Hoe wij een zolderkamer
kunnen inrichten
Dollarprinses Barbara
bouwde een sprookjeshuis
Kurt Jooss, voorvechter van de
uitdrukkingsdans, blijft „modern"
Opbrengst der kohierbelastingen
in November gedaald
Kamperen in de
Kennemerduinen
Nieuwe uitgaven
Bij de meisjes-studente, die buitenshuis eet
7
Maar het geluk ontvlood door stalen ramen
Uitbreiding wordt
overwogen
Tunnelbouw
Duitse Kerkelijke leiders
in contact met Rusland
Wat de fiscus ontvangt
VRIJDAG 28 DECEMBER 1951
(Van onze Londense medewerkster)
Londen, eind November
Het sprookjeshuis harer dromen moet
voor elke vrouw geïdealiseerd zijn in Win-
field House, in Londens Regents Park. Voor
Barbara Hutton, het millionnairsdochtertje
van het Wool worth Imperium der „een
heidsprijs winkels", was het eens schitte
rende werkelijkheid. Zij was toen Gravin
von Reventlow, echtgenote van de Deense
ambassadeur te Londen en moeder van een
enig zoontje, Lance. In Winfield House was
zij de gastvrouw van de meest exclusieve
en blauwbloedige Society ter wereld. Haar
residentie in Regents Park vormde een pas
sende omlijsting voor haar rol in Londens
„high life".
Met zijn klassiek-strakke uiterlijk van
architectuur uit de tijd der Georges op de
Britse troon (dit om in toon te blijven met
de deftige omgeving) verbergt Winfield
House in zijn muren vernuftige geheimen
van verfijnde smaak en huishoudelijke
doelmatigheid. De flonkerende kristallen
kronen in de entrée-zaal zijn maar een
decoratieve bijkomstigheid om de Louis
XIV stijl van het intérieur te vervolmaken.
De in de lambrizering verborgen lampen
zijn de bronnen van het glanzend schijnsel
dat de pracht der zalen en kamers verlicht.
Geen kleinigheid die de élegante volkomen
heid der inrichting ontsiert: geen stopcon
tact b.v. dat te zien is. De stopcontacten zit
ten in de vloer, verborgen onder een hoekje
van het dikke tapijt. Tevergeefs vraagt de
bezoekster zich ook af hoe de behaaglijke,
zachte temperatuur binnen, de kille mist
buiten, de baas blijft zonder kachels of
radiatoren. Het zijn slechts de ingewijden,
die weten dat de fijn bewerkte muren van
hout uit Oregon de zoele lucht uitwasemen
van de onzichtbare verwarming en dat de
temperatuur met een enkele handbeweging
van de knop, die zich achter een luikje in
de raampost bevindt, te regelen is.
De graaf en de gravin baadden zich let
terlijk in luxe. Ieder had een marmeren
badkamer, waarvan de kranen en ander
metaalwerk met een bescheiden goudlaagje
zijn bedekt. De muren, die geheel met spie
gels zijn bekleed, kan men opentrekken om
nog meer spiegels te ontbloten van muur
kasten. In sommige daarvan staan stoom-
apparaten voor een Turks bad, en masseer-
apparaten, waarvan men de onderdelen af
zonderlijk in werking kan stellen door een
druk op de knop, zodat naar keuze elk deel
van het lichaam gemasseerd kan worden.
Voor vrouwen die zich met jaloerse zuch
ten in dit schijnbare sprookjesland van een
Amerikaanse erfdochter wensen, zij het
een troost te weten dat b.v. de keuze uit
een kast vol met handschoenen, al zijn ze
nog zo keurig gerangschikt in acht vakken
met opschriften als „wandel", „reis",
„avondtoilet", enz., een hoofdbrekende taak
moet zijn. Of stelt u zich eens voor dat u
niet meer weet in welke van de drie brand
kasten in uw huis u het kostbaar kleinood
dat u wenst te dragen, heeft opgeborgen?
Of dat u het juweel niet kunt vinden in de
verschillende laden voor al uw kleinoden
in een enkele safe!
Zulk een onschatbare rijkdom moet de
angst voor het behoud ervan wel zenuw
slopend maken. Maar de oplossing is ge
makkelijk te demonstreren. Voor alle ramen
zijn, als stijve gordijnen, prachtig bewerkte
hekken te schuiven. Neen, mevrouw, geen
gesmeed ijzer: gehard staal, met automa
tische sloten, waar de kundigste inbreker
van Al Capone met al zijn werktuigen geen
millimeter aan zou kunnen verzetten.
