Kustvisserij heeft het niet erg
begrepen op komende sanering
Walschipper van de VEM
hoorde „niets dan goeds"
Slooppremie hier en elders
een der omstreden punten
„Dat Gij allen moogt rusten in vrede"
Texels kottervloot groeide tot een
belangrijke visserij-eenheid uit
Kennemer t, Lantaarn
Old Clothes New
7
Veisen dankt Amerika
V oorbeschouwing
Wat de sluizen in
Januari verwerkten
m
„Met zulke mensen heeft de visserij nog toekomst"
SCHIPPER KLAAS BLOK
Om half tien is gisterochtend een krans in de zee geworpen
Commissaris J. P. Weyburg
over politie en dieren
bescherming
Telefoon van de „VIOS
Volksvoorstelling" van
Ciboulette
REVUE VAN DE ZUIDZIJ
Zeilkotters en -schokkers legden haar grondslag
7
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1952
De kustvisserij heeft maar matig vertrouwen in het „rapport-Tinbergen", dat binnen
kort de sanerings-ideeën van de commissie van die naam aan de openbare belang
stelling prijs gaat geven. Of liever: men verwacht van het rapport voor deze bedrijfs
tak weinig reële oplossingen, omdat vooral de kottervloot zich sinds de bevrijding
deels zelf al op de been heeft geholpen naar schatting zijn er zo'n 70 a 80 nieuwe
scheepjes bijgekomen. Maar bij deze argumentatie wordt wel eens vergeten, dat het
rapport-Tinbergen deze ontwikkeling zeker „mee-berekend" heeft, zodat de waarheid
over deze aangelegenheid, en wie weet ook voor de trawlvisserij, waarschijnlijk in
het midden komt te liggen: de conclusies van het rapport over de kustvisserij kunnen
parallel lopen aan de na-oorlogse herrijzenis van de kottervloot en het ware voorbarig
te menen, dat het rapport achter de werkelijkheid aanhinkt. Het is nu eenmaal een
vaststaand feit, dat de Noordzee voor de schol- en schelvisboten tot zekere hoogte
„braak" is komen te liggen sinds de tussentrawlers wegens onrentabiliteit van dit
werkterrein verdwenen. Dat was dan ook een van de oorzaken, van de snelle opbloei
der kottei-visserij, een visserij, die misschien wel als de enige nog steeds winstgevende
van alle is overgebleven.
Maar de voltooiing van deze opbouw is
nog niet in zicht en vermoedelijk zal de
commissie-Tinbergen dit aspect nader be
lichten: er zijn immers nog velen over
gebleven, die financieel niet in staat waren
hetzelfde te doen als hun gelukkiger col
lega's: varen en vissen, met een van de
aantrekkelijkste scheepstypen van deze
tijd.
Nog niet verzadigd
En inderdaad: er kan nog wel wat bij,
al dreigt de spoeling op den duur natuur
lijk dunner te worden de „grote" vis
serij heeft zich in feite teruggetrokken tot
boven de 56e breedtegraad en moest de
Noordzee steeds meer overlaten aan de
schepen, die er het meest geschikt voor
zijn: de kotter en sterke loggers
Basis der sanering
De historische ontwikkeling van de kot
tervloot sinds de bevrijding en eigenlijk
al tijdens de bezetting is belangwek
kend genoeg, om er nog even op terug te
grijpen. In de oorlog is er namelijk al clan
destien gewerkt aan de ontwerpen van
kotters, die de geroofde of gezonken sche
pen moesten gaan vervangen en in dit ver
band herinneren wij ons Kromhouts mo-
torenfabriek in Amsterdam, die vele schip-
pers-eigenaren en kleine reders aan zich
verplichtte met tekeningen van een harer
vaardigste scheepskennners, de heer W.
Zwolsman. Van het door hem ontworpen
type kotter kent de vloot vele tientallen
pittige scheepjes, die een saneringsplanne
tje op zichzelf vertegenwoordigen, waar
prof. Tinbergen vermoedelijk maar al te
graag op zal inhaken, ondanks het feit,
dat de overheid vroeger wel eens wat af
wijzend tegenover dit initiatief heeft ge
staan.
