Hoe wij een zolderkamer kunnen inrichten Dollarprinses Barbara bouwde een sprookjeshuis Kurt Jooss, voorvechter van de uitdrukkingsdans, blijft „modern" Opbrengst der kohierbelastingen in November gedaald Kamperen in de Kennemerduinen Nieuwe uitgaven Bij de meisjes-studente, die buitenshuis eet 7 Maar het geluk ontvlood door stalen ramen Uitbreiding wordt overwogen Tunnelbouw Duitse Kerkelijke leiders in contact met Rusland Wat de fiscus ontvangt VRIJDAG 28 DECEMBER 1951 (Van onze Londense medewerkster) Londen, eind November Het sprookjeshuis harer dromen moet voor elke vrouw geïdealiseerd zijn in Win- field House, in Londens Regents Park. Voor Barbara Hutton, het millionnairsdochtertje van het Wool worth Imperium der „een heidsprijs winkels", was het eens schitte rende werkelijkheid. Zij was toen Gravin von Reventlow, echtgenote van de Deense ambassadeur te Londen en moeder van een enig zoontje, Lance. In Winfield House was zij de gastvrouw van de meest exclusieve en blauwbloedige Society ter wereld. Haar residentie in Regents Park vormde een pas sende omlijsting voor haar rol in Londens „high life". Met zijn klassiek-strakke uiterlijk van architectuur uit de tijd der Georges op de Britse troon (dit om in toon te blijven met de deftige omgeving) verbergt Winfield House in zijn muren vernuftige geheimen van verfijnde smaak en huishoudelijke doelmatigheid. De flonkerende kristallen kronen in de entrée-zaal zijn maar een decoratieve bijkomstigheid om de Louis XIV stijl van het intérieur te vervolmaken. De in de lambrizering verborgen lampen zijn de bronnen van het glanzend schijnsel dat de pracht der zalen en kamers verlicht. Geen kleinigheid die de élegante volkomen heid der inrichting ontsiert: geen stopcon tact b.v. dat te zien is. De stopcontacten zit ten in de vloer, verborgen onder een hoekje van het dikke tapijt. Tevergeefs vraagt de bezoekster zich ook af hoe de behaaglijke, zachte temperatuur binnen, de kille mist buiten, de baas blijft zonder kachels of radiatoren. Het zijn slechts de ingewijden, die weten dat de fijn bewerkte muren van hout uit Oregon de zoele lucht uitwasemen van de onzichtbare verwarming en dat de temperatuur met een enkele handbeweging van de knop, die zich achter een luikje in de raampost bevindt, te regelen is. De graaf en de gravin baadden zich let terlijk in luxe. Ieder had een marmeren badkamer, waarvan de kranen en ander metaalwerk met een bescheiden goudlaagje zijn bedekt. De muren, die geheel met spie gels zijn bekleed, kan men opentrekken om nog meer spiegels te ontbloten van muur kasten. In sommige daarvan staan stoom- apparaten voor een Turks bad, en masseer- apparaten, waarvan men de onderdelen af zonderlijk in werking kan stellen door een druk op de knop, zodat naar keuze elk deel van het lichaam gemasseerd kan worden. Voor vrouwen die zich met jaloerse zuch ten in dit schijnbare sprookjesland van een Amerikaanse erfdochter wensen, zij het een troost te weten dat b.v. de keuze uit een kast vol met handschoenen, al zijn ze nog zo keurig gerangschikt in acht vakken met opschriften als „wandel", „reis", „avondtoilet", enz., een hoofdbrekende taak moet zijn. Of stelt u zich eens voor dat u niet meer weet in welke van de drie brand kasten in uw huis u het kostbaar kleinood dat u wenst te dragen, heeft opgeborgen? Of dat u het juweel niet kunt vinden in de verschillende laden voor al uw kleinoden in een enkele safe! Zulk een onschatbare rijkdom moet de angst voor het behoud ervan wel zenuw slopend maken. Maar de oplossing is ge makkelijk te demonstreren. Voor alle ramen zijn, als stijve gordijnen, prachtig bewerkte hekken te