Het Hek van de Dam Mar got en haar zusje willen een bol met pindakaas C MORRIS f wint de dood van Constant Peraieke ÉPl In de hoofdstad uit J Jan van Krimpen zestig jaar ZATERDAG 12 JANUARI 1952 5 Werkend en wandelend in Paramaribo Enquête naar populariteit van Engelse acteurs Tram ontspoord bij Kennemer Golfclub Kort nieuws Jaarbeurzen in 1952 Gaat U voor Ik ga voor Door de vriendelijkheid van de gouver neur ben ik in de gelegenheid gesteld een huisje in de tuin van het gouvernements paleis als atelier te gebruiken. Ik moet, om dit huisje te bereiken, eerst de wacht passeren, die wanneer ik een das draag me de eerbewijzen brengt. Ben ik echter slechts met broek en shirt bekleed, dan word ik vriendelijk of soms ook enigszins misprijzend toegeknikt, hetgeen ik zeer vermakelijk vind. De tuin met de typische bloemen is een idylle. Men hoort er niets dan de vogels, het doffe ploffen van vruchten die afval len en soms het geweldig gekraak van een neerstortend palmblad. Het eerste model is een zesjarig meisje, Margot genaamd. Ze is koffiebruin en draagt haar rond kroeskopje licht en met aanvallige sierlijkheid op de stengel van haar hals. Als ik haar kom afhalen, kijken familieleden en luren uit alle ramen en deuren naar de zonderlinge „Bahra". Mar got is opgesierd met, naar ik vermoed, de gezamenlijke familie-juwelen en ze draagt in hel haar een paar enorme vuurrode strikken; wat voor kleurige wonderen ver wachten deze goede mensen, die natuurlijk denken dat alles „er op komt"? Margot zit zeer netjes stil. Uit haar zwijgen zou men kunnen opmaken dat zij verlegen is, maar uit de rustige wijze waarop zij me met haar grote donkere ogen aankijkt, en waar ik verlegen van word, zou men het tegen deel opmaken. De tweede keer brengt ze een jonger zusje mee, dat me even rustig gaat zitten aanstaren. Na anderhalf uur vind ik dat ze nu maar naar huis moeten, het is ontzettend heet en ik kijk vergeefs naar een taxi uit, terwijl ik in de richting van het ouderlijk huis der kinderen voort wandel. „Ik krijg pijn in mijn voet", zegt het kleintje langzaam en duidelijk. Ik til haar dus op mijn arm en zo schrijd ik ik vrees nogal lachwekkend en hevig trans pirerend door de straten van Paramari bo en ik bemerk wel enige verwondering in het oog van de voorbijgangers, maar men is hier veel te aardig om je uit te lachen of na te roepen. Er stopt een auto naast me en het ge zicht van iemand, die ik vele jaren geleden gekend heb in Holland, kijkt me spottend van onder een helmhoed aan. „Ben je al zó lang hier", vraagt de man met een blik op de kleinen, „waar ga je met die kinde ren heen? Stap in, ik breng je wel!" Maar de bruine lieverdjes hebben andere plannen. „Ik wil een bol", zegt de oudste. „Ik weet niet wat ze daarmee bedoelt, maar mijn autobestuurder zegt dat het kadetjes zijn en wijst me een winkel. „Daar bij die Chinees", zegt hij, „maar doe het wat snel, ik heb niet zoveel tijd". Ik ga met de meisjes de winkel in, waar een dikke glimlachende Chinees achter de toon bank staat. „Een bol", zeg ik. „Nee twee". „Met pindakaas", hoor ik beneden naast me. „Met pindakaas" herhaal ik. De bollen worden afgeleverd, maar heel gedecideerd en duidelijk articulerend klinkt het ter hoogte van mijn knie: „Ik wil een reep". Twee repen dus. „Zuurtjes" komt er zonder aarzelen