Vele verloren of geroofde schepen kon
den op die manier vervangen worden; de
financiën werden geleverd door handels
banken, scheepshypotheekbanken en parti
culieren, soms gesteund door grote leve
ranciers. Dat is op het goede moment ge
beurd, want sindsdien veranderde er het
één en ander: het tij keerde en het geld
werd schaarser is op dit ogenblik zelfs
uitermate krap geworden.
Zodat de handelsbanken en de schccps-
hypotheckkantorcn practiscli geen cent
meer loslaten aan de visserij, eensdeels als
gevolg van de algemene financiële con
stellatie en de investeringsbeperkingen,
aan de andere kant door recente ontwik
kelingen in de visserij, die elke insider
kent en vreest.
„Visserij"bank als oplossing
Nu komt echter het saneringsplan ter
tafel. Het saneringsplan, dat geld achter
zich moet weten, om de suggestie van de
commissie-Tinbergen te verwezenlijken.
Zou het in dit opzicht te veel gezegd zijn,
dat een Visserijbank uitkomst kan bieden
aan een bedrijf, dat aan de grond dreigt
te raken door inwendige maar ook uitwen
dige omstandigheden?
De sanering zal echter niet alleen de
kotter- en kustvloot, maar ook de diepzee
visserij raken. Het ligt in de lijn der ver
wachtingen, dat het gekoppeld wordt aan
een slooppremie om het afstoten van de
oude, onrendabele eenheden te bevorderen
en nu wordt er wel eens uit het bedrijf
gefulmineerd tegen deze slooppremie, die
een of andere rederij ten goede zou kunnen
komen, die zoveel winst heeft gemaakt,
dat ze deze premie zeer nadrukkelijk niet
nodig heeft.
Zij die zo spreken, vergeten in de eerste
plaats, dat de sloopprijs van regeringswege
op 77.50 per ton gewicht is vastgesteld
en dat de sloop„premie" niet zo heel veel
hoger zal komen te liggen rond de hon
derd gulden wellicht zodat onbillijk
heden niet waarschijnlijk zijn. Bovendien
heeft de regering de uitvoer van schepen
naar België, waar de sloopprijs per ton
op 208 ligt, in de hand, reden waarom
bijvoorbeeld de „Volendam" van de H.A.L.
Plaatselijk comité
voor klokkenspel in wording
„Het Amerikaanse volk heeft volgend
op de vele offers aan mensenlevens ge
bracht bij de vrijmaking ook van Neder
land zich mede vrijwillig grote offers
getroost voor de herbouw van West-Europa,
dus evenzo van Nederland, waardoor een
nauwere band van samenwerking is gelegd
tussen Nederland en Amerika, dan in het
verleden bestond."
Deze opmerking is gemaakt in het lan
delijk werkcomité dat ten doel heeft te
komen tot de aanbieding van een blijvend
gedenkteken aan Amerika in de vorm van
een carillon, dat geplaatst zal worden in
de nabijheid van het Kapitool in Washing
ton. Door een zodanig geschenk zal „de
stem van Nederland" dagelijks in Washing
ton hoorbaar zijn.
Het is de bedoeling dat elke klok af
zonderlijk van dit carillon een groep van
de Nederlandse bevolking zal symboliseren.
Hare Majesteit de Koningin heeft zich
bereid verklaard tijdens haar bezoek aan
Amerika in April 1952 het carillon uit
naam van het Nederlandse volk aan het
Amerikaanse volk aan te bieden.
Op Donderdag 7 Februari zal door bur
gemeester mr. M. M. Kwint een plaatselijk
comité voor dit doel in het raadhuis in
Velsen worden geïnstalleerd.
Het is de bedoeling op Zaterdag 17 Fe
bruari een inzameling van gelden te hou
den.
na twee jaar moeizaam onderhandelen niet
naar onze Zuiderburen verdwijnt om ge
sloopt te worden.
Dat onder meer de schrot-behoefte der
Nederlandse Hoogovens en een redelijke
Nederlandse staalprijs op de wereldmarkt
en de binnenlandse markt hun invloeden
op dit beleid laten wegen, zal zonder meer
duidelijk zijn.
Maar bovendien en het was drs. A.
G. U. Hildebrandt, de „visserij-econoom",
die ons dit onlangs verklaarde gaat het
de commissie-Tinbergen niet om de mensen
noch om de rederijen, maar om het bedrijf.
Het hele bedrijf, dat gezond gemaakt moet
worden. Zogoed als in de crisisjaren het
boerenbedrijf als geheel geholpen werd en
daardoor de onvermijdelijke narigheid
ontstonddat er boeren waren, die met
de auto hun regeringssteun gingen halen.
Éi
ff
Nu het lijvige rapport van de „com
missie-Tinher gen" elk ogenblik ver
schijnen kan en de conchisies van dit
boekwerk over de toekomst van Neder
lands vloot met gespannen belangstel
ling tegemoet worden gezien belang
stelling, welke overigens niet zelden
door pessimisme getemperd wordt
kan het zijn nut hebben, eenvan de in
het rapport besproken onderdelen na
der te bekijken in het kader van de
situatie van dit moment. Dat daarbij de
situatie van het hele Nederlandse vis
serijbedrijf, meer in het bijzonder wat
de nieuwbouw en vervanging betreft,
ter sprake komt. is niet te verwonde
ren: het onderwerp kustvisserijnoopt
nu eenmaal tot menige zijstap in de
omringende gebieden.
Na diverse gesprekken met zowel par
ticulieren als overheidsvertegenwoor
digers meenden wij tot de hierbij gaan
de voorbeschouwingvan het rapport-
Tinbergen te kunnen komen, daarbij
vooropstellend, dat dit document voor
ons officieel een met zeven zegelen ge
sloten boek is.
In de maand Januari zijn in totaal 767
zeeschepen de IJmuider pieren gepasseerd.
Hiervan werden er 375 naar binen en 392
naar buiten geschut. Driehonderdacht
schepen voeren naar Amsterdam, twaalf
naar Zaandam, één naar Haarlem, één naar
de buitenhaven en één naar Beverwijk.
Twee schepen hebben hout gelost bij de
papierfabriek en vijf cellulose. Twintig
schepen kwamen ijzer laden in de staal-
haven van de Hoogovens, één stenen lossen
en één erts. In de buitenhaven van de
Hoogovens meerden twintig schepen om
erts te lossen, drie om kolen en één om
ijzer te laden. In de vissershaven kwamen
voor reparatie, bunkeren enzovoorts, vier
schepen binnen. Van buiten schutten veer
tien bijleggers, van binnen éénenvijftig.
Of de stoomtrawler gedoemd is te ver
dwijnen? Het hangt volgens de insiders van
zoveel omstandigheden af. Inderdaad is de
kolensituatie van dit moment verre van
aantrekkelijk voor de visserij, maar in de
olie gaan zich dezelfde gevaarlijke ten-
denzen aftekenen. Bovendien hangt heel
veel af van de wereld-politieke toestand.
Aan de andere kant zal het idee van de
motortrawler zeker belangstelling hebben
ontmoet bij de commissie-Tinbergen.
De motorkotter ..Prinses Margriet" (KW. 51) van C. Guijt te Katwijk aan Zee.
Gebouwd in 1946 bij D. Joh. Boot in Alphen a. d. Rijn, icas dit Neêrlands eerste
kotter van groot formaat. Het schip meet namelijk 95 bruto- en 30 netto ton bij
22,96 X 6,23 X 2,87 meter. Het vaartuig is uitgerust m"et eert 200 paards Industrie
motor eeh prachtig voorbeeld van rendabele Noordzee-visserij.
Op het VEM-kantoor is gistex-en wel ge
bleken welk een schare vrienden walschip
per G. Nieuwenhuizcn zich gemaakt heeft
in de veertig jaar, dat hij het IJmuidense
visserijbedrijf uit dé grond van zijn hart
diende: honderden hebben de montere jubi
laris de hand gedrukt en velen legden hun
compliment in een gemeend speechje neer,
toen aan de receptie een officiële huldiging
voorafging.
Ir. F. Thiel, de directeur van de VEM.
begon zijn toespraak met een herinnering
aan het jaar 1912, toen de jubilaris de
IJmuidense visserij binnentrad en hij
noemde in dit verband de namen van de
„oudgedienden" Freya, Balder en Gloria,
waarvan alleen de oude trawler „Hercules"
nog over is in de haringhaven.
Maar Gerrit Nieuwenhuizen is nog lang
niet opgelegd geen der directeuren, die
hij in de loop der veertig jaren heeft ge
diend, hebben zich daar ooit ongerust over
hoeven maken.
„Gemak"
Het veelomvattende werk van de wal
schipper en dat van de heer Nieuwen
huizen in het bijzonder omschreef de
heer Thiel als „op het oog vanzelfspre
kend". Op het oog want het gaat alle
maal zo rustig en gemakkelijk, dat de bui
tenstaander niet vermoedt, welk een orga
nisatie de walschipper van een rederij
onder zijn beheer heeft.
„Dit „gemak" is overigens het criterium
van het goede vakwerk" meende ir. Thiel
te mogen opmerken, om verder de zware
en drukke tijd van na de oorlog te laten
voorbijtrekken, toen de jubilaris een grote
vloot te verzorgen en te bewaken kreeg.
Daarna kwam de modernisering, die uit
liep op het inkrimpen van de vloot en de
VEM-directeur vertelde verder, hoe in de
dertiger jaren, toen de visserij nog zonder
radio-contacten werkte, soms twee sche
pen op dezelfde dag naar IJsland vertrok
ken. om zeven weken later thuis te stomen,
terwijl ze noch onderweg, noch op de vis
serij iets van elkaar gemerkt hadden.
Sindsdien is echter de situatie veranderd
voor de walschipper in hevige mate. Het
radiocontact bracht de wenselijkheid mee,
dat één centrale figuur aan de wal de on
zichtbare draden met de vloot in handen
hield en bij de VEM werd die ene man
natuurlijk Gerrit Nieuwenhuizen. En het
werd wel eens druk: de vrije tijd schoot er
meestal 's avonds bij in. omdat de wal
schipper zijn tijd moest verdelen tussen de
radio en de telefoon.
Mai-ktproblemen en opvangregelingen
maakten de door hem te nemen beslissin
gen wel eens moeilijk.
„Onze schepen waren uw schepen".
Met dit compliment tekende de heer Thiel
zijn jubilaris ten voeten uit en hij kwam
vervolgens op de toekomst der visser ij, die
dank zij figuren als deze walschipper nog
niet zo heel donker is.
Een geschenk onder couvert werd hem
mede uit naam van de commissarissen
overhandigd.
(Van een verslaggever)
Gistermorgen om half tien precies is een donkergroene krans, getooid mét paarse en
witte seringen, langzaam verdwenen in de nog woelige golven van de plek waar de
vijftiende Januari de „Alkmaar" met man en muis vergaan moet zijn: op 59° 30' N.B.—
3° 20' O.L. heeft schipper Klaas Blok van de trawler „Tzonne" deze stille hulde
aan de veertien doden aan bakboord over boord gezet.
worden op deze gruwelijke plaats.
Geen lange redevoeringen, geen tranen.
Slechts een handjevol mannen met wap
perend haar in de „kuil" van het trawler-
dek Hollandse mannen, die stuk voor
stuk weten, wat de zee is en kan en altijd
blijven zal.
Voor alle zeventien mannen, die sinds de
Kerstnacht op deze zelfde zee verongeluk
ten is de krans „gelegd". Op deze plek is
de „Alkmaar" het laatst gehoord. Ergens
in de grauwe hemel roept een Jan van
Gent.
„Dat gij allen moogt rusten in vrede
Het was nog kil en winderig op deze
grauwe Vrijdagochtend maar beter weer
dan Donderdag. De mannen van de „Tzon
ne" stonden roerloos en aandachtig op het
werkdek van de IJM 1, dat daalde en rees
op de lange slag in de mond van de Oceaan.
Alleen in de machinekamer waren de
tw:e wachten gebleven.
De anderen hadden zich rond schipper
Blok bij de reling aan bakboordzijde ge
schaard en daar is de krans zo behoedzaam
mogelijk in het water gelegd. Schipper
Blok heeft niet meer gezegd dan: „Een
laatste groet van ons allen in het bij
zonder van vader, moeder, vrouw en kin
deren. Dat gij ailen moogt rusten in
vrede".
Daarmee was gezegd wat gezegd kon
ff
Tijdens de huldiging kwam er een
„roeppie" voor de jubilerende walschip
per, die er onmiddellijk helemaal „in"
was: de schipper van de VIOS. Gerrit
Plug, belde zijn vertrouwensman aan
de wal op. niet om de vangst te melden
of de marktdag af te spreken, maar om
hem uit naam van alle schippers van-
de VEM-vloot van harte geluk te wen
sen met zijn veertigjarig jubileum.
„Nee, het weer is hier niet zo best",
vertelde schipper Plug, waarop de wal
schipper het niet laten kon om even te
vragen naar „de visserij."
Daar het antwoord onder het telefoon-
geheim valt, zullen we daar niets van
verklappen.
Wel kan gezegd worden, dat Gerrit
Nieuwenhuizen het bizonder plezierig
vond gisteren dat roeppie van zijn mak
ker Plug te krijgen.
Voor het kantoorpersoneel sprak de heer
H. Lugtig en deze herinnerde er aan, hoe
de schepen van de VEM mede dank zij de
jubilaris „voor" blijven op menige andere
boot. Een electrisch droogscheerapparaat
voi-mde het stoffelijk blijk van waardering
van het kantooi-personeel en van de VEM-
schippei-s kwam daar nog eens een enve
loppe met inhoud bij.
Nelis Noordzij voerde vervolgens namens
het walpersnneel het woord en schonk zijn
collega een vulpen, terwijl mevrouw Nieu
wenhuizen („die eigenlijk practisch ook
bij de VEM in dienst is") een ingelijste foto
van de „Post Boy" kreeg.
De heer W. Gorter wees voorts mede uit
naam van de Ijsfabriek on de sportieve
geest, die de jubilaris moet bezitten, om
het kansspel van de visserij voortdurend
te kunnen en willen volgen. Dat hij daar
naast over de nodige ervaring beschikt,
werd door de heer Gorter als volgt onder
woorden gebracht: „Uw beslissing loopt
vaker uit on een goede reis dan on een
wanbof". De ionge personeelsvereniging
van VEM en haar aanverwante bedrijven
had de heer P. Siemens afgevaardigd en
deze overhandigde de walschipper twee
boeken.
„Goed individüalisme"
Zijn oud-collega, de heer H. J. („mees
ter") Ligt gaf vervolgens in een vlotte
speech uitdrukking aan zijn waardering
voor de persoon van Nieuwenhuizen en
tenslotte sprak de heer J. C. Pronk namens
„Shamrock", „Toekomst", „Machinefabriek
IJmuiden" en zijn eigen rederij over het
goede individualisme van de jubilaris
individualisme, dat aan de andere kant wel
eens ..lastig" wordt als de redersvereniging
(waar de heer Pronk voorzitter van is)
met hem te doen krijgt en hij een fel vech
ter voor hét VEM-belang blijkt te zijn.
Een electrische, verlichte windwijzer
vormde het cadeau, zodat het bezoek nu
voortaan weet, dat „de wind altijd uit de
goede hoek waait", zoals de heer Pronk
het zei.
Een dankwoord van de heer Nieuwen
huizen besloot de huldiging.
Gisteravond is er in het Oud-Katholiek
verenigingsgebouw intiem gefeest voor per
soneel en de familie een feest, dat tot
diep in de nacht voortduurde.
ff
Naar wij vernemen zullen in samenwer
king met de ambtenaar voor culturele za
ken in de gemeente Velsen één of meer
„volksvoorstellingen" van de opex-ette „Ci
boulette" gegeven worden. De prijs hier
voor wordt uiteraard laag gehouden, maar
hm een zo breed mogelijk publiek te be
reiken wil men een spaarsysteem opzetten,
zodat de liefhebbers elke keer een gering
bedrag kunnen spai'en. Dit spaarsysteem
kan op dit moment al ingaan. De première
kan tegen Juni verwacht worden.
Er hebben zich diverse mensen bereid
verklaard op hun adres deze „spaaractie"
in de verschillende delen der gemeente te
voeren.
DE VELE vacantiegangers die des zomers het Nederlandse vasteland verlaten en
en door de „Dokter Wagemaker" of door de „Marsdiep" in de haven van Oude
Schild op Texel aan wal worden gezet trekken meteen door naar Den Burg of De
Koog en laten de hoek in de haven, waar de kotters hun ligplaats hebben, „rechts
liggen". De Texelse vissersvloot treft men trouwens alleen des Zaterdags en des Zon
dags aan. De andere dagen, de weersgesteldheid dienende, maakt zij zich productief
met de beoefening van de vissei-ij. En al is Oude Schild dé haven van Texel, bijna alle
vissers wonen in Oosterend dat ligt aan de Oostkant van het eiland. Momenteel telt de
Texelse kottervloot 11 schepen en met een 30-tal kleine vaartuigen komt men aan
een totaal van 44 eenheden.
De gemiddelde leeftijd van de kotters
bedraagt 9 jaar, de vloot is dus nog jong.
De oudste kotter is van 1935, Vertrouwen
(TX 39) genaamd, welke het eigendom is
van P. B. van der Vis. Het is echter
geenszins een verouderd type en het vorig
jaar is er nog een nieuwe motor in ge
plaatst.
Op de foto liggen de TX 14. de TX 37 en
de TX 24 broederlijk naast elkaar in de
thuishaven. Geheel rechts de TX 51, die
zojuist binnen is gekomen. De „Vier Ge
broeders" TX 14 en de Arie Geex-tje TX 51,
respect, in 1936 en 1939 bij „De Dageraad"
in Woubrugge gebouwd behoren aan de
Gebr. Ellen. De Anthonie (TX 37), van
1936 en van dezelfde werf is het eigendom
van de Gebr. van der Vis. De TX 24 heette
toen Karei Doorman en behoorde aan schip
per W. van der Vis. Dit schip behoort thans
niet meer in Texel thuis. Gebouwd in 1946
bij Amels in Makkum is het vaartuig later
vei-kocht aan J. Molenaar te Urk en komt
vaak in IJmuiden als Albert UK 1. Schip
per W. van der Vis is in 1949 weer met een
nieuw schip in de visserij gekomen, de
Nellie TX 24.
Vooroorlogse sterkte
De Texelse kottervloot heeft bijna het
vooroorlogse peil bereikt. Vlak voor de
oorlog waren het er namelijk 12, doch de
Dageraad TX 29 werd in 1945 overge
schreven naar IJmuiden en sedertdien is
dat de IJM 229.
Voor de laatste wereldoorlog behoorden
de meeste kotters in Texel thuis. Thans,
ruim tien jaar later, is er veel veranderd.
Urk heeft er bv. al 30, Den Helder 17,
Wieringen 3, Katwijk 15, Scheveningen 5
en IJmuiden 17, terwijl Amsterdam er
binnenkort ook 3 zal hebben.
De kotter zoals wij die in ons land ken
nen is eigenlijk een nazaat van de oude
zeilbotters en schokkers die in de oude
Zuiderzee hun arbeidsveld hadden. De ont
wikkeling der techniek deed ook bij dit
soort vaartuigen zijn invloed gelden. Er
werden lichte motoren in gezet van 18 pk
en geleidelijk werden de houten vaartuigen
verdrongen door de stalen botters, die zich
niet tot de Zuidei-zee beperkten maar ook
de Noordzee opgingen. Bij het groter wor
den der vaartuigen en het sterker worden
der motoren verwijderden deze scheepjes
zich meer en meer van de kust, zonder
dat zij daarvoor feitelijk waren gebouwd.
Zij verloren daardoor het kaï-akter van
kustvissersvaartuig en bestreken dan ook
in hun visserij een heel wat groter gebied.
Moeilijkheden ontstonden omdat er geen
sprake meer van kon zijn, dat zij niet on
der het Rijkstoezicht zouden vallen. Be
langhebbenden zochten naar een oplossing
en in overleg met de Scheepvaart Inspectie
werd een eenvoudige stalen kotter ont
worpen. Het streven bij het ontwerp van
deze kotter is geweest alles zo practisch
doch tevens zo eenvoudig mogelijk te doen,
ten einde tenslotte een vaartuig te ver
krijgen, dat in allen dele ((goed voor werk"
was en niet duur. De bedoeling hierbij is
verder ook dat zo'n vaartuig geëxploiteerd
zou kunnen worden door een schipper-
eigenaar, hetgeen uiteraard voor een goed
rendement van zeer groot belang is. Het
is de werf 's Lands Welvaren in Vlaar-
dingen geweest, die in 1923 naar eigen ont
werp de motorkotter Zeemeeuw bouwde
voor Rotterdamse rekening. De hoofd
afmetingen waren: lengte over alles 20 m.,
breedte 5 en de holte 2,50 m. Het was
voorzien van een 60 pk Van Berkel motoi\
Gedurende 19241925 bouwde deze werf
5 kottex-s voor België. Tien jaar later be
gon de kotter in ons land hoe langer hoe
meer in trek te komen, een eigen type, dat
niet te vergelijken is met de Noorse. Deense,
Duitse en Belgische kotters. En vanzelf
sprekend is dit scheepstype geleidelijk tot
ontwikkeling gekomen. Waren de vroegere
kotters 30 a 40 ton groot, thans is er een
van 80 ton geen zeldzaamheid meer. Ook
het vermogen van de motor is belangrijk
toegenomen. De kotter heeft in ons land de
kuststoomtx-awler er volledig uitgedrukt.
Jf
Bespreking; van de asylbouw
op jaarvergadering
Voor de jaarlijkse ledenvergadering van
de afdeling Velsen der Nederlandse vereni
ging tot Bescherming van Dieren, die
Woensdagavond in de theeschenken) „Vel-
beek" wordt gelxoxxden, heeft de commis
saris van de Velsense politie, de heer J. P.
Weijburg zich bereid verklaard een cause
rie te houden over de contacten, die de
politie heeft met de daadwerkelijke dieren-
beschermiixg.
Er gaat een huishoudelijk gedeelte aan
deze lezing vooraf, dat besteed wordt aan
een bestuursvei'kiezing. Het hele bestuur
treedt af en de heer Y. J. Reitsma. die meer
dan een kwart eeuw het seci'etariaat waar
nam, stelt zich niet herkiesbaar. Bovendien
zullen de plannen voor de asylbouw be
sproken worden.
ADVERTENTIE
reinigt uw kleding
Chemische reiniging
Koningsplein 8 - IJmuiden - Tel. 488(5
ARIE VAN DER VEER
(Nadruk verboden).
Onlust
Er komt een brief tot mij,
waaxwan de auteur zich be
klaagt over een bepaald aspect
van zijn IJmuiden; het IJmui
den, dat hem blijkbaar na aan
het hart gebakken ligt, maar
dat voor hem en voor ve
len nog niet de oude gezel
lige glorie heeft van voor het
bezoek des heren Hitier c.s.
Wat het ook niet zal krijgen,
mijne gelieven, nademaal de
herrijzenis op andere leest ge
schoeid werd dan „het oude".
Maar goed: het gaat over dat
Velserduinplantsoen, een doom
in het welmenend oog van et
telijke IJmuidenax-en. Vroeger
een bloem aan de Zondagse
jas van IJmuiden thans de
woestijn Gobi gelijk.
„Schandelijke verwaarlozing"
krijt de cidticus boos.
Op het eerste gezicht: ja.
Maar als ge de historie van
dit plantsoen kent, gaat ge
milder oordelen. Want de zand
verstuivingen der Heerendui
nen hebben het de afgelopen
zomers apei't onmogelijk ge
maakt een beplanting voor dit
gi-ote plantsoen aan te bren-
gen er zijn ogenblikken ge
weest, waarop er tien centime
ter duin lag. Het college var
B. en W., zijnde dagelijkse be-
stuurderen onzer gemeenschap
heeft er een rappoi-tje over ge
had en daarin kwamen de des
kundigen, wie het ook een on
lust voor het oog is, tot die
zelfde conclusie: het ware
roomboter aan de galg smeren
hier met begoniaatjes en sier-
dennen te werken.
In het villapark „Velser-
beek" wrocht een artist de
goed-gelijkende beeltenis van
Koningin-moeder Emma, die
helaas voortijdig bezweek,
Nu evenwel de nieuwe hui
zen in de omgeving in grote
getale uit het stuifzand worden
geperst, zijn de omstandighe
den hoopgevender. Het plant
soen wox-dt in zijn oude bloem
rijke luister hersteld ge
kunt er desgewenst iets op
zeggen, wat ge ook zoudt zeg
gen, als het niet zo was. „Don
der" bijvoorbeeld.
Rood sein
Een IJmuidense automan,
die met onschokbare trouw en
nimmer aflatende volhai'ding
zijn bizarre belevenissen ach
ter het stuurrad aan de lan
taarn hangt, heeft het aan de
stok gehad met een IJmuiden
se fietser, die zonder brandend
achterlicht over de Amster
damse straatweg peddelde en
dies vriendelijk door de inha
lende coureur middels een
neex-gedraaid x-aampje werd
'oegesproken. In de vorm van:
„Als uw levensverzekerings
premie betaald is, kunt u hier
wel zo blijven rijden, maar an
ders hebt u de kans, dat de
maatschappij niet uitkeert".
Waarop de pedalees grimmig
•epliceerde: „Heb ik pech ge
had". En de automobilist foe-
erend doorreed.
Vooropstellende, dat het
gedoofde achtexiicht in de ru-
bx-iek der hoofd-weg-zonder
thuishooi't en concluderende
dat deze fietser bovendien op
het x-ijwielpad moest blijven,
wil ik toch het algemene me
dedogen van de snelle en com-
fortabel-gezeten autolieden in
roepen voor dezelve. Speciaal
onder omstandigheden als ge
durende deze week, toen fiets
paden gletschers werden en
dynamowieltjes met tex-gende
tegenzin wex-kten of hele
maal niets deden. Niettemin
wordt er graag op gewezen,
dat het niet-functionerende
achterlicht een grote en pijn
lijke opdoffer kan veroorzaken,
die óf in een portemonnaie óf
in een blank naar lysol geu
rend bed eindigt.
Olifant
Er is wel zoölogie bedreven
in deze winterse dagen: xxiet
alleen spanden ettelijke Velse-
ixaren zich in voor de honge
rende vooglen des hemels en
deden liefhebbende melk- en
groenteboeren hun rossinanten
„scherp zetten" (en wie het
niet deed moet zelf maar eens
oroberen op z'n blote hoeven
over de weg te schaatsen als
het sneeuwt of ijzelt), maar
bovendien bouwden andei-e
Velsenaren uit de ovex-vloedige
sneeuv/ schone maar vergan
kelijke zaken.
maar onze fotograaf snapte
nog net deze olifant met zijn
schepper. Ook de olifant is op
een goed moment voor de dooi
gevlucht.
Kauw
Een kauw met gekortwiekte
vlex-ken is door een medelij
dende Velsenaar in het boze
weer van deze week eenzaam
en hongerig aangetroffen, op
gepakt en naar de Dierenbe-
schex-ming getx-ansporteerd.
Dierenbescherming, die helaas
geen vluchtoord voor kauw
tjes bezit, heeft de kwetteren
de solitair zorgzaam naar Vel-
sei-beek gebracht, waar hij zich
thans het zwarte hoofd suf
peinst over de juiste uitspi-aak
van de naam van zijn baas.
In Velserbeek verstaan ze
hem namelijk niet zo goed.
LAMPENIER