Minister Staf werpt een ander licht op de zaak-Van der Putten Wil men de UNO Sombere vooruitzichten voor Zandvoorts hótelbouw Buuz" vijfenzeventig jaar Groter efficiency in bedrijven kan leiden tot tijdelijke werkloosheid IN DE WERELDPOLITIEK rHoe is het ontstaan?^ Een Eeuw geleden Er is geen sprake van dat ambtenaren de rapporten in ongunstige zin veranderden Falmouth wacht gespannen op de „Flying Enterprise DINSDAG 8 JANUARI 1952 MINISTER ALBREGTS Zij moet echter worden aanvaard om blijvende werkloosheid te voorkomen Bouw grafische industrie in de Waarderpolder Agenda voor Haarlem De zaak Balledux ELE VIRGINIA Oud galjoen gevonden Ontvangst van brieven aan privé- adres heeft geheel andere reden Buiten werking Kor^*-^r"willigrers uit Suriname Dit woord: KC KERELLEN J Meer bromfietsen dan personenauto's Marshallhulp blijft tot eind Januari gereserveerd Op de heden in Utrecht gehouden nationale productiviteitsdag heeft minister prof. dr. A. H. M. Albregts een rede gehouden, waarin hij onder meer zei dat verhoging der productiviteit als gevolg van een organisatie-onderzoek in bepaalde bedrijfstakken aanleiding kan zijn tot tijdelijke werkloosheid. Al zal nu per 1 Juli de Wachtgeld- en Werkloosheidsverzekeringswet in werking treden en dus ten aanzien van de geldelijke gevolgen van de werkloosheid een bevredigend geheel van maatregelen getroffen zijn, toch zal deze tijdelijke werkloosheid een gevaar blijven vormen. Deze werkloosheid moet door het Nederlandse volk worden aanvaard teneinde een grotere werkloosheid van blijvende aard te voorkomen. De minister zei dat de recente verbetering van de Nederlandse handelsbalans en de stijging van het indexcijfer van de indu striële productie van 113 in 1948 tot 144 over drie kwartalen van 1951 geenszins reden mag zijn de activiteit te verminderen. Verhoging der productiviteit, zo zei hij, is onder meer afhankelijk van de wijze waarop een bedrijf is georganiseerd. Hij noemde de reizen van -Nederlandse in dustriëlen naar Amerika onder auspiciën van de E.C.A. van grote betekenis. Wat de overheid doet Ten aanzien van het aandeel van de overheid in de verhoging der productivi teit herinnerde de minister aan de instel ling van een commissie, die tot taak heeft een onderzoek in te stellen naar de moge lijkheid van coördinatie van de Loonbe lasting en de Vereveningsheffing enerzijds en de heffingen van de sociale verzeke ringspremies anderzijds, hetgeen kan leiden tot vereenvoudiging van de administratie. Voorts is een commissie ingesteld, welke nagaat op welke wijze rationalisatie in de volkswoningbouw kan worden bereikt. Een andere commissie bestudeert de moderni sering van gemeentelijke bouwverorde ningen. Het is verder mogelijk dat de overheid, ook de lagere publiekrechtelijke organen, door gemeenschappelijk overleg ertoe ko men meer eenheid te brengen in de vraag naar bepaalde producten. Daardoor zal de standaardisatie van een aantal producten kunnen worden bespoedigd met als gevolg een stijging van de productiviteit. De regering doet ter bevordering van de wenselijke concurrentie zoveel mogelijk langs de weg van aanbesteding werken uit voeren. Ook op eigen terrein poogt de overheid het bedrijfsleven een goed voorbeeld te geven. Verschillende departementen be schikken over efficiëntie-bureaux en heb ben eigen organisatiedeskundigen in dienst. De besturen der lagere overheidsorganen is "er op gewezen gewezen, welke mogelijk heden er nog op het terrein der efficiëntie bestaan. Bij het ministerie van Oorlog en Marine wordt aan de efficiëntiebèvordering veel aandacht besteed. Een efficiëntie-bureau bestaande uit 16 personen houdt zich bezig met het onderzoek zowel van de admini stratieve als van de technische organisatie. Goede producten tegen lage prijs Tenslotte zei de minister dat het Neder landse volfk erop