schuiven. Neen, mevrouw, geen gesmeed ijzer: gehard staal, met automa tische sloten, waar de kundigste inbreker van Al Capone met al zijn werktuigen geen millimeter aan zou kunnen verzetten. Baby in eigen flat Babygeluidjes waren voor Barbara Hut- De Stichting „Het Nationale Park de Kennemerduinen" heeft in het zomer seizoen van 1951 een betrekkelijk klein kampeerterrein geopend, groot drie kwart ha, uitsluitend voor de houders van zoge naamde kampeerpaspoorten, aldus delen Gedeputeerde Staten aan de Provinciale Staten van Noordholland mee. Dit ge schiedde in de eerste plaats bij wijze van proef, teneinde de raad van bestuur dei- stichting in staat te stellen de invloed van de aanwezigheid van kampeerders op de flora en fauna op het als kampeerterrein aangewezen terrein te onderzoeken. Aan gezien de proef als zeer geslaagd mocht worden beschouwd en gebleken is, dat uit natuurbeschermingsoogpunt geen enkel bezwaar tegen het scheppen van zodanige kampeergelegenheid kan worden inge bracht, heeft de raad van bestuur zich be raden over verder reikende plannen. Dit college heeft thans besloten onder voor behoud, dat de hierna te noemen voor dit doel nodige vergunningen worden verkre gen over te gaan tot de inrichting van oen 5 ha groot kampeerterrein, op enkele honderden meters verwijderd van het strand, ontworpen op het terreingedeelte, bekend onder de naam van „De Lakens". Dit terrein zal, indien het besluit van de stichting verwezenlijkt kan worden, be staan uit drie gedeelten, een er van uit sluitend voor mannelijke en een uitsluitend voor vrouwelijke kampeerders, terwijl ook een gedeelte voor het kamperen in gezins verband zal worden gereserveerd. Ten behoeve van de natuurbescherming Z1J)1 annex hieraan enige maatregelen ont worpen, o.a. de inrichting van een speel weide bij het in de derde plaats genoemde gedeelte van het te scheppen kampeer terrein'en een aantal eenvoudige afsluitin gen van kwetsbare duingebieden. Alvorens met de werkzaamheden terzake te kunnen beginnen zal nog vergunning tot het op dit terrein plaatsen van kampeer- tenten moeten worden verkregen van het gemeentebestuur van Bloemendaal, terwijl verder ook de Rijksdienst voor het Natio- nalePlan zijn goedkeuring aan dit plan zal moeten hechten. Naar aanleiding van een vraag van een hd van de Provinciale Staten delen Gede puteerde Staten mee, dat met de bouw van de tunnel bij Velsen in 1952 een begin zal worden gemaakt. Omtrent de bouw van funnels bij de Hembrug en onder het IJ vindt nog overleg plaats. De vraag in hoe verre het plan van ir. Kaars Sijpesteyn voor een tunnel bij Buitenhuizen voor ver wezenlijking vatbaar is, vormt een punt van onderzoek. ton blijkbaar taboe, want tussen gecapiton neerde deuren leefde haar zoontje, Lance, in een afgezonderde flat, zijn eigen bestaan. Was het een eenzaam, voor een kinderziel verkwijnend en ondanks alle kosten, be steed aan een enig rijkeluiskind, pover be staan? De muren vertellen het niet, met hun vrolijke versiering van sprookjestafe relen en hun rood-wit gestreepte pilaren, die er uitzien alsof zij wachthuisjes van tinnen soldaten zijn, maar die zorgen voor de indirecte verlichting. Een half millioen gulden heeft Barbara Hutton besteed aan deze verwezenlijking van een droompaleis, maar het huwelijks geluk vermocht zij er niet mee kopen: Zij heeft Winfield House maar twee jaar be woond en na haar scheiding van Graaf von Reventlow heeft zij het nimmer meer be treden. Jarenlang heeft het sprookjeshuis in Regents Park leeggestaan, als herinne ring aan de „poor little rich girl", die er zich met man, kind en fortuin in had opge sloten en stevig gebarricadeerd, met stalen ramen