Twee zusjes uit ÏJmuidees oertijd waren onafscheidelijk Uitkomsten der visserij wijzen op algemene prijsstijging Bakker Winkel Daarom Uw Bakker ,,'t Is feest vandaag" bij V.V.IJ. Castricum Beverwijk Velsen-Noord 8 Geringere aanvoer in Januari 1952 in vergelijking met Januari 1951 Voordi-acht Nel Oosthout St. Caecilia zong „De Zeven Kruiswoorden" Grote gevelklok voor Geertruidenberg REVUE VAN DE ZUIDZIJ „Camellia" en „Escallonia" werden gewoon „Annie" en „Minni" Scheepswrak in Wieringer- meerpolder uit 16de eeuw? Moeilijkheden bij „Het Nederlandse Trekpaard" Eduard van Beinum besloot zijn Londense periode Expositie van Nederlandse schilderkunst in Londen Verbreding Merwedekanaal begint volgende maand In 1954 Lekwater naar de duinen VRIJDAG 21 MAART 1952 Een dezer dagen zijn de cijfers gepu bliceerd van de vangst en opbrengst der visserij in de jaren 1951 en 1950 en van de aanvoer en prijzen m de maanden Januari 1952 en 1951, waarvan wij hier een beknopt overzicht zullen geven waar het betreft de zee-visserij van rond- en platvis en de groep haringachtigen. Het meest opvallende is de stijgende waarde van de vis in vergelijking met 1950. In 1951 is in totaal 179.576 ton zeevis aangevoerd, hetgeen 62.689.000 gulden op bracht. De gemiddelde prijs bedroeg in het vorig jaar 0.35 per kilo. In vergelijking met 1950 is een algemene stijging te con stateren, want het vorig jaar is 15.742 ton meer aan de markt gekomen dan in 1950. Er werd in dat jaar voor een totaal bedrag van 53.591.000 gulden besomd en de ge middelde prijs per kilo lag toen ook twee cent lager dan in 1951. Om vervolgens wat meer in détails te treden: de rondvis kwam het vorig jaar over de gehele linie in groter hoeveelheden aan de markt dan in 1950. In totaal werd bijna 1150 ton meer aangevoerd, waarmee een stijging van de opbrengst met onge veer twee millioen gulden hand in hand ging. De gemiddelde prijs per kilo lag in 1951 zeven cent hoger. Hogere waarde Hoewel in 1951 minder schelvis is aan gevoerd lag de waarde toch aanmerkelijk hoger dan voor de grotere vangst in 1950, hetzelfde was het geval met kabeljauw. De aanvoer van koolvis was daarentegen bè- H\ Platvis is in het vorig jaar minder ge vangen dan in 1950, ofschoon ook hier de totale waarde, ondanks de geringere aan voer, hoger lag dan twee jaar geleden. De gemiddelde prijs steeg met acht cent. In 1951 kwam ruim 10.000 ton meer ha ringachtigen aan de markt dan in 1950. De gemiddelde prijs liep hier slechts met twee cent op. Vrijwel alle soorten werden in ruimere mate aangevoerd. Trawler-aanvoer Door de trawlers is in 1951 bijna 29.940 ton verse haring binnen gebracht, hetgeen ruim 61-2 millioen gulden betekende. Voor de gezouten haring werd in totaal 3.274.024 gulden besomd. De volgende cijfers betref fen uitsluitend de aanvoer van trawlers in 1051. Makreel: 10.540.221 kilo, opbrengst ƒ2.954,091; grote schelvis: 440.716 kilo, opbrengst 284,068; middel schelvis: 551.167 kilo, opbrengst 832,022; kleine schelvis: 3.443,799 kilo, opbr. 1.967,053; in totaal is uit de trawlers in 1951 3.828,252 kilo kabeljauw gelost, welke hoeveelheid ƒ2.633,480 opbracht. Er kwam 2.111.823 kilo koolvis aan de markt, waarvoor 791.714 gulden besomd werd. Ruim 6% millioen kilo wijting is aangevoerddoor trawlers, wat in totaal meer dan 2 millioen gulden in het laad je bracht. Bijna 10 millioen kilo schol kwam in de hal, waarvan de op brengst 4.700.028 gulden bedroeg. Met een totaalgewicht van 4.425.397 kilo is voor de tong 6.912.406 gulden besomd. Daling