Het Hek van de Dam
Mar got en haar zusje willen
een bol met pindakaas
C MORRIS f
wint
de dood van Constant Peraieke
ÉPl
In de hoofdstad uit
J
Jan van Krimpen
zestig jaar
ZATERDAG 12 JANUARI 1952
5
Werkend en wandelend in Paramaribo
Enquête naar populariteit
van Engelse acteurs
Tram ontspoord bij
Kennemer Golfclub
Kort nieuws
Jaarbeurzen in 1952
Gaat U voor
Ik ga voor
Door de vriendelijkheid van de gouver
neur ben ik in de gelegenheid gesteld een
huisje in de tuin van het gouvernements
paleis als atelier te gebruiken. Ik moet,
om dit huisje te bereiken, eerst de wacht
passeren, die wanneer ik een das draag
me de eerbewijzen brengt. Ben ik echter
slechts met broek en shirt bekleed, dan
word ik vriendelijk of soms ook enigszins
misprijzend toegeknikt, hetgeen ik zeer
vermakelijk vind.
De tuin met de typische bloemen is een
idylle. Men hoort er niets dan de vogels,
het doffe ploffen van vruchten die afval
len en soms het geweldig gekraak van een
neerstortend palmblad.
Het eerste model is een zesjarig meisje,
Margot genaamd. Ze is koffiebruin en
draagt haar rond kroeskopje licht en met
aanvallige sierlijkheid op de stengel van
haar hals. Als ik haar kom afhalen, kijken
familieleden en luren uit alle ramen en
deuren naar de zonderlinge „Bahra". Mar
got is opgesierd met, naar ik vermoed, de
gezamenlijke familie-juwelen en ze draagt
in hel haar een paar enorme vuurrode
strikken; wat voor kleurige wonderen ver
wachten deze goede mensen, die natuurlijk
denken dat alles „er op komt"? Margot zit
zeer netjes stil. Uit haar zwijgen zou men
kunnen opmaken dat zij verlegen is, maar
uit de rustige wijze waarop zij me met
haar grote donkere ogen aankijkt, en waar
ik verlegen van word, zou men het tegen
deel opmaken. De tweede keer brengt ze
een jonger zusje mee, dat me even rustig
gaat zitten aanstaren. Na anderhalf uur
vind ik dat ze nu maar naar huis moeten,
het is ontzettend heet en ik kijk vergeefs
naar een taxi uit, terwijl ik in de richting
van het ouderlijk huis der kinderen voort
wandel. „Ik krijg pijn in mijn voet", zegt
het kleintje langzaam en duidelijk. Ik til
haar dus op mijn arm en zo schrijd ik
ik vrees nogal lachwekkend en hevig trans
pirerend door de straten van Paramari
bo en ik bemerk wel enige verwondering
in het oog van de voorbijgangers, maar
men is hier veel te aardig om je uit te
lachen of na te roepen.
Er stopt een auto naast me en het ge
zicht van iemand, die ik vele jaren geleden
gekend heb in Holland, kijkt me spottend
van onder een helmhoed aan. „Ben je al
zó lang hier", vraagt de man met een blik
op de kleinen, „waar ga je met die kinde
ren heen? Stap in, ik breng je wel!"
Maar de bruine lieverdjes hebben andere
plannen.
„Ik wil een bol", zegt de oudste.
„Ik weet niet wat ze daarmee bedoelt,
maar mijn autobestuurder zegt dat het
kadetjes zijn en wijst me een winkel.
„Daar bij die Chinees", zegt hij, „maar doe
het wat snel, ik heb niet zoveel tijd". Ik
ga met de meisjes de winkel in, waar een
dikke glimlachende Chinees achter de toon
bank staat.
„Een bol", zeg ik. „Nee twee".
„Met pindakaas", hoor ik beneden naast
me. „Met pindakaas" herhaal ik.
De bollen worden afgeleverd, maar heel
gedecideerd en duidelijk articulerend klinkt
het ter hoogte van mijn knie: „Ik wil een
reep".
Twee repen dus. „Zuurtjes" komt er
zonder aarzelen van de vooruitgestoken
blauwe lipjes! Ik wil net zeggen dat het
oom nou ook niet op z'n rug groeit, als
Margot het kleine bruine handje opent en
twee kwartjes op de toonbank legt! Nu ben
ik wel niet erg een heer, maar dit kan ik
toch niet toelaten. Ik stop dus de kwartjes
in het bruine knuistje terug. Er volgt nog
een litanie van aan te kopen suikerwerk
en ik klim weer met het donker kleurig
kroost in de auto, waar mijn welwillende
bestuurder nog niet is uitgelachen. „Als ik
nou niet gedacht had, toen wij bij de com-
pie van kapitein Rijk dienden, dat ik jou
nog eens in Paramaribo met twee bruine
kinderen zou tegen komen! Wat doe je hier
eigenlijk?"
We brengen de kleine meisjes thuis en
weer kijken uit alle deuren en ramen
vriendelijke donkere gezichten. De kinde
ren heffen de handjes hoog om te laten
zien wat ze gekregen hebben en de ouders
leggen een dankbaarheid aan de dag of ik
ze een lijfrente gegeven heb. Ofschoon
mijn vriend zo'n haast had, heeft hij nu in
eens tijd een uitvoerige borrel met me te
gaan drinken en me te vertellen hoe dik
wijls hij gescheiden is; de zon gaat in fan
tastische kleuren onder achter de Surina-
merivier en ik luister verstrooid en ik knik
maar zo'n beetje.
Naarmate ik langer in Paramaribo ben,
stijgt het leeftijdspeil van mijn modellen,
maar boven de vijftien jaar kom ik door
tijdsgebrek niet uit. De kinderen zitten roer
loos stil en ik weet niet wat te zeggen.
„Hoe oud denk je dat ik ben?"
„Tachtig", is het prompte, vernietigende
antwoord.
Ik zink op een stoel neer en hijg:
„Waarom in 's hemelsnaam, denk je dat
ik tachtig ben?"
„Om uw witte haar op uw hoofd", zegt
het schone Creoolse kind zacht, maar zeer
beslist. Ja, dat was ik vergeten.
Hillegonde, heet dit meisje, en zij is
schoon als een exotische bloem, haar ogen
staan wijd en schichtig als van een diertje
ADVERTENTIE
Barteljorisstraat
r
en haar neusvleugels trillen nerveus, want
ik geloof dat ze het allemaal nogal eng
vindt, vooral als ik achter haar om loop
om haar van alle kanten te bekijken. Zat
Antoinette daar niet rustig in een hoek te
lezen ik geloof dat ze er vandoor ging.
„Wil je even rusten?" Hoofdschudden.
„Wil je niet wat drinken?" Hoofdschud
den.
Er komen nog twee Hindoestaanse meis
jes. Ook zij zijn opgesierd, maar met sluiers
en fraaie juwelen. Als ik ze iets vraag,
geven ze tegelijk antwoord als een soort
spreekkoortje en ze zijn veel vrijmoediger
dan haar Creoolse zusteren. Ze zien er
voor mijn begrip zeer waardig uit met haar
diepliggende donkere ogen en edel ge
vormde kopjes, maar de half hooghartige,
half melancholische uitdrukking die ze
hebben, blijkt schijn te zijn, zij gichelen
net zo als onze bakvisjes, draaien met haar
ogen, schrijven mijn naam in het Hindoes
en voelen zich tenslotte volkomen op haar
gemak.
Later, als ik ze thuisbreng, schrijden ze
naast mij voort met zoveel trotse waardig
heid, met haar sluiers en haar zilveren
armbanden om de bruine polsen, dat ik
niet weet of ik tussen haar in, rechts of
links van ze moet lopen en met mijn figuur
verlegen word, maar ze zeker geen „bol"
of zuurtjes durf aanbieden.
MARI ANDRIESSEN
(Nadruk verboden).
Het Engelse tijdschrift „Theatre World"
heeft een vooroorlogse traditie hersteld:
het maandelijk publiceren van de uitslag
van een enquête naar de populariteit van
de in Londen optredende acteurs. Het eerste
lijstje, opgenomen in het pas verschenen
nummer van Januari, geeft de volgendi
rangorde aan: 1) Laurence Olivier,.2) John
Gielgud, 3) Ralph Richardson, 4) Alec
Guinness, 5) John Mills, 6) Michael Red
grave, 7) Emlyn Williams, 8) John Cle
ments. 9) Eric Portman, 10) Donald Wolfit,
11) Alec Clunes en 12) Godfrey Tearle.
Een extra forensentram, die zonder pas
sagiers op weg was naar Haarlem, ont
spoorde gisteravond om ongeveer zes uur
bij de Kennetner Golfclub Beide sporen
van de lijn Haarlem-Zandvoort werden ge
blokkeerd. Spoedig wasemen uit Haarlem
met materiaal aanwezig, om te trachten,
de wagens weer in de rails te krijgen, Dit
karweitje nam verscheidene uren in be
slag. De tramdiensten Haarlem-Zandvoort
werden zo lang met autobussen onder
houden.
De douane in Stavanger heeft op het
Nederlandse schip „Friesland" 28.000 siga
retten en een hoeveelheid tabak als smok
kelwaar in beslag genomen.
In het oog van het Nederlandse publiek
is de Belgische schilderkunst der laatste
decennia vooral bekend door twee figuren:
James Ensor en Constant Permeke. De
herinnering aan die allerbeminnelijkste der
Vlaamse schilders: Rik Wouters, zal altijd
een warm gevoel in ons levend houden. De
vernieuwers Gustave de Smet en Frits van
den Berghe sloten onverbreekbare banden
met onze eigen generatie van rond de eer
ste wereldoorlog.
De naam Constant Permeke, negen jaar
jonger dan De Smet, drong iets later door
in ons land. Hij was een afzonderlijke, en
was dat in zekere zin ook temidden van de
kunstenaarskonolie te Laethem-Saint-
Martin, waar hij Alb. Servaes leerde ken
nen. Het symbolisme van Gustave van de
Woestijr.e en de bovenzinnelijke religieuze
gesublimeerdheid van George Minne zullen
hem niet geraakt hebben.
Permeke werd te Antwerpen geboren op
31 Juli 1886. Na zijn verblijf in Laethem
vestigde hij zich in Ostende. In het begin
van 1914 werd hij, ernstig gewond, geëva
cueerd naar Engeland. Hier in het plaatsje
Chardstock schilderde hij in 1916 een groot
doek, getiteld „De vreemdeling". Dit schil
derij, dat in het Museum voor Schone Kun
sten in Brussel hangt, bezit een bezonnen
ADVERTENTIE
De directeur van de Nederlandse Jaar
beurs, mr. J. Milius, heeft medegedeeld,
dat de in April in de Ahoyhal te Rotter
dam te houden tentoonstelling „Het Land
bouwwerktuig 1952" niet zal doorgaan.
De stichting „Het Landbouwwerktuig", die
deze tentoonstelling zou organiseren, zal
medewerken met de jaarbeurs aan de or
ganisatie van de agrarische beurs in
Utrecht van 1 tot 7 Mei.
De volgende maand wordt in Utrecht
begonnen met een beurs voor meubelen en
woningtextiel die van 4 tot 8 Februari
duurt. Enkele weken na de Voorjaarsbeurs,
die van 25 Maart tot 3 April wordt ge
houden, volgt een gespecialiseerde agrari
sche beurs, verbonden met een zuivelbeurs.
Na de najaarsbeurs, te houden van 2 tot
11 September, komt er in October in Rot
terdam een gespecialiseerde beurs voor
voedings- en genotmiddelen en apparaten
voor de chemische industrie.