tegen inbrekers van de buitenwereld, die er misschien een stukje aardse rijkdom hadden kunnen wegstelen. Maar nog veel meer, en onherstelbaars, ging verloren, toen het geluk, door geen stalen ramen tegen te houden,.de echtelijke woning uit vloog Na de oorlog deed Barbara Hutton Win field House aan de Amerikaanse regering cadeau. President Truman schreef haar een persoonlijk bedankbrief]e. Het huis werd bestemd tot ambtswoning van de Ameri kaanse ambassadeur te Londen. Maar ook daarvoor bleek het te duur in onderhoud. Nu is het opengesteld als een club voor Amerikaanse officieren. In de brandkast, waaruit vroeger Barbara Hutton haar sieraden koos, wordt nu het geld van de cantine-kassa opgeborgen. Het luxueuze zwembad wordt gebruikt voor de voorra den conservenblikken en drankflessen. In de keuken- worden de speciaal uit Amerika aangevoerde biefstukken voor de militairen met infra-rode stralen in twee minuten ge roosterd volgens de nieuwste uitvinding in Oom Sam's laboratorium. En in de speel kamer van Lance kijken de grappige pop petjes op de muren vcroaasd naar de mi litaire britsen in hun midden. In restaurant Brinkmann wordt deze week het zestiende schaaktournooi om het scholierenkampioenschap van Haarlem gehouden. Foto: In spanning volgen de jeugdige spelers de ontwikkeling van een „zware" partij. Bisschop Otto Dibelius, het hoofd van de Duitse Evangelische kerk, maakte Donder dag bekend dat hij in een brief aan Stalin heeft aangedrongen op vrijlating van Duit se krijgsgevangenen die zich nog in Rus sische kampen bevinden. Bisschop Dibelius, die voorzitter is van de raad van de Duitse Evangelische kerk en bisschop van Berlijn, deelde mede dat hij bevestiging van de ontvangst van zijn brief had verkregen tijdens een bespreking met Tsjoeikoff in November. Dominee Martin Niemöller, Duitslands meest bekende leider der protestantse kerk, zal eveneens spoedig een kort bezoek aan Rusland brengen. Niemöller, die thans een leider is in de beweging welke poogt het Westen en Oosten dichter bij elkaar te bren gen, gaat naar Moskou op uitnodiging van de leiders van de Russische orthodoxe kerk. Niemöller gaat er praten over de mogelijk heid van samenwerking tussen de Russisch- orthodoxe kerk en de wereldraad van ker ken. Het ministerie van Financiën heeft een overzicht gegeven van de stand der rijks middelen over November. In November werd voor de gezamenlijke kohierbelastingen een aanzienlijk hoger be drag opgelegd dan in October. Inclusief opcenten en vermenigvuldigingsfactor be liep heit op kohier gebrachte bedrag 343.1 millioen tegenover in October 250,7 mil lioen. Het kohierbedrag van de Inkomstenbe lasting, boekingstijdvak 1950-1951, steeg voornamelijk tengevolge van het voort schrijden der definitieve aanslagregeling 1948 en 1949 met 58,6 millioen tot 792,5 millioen. Het opleggen van voor lopige aanslagen Inkomstenbelasting 1951 was in November nog in volle gang. Totaal is 460,6 millioen opgelegd. Voor de vermogensbelasting, boekings tijdvak 1950-1951, werd 2,6 millioen ten kohiere gebracht. Het betreft hier aan slagen over de belastingjaren 1950 en ouder. Het kohierbedrag van het boekings tijdvak 1951-1952 steeg tengevolge van het op gang komen der voorlopige aanslag- regeling 1951 met 14,9 millioen tot 19,4 millioen. Voor de Vennootschapsbelasting, boe kingstijdvak 1951-1952, werd 92.5 millioen opgelegd, waarmede het kohierbedrag steeg tot 645,9 millioen. De stijging betreft voornamelijk nadere voorlopige aanslagen over het boekjaar 1949-1950 en 1950, welke aan de hand van de ingeleverde aangifte biljetten worden opgelegd. Het kohierbedrag van de Personele Be lasting 1950-1951 bleef in de afgelopen maand vrijwel ongewijzigd. Uit hoofde van de Personele Belasting 1951-1952 werd in clusief opcenten 4,7 millioen opgelegd, waarmede thans totaal 14,2 millioen ten kohiere is gebracht. Het kohierbedrag van de Ondernemings belasting, boekingstijdvak 1950-1951, nam uit hoofde van het opleggen van definitieve aanslagen over 1949 en 1950 inclusief ver menigvuldigingsfactor toe met 3,3 mil lioen en bereikte daarmede een totaal van 161,1 millioen. Ontvangsten Het uit hoofde van de gezamenlijke ko hierbelasting ingevoerde bedrag beliep in November slechts 127,6 millioen, tegen over in September en October respectieve lijk 168 en 139.9 millioen. Binnenkort zullen evenwel de ontvangsten een stijging vertonen, met name tengevolge van beta lingen voortvloeiend uit de in de afgelopen maanden opgelegde voorlopige aanslagen Inkomsten- en Vennootschaosbelasting. Doordat een bedrag van 343,1 millioen aan aanslagen werd opgelegd, vertoonde het nog in te vórderen bedrag een scherpe stijging en wel met 215,5 millioen tot 1326,9 millioen. Niet-koliierbelastingen De ontvangsten van de niet-kohierbelas- tingen beliepen in November 277,2 mil lioen tegenover in de tweede maand van het voorgaande kwartaal 288.8 millioen. De Loonbelasting, Vereveningsheffing en Omzetbelasting brachten in November res pectievelijk 50,9, 22.9 en 100,5 millioen op. Deze bedragen liggen enigszins bene den de ontvangsten in Augustus, toen res- oeetievelijk 53.7, 23.4 en 101,8 millioen werd geïnd. De daling van de Omzetbelas ting heeft plaats gevonden ondanks de per 1 September van kracht geworden tariefs verhoging. Opnieuw werd aan invoerrechten een betrekkelijk laag bedrag ontvangen, name lijk 33,4 millioen. Dit bedrag ligt slechts weinig boven de ontvangsten in September 32.6 millioen), toen de tot dusverre laag ste maandopbrengst van dit jaar werd ge noteerd. Evenals in November bracht de per 1 Augustus afgeschafte accijns op zout een betrekkeliik hoog bedrag op 2,6 mil lioen uit hoofde van pas thans vervallen crediettermiinen. De ontvangsten aan ac cijns op gedistilleerd ten bedrage van 10 millioen zijn gunstig beïnvloed door het feit, dat in November vijf crediettermijnen vervielen. De opbrengst van de accijns op tabak herstelde zich enigszins van de te rugval die in October viel waar te nemen. In November werd 26,6 millioen geïnd tegenover in de voorgaande maand 24 millioen. De ontvangsten aan motorrijtuigenbelas ting, welke 5,8 millioen beliepen, zijn evenals in October gunstig beïnvloed door navorderingen wegens de per 1 September ingegane tariefsverhoging. Buitengewone heffingen Het bruto-kohierbedrag der beide buiten gewone heffingen steeg in November met 10 millioen tot 3662,2 millioen. Hiervan betreft 2.565,2 millioen de Vermogens- aanwasbelasting en 1097 millioen de Ver mogensheffing ineens. Doordat de terug gaven met een nagenoeg gelijk bedrag toe namen handhaafde het netto-kohierbedrag zich op ongeveer 3181 millioen. De ontvangsten uit 'hoofde van de bijzon dere heffingen bedroegen in November 6,6 millioen. Totaal beloopt daarmede het tot dusverre geïnde bedrag ƒ2880,3 millioen. Hiervan heeft 1869 millioen betrekking op de Vermogensaanwasbelasting en 1011,3 millioen op de Vermogensheffing ineens. Wie, wat, waar? Jaarboek 1952. Uit geverij „Wie wat waar", Rotterdam. Door het ondanks de driehonderd klein- gedrukte bladzijden uiteraard nog beknopte bestek is het jaarboek 1952 onder de titel „Wie, wat, waar?" op een eigenaardige ma nier onvolledig. Dit keer heeft de redactie onder het hoofd „kunst en ontspanning" een aantal biografische bijzonderheden van toneelspelers opgenomen. Wie