bedacht moet zijn en blijven, dat Nederland op de wereldmarkt zijn plaats moet behouden door producten te brengen van zeer goede kwaliteit tegen Enkele weken geleden deelden wij mee, dat B. en W. voornemens waren bij de ge meenteraad een voorstel in te dienen om gronden in erfpacht uit te geven voor het vestigen van een industrie in de Waarder polder. In de Woensdagmiddag te houden vergadering van de gemeenteraad zal een voorstel aan de orde komen om aan de N.V. Grafische Industrie te Heemstede voor de tijd van vijf en zeventig jaar in erfpacht uit te geven een gedeelte grond, gelegen aan de Oudeweg, hoek Nijverheids- weg, groot ongeveer 2200 m2. De grond zal worden bestemd voor de bouw van een fabrieksgebouw met kantoorruimte. De jaarlijkse erfpachtscanon voor een deel zal f 0.80 per m2 bedragen en voor een ander deel f 1 per m2. De erfpachtster heeft tot vijf jaren na de datum van ingang van het erfpachtsrecht het recht de grond te kopen. De prijs van een deel bedraag f 16 per m2 en van een ander deel f 20 per m2. Ten einde een uitbreidingsmogelijkheid voor de verdere toekomst open te stellen is on derhandeld over een aangrenzend perceel. Met de N.V. is in beginsel overeengekomen dat zij gedurende een periode van twee jaar het recht zal krijgen te bepalen, dat zij deze grond tot haar beschikking zal krijgen. Voorts delen B. en W. mee, dat on derhandeld is over het garanderen door de gemeente van de rente en aflossing van de door de N.V. Grafische Industrie te Heem stede voor de bouw van het nieuwe fa briekspand te lenen gelden. Het bedrag van deze lening zal belopen ongeveer 75 van de bouwkosten. Het overige bedrag zal uit eigen middelen worden gefinancierd. De bouwkosten zullen ongeveer f 400.000 be dragen. Volgens B. en W. zijn er aan het verlenen van een garantie voor de ge meente geen bijzondere risico's verbonden. De gemeente zal bovendien een recht van eerste hypotheek verkrijgen op het ge bouw en od de industriële inventaris. B. en W. stellen de raad voor de garantie te verlenen. Ir. P. F. S. Otten, voorzin er van het presidium van de raad van bestuur der N.V. Philips, zal de arbeidsgebieden, welke waren toevertrouwd aan de heer J. Ca de Vries, ad interim vertegenwoordigen in de raad van bestuur. De dagelijkse leiding van de finan ciële afdeling is voorlooig in handen gelegd van de heren W. A. de Jonge en C. Willemse. DINSDAG 8 JANUARI Stadsschouwburg: „Eens in de honderd jaar" (Nederlandse Comedie), 8 uur. City: „De onvindbare Pimpernel", 14 j., 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Grensconflicten", „De onzicht bare hand", 14 j.. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Born Yesterday", 18 j., 8 uur. Rembrandt: „Het lied van de Zuidzee", alle leeft.. 7 en 9.15 uur. Palace: „Alice in wonderland", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: „Morgen is'.te laat", 14 j., 2, 7 en 9.15 uur. WOENSDAG 9 JANUARI Cultura: Nederlandse Vereniging van Spi ritisten „Harmonia", 8 uur. Mincrva-theater (Heemstede) „Warschau Concerto", 14 jaar, 2.30 en 8.15 uur. Palace, Rembrandt: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: 2, 7 en 9.15 uur. Spaarne: 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: 2.30, 7 en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. (Zie programma van Maandag). zo laag mogelijke prijs. Zou Nederland daarin niet slagen, dan betekent dit het verloren gaan van een gedeelte van zijn export met als gevolg een drastische ver laging van zijn import, hetgeen in dit ge val neerkomt op minder grondstoffen, het sluiten van bedrijven en massale werkloos heid. Deze kringloop kan alleen worden doorbroken door productiviteitsverhoging. De inspanning behoort er op gericht te zijn uit de thans reeds bij het voort- brengingsproces ingeschakelde productie factoren een grotere hoeveelheid product te winnen. Indien de economische integratie van Europa zou voortschrijden, zal dit vraagstuk voor Nederland van. nog grotere betekenis worden dan het nu reeds is. Hedenmorgen heeft de rechtbank te 's-Gravenhage uitspraak gedaan in de ci viele procedure, die door een negental voormalige leden van het Zuid-Nederlands toneel aanhangig was gemaakt tegen de leider van dit gezelschap, de heer Pierre Balledux. Uit interne verwikkelingen bij het Zuid- Nederlands toneel vloeide een faillisse mentsaanvrage en het ontslag van een aantal spelers in September 1949 voort. Deze acteurs, die zich benadeeld gevoel den, maakten een civiele procedure aan hangig bij het Kantongerecht in Den Haag om het gegeven ontslag ongedaan te ma ken. De kantonrechter wees deze vorde ring echter af. De rechtbank heeft dit vonnis thans bekrachtigd. ADVERTENTIE Op een paar honderd meter afstand van het eilandje Meloria in de Golf van Livorho hebben Italiaanse duikers op de bodem van de zee een oud galjoen gevonden. Zij zijn er in 'geslaagd een kanon uit het schip naar boven te brengen. Uit, een onderzoek van het kanon hoopt men te kunnen afleiden, uit welke tijd het galjoen stamt en tot welk land het behoorde. Aangenomen wordt, dat het een van de vaartuigen is, die deelnamen aan de grote zeeslag van 14 Maart 1652 tussen Neder landse en Britse schepen of dat het een van de kaperschepen is, die tot de acht tiende eeuw het gebied aldaar onveilig maakten. Mej. H. van Leeuwen ie Bloemendaal en de heer W. Vlot te IJmuiden zijn benoemd als onderwijzer (es) aan de Noorderschool te Haarlem. 99 Gisteren is de ongekroonde koning der revue-komieken" Johan Buziau 75 jaar geworden en een der velen die hem in zijn woning te Rijswijk kwamen gelukwensen was zijn leerling en bewonderaar Toon Hermans. Foto: Natuurlijk ging het gesvrek over ..het vak". (Van onze parlementaire redacteur) Naar aanleiding van de publicaties over het geval-Van der Putten en met name ook in het bijzonder ten aanzien van enige door Trouw gemaakte opmerkingen heb ik aan minister Staf de volgende vier vragen voor gelegd: Hebt u ook zelf een onderzoek ingesteld, dus in zekere zin los van hetgeen de com- inissie-Zaayer heeft gedaan? Is u op een of andere wijze gebleken dat rapporten voor u bestemd door ambtenaren onderschept en veranderd waren? Is een gunstige beoordeling ten opzichte van de heer Van der Putten door zijn direc te chef in ongunstige zin gewijzigd? Geeft u er inderdaad de voorkeur aan in deze omstandigheden belangrijke brie ven aan uw privé-adres in plaats van op het ministerie te ontvangen? Ten opzichte van de eerste vraag kreeg ik een antwoord waaruit bleek dat inder daad de minister ook zelf met betrekking tot deze zaak een en ander onderzocht had. Het toeval wilde dat hij de heer Van der Putten zelf kende en een en ander van deze afwist. Op de tweede en derde vraag kreeg ik een volstrekte ontkenning te horen. Toen ik daarop nader informeerde of het dan toch niet was voorgekomen dat rapporten bij ambtenaren waren blijven liggen, gaf de minister te verstaan dat zulks in het algemeen in de parlementaire tredmolen en heus niet alleen op het ministerie van Oor log voorkomt en dat, als zich dan dergelijke fouten voordoen, de heren ter dege op hun nummer worden gezet. „Ge kunt er echter staat op maken dat ik mij werkelijk op mijn ministerie niet afgesloten gevoel en er ook niet de man naar ben om iets van dien aard te mijnen opzichte te dulden. Nogmaals, van onderscheppen en verande ren van rapporten is absoluut geen sprake geweest." En nu de gang van zaken waarop de der de vraag doelt. Hier moet in de pers be- De Amerikaanse pers heeft zich bij de jaarwisseling verdiept in de mogelijkheden die de Koreaanse campagne bieden zou wanneer de thans aan de gang zijnde onderhandelingen over een wapenstilstand zouden mislukken, of wanneer een eventuele wapenstilstand naderhand zou worden geschonden door de tegenpartij. Zij is daarbij rekening houdend met officieuze inlichtingen van regeringszijde tot de conclusie gekomen dat het niet de bedoeling van Washington is om in dat geval do uitputtende en tot niets leidende stellingenoorlog te hervatten volgens het procédé dat tot nu toe gevolgd is en dat resulteerde in een heen en weer rellen der oorlogswais in Korea's „middenrif". De grote verliezen van de Koreaanse ooriog hebben de legerautoriteiten in Washington en Tokio doen afzien van een voort zetting ervan, en doen uitzien naar een andere manier om communistisch China de voet dwars te zetten. Deze andere manier zal volgens de Amerikaanse pers een campagne tegen China's continent zelf zijn, bestaande uit een blokkade ter zee en in de lucht, gepaard gaande met bombardementen op strategische doelen. Uit deze prognose blijkt, dat de Ameri kanen er op voorbereid zijn al hun troepen in Korea te verzamelen op een sterke linie, die dan louter defensief zou moeten wer ken. Mocht deze linie desondanks niet houdbaar blijken, dan zouden de troepen van Ridgway het schiereiland ontruimen en zou de oorlog tegen China gevoerd wor den van Japan en andere strategische pun ten in de nabijheid van de Chinese kust uit. Zoals ook Tsjang Kai Tsjek na zijn neder laag van Formosa uit de tegenstand een tijdlang voortzette door bijna dagelijkse bombardementen op havensteden en an dere bereikbare Chinese centra, zo zal dan ook Amerika een afmattingsoorlog legen China ontketenen zonder risico van grote verliezen aan mensen en materieel. Deze berichten in de Amerikaanse pers geven geen bijzonderheden over een be langrijk aspect van de kwestie, namelijk of het de bedoeling is dat deze actie tegen China een zuiver-Amerikaanse aangelegen heid zal zijn of dat getracht zal worden er een UNO-actie van te maken. Dat is op dit moment een critieke vraag, aangezien er in UNO-kringen blijkens allerlei sympto men die tijdens debatten in Parijs tot uiting komen, aarzelingen van verschillende aard zijn ontstaan ten aanzien van de Koreaanse kwestie. Er is een groeiende neiging te con stateren in de middengroep de delegaties uit het Verre en Nabije Oosten, alsmede enkele der Zuid-Amerikaanse om de bemoeienis van de UNO groter te maken. Met name stemt deze groep in met een (overigens inconsequente) Russische sug gestie om de Veiligheidsraad te betrekken in de bestandsbesprekingen. Merkwaardig genoeg is het juist de Vei ligheidsraad geweest, die indertijd de ver antwoordelijkheid voor de UNO-actie in Korea heeft aanvaard. Dit was mogelijk door afwezigheid van de Russische delega tie, die een veto verhinderde. Thans wil Amerika*de Veiligheidsraad buiten het ge ding houden, omdat de Russen blijkbaar teruggekomen zijn op hun strategische blunder in dit UNO-orgaan en gemerkt hebben dat wegblijven niet de aangewezen manier is om ongewenste acties te voor komen. De Veiligheidsraad is inderdaad vol gens UNO-procedure en louter formeel ge zien de aangewezen instantie om aange legenheden als de Koreaanse te behande len. Dat is op deze plaats al meermalen be toogd in verband met de eigendunkelijke manier waarop de Verenigde Staten de Koreaanse oorlog voeren. De opperbevel hebber van het UNO-leger, Ridgway, is in theorie de ondergeschikte van de Veilig heidsraad en enkel dit feit verbindt de legereenheden en de strategische "plannen van Ridgway met de UNO. Door de ont wikkelingen in de Koreaanse zaak is dit belangrijke UNO-orgaan buiten werking gesteld. Ofschoon deze hele kwestie de UNO on noemelijk veel schade heeft berokkend in haar prestige, kan die schade toch niet in de verte vergeleken worden met de gevol gen, die een eventueel aanvaarden van de UNO-verantwoordelijkheid voor een regel rechte oorlog met China zou hebben. Het uiteenvallen van de UNO in een Atlantisch pact-groep, een groep van Oosterse lan den en een communistische groep, wat onvermijdelijk op die oorlogstoestand zou volgen, zou het einde van de wereld organisatie betekenen. Er zijn bepaalde groeperingen in verschillende landen die dit" uiteenvallen blijkbaar als gunstig be schouwen, doch in het algemeen is men huiverig voor een terugkeer naar de voor oorlogse toestand, waarin een podium ont brak waar tegenstanders elkander konden ontmoeten. Misschien is de overtuiging dat men China voorgoed in de armen van de Sovjets zou drijven door Chinese bevolkingscentra in naam der UNO te bombarderen, nog niet voldoende doorgedrongen in het Wes ten, of wellicht meent men dat de greep dei- Sovjets op China reeds zo stevig is, dat er toch niet meer te winnen zou zijn. Aan de andere kant moet men zich toch afvragen waar een zee- en luchtoorlog tegen het ge weldige Chinese vasteland op zou moeten uitlopen. Het lijkt dat men onvoldoende rekening houdt met het feit, dal de Chine se bevolking volkomen onmondig aan de communistische machthebbers in Peking is ten offer gevallen niet in de laatste plaats door het wanregiem van Tsjang Kai Tsjek en het noch de Sovjets, noch het politieke apparaat van Mau Tse Toeng veel schade zal doen wanneer bombarde menten wekelijks enige duizenden van die onmondigen wegvagen. Als dergelijke bom bardementen zonder uiteindelijke doelstel ling bovendien nog de toch al zo dunne draad, waarmede de landen van het Mid den- en Verre Oosten aan de Westelijke strevingen gebonden zijn, zouden door snijden, lijkt het voordeliger voor het Wes ten om te trachten via de middengroepering in de UNO tot een vergelijk met China te komen. Dat een dergelijk vergelijk niet bereik baar is door middel van de delegaties te Panmoendjom is al duidelijk gebleken. Het inschakelen van de UNO bij de onderhan delingen lijkt op dit moment zeer urgent. Tenzij men de UNO als een last be schouwt en haar kwijt wil, maar dat kan speciaal wat de kleinere landen betreft toch moeilijk worden aangenomen. J. L. paald een misverstand een rol hebben ge speeld, want het ging hem niet om een gunstige beoordeling door Van der Putten's directe chef, die in ongunstige zin werd gewijzigd, maar om twee volkomen ge scheiden en op uiteenlopende tijdstippen binnengekomen beoordelingen. De ongun stige beoordeling hing samen met moeilijk heden van de zijde van de heer Van der Putten gemaakt wegens zijn verplaatsing. Hij kwam namelijk in verzet tegen het feit, dat terwijl hij in Nederlands Indië (bij het KNIL) technisch hoofdambtenaar was ge weest, hij hier eerst de positie van tech nisch ambtenaar zou krijgen, hetgeen vol komen overeenstemt met het feit dat bij overplaatsingen van mensen van het KNIL naar Nederland zij ten onzent eerst een lagere rang krijgen. Het verzet van de heer Van der Putten tegen deze gang van zaken had er kennelijk toe geleid dat in het bij zonder over zijn optreden een ongunstig rapport was opgesteld. Intussen kwam er over zijn bekwaamheden als vakman een ander rapport binnen tussen het eerste en tweede lag ongeveer een tijdsverschil van drie maanden en dat was dermate gunstig dat de minister toen tot de conclu sie kwam dat de heer Van der Putten voor de Marine waarheen hij inmiddels is verplaatst een goede kracht was. Dat minister Staf er de voorkeur aan geeft bepaalde brieven niet aan een der departementen maar aan zijn privé-adres te ontvangen, heeft niets te maken met het geval-Van der Putten. Het betreft die ge vallen, waarin de minister zelf al het no dige gehoord heeft en waarbij mensen be trokken zijn die hetzij door hun stijl en taal hetzij door hun handschrift niet in staat zijn stukken in te zenden, die bij de gewone ambtelijke instanties voldoende aandacht zouden krijgen. Om te