in Januari Tot slot een overzichtje van de aanvoer en de besomming der Nederlandse zee visserij in Januari 1952, vergeleken met dezelfde maand in 1951. Het is opmerke- lenk, dat de drie groepen rond- en plat vis en haringachtigen dit jaar over het geheel genomen een daling vertonen, ge zien de aanvoer in Januari van 1951. In totaal is in Januari van dit jaar 3277 ton aangevoerd waarvoor 2.162.000 gulden besomd werd. In 1951 luidde zulks 4046 De plannen van het bestuur van het de partement Velsen-IJmuiden van de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen om nog dit seizoen een voordrachtavond door Jan Musch te laten verzorgen, werden door kruist door de afscheidstournée, die deze acteur met „De Spaanse Brabander" onder neemt. Zijn optreden moet dus tot het vol gend jaar worden uitgesteld, maar geluk kig vond men Nel Oosthout bereid zijn plaats Donderdagavond in het Patronaats gebouw in te nemen. Mevrouw Oosthout had ditmaal een keuze gemaakt uit het werk van twee, wel bijzonder sterk uiteenlopende schrijvers. Voor de pauze droeg zij de uit 1922 date rende novelle „De Heiligen" van Bernhard Kellermann voor, de kort geleden gestor ven auteur die omstreeks 1930 een der meest gelezen Duitse romanschrijvers is geweest. Daarna vertelde zij een sprookje van Hans Christian Andersen, namelijk „De Mestkever", waarin de bijna kinder lijke onbevangenheid van deze beroemde Deen wel sterk tot uitdrukking komt. Doordat ik het eerste gedeelte van de avond moest missen, was ik alleen in de gelegenheid deze laatste voordracht te be luisteren. Maar dit was toch reeds voldoen de om de grote talenten van deze voor drachtskunstenares een warme bewonde ring toe te dragen. Nel Oosthoek bedient zich bij voorkeur van uiterst sobere mid delen en zij vermijdt met een kunstzinnige intuïtie elk effect, dat ook maar in de verte naar een zekere overdadigheid zou zwemen. Zij ondersteunt haar verhalen slechts met een simpel gebaar, maar brengt door een levendige gelaatsexpressie en een schijnbaar onuitputtelijke stemnuancering de diverse personages uit haar vertellingen voor ons tot leven. Hoe geestig liet zij bij voorbeeld de kikkers uit „De Mestkever" aan het woord en met welk een rijke klank schakering typeerde zij daarbij de overige optredende dieren in dit sprookje. Het aandachtig luisterende publiek schat te door een dankbaar applaus haar kunst zinnige prestaties op de juiste waarde. Na afloop bracht de voorzitter zijn grote De- wondering voor haar optreden onder woor den. Spreker wenste Nel Oosthout op de grote tournée die zij binnenkort door Australië en Nieuw-Zeeland gaat onder nemen, van harte het meeste succes. J. v. D. Tegemoetkoming in vervoerkosten De weduwe M. E. PostZwemmer te IJmuiden (Oost) en L. A. van der Stel te IJmuióen hebben verzocht, uit de ge meentekas te mogen ontvangen een tege moetkoming in de vervoerkosten van onderscheidenlijk één en twee kinderen, die de school voor bijzonder buitengewoon 3~.er onderwijs te Haarlem bezoeken en v/el tot het volle bedrag van die kosten. B. en W. stellen de raad voor, deze ver zoeken in te willigen. ton, waarvan de opbrengst 2.509.000 gul den bedroeg. De gemiddelde prijs per kilo steeg overigens van 62 tot 66 cent. Het blijkt, dat de prijs voor vrijwel alle soor ten vis per kilo in vergelijking met 1951 weer is gestegen. Dit wordt aardig ge ïllustreerd met de totaalcijfers voor de rondvis. Werd er in Januari 1951 1448 ton rondvis aangevoerd, in Januari van dit jaar bedroeg dit cijfer 1222 ton. Voor