echter bijzon derheden over letterkundigen wil weten, moet de uitgave van 3951 raadplegen. Sport- kampioenen zijn in 1950 het laatst opgesomd. Het is dus een soort tijdschrift in jaargangen. De bijzondere rubrieken zijn in de zojuist verschenen editie gewijd aan emigratielan- den, spychotechniek en handschriftkunde, waarvoor de gegevens aan soms, maar lang niet altijd, met name genoemde bronnen zijn ontleend. Toeschrijving der artikelen zou de indruk van betrouwbaarheid verhogen. Ver der vindt men een „geschiedenis van de kant" en „het belangrijkste over jazz". De rubriek „grote films van het jaar" omvat meer dan honderd titels, zodat het bijvoegsel „grote" alleen op de vertoningsduur kan slaan. Talrijke foto's illustreren de tekst. Als steeds bevat het jaarboek wetenswaar digheden over de mens en zijn gezondheid, meteorologie, wereldpolitiek en vooraan staande staatslieden, benevens een chrono logisch overzicht van gebeurtenissen in bin nen- en buitenland. Er is ook een hoofdstuk gewijd aan loonronden sinds de oorlog, be lastingherzieningen, publiekrechtelijke be drijfsorganisaties en werkloosheidsverze kering. Kortom: men kan er van alles en nog wat wel en niet in vinden. Meisjesboeken Freddy Hagers schreef een alleraardigst boek: HALLO MARJOLEIN! (voor meisjes van 10 tot 14 jaar), waarin dezelfde Marjo lein en Lon voorkomen die velen al kennen uit een vorig boek van deze schrijfster. De vriendinnen zijn intussen wat ouder gewor den en het verhaal beschrijft een heel bij zondere vacantie die ze samen beleefden, door met en onder leiding van tante Pam. te werken in een soort kennel, waar mensen dié tijdelijk niet voor hun hond kunnen zorgen, deze kunnen onderbrengen. De eigenaars van dit hondenasyl, een jong echt paar, gaat op reis en tante on de meisjes knappen het werk op. Het is soms erg moei lijk, maar de bezwaren en problemen wor den met veel humor verteld. Voordat de vacantie om is beleven de vriendinnen nog allerlei spannende avonturen, o.a. een heide brand. Voor meisjes die van honden houden een aardig fris boek. SIETSKE heet een zeer aan te bevelen boek van F. de Clercq Zubli dat nu eens een heel nieuw beeld geeft van een meisjesleven, n.l. van een dochter van een binnenschipper. Sietske helpt met hart en ziel haar vader bij zijn vaak zware werk. In haar behoefte om voor iemand te zorgen maakt ze bijna de fout met de verkeerde man te trouwen, maar gelukkig ziet ze bijtijds in dat steunen: en medelijden hebben niet. hetzelfde is als lief hebben. Dit is een verfrissend boek, ver geleken met de meeste romans voor de bakvis-leeftijd, en het leven aan boord van het schip is met kennis van zaken beschre ven. Ook volwassenen zullen dit verhaal graag lezen. C. P. „Hoewel een treurwilg geenszins bedroef der is dan laten wij zeggen een berk, noe men wij die boom zo omdat wij in een treurige stemming een dergelijke gebogen houding zouden aannemen. Dit is een sterk voorbeeld van de minimale nabootsings- drang van de mens. Wij volgen een bewe ging op het toneel wel met het oog, maar wij nemen die in ons op door middel van onze tastzin. Daarom kan de kunstenaar met symbolen werken. De danskunst is evenals de andere kunsten een taal, waar door de kunstenaar zich uitspreekt. De dans is aldus een uitdrukking van geest kracht, van innerlijke spanning, in ver staanbare vormen. Men kan dit proces ook noemen „verdichting" tot het wezenlijke om het ongrijpbare zichtbaar te maken. Dit zijn enkele citaten uit een gisteravond door Kurt Jooss in het Internationaal Cul tureel Centrum te Amsterdam gehouden causerie over de natuurlijke grondslagen van de dans. Kurt Jooss de belangrijke exponent van de moderne dansrichting, de voorvech ter van de zogenaamde „uitdrukkingsdans" maakt met zijn na de oorlog opnieuw gevormde gezelschap een tournée door ons land, die tot begin Februari zal duren en vanavond in Den Haag begint met de ver toning van een programma, dat in Haarlem op 12 Januari voor het voetlicht komt. De voornaamste solisten zijn Noëlle de Mosa, Ulla Söderbaum, Rolf Alexander en Hans Züllig, die hier ook in het jaar 1945 optra den. De trekpleister van het répertoire is als vanouds het op een in 1933 door Rolf de Maré in Parijs georganiseerd interna tionaal concours met de gouden médaille bekroonde dansdrama „De groene tafel" met muziek van F. A. Cohen en costuums van de inmiddels door de films „De rode schoentjes" en „Hoffmann's Vertellingen" wereldberoemd geworden ontwerper Hein Heckroth. „De groene tafel" heeft de laatste maan den in Duitsland een overweldigend succes behaald, aldus deelde Kurt Jooss ons mede. Hij heeft dit werk „wij zijn er mee ver groeid, wij zullen er wel nooit van af komen" kunnen herscheppen dank zij een zogenaamde bewegingspartituur die ervan bestond. Ook „Wereldstad 1926" was gelukkig in dansschrift genoteerd. Aan het ballet is niets gewijzigd, behalve de naam van één der figuren, die vroeger „de ver raadster" heette en nu „de partisane" wordt genoemd. „Dit was ook de oorspronkelijke bedoeling, maar toen kon niemand zich eigenlijk goed voorstellen wat er met die term werd bedoeld!" Vijf nieuwe werken Vijf nieuwe balletten worden er in Ne derland vertoond. Het voornaamste daar van is „Dithyrambus" op muziek van Han del (een gedeelte uit het oratorium „Salo mo") in klassicistische atmosfeer. „Som mige critici hebben hierin een toenadering mijnerzijds tot het klassieke ballet menen te bespeuren", aldus Kurt Jooss, die deze opvatting echter allerminst kan delen en dit ook niet wenst. Hij voegde hieraan toe: „Het is trouwens tijd om die tegenstel ling tussen klassiek en modern te vergeten. De moderne dans was destijds bedoeld als noodzakelijke rebellie tegen de formalis tisch verstarde traditie. Onze revolution- naire thema's vroegen een nieuwe bewe gingstaal. Natuurlijk was onze instelling, zijnde een antithese, veel te eenzijdig. Wij zijn nu ook wel tot het inzicht gekomen dat wij het goud van een andere richting niet veronachtzamen mogen. Men kan immers het ene doen zonder het andere te laten. In mijn Londense tijd heb ik veel met de dansers van Sadler's Wells samengewerkt en ik geloof dat wij wederzijds invloed op elkaar hebben uitgeoefend. Maar wij ge bruiken de vormen in een andere geest, onze houding is minder statisch dan bij de klassieke richting, onze bewegingen zijn vloeiender, meer van binnen-uit gedreven. Zich uitsluitend van de klassieke techniek bedienende choreografen zijn er trouwens al haast niet meer te vinden, met uitzonde ring van Balanchine wellicht. Zo be schouwd is er dus wel een toenadering. Wij blijven echter op ons stuk staan, al laten wij de klassieke techniek op onze school onderwijzen". Overigens vindt Jooss dat wij hierover Op deze foto (een scène uit het nieuwe werk Dithyrambusvan Kurt Jooss) ziet men de eerste danser Hans Züllig met de jongste soliste: Beatrice Vitringa, een Nederlandse van geboorte. Voor de oorlog was zij leerlinge van de toen in Engeland gevestigde balletschool van Jooss, die haar in 1940 weer aan de hoede van haar ouders moest toevertrouwen. Zij kwam op Java in een interneringskamp terecht, waar zij iedere dag kans heeft gezien ten minste een uur te trainen. Na de bevrijding trad zij in het huwelijk met een Australiër, die zich in Zuid-Afrïka vestigde. Toen Kurt Jooss enkele jaren