27. slaapplaats, 28. zot, 30. buitendijks land, 32. kloosterlin ge, 34. Europeaan, 36. gesteente, 38. mo ment, 40. militaire rang (afk.), 41. ver trek, 42. soort onder wijs (afk.), 43. kle dingstuk, 45. kern v. e. vrucht, 46. deel v. e. tennispartij, 47. vod, 49. nachtvogel, 50. ruimte tussen twee delen v. e. construc tie. Verticaal: 2. gard, 3. loot, 4. staatsspoor wegen (afk.), 5. ket ting zonder einde, 6. slede, 7. vrucht, 8. vrucht v. d. eik, 11. tuingereedschap, 12. dakbedekking, 13. be ginsel, 15. hetzelfde, 20. kleine rozijn, 22. vertegenwoordiger, 24. groet, 26. pers. voorn, woord, 29. dierenvacht, 31. ont spannen, 32. ontkenning, 33. einde, 35. klokvormig voorwerp v. aardewerk of glas, 37. Arab, opperhoofd, 39. larve v. d. lang pootmug, 44. rund, 46. vissersgerei, 48. zangnoot, 49. bolgewas. Oplossingen moeten ingezonden worden aan onze bureaux HAARLEM, Grote Hout straat 93 en Soendaplein 37; IJMUIDEN, Kennemerlaan 154. Oplossingen moeten uiterlijk Donderdagmiddag 5 uur in ons bezit zijn. Wij verzoeken op de enveloppe te schrijven „Oplossing Puzzle". (Anders is de termijn van sluiting Woensdagavond, maar deze is nu wat verlengd wegens de Kerstdagen). S.v.p. geen mededelingen voor redactie of administratie bij de oplossingen in sluiten. De oplossingen moeten worden ingevuld op het gedrukte diagram dat hierboven staat. De oplossing van de puzzle van j.l. Za terdag is: Horizontaal: 1. label, 5. baret, 9. opa, 10. era, 11. ade, 12. genot, 13. lager, 14. erg, 15. sol, 17. elp, 18. leder, 21. paletot, 24. draf, 25. lava, 26. Lek, 27. gal, 28. eden, 30. pond, 31. Titanen, 35. satan, 37. oer, 39. por, 40. sop, 42. sloep, 43. winde, 44. Lee, 45. Eva, 46. ode, 47. otter, 48. Laren. Verticaal: 1. loge, 2. aper-t, 3. bang, 4. let sel, 5. ballet, 6. rage, 7. edele, 8. terp, 16. Oder, 18. lafenis, 19. rolapen, 20. adder, 21. palet, 22. talon, 23. saldo, 29. Cato, 32. tapper, 33. narwal, 34. belet, 36. dodae, 37. Oslo, 38. roet, 40. snor, 41. peen. ADVERTENTIE Gr. Houtstraat 100, Tel. 15060 Rijksstraatweg 125, Tel. 25991 De prijzen werden als volgt toegekend: 7.50: J. A. Traanberg, Gasthuislaan 176, Haarlem. 5.Mej. J. de Jong, Azalealaan 6, Heemstede. 2.50: J. W. F. Beekmeijer, Dr. Gerke- straat 145, Zandvoort. ADVERTENTIE Verkooplokaal NOTARISHUIS Dir W N WOLTERINK Bilderdijkstraat la HAARLEM Tel (K 2500) 11928 INBOEDELVEILING 15/16 JANUARI Inzendingen van buisraad worden dagelijks aangenomen. Eigen afhaaldienst Maandag 24 Dec. wegens vacantie gesloten. Met ingang van 1 Januari wordt de aan in werkelijke dienst zijnde Nederlandse militairen verleende portvrijdom voor de verzending van briefkaarten in het binnen lands verkeer ingetrokken. Voorts wordt ingetrokken de portvrijdom, verleend aan militairen hier te lande voor de verzending van sommige stukken naar Indonesië, Ne derlands Nieuw Guinea, Suriname en de Nederlandse Antillen. Eveneens wordt in getrokken het verlaagde port voor de ver zending van sommige stukken, bestemd voor millitairen, verblijvende in Indonesië, Nederlands Nieuw Guinea, in Suriname of op de Nederlandse Antillen. De vrijdom voor port van en naar Neder land blijft bestaan voor de militairen die zowel aan boord van de Nederlandse torpe- dobootjager als bij het Nederlandse deta chement in Korea dienst doen. Voor militairen aan boord van in buiten landse havens vertoevende schepen der Koninklijke Marine blijft het tarief van 20 cent voor maximaal 10 gram gehandhaafd. Er is een hardnekkige legende over de drie mooiste woonhuizen in Haarlem. Drie heren (zo wil het verhaal) liepen, na een copieus diner genoten te hebben, naar huis. Zij waren het er over eens, dat