beide totalen is echter 786.000 gulden besomd. In Januari van het vorig jaar is ruim 500 ton platvis meer aan de markt gekomen dan in Januari jongstleden en voor de groep haringachtigen bedroeg het verschil 2 ton. De gemiddelde prijs van tarbot schoot met sprongen omhoog. Schelvis is de enige vissoort waarvan de gemiddelde prijs daalde in vergelijking met Januari 1951. Dit jaar bedroeg de prijs 85 cent per kilo in doorsnee, tegen 88 cent gemiddeld in 1951. ADVERTENTIE Voor tie Bakker. Van de Bakker. Dames, onze eierenbeschuit, 171.000 in 4 weken, Rolden vers de oven uit. Geurig knappend, vol van kracht, Worden ze U dagelijks, Door Uw bakker thuis gebracht. Onze pracht reclame, Gaat nog steeds maar door; Eieren beschuiten, Gaan beslist toch voor. 't Is haast niet te geloven, Wat een kwaliteit, En zo vers uit de oven, Zo vers bij Uw ontbijt. Wij houden dit nog even vol, Slechts 20 cent per grote rol. De voetbalvereniging „IJmuiden" heeft Donderdagavond in het vrijwel uitverkoch te Rex-Theater de kroon op haar zilveren jubileumfeesten geplaatst met een alles zins geslaagde cabaret-revue, waarbij on getwijfeld geen enkele der feestgangers de keuze van de commissie van voorbereiding een ogenblik zal hebben betreurd. Onder commando van Rens van Dorth werd met vaart en humor een non-stop-programma ten tonele gebracht, dat onder de toepasse lijke titel ,,'t Is feest vandaag" een bonte afwisseling van muziek, zang en dwaasheid bevatte. Vooral van het laatste had het ge zelschap een dikke bundel pijlen in zijn koker, die steeds met een daverend succes op de volle zaal werden afgevuurd. Rens van Dorth werd hierbij vlot geassisteerd door Dick Binnendijk en gezamenlijk na men zij met hun sketches, liedjes en con férence een groot deel van deze bijval voor hun rekening. Daarbij was het gehele pro gramma vrijwel steeds origineel en Ver toonde geen enkel onderdeel neiging tot de kwalificatie, die men gewoonlijk met „zo'n baard!" pleegt aan te duiden. Zo was de inzet reeds direct aardig gevonden: de ver- jaarspartij, waar het feestvarken de ene das na de andere in ontvangst mag nemen, die alle hetzelfde oogverblindende dessin vertonen. Na dit vrolijke begin was het publiek voor de rest van de avond gewon nen en had Cas Oosthoek niet de minste moeite zijn op de accordeon gespeelde po pulaire wijsjes uit volle borst te laten mee zingen. Ook de cabaretière Cora Villa kreeg haar voordrachten steeds met veel applaus beloond. Een speciale vermelding verdient zeker het Dicola Trio, dat met een waarlijk voor treffelijk variéténummer een der sterkste programmapunten bleek te zijn. Deze ar- tisten vormden een combinatie van kolder, dans en acrobatiek en al hun bewegingen waren zo verbluffend juist uitgebalan ceerd, dat zij in een overrompelende dwaasheid het publiek nauwelijks de tijd gunden om tijdens hun uitbundige vrolijk heid te beseffen, welk een enorm concen tratievermogen dergelijk teamwork ver eist. Geen wonder dat de geamuseerde toe schouwers zich geen moment hebben ver veeld. Hoewel de revue 23 nummers telde, namen zij aan het slot toch slechts node van de artisten afscheid. De bezoekers waren bij het begin van de avond welkom geheten door de voorzit ter der commissie van voorbereiding, die in het bijzonder de afgevaardigden van zusterverenigingen van K.N.V.B. en H.V.B. mocht begroeten. Ook het huidige bestuur verscheen op het toneel om te worden ge prezen voor de wijze, waarop het de belan gen van V.V.IJ. steeds behartigd heeft. Een aardige verrassing was