van de vooruitgestoken blauwe lipjes! Ik wil net zeggen dat het oom nou ook niet op z'n rug groeit, als Margot het kleine bruine handje opent en twee kwartjes op de toonbank legt! Nu ben ik wel niet erg een heer, maar dit kan ik toch niet toelaten. Ik stop dus de kwartjes in het bruine knuistje terug. Er volgt nog een litanie van aan te kopen suikerwerk en ik klim weer met het donker kleurig kroost in de auto, waar mijn welwillende bestuurder nog niet is uitgelachen. „Als ik nou niet gedacht had, toen wij bij de com- pie van kapitein Rijk dienden, dat ik jou nog eens in Paramaribo met twee bruine kinderen zou tegen komen! Wat doe je hier eigenlijk?" We brengen de kleine meisjes thuis en weer kijken uit alle deuren en ramen vriendelijke donkere gezichten. De kinde ren heffen de handjes hoog om te laten zien wat ze gekregen hebben en de ouders leggen een dankbaarheid aan de dag of ik ze een lijfrente gegeven heb. Ofschoon mijn vriend zo'n haast had, heeft hij nu in eens tijd een uitvoerige borrel met me te gaan drinken en me te vertellen hoe dik wijls hij gescheiden is; de zon gaat in fan tastische kleuren onder achter de Surina- merivier en ik luister verstrooid en ik knik maar zo'n beetje. Naarmate ik langer in Paramaribo ben, stijgt het leeftijdspeil van mijn modellen, maar boven de vijftien jaar kom ik door tijdsgebrek niet uit. De kinderen zitten roer loos stil en ik weet niet wat te zeggen. „Hoe oud denk je dat ik ben?" „Tachtig", is het prompte, vernietigende antwoord. Ik zink op een stoel neer en hijg: „Waarom in 's hemelsnaam, denk je dat ik tachtig ben?" „Om uw witte haar op uw hoofd", zegt het schone Creoolse kind zacht, maar zeer beslist. Ja, dat was ik vergeten. Hillegonde, heet dit meisje, en zij is schoon als een exotische bloem, haar ogen staan wijd en schichtig als van een diertje ADVERTENTIE Barteljorisstraat r en haar neusvleugels trillen nerveus, want ik geloof dat ze het allemaal nogal eng vindt, vooral als ik achter haar om loop om haar van alle kanten te bekijken. Zat Antoinette daar niet rustig in een hoek te lezen ik geloof dat ze er vandoor ging. „Wil je even rusten?" Hoofdschudden. „Wil je niet wat drinken?" Hoofdschud den. Er komen nog twee Hindoestaanse meis jes. Ook zij zijn opgesierd, maar met sluiers en fraaie juwelen. Als ik ze iets vraag, geven ze tegelijk antwoord als een soort spreekkoortje en ze zijn veel vrijmoediger dan haar Creoolse zusteren. Ze zien er voor mijn begrip zeer waardig uit met haar diepliggende donkere ogen en edel ge vormde kopjes, maar de half hooghartige, half melancholische uitdrukking die ze hebben, blijkt schijn te zijn, zij gichelen net zo als onze bakvisjes, draaien met haar ogen, schrijven mijn naam in het Hindoes en voelen zich tenslotte volkomen op haar gemak. Later, als ik ze thuisbreng, schrijden ze naast mij voort met zoveel trotse waardig heid, met haar sluiers en haar zilveren armbanden om de bruine polsen, dat ik niet weet of ik tussen haar in, rechts of links van ze moet lopen en met mijn figuur verlegen word, maar ze zeker geen „bol" of zuurtjes durf aanbieden. MARI ANDRIESSEN (Nadruk verboden). Het Engelse tijdschrift „Theatre World" heeft een vooroorlogse traditie hersteld: het maandelijk publiceren van de uitslag van een enquête naar de populariteit van de in Londen optredende acteurs. Het eerste lijstje, opgenomen in het pas verschenen nummer van Januari, geeft de volgendi rangorde aan: 1) Laurence Olivier,.2) John Gielgud, 3) Ralph Richardson, 4) Alec Guinness, 5) John Mills, 6) Michael Red grave, 7) Emlyn Williams, 8) John Cle ments. 9) Eric Portman, 10) Donald Wolfit, 11) Alec Clunes en 12) Godfrey Tearle. Een extra forensentram, die zonder pas sagiers op weg was naar Haarlem, ont spoorde gisteravond om ongeveer zes uur bij de Kennetner Golfclub Beide sporen van de lijn Haarlem-Zandvoort werden ge blokkeerd. Spoedig wasemen uit Haarlem met materiaal aanwezig, om te trachten, de wagens weer in de rails te krijgen, Dit karweitje nam verscheidene uren in be slag. De tramdiensten Haarlem-Zandvoort werden zo lang met autobussen onder houden. De douane in Stavanger heeft op het Nederlandse schip „Friesland" 28.000 siga retten en een hoeveelheid tabak als smok kelwaar in beslag genomen. In het oog van het Nederlandse publiek is de Belgische schilderkunst der laatste decennia vooral bekend door twee figuren: James Ensor en Constant Permeke. De herinnering aan die allerbeminnelijkste der Vlaamse schilders: Rik Wouters, zal altijd een warm gevoel in ons levend houden. De vernieuwers Gustave de Smet en Frits van den Berghe sloten onverbreekbare banden met onze eigen generatie van rond de eer ste wereldoorlog. De naam Constant Permeke, negen jaar jonger dan De Smet, drong iets later door in ons land. Hij was een afzonderlijke, en was dat in zekere zin ook temidden van de kunstenaarskonolie te Laethem-Saint- Martin, waar hij Alb. Servaes leerde ken nen. Het symbolisme van Gustave van de Woestijr.e en de bovenzinnelijke religieuze gesublimeerdheid van George Minne zullen hem niet geraakt hebben. Permeke werd te Antwerpen geboren op 31 Juli 1886. Na zijn verblijf in Laethem vestigde hij zich in Ostende. In het begin van 1914 werd hij, ernstig gewond, geëva cueerd naar Engeland. Hier in het plaatsje Chardstock schilderde hij in 1916 een groot doek, getiteld „De vreemdeling". Dit schil derij, dat in het Museum voor Schone Kun sten in Brussel hangt, bezit een bezonnen ADVERTENTIE De directeur van de Nederlandse Jaar beurs, mr. J. Milius, heeft medegedeeld, dat de in April in de Ahoyhal te Rotter dam te houden tentoonstelling „Het Land bouwwerktuig 1952" niet zal doorgaan. De stichting „Het Landbouwwerktuig", die deze tentoonstelling zou organiseren, zal medewerken met de jaarbeurs aan de or ganisatie van de agrarische beurs in Utrecht van 1 tot 7 Mei. De volgende maand wordt in Utrecht begonnen met een beurs voor meubelen en woningtextiel die van 4 tot 8 Februari duurt. Enkele weken na de Voorjaarsbeurs, die van 25 Maart tot 3 April wordt ge houden, volgt een gespecialiseerde agrari sche beurs, verbonden met een zuivelbeurs. Na de najaarsbeurs, te houden van 2 tot 11 September, komt er in October in Rot terdam een gespecialiseerde beurs voor voedings- en genotmiddelen en apparaten voor de chemische industrie. VIRGINIA TRiUMP VIRGINIA evenwicht. De dynamische krachten, die later in Permeke los zullen breken, worden in dit schilderij bedwongen door de zeer intense registratie van het „moment" waar in de tijd voor een ogenblik schijnt stil te staan. In de geopende deur zien we „de vreemdeling", vergezeld van