Speuren en keuren D.D.D. HARTENDORP Een afscheid van de jeugd in Haarlems Platenatlas „Keukenhof" opengesteld Agenda voor Haarlem Een interessant gebouw en een mooi interieur OVER MUZIEK Spiegel des tijds 3 LITTERAIRE KANTTEKENINGEN De Bosheksop haar bezemsteel ^meetr Van Riebeeck-postzegels Schoonheid in Haarlem en omgeving Bij welke provincies moeten de IJselmeer- polders behoren? ZATERDAG 8 MAART 19 5 2 IN HET GELIJKNAMIGE slotgedicht van de bundel „De Bosheks" dat als een poëtische balans de gevoelens afweegt die Alfred Kossmann ten tijde van het ont staan dezer na-oorlogse gedichten moeten hebben gekweld, tekent zich vrij volledig de geestes- en gemoedsgesteldheid af welke de oorlogservaringen zijn driejarig verblijf onder meer in Duitse arbeidskampen hem als psychische erfenis hebben vermaakt. Dwalend door het park van zijn herinneringen, alléén weer met de idylli sche beelden van zijn romantische jeugd met de „dansende faun nabij de vijver", de satyr die niet meer speels verlokt maar boosaardig loert „aan 't nauwe bospad", de nauwelijks nog voor het kwaad behoede „prinses aan de vijver" doemt dreigend „bij dor loof, dorre stenen, dor hout" de gestalte van de bosheks op angstaanjagende toverkol der kinderjaren, maar bij de gratie van het sprookje óók koningskind of elf, in wie ze elk ogenblik veranderen kan. Deze heks heeft, zoals het leven voor Kossmann, een dubbel aangezicht: ze is schrikwekkende realiteit èn verlossende mogelijkheid symbool van de dubbelzijdigheid en tegenstrijdigheid, waarmee niet enkel Kossmann te kampen heeft. ADVERTENTIE Beklemd lussen verschrikking en hoop, gekrenkte resten van weemoed en een overbewuste zelfanalyse, het „verderfe lijke" en het „onsterfelijke", heeft Koss mann zich niet als zovele van zijn genera tiegenoten prijsgegeven aan de satanische „ontluistering", maar diep in zich de ver wachting levend gehouden, dat al dit on heil in en om hem als door een wonder een keer kan nemen, ook al ligt voor hem „de wereld in scherven". Nederlaag van het intellect Deze door een barbarenhand in de reali teit gedreven romanticus staat sinds de tijd van zijn Duitse dwangarbeid tussen twee werelden: die van de geleden „nederlaag" (zoals de titel luidt van zijn eerste roman) en een milder, een lieflijker klimaat waarin kan ontdooien wat is bevroren, toen Kossmann, als Johan nes in „De Nederlaag", op het Duitse spoorwegemplament zijn laatste weerstand voelde sterven. Was hem toen de wijsheid van Kafka beschoren: dat men ook dan niet moet wanhopen, zodra men niet meer wanhopen kan? „De Nederlaag" (1950), bekroond met de Van der Iloogtprijs, was een tot de uiterste zakelijkheid bedwongen verslag van Koss- mann's ervaringen temidden van de gede porteerde dwangarbeiders des te schrij nender omdat de schrijver zich in een niet te onderschatten zelftucht van zijn barre onderwerp had weten te distanciëren tot „waarnemer". Dat onder de doem van die terreur het intellect het in het end begaf in zijn weerstand tegen deze nameloze bezoe king was al scheen dit hem toen de sma- delijkste nederlaag toe minder noodlot tig dan de schade die het gevoel, verdoofd tot stervens toe, werd aangedaan. Bedacht zaam, schuchter en bijna schuw, onder de druk nog altijd van een achterdochtig in tellect, waagt het hart in de gedichten van „De Bosheks" het nauwelijks zich open te stellen. En deze terughoudendheid, die „De Nederlaag" als een verdienste kon worden aangerekend, heeft Kossmann bedenkelijk parten gespeeld bij het schrijven van zijn tweede roman „De moord op Arend Zwigt" die niet, zoals het eerste werk, uit innerlijke noodzaak is voortgekomen. Ongetwijfeld zal er in