VIRGINIA
TRiUMP
VIRGINIA
evenwicht. De dynamische krachten, die
later in Permeke los zullen breken, worden
in dit schilderij bedwongen door de zeer
intense registratie van het „moment" waar
in de tijd voor een ogenblik schijnt stil te
staan. In de geopende deur zien we „de
vreemdeling", vergezeld van zijn hond. De
hand waarmede hij zijn ronde hoed af
neemt, verbergt het gelaat. Aan de rechter
hand hangt een parapluie. Alle aanwezigen
in de boerenwoning schijnen bevangen door
de plechtigheid van het moment. De beslo
tenheid van het huiselijk leven wordt voor
één ogenblik beschenen door het licht van
de grote wereld daarbuiten en in dit ogen
blik lijkt iets van de adem der eeuwigheid
alle aanwezigen aan te raken. Men moet
bij Maurice Maeterlink gaan zoeken om een
litterair equivalent van dit mystiek moment
te vinden.
De Permeke zoals wij die kennen, de
schilder van de zee, de schilder van de
vissers en de boeren van het Vlaamse land.
van de lage hoeven in de uitgestrektheid
van de sneeuw, van de zwarte luchten
waaronder een vervaarlijk vuil-geel flard
het stervend licht dwingend suggereert,
lijkt wel een geheel andere dan de gewonde
soldaat die in Chardstock zijn „l'Etranger"
schilderde. Toch fs dit misschien niet ge
heel juist. Weliswaar heeft hij door defor
maties getracht zijn expressie kracht bij te
zetten en ook mag niet ontkend worden dat
hij zich soms te stuurloos heeft laten mee
voeren door zijn geweldige schilderdrift.
Het vermogen om de enorme natuur
krachten van de zee en de aarde, die hem
zo hevig beroerden met zijn schilderstem
perament te lijf te gaan, bezat hij in hoge
mate. Zijn grootse landschappen, bevolkt
met de zwoegende boerenarbeiders, zijn be
wogen zeeën waarop de vissersboten als
kleine nietigheden ronddobberen, getuigen
ervan en zijn meest voldragen werken,
waarvan ook het Stedelijk Museum te Am
sterdam er enige rijk is, behoren zonder
twijfel tot de toppunten der schilderkunst
van de twintigste eeuw.
België verliest door de te vroege dood
van Permeke een van de grootste schilders
van deze eeuw. Hoe groot hij geweest is
zal pas duidelijk worden als de afstand in
de tijd een scherp getekend silhouet van
onze eeuw te zien geeft.
OTTO B. DE KAT.
Horizontaal:
1. middel v. vervoer.
5. gebrek. 10. water
vogel. 12. larve. 13.
puntbaardje. 14. keu
kengerei. 16. voor
zetsel. 17. Staats
spoorwegen (afk.).
18. voorbeeld. 20.
eerstvolgend (afk.).
21. beteuterd. 22.
eierproductie. 24.
aansteekkoordje. 27.
muziekteken. 29.
vruchtennat. 32.
schel. 33. voorkeur.
34. water in Z. Hol
land. 36. reeds. 37.
eiland der Antillen.
38. voorzetsel. 39. ge
zet. 41. schat. 42. spie.
43. roosachtige hees
ter. 46. stad in W.
Duitsland. 47. dus. 49.
verkeerd. 51. omhei
ning. 52. lengtemaat
(afk.). 54. gang v. e.
paard. 56. zangnoot.
57. gelofte. 59. klamp.
60. moment. 61. lust
hof. 63. wijze v. kle
den. 64. interest. 65.
vrucht.
Verticaal:
I. Ned. eiland (oude
schrijfwijze). 2. tocht.
3. soort bouwland. 4.
hetzelfde (afk.). 6.
rustend (afk.). 7.
bergplaats. 8. denk
beeld. 9. monddoek.
II. wiel. 14. meisjes
speelgoed. 15. troef
kaart. 18. indien. 19.
deel van het oog. 21.
vlug. 23. doelpunt.
25. pronknaald. 26.
tijdperk. 28. gat.
30. schop. 31. verschil tussen tarra
en bruto. 32. kuip. 35. inhoudsmaat. 40.
Vangknip. 42. tuinvak. 44. uniek. 45. smalle
strook. 46. weerzin. 48. eiergerecht. 50.
vruchtennat. 51. ledig. 53. honingdrank.
55. jong zoogdier. 56. toespraak. 58. naald
boom. 60. vat. 62. deel v. d. bijbel (afk.).
63. wederkerig voorn, woord.
Oplossingen moeten ingezonden worden
aan onze bureaux HAARLEM, Grote Hout
straat 93 en Soendaplein 37; IJMUIDEN,
Kennemerlaan 154. Oplossingen moeten
uiterlijk Woensdagavond in ons bezit zijn.
Wij verzoeken op de enveloppe te schrij
ven „Oplossing Puzzle".
S.v.p. geen mededelingen voor redactie
of administratie bij de oplossingen in
sluiten.
De oplossingen moeten worden ingevuld
op het gedrukte diagram dat hierboven
staat.
De oplossing van de vorige puzzle is:
Horizontaal: 1. kg. 3. borstel. 9. N.S. 11.
aan. 12. datum. 13. nap. 14. A.P. 15. ge-
Wij hebben een verrukkelijk commu
niqué ontvangen. Het betreft het Am
sterdamse verkeer, althans de chroni
sche opstopping, die daar voor doorgaat
en die de Amsterdamse advocaten, de
fabrikanten van inktpotloden en proces-
verbaal-blocnota's, de garagehouders en
de medici een zo bloeiend bestaan ver
schaft, dat al dezen het zich op hun
beurt weer kunnen permitteren om in
auto's en tegen elkaar op te rijden.
Wij zouden het Amsterdamse verkeer
niet gaarne willen missen, temeer daar
de voortdurende reeks donderende sla
gen, die weerklinken wanneer wederom
een hartelijke ontmoeting tussen staal
en staal plaats grijpt, de Amsterdamse
verkeerspolitie steeds weer inspireert
tot een proza, waarbij vergeleken het
werk van Lodewijk van Deyssel slappe
kamillenthee is. Het is een kort en
kernachtig .proza, dat vrijwel geheel en
al in de gebiedende wijs is vervaardigd
en dat de weggebruikers maant tot
zulke ongebruikelijke bezigheden als
het heer zijn, het stoppen bij de spij
kerpaden en sinds enige tijd ook het
rijden op stopmeters.
In het laatste communiqué nu wordt
ons meegedeeld, dat de Amsterdamse
politie van zins is zich op het voor
rangsprobleem te werpen. Een heerlijke
gedachte. Daartoe zal worden begonnen
met het in brede kring bekend maken
van de zogenaamde voorrangsregels, een
serie uitnemende voorschriften, die
iedere burger met behulp van een
schaakbord en twee jaar vrije tijd zich
op eenvoudige wijze eigen kan maken.
Wij willen wel zegen, dat deze regels
een revolutie in het verkeer teweeg
zullen brengen, want zij zijn geheel te
gengesteld aan de gewoontes, die thans
in de Amsterdamse straten opgeld doen.
Luister maar naar regel één:
Snelverkeer gaat voor langzaam ver
keer.
Ja, daar staat ge van te kijken. Tot
op heden was het namelijk net omge
keerd. De Amsterdamse wielrijder ap
pelleerde met diep inzicht aan de af
schuw van bloedvergieten bij automobi
listen en motorrijders en had bovendien,
wanneer hij ondanks een spurt a la Arie
van Vliet toch nét niet meer vóór een
auto langs kon, een hoeveelheid demo
cratische levensbeschouwing in petto,
die hem er toe bracht iedere automobi
list als „gore aatsaager" te betitelen.
Nu regel twee:
Bij gelijksoortig verkeer gaat rechts
voor.
Ook deze geheel nieuwe stelregel zal
ongekende consequenties met zich mede
brengen. Tot nu toe werd de voorrangs
kwestie tussen twee motorvoertuigen
namelijk beslist door het verschil tussen
de hoeveelheden staal, die in de onder
scheiden voertuigen was verwerkt.
En tot slot regel drie, die luidt:
Op elke regel bestaat echter een uit
zondering.
Dit vinenden is voor ons weer een ty
pisch staaltje van de verdraagzame
wijsheid der Amsterdamse politie. En
bovendien vervult deze maatregel de
onmisbare functie voor ieder ambtelijk
voorschrift, namelijk dat wanneer on
verhoopt een duidelijke en eenvoudige
regeling in een ambtelijk stuk zou slui
pen, niets mag worden nagelaten om de
helderheid weer te camoufleren. Deze
uitzonderingsregel staat namelijk onder
het motto „Rechtdoor gaat voor", en
houdt in, dat afslaand verkeer, om het
even of het auto's, fietsers, brommers
of kiepkarren betreft, tegemoet- of
achter op komend verkeer voorrang
moet verlenen. En dan is er nog de uit
zondering, dat fietsers op een voor-
rangsweg ook weer voorrang hebben op
automobilisten.
Ach, het is allemaal zo klaar als een
klontje. Eenvoudig samenvattend kan
gezegd worden: „Rechts gaat voor, be
halve als het niet voorgaat, want dan
gaat rechtdoor voor en het gaat ook
niet voor als snelverkeer voor langzaam
verkeer gaat en het gaat ook niet voor
op een voorrangswegDit systeem
heeft in andere plaatsen al uitnemend
gewerkt. Temeer daar het in de practijk
vervangen kan worden door de eenvou
dige regel: „Ik ga voor". Hoezeer dit
zich bij de menselijke natuur aanpast,
hoeft wel nauwelijks beklemtoond te
worden.
Afgezien van het introduceren van
deze nieuwe regels zal de Amsterdamse
verkeerspolitie zich nog met enige nut
tige bezigheden ophouden. Zo komt er
een intensieve controle op de remmen
van de burgerij (hoog nodig) en verder
zal de politie overgaan tot bescherming
van het kind. Tenslotte heeft de politie
ook nog een vinger in de pap bij de
actie van de Vereniging voor afschaf
fing van alcohol bij snelverkeer. Deze
actie zal plaats grijpen in Juni onder
het verrukkelijke motto „Niet drinken".
Zoals gewoonlijk zal men er goed aan
doen ook deze aanwijzing van de politie
niet al te letterlijk op te vatten, want
wij nemen aan dat niet zozeer bezwaar
zal worden gemaakt tegen het consu
meren van karnemelk, ranja, spuitwa
ter of gelijksoortige vloeistoffen, als wel
tegen de krachtiger distillaten. Wanneer
men die gebruikt, kan het in het snel
verkeer namelijk snel verkeren.
Hoe het ook zij, wij kunnen er ons
van verzekerd houden, dat de politie de
eerste drie maanden van het nieuwe
jaar een grote paedagogische activiteit
zal ontplooien. Hoewel wij niet op haar
beslissingen vooruit willen lopen dur
ven wij nochtans te voorspellen, dat
over circa een half jaar zal worden be
kend gemaakt, dat deze actie onvol
doende resultaat heeft gehad en dat de
politie zich daarom tot haar leedwezen
gedwongen ziet thans met uiterste ge
strengheid tegen verkeersovertreder op
te treden. „De tijd van waarschuwen is
voorbij", aldus dan de hoofdcommissa
ris, „wie niet horen wil, moet voelen.
De politie heeft nu opdracht om te be
keuren. Zo gaat het niet langer".
Wij durven dit te voorspellen, aange
zien deze kringloop in het politieel be
leid zich even onveranderlijk voltrekt
als het komen en vallen van de blaad
jes. Ieder jaar weer. Dit zijn de dingen
die niet overgaan. En zo zijn er nog een
paar in het Amsterdamse verkeer. De
rem-inrichtingen van de trams, die zo
te zien vervaardigd zijn uit het ophaal-
mechanisme van oude waterputten, het
nog maar steeds ontbreken van rich
tingaanwijzers aan die voertuigen, die
al verouderd waren honderd jaar voor-
Zaterdag en Zondag worden in de\
Stadsschouwburg nog herhalingen
van „de Gysbreght" gegeven, ge
volgd door „De bruiloft van Kloris
en Roosje". De hoofdrollen in Von
dels treurspel worden gespeeld door
Johan Schmitz en Elise Hoomans.
Maandagavond vertoont het Neder
lands Volkstoneel in de Doelenzaal
aan de Kloveniersburgwal onder
regie van Ben Groeneveld ,,Het
Woord" van Kaj Munk, met in de
voornaamste rollen Hans van Meer-
ten. Ferd. Stemeberg, Emmy Lopes
Dias en Jack Dixon.
Tot 18 Januari kan men in het Leid-
seplein dagelijks de dansparodieën
van Cilly Wang zien. In de Kleine
Komedie blijft Toon Hermans nog
geruime tijd als „Hartendwaas" op
treden en in het Centraal Theater
houdt Comedia het Napolitaanse
spel „Kinderen zijn kinderen" met
Magda Janssens en John Gobau op
het programma.
De Nederlandse Opera voert Zon
dagmiddag „Madame Butterfly" in
de Stadsschouwbxirg ten tonele,
Maandagavond „La Traviata" en
Dinsdag „De Troubadour". Vrijdag
avond komen „Paljas" en „Cavalle-
ria Rusticana" weer eens aan de
beurt.
In de bioscopen is niet veel nieuws
te beleven. Ava Gardner, de tegen-
woordiger mevrouw Sinatra, vervult
de hoofdrol in „Mijn donker verle
den" op het witte doek van Nögge-
rath. Lana Turner leidt „Haar eigen
leven" in de Cineac aan het Damrak.
Het Zondagmiddag in het Concert
gebouw te geven abonnementscon
cert wordt door Rafaël Kubelik ge
dirigeerd. Het programma vermeldt
de ouverture Richard III" van
Smetana, het Celloconcert van Mar-
tinu (solist: Pierre Fournier) en de
Tweede Symphonie van Beethoven.
Het Amsterdams Kamermuziekge
zelschap treedt Dinsdagavond in het
Concertgebouw voor de Kunstkring
op met octetten van Mendelssohn,
Sjostakowitsj en Schubert.
Begeleid door Isja Rossican geeft
Mila Wellerson een cellorecital in de
kleine zaal van het Concertgebouw
op Dinsdag 15 Januari. Er worden
composities van Schubert, Martinu,
Ravel en Sammartini ten gehore ge
bracht.
In museum Fodor wordt een expo
sitie gehouden van de wandschilde
ring „Les constructeurs" van Ferdi-
nad Léger, benevens van de studies
en schetsen, die aan dit werk vooraf
gingen.
Zondag 13 Januari zal de verzame
ling Aziatische kunst voor het laatst
in het Stedelijk Museum te bezichti
gen zijn, daar deze binnenkort wordt
overgebracht vaar een nieuwe afde-
\Ung van het Rijksmuseum.
dat ze werden uitgevonden, maar die in
Amsterdam gehandhaafd worden omdat
ze de stad zo'n aardig antiek aspect ver
schaffen en tenslotte het verschijnsel
uniek in de ganse Westelijke beschaving
dat de tram door een rood stoplicht
mag rijden. Moed houden maar.
BOEDA
malin. 17. do. 18. keper. 20. rotan. 22. rei.
23. bed. 25. kit. 27. molen. 30. os. 32. rad.
33. nar. 35. ra. 36. koper. 37. model. 38. el.
39. kom. 41. mes. 42. L.O. 44. Tolen. 47. dop.
49. Let. 50. ark. 52. Tegal. 54. kroes. 56.
o.k. 57. pergola. 60. Gt. 61. Oer. 62. natie.
63. Lea. 64. n.n. 65. materie. 66. 1.1.
Verticaal: 1. kaak. 2. gaper. 4. Oder. 5.
ram. 6. stapel. 7. tul. 8. emir. 9. nadat. 10.
spon. 15. gei. 16. nok. 19. pen. 21. tin. 23.
bod. 24. den. 26. poker. 27. marot. 28. Na
men. 29. talon. 31. sol. 32. rek. 34. ros. 35.
rel. 40. mol. 41. met. 43. nog. 45. lengte.
46. pro. 47. deken. 48. pap. 50. ara. 51.
kegel. 52. toon. 53. Lena. 54. klei. 55. stal.
58. rat. 59. oir.
De prijzen werden als volgt toegekend:
f 7.50: Gerda Raatjes, Prins Hendriklaan
158, Overveen; f 5.mevr. F. M. Goos,
Koningin Wilhelminakade 66, IJmuiden;
f 2.50: mevr. M.. de Bruyn-Coblens, Ma-
doerastraat 8, Haarlem-Noord.
Hoeveel mensen zijn er in Nederland die,
wanneer hen een boek in handen komt,
aandacht besteden aan dat tastbare voor
werp, aan die blaadjes papier tezaam ge
bonden in het beschermend, stevig of
buigzaam omslag? En toch, hoeveel is er
niet aan te zien? Hoe is het papier, hoe
is de letter, hoe is de onderverdeling in
hoofdstukken, is er een brede of een
smalle marge, ligt het boek prettig in de
hand, en vooral dit: heeft het boek ka
rakter?
Mijn goede vriend Charles Nijpels, die
vorige week is overleden, heeft mij dik
wijls verzekerd dat er in Nederland zéér
weinig gevoel was voor de fraaie uitvoe
ring van het boek. Onze landgenoten, zo
meende hij, zagen in een boek voor alles
een ver jaarspresentje waarvan bovenal de
omvang de waarde bepaalde.
Wanneer u de bijzonder complete en
allerplezierigste tentoonstelling ziet die de
N.V. grafische bedrijven Joh. Enschedé
ter gelegenheid van de 60ste verjaardag
van de letter-ontwerper Jan van Krimpen
heeft ingericht, dan wordt deze theorie
schijnbaar gelogenstraft. Inderdaad schijn
baar, want het moet erkend worden, dat
er nog steeds een enorme stroom van ty
pografische wanproducten op de markt
komt die in aantal de uitstekende edities,
welke hier getoond worden, verre over
treft. Het is niet alleen het fraaie letter
type maar ook de vlakverdeling welke bij
Van Krimpen in bekwame hand berust.
Jan van Krimpen begon als boekbinder.
Een van zijn eerste proeven, een met de
hand gebonden exemplaar van „De lof der
zotheid" van Erasmus kan men in de vi
trines vinden. De eerste uitgave, die hem
werd toevertrouwd door Hij mans, Stenfert
en Kroese was de Paladium serie.
In 1927 maakte Van Krimpen een uit
gave voor l'Art Hollandais a l'exposition
Decoratif te Parijs, waarvoor hij z'n ver
maard geworden letter „Lutsetia" ont
wierp. Hieruit vloeide van Krimpens rela
tie met de firma Enschedé voort. Zijn
Lutartia werd door de heer H. Radick ge
sneden. Dan volgen veel andere letter
typen, waaronder de Romanée, een kapi
taal, ontworpen naast de bestaande cur
sief van Cristoffel van Dyck, belangrijk
was.
Zeer bekend zijn de stofomslagen, de
uitgeversmerken, de inscripties, onder an
dere uitgevoerd door de Haarlemse beeld
houwer J. M. Veldheer.
Bij de erepromotie van Koningin Wil-
helmina en van Koningin Juliana was het
Van Krimpen die de „bul" vervaardigde.
En wist u dat op bijna alle Nederlandse
postzegels de tekst en waarde-aanduiding
door Van Krimpen zijn ontworpen?
Vooral echter door de verzorging van de
voortreffelijke uitgaven van Nederlandse
belletrie heeft Van Krimpen naam ge
maakt. Werken van A. Roland Holst, Ka-
rel van de Woestijne, Jan van Nijlen,
Frans Erens, Arthur van Schendel, Jac.
van Looy, P. N. van Eyck, P. C. Boutens
en Werumeus Buning werden voor de
typografische verzorging aan Jan van
Krimpen toevertrouwd.
Naast S. H. de Rcos, die voor de Let
tergieterij Amsterdam, Tetterode, werkte,
heeft Van Krimpen als een zeer begaafd
ontwerper aan de Nederlandse boekdruk
kunst onschatbare diensten bewezen. Dat
zijn betekenis ook in het buitenland er
kenning vond, zien we aan door hem voor
treffelijk verzorgde edities van Engelse en
Franse uitgaven.
De hulde, die hem vandaag gebracht
wordt in het vermaarde huis aan het
Klokhuisplein, vindt in de fraaie tentoon
stelling een overtuigende rechtvaardiging.
de k.