zijn hond. De hand waarmede hij zijn ronde hoed af neemt, verbergt het gelaat. Aan de rechter hand hangt een parapluie. Alle aanwezigen in de boerenwoning schijnen bevangen door de plechtigheid van het moment. De beslo tenheid van het huiselijk leven wordt voor één ogenblik beschenen door het licht van de grote wereld daarbuiten en in dit ogen blik lijkt iets van de adem der eeuwigheid alle aanwezigen aan te raken. Men moet bij Maurice Maeterlink gaan zoeken om een litterair equivalent van dit mystiek moment te vinden. De Permeke zoals wij die kennen, de schilder van de zee, de schilder van de vissers en de boeren van het Vlaamse land. van de lage hoeven in de uitgestrektheid van de sneeuw, van de zwarte luchten waaronder een vervaarlijk vuil-geel flard het stervend licht dwingend suggereert, lijkt wel een geheel andere dan de gewonde soldaat die in Chardstock zijn „l'Etranger" schilderde. Toch fs dit misschien niet ge heel juist. Weliswaar heeft hij door defor maties getracht zijn expressie kracht bij te zetten en ook mag niet ontkend worden dat hij zich soms te stuurloos heeft laten mee voeren door zijn geweldige schilderdrift. Het vermogen om de enorme natuur krachten van de zee en de aarde, die hem zo hevig beroerden met zijn schilderstem perament te lijf te gaan, bezat hij in hoge mate. Zijn grootse landschappen, bevolkt met de zwoegende boerenarbeiders, zijn be wogen zeeën waarop de vissersboten als kleine nietigheden ronddobberen, getuigen ervan en zijn meest voldragen werken, waarvan ook het Stedelijk Museum te Am sterdam er enige rijk is, behoren zonder twijfel tot de toppunten der schilderkunst van de twintigste eeuw. België verliest door de te vroege dood van Permeke een van de grootste schilders van deze eeuw. Hoe groot hij geweest is zal pas duidelijk worden als de afstand in de tijd een scherp getekend silhouet van onze eeuw te zien geeft. OTTO B. DE KAT. Horizontaal: 1. middel v. vervoer. 5. gebrek. 10. water vogel. 12. larve. 13. puntbaardje. 14. keu kengerei. 16. voor zetsel. 17. Staats spoorwegen (afk.). 18. voorbeeld. 20. eerstvolgend (afk.). 21. beteuterd. 22. eierproductie. 24. aansteekkoordje. 27. muziekteken. 29. vruchtennat. 32. schel. 33. voorkeur. 34. water in Z. Hol land. 36. reeds. 37. eiland der Antillen. 38. voorzetsel. 39. ge zet. 41. schat. 42. spie. 43. roosachtige hees ter. 46. stad in W. Duitsland. 47. dus. 49. verkeerd. 51. omhei ning. 52. lengtemaat (afk.). 54. gang v. e. paard. 56. zangnoot. 57. gelofte. 59. klamp. 60. moment. 61. lust hof. 63. wijze v. kle den. 64. interest. 65. vrucht. Verticaal: I. Ned. eiland (oude schrijfwijze). 2. tocht. 3. soort bouwland. 4. hetzelfde (afk.). 6. rustend (afk.). 7. bergplaats. 8. denk beeld. 9. monddoek. II. wiel. 14. meisjes speelgoed. 15. troef kaart. 18. indien. 19. deel van het oog. 21. vlug. 23. doelpunt. 25. pronknaald. 26. tijdperk. 28. gat. 30. schop. 31. verschil tussen tarra en bruto. 32. kuip. 35. inhoudsmaat. 40. Vangknip. 42. tuinvak. 44. uniek. 45. smalle strook. 46. weerzin. 48. eiergerecht. 50. vruchtennat. 51. ledig. 53. honingdrank. 55. jong zoogdier. 56. toespraak. 58. naald boom. 60. vat. 62. deel v. d. bijbel (afk.). 63. wederkerig voorn, woord. Oplossingen moeten ingezonden worden aan onze bureaux HAARLEM, Grote Hout straat 93 en Soendaplein 37; IJMUIDEN, Kennemerlaan 154. Oplossingen moeten uiterlijk Woensdagavond in ons bezit zijn. Wij verzoeken op de enveloppe te schrij ven „Oplossing Puzzle". S.v.p. geen mededelingen voor redactie of administratie bij de oplossingen in sluiten. De oplossingen moeten worden ingevuld op het gedrukte diagram dat hierboven staat. De oplossing van de vorige puzzle is: Horizontaal: 1. kg. 3. borstel. 9. N.S. 11. aan. 12. datum. 13. nap. 14. A.P. 15. ge- Wij hebben een verrukkelijk commu niqué ontvangen. Het betreft het Am sterdamse verkeer, althans de chroni sche opstopping, die daar voor doorgaat en die de Amsterdamse advocaten, de fabrikanten van inktpotloden en proces- verbaal-blocnota's, de garagehouders en de medici een zo bloeiend bestaan ver schaft, dat al dezen het zich op hun beurt weer kunnen permitteren om in auto's en tegen elkaar op te rijden. Wij zouden het Amsterdamse verkeer niet gaarne willen missen, temeer daar de voortdurende reeks donderende sla gen, die weerklinken wanneer wederom een hartelijke ontmoeting tussen staal en staal plaats grijpt, de Amsterdamse verkeerspolitie steeds weer inspireert tot een proza, waarbij vergeleken het werk van Lodewijk van Deyssel slappe kamillenthee is. Het is een kort en kernachtig .proza, dat vrijwel geheel en al in de gebiedende wijs is vervaardigd en dat de weggebruikers maant tot zulke ongebruikelijke bezigheden als het heer zijn, het stoppen bij de spij kerpaden en sinds enige tijd ook het rijden op stopmeters. In het laatste communiqué nu wordt ons meegedeeld, dat de Amsterdamse politie van zins is zich op het voor rangsprobleem te werpen. Een heerlijke gedachte. Daartoe zal worden begonnen met het in brede kring bekend maken van de zogenaamde voorrangsregels, een serie uitnemende voorschriften, die iedere burger met behulp van een schaakbord en twee jaar vrije tijd zich op eenvoudige wijze eigen kan maken. Wij willen wel zegen, dat deze regels een revolutie in het verkeer teweeg zullen brengen, want zij zijn geheel te gengesteld aan de gewoontes, die thans in de Amsterdamse straten opgeld doen. Luister maar naar regel één: Snelverkeer gaat voor langzaam ver keer. Ja, daar staat ge van te kijken. Tot op heden was het namelijk net omge keerd. De Amsterdamse wielrijder ap pelleerde met diep inzicht aan de af schuw van bloedvergieten bij automobi listen en motorrijders en had bovendien, wanneer hij ondanks een spurt a la Arie van Vliet toch nét niet meer vóór een auto langs kon, een hoeveelheid demo cratische levensbeschouwing in petto, die hem er toe bracht iedere automobi list als „gore aatsaager" te betitelen. Nu regel twee: Bij gelijksoortig verkeer gaat rechts voor. Ook deze geheel nieuwe stelregel zal ongekende consequenties met zich mede brengen. Tot nu toe werd de voorrangs kwestie tussen twee motorvoertuigen namelijk beslist door het verschil tussen de hoeveelheden staal, die in de onder scheiden voertuigen was verwerkt. En tot slot regel drie, die luidt: Op elke regel bestaat echter een uit zondering. Dit vinenden is voor ons weer een ty pisch staaltje van de verdraagzame wijsheid der Amsterdamse politie. En bovendien vervult deze maatregel de onmisbare functie voor ieder ambtelijk voorschrift, namelijk dat wanneer on verhoopt een duidelijke en eenvoudige regeling in een ambtelijk stuk zou slui pen, niets mag worden nagelaten om de helderheid weer te camoufleren. Deze uitzonderingsregel staat namelijk onder het motto „Rechtdoor gaat voor", en houdt in, dat afslaand verkeer, om het even of het auto's, fietsers, brommers of kiepkarren betreft, tegemoet- of achter op komend verkeer voorrang moet verlenen. En dan is er nog de uit zondering, dat fietsers op een voor- rangsweg ook weer voorrang hebben op automobilisten. Ach, het is allemaal zo klaar als een klontje. Eenvoudig samenvattend kan gezegd worden: „Rechts gaat voor, be halve als het niet voorgaat, want dan gaat rechtdoor voor en het gaat ook niet voor als snelverkeer voor langzaam verkeer gaat en het gaat ook niet voor op een voorrangswegDit systeem heeft in andere plaatsen al uitnemend gewerkt. Temeer daar het in de practijk vervangen kan worden door de eenvou dige regel: „Ik ga voor". Hoezeer dit zich bij de menselijke natuur aanpast, hoeft wel nauwelijks beklemtoond te worden. Afgezien van het introduceren van deze nieuwe regels zal de Amsterdamse verkeerspolitie zich nog met enige nut tige bezigheden ophouden. Zo komt er een intensieve controle op de remmen van de burgerij (hoog nodig) en verder zal de politie overgaan tot bescherming van het kind. Tenslotte heeft de politie ook nog een vinger in de pap bij de actie van de Vereniging voor afschaf fing van alcohol bij snelverkeer. Deze actie zal plaats grijpen in Juni onder het verrukkelijke motto „Niet drinken". Zoals gewoonlijk zal men er goed aan doen ook deze aanwijzing van de politie niet al te letterlijk op te vatten, want wij nemen aan dat niet zozeer bezwaar zal worden gemaakt tegen het consu meren van karnemelk, ranja, spuitwa ter of gelijksoortige vloeistoffen, als wel tegen de krachtiger distillaten. Wanneer men die gebruikt, kan het in het snel verkeer namelijk snel verkeren. Hoe het ook zij, wij kunnen er ons van verzekerd houden, dat de politie de eerste drie maanden van het nieuwe jaar een grote paedagogische activiteit zal ontplooien. Hoewel wij niet op haar beslissingen vooruit willen lopen dur ven wij nochtans te voorspellen, dat over circa een half jaar zal worden be kend gemaakt, dat deze actie onvol doende resultaat heeft gehad en dat de politie zich daarom tot haar leedwezen gedwongen ziet thans met uiterste ge strengheid tegen verkeersovertreder op te treden. „De tijd van waarschuwen is voorbij", aldus dan de hoofdcommissa ris, „wie niet horen wil, moet voelen. De politie heeft nu opdracht om te be keuren. Zo gaat het niet langer". Wij durven dit te voorspellen, aange zien deze kringloop in het politieel be leid zich even onveranderlijk voltrekt als het komen en vallen van de blaad jes. Ieder jaar weer. Dit zijn de dingen die niet overgaan. En zo zijn er nog een paar in het Amsterdamse verkeer. De rem-inrichtingen van de trams, die zo te zien vervaardigd zijn uit het ophaal- mechanisme van oude waterputten, het nog maar steeds ontbreken van rich tingaanwijzers aan die voertuigen, die al verouderd waren honderd jaar voor- Zaterdag en Zondag worden in de\ Stadsschouwburg nog herhalingen van „de Gysbreght" gegeven, ge volgd door „De bruiloft van Kloris en Roosje". De hoofdrollen in Von dels treurspel worden gespeeld door Johan Schmitz en Elise Hoomans. Maandagavond vertoont het Neder lands Volkstoneel in de Doelenzaal aan de Kloveniersburgwal onder regie van Ben Groeneveld ,,Het Woord" van Kaj Munk, met in de voornaamste rollen Hans van Meer- ten. Ferd. Stemeberg, Emmy Lopes Dias en Jack Dixon. Tot 18 Januari kan men in het Leid- seplein dagelijks de dansparodieën van Cilly Wang zien. In de Kleine Komedie blijft Toon Hermans nog geruime tijd als „Hartendwaas" op treden en in het Centraal Theater houdt Comedia het Napolitaanse spel „Kinderen zijn kinderen" met Magda Janssens en John Gobau op het programma. De Nederlandse Opera voert Zon dagmiddag „Madame Butterfly" in de Stadsschouwbxirg ten tonele, Maandagavond „La Traviata" en Dinsdag „De Troubadour". Vrijdag avond komen „Paljas" en „Cavalle- ria Rusticana" weer eens aan de beurt. In de bioscopen is niet veel nieuws te beleven. Ava Gardner, de tegen- woordiger mevrouw Sinatra, vervult de hoofdrol in „Mijn donker verle den" op het witte doek van Nögge- rath. Lana Turner leidt „Haar eigen leven" in de Cineac aan het Damrak. Het Zondagmiddag in het Concert gebouw te geven abonnementscon cert wordt door Rafaël Kubelik ge dirigeerd. Het programma vermeldt de ouverture Richard III" van Smetana, het Celloconcert van Mar- tinu (solist: Pierre Fournier) en de Tweede Symphonie van Beethoven. Het Amsterdams Kamermuziekge zelschap treedt Dinsdagavond in het Concertgebouw voor de Kunstkring op met octetten van Mendelssohn, Sjostakowitsj en Schubert. Begeleid door Isja Rossican geeft Mila Wellerson een cellorecital in de kleine zaal van het Concertgebouw op Dinsdag 15 Januari. Er worden composities van Schubert, Martinu, Ravel en Sammartini ten gehore ge bracht. In museum Fodor wordt een expo sitie gehouden van de wandschilde ring „Les constructeurs" van Ferdi- nad Léger, benevens van de studies en schetsen, die aan dit werk vooraf gingen. Zondag 13 Januari zal de verzame ling Aziatische kunst voor het laatst in het Stedelijk Museum te bezichti gen zijn, daar deze binnenkort wordt overgebracht vaar een nieuwe afde- \Ung van het Rijksmuseum. dat ze werden uitgevonden, maar die in Amsterdam gehandhaafd worden omdat ze de stad zo'n aardig antiek aspect ver schaffen en tenslotte het verschijnsel uniek in de ganse Westelijke beschaving dat de tram door een rood stoplicht mag rijden. Moed houden maar. BOEDA malin. 17. do. 18. keper. 20. rotan. 22. rei. 23. bed. 25. kit. 27. molen. 30. os. 32. rad. 33. nar. 35. ra. 36. koper. 37. model. 38. el. 39. kom. 41. mes. 42. L.O. 44. Tolen. 47. dop. 49. Let. 50. ark. 52. Tegal. 54. kroes. 56. o.k. 57. pergola. 60. Gt. 61. Oer. 62. natie. 63. Lea. 64. n.n. 65. materie. 66. 1.1. Verticaal: 1. kaak. 2. gaper. 4. Oder. 5. ram. 6. stapel. 7. tul. 8. emir. 9. nadat. 10. spon. 15. gei. 16. nok. 19. pen. 21. tin. 23. bod. 24. den. 26. poker. 27. marot. 28. Na men. 29. talon. 31. sol. 32. rek. 34. ros. 35. rel. 40. mol. 41. met. 43. nog. 45. lengte. 46. pro. 47. deken. 48. pap. 50. ara. 51. kegel. 52. toon. 53. Lena. 54. klei. 55. stal. 58. rat. 59. oir. De prijzen werden als volgt toegekend: f 7.50: Gerda Raatjes, Prins Hendriklaan 158, Overveen; f 5.mevr. F. M. Goos, Koningin Wilhelminakade 66, IJmuiden; f 2.50: mevr. M.. de Bruyn-Coblens, Ma- doerastraat 8, Haarlem-Noord. Hoeveel mensen zijn er in Nederland die, wanneer hen een boek in handen komt, aandacht besteden aan dat tastbare voor werp, aan die blaadjes papier tezaam ge bonden in het beschermend, stevig of buigzaam omslag? En toch, hoeveel is er niet aan te zien? Hoe is het papier, hoe is de letter, hoe is de onderverdeling in hoofdstukken, is er een brede of een smalle marge, ligt het boek prettig in de hand, en vooral dit: heeft het boek ka rakter? Mijn goede vriend Charles Nijpels, die vorige week is overleden, heeft mij dik wijls verzekerd dat er in Nederland zéér weinig gevoel was voor de fraaie uitvoe ring van het boek. Onze landgenoten, zo meende hij, zagen in een boek voor alles een ver jaarspresentje waarvan bovenal de omvang de waarde bepaalde. Wanneer u de bijzonder complete en allerplezierigste tentoonstelling ziet die de N.V. grafische bedrijven Joh. Enschedé ter gelegenheid van de 60ste verjaardag van de letter-ontwerper Jan van Krimpen heeft ingericht, dan wordt deze theorie schijnbaar gelogenstraft. Inderdaad schijn baar, want het moet erkend worden, dat er nog steeds een enorme stroom van ty pografische wanproducten op de markt komt die in aantal de uitstekende edities, welke hier getoond worden, verre over treft. Het is niet alleen het fraaie letter type maar ook de vlakverdeling welke bij Van Krimpen in bekwame hand berust. Jan van Krimpen begon als boekbinder. Een van zijn eerste proeven, een met de hand gebonden exemplaar van „De lof der zotheid" van Erasmus kan men in de vi trines vinden. De eerste uitgave, die hem werd toevertrouwd door Hij mans, Stenfert en Kroese was de Paladium serie. In 1927 maakte Van Krimpen een uit gave voor l'Art Hollandais a l'exposition Decoratif te Parijs, waarvoor hij z'n ver maard geworden letter „Lutsetia" ont wierp. Hieruit vloeide van Krimpens rela tie met de firma Enschedé voort. Zijn Lutartia werd door de heer H. Radick ge sneden. Dan volgen veel andere letter typen, waaronder de Romanée, een kapi taal, ontworpen naast de bestaande cur sief van Cristoffel van Dyck, belangrijk was. Zeer bekend zijn de stofomslagen, de uitgeversmerken, de inscripties, onder an dere uitgevoerd door de Haarlemse beeld houwer J. M. Veldheer. Bij de erepromotie van Koningin Wil- helmina en van Koningin Juliana was het Van Krimpen die de „bul" vervaardigde. En wist u dat op bijna alle Nederlandse postzegels de tekst en waarde-aanduiding door Van Krimpen zijn ontworpen? Vooral echter door de verzorging van de voortreffelijke uitgaven van Nederlandse belletrie heeft Van Krimpen naam ge maakt. Werken van A. Roland Holst, Ka- rel van de Woestijne, Jan van Nijlen, Frans Erens, Arthur van Schendel, Jac. van Looy, P. N. van Eyck, P. C. Boutens en Werumeus Buning werden voor de typografische verzorging aan Jan van Krimpen toevertrouwd. Naast S. H. de Rcos, die voor de Let tergieterij Amsterdam, Tetterode, werkte, heeft Van Krimpen als een zeer begaafd ontwerper aan de Nederlandse boekdruk kunst onschatbare diensten bewezen. Dat zijn betekenis ook in het buitenland er kenning vond, zien we aan door hem voor treffelijk verzorgde edities van Engelse en Franse uitgaven. De hulde, die hem vandaag gebracht wordt in het vermaarde huis aan het Klokhuisplein, vindt in de fraaie tentoon stelling een overtuigende rechtvaardiging. de k.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1952 | | pagina 7