Kossmann al mag het afscheid van zijn verleden heel wat wranger zijn geweest en is hij daarvan gescheiden door een beslissender jarental een soortgelijke drang zijn als in de zeventienjarige jongen (wier „avontuur" hij ditmaal tot onderwerp koos) om te bre ken met wat zo onherroepelijk voorbij is. Méér gedreven dan geneigd tot het onper soonlijke heeft hij aan de „worsteling" van deze {wee knapen met hun puberteitsjaren afgezien van de toegespitste symptomen van deze tijd het algemene karakter wil len geven van het jongensverlangen naar volwassenheid, hoewel deze thans^ niet veei verheffends heeft te bieden. Simon Spel breker (de „bosheks" op haar bezem?) ver langt, ook al maakt hij in de roman zijn entrée.als een romantische aestheet die het te kwaad heeft met zijn „weltschmerz", dan ook niets verheffends. In een opge schroefde haat tegen zijn milieu, zijn ouders, zijn verleden, wil hij „iets onher stelbaars" doen, iets waarvan hij „de con sequenties zijn leven lang moet dragen. Hij wil haten, wil walgen, zich wreken. En als men naar de oorzaak van zoveel per verse vernietigingsdrang speurt in zijn per soonlijke antecedenten, ontdekt men niet veel anders dan een abstracte, een zó denk beeldige en geforceerde haat, dat men in deze verziekte jongeling met de beste wil niet het slachtoffer kan zien van zijn ro- mantisehe-kwellende verwarring, noch dat van deze chaotische tijd, maar ten hoogste een figurant, de papieren demon die de kinderlijke Arend Zwigt wiens milieu heel wat tragischer gevoelens zou kunnen wakker roepen dan de aest'hetisch-gekleur- de afkeer van zijn vriend Simon het kwaad inblaast. Vrijblijvende moord De zeer kortstondige vlucht van deze beiden (een „vergeefse vrijheid" in dit le-, vens- en tijdsbestek?) en het eerste levens avontuur dat er op volgt: hun bezoek aan een nachtcafé, hun verblijf in een verdacht huis, hun tezamen bedreven zonde, de dief stal, Simon's bijdrage tot de erotiek, hun scheiding tenslotte, waarna Arend, naar het heet ouder en sterker, terugkeert in het ouderlijk huis en Simon terwille van de „onherstelbare daad" zijn haat opzweept met de gedachte aan een (overigens vrij blijvende) moord op Arend Zwigt deze hele puberteitsroman is mislukt door de „programmatische opzettelijkheid" een term waarvan Kossmann zich met voor liefde bedient. De onvermijdelijkheid, die Van Oucls- hoorn's „Willem Mertens" om één enkele roman te noemen die sfeer en thema enigs zins met deze „Arend Zwigt" gemeen heeft regelrecht naar de ondergang voert, roept een tragiek op, waarbij vergeleken Ivossmann's tweede werk een schematische uitwerking blijft van een gegeven dat de schrijver uit vroeger jaren te onzaliger ure te binnen geschoten is, maar waaraan de herinnering te zeer is verbleekt dan dat het in de verbeelding kon rijpen tot een aan vaardbare roman. Alle tekortkomingen: de talloze gemeenplaatsen, de rhetoriek, de hinderlijke herhaling van motieven en zins wendingen, de psychologisch mislukte zelf analyse dezer beide jongens incluis, komen voort uit één en hetzelfde gemis: het tekort aan zelfcritiek, die waauuiuwt dat er mis schien veel is dat men móét maar niet móést schrijven. Waarom toch hebben som mige jongeren zo'n haast met de roem? C. J. E. DINAUX. ADVERTENTIE 1TÏTÏ7" Niet krabben. De heider vioel- IM Ir, n I |a, bare D.D.D. kalmeert de jeuk VJ.fiJ'U.EJa. in enkele seconden, doodt de ziektekiemen, geneest tot diep in de huidporiën. GENEESMIDDEL TEGEN HUIDAANDOENINGEN ZATERDAG 8 MAART Stadsschouwburg: „Eens in de honderd jaar" (Nederlandse Comedie), 8 uur. Kre lagehuis: Voorjaarsbeurs voor de vrouw 10—17, 19—23 uur. Palace: „Lassie's grote avontuur", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: „Hoffmann's vertellingen", 14 jaar, 7 en 9.30 uur. City: „Diamantensmokkel op Holland" 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Het geheim van donker Afrika". 