de entrée van een der jeugd-elftallen. Een jeugdige speler ontpopte zich daarbij onverwacht als een bijzonder vlotte spreker „Mijn toekom stige opvolger", merkte de voorzitter even later op. Hij betuigde het bestuur dank voor de daadwerkelijke steun en het be grip, dat de jongeren mochten ondervin den. Tenslotte bood hij onder grote bijval een fraaie clubvlag aan, die de jongens „met centen bij elkaar hadden gespaard". De voorzitter accepteerde dit geschenk met bijzonder veel genoegen en gaf daarbij uit drukking aan zijn trots over de goede geest, welke in deze elftallen heerst. Hij was ook vol lof over het werk van de jeugdleiders en spoorde hen aan voor de nodige reserves te zorgen, die in staat zou den zijn V.V.IJ. tot de hoogte regionen op te voeren. J. v. D. Schilder viel van glijdende ladder In de Nijverheidsschool aan het Tibe- riusplein te IJmuiden is Vrijdag een 37- jarige schilder uit Santpoort van een lad der gevallen, toen deze ladder op de gladde vloer van het waslokaal weggleed. De man tuimelde vijf meter en raakte daarbij een wasbak. Hij liep inwendige kneuzingen op en moest per ziekenauto naar het Antonius-ziekenhuis worden ge bracht. Later kon de schilder naar zijn huis worden vervoerd. Stille dag voor „IJmond" Voor de handbalvereniging „IJmond" zijn voor het weekeinde geen competitie- of bekerwedstrijden vastgesteld. Na een langdurige voorbereiding heeft de Rooms Katholieke gemengde zangvereni ging „Sint Caecila" Donderdagavond in het Corso Theater een Passieconcert gegeven, waarvan Joseph Haydn's Lijdensoratorium „De zeven kruiswoorden" de hoofdschotel vormde. Dit werk is een passiemuziek van een uitzonderlijk karakter. De omstandig heden waaronder dit oorspronkelijk zuiver instrumentale oratorium, bestemd voor het Domkapittel te Cadiz, ontstaan is mogen langzamerhand bekend worden veronder steld. De gewijde muziek diende volgens de opdracht een uitgesproken contemplatief karakter te hebben. Haydn had daartoe niet, zoals Bach, de gehele passie met mu ziek te omkleden, maar slechts een onder deel bij te dragen en wel in het bijzonder dat gedeelte, waarin de godsdienstoefening zich bepaalt tot sacrale handelingen: de ogenblikken van innerlijke wijding, waar in het feitelijke gebeuren stilstaat en die bijvoorbeeld in de Mattheus passie door de koralen beleefd worden. De huidige gedaante van „De zeven kruiswoorden" als koorwerk is te danken aan de ondernemingsgeest van een kerk musicus uit Passau, die de muziek zo fraai vond, dat hij haar tot een klein oratorium omwerkte. Nadat Haydn het had horen uit voeren en zijn goedkeuring er aan gehecht had, vond het werk meer en meer ingang. Het geldt sinds vele jaren als een koor werk bij uitnemendheid en als een van Haydn's best geslaagde composities. Hetgeen zeer frappeert is, dat in deze lichte, bekoorlijke muziek bijna niets leeft van de trieste en tragische sfeer die de passiemuziek doorgaans kenmerkt. Haydn's kerkmuziek kent de wrange bitterheid van het Lijden bijkans niet; zij benadert dat gebeuren alleen van de „ver zaligde" kanten mist de smeekbeden en de devotie, waardoor Bach's machtig opus over het Mattheus-evangelie zo'n grootse indruk maakt. De vertolking, die wij van „Sint Caecila", dat voor deze gelegenheid met leden van een bevriend zangkoor was aangevuld, hoorden, onderstreepte dit gemis aan tra giek en devotie in sterke mate. Het zingen was als op een goede repetitie: stug, hard en zonder de bezieling, die ook voor dit uitzonderlijke werk gevraagd wordt om de juiste