Kustvisserij heeft het niet erg begrepen op komende sanering Walschipper van de VEM hoorde „niets dan goeds" Slooppremie hier en elders een der omstreden punten „Dat Gij allen moogt rusten in vrede" Texels kottervloot groeide tot een belangrijke visserij-eenheid uit Kennemer t, Lantaarn Old Clothes New 7 Veisen dankt Amerika V oorbeschouwing Wat de sluizen in Januari verwerkten m „Met zulke mensen heeft de visserij nog toekomst" SCHIPPER KLAAS BLOK Om half tien is gisterochtend een krans in de zee geworpen Commissaris J. P. Weyburg over politie en dieren bescherming Telefoon van de „VIOS Volksvoorstelling" van Ciboulette REVUE VAN DE ZUIDZIJ Zeilkotters en -schokkers legden haar grondslag 7 ZATERDAG 2 FEBRUARI 1952 De kustvisserij heeft maar matig vertrouwen in het „rapport-Tinbergen", dat binnen kort de sanerings-ideeën van de commissie van die naam aan de openbare belang stelling prijs gaat geven. Of liever: men verwacht van het rapport voor deze bedrijfs tak weinig reële oplossingen, omdat vooral de kottervloot zich sinds de bevrijding deels zelf al op de been heeft geholpen naar schatting zijn er zo'n 70 a 80 nieuwe scheepjes bijgekomen. Maar bij deze argumentatie wordt wel eens vergeten, dat het rapport-Tinbergen deze ontwikkeling zeker „mee-berekend" heeft, zodat de waarheid over deze aangelegenheid, en wie weet ook voor de trawlvisserij, waarschijnlijk in het midden komt te liggen: de conclusies van het rapport over de kustvisserij kunnen parallel lopen aan de na-oorlogse herrijzenis van de kottervloot en het ware voorbarig te menen, dat het rapport achter de werkelijkheid aanhinkt. Het is nu eenmaal een vaststaand feit, dat de Noordzee voor de schol- en schelvisboten tot zekere hoogte „braak" is komen te liggen sinds de tussentrawlers wegens onrentabiliteit van dit werkterrein verdwenen. Dat was dan ook een van de oorzaken, van de snelle opbloei der kottei-visserij, een visserij, die misschien wel als de enige nog steeds winstgevende van alle is overgebleven. Maar de voltooiing van deze opbouw is nog niet in zicht en vermoedelijk zal de commissie-Tinbergen dit aspect nader be lichten: er zijn immers nog velen over gebleven, die financieel niet in staat waren hetzelfde te doen als hun gelukkiger col lega's: varen en vissen, met een van de aantrekkelijkste scheepstypen van deze tijd. Nog niet verzadigd En inderdaad: er kan nog wel wat bij, al dreigt de spoeling op den duur natuur lijk dunner te worden de „grote" vis serij heeft zich in feite teruggetrokken tot boven de 56e breedtegraad en moest de Noordzee steeds meer overlaten aan de schepen, die er het meest geschikt voor zijn: de kotter en sterke loggers Basis der sanering De historische ontwikkeling van de kot tervloot sinds de bevrijding en eigenlijk al tijdens de bezetting is belangwek kend genoeg, om er nog even op terug te grijpen. In de oorlog is er namelijk al clan destien gewerkt aan de ontwerpen van kotters, die de geroofde of gezonken sche pen moesten gaan vervangen en in dit ver band herinneren wij ons Kromhouts mo- torenfabriek in Amsterdam, die vele schip- pers-eigenaren en kleine reders aan zich verplichtte met tekeningen van een harer vaardigste scheepskennners, de heer W. Zwolsman. Van het door hem ontworpen type kotter kent de vloot vele tientallen pittige scheepjes, die een saneringsplanne tje op zichzelf vertegenwoordigen, waar prof. Tinbergen vermoedelijk maar al te graag op zal inhaken, ondanks het feit, dat de overheid vroeger wel eens wat af wijzend tegenover dit initiatief heeft ge staan. Vele verloren of geroofde schepen kon den op die manier vervangen worden; de financiën werden geleverd door handels banken, scheepshypotheekbanken en parti culieren, soms gesteund door grote leve ranciers. Dat is op het goede moment ge beurd, want sindsdien veranderde er het één en ander: het tij keerde en het geld werd schaarser is op dit