14 jaar, 7 en 9.15 uur Frans Hals: „Valentino", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „David en Bathsheba", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Staatsgeheim" 18 jaar, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 9 MAART Stadsschouwburg: „De cocktailparty" (Ne derlandse Comedie), 8 uur. Concertgebouw Cabaretprogramma, 8 uur. Zuiderkapcl „Flanellograaf-demonstratie", 8 uur. Rem brandt: Zondagmorgenvoorstelling „Paljas" 18 jaar, Rembrandt, Palace: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: 1.30. 4, 7 en 9.15 uur. Frans Hals 2, 4.30. 7 en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur Minerva: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Krelagehuis Voorjaarsbeurs, 1317, 1923 uur. MAANDAG 10 MAART Stadsschouwburg: „De Spaanse Braban der", huldiging Jan Musch, 8 uur. Jeugdhuis, Donkerclaan, Blocmcndaal: Instituut voor Arbeidersontwikkeling, Bert Brugman's ma rionetten theater, 8 uur. Palace, Rembrandt 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: 2, 7 en 9.30 uur City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals 2.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: 2.30, 7 en 9.15 uur. Minerva: 2.30 en 8.15 uur. Krelagehuis Voorjaarsbeurs, 1017, 1923 uur. Acht kleuren, één prijs:'28 cent. Alfred Kossmann: „IDe Bosheks" (Ge dichten). Alfred Kossmann: „De moord op Arend Zwigt" (roman) (beide bij N.V. Em. Querido's uitgeversmij, Amsterdam). ADVERTENTIE DE STOFZUIGER SPECIAALZAAK Gen. Cron.iéstraat 43 - Kruidbcrgerwcg 51 Telefoon 1G990 17696 Spaarne 3 Haarlem. Vanaf 2.50 per week. Ook voor reparatie en onderdelen van alle merken. Do Van Riebccckpostzcgcls zullen bij de P.T.T. beschikbaar zijn van 14 Maart tot 15 April. De geldigheid duurt tot eind 3953. D^ waarden zijn 2, 6, 10 en 20 cent met een toeslag van respectievelijk 3, 4, 5 en 5 cent. De toeslag is bestemd voor de herdenking in Nederland, de Nederlandse tentoonstellingen in Kaapstad en het ge schenk van het Nederlandse volk aan het volk van Zuid-Afrika. Er zijn verschillen de mogelijkheden om deze zegels als een herinnering aan de nationale herdenking" van dit eeuwfeest te bewaren. Onder meer in een bijzondere enveloppe, waarop afge beeld Jan van Riebeeck, het schip De Dromedaris, het gemeentehuis te Culem- borg en het voorrtrekkersmonument in Zuid-Afrika. Deze enveloppe, voorzien van een complete serie Van Riebeeck-zegels dient op 14 Maart te worden aangeboden aan een postkantoor, niet verzoek om deze door te zenden naar de Philatelistische Dienst der P.T.T. in Den Haag. waar een bijzonder stempel zal worden gebruikt. Dit stempel geeft het geboortehuis van Van Riebeeck te Culemborg te zien. Er zal een speciale Van Riebeeck-vlucht door de K.L.M. gevlogen worden. Voor deze gelegenheid is een speciale enveloppe gemaakt. Voor de vlucht naar Zuid-Afrika wordt aan één adreszijde gefrankeerd fin voor de vlucht terug naar Nederland kan het adres van belanghebbende geplaatst worden. Voor de terugvlucht kan men des gewenst vragen de Zuid-Afrikaanse Van Riebeeck-zegels te gebruiken. Maar ook zonder frankering voor de retourvlucht ontvangt men de enveloppe, dus alleen voorzien van de Nederlandse zegels, terug. Het bedrag voor de Zuid-Afrikaanse ze gels verschuldigd, 90 cent, kan in Neder landse munt worden voldaan. Deze Zuid- Afrikaanse serie wordt afgestempeld met een speciaal stempel. Wil men een brief zenden aan familie of een relatie in Zuid-Afrika, dan zijn enve loppen verkrijgbaar met één adres-zijde. Alle enveloppen worden beschikbaar ge steld bij het hoofdkantoor van de K.L.M. en bij de K.L.M.