sfeer dezer passiemuziek te scheppen. Wellicht was de acoustiek van de zaal hier niet vreemd aan. Het koor was evenwichtig bezet, waarbij tenoren en bassen een goed klinkend fond vormden. De dirigent Stephen Jansen legde zich er op toe door het sterke aanzetten der dynamische contrasten de uitvoering een effectwerking te geven, die wij in dit ora torium niet overal konden bewonderen en die bijvoorbeeld het „Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest" bepaald niet mooier deden klinken. Voor „Sint Caecila", dat slechts weinig naar buiten optreedt, is de uitvoering een knap stuk werk geweest, dat rhythmisch en op toon gezongen werd. De pianobegeleiding door Lou Tervoort was eveneens op het forte ingesteld. Het solistenkwartet, bestaande uit de dames Annie de Groot (sopraan), Rie Kuys (alt) en de heren Henk Marcker (tenor) en Leo Rommerts (bas), was nog niet geheel en al los van de partituur. De samenzang dezer vier stemmen was verdienstelijk; als solist mocht de tenor met zijn welluidende stem ons het sterkst boeien. Geyser uit directiekeet verdwenen Gistermorgen kwam een loodgieter uit Overveen bij de politie aangifte doen, dat in de nachtelijke iiren een geyser uit de directiekeet bij een bouwwerk aan de Zee straat was gestolen. De daders hadden voor de uitvoering van hun snode plan een ruitje ingeslagen. BURGERLIJKE STAND VAN BEVERWIJK ONDERTROUWD: N. de Ruiter en L. Steenbeek; N. J. Hoogland en M. Chr. Schel- levis. GEBOORTEN: Hendrik J., z. van B. K. Uiling en J. A. ten Bruggencate; Jacobus, z. van G. Boontjes en J. v. Balen; Marien Chr., z. van L. W. Bruinzeel en M. v. Breugel; Ma ria M., d. van Th. Fr. Liebregs en H. M. Har ding; Marinus G., z. van G. Th. Admiraal en M. R. Ooijevaar; Johanna M., d., van W. Suk en M. Wardenaar; Petronella, d. van G. Bul en P. v. Wijk; Cornelis A. M., z. van C. Klomp en J. J. Noordouw; Anna Th., d. van C. J. de Ruiter en H. Stengs; Jan, z. van C. de Reek en M. v. d. Weide; Gerardus J.. z. van J. Oudhuis en A. A. de Zeeuw; Hendrika C„ d. van J. de Groot en H. C. Nijbroek; Anton A., z. van J. Fr. L. Meerdink en Gr. v. d. Burg; Margaretha M. J. W., d. van M. Bruineberg en C. Roggeveen; Hendrika A. M.. d. van G. L. Rumping en A. M. Stengs. OVERLEDEN: C. M. Braun, 84 j., ongeh.; H. B. Brinkman, 91 j., wed. v. C. Akerboom; M. Meier 85 j. weduwnaar-van A. v. d. Werf; H. L. M. Kuenen, 67 j., wed. van J. A. v. Eijk; I. M. v. Ruth, 79 j„ wed. van H. v. dei- Hof; J. v. Zutphen, 75 j., geh. met C. S. Quist. GETROUWD: Fr. Ch. C. Stein en N. Bret- houwer: J. H. Mulder en M. J. Derogee; J. L. Scheerman en G. W. F. Koelman; KI. C. de Boer en D. v. d. Waa. Valpartij op de Wijkerstraatweg Twee meisjes van 14 en 15 jaar, die onbezorgd over de Wijkerstraatweg fiets ten, werden Donderdagmiddag onverwacht plagerig bij de arm gevat door een jonge ling van dezelfde jaargang. De meisjes vielen, hun fietsen en kleding waren be schadigd en het ene kind liep een wond aan het been op. De politie maakte er een proces-verbaal van. Middellijn: 10 meter Over enkele weken zal op de gevel van de nieuwe electrische centrale te Geertrui denberg een klok worden bevestigd, die een bijzonder groot formaat heeft. De wijzerplaat van deze klok heeft een middellijn van 10 meter en de minuten- wijzer is 6.4 meter lang. De lengte van punt tot as is 5 meter, maar om een contra gewicht te kunnen aanbrengen, moest er nog een „staart" van 1.4 meter aan ge maakt worden. Daartegen is een blok beton bevestigd van 150 kg. waardoor de wijzer