ogenblik zelfs uitermate krap geworden. Zodat de handelsbanken en de schccps- hypotheckkantorcn practiscli geen cent meer loslaten aan de visserij, eensdeels als gevolg van de algemene financiële con stellatie en de investeringsbeperkingen, aan de andere kant door recente ontwik kelingen in de visserij, die elke insider kent en vreest. „Visserij"bank als oplossing Nu komt echter het saneringsplan ter tafel. Het saneringsplan, dat geld achter zich moet weten, om de suggestie van de commissie-Tinbergen te verwezenlijken. Zou het in dit opzicht te veel gezegd zijn, dat een Visserijbank uitkomst kan bieden aan een bedrijf, dat aan de grond dreigt te raken door inwendige maar ook uitwen dige omstandigheden? De sanering zal echter niet alleen de kotter- en kustvloot, maar ook de diepzee visserij raken. Het ligt in de lijn der ver wachtingen, dat het gekoppeld wordt aan een slooppremie om het afstoten van de oude, onrendabele eenheden te bevorderen en nu wordt er wel eens uit het bedrijf gefulmineerd tegen deze slooppremie, die een of andere rederij ten goede zou kunnen komen, die zoveel winst heeft gemaakt, dat ze deze premie zeer nadrukkelijk niet nodig heeft. Zij die zo spreken, vergeten in de eerste plaats, dat de sloopprijs van regeringswege op 77.50 per ton gewicht is vastgesteld en dat de sloop„premie" niet zo heel veel hoger zal komen te liggen rond de hon derd gulden wellicht zodat onbillijk heden niet waarschijnlijk zijn. Bovendien heeft de regering de uitvoer van schepen naar België, waar de sloopprijs per ton op 208 ligt, in de hand, reden waarom bijvoorbeeld de „Volendam" van de H.A.L. Plaatselijk comité voor klokkenspel in wording „Het Amerikaanse volk heeft volgend op de vele offers aan mensenlevens ge bracht bij de vrijmaking ook van Neder land zich mede vrijwillig grote offers getroost voor de herbouw van West-Europa, dus evenzo van Nederland, waardoor een nauwere band van samenwerking is gelegd tussen Nederland en Amerika, dan in het verleden bestond." Deze opmerking is gemaakt in het lan delijk werkcomité dat ten doel heeft te komen tot de aanbieding van een blijvend gedenkteken aan Amerika in de vorm van een carillon, dat geplaatst zal worden in de nabijheid van het Kapitool in Washing ton. Door een zodanig geschenk zal „de stem van Nederland" dagelijks in Washing ton hoorbaar zijn. Het is de bedoeling dat elke klok af zonderlijk van dit carillon een groep van de Nederlandse bevolking zal symboliseren. Hare Majesteit de Koningin heeft zich bereid verklaard tijdens haar bezoek aan Amerika in April 1952 het carillon uit naam van het Nederlandse volk aan het Amerikaanse volk aan te bieden. Op Donderdag 7 Februari zal door bur gemeester mr. M. M. Kwint een plaatselijk comité voor dit doel in het raadhuis in Velsen worden geïnstalleerd. Het is de bedoeling op Zaterdag 17 Fe bruari een inzameling van gelden te hou den. na twee jaar moeizaam onderhandelen niet naar onze Zuiderburen verdwijnt om ge sloopt te worden. Dat onder meer de schrot-behoefte der Nederlandse Hoogovens en een redelijke Nederlandse staalprijs op de wereldmarkt en de binnenlandse markt hun invloeden op dit beleid laten wegen, zal zonder meer duidelijk zijn. Maar bovendien en het was drs. A. G. U. Hildebrandt, de „visserij-econoom", die ons dit onlangs verklaarde gaat het de commissie-Tinbergen niet om de mensen noch om de rederijen, maar om het bedrijf. Het hele bedrijf, dat gezond gemaakt moet worden. Zogoed als in de crisisjaren het boerenbedrijf als geheel geholpen werd en daardoor de onvermijdelijke narigheid ontstonddat er boeren waren, die met de auto hun regeringssteun gingen halen. Éi ff Nu het lijvige rapport van de „com missie-Tinher gen" elk ogenblik ver schijnen kan en de conchisies van dit boekwerk over de toekomst van Neder lands vloot met gespannen belangstel ling tegemoet worden gezien belang stelling, welke overigens niet zelden door pessimisme getemperd wordt kan het zijn nut hebben, eenvan de in het rapport besproken onderdelen na der te bekijken in het kader van de situatie van dit moment. Dat daarbij de situatie van het hele Nederlandse vis serijbedrijf, meer in het bijzonder wat de nieuwbouw en vervanging betreft, ter sprake komt. is niet te verwonde ren: het onderwerp kustvisserijnoopt nu eenmaal tot menige zijstap in de omringende gebieden. Na diverse gesprekken met zowel par ticulieren als overheidsvertegenwoor digers meenden wij tot de hierbij gaan de voorbeschouwingvan het rapport- Tinbergen te kunnen komen, daarbij vooropstellend, dat dit document voor ons officieel een met zeven zegelen ge sloten boek is. In de maand Januari zijn in totaal 767 zeeschepen de IJmuider pieren gepasseerd. Hiervan werden er 375 naar binen en 392 naar buiten geschut. Driehonderdacht schepen voeren naar Amsterdam, twaalf naar Zaandam, één naar Haarlem, één naar de buitenhaven en één naar Beverwijk. Twee schepen hebben hout gelost bij de papierfabriek en vijf cellulose. Twintig schepen kwamen ijzer laden in de staal- haven van de Hoogovens, één stenen lossen en één erts. In de buitenhaven van de Hoogovens meerden twintig schepen om erts te lossen, drie om kolen en één om ijzer te laden. In de vissershaven kwamen voor reparatie, bunkeren enzovoorts, vier schepen binnen. Van buiten schutten veer tien bijleggers, van binnen éénenvijftig. Of de stoomtrawler gedoemd is te ver dwijnen? Het hangt volgens de insiders van zoveel omstandigheden af. Inderdaad is de kolensituatie van dit moment verre van aantrekkelijk voor de visserij, maar in de olie gaan zich dezelfde gevaarlijke ten- denzen aftekenen. Bovendien hangt heel veel af van de wereld-politieke toestand. Aan de andere kant zal het idee van de motortrawler zeker belangstelling hebben ontmoet bij de commissie-Tinbergen. De motorkotter ..Prinses Margriet" (KW. 51) van C. Guijt te Katwijk aan Zee. Gebouwd in 1946 bij D. Joh. Boot in Alphen a. d. Rijn, icas dit Neêrlands eerste kotter van groot formaat. Het schip meet namelijk 95 bruto- en 30 netto ton bij 22,96 X 6,23 X 2,87 meter. Het vaartuig is uitgerust m"et eert 200 paards Industrie motor eeh prachtig voorbeeld van rendabele Noordzee-visserij. Op het VEM-kantoor is gistex-en wel ge bleken welk een schare vrienden walschip per G. Nieuwenhuizcn zich gemaakt heeft in de veertig jaar, dat hij het IJmuidense visserijbedrijf uit dé grond van zijn hart diende: honderden hebben de montere jubi laris de hand gedrukt en velen legden hun compliment in een gemeend speechje neer, toen aan de receptie een officiële huldiging voorafging. Ir. F. Thiel, de directeur van de VEM. begon zijn toespraak met een herinnering aan het jaar 1912, toen de jubilaris de IJmuidense visserij binnentrad en hij noemde in dit verband de namen van de „oudgedienden" Freya, Balder en Gloria, waarvan alleen de oude trawler „Hercules" nog over is in de haringhaven. Maar Gerrit Nieuwenhuizen is nog lang niet opgelegd geen der directeuren, die hij in de loop der veertig jaren heeft ge diend, hebben zich daar ooit ongerust over hoeven maken. „Gemak" Het veelomvattende werk van de wal schipper en dat van de heer Nieuwen huizen in het bijzonder omschreef de heer Thiel als „op het oog vanzelfspre kend". Op het oog want het gaat alle maal zo rustig en gemakkelijk, dat de bui tenstaander niet vermoedt, welk een orga nisatie de walschipper van een rederij onder zijn beheer heeft. „Dit „gemak" is overigens het criterium van het goede vakwerk" meende ir. Thiel te mogen opmerken, om verder de zware en drukke tijd van na de oorlog te laten voorbijtrekken, toen de jubilaris een grote vloot te verzorgen en te bewaken kreeg. Daarna kwam de modernisering, die uit liep op het inkrimpen van de vloot en de VEM-directeur vertelde verder, hoe in de dertiger jaren, toen de visserij nog zonder