-passagekantoren in bin nen- en buitenland. Het verdient aanbe veling brieven voor deze vlucht uiterlijk 22 Maart ter post te bezorgen. Stel eens dat u aan de Zandvoortselaan woont en dat u op een goede dag denkt: hoe zou het er hier vroeger wel hebben uit gezien, bijvoorbeeld zo'n honderd jaar ge leden? Dan is er een manier waarop u dat heel goed aan de weet kunt komen. U gaat naar het gemeente-archief in de Jansstraat en vraagt naar de historisch- topografische atlas. Men haalt dan heel ge dienstig een bijzonder grote portefeuille van Haarlem-Zuid voor de dag en daarin ziet u tussen vellen blauw papier (van dat papier waarmee u in uw jeugd school boeken kaftte) alle mogelijke schetsen, aquarellen, sepiatekeningen en gravures. Na enig bladeren vindt u dan stellig ook een prent van uw laan, zoals die er in de helft van de vorige eeuw uitzag. Nu, dat weet u dan en u gaat weer rijker en wijzer naar huis. Punt. Maar het kan u ook anders vergaan, dat hangt er natuurlijk vanaf wat voor soort mevrouw of meneer u bent. U bent er bij voorbeeld zo eentje wiens nieuwsgierigheid en belangstelling pas goed levend worden| nu u een klein stukje van Haarlem-in-de-' oude-tijd gezien hebt en dan is de archi varis nog niet zo gauw van u af. Dan begint het bladéren, het snorren en zoeken en speuren en k-euren. Zo bevindt u zich nog op de Wagenweg en voor u het weet in Bennebroek en Hille- gom. Daar, in Hillegom. bent u de gast van de WelEdelgeboren Heer P. Hartsink, de bewoner van de buitenplaats „Vogelesang". U kende hem nog niet? Nu, ik zal hem u voorstellen, maar neemt u me niet kwalijk: ik kan u alleen z'n rug laten zien. Daar zit hij, rechts op bijgaande tekening. Hij zit daar wat te schrijven onder een parasol en z'n vriend, de tekenaar Jurriaan Andries- sen, is naast hem bezig le schilderen of te tekenen. Maakt deze laatste een tekening van een stukje bosschage als studie voor een behangselschilderij? IJ vindt in de zelfde map talloze tekeningen, met krijt op gekleurd papier of met waterverf ge daan, van diezelfde Andriessen, die in zijn tijd een goede naam had. zelfs in het bui tenland, als behangselschilder. De behang sels stelden meest arcadische landschappen Een der tekeningen, in bijgaand artikel door onze medewerker voor beeldende kunst Otto B. de Kat nader toegelicht, uit de Stedelijke Atlas die honderd jaar gele den door de heer T. Wilson aan de ge meente Haarlem ten geschenke werd gegeven. voor. En hoewel Andriessen Amsterdam mer was, kwam hij veel naar de omstreken van Haarlem om daar in duin en bos naai de natuur te studeren. Maar nu krijgt die atlas voor ons weer een heel ander aspect, we merken ineens dat de platen ons niet meer alleen interes seren vanwege de topografie, maar we worden er door getroffen dat er zich zo merkwaardig veel bijzonder mooie en knappe tekeningen in de mappen bevin den. En daar wilde ik u hebben. Kijk eens wat een sublieme aquarel is dat van A. J. Eymer: het Manpad met net gedenkteken- tje voor Witte van Haemstede. En hier zijn een aantal prenten van H. Tavenier. ïn een veilingcatalogus zou men daar bij zet ten „zeer fraai" en dat zou niet te veel ge zegd zijn. Daar zijn tekeningen van G. van Noorden, van H. Spilman, van Michaelis en daar zien we een geweldig dramatisch tafreel vol onheilszwarte rook en wild- laaiend vuur en verschrikte mensen. Dat is de brand aan de Zomervaart door Vin cent van der Vinne. Dan zijn er de kleurige en nauwgezette aquarellen van Boogaard zo van omstreeks 1860, ook al weer: zeer fraai. Tenslotte komt u ook nog tekeningen tegen die in onze tijd gemaakt zijn in opdracht van de gemeente. Bladen van Willem Rees, van de bollenschilder Koster en van Miolee. Hoeveel echte" kunstschatten sluimeren hier niét in de meer dan dertig grote porte feuilles! Uiterst fijne penseeltekeningen, waarbij de maker z'n adem heeft ingehou den, zo veel aandacht had hij voor z'n werk. En wat een charme en hartelijkheid spreekt er uit menig blad. We dachten zo: daar zou eens een mooie bloemlezing uit gemaakt kunnen worden om die op een initeme expositie aan het Haarlemse publiek te lonen. In de Vlees hal? Het is maar een inval! Eens het jachtslot van Jacoba van Beieren. „Keukenhof" in Lisse ligt weliswaar niet bepaald onder de rook van Haarlem, maar nu het door het jaarlijkse bloemfestijn in het voorjaar zoveel belangstellenden trekt, De hal. is er reden dat luttele aantal kilometers te verwaarlozen en het mooie jachtslot van Jacoba van Beieren in deze artikelenserie te behandelen. Temeer is daarvoor aanlei ding omdat ctè bezoekers van de bloemen tentoonstelling het kasteel nu niet meer op een afstand behoeven te zien, maar het ook van binnen mogen bezichtigen. Dat wil zeggen het mooiste gedeelte; be halve de fraaie hal, het grote trappenhuis met gang en een vijftal kamers op de eerste verdieping. In de afgelopen winter is deze vleugel daarvoor in oude luister hersteld en ook geheel in stijl gemeubi leerd. Dit laatste is natuurlijk het belang rijkst, want het is juist zo aantrekkelijk een oud gebouw te zien met meubelen die daarbij passen. „Keukenhof" opent 21 Maart haar hek ken om de bezoekers te ontvangen. Wij waren evenwel in staat het gedeelte van het kasteel dat opengesteld wordt reeds nu te bezichtigen. Alleen waren er nog niet de meisjes in oud-Hollandse klederdracht die de bezoekers zullen rondleiden. Eerst iets over het Kasteel als bouw werk. Uit het feit dat Jacoba van Beieren, als zij op het versterkte Huis „Teylingen" verbleef, „Keukenhof" reeds als jachtslot gebruikte, blijkt dat het gebouw reeds in de 15e eeuw bestond. Maar er is in de loop der jaren heel wat aan verbouwd Wij zagen een aquarel van 1848 de torens, die het nu zo schilderacTu .naken, geheel ontbraken. Die zijn dus na die tijd gebouwd. Aan enkele delen van het Kasteel is trouwens te zien dat de toets der eeuwen nog meer moet inwerken op de kleur dei- steen om het geheel een middeleeuws ka rakter te geven. Maar een verdienste is dat de stukken die later zijn bijgebouwd wat stijl betreft uitstekend bij het oude deel aansluiten. In oude beschrijvingen lezen wij dat „Keukenhof' vroeger omringd werd door „donkere" bossen. Bovendien werd in de nabijheid het Keukenduin gevonden, een golvend bebost complex duinen. Voor de jacht dus een ideaal oord. In het kasteel is thans veel te bewon deren. De hal is al veelbelovend. De witte mu ren, die gebroken worden door rode stenen die de bogen boven de deuren en trap- opgang versieren, zijn een uitstekende achtergrond voor de mooie oude meubelen die daar staan. In de ruime trapopgang en daarbij aan sluitende gangen hangen vele gravures, etsen en aquarellen, waaronder er zijn die laten zien hoe het kasteel en de omgeving vroeger waren. Vijf kamers op de eerste verdieping zijn geheel in stijl gemeubileerd. Bijzonder be zienswaardig is de grote woonkamer niet een grote schouw en een fraai geschilder de zoldering. Deze laatste is van Storten beker. Ook de Witte, die bekend was om zijn mooie schildering van engeltjes is vertegenwoordigd. Er hangen in alle ka mers veel oude schilderijen, waaronder stukken zijn van Pieter de Hoogh. M. J. van