geleden zijn studio in Essen, na een afwezigheid uit Duitsland van ruim vijftien jaar kon heropenen, trad zij onmiddellijk tot zijn gezelschap toe. Hierin zijn thans negen (vroeger veertien) nationaliteiten vertegenwoordigd. Ook de eerste danseres, Noëlle de Mose, is van Nederlandse origine. niet te lang moeten discuteren, want „het dansen is het enige waar het op aankomt". Hij maakte aangaande deze kwestie nog een belangrijke opmerking: „Wij leven in een periode van restauratie en dan bestaat er altijd het gevaar om terug te vallen in het academische, in het algemeen aanvaar de. De virtuositeit wordt toegejuicht, maar daar komen wij geen stap verder mee. Al leen al daarom blijf ik modern!" Geen der bij deze uiteenzetting aanwezi gen heeft zich tot een debat op theoretische gronden laten verleiden. Men moet een kunstenaar op zijn eigen terrein tegemoet treden en daarom zullen wij onze mening over dit alles opschorten tot wij zijn crea ties in het theater hebben gezien. Dat wil zeggen: zijn werk als choreograaf, want zelf danst hij niet meer. Huisvesting van de Provinciale Waterstaat Gedeputeerde Staten van Noordholland delen de Provinciale Staten mee, dat zij er tot dusver niet in geslaagd zijn een pas send huis voor mr. L. V. Hoog te verwer ven, waardoor deze het thans bij hem in gebruik zijnde, aan de door de Provinciale Waterstaat gebruikte percelen grenzende, huis zou kunnen verlaten en de kantoor ruimte van de Waterstaat met dit huis zou kunnen worden uitgebreid. Gedeputeerde Staten vrezen, dat het niet gemakkelijk zal blijken een voor mr. Hoog aanvaardbaar pand te verwerven. Het college heeft er in bewilligd, dat in de tuin achter de per celen van de Waterstaat een houten barak wordt geplaatst, waardoor het mogelijk zal zijn althans aan enkele zeer onhoudbare situaties een einde te maken. Een werkelijke oplossing van de huis vestingsmoeilijkheden van de Provinciale Waterstaat zal echter slechts kunnen wor den verkregen door de stichting van een nieuw gebouw. Gedeputeerde Staten heb ben aan prof. ir. H. T. Zwiers opgedragen hiervoor een schetsontwerp te vervaardi gen voor een dergelijk gebouw in de tuin van de provinciale griffie. Het klein-behuisd zijn is tegenwoordig welhaast regel geworden, in het bijzonder in de toch al overbevolkte steden. Maar ook wanneer men vrijwillig of noodge dwongen inwoning krijgt, is het zaak alle beschikbare ruimte in huis tot het uiterste uit te buiten. Dit is oorzaak, dat men het dikwijls hoger op gaat zoeken. Dat wil zeggen: op zolder! En nu is dit alweer een van die aantrekkelijke problemen, waar van de oplossing, mits men bezint eer men begint, verrassend kan zijn. Als er voldoende ruimte is, dan kan een mens gerust fouten maken. Die wre ken zich niet dadelijk in een kamer van bijvoorbeeld 5 bij 8 meter. Maar als men met een kamertje van 2,75 bij 3 meter te maken heeft, dan komt er wat anders bij kijken.... Dan worden weloverwogen aankleding, lichte kleuren van verf en schilderwerk, enzovoort vereist. Jongenshamer van „bordpapier" Moet het een slaap-zitkamer worden? Dan gaan we uit van het (divan)bed, dat vast of wel opklapbaar moet zijn. In het laatste geval wordt ruimte gewonnen als het bed niet in gebruik is. En waar komt het nu het beste te staan? Er moet plaats zijn voor berging van kleren enzovoort, er moet een boekenplank of -kastje zijn, dat zijn onontkomelijke dingen. Dat er niettemin iets goeds van te ma ken valt, bewijst bijgaande foto (afbeel ding 1). Over de gehele breedte van de achterwand zijn eenvoudige kastjes ge maakt. Ze zijn van gewoon vurenhout en triplex, licht crème geverfd. De gordijnen zijn van goedkope landhuisstof. Links op de foto ziet men een ladekastje van notenhout. Het aardige er van is, dat de bovenste lade een toiletspiegel en een schrijfblad bevat. Want we zijn in het zol derkamertje van een meisjesstudente, die er iets eigens van wist te maken. De maal tijden worden buitenshuis gebruikt, dus een tafel is niet nodig. Het divanbed staat tegen de rechterwand, de deur is op de plek, vanwaar de foto is opgenomen. De wanden en het plafond zijn van hard board, dat tegen een latwerk is bevestigd. De bewoonster heeft kennelijk in de beurs geblazen, want op de vloer ligt moquette. Dat kon ook goedkoper, met Verto of twisted matting gedaan zijn, maar dan mist men de warme kleur, want deze is in dit geval wijnrood en de stoelbekleding is dofgroen peau de pêche. Het is in elk geval een beetje een luxueus zolderka mertje geworden, maar het kan ook an ders. Geen kwestie van geld Ja zeker, het kan ook anders en veel goedkoper. In het geld ligt het hem niet zozeer als wel in de goede smaak. Als het kamertje maar eerlijk is ingericht en niet (ze zijn er bij de vleet!) in zogenaamd Old Finish of.... Nieuw Gothiek! Dus kwasi-antiek, wat bij jonge mensen hele maal bespottelijk is. Ik zal het ze niet kwalijk nemen als ze zich vergissen, door het voorbeeld van ouderen op een dwaal spoor gebracht, maar laat ze zelf denken en kiezen als 't je belieft! Er zijn vele mogelijkheden. Als we maar bedenken, dat een zolderkamertje dik wijls méér karakter vertoont, dan menig officieel ingericht vertrek op de begane grond. Laat ons de kwestie eens op de ke per bekijken. Allereerst is er dit: dikwijls heeft men door de kap van het huis op zolder vaak met ruimten te maken, die aan één kant zijn afgeschuind. Wat aanvanke lijk een nadeel lijkt, blijkt soms een voor deel te zijn, wanneer men de ruimte op de juiste manier weet te „bespelen". Zo'n zol derkamertje herinnert aan een Parijse „mansarde" (weet u wel uit „La Bohè me"?); de lichtval kan zeer flatteus zijn en als dat is geplaatst, wat men bij de be woning nodig heeft (en geen ding meer!), dan is een dergelijke woonruimte heus zo gek nog niet. Iemand schreef: ik woon hier in een bordpapieren kamertje". Het is niet helemaal waar, want de wanden waren van woodboard. Dat zelfs van zülk een ka mertje iets te maken is, dat een zekere charme bezit, bewijst de andere hiefbij gaande foto van de slaapkamer van een boerenzoon, die in de stad voor veearts studeert (afb. 2). Al is hier alles uiterst sober gehouden, dan moet toch gezegd, worden, dat het een aardig kamertje is geworden. Er staan twee Windsorstoelen in en een op een vendu gekocht ladekastje. Een bedkastje en een Engels ijzeren ledi kant, dat is alles, maar.het is ook ge noeg. De bewoner heeft, handig als hij is, zelf een boekenplankje getimmerd en naast het bed opgehangen. Ook hier gordijnen van landhuisstof. Maar hebt u het al opgemerkt, aandach tige lezer of lezeres, wat er met het be hang aan de hand is? Ze hebben de durf gehad de van het licht afgekeerde wand (waarin het venster is) met een korrelig wit papier te bedekken, terwijl de drie andere wanden beplakt zijn met gekleurd papier! Hierdoor is het kamertje veel rui mer voor het oog, want licht schept ruim te in optische zin! Op de bruin gebeitste houten vloer liggen twee kleedjes: één overdwars voor de stoel, links, en één overlangs voor de „twijfelaar". Zo is er dus nog een heel aannemelijke oplossing gevonden en al is het maar „een bordpapieren kamertje", de bewoner is er zijn eigen heer en meester enhij is er ook gelukkig en A»vreden mee. Wat wil men meer?.... O.v.T,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1951 | | pagina 3