radio-contacten werkte, soms twee sche pen op dezelfde dag naar IJsland vertrok ken. om zeven weken later thuis te stomen, terwijl ze noch onderweg, noch op de vis serij iets van elkaar gemerkt hadden. Sindsdien is echter de situatie veranderd voor de walschipper in hevige mate. Het radiocontact bracht de wenselijkheid mee, dat één centrale figuur aan de wal de on zichtbare draden met de vloot in handen hield en bij de VEM werd die ene man natuurlijk Gerrit Nieuwenhuizen. En het werd wel eens druk: de vrije tijd schoot er meestal 's avonds bij in. omdat de wal schipper zijn tijd moest verdelen tussen de radio en de telefoon. Mai-ktproblemen en opvangregelingen maakten de door hem te nemen beslissin gen wel eens moeilijk. „Onze schepen waren uw schepen". Met dit compliment tekende de heer Thiel zijn jubilaris ten voeten uit en hij kwam vervolgens op de toekomst der visser ij, die dank zij figuren als deze walschipper nog niet zo heel donker is. Een geschenk onder couvert werd hem mede uit naam van de commissarissen overhandigd. (Van een verslaggever) Gistermorgen om half tien precies is een donkergroene krans, getooid mét paarse en witte seringen, langzaam verdwenen in de nog woelige golven van de plek waar de vijftiende Januari de „Alkmaar" met man en muis vergaan moet zijn: op 59° 30' N.B.— 3° 20' O.L. heeft schipper Klaas Blok van de trawler „Tzonne" deze stille hulde aan de veertien doden aan bakboord over boord gezet. worden op deze gruwelijke plaats. Geen lange redevoeringen, geen tranen. Slechts een handjevol mannen met wap perend haar in de „kuil" van het trawler- dek Hollandse mannen, die stuk voor stuk weten, wat de zee is en kan en altijd blijven zal. Voor alle zeventien mannen, die sinds de Kerstnacht op deze zelfde zee verongeluk ten is de krans „gelegd". Op deze plek is de „Alkmaar" het laatst gehoord. Ergens in de grauwe hemel roept een Jan van Gent. „Dat gij allen moogt rusten in vrede Het was nog kil en winderig op deze grauwe Vrijdagochtend maar beter weer dan Donderdag. De mannen van de „Tzon ne" stonden roerloos en aandachtig op het werkdek van de IJM 1, dat daalde en rees op de lange slag in de mond van de Oceaan. Alleen in de machinekamer waren de tw:e wachten gebleven. De anderen hadden zich rond schipper Blok bij de reling aan bakboordzijde ge schaard en daar is de krans zo behoedzaam mogelijk in het water gelegd. Schipper Blok heeft niet meer gezegd dan: „Een laatste groet van ons allen in het bij zonder van vader, moeder, vrouw en kin deren. Dat gij ailen moogt rusten in vrede". Daarmee was gezegd wat gezegd kon ff Tijdens de huldiging kwam er een „roeppie" voor de jubilerende walschip per, die er onmiddellijk helemaal „in" was: de schipper van de VIOS. Gerrit Plug, belde zijn vertrouwensman aan de wal op. niet om de vangst te melden of de marktdag af te spreken, maar om hem uit naam van alle schippers van- de VEM-vloot van harte geluk te wen sen met zijn veertigjarig jubileum. „Nee, het weer is hier niet zo best", vertelde schipper Plug, waarop de wal schipper het niet laten kon om even te vragen naar „de visserij." Daar het antwoord onder het telefoon- geheim valt, zullen we daar niets van verklappen. Wel kan gezegd worden, dat Gerrit Nieuwenhuizen het bizonder plezierig vond gisteren dat roeppie van zijn mak ker Plug te krijgen. Voor het kantoorpersoneel sprak de heer H. Lugtig en deze herinnerde er aan, hoe de schepen van de VEM mede dank zij de jubilaris „voor" blijven op menige andere boot. Een electrisch droogscheerapparaat voi-mde het stoffelijk blijk van waardering van het kantooi-personeel en van de VEM- schippei-s kwam daar nog eens een enve loppe met inhoud bij. Nelis Noordzij voerde vervolgens namens het walpersnneel het woord en schonk zijn collega een vulpen, terwijl mevrouw Nieu wenhuizen („die eigenlijk practisch ook bij de VEM in dienst is") een ingelijste foto van de „Post Boy" kreeg. De heer W. Gorter wees voorts mede uit naam van de Ijsfabriek on de sportieve geest, die de jubilaris moet bezitten, om het kansspel van de visserij voortdurend te kunnen en willen volgen. Dat hij daar naast over de nodige ervaring beschikt, werd door de heer Gorter als volgt onder woorden gebracht: „Uw beslissing loopt vaker uit on een goede reis dan on een wanbof". De ionge personeelsvereniging van VEM en haar aanverwante bedrijven had de heer P. Siemens afgevaardigd en deze overhandigde de walschipper twee boeken. „Goed individüalisme" Zijn oud-collega, de heer H. J. („mees ter") Ligt gaf vervolgens in een vlotte speech uitdrukking aan zijn waardering voor de persoon van Nieuwenhuizen en tenslotte sprak de heer J. C. Pronk namens „Shamrock", „Toekomst", „Machinefabriek IJmuiden" en zijn eigen rederij over het goede individualisme van de jubilaris individualisme, dat aan de andere kant wel eens ..lastig" wordt als de redersvereniging (waar de heer Pronk voorzitter van is) met hem te doen krijgt en hij een fel vech ter voor hét VEM-belang blijkt te zijn. Een electrische, verlichte windwijzer vormde het cadeau, zodat het bezoek nu voortaan weet, dat „de wind altijd uit de goede hoek waait", zoals de heer Pronk het zei. Een dankwoord van de heer Nieuwen huizen besloot de huldiging. Gisteravond is er in het Oud-Katholiek verenigingsgebouw intiem gefeest voor per soneel en de familie een feest, dat tot diep in de nacht voortduurde. ff Naar wij vernemen zullen in samenwer king met de ambtenaar voor culturele za ken in de gemeente Velsen één of meer „volksvoorstellingen" van de opex-ette „Ci boulette" gegeven worden. De prijs hier voor wordt uiteraard laag gehouden, maar hm een zo breed mogelijk publiek te be reiken wil men een spaarsysteem opzetten, zodat de liefhebbers elke keer een gering bedrag kunnen spai'en. Dit spaarsysteem kan op dit moment al ingaan. De première kan tegen Juni verwacht worden. Er hebben zich diverse mensen bereid verklaard op hun adres deze „spaaractie" in de verschillende delen der gemeente te voeren. DE VELE vacantiegangers die des zomers het Nederlandse vasteland verlaten en en door de „Dokter Wagemaker" of door de „Marsdiep" in de haven van Oude Schild op Texel aan wal worden gezet trekken meteen door naar Den Burg of De Koog en laten de hoek in de haven, waar de kotters hun ligplaats hebben, „rechts liggen". De Texelse vissersvloot treft men trouwens alleen des Zaterdags en des Zon dags aan. De andere dagen, de weersgesteldheid dienende, maakt zij zich productief met de beoefening van de vissei-ij. En al is Oude Schild dé haven van Texel, bijna alle vissers wonen in Oosterend dat ligt aan de Oostkant van het eiland. Momenteel telt de Texelse kottervloot 11 schepen en met een 30-tal kleine vaartuigen komt men aan een totaal van 44 eenheden. De gemiddelde leeftijd van de kotters bedraagt 9 jaar, de vloot is dus nog jong. De oudste kotter is van 1935, Vertrouwen (TX 39) genaamd, welke het eigendom is van P. B. van der Vis. Het is echter geenszins een verouderd type en het vorig jaar is er nog een nieuwe motor in ge plaatst. Op de foto liggen de TX 14. de TX 37 en de TX 24 broederlijk naast elkaar in de thuishaven. Geheel rechts de TX 51, die zojuist binnen is gekomen. De „Vier Ge broeders" TX 14 en de Arie Geex-tje TX 51, respect, in 1936 en 1939 bij „De Dageraad" in Woubrugge gebouwd behoren aan de Gebr. Ellen. De Anthonie (TX 37), van 1936 en van dezelfde werf is het eigendom van de Gebr. van der Vis. De TX 24 heette toen Karei Doorman en behoorde aan schip per W. van der Vis. Dit schip behoort thans niet meer in Texel thuis. Gebouwd in 1946 bij Amels in Makkum is het vaartuig later vei-kocht aan J. Molenaar te Urk en komt vaak in IJmuiden als Albert UK 1. Schip per W. van der Vis is in 1949 weer met een nieuw schip in de visserij gekomen, de Nellie TX 24. Vooroorlogse sterkte De Texelse kottervloot heeft bijna het vooroorlogse peil bereikt. Vlak voor de oorlog waren het er namelijk 12, doch de Dageraad TX 29 werd in 1945 overge schreven naar IJmuiden en sedertdien is dat de IJM 229. Voor de laatste wereldoorlog behoorden de meeste kotters in Texel thuis. Thans, ruim tien jaar later, is er veel veranderd. Urk heeft er bv. al 30, Den Helder 17, Wieringen 3, Katwijk 15, Scheveningen 5 en IJmuiden 17, terwijl Amsterdam er binnenkort ook 3 zal hebben. De kotter zoals wij die in ons land ken nen is eigenlijk een nazaat van de oude zeilbotters en schokkers die in de oude Zuiderzee hun arbeidsveld hadden. De ont wikkeling der techniek deed ook bij dit soort vaartuigen zijn invloed gelden. Er werden lichte motoren in gezet van 18 pk en geleidelijk werden de houten vaartuigen verdrongen door de stalen botters, die zich niet tot de Zuidei-zee beperkten maar ook de Noordzee opgingen. Bij het groter wor den der vaartuigen en het sterker worden der motoren verwijderden deze scheepjes zich meer en meer van de kust, zonder dat zij daarvoor feitelijk waren gebouwd. Zij verloren daardoor het kaï-akter van kustvissersvaartuig en bestreken dan ook in hun visserij een heel wat groter gebied. Moeilijkheden ontstonden omdat er geen sprake meer van kon zijn, dat zij niet on der het Rijkstoezicht zouden vallen. Be langhebbenden zochten naar een oplossing en in overleg met de Scheepvaart Inspectie werd een eenvoudige stalen kotter ont worpen. Het streven bij het ontwerp van deze kotter is geweest alles zo practisch doch tevens zo eenvoudig mogelijk te doen, ten einde tenslotte een vaartuig te ver krijgen, dat in allen dele ((goed voor werk" was en niet duur. De bedoeling hierbij is verder ook dat zo'n vaartuig geëxploiteerd zou kunnen worden door een schipper- eigenaar, hetgeen uiteraard voor een goed rendement van zeer groot belang is. Het is de werf 's Lands Welvaren in Vlaar- dingen geweest, die in 1923 naar eigen ont werp de motorkotter Zeemeeuw bouwde voor Rotterdamse rekening. De hoofd afmetingen waren: lengte over alles 20 m., breedte 5 en de holte 2,50 m. Het was voorzien van een 60 pk Van Berkel motoi\ Gedurende 19241925 bouwde deze werf 5 kottex-s voor België. Tien jaar later be gon de kotter in ons land hoe langer hoe meer in trek te komen, een eigen type, dat niet te vergelijken is met de Noorse. Deense, Duitse en Belgische kotters. En vanzelf sprekend is dit scheepstype geleidelijk tot ontwikkeling gekomen. Waren de vroegere kotters 30 a 40 ton groot, thans is er een van 80 ton geen zeldzaamheid meer. Ook het vermogen van de motor is belangrijk toegenomen. De kotter heeft in ons land de kuststoomtx-awler er volledig uitgedrukt. Jf Bespreking; van de asylbouw op jaarvergadering Voor de jaarlijkse ledenvergadering van de afdeling Velsen der Nederlandse vereni ging tot Bescherming van Dieren, die Woensdagavond in de theeschenken) „Vel- beek" wordt gelxoxxden, heeft de commis saris van de Velsense politie, de heer J. P. Weijburg zich bereid verklaard een cause rie te houden over de contacten, die de politie heeft met de daadwerkelijke dieren- beschermiixg. Er gaat een huishoudelijk gedeelte aan deze lezing vooraf, dat besteed wordt aan een bestuursvei'kiezing. Het hele bestuur treedt af en de heer Y. J. Reitsma. die meer dan een kwart eeuw het seci'etariaat waar nam, stelt zich niet herkiesbaar. Bovendien zullen de plannen voor de asylbouw be sproken worden. ADVERTENTIE reinigt uw kleding Chemische reiniging Koningsplein 8 - IJmuiden - Tel. 488(5 ARIE VAN DER VEER (Nadruk verboden). Onlust Er komt een brief tot mij, waaxwan de auteur zich be klaagt over een bepaald aspect van zijn IJmuiden; het IJmui den, dat hem blijkbaar na aan het hart gebakken ligt, maar dat voor hem en voor ve len nog niet de oude gezel lige glorie heeft van voor het bezoek des heren Hitier c.s. Wat het ook niet zal