er in Haar lem niet veel mooie huisjes stonden. Daar om werd tot een weddenschap besloten: wie laat het mooiste bouwen? De heer Bar- naert opetade de rij met het huis Nieuwe Gracht 7 (dat later ambtswoning van de Commissaris der Koningin werd). De heer Hodshon (een industrieel uit Engeland af komstig) sloeg hem toen met zijn schep ping van het huis Spaarne 17 (nu eigen dom van de Hollandse Maatschappij dei- Wetenschappen). Maar Hodshon werd op zijn beurt geklopt door de Amsterdamse bankier Hope met het Paviljoen in den Hout (thans zetel van het Provinciaal Bestuur). De drie huizen staan nog in Haarlem, maar dat is geen bewijs dat de legende een grond van waarheid heeft, want een onder zoek toonde aan dat de volgorde van de bouw heel anders was. Bovendien lopen de bouwjaren zó sterk uiteen, dat het verhaal over de weddenschap ook daarom al onaan nemelijk is. De bouwjaren zijn namelijk: Paviljoen: 17851788, Spaarne 17: 1794 en Nieuwe Gracht 7: 1805. Ook bewijzen de documenten dat het ge bouw aan het Spaarne niet gezet is in op- dracht van de heer Hodshon, maar door zijn dochter Cornelia Catharina, algemeen Keetje genoemd. Toen zij op 12-jarige leef- De blauive zaal. tijd wees werd, erfde zij een kapitaal van 825.000. Dit werd zo goed beheerd dat toen zij meerderjarig geworden was, haar bezit was aangegroeid tot 1.343.271. Even te voren kreeg zij nog een erfenis van 615.123, zodat zij nu de beschikking had over rond 1.958.400. Voor die tijd, toen de gulden nog zoveel meer waard was, een enorm bedrag! Het zonderlinge is dat het ruim 20-jarige meisje, dat geen trouwplannen scheen te hebben, besloot zo'n groot huis te laten bouwen. De bedoeling was een patriciërs woning te krijgen, maar in onze ogen werd het een groot zakenpand. Er waren alleen reeds 19 grote en kleine woonkamers, maar het aantal vertrekken tezamen beliep niet minder dan 42. Daarbij is nog niet meege teld de stal en de koetswoning in de Ach terstraat (nu Spaarnwouderstraat). Ook die waren groots opgezet, want er was plaats voor 10 paarden en verscheidene rijtuigen. Om de grond beschikbaar te krijgen werd de oude brouwerij „de Hollandsdhe Thuyn" aangekocht met vele belendende huizen. Als bouwmeester koos Keetje Hodshon Abraham van der Hart, directeur van Ge meentewerken te Amsterdam, die later ook het huis Nieuwe Gracht 7 bouwde. 17 Juni 1794 werd de eerste steen gelegd en in het begin van 1795 kon de eigenares haar woning betrekken. 34 jaar heeft Keetje Hodshon in het huis gewoond, in 1829 overleed zij, ongetrouwd. Toen de erfgenamen kwamen bleek dat van haar oorspronkelijk kapitaal niet meer dan 1/5 over was. Blijkbaar had zij dus voor haar bezit op een toch te grote voet geleefd. In 1841 kocht de Hollandse Maatschappij der Wetenschappen het gebouw voor 29.500. Van grondaankoop en bouw en inrichting zal het heel wat meer gekost hebben! Vier secretarissen van de Maatschappij hebben in dit huis gewoond, prof. dr. J. G. S. van Breda, dr. E. H. von Baumhauer, prof. dr. J. Bosscho en dr. J. P. Lotsy. Deze laatste verzocht in 1917 van de verplichting om in het gebouw te wonen ontheven te worden, omdat er in het gebouw geen mo derne kamers waren. Bovendien drong de kolennood daartoe. Sinds 1918 zijn een aan tal lokalen verhuurd aan de Rijks Geolo gische Dienst. Ongetwijfeld is er binnenkort aanleiding wat meer te vertellen over de Hollandse Maatschappij der Wetenschappen, want deze belangrijke instelling viert het volgend jaar haar 200-jarig bestaan. Nu nog iets over het gebouw. Een der belangrijkste vertrekken is de blauwe zaal, waarvan wij hierboven een foto plaatsen. Dit is met zijn stucwerk en witte betimme- m PK J 1 ftiÉpfc #40" i i .v- v 3ZT Gedeelte van een marmeren schoorsteen mantel. Een détail van de witte betimmering op blauwe ondergrond. ring op teer-blauwe grond, medaillons en reliefs een juweel van de zogenaamde Wedgwoodstijl. Van een détail van dit stuc werk geven wij nog een afzonderlijke af beelding. Bijzonder fraai zijn ook de schilderwer ken boven de deuren. Dit blauwe zaaltje wordt voor ontvangst gebruikt bij de jaar lijkse vergaderingen van de Maatschappij. In enkele kamers zijn mooie marmeren schoorsteenmantels. Van een daarvan (in de bibliotheek) is hier een afbeelding van een détail geplaatst. Ook moeten nog genoemd worden enige andere fraaie deur-omlijstingen met schilderingen in Pompejaanse stijl, alsook een monumentale trap. Als woonhuis kunnen wij dit gebouw niet meer waarderen, maar het is een gebouw dat, niet het minst door het interieur, een sieraad is voor Haarlem. Eigenaardig is dat de ruiten in het ge bouw door de tijd paars geworden zijn. Dit is een gevolg van een fout in de samen stelling van het Boheemse glas dat gemaakt werd in de jaren 17801800. Maar deze fout wordt nu juist zeer gewaardeerd, want er wordt een mooi effect door verkregen. C. J. van T. Onder de vele werken over de techniek en de kunst van het componeren voor orkest (korter gezegd: over de orchestra- tie), neemt het grote leerboek van Berlioz de voornaamste plaats in. Het werk is later door Richard Strauss in het Duits vertaald en aanmerkelijk uitgebreid onder meer met notenvoorbeelden uit partituren van Wag ner en van de bewerker zelf. Onder het hoofdstuk der blaasinstx-umenten vindt men ook een behandeling van het orgel. De technische en artistieke behandeling van dit instrument is door Strauss zeer ver groot. Enige opmerkingen van Berlioz wer den door hem critisch behandeld. Men kan het eens zijn of niet met de uitlatingen van Berlioz, het is altijd boeiend ze te lezen en men kan aan de tekst van Strauss merken, dat hij zich met de heftigheid van de Franse meester heeft geamuseerd. De samenstelling van het orgel is sinds Berlioz' tijd enorm verandex-d. Terzake van technische capaciteiten heeft het ox-gel zich fameus ontwikkelt en ik weet niet of Ber lioz, als hij het moderne orgel gekend zou hebben, de scheiding tussen orgel en orkest nog even scherp zou stellen. Een principieel verschil tussen het orgel en het orkest zal altijd blijven bestaan, namelijk het ver schil in klankpx-oductie: de adem van het orgel is onafhankelijk van het menselijk lichaam, de formatie van de toon kan niet beïnvloed worden door de zenuwen in hand en arm van de speler. Maar terecht merkt Strauss op dat men geen recht heeft de piano te combineren met het orkest als men de aanwending van het orgel bij het orkest veroordeelt. Er zijn allerlei zaken van dynamische en mechanische hulpmiddelen bij alle insti-umenten, welke niet verhinde- ren een goede ox-chestx-ale combinatie mogelijk te maken. Ook de kwestie van stemming, van temperatuur mag niet op wegen tegen de muzikale en ax-tistieke voox-delen welke een combinatie, een ver- menging van orgel, piano en orkest aan nemelijk maken. Een illuster voorbeeld van samenspel van orkest, orgel en piano vindt men in de Derde Symphonie van Saint-Saëns. De componist was zowel als ox-ganist, als pia nist en als componist een virtuoos. Dit gaf hem een ongeëvenaarde zekerheid in het weergeven van zijn muzikale gedachten en gevoelens. En hij had niet alleen een gx-ote zekex'heid aan de feitelijke compositie was een kax-akteristiek beleven van de artistieke aard der instrumenten vooraf gegaan. Het pleidooi dezer symphonie is niet alleen een practisch bewijs van de stelling dat het ox-gel muzikaal goed te verenigen is met het orkest, het is ook van belang om dat het juist een pleidooi van Saint-Saens is. Hij was namelijk een componist die alle onvex-antwoorde dikte van geluid, alle groe zeligheid vermeed. Hij was een musicus die zeer nauwgezet alle samenstellingen van harmonie in klank afwoog en die dezelfde heldex-heid op het oog had, die ook kenmer kend is voor de werkwijze van Mendels sohn. Het was Saint-Saens altijd te doen om duidelijkheid van klank. En reeds daar om verdient de combinatie van ox-gel én orkest juist bij hem bijzonder vertrouwen. Overigens zijn er in de geschiedenis wel meer verbindingen van ox-gel en orkest ge weest. Bach combineerde orgel en orkest in beperkte zin bij koren en soli; de feitelijke kwestie is hierbij niet in het geding. Handel schx-eef vex-scheidene concex-ten voor orgel met orkest, waarvan er enige zeer fx-aaie dialogische mogelijkheden bieden; de volledige macht van het orgel komt er niet in tot uiting zoals in de solowerken van Bach. Inmiddels ontwikkelde zich het orkest als technisch en artistiek apparaat in snel ler tempo dan het orgel. Pas tegen het einde van de negentiende eeuw begon de nieuwe jeugd en geleidelijk de volle was dom van het orgel, zoals wij het thans kennen. Met de erkenning van deze nieuwe levensperiode van het orgel is de oude samenstelling van het instrument, in Bach's tijd, natuurlijk niet miskend. De combinatie van ox-gel en orkest bleef echter voor vele componisten een vraagstuk of een onge wenste zaak. Men kan zich afvragen waar om componisten als Bruckner, Reger en César Franck, die allen grote ox-ganisten waren, de combinatie hebben vermeden. Ik heb er enige vermoedens over, maar het zou heden te ver voeren er op in te gaan. Zo heeft het mij ook verwonderd waarom Liszt er nooit toe gekomen is het ox-kest en het ox-gel te combineren. Sinds het verloop der negentiende eeuw hebben echter sommige componisten de moeilijkheden aangedurfd en concex-ten voor orgel met orkest geschreven. In Duits land, onder anderen Rheinberger, in Italië Enrico Bossi en Casella. in Frankrijk Wi- dox-, Tournemix-e en Poulenc, in België Flor Peeters. Dit is geen volledige opsomming, slechts een soort internationale steekproef, waaruit blijkt dat componisten van zeer verschillende aard de mogelijkheid van een verantwoorde combinatie erkenden. De verfijning der uitdrukkingsmogelijkheden in allerlei stemmen van het orgel, Ixeeft de ondex-linge toenadering der grote apparaten zeer vergemakkelijkt. De genoemde princi piële verschillen worden volkomen over schaduwd door een algemene muzikale overeenstemming, welke een practische be krachtiging alleen verwacht van de artis tieke inspix-atie van de componist. HENDRIK ANDRIESSEN ADVERTENTIE DE STOFZUIGER SPECIAALZAAK Gen. Cronjéstraat 43 - Kruidbergrerweg 51 Telefoon 16990 - 17696 Spaarne 3 Haarlem. Vanaf 2.50 per week. Ook voor reparatie en onderdelen van alle merken. Men verwacht, dat de Italiaanse regering spoedig zal beginnen de conclusies in da den om te zetten, welke zij trekt uit het feit, dat verscheidene landen zich accoord hebben verklaard met haar verzoek om herziening van het vredesvex-drag. Naar verluidt zal een van de eerste stappen in deze richting zijn het toevoegen van straal jagers aan de Italiaanse luchtmacht, welke op grond van het verdrag beperkt was tot 200 jachtvliegtuigen en transpox-ttoe- stellen. Ook Brazilië, Australië en Zuid-Afrika hebben te kermen gegeven, dat zij accoord gaan met een herziening van het Italiaan se vredesverdrag, aldus meldt A.F.P. uit Rome.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1951 | | pagina 5