Baby in eigen flat
Babygeluidjes waren voor Barbara Hut-
De Stichting „Het Nationale Park de
Kennemerduinen" heeft in het zomer
seizoen van 1951 een betrekkelijk klein
kampeerterrein geopend, groot drie kwart
ha, uitsluitend voor de houders van zoge
naamde kampeerpaspoorten, aldus delen
Gedeputeerde Staten aan de Provinciale
Staten van Noordholland mee. Dit ge
schiedde in de eerste plaats bij wijze van
proef, teneinde de raad van bestuur dei-
stichting in staat te stellen de invloed van
de aanwezigheid van kampeerders op de
flora en fauna op het als kampeerterrein
aangewezen terrein te onderzoeken. Aan
gezien de proef als zeer geslaagd mocht
worden beschouwd en gebleken is, dat uit
natuurbeschermingsoogpunt geen enkel
bezwaar tegen het scheppen van zodanige
kampeergelegenheid kan worden inge
bracht, heeft de raad van bestuur zich be
raden over verder reikende plannen. Dit
college heeft thans besloten onder voor
behoud, dat de hierna te noemen voor dit
doel nodige vergunningen worden verkre
gen over te gaan tot de inrichting van
oen 5 ha groot kampeerterrein, op enkele
honderden meters verwijderd van het
strand, ontworpen op het terreingedeelte,
bekend onder de naam van „De Lakens".
Dit terrein zal, indien het besluit van de
stichting verwezenlijkt kan worden, be
staan uit drie gedeelten, een er van uit
sluitend voor mannelijke en een uitsluitend
voor vrouwelijke kampeerders, terwijl ook
een gedeelte voor het kamperen in gezins
verband zal worden gereserveerd.
Ten behoeve van de natuurbescherming
Z1J)1 annex hieraan enige maatregelen ont
worpen, o.a. de inrichting van een speel
weide bij het in de derde plaats genoemde
gedeelte van het te scheppen kampeer
terrein'en een aantal eenvoudige afsluitin
gen van kwetsbare duingebieden.
Alvorens met de werkzaamheden terzake
te kunnen beginnen zal nog vergunning tot
het op dit terrein plaatsen van kampeer-
tenten moeten worden verkregen van het
gemeentebestuur van Bloemendaal, terwijl
verder ook de Rijksdienst voor het Natio-
nalePlan zijn goedkeuring aan dit plan zal
moeten hechten.
Naar aanleiding van een vraag van een
hd van de Provinciale Staten delen Gede
puteerde Staten mee, dat met de bouw van
de tunnel bij Velsen in 1952 een begin zal
worden gemaakt. Omtrent de bouw van
funnels bij de Hembrug en onder het IJ
vindt nog overleg plaats. De vraag in hoe
verre het plan van ir. Kaars Sijpesteyn
voor een tunnel bij Buitenhuizen voor ver
wezenlijking vatbaar is, vormt een punt
van onderzoek.
ton blijkbaar taboe, want tussen gecapiton
neerde deuren leefde haar zoontje, Lance,
in een afgezonderde flat, zijn eigen bestaan.
Was het een eenzaam, voor een kinderziel
verkwijnend en ondanks alle kosten, be
steed aan een enig rijkeluiskind, pover be
staan? De muren vertellen het niet, met
hun vrolijke versiering van sprookjestafe
relen en hun rood-wit gestreepte pilaren,
die er uitzien alsof zij wachthuisjes van
tinnen soldaten zijn, maar die zorgen voor
de indirecte verlichting.
Een half millioen gulden heeft Barbara
Hutton besteed aan deze verwezenlijking
van een droompaleis, maar het huwelijks
geluk vermocht zij er niet mee kopen: Zij
heeft Winfield House maar twee jaar be
woond en na haar scheiding van Graaf von
Reventlow heeft zij het nimmer meer be
treden. Jarenlang heeft het sprookjeshuis
in Regents Park leeggestaan, als herinne
ring aan de „poor little rich girl", die er
zich met man, kind en fortuin in had opge
sloten en stevig gebarricadeerd, met stalen
ramen tegen inbrekers van de buitenwereld,
die er misschien een stukje aardse rijkdom
hadden kunnen wegstelen. Maar nog veel
meer, en onherstelbaars, ging verloren,
toen het geluk, door geen stalen ramen
tegen te houden,.de echtelijke woning uit
vloog
Na de oorlog deed Barbara Hutton Win
field House aan de Amerikaanse regering
cadeau. President Truman schreef haar een
persoonlijk bedankbrief]e. Het huis werd
bestemd tot ambtswoning van de Ameri
kaanse ambassadeur te Londen. Maar ook
daarvoor bleek het te duur in onderhoud.