krijgen, mijne gelieven, nademaal de herrijzenis op andere leest ge schoeid werd dan „het oude". Maar goed: het gaat over dat Velserduinplantsoen, een doom in het welmenend oog van et telijke IJmuidenax-en. Vroeger een bloem aan de Zondagse jas van IJmuiden thans de woestijn Gobi gelijk. „Schandelijke verwaarlozing" krijt de cidticus boos. Op het eerste gezicht: ja. Maar als ge de historie van dit plantsoen kent, gaat ge milder oordelen. Want de zand verstuivingen der Heerendui nen hebben het de afgelopen zomers apei't onmogelijk ge maakt een beplanting voor dit gi-ote plantsoen aan te bren- gen er zijn ogenblikken ge weest, waarop er tien centime ter duin lag. Het college var B. en W., zijnde dagelijkse be- stuurderen onzer gemeenschap heeft er een rappoi-tje over ge had en daarin kwamen de des kundigen, wie het ook een on lust voor het oog is, tot die zelfde conclusie: het ware roomboter aan de galg smeren hier met begoniaatjes en sier- dennen te werken. In het villapark „Velser- beek" wrocht een artist de goed-gelijkende beeltenis van Koningin-moeder Emma, die helaas voortijdig bezweek, Nu evenwel de nieuwe hui zen in de omgeving in grote getale uit het stuifzand worden geperst, zijn de omstandighe den hoopgevender. Het plant soen wox-dt in zijn oude bloem rijke luister hersteld ge kunt er desgewenst iets op zeggen, wat ge ook zoudt zeg gen, als het niet zo was. „Don der" bijvoorbeeld. Rood sein Een IJmuidense automan, die met onschokbare trouw en nimmer aflatende volhai'ding zijn bizarre belevenissen ach ter het stuurrad aan de lan taarn hangt, heeft het aan de stok gehad met een IJmuiden se fietser, die zonder brandend achterlicht over de Amster damse straatweg peddelde en dies vriendelijk door de inha lende coureur middels een neex-gedraaid x-aampje werd 'oegesproken. In de vorm van: „Als uw levensverzekerings premie betaald is, kunt u hier wel zo blijven rijden, maar an ders hebt u de kans, dat de maatschappij niet uitkeert". Waarop de pedalees grimmig •epliceerde: „Heb ik pech ge had". En de automobilist foe- erend doorreed. Vooropstellende, dat het gedoofde achtexiicht in de ru- bx-iek der hoofd-weg-zonder thuishooi't en concluderende dat deze fietser bovendien op het x-ijwielpad moest blijven, wil ik toch het algemene me dedogen van de snelle en com- fortabel-gezeten autolieden in roepen voor dezelve. Speciaal onder omstandigheden als ge durende deze week, toen fiets paden gletschers werden en dynamowieltjes met tex-gende tegenzin wex-kten of hele maal niets deden. Niettemin wordt er graag op gewezen, dat het niet-functionerende achterlicht een grote en pijn lijke opdoffer kan veroorzaken, die óf in een portemonnaie óf in een blank naar lysol geu rend bed eindigt. Olifant Er is wel zoölogie bedreven in deze winterse dagen: xxiet alleen spanden ettelijke Velse- ixaren zich in voor de honge rende vooglen des hemels en deden liefhebbende melk- en groenteboeren hun rossinanten „scherp zetten" (en wie het niet deed moet zelf maar eens oroberen op z'n blote hoeven over de weg te schaatsen als het sneeuwt of ijzelt), maar bovendien bouwden andei-e Velsenaren uit de ovex-vloedige sneeuv/ schone maar vergan kelijke zaken. maar onze fotograaf snapte nog net deze olifant met zijn schepper. Ook de olifant is op een goed moment voor de dooi gevlucht. Kauw Een kauw met gekortwiekte vlex-ken is door een medelij dende Velsenaar in het boze weer van deze week eenzaam en hongerig aangetroffen, op gepakt en naar de Dierenbe- schex-ming getx-ansporteerd. Dierenbescherming, die helaas geen vluchtoord voor kauw tjes bezit, heeft de kwetteren de solitair zorgzaam naar Vel- sei-beek gebracht, waar hij zich thans het zwarte hoofd suf peinst over de juiste uitspi-aak van de naam van zijn baas. In Velserbeek verstaan ze hem namelijk niet zo goed. LAMPENIER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1952 | | pagina 9