voorkomen dat dergelijke brieven in de ambtelijke molen in de verdrukking geraken, advi seert de minister de betrokkenen deze aan zijn privé-adres te zenden. Hieruit mag geenszins worden afgeleid dat de minister de gang van zaken met de cnrresoondentie op zijn departement zou wantrouwen. Per vliegtuig zijn op Schiphol 23 Surina- mers aangekomen, die zich als vrijwilligers voor Korea hebben opgegeven. De opleiding van deze vrijwilligers ge schiedt bij het corps commando-troepen te Rozendaal. Het is de bedoeling, wanneer deze opleiding de gewenste resultaten heeft, half Maart de Surinamers naar Korea te doen vertrekken tezamen met Korea-vrij- willigers uit Nederland. Wij hebben hier te doen met een won derlijke overgang van betekenis. Thans verstaan wij onder kokerellen: nog gauw even wat koken, zonder veel omslag een maaltijd gereedmaken. Maar in het Middelnederlands betekende het: feest vieren. En nog vreemder is het verband met het Franse woord caracole: slakken huis. Toch moeten wij van het laatste woord uitgaan en denken aan de win dingen van een slakkenhuis. Caracole betekent derhalve ook: draaiing, zwen king. In de 17de eeuw sprak men van: karkollen maken: bokkesprongen ma ken. Een kararol is dus een rondedans, een slingerdeslang, zoals die vroeger op Vastenavond door oud en jong werd ge danst. Daar er op die avond ook braaf gesmuld werd, trad verwarring op met het werkwoord koken. En de betekenis daarvan verdrong zelfs de vroegere ge- Volgens berekeningen van de K.N.A.C. bedroeg het aantal motorrijtuigen in Ne derland op 1 Januari 1952: 165.000 (138.625) personenauto's, 6.000 (5.763) bussen, 86.000 (71.416) vrachtauto's, 4.000 (3.649) trekauto's (voor opleggers), 110.500 (95.299) motorrijwielen en 185.000 (55.239) rijwielen met hulpmotor. De tussen haakjes geplaatste cijfers zijn de door het Centraal Bureau voor de Sta tistiek verstrekte gegevens per 1 Augus tus 1950. (Reuter). Op het laatste deel van de reis naar Falmouth kwam de „Flying En terprise" vandaag in zwaardere zeegang. De wind is wat toegenomen en de golfslag werd hoger. Mistbanken belemmerden nu en dan het uitzicht. Hedenmorgen bevon den de „Flying Enterprise'- en de „Turmoil" zich nog op 80 mijl van het land, zij moes ten echter nog 110 mijl afleggen om Fal mouth te bereiken. De sleep schiet goed op. Zonder ongelukken kunnen de schepen binnen 24 uur Falmouth bereiken. Gisteren hebben kapitein Carlsen en stuurman Dancy bij het aan boord halen van de lijn met voedsel van de torpedo- bootjager „William Keith" hun handen ge schaafd. Zij zijn door de voortdurende con trole van de sleepblokken, die op het hel lende schip veel inspanning vergt, zeer ver moeid. De radiobatterijen van de Enterprise zijn bijna uitgeput, zodat de gesprekken met Carlsen tot een minimum zijn beperkt. De hotels in Falmouth zijn reeds geheel bezet. Talrijke journalisten en fotografen zijn naar deze haven gekomen. Admiraal Boone, commandant van de Amerikaanse Marinestrijdkrachten in het Oostelijk deel van de Atlantische Oceaan, verklaarde, dat' kapitein Carlsens kansen naar zijn mening niet meer dan vijftig tegen vijftig zouden zijn geweest, indien de En terprise zou zijn gekapseisd, ook al waren er schepen in de onmiddellijke nabijheid. De Franse minister voor de koopvaardij vloot, André Morice, heeft kapitein Kurt Carlsen de hoogste onderscheiding van de Franse koopvaardijvloot het officiers kruis van zeevaartkundige verdienste verleend. Deze onderscheiding wordt slechts zel den toegekend aan zeelieden, die tijdens hun dienst op zee buitengewone moed be tonen. Bergingsloon De heldhaftige vasthoudendheid van de gezagvoerder van de „Flying Enterprise", beeft aanleiding gegeven tot allerlei le zingen omtrent het internationale zeerecht met betrekking tot het bergen van schepen. Er wordt zelfs verkondigd, dat een schip, wanneer het eenmaal geheel verlaten is, zonder meer tot buit kan worden verklaard. Dit laatste moge misschien in oude tijden zo geweest zijn, zo verklaarde men het ANP in bevoegde makelaarskringen in Rotterdam, maar tegenwoordig is daar geen sprake meer van. Alleen is het percentage- verschil zeer belangrijk. Blijft er iemand van de bemanning aan boord, zoals in het geval van de „Flying Enterprise", dan kun nen de bergers een lagere claim indienen dan wanneer het schip verlaten is. Meestal wordt er in al deze gevallen een arbitrage commissie benoemd, bij wier uitspraak beide partijen zich neerleggen. Naar aanleiding van de afwijzende be slissing van de Zandvoortse gemeenteraad op een verzoek van de heer A. H. Pompcr om hem een stuk duinreep in erfpacht te geven, nodig voor de aanbouw aan zijn café-restaurant „Riche" van een hötel- accomodatie, heeft de burgemeester van Zandvoort, mr. H. M. van Fenema, een onderhoud gehad met de directeur-gene raal van de middenstand, dr. W. L. Groe- neveld Meijer. Zulks in verband met het feit, dat de heer Pomper voor zijn hotel- project een bedrag van ongeveer f 250.000 uit de tegenwaardefondsen der Marshall hulp heeft toegewezen gekregen. De bur gemeester heeft verzocht om genoemd be drag alsnog voor Zandvoort te reserveren. Hoewel het onderhoud in een prettige sfeer plaats vond, kon de burgemeester zich na afloop ervan niet verhelen, dat de perspectieven voor behoud van deze gel den voor het plan-Pomper uitermate som ber zijn. Dr. Groeneveld Meijer heeft de burgemeester uiteengezet, dat voor het plan-Pomper ongeveer een dozijn, door alle technische, economische en financiële instanties goedgekeurde plannen voor hó telbouw elders in Nederland, heeft moe ten wijken. Het feit, dat Zandvoort de enige gemeente is, die voor twee hotels Marshallhulp kreeg toegezegd, heeft in den lande nogal wat reactie opgeleverd, voor al in de provincie Noord-Brabant, waar men in het geheel geen Marshallhulp voor hótelbouw kreeg. Het is dan ook niet te verwonderen, dat dr. Groeneveld Meijer onmiddellijk na dat de beslissing van de Zandvoortse raad bekend werd van verscheidene kanten het dringend verzoek heeft gekregen om in aanmerking te komen voor de Marshall hulp, die in Zandvoort niet besteed kon worden. De burgemeester moest dan ook inzien, dat verwacht kan worden dat on der deze omstandigheden noch dr. Groe neveld Meijer, noch de minister zonder portefeuille prof. dr. Albregts, bereid zul len zijn deze zaak maandenlang aan te houden, om af te wachten of men zich in Zandvoort over dit plan nog nader zal be raden. Het enig resultaat dat de burgemeester bij zijn bezoek kon bereiken is, dat de dis cussie over de eventuele andere bestem ming van de aan de heer Pomper toege zegde Marshall-gelden tot uiterlijk het eind van deze maand werd uitgesteld. Uit de Opregte Haariemsche Courant van 8 Januarij 1852 MIDDELBURG. Berigten uit Zie- rikzee maken melding van een ontzet tend ongeluk, dat in den avond van Nieuw jaarsdag de stad getroffen heeft. Terwijl eenige knapen op de straat bezig waren met het afsteken van dusgenaam de voetzoekers of zwermers en som mige daarvan baldadig in de huizen wierpen, geraakte zoodanig vuurwerk ook in een winkel, waar een vaatje buskruit voorhanden stond. Onmiddel lijk volgde er eene geweldige uitbarsting Het geheele winkelhuis stortte in en allen, die in of nabij hetzelve waren, werden onder het puin bedolven. Toen de eerste schrik voorbij was, de schut terij in de wapenen gekomen en de brandspuit aangerukt, trachtte men hulp aan te brengen en werden tien vreeselijk misvormde lichamen van on der het puin weggehaald Van sommigen der twintig personen, die bij de ramp zwaai- gekwetst werden, vreest men dat zij zullen bezwijken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1952 | | pagina 5