Nu is het opengesteld als een club voor
Amerikaanse officieren. In de brandkast,
waaruit vroeger Barbara Hutton haar
sieraden koos, wordt nu het geld van de
cantine-kassa opgeborgen. Het luxueuze
zwembad wordt gebruikt voor de voorra
den conservenblikken en drankflessen. In
de keuken- worden de speciaal uit Amerika
aangevoerde biefstukken voor de militairen
met infra-rode stralen in twee minuten ge
roosterd volgens de nieuwste uitvinding in
Oom Sam's laboratorium. En in de speel
kamer van Lance kijken de grappige pop
petjes op de muren vcroaasd naar de mi
litaire britsen in hun midden.
In restaurant Brinkmann wordt deze week het zestiende schaaktournooi om het
scholierenkampioenschap van Haarlem gehouden. Foto: In spanning volgen de
jeugdige spelers de ontwikkeling van een „zware" partij.
Bisschop Otto Dibelius, het hoofd van de
Duitse Evangelische kerk, maakte Donder
dag bekend dat hij in een brief aan Stalin
heeft aangedrongen op vrijlating van Duit
se krijgsgevangenen die zich nog in Rus
sische kampen bevinden.
Bisschop Dibelius, die voorzitter is van
de raad van de Duitse Evangelische kerk
en bisschop van Berlijn, deelde mede dat
hij bevestiging van de ontvangst van zijn
brief had verkregen tijdens een bespreking
met Tsjoeikoff in November.
Dominee Martin Niemöller, Duitslands
meest bekende leider der protestantse kerk,
zal eveneens spoedig een kort bezoek aan
Rusland brengen. Niemöller, die thans een
leider is in de beweging welke poogt het
Westen en Oosten dichter bij elkaar te bren
gen, gaat naar Moskou op uitnodiging van
de leiders van de Russische orthodoxe kerk.
Niemöller gaat er praten over de mogelijk
heid van samenwerking tussen de Russisch-
orthodoxe kerk en de wereldraad van ker
ken.
Het ministerie van Financiën heeft een
overzicht gegeven van de stand der rijks
middelen over November.
In November werd voor de gezamenlijke
kohierbelastingen een aanzienlijk hoger be
drag opgelegd dan in October. Inclusief
opcenten en vermenigvuldigingsfactor be
liep heit op kohier gebrachte bedrag 343.1
millioen tegenover in October 250,7 mil
lioen.
Het kohierbedrag van de Inkomstenbe
lasting, boekingstijdvak 1950-1951, steeg
voornamelijk tengevolge van het voort
schrijden der definitieve aanslagregeling
1948 en 1949 met 58,6 millioen tot
792,5 millioen. Het opleggen van voor
lopige aanslagen Inkomstenbelasting 1951
was in November nog in volle gang. Totaal
is 460,6 millioen opgelegd.
Voor de vermogensbelasting, boekings
tijdvak 1950-1951, werd 2,6 millioen ten
kohiere gebracht. Het betreft hier aan
slagen over de belastingjaren 1950 en
ouder. Het kohierbedrag van het boekings
tijdvak 1951-1952 steeg tengevolge van het
op gang komen der voorlopige aanslag-
regeling 1951 met 14,9 millioen tot 19,4
millioen.
Voor de Vennootschapsbelasting, boe
kingstijdvak 1951-1952, werd 92.5 millioen
opgelegd, waarmede het kohierbedrag steeg
tot 645,9 millioen. De stijging betreft
voornamelijk nadere voorlopige aanslagen
over het boekjaar 1949-1950 en 1950, welke
aan de hand van de ingeleverde aangifte
biljetten worden opgelegd.
Het kohierbedrag van de Personele Be
lasting 1950-1951 bleef in de afgelopen
maand vrijwel ongewijzigd. Uit hoofde van
de Personele Belasting 1951-1952 werd in
clusief opcenten 4,7 millioen opgelegd,
waarmede thans totaal 14,2 millioen ten
kohiere is gebracht.
Het kohierbedrag van de Ondernemings
belasting, boekingstijdvak 1950-1951, nam
uit hoofde van het opleggen van definitieve
aanslagen over 1949 en 1950 inclusief ver
menigvuldigingsfactor toe met 3,3 mil
lioen en bereikte daarmede een totaal van
161,1 millioen.
Ontvangsten
Het uit hoofde van de gezamenlijke ko
hierbelasting ingevoerde bedrag beliep in
November slechts 127,6 millioen, tegen
over in September en October respectieve
lijk 168 en 139.9 millioen. Binnenkort
zullen evenwel de ontvangsten een stijging
vertonen, met name tengevolge van beta
lingen voortvloeiend uit de in de afgelopen
maanden opgelegde voorlopige aanslagen
Inkomsten- en Vennootschaosbelasting.
Doordat een bedrag van 343,1 millioen
aan aanslagen werd opgelegd, vertoonde
het nog in te vórderen bedrag een scherpe
stijging en wel met 215,5 millioen tot
1326,9 millioen.
Niet-koliierbelastingen
De ontvangsten van de niet-kohierbelas-
tingen beliepen in November 277,2 mil
lioen tegenover in de tweede maand van
het voorgaande kwartaal 288.8 millioen.
De Loonbelasting, Vereveningsheffing en
Omzetbelasting brachten in November res
pectievelijk 50,9, 22.9 en 100,5 millioen
op. Deze bedragen liggen enigszins bene
den de ontvangsten in Augustus, toen res-
oeetievelijk 53.7, 23.4 en 101,8 millioen
werd geïnd. De daling van de Omzetbelas
ting heeft plaats gevonden ondanks de per
1 September van kracht geworden tariefs
verhoging.
Opnieuw werd aan invoerrechten een
betrekkelijk laag bedrag ontvangen, name
lijk 33,4 millioen. Dit bedrag ligt slechts
weinig boven de ontvangsten in September
32.6 millioen), toen de tot dusverre laag
ste maandopbrengst van dit jaar werd ge
noteerd.
Evenals in November bracht de per 1
Augustus afgeschafte accijns op zout een
betrekkeliik hoog bedrag op 2,6 mil
lioen uit hoofde van pas thans vervallen
crediettermiinen. De ontvangsten aan ac
cijns op gedistilleerd ten bedrage van 10
millioen zijn gunstig beïnvloed door het
feit, dat in November vijf crediettermijnen
vervielen. De opbrengst van de accijns op
tabak herstelde zich enigszins van de te
rugval die in October viel waar te nemen.
In November werd 26,6 millioen geïnd
tegenover in de voorgaande maand 24
millioen.
De ontvangsten aan motorrijtuigenbelas
ting, welke 5,8 millioen beliepen, zijn
evenals in October gunstig beïnvloed door
navorderingen wegens de per 1 September
ingegane tariefsverhoging.
Buitengewone heffingen
Het bruto-kohierbedrag der beide buiten
gewone heffingen steeg in November met
10 millioen tot 3662,2 millioen. Hiervan
betreft 2.565,2 millioen de Vermogens-
aanwasbelasting en 1097 millioen de Ver
mogensheffing ineens. Doordat de terug
gaven met een nagenoeg gelijk bedrag toe
namen handhaafde het netto-kohierbedrag
zich op ongeveer 3181 millioen.
De ontvangsten uit 'hoofde van de bijzon
dere heffingen bedroegen in November
6,6 millioen. Totaal beloopt daarmede het
tot dusverre geïnde bedrag ƒ2880,3 millioen.
Hiervan heeft 1869 millioen betrekking
op de Vermogensaanwasbelasting en
1011,3 millioen op de Vermogensheffing
ineens.
Wie, wat, waar? Jaarboek 1952. Uit
geverij „Wie wat waar", Rotterdam.
Door het ondanks de driehonderd klein-
gedrukte bladzijden uiteraard nog beknopte
bestek is het jaarboek 1952 onder de titel
„Wie, wat, waar?" op een eigenaardige ma
nier onvolledig. Dit keer heeft de redactie
onder het hoofd „kunst en ontspanning" een
aantal biografische bijzonderheden van
toneelspelers opgenomen. Wie echter bijzon
derheden over letterkundigen wil weten,
moet de uitgave van 3951 raadplegen. Sport-
kampioenen zijn in 1950 het laatst opgesomd.
Het is dus een soort tijdschrift in jaargangen.
De bijzondere rubrieken zijn in de zojuist
verschenen editie gewijd aan emigratielan-
den, spychotechniek en handschriftkunde,
waarvoor de gegevens aan soms, maar lang
niet altijd, met name genoemde bronnen zijn
ontleend. Toeschrijving der artikelen zou de
indruk van betrouwbaarheid verhogen. Ver
der vindt men een „geschiedenis van de
kant" en „het belangrijkste over jazz". De
rubriek „grote films van het jaar" omvat
meer dan honderd titels, zodat het bijvoegsel
„grote" alleen op de vertoningsduur kan
slaan. Talrijke foto's illustreren de tekst.
Als steeds bevat het jaarboek wetenswaar
digheden over de mens en zijn gezondheid,
meteorologie, wereldpolitiek en vooraan
staande staatslieden, benevens een chrono
logisch overzicht van gebeurtenissen in bin
nen- en buitenland. Er is ook een hoofdstuk
gewijd aan loonronden sinds de oorlog, be
lastingherzieningen, publiekrechtelijke be
drijfsorganisaties en werkloosheidsverze
kering.
Kortom: men kan er van alles en nog wat
wel en niet in vinden.
Meisjesboeken
Freddy Hagers schreef een alleraardigst
boek: HALLO MARJOLEIN! (voor meisjes
van 10 tot 14 jaar), waarin dezelfde Marjo
lein en Lon voorkomen die velen al kennen
uit een vorig boek van deze schrijfster. De
vriendinnen zijn intussen wat ouder gewor
den en het verhaal beschrijft een heel bij
zondere vacantie die ze samen beleefden,
door met en onder leiding van tante Pam. te
werken in een soort kennel, waar mensen
dié tijdelijk niet voor hun hond kunnen
zorgen, deze kunnen onderbrengen. De
eigenaars van dit hondenasyl, een jong echt
paar, gaat op reis en tante on de meisjes
knappen het werk op. Het is soms erg moei
lijk, maar de bezwaren en problemen wor
den met veel humor verteld. Voordat de
vacantie om is beleven de vriendinnen nog
allerlei spannende avonturen, o.a. een heide
brand. Voor meisjes die van honden houden
een aardig fris boek.
SIETSKE heet een zeer aan te bevelen
boek van F. de Clercq Zubli dat nu eens een
heel nieuw beeld geeft van een meisjesleven,
n.l. van een dochter van een binnenschipper.
Sietske helpt met hart en ziel haar vader
bij zijn vaak zware werk. In haar behoefte
om voor iemand te zorgen maakt ze bijna de
fout met de verkeerde man te trouwen, maar
gelukkig ziet ze bijtijds in dat steunen: en
medelijden hebben niet. hetzelfde is als lief
hebben. Dit is een verfrissend boek, ver
geleken met de meeste romans voor de
bakvis-leeftijd, en het leven aan boord van
het schip is met kennis van zaken beschre
ven. Ook volwassenen zullen dit verhaal
graag lezen. C. P.
„Hoewel een treurwilg geenszins bedroef
der is dan laten wij zeggen een berk, noe
men wij die boom zo omdat wij in een
treurige stemming een dergelijke gebogen
houding zouden aannemen. Dit is een sterk
voorbeeld van de minimale nabootsings-
drang van de mens. Wij volgen een bewe
ging op het toneel wel met het oog, maar
wij nemen die in ons op door middel van
onze tastzin. Daarom kan de kunstenaar
met symbolen werken. De danskunst is
evenals de andere kunsten een taal, waar
door de kunstenaar zich uitspreekt. De
dans is aldus een uitdrukking van geest
kracht, van innerlijke spanning, in ver
staanbare vormen. Men kan dit proces ook
noemen „verdichting" tot het wezenlijke
om het ongrijpbare zichtbaar te maken.
Dit zijn enkele citaten uit een gisteravond
door Kurt Jooss in het Internationaal Cul
tureel Centrum te Amsterdam gehouden
causerie over de natuurlijke grondslagen
van de dans.
Kurt Jooss de belangrijke exponent
van de moderne dansrichting, de voorvech
ter van de zogenaamde „uitdrukkingsdans"
maakt met zijn na de oorlog opnieuw
gevormde gezelschap een tournée door ons
land, die tot begin Februari zal duren en
vanavond in Den Haag begint met de ver
toning van een programma, dat in Haarlem
op 12 Januari voor het voetlicht komt. De
voornaamste solisten zijn Noëlle de Mosa,
Ulla Söderbaum, Rolf Alexander en Hans
Züllig, die hier ook in het jaar 1945 optra
den. De trekpleister van het répertoire is
als vanouds het op een in 1933 door Rolf
de Maré in Parijs georganiseerd interna
tionaal concours met de gouden médaille
bekroonde dansdrama „De groene tafel"
met muziek van F. A. Cohen en costuums
van de inmiddels door de films „De rode
schoentjes" en „Hoffmann's Vertellingen"
wereldberoemd geworden ontwerper Hein
Heckroth.
„De groene tafel" heeft de laatste maan
den in Duitsland een overweldigend succes
behaald, aldus deelde Kurt Jooss ons mede.
Hij heeft dit werk „wij zijn er mee ver
groeid, wij zullen er wel nooit van af
komen" kunnen herscheppen dank zij
een zogenaamde bewegingspartituur die
ervan bestond. Ook „Wereldstad 1926" was
gelukkig in dansschrift genoteerd. Aan het
ballet is niets gewijzigd, behalve de naam
van één der figuren, die vroeger „de ver
raadster" heette en nu „de partisane" wordt
genoemd. „Dit was ook de oorspronkelijke
bedoeling, maar toen kon niemand zich
eigenlijk goed voorstellen wat er met die
term werd bedoeld!"
Vijf nieuwe werken
Vijf nieuwe balletten worden er in Ne
derland vertoond. Het voornaamste daar
van is „Dithyrambus" op muziek van Han
del (een gedeelte uit het oratorium „Salo
mo") in klassicistische atmosfeer. „Som
mige critici hebben hierin een toenadering
mijnerzijds tot het klassieke ballet menen
te bespeuren", aldus Kurt Jooss, die deze
opvatting echter allerminst kan delen en
dit ook niet wenst. Hij voegde hieraan
toe: „Het is trouwens tijd om die tegenstel
ling tussen klassiek en modern te vergeten.
De moderne dans was destijds bedoeld als
noodzakelijke rebellie tegen de formalis
tisch verstarde traditie. Onze revolution-
naire thema's vroegen een nieuwe bewe
gingstaal. Natuurlijk was onze instelling,
zijnde een antithese, veel te eenzijdig. Wij
zijn nu ook wel tot het inzicht gekomen dat
wij het goud van een andere richting niet
veronachtzamen mogen. Men kan immers
het ene doen zonder het andere te laten. In
mijn Londense tijd heb ik veel met de
dansers van Sadler's Wells samengewerkt
en ik geloof dat wij wederzijds invloed op
elkaar hebben uitgeoefend. Maar wij ge
bruiken de vormen in een andere geest,
onze houding is minder statisch dan bij de
klassieke richting, onze bewegingen zijn
vloeiender, meer van binnen-uit gedreven.
Zich uitsluitend van de klassieke techniek
bedienende choreografen zijn er trouwens
al haast niet meer te vinden, met uitzonde
ring van Balanchine wellicht. Zo be
schouwd is er dus wel een toenadering. Wij
blijven echter op ons stuk staan, al laten
wij de klassieke techniek op onze school
onderwijzen".
Overigens vindt Jooss dat wij hierover
Op deze foto (een scène uit het nieuwe
werk Dithyrambusvan Kurt Jooss) ziet
men de eerste danser Hans Züllig met de
jongste soliste: Beatrice Vitringa, een
Nederlandse van geboorte. Voor de oorlog
was zij leerlinge van de toen in Engeland
gevestigde balletschool van Jooss, die haar
in 1940 weer aan de hoede van haar
ouders moest toevertrouwen. Zij kwam op
Java in een interneringskamp terecht, waar
zij iedere dag kans heeft gezien ten minste
een uur te trainen. Na de bevrijding trad
zij in het huwelijk met een Australiër, die
zich in Zuid-Afrïka vestigde. Toen Kurt
Jooss enkele jaren geleden zijn studio in
Essen, na een afwezigheid uit Duitsland
van ruim vijftien jaar kon heropenen, trad
zij onmiddellijk tot zijn gezelschap toe.
Hierin zijn thans negen (vroeger veertien)
nationaliteiten vertegenwoordigd. Ook de
eerste danseres, Noëlle de Mose, is van
Nederlandse origine.
niet te lang moeten discuteren, want „het
dansen is het enige waar het op aankomt".
Hij maakte aangaande deze kwestie nog
een belangrijke opmerking: „Wij leven in
een periode van restauratie en dan bestaat
er altijd het gevaar om terug te vallen in
het academische, in het algemeen aanvaar
de. De virtuositeit wordt toegejuicht, maar
daar komen wij geen stap verder mee. Al
leen al daarom blijf ik modern!"
Geen der bij deze uiteenzetting aanwezi
gen heeft zich tot een debat op theoretische
gronden laten verleiden. Men moet een
kunstenaar op zijn eigen terrein tegemoet
treden en daarom zullen wij onze mening
over dit alles opschorten tot wij zijn crea
ties in het theater hebben gezien. Dat wil
zeggen: zijn werk als choreograaf, want zelf
danst hij niet meer.
Huisvesting van de
Provinciale Waterstaat
Gedeputeerde Staten van Noordholland
delen de Provinciale Staten mee, dat zij er
tot dusver niet in geslaagd zijn een pas
send huis voor mr. L. V. Hoog te verwer
ven, waardoor deze het thans bij hem in
gebruik zijnde, aan de door de Provinciale
Waterstaat gebruikte percelen grenzende,
huis zou kunnen verlaten en de kantoor
ruimte van de Waterstaat met dit huis zou
kunnen worden uitgebreid. Gedeputeerde
Staten vrezen, dat het niet gemakkelijk zal
blijken een voor mr. Hoog aanvaardbaar
pand te verwerven. Het college heeft er in
bewilligd, dat in de tuin achter de per
celen van de Waterstaat een houten barak
wordt geplaatst, waardoor het mogelijk zal
zijn althans aan enkele zeer onhoudbare
situaties een einde te maken.
Een werkelijke oplossing van de huis
vestingsmoeilijkheden van de Provinciale
Waterstaat zal echter slechts kunnen wor
den verkregen door de stichting van een
nieuw gebouw. Gedeputeerde Staten heb
ben aan prof. ir. H. T. Zwiers opgedragen
hiervoor een schetsontwerp te vervaardi
gen voor een dergelijk gebouw in de tuin
van de provinciale griffie.
Het klein-behuisd zijn is tegenwoordig
welhaast regel geworden, in het bijzonder
in de toch al overbevolkte steden. Maar
ook wanneer men vrijwillig of noodge
dwongen inwoning krijgt, is het zaak alle
beschikbare ruimte in huis tot het uiterste
uit te buiten. Dit is oorzaak, dat men het
dikwijls hoger op gaat zoeken. Dat wil
zeggen: op zolder! En nu is dit alweer een
van die aantrekkelijke problemen, waar
van de oplossing, mits men bezint eer men
begint, verrassend kan zijn.
Als er voldoende ruimte is, dan kan
een mens gerust fouten maken. Die wre
ken zich niet dadelijk in een kamer van
bijvoorbeeld 5 bij 8 meter. Maar als men
met een kamertje van 2,75 bij 3 meter te
maken heeft, dan komt er wat anders bij
kijken.... Dan worden weloverwogen
aankleding, lichte kleuren van verf en
schilderwerk, enzovoort vereist.
Jongenshamer van „bordpapier"
Moet het een slaap-zitkamer worden?
Dan gaan we uit van het (divan)bed, dat
vast of wel opklapbaar moet zijn. In het
laatste geval wordt ruimte gewonnen als
het bed niet in gebruik is. En waar komt
het nu het beste te staan? Er moet plaats
zijn voor berging van kleren enzovoort,
er moet een boekenplank of -kastje zijn,
dat zijn onontkomelijke dingen.
Dat er niettemin iets goeds van te ma
ken valt, bewijst bijgaande foto (afbeel
ding 1). Over de gehele breedte van de
achterwand zijn eenvoudige kastjes ge
maakt. Ze zijn van gewoon vurenhout en
triplex, licht crème geverfd. De gordijnen
zijn van goedkope landhuisstof.
Links op de foto ziet men een ladekastje
van notenhout. Het aardige er van is, dat
de bovenste lade een toiletspiegel en een
schrijfblad bevat. Want we zijn in het zol
derkamertje van een meisjesstudente, die
er iets eigens van wist te maken. De maal
tijden worden buitenshuis gebruikt, dus
een tafel is niet nodig. Het divanbed staat
tegen de rechterwand, de deur is op de
plek, vanwaar de foto is opgenomen. De
wanden en het plafond zijn van hard
board, dat tegen een latwerk is bevestigd.
De bewoonster heeft kennelijk in de beurs
geblazen, want op de vloer ligt moquette.
Dat kon ook goedkoper, met Verto of
twisted matting gedaan zijn, maar dan
mist men de warme kleur, want deze is
in dit geval wijnrood en de stoelbekleding
is dofgroen peau de pêche. Het is in elk
geval een beetje een luxueus zolderka
mertje geworden, maar het kan ook an
ders.
Geen kwestie van geld
Ja zeker, het kan ook anders en veel
goedkoper. In het geld ligt het hem niet
zozeer als wel in de goede smaak. Als het
kamertje maar eerlijk is ingericht en niet
(ze zijn er bij de vleet!) in zogenaamd
Old Finish of.... Nieuw Gothiek! Dus
kwasi-antiek, wat bij jonge mensen hele
maal bespottelijk is. Ik zal het ze niet
kwalijk nemen als ze zich vergissen, door
het voorbeeld van ouderen op een dwaal
spoor gebracht, maar laat ze zelf denken
en kiezen als 't je belieft!
Er zijn vele mogelijkheden. Als we maar
bedenken, dat een zolderkamertje dik
wijls méér karakter vertoont, dan menig
officieel ingericht vertrek op de begane
grond. Laat ons de kwestie eens op de ke
per bekijken. Allereerst is er dit: dikwijls
heeft men door de kap van het huis op
zolder vaak met ruimten te maken, die aan
één kant zijn afgeschuind. Wat aanvanke
lijk een nadeel lijkt, blijkt soms een voor
deel te zijn, wanneer men de ruimte op de
juiste manier weet te „bespelen". Zo'n zol
derkamertje herinnert aan een Parijse
„mansarde" (weet u wel uit „La Bohè
me"?); de lichtval kan zeer flatteus zijn
en als dat is geplaatst, wat men bij de be
woning nodig heeft (en geen ding meer!),
dan is een dergelijke woonruimte heus zo
gek nog niet.
Iemand schreef: ik woon hier in
een bordpapieren kamertje". Het is niet
helemaal waar, want de wanden waren
van woodboard. Dat zelfs van zülk een ka
mertje iets te maken is, dat een zekere
charme bezit, bewijst de andere hiefbij
gaande foto van de slaapkamer van een
boerenzoon, die in de stad voor veearts
studeert (afb. 2). Al is hier alles uiterst
sober gehouden, dan moet toch gezegd,
worden, dat het een aardig kamertje is
geworden. Er staan twee Windsorstoelen
in en een op een vendu gekocht ladekastje.
Een bedkastje en een Engels ijzeren ledi
kant, dat is alles, maar.het is ook ge
noeg. De bewoner heeft, handig als hij is,
zelf een boekenplankje getimmerd en naast
het bed opgehangen. Ook hier gordijnen
van landhuisstof.
Maar hebt u het al opgemerkt, aandach
tige lezer of lezeres, wat er met het be
hang aan de hand is? Ze hebben de durf
gehad de van het licht afgekeerde wand
(waarin het venster is) met een korrelig
wit papier te bedekken, terwijl de drie
andere wanden beplakt zijn met gekleurd
papier! Hierdoor is het kamertje veel rui
mer voor het oog, want licht schept ruim
te in optische zin! Op de bruin gebeitste
houten vloer liggen twee kleedjes: één
overdwars voor de stoel, links, en één
overlangs voor de „twijfelaar".
Zo is er dus nog een heel aannemelijke
oplossing gevonden en al is het maar „een
bordpapieren kamertje", de bewoner is er
zijn eigen heer en meester enhij is er
ook gelukkig en A»vreden mee. Wat wil
men meer?.... O.v.T,