Miervelt, Averkamp (een IJsfeest) en Albert Cuyp („Kerstnacht"). In bijna alle schoorstenen en schouwen zijn schil derstukken opgenomen. Daaronder zijn er van Meyer en v. d. Aa. Ook zijn in enkele kamers schilderstukken in de deuromlijs tingen geplaatst. Voor bewonderaars van de schilderkunst valt er dus bijzonder veel te genieten. De meubels geven de kamers een gezel lige sfeer van bewoonbaarheid. Het kille dat veel musea tekent wordt hier gelukkig gemist. Onder de meubels zijn verscheide ne interessante dingen. Uit alles is te zien dat door de deskundigen die de kamers hebben ingericht er naar gestreefd is om de bezoekers een indruk te geven van het leven van welgestelde voorouders. Daar voor waren niet alleen kunst-, maar ook veel gebruiksvoorwerpen nodig. In één der torenkamers is een grote collectie oud blauw te zien. Daaronder zijn heel zeldza me stukken. Wij twijfelen er niet aan of het kasteel zal zeer veel belangstellenden trekken. C. J. van T. Detail van de eetkamer. Ter gelegenheid van de zestigste verjaar dag van dr. Rudolf Mengelberg, de direc teur van het Amsterdamse Concertgebouw, verscheen een herdruk' van het boekje „Muziek, Spiegel des Tijds", door hem in 1946 geschreven en in 1948 voor het eerst gepubliceerd. Het is een zeer lezenswaardig geschrift, waarin vele zaken staan welke verdienen ernstig overwogen te worden. De grondgedachte betreft het tragische verschijnsel der ontbinding van de stijl. Het is waar dat de muziek onomwonden niet alleen de geschiedenis der menselijke ziel, maar ook de geschiedenis der Europese mensheid weerspiegelt. De geest der Mid deleeuwen, het wezen der renaissance, de ziel der Franse revolutie, zijn te herkennen in de muziek, waarin zij weerklank von den. Het is een geschiedenis van vereen zaming, en al is de historie van de avontu ren der mensen in Europa van dag tot dag boeiend en spannend, het is een tragische geschiedenis in de ogen van hen die in een geestelijke eenheid de basis van een wer kelijke levensstijl zien. De schrijver betreurt de afbraak van de geestelijke eenheid, door niets weerhouden en onafwendbaar voortgezet. Het mag mijn taak niet zijn de gang der geschiedenis op zich zelf te beoordelen, de opgave is groots en ingewikkeld en blijft in eerste en laatste instantie een kwestie voor ieders levensbe schouwing. In de grandioze eenheid der Middeleeuwen leefden menselijke tragedies en sinds de hoogmoedige renaissance zijn er geluksvervoeringen geweest. Zij zullen er altijd zijn; in alles tussen hemel en aar de schuilen de bronnen der inspiratie voor de artisten. Zo is het nu eenmaal sinds de mensen mensen zijn, en zo zal het altijd blijven. Tegelijkertijd levert ons het leven de spiegelbeeld van de muziek talloze facet ten die ons over de levensuitingen te den ken geven, en het is te begrijpen dat de waarnemingen tot conclusies leiden, criteria oproepen en beslissingen uitlokken. Met de meeste opmerkingen van dr. Ru- dolf Mengelberg ben ik het eens; er zijn er ook die mij tot andere overwegingen bren gen dan tot de gedachten welke de schrij ver koestert, maar in alle gevallen respec teer ik de grote ernst, de intelligentie en de muziekliefde van de auteur. Het zou buiten het bestek van mijn artikelen gaan als ik ieder der zeer goed ingedeelde hoofd stukken apart zou behandelen; ik riskeer een onvolledigheid en neem slechts enkele zaken uit het geschrift speciaal onder het oog. In het negende hoofdstuk lees ik be schouwingen over de dans als muzikale ge tuigenis van de geest der wereld, en ik ver oorloof mij juist over dit verschijnsel enige zinnen uit het boek over te nemen, omdat het door zijn eeuwige actualiteit