geheel uitgebalanceerd is. Omdat zulke wijzers een abnormale winddruk kunnen krijgen, is aan de achterzijde ervan een stalen buizenconstructie gemaakt, die vol doende stevigheid waarborgt. De uurwijzer, die 3.5 meter lang is, meet op het breedste deel 90 cm. Wat de genoemde wijzerlengte betekent, komt het best uit, wanneer men bedenkt, dat de minutenwijzer met- zijn punt langs de cijferring draait met een snelheid van 52.4 cm per minuut. De „cijfers" bestaan uit ronde schijven met een middellijn van 65 cm. Wijzerplaat en wijzers zullen electrisch verlicht wor den. Op de grote wijzer alleen staan 48 lampjes van 10 cm lengte. Deze klok wordt niet gedreven door een Na de pauze zong het koor het élégante uurwerk, maar door een motor, die geregeld wordt door een moederklok. Zowel de cijfers als de wijzers zijn ver guld met echt bladgoud van 23 karaats goud, waarvan bijna 9 vierkante meter „verlegd" is. werk van Rameau „Quam Dilecta", dat alleen reeds om de melodieuze aria voor sopraansolo en het prachtige slotkoor het uitvoeren waard was. A. J. VAN DER WEIJDEN. DE ZEVEN REDERIJEN van Planteydt, die in het begin van deze eeuw nieuwe perspectieven in IJmuiden openden door over de twintig trawlers in de vaart te brengen hadden door dit hoge aantal verschillende typen trawlers. Enkele zijn hier al besproken, vandaag komen er twee aan de beurt, die ruim 60 jaar geleden bij Sir Raylton Dixon Co., scheepsbouwers in Middlesborough, van de helling gleden en respectievelijk de namen „Camellia" en „Escallonia" aannamen. Aanvankelijk voor Britse rederij gebouwd kwamen zij omstreeks 1902 in IJmuiden, toebehorende aan de Mij. Zeeland als IJM. 104 en IJM. 105. drie jaar later kwam voor de Mini het De maatschappij telde, vier schepen, de Boronia (IJM. 106) en de Auricula (IJM. 107) behoorden er ook toe. De Camellia en de Escallonia waren zusterschepen en met een inhoud van 154 reg. ton bruto en 48 netto bij een lengte van 30,61, breedte 6,20 en holte van 3.23 meter behoorden zij tot de pioniers van de stoomtrawlers in Engeland. Als zodanig konden zij ook hier beschouwd worden, IJmuiden stond im mers wat de exploitatie van stoomtrawlers betreft in het begin dezer eeuw in het be ginstadium. Vermeld wordt dat schipper K. Gouda met de Camellia heeft gevaren en dat J. de Groot heer en meester was aan boord van de Escallonia. Jammer is het dat het zo groot opgezette bedrijf van Planteydt een kort bestaan be schoren was. In 1908 moest men de hele vloot 23 trawlers in totaal, verkopen. TJmuiden's eerste trawlerrederij was van de kaart en helaas is het niet bij die ene gebleven. Negentien stuks gingen over aan de Algemene Visserij Maatschappij, de overige werden door kleinere rederijen aangekocht. De Camellia (IJM. 104) zette de visserij voort onder directie van de firma Groen en kreeg de naam Sidney Albert. De Escallonia werd het eigendom van de heer J. N. Klein en kwam in be drijf onder de Zeevisserij Mij. Mini, welke naam ook aan de trawler gegeven werd. Beide zusterschepen gingen dus uiteen, maar later werden zij weer herenigd. Om streeks 1915 kocht de heer Klein de Sidney Albert aan, de N.V. Stoomvisserij „Annie" werd opgericht en de IJM. 104 kreeg die naam. Meerdere veranderingen lagen in het verschiet. De onder directie van de heer Klein staande rederijen werden bijeengebracht in de Centrale Visserij Maatschapij. De Annie IJM. 104 was de eerste die er afviel. De naam van het vaartuig bleef onver anderd, de rederij wijzigde zich in Visserij Mij. Adriana Johanna en de directeur was J. van Beelen. Dit geschiedde in 1922 en einde, terwijl de Amiie daarentegen vol hield, zij het dan onder verschillende ei genaren. In 1924 verdween de Mij. Adriana Johanna en daarvoor in de plaats kwam de Mij. „De Vier Kinderen" onder directie van H. Ouderkerk. Schipper K. Blok Lzn. had er al enige jaren mee gevaren en was in 1929 in staat de „Annie" zelf aan te kopen, waarna de vierde naam er op aangebracht werd: Mascotte IJM. 104. Zeven jaar later, na enige jaren in de Haringhaven tot rust ge komen te zijn, was ook voor deze trawler het einde niet meer af te wenden. En waar kan deze zwoeger der Noordzee anders terecht gekomen zijn na 44 jaar trouwe dienst dan bij de sloper. (Nadruk verboden). ARIE VAN DER VEER. Onlangs is in de Wieringermeerpolder het wrak gevonden van een schip, met een lengte van 20 meter en een breedte van 7 meter. Zeer waarschijnlijk is het een spie gelschip, een vorm, die oorspronkelijk uit het Zuiden van Spanje en Portugal stamt. Het schip moet 3 of 4 masten gehad heb ben. De wanden van het schip zijn 25 cm dik. Er bevindt zich weinig ijzerwerk aan het schip. In het schip werden slechts scherven van met loodglazuur bedekt aar dewerk, een houten lepeltje, een blauw tegeltje en kleine aan één zijde geglazuurde rode plavuizen aangetroffen. Het is waarschijnlijk, dat het schip aan de grond gelopen is, niet meer vlot gemaakt kon worden en leeggehaald is. Het vaartuig was gebreeuwd met mos. Tegen het einde van de 16de eeuw ko men in de Nederlanden kleine zeegaande koopvaarders voor, spiegelschepen met drie masten, die ook op de vaart naar Indië gebruikt werden. De constructie en de vorm van het wrak doen vermoeden dat men met een dergelijk schip te doen heeft. Tijdens een vergadering van de konink lijke vereniging „Het Nederlandse Trek paard" in Den Haag zijn moeilijkheden ontstaan, die het dagelijks bestuur behou dens de vice-voorzitter, hebben doen be sluiten met ingang van 1 April af te treden. De moeilijkheden zijn ontstaan over het beheer van fondsen, die door de export- en import-organisaties van de paardenhandel ter beschikking waren gesteld van de ver eniging voor propaganda in het buitenland. Deze fondsen zijn besteed zonder dat daar in het gehele hoofdbestur gekend is ge weest. Het dagelijks bestuur was van mening dat de exporteurs en importeurs deze fondsen aan het dagelijks bestuur in beheer en besteding hadden gegeven. Over deze kwestie is in de af delingen van de vereniging reeds veel te doeng eweest en hetg evolg daarvan was, dat de voorzitter van de afdeling Limburg, mr. Haffmans, niet werd herkozen. Deze was lid van het dagelijks bestuur van de koninklijke vereniging „Het Nederlandse Trekpaard". Het dagelijkse bestuur, be halve de vice-voorzitter, de heer Sneep, heeft hieruit de conclusie getrokken, dat een motie van wantrouwen tegen het dage lijks bestuur was uitgesproken. Jhr. J. van Vredenburch, die reeds 34 jaar voorzitter van de vereniging is, heeft verklaard dat het hier eigenlijk gaat om een strijd om de macht. De heer L. A. Boom, secretaris van de vereniging, is voor zitter van de ex- en importorganisatie der paardenfokkers. Het beheer van de gelden is dus een kwestie geweest, die zowel de exporteursorganisatie als het dagelijks be stuur van de vereniging aanging. Met deze zaken had de vereniging volgens de heer Van Vredenburch niets te maken. Men heeft deze hele zaak, die dus eigenlijk een competentie-kwestie is, aangegrepen om te trachten het dagelijks bestuur, dat al zeer lang zitