Minister Staf werpt een ander
licht op de zaak-Van der Putten
Wil men de UNO
Sombere vooruitzichten voor
Zandvoorts hótelbouw
Buuz" vijfenzeventig jaar
Groter efficiency in bedrijven kan
leiden tot tijdelijke werkloosheid
IN DE WERELDPOLITIEK
rHoe is het ontstaan?^
Een Eeuw geleden
Er is geen sprake van dat ambtenaren de rapporten
in ongunstige zin veranderden
Falmouth wacht
gespannen op de
„Flying Enterprise
DINSDAG 8 JANUARI 1952
MINISTER ALBREGTS
Zij moet echter worden aanvaard om blijvende
werkloosheid te voorkomen
Bouw grafische industrie
in de Waarderpolder
Agenda voor Haarlem
De zaak Balledux
ELE VIRGINIA
Oud galjoen gevonden
Ontvangst van brieven aan privé-
adres heeft geheel andere reden
Buiten werking
Kor^*-^r"willigrers
uit Suriname
Dit woord:
KC KERELLEN
J
Meer bromfietsen dan
personenauto's
Marshallhulp blijft tot eind Januari gereserveerd
Op de heden in Utrecht gehouden nationale productiviteitsdag heeft minister prof. dr.
A. H. M. Albregts een rede gehouden, waarin hij onder meer zei dat verhoging der
productiviteit als gevolg van een organisatie-onderzoek in bepaalde bedrijfstakken
aanleiding kan zijn tot tijdelijke werkloosheid. Al zal nu per 1 Juli de Wachtgeld- en
Werkloosheidsverzekeringswet in werking treden en dus ten aanzien van de geldelijke
gevolgen van de werkloosheid een bevredigend geheel van maatregelen getroffen zijn,
toch zal deze tijdelijke werkloosheid een gevaar blijven vormen. Deze werkloosheid
moet door het Nederlandse volk worden aanvaard teneinde een grotere werkloosheid
van blijvende aard te voorkomen.
De minister zei dat de recente verbetering
van de Nederlandse handelsbalans en de
stijging van het indexcijfer van de indu
striële productie van 113 in 1948 tot 144
over drie kwartalen van 1951 geenszins
reden mag zijn de activiteit te verminderen.
Verhoging der productiviteit, zo zei hij,
is onder meer afhankelijk van de wijze
waarop een bedrijf is georganiseerd. Hij
noemde de reizen van -Nederlandse in
dustriëlen naar Amerika onder auspiciën
van de E.C.A. van grote betekenis.
Wat de overheid doet
Ten aanzien van het aandeel van de
overheid in de verhoging der productivi
teit herinnerde de minister aan de instel
ling van een commissie, die tot taak heeft
een onderzoek in te stellen naar de moge
lijkheid van coördinatie van de Loonbe
lasting en de Vereveningsheffing enerzijds
en de heffingen van de sociale verzeke
ringspremies anderzijds, hetgeen kan leiden
tot vereenvoudiging van de administratie.
Voorts is een commissie ingesteld, welke
nagaat op welke wijze rationalisatie in de
volkswoningbouw kan worden bereikt. Een
andere commissie bestudeert de moderni
sering van gemeentelijke bouwverorde
ningen.
Het is verder mogelijk dat de overheid,
ook de lagere publiekrechtelijke organen,
door gemeenschappelijk overleg ertoe ko
men meer eenheid te brengen in de vraag
naar bepaalde producten. Daardoor zal de
standaardisatie van een aantal producten
kunnen worden bespoedigd met als gevolg
een stijging van de productiviteit.
De regering doet ter bevordering van de
wenselijke concurrentie zoveel mogelijk
langs de weg van aanbesteding werken uit
voeren.
Ook op eigen terrein poogt de overheid
het bedrijfsleven een goed voorbeeld te
geven. Verschillende departementen be
schikken over efficiëntie-bureaux en heb
ben eigen organisatiedeskundigen in dienst.
De besturen der lagere overheidsorganen
is "er op gewezen gewezen, welke mogelijk
heden er nog op het terrein der efficiëntie
bestaan.
Bij het ministerie van Oorlog en Marine
wordt aan de efficiëntiebèvordering veel
aandacht besteed. Een efficiëntie-bureau
bestaande uit 16 personen houdt zich bezig
met het onderzoek zowel van de admini
stratieve als van de technische organisatie.
Goede producten tegen
lage prijs
Tenslotte zei de minister dat het Neder
landse volfk erop bedacht moet zijn en
blijven, dat Nederland op de wereldmarkt
zijn plaats moet behouden door producten
te brengen van zeer goede kwaliteit tegen
Enkele weken geleden deelden wij mee,
dat B. en W. voornemens waren bij de ge
meenteraad een voorstel in te dienen om
gronden in erfpacht uit te geven voor het
vestigen van een industrie in de Waarder
polder. In de Woensdagmiddag te houden
vergadering van de gemeenteraad zal een
voorstel aan de orde komen om aan de
N.V. Grafische Industrie te Heemstede
voor de tijd van vijf en zeventig jaar in
erfpacht uit te geven een gedeelte grond,
gelegen aan de Oudeweg, hoek Nijverheids-
weg, groot ongeveer 2200 m2. De grond
zal worden bestemd voor de bouw van een
fabrieksgebouw met kantoorruimte. De
jaarlijkse erfpachtscanon voor een deel zal
f 0.80 per m2 bedragen en voor een ander
deel f 1 per m2. De erfpachtster heeft tot
vijf jaren na de datum van ingang van het
erfpachtsrecht het recht de grond te kopen.
De prijs van een deel bedraag f 16 per m2
en van een ander deel f 20 per m2. Ten
einde een uitbreidingsmogelijkheid voor
de verdere toekomst open te stellen is on
derhandeld over een aangrenzend perceel.
Met de N.V. is in beginsel overeengekomen
dat zij gedurende een periode van twee
jaar het recht zal krijgen te bepalen, dat
zij deze grond tot haar beschikking zal
krijgen. Voorts delen B. en W. mee, dat on
derhandeld is over het garanderen door de
gemeente van de rente en aflossing van de
door de N.V. Grafische Industrie te Heem
stede voor de bouw van het nieuwe fa
briekspand te lenen gelden. Het bedrag van
deze lening zal belopen ongeveer 75 van
de bouwkosten. Het overige bedrag zal uit
eigen middelen worden gefinancierd. De
bouwkosten zullen ongeveer f 400.000 be
dragen. Volgens B. en W. zijn er aan het
verlenen van een garantie voor de ge
meente geen bijzondere risico's verbonden.
De gemeente zal bovendien een recht van
eerste hypotheek verkrijgen op het ge
bouw en od de industriële inventaris. B. en
W. stellen de raad voor de garantie te
verlenen.
Ir. P. F. S. Otten, voorzin er van het
presidium van de raad van bestuur der N.V.
Philips, zal de arbeidsgebieden, welke waren
toevertrouwd aan de heer J. Ca de Vries, ad
interim vertegenwoordigen in de raad van
bestuur. De dagelijkse leiding van de finan
ciële afdeling is voorlooig in handen gelegd
van de heren W. A. de Jonge en C. Willemse.
DINSDAG 8 JANUARI
Stadsschouwburg: „Eens in de honderd
jaar" (Nederlandse Comedie), 8 uur. City:
„De onvindbare Pimpernel", 14 j., 7 en 9.15
uur. Spaarne: „Grensconflicten", „De onzicht
bare hand", 14 j.. 7 en 9.15 uur. Frans Hals:
„Born Yesterday", 18 j., 8 uur. Rembrandt:
„Het lied van de Zuidzee", alle leeft.. 7 en
9.15 uur. Palace: „Alice in wonderland", alle
leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: „Morgen is'.te
laat", 14 j., 2, 7 en 9.15 uur.
WOENSDAG 9 JANUARI
Cultura: Nederlandse Vereniging van Spi
ritisten „Harmonia", 8 uur. Mincrva-theater
(Heemstede) „Warschau Concerto", 14 jaar,
2.30 en 8.15 uur. Palace, Rembrandt: 2, 4.15,
7 en 9.15 uur. Luxor: 2, 7 en 9.15 uur. Spaarne:
2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: 2.30, 7
en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur.
(Zie programma van Maandag).
zo laag mogelijke prijs. Zou Nederland
daarin niet slagen, dan betekent dit het
verloren gaan van een gedeelte van zijn
export met als gevolg een drastische ver
laging van zijn import, hetgeen in dit ge
val neerkomt op minder grondstoffen, het
sluiten van bedrijven en massale werkloos
heid. Deze kringloop kan alleen worden
doorbroken door productiviteitsverhoging.
De inspanning behoort er op gericht te
zijn uit de thans reeds bij het voort-
brengingsproces ingeschakelde productie
factoren een grotere hoeveelheid product te
winnen. Indien de economische integratie
van Europa zou voortschrijden, zal dit
vraagstuk voor Nederland van. nog grotere
betekenis worden dan het nu reeds is.
Hedenmorgen heeft de rechtbank te
's-Gravenhage uitspraak gedaan in de ci
viele procedure, die door een negental
voormalige leden van het Zuid-Nederlands
toneel aanhangig was gemaakt tegen de
leider van dit gezelschap, de heer Pierre
Balledux.
Uit interne verwikkelingen bij het Zuid-
Nederlands toneel vloeide een faillisse
mentsaanvrage en het ontslag van een
aantal spelers in September 1949 voort.
Deze acteurs, die zich benadeeld gevoel
den, maakten een civiele procedure aan
hangig bij het Kantongerecht in Den Haag
om het gegeven ontslag ongedaan te ma
ken. De kantonrechter wees deze vorde
ring echter af. De rechtbank heeft dit
vonnis thans bekrachtigd.
ADVERTENTIE
Op een paar honderd meter afstand van
het eilandje Meloria in de Golf van Livorho
hebben Italiaanse duikers op de bodem van
de zee een oud galjoen gevonden. Zij zijn
er in 'geslaagd een kanon uit het schip naar
boven te brengen. Uit, een onderzoek van
het kanon hoopt men te kunnen afleiden,
uit welke tijd het galjoen stamt en tot welk
land het behoorde.
Aangenomen wordt, dat het een van de
vaartuigen is, die deelnamen aan de grote
zeeslag van 14 Maart 1652 tussen Neder
landse en Britse schepen of dat het een
van de kaperschepen is, die tot de acht
tiende eeuw het gebied aldaar onveilig
maakten.
Mej. H. van Leeuwen ie Bloemendaal en
de heer W. Vlot te IJmuiden zijn benoemd
als onderwijzer (es) aan de Noorderschool te
Haarlem.
99
Gisteren is de ongekroonde koning der revue-komieken" Johan Buziau 75 jaar
geworden en een der velen die hem in zijn woning te Rijswijk kwamen gelukwensen
was zijn leerling en bewonderaar Toon Hermans. Foto: Natuurlijk ging het gesvrek
over ..het vak".
(Van onze parlementaire redacteur)
Naar aanleiding van de publicaties over
het geval-Van der Putten en met name ook
in het bijzonder ten aanzien van enige door
Trouw gemaakte opmerkingen heb ik aan
minister Staf de volgende vier vragen voor
gelegd:
Hebt u ook zelf een onderzoek ingesteld,
dus in zekere zin los van hetgeen de com-
inissie-Zaayer heeft gedaan?
Is u op een of andere wijze gebleken dat
rapporten voor u bestemd door ambtenaren
onderschept en veranderd waren?
Is een gunstige beoordeling ten opzichte
van de heer Van der Putten door zijn direc
te chef in ongunstige zin gewijzigd?
Geeft u er inderdaad de voorkeur aan
in deze omstandigheden belangrijke brie
ven aan uw privé-adres in plaats van op
het ministerie te ontvangen?
Ten opzichte van de eerste vraag kreeg
ik een antwoord waaruit bleek dat inder
daad de minister ook zelf met betrekking
tot deze zaak een en ander onderzocht had.
Het toeval wilde dat hij de heer Van der
Putten zelf kende en een en ander van deze
afwist. Op de tweede en derde vraag kreeg
ik een volstrekte ontkenning te horen. Toen
ik daarop nader informeerde of het dan
toch niet was voorgekomen dat rapporten
bij ambtenaren waren blijven liggen, gaf
de minister te verstaan dat zulks in het
algemeen in de parlementaire tredmolen en
heus niet alleen op het ministerie van Oor
log voorkomt en dat, als zich dan dergelijke
fouten voordoen, de heren ter dege op hun
nummer worden gezet. „Ge kunt er echter
staat op maken dat ik mij werkelijk op
mijn ministerie niet afgesloten gevoel en
er ook niet de man naar ben om iets van
dien aard te mijnen opzichte te dulden.
Nogmaals, van onderscheppen en verande
ren van rapporten is absoluut geen sprake
geweest."
En nu de gang van zaken waarop de der
de vraag doelt. Hier moet in de pers be-
De Amerikaanse pers heeft zich bij de jaarwisseling verdiept in de mogelijkheden
die de Koreaanse campagne bieden zou wanneer de thans aan de gang zijnde
onderhandelingen over een wapenstilstand zouden mislukken, of wanneer een
eventuele wapenstilstand naderhand zou worden geschonden door de tegenpartij.
Zij is daarbij rekening houdend met officieuze inlichtingen van regeringszijde
tot de conclusie gekomen dat het niet de bedoeling van Washington is om in
dat geval do uitputtende en tot niets leidende stellingenoorlog te hervatten volgens
het procédé dat tot nu toe gevolgd is en dat resulteerde in een heen en weer rellen
der oorlogswais in Korea's „middenrif". De grote verliezen van de Koreaanse ooriog
hebben de legerautoriteiten in Washington en Tokio doen afzien van een voort
zetting ervan, en doen uitzien naar een andere manier om communistisch China de
voet dwars te zetten. Deze andere manier zal volgens de Amerikaanse pers een
campagne tegen China's continent zelf zijn, bestaande uit een blokkade ter zee en
in de lucht, gepaard gaande met bombardementen op strategische doelen.
Uit deze prognose blijkt, dat de Ameri
kanen er op voorbereid zijn al hun troepen
in Korea te verzamelen op een sterke linie,
die dan louter defensief zou moeten wer
ken. Mocht deze linie desondanks niet
houdbaar blijken, dan zouden de troepen
van Ridgway het schiereiland ontruimen
en zou de oorlog tegen China gevoerd wor
den van Japan en andere strategische pun
ten in de nabijheid van de Chinese kust uit.
Zoals ook Tsjang Kai Tsjek na zijn neder
laag van Formosa uit de tegenstand een
tijdlang voortzette door bijna dagelijkse
bombardementen op havensteden en an
dere bereikbare Chinese centra, zo zal dan
ook Amerika een afmattingsoorlog legen
China ontketenen zonder risico van grote
verliezen aan mensen en materieel.
Deze berichten in de Amerikaanse pers
geven geen bijzonderheden over een be
langrijk aspect van de kwestie, namelijk
of het de bedoeling is dat deze actie tegen
China een zuiver-Amerikaanse aangelegen
heid zal zijn of dat getracht zal worden er
een UNO-actie van te maken. Dat is op dit
moment een critieke vraag, aangezien er
in UNO-kringen blijkens allerlei sympto
men die tijdens debatten in Parijs tot uiting
komen, aarzelingen van verschillende aard
zijn ontstaan ten aanzien van de Koreaanse
kwestie. Er is een groeiende neiging te con
stateren in de middengroep de delegaties
uit het Verre en Nabije Oosten, alsmede
enkele der Zuid-Amerikaanse om de
bemoeienis van de UNO groter te maken.
Met name stemt deze groep in met een
(overigens inconsequente) Russische sug
gestie om de Veiligheidsraad te betrekken
in de bestandsbesprekingen.
Merkwaardig genoeg is het juist de Vei
ligheidsraad geweest, die indertijd de ver
antwoordelijkheid voor de UNO-actie in
Korea heeft aanvaard. Dit was mogelijk
door afwezigheid van de Russische delega
tie, die een veto verhinderde. Thans wil
Amerika*de Veiligheidsraad buiten het ge
ding houden, omdat de Russen blijkbaar
teruggekomen zijn op hun strategische
blunder in dit UNO-orgaan en gemerkt
hebben dat wegblijven niet de aangewezen
manier is om ongewenste acties te voor
komen.
De Veiligheidsraad is inderdaad vol
gens UNO-procedure en louter formeel ge
zien de aangewezen instantie om aange
legenheden als de Koreaanse te behande
len. Dat is op deze plaats al meermalen be
toogd in verband met de eigendunkelijke
manier waarop de Verenigde Staten de
Koreaanse oorlog voeren. De opperbevel
hebber van het UNO-leger, Ridgway, is in
theorie de ondergeschikte van de Veilig
heidsraad en enkel dit feit verbindt de
legereenheden en de strategische "plannen
van Ridgway met de UNO. Door de ont
wikkelingen in de Koreaanse zaak is dit
belangrijke UNO-orgaan buiten werking
gesteld.
Ofschoon deze hele kwestie de UNO on
noemelijk veel schade heeft berokkend in
haar prestige, kan die schade toch niet in
de verte vergeleken worden met de gevol
gen, die een eventueel aanvaarden van de
UNO-verantwoordelijkheid voor een regel
rechte oorlog met China zou hebben. Het
uiteenvallen van de UNO in een Atlantisch
pact-groep, een groep van Oosterse lan
den en een communistische groep, wat
onvermijdelijk op die oorlogstoestand zou
volgen, zou het einde van de wereld
organisatie betekenen. Er zijn bepaalde
groeperingen in verschillende landen die
dit" uiteenvallen blijkbaar als gunstig be
schouwen, doch in het algemeen is men
huiverig voor een terugkeer naar de voor
oorlogse toestand, waarin een podium ont
brak waar tegenstanders elkander konden
ontmoeten.
Misschien is de overtuiging dat men
China voorgoed in de armen van de Sovjets
zou drijven door Chinese bevolkingscentra
in naam der UNO te bombarderen, nog
niet voldoende doorgedrongen in het Wes
ten, of wellicht meent men dat de greep dei-
Sovjets op China reeds zo stevig is, dat er
toch niet meer te winnen zou zijn. Aan de
andere kant moet men zich toch afvragen
waar een zee- en luchtoorlog tegen het ge
weldige Chinese vasteland op zou moeten
uitlopen. Het lijkt dat men onvoldoende
rekening houdt met het feit, dal de Chine
se bevolking volkomen onmondig aan de
communistische machthebbers in Peking is
ten offer gevallen niet in de laatste
plaats door het wanregiem van Tsjang Kai
Tsjek en het noch de Sovjets, noch het
politieke apparaat van Mau Tse Toeng
veel schade zal doen wanneer bombarde
menten wekelijks enige duizenden van die
onmondigen wegvagen. Als dergelijke bom
bardementen zonder uiteindelijke doelstel
ling bovendien nog de toch al zo dunne
draad, waarmede de landen van het Mid
den- en Verre Oosten aan de Westelijke
strevingen gebonden zijn, zouden door
snijden, lijkt het voordeliger voor het Wes
ten om te trachten via de middengroepering
in de UNO tot een vergelijk met China te
komen.
Dat een dergelijk vergelijk niet bereik
baar is door middel van de delegaties te
Panmoendjom is al duidelijk gebleken. Het
inschakelen van de UNO bij de onderhan
delingen lijkt op dit moment zeer urgent.
Tenzij men de UNO als een last be
schouwt en haar kwijt wil, maar dat kan
speciaal wat de kleinere landen betreft
toch moeilijk worden aangenomen.
J. L.
paald een misverstand een rol hebben ge
speeld, want het ging hem niet om een
gunstige beoordeling door Van der Putten's
directe chef, die in ongunstige zin werd
gewijzigd, maar om twee volkomen ge
scheiden en op uiteenlopende tijdstippen
binnengekomen beoordelingen. De ongun
stige beoordeling hing samen met moeilijk
heden van de zijde van de heer Van der
Putten gemaakt wegens zijn verplaatsing.
Hij kwam namelijk in verzet tegen het feit,
dat terwijl hij in Nederlands Indië (bij het
KNIL) technisch hoofdambtenaar was ge
weest, hij hier eerst de positie van tech
nisch ambtenaar zou krijgen, hetgeen vol
komen overeenstemt met het feit dat bij
overplaatsingen van mensen van het KNIL
naar Nederland zij ten onzent eerst een
lagere rang krijgen. Het verzet van de heer
Van der Putten tegen deze gang van zaken
had er kennelijk toe geleid dat in het bij
zonder over zijn optreden een ongunstig
rapport was opgesteld. Intussen kwam er
over zijn bekwaamheden als vakman een
ander rapport binnen tussen het eerste
en tweede lag ongeveer een tijdsverschil
van drie maanden en dat was dermate
gunstig dat de minister toen tot de conclu
sie kwam dat de heer Van der Putten voor
de Marine waarheen hij inmiddels is
verplaatst een goede kracht was.
Dat minister Staf er de voorkeur aan
geeft bepaalde brieven niet aan een der
departementen maar aan zijn privé-adres
te ontvangen, heeft niets te maken met het
geval-Van der Putten. Het betreft die ge
vallen, waarin de minister zelf al het no
dige gehoord heeft en waarbij mensen be
trokken zijn die hetzij door hun stijl en
taal hetzij door hun handschrift niet in
staat zijn stukken in te zenden, die bij de
gewone ambtelijke instanties voldoende
aandacht zouden krijgen. Om te voorkomen
dat dergelijke brieven in de ambtelijke
molen in de verdrukking geraken, advi
seert de minister de betrokkenen deze aan
zijn privé-adres te zenden. Hieruit mag
geenszins worden afgeleid dat de minister
de gang van zaken met de cnrresoondentie
op zijn departement zou wantrouwen.
Per vliegtuig zijn op Schiphol 23 Surina-
mers aangekomen, die zich als vrijwilligers
voor Korea hebben opgegeven.
De opleiding van deze vrijwilligers ge
schiedt bij het corps commando-troepen te
Rozendaal. Het is de bedoeling, wanneer
deze opleiding de gewenste resultaten heeft,
half Maart de Surinamers naar Korea te
doen vertrekken tezamen met Korea-vrij-
willigers uit Nederland.
Wij hebben hier te doen met een won
derlijke overgang van betekenis. Thans
verstaan wij onder kokerellen: nog gauw
even wat koken, zonder veel omslag een
maaltijd gereedmaken. Maar in het
Middelnederlands betekende het: feest
vieren. En nog vreemder is het verband
met het Franse woord caracole: slakken
huis. Toch moeten wij van het laatste
woord uitgaan en denken aan de win
dingen van een slakkenhuis. Caracole
betekent derhalve ook: draaiing, zwen
king. In de 17de eeuw sprak men van:
karkollen maken: bokkesprongen ma
ken. Een kararol is dus een rondedans,
een slingerdeslang, zoals die vroeger op
Vastenavond door oud en jong werd ge
danst. Daar er op die avond ook braaf
gesmuld werd, trad verwarring op met
het werkwoord koken. En de betekenis
daarvan verdrong zelfs de vroegere ge-
Volgens berekeningen van de K.N.A.C.
bedroeg het aantal motorrijtuigen in Ne
derland op 1 Januari 1952: 165.000
(138.625) personenauto's, 6.000 (5.763)
bussen, 86.000 (71.416) vrachtauto's, 4.000
(3.649) trekauto's (voor opleggers), 110.500
(95.299) motorrijwielen en 185.000 (55.239)
rijwielen met hulpmotor.
De tussen haakjes geplaatste cijfers zijn
de door het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek verstrekte gegevens per 1 Augus
tus 1950.
(Reuter). Op het laatste deel van de
reis naar Falmouth kwam de „Flying En
terprise" vandaag in zwaardere zeegang.
De wind is wat toegenomen en de golfslag
werd hoger. Mistbanken belemmerden nu
en dan het uitzicht. Hedenmorgen bevon
den de „Flying Enterprise'- en de „Turmoil"
zich nog op 80 mijl van het land, zij moes
ten echter nog 110 mijl afleggen om Fal
mouth te bereiken. De sleep schiet goed
op. Zonder ongelukken kunnen de schepen
binnen 24 uur Falmouth bereiken.
Gisteren hebben kapitein Carlsen en
stuurman Dancy bij het aan boord halen
van de lijn met voedsel van de torpedo-
bootjager „William Keith" hun handen ge
schaafd. Zij zijn door de voortdurende con
trole van de sleepblokken, die op het hel
lende schip veel inspanning vergt, zeer ver
moeid.
De radiobatterijen van de Enterprise zijn
bijna uitgeput, zodat de gesprekken met
Carlsen tot een minimum zijn beperkt.
De hotels in Falmouth zijn reeds geheel
bezet. Talrijke journalisten en fotografen
zijn naar deze haven gekomen.
Admiraal Boone, commandant van de
Amerikaanse Marinestrijdkrachten in het
Oostelijk deel van de Atlantische Oceaan,
verklaarde, dat' kapitein Carlsens kansen
naar zijn mening niet meer dan vijftig tegen
vijftig zouden zijn geweest, indien de En
terprise zou zijn gekapseisd, ook al waren
er schepen in de onmiddellijke nabijheid.
De Franse minister voor de koopvaardij
vloot, André Morice, heeft kapitein Kurt
Carlsen de hoogste onderscheiding van de
Franse koopvaardijvloot het officiers
kruis van zeevaartkundige verdienste
verleend.
Deze onderscheiding wordt slechts zel
den toegekend aan zeelieden, die tijdens
hun dienst op zee buitengewone moed be
tonen.
Bergingsloon
De heldhaftige vasthoudendheid van de
gezagvoerder van de „Flying Enterprise",
beeft aanleiding gegeven tot allerlei le
zingen omtrent het internationale zeerecht
met betrekking tot het bergen van schepen.
Er wordt zelfs verkondigd, dat een schip,
wanneer het eenmaal geheel verlaten is,
zonder meer tot buit kan worden verklaard.
Dit laatste moge misschien in oude tijden
zo geweest zijn, zo verklaarde men het
ANP in bevoegde makelaarskringen in
Rotterdam, maar tegenwoordig is daar geen
sprake meer van. Alleen is het percentage-
verschil zeer belangrijk. Blijft er iemand
van de bemanning aan boord, zoals in het
geval van de „Flying Enterprise", dan kun
nen de bergers een lagere claim indienen
dan wanneer het schip verlaten is. Meestal
wordt er in al deze gevallen een arbitrage
commissie benoemd, bij wier uitspraak
beide partijen zich neerleggen.
Naar aanleiding van de afwijzende be
slissing van de Zandvoortse gemeenteraad
op een verzoek van de heer A. H. Pompcr
om hem een stuk duinreep in erfpacht te
geven, nodig voor de aanbouw aan zijn
café-restaurant „Riche" van een hötel-
accomodatie, heeft de burgemeester van
Zandvoort, mr. H. M. van Fenema, een
onderhoud gehad met de directeur-gene
raal van de middenstand, dr. W. L. Groe-
neveld Meijer. Zulks in verband met het
feit, dat de heer Pomper voor zijn hotel-
project een bedrag van ongeveer f 250.000
uit de tegenwaardefondsen der Marshall
hulp heeft toegewezen gekregen. De bur
gemeester heeft verzocht om genoemd be
drag alsnog voor Zandvoort te reserveren.
Hoewel het onderhoud in een prettige
sfeer plaats vond, kon de burgemeester
zich na afloop ervan niet verhelen, dat de
perspectieven voor behoud van deze gel
den voor het plan-Pomper uitermate som
ber zijn. Dr. Groeneveld Meijer heeft de
burgemeester uiteengezet, dat voor het
plan-Pomper ongeveer een dozijn, door
alle technische, economische en financiële
instanties goedgekeurde plannen voor hó
telbouw elders in Nederland, heeft moe
ten wijken. Het feit, dat Zandvoort de
enige gemeente is, die voor twee hotels
Marshallhulp kreeg toegezegd, heeft in den
lande nogal wat reactie opgeleverd, voor
al in de provincie Noord-Brabant, waar
men in het geheel geen Marshallhulp voor
hótelbouw kreeg.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat
dr. Groeneveld Meijer onmiddellijk na
dat de beslissing van de Zandvoortse raad
bekend werd van verscheidene kanten
het dringend verzoek heeft gekregen om in
aanmerking te komen voor de Marshall
hulp, die in Zandvoort niet besteed kon
worden. De burgemeester moest dan ook
inzien, dat verwacht kan worden dat on
der deze omstandigheden noch dr. Groe
neveld Meijer, noch de minister zonder
portefeuille prof. dr. Albregts, bereid zul
len zijn deze zaak maandenlang aan te
houden, om af te wachten of men zich in
Zandvoort over dit plan nog nader zal be
raden.
Het enig resultaat dat de burgemeester
bij zijn bezoek kon bereiken is, dat de dis
cussie over de eventuele andere bestem
ming van de aan de heer Pomper toege
zegde Marshall-gelden tot uiterlijk het
eind van deze maand werd uitgesteld.
Uit de Opregte Haariemsche Courant
van 8 Januarij 1852
MIDDELBURG. Berigten uit Zie-
rikzee maken melding van een ontzet
tend ongeluk, dat in den avond van
Nieuw jaarsdag de stad getroffen heeft.
Terwijl eenige knapen op de straat bezig
waren met het afsteken van dusgenaam
de voetzoekers of zwermers en som
mige daarvan baldadig in de huizen
wierpen, geraakte zoodanig vuurwerk
ook in een winkel, waar een vaatje
buskruit voorhanden stond. Onmiddel
lijk volgde er eene geweldige uitbarsting
Het geheele winkelhuis stortte in en
allen, die in of nabij hetzelve waren,
werden onder het puin bedolven. Toen
de eerste schrik voorbij was, de schut
terij in de wapenen gekomen en de
brandspuit aangerukt, trachtte men
hulp aan te brengen en werden tien
vreeselijk misvormde lichamen van on
der het puin weggehaald
Van sommigen der twintig personen,
die bij de ramp zwaai- gekwetst werden,
vreest men dat zij zullen bezwijken.