bijzonder sprekend is. „De dans, uit de gemeenschap voortko mende, is één van de oorspronkelijke vor men der toonkunst, uiting gevende aan de sociale kant der gemeenschap. De laatste dansvorm van universele macht, welke ons continent heeft voortgebracht, was de wals. Na twee eeuwen overheersing, door de me nuet, wortelende in de Franse hoofse le vensstijl en de Franse suprematie symboli serende, nam de wals de leiding over en bepaalde het Europese rhythme. De vor men van het ancien régime hadden afge daan en de burgerlijke maatschappij creëerde de laatste continentale levensstijl. Wenen de stad van het Congres, dat aan Europa de laatste harmonische gedaante gaf was de bakermat van de dans der Europese maatschappij der negentiende eeuw. Van Schubert tot Wagner's Tristan. van Chopin tot Richard Strauss, van Ber lioz tot Ravel heerst het zwevend-bezielde rhythme van de wals." „Na het indringen van de jazz in Europa en haar overheersing van het spel van de dans, verloor de symphonische muziek haar actuele kracht en kreeg zij een museaal karakter. De muziek immers is organisch voortgekomen uit de dans en uit de primi tieve dansvormen trok zij haar levenssap pen. De jazz evenwel was noch primitief, noch bevatte zij die stoffen waaruit onze muziekcultuur was opgebouwd. Zodoende kon deze ook geen krachten uit de nieuwe dansvormen putten. Slechts incidenteel en in uiterlijkheden ontwaren wij in de hogere vormen der muziek invloeden van de jazz. De stijl vermocht zij niet te vernieuwen." „Wat het volk danst en zingt kan niet meer zijn natuurlijke weg vinden naar de hogere kunstvormen. Deze worden niet meer gevoed uit de diepe bronnen van de gemeenschap." „In een tijd, die door een stijl gebonden is, groeit uit een primitieve kern een steeds gedifferentieerder kunstwerk. In onze tijd is in de plaats van de primitiviteit de popu larisering getreden. De „schlager" is gede formeerde kunst: precies het tegenoverge stelde dus van het volkslied." Dit zijn slechts losse fragmenten, die in de samenhang met het geheel veel beter te waarderen zijn, omdat dan het idealistische, principiële standpunt van de auteur steeds als achtergrond herkenbaar is. Men behoeft niet aan te nemen dat een absoluut pessi misme de grondslag van deze geestesuiting is. Gelukkig bemerk ik bij de historische beschouwingen dat de schrijver in de kracht van grote componisten steeds de edelaardigste illusies der Europese mensen weerspiegeld ziet. Het is altijd zo, dat zelfs in kunstwerken die tragiek en verscheurdheid schijnen te weerspiegelen, toch de schoonheid herkend kan worden. HENDRIK ANDRIESSEN. De woonkamer met fraaie schouw en zeldzame plafond-schildering. Zuiderzeeraad wil wachten tot alles klaar is Thans is het advies van de Zuiderzee raad over de provinciale indeling van de IJselmeerpolders gepubliceerd. De Zuiderzeeraad spreekt geen enkele voorkeur uit, noch voor indeling van de Noord-Oostpolder en de Zuidelijke polders met inbegrip van de daarin opgenomen eilanden bij de aangrenzende provincies, noch voor de vorming van een twaalfde gewest. De raad kwam eenstemmig tot de conclusie, dat de definitieve beslissing over dit vraagstuk moet worden aangehouden tot het tijdstip, waarop de droogmaking en kolonisatie der polders ver genoeg zijn ge vorderd. Als overgangsmaatregelen be veelt de raad aan de Zuiderzee-kiezers kies recht te verlenen voor de Provinciale Sta ten in een der bestaande provincies om daardoor hun kiesrecht voor de Eerste Kamer te regelen. De regering heeft zich nog geen oordeel over het advies gevormd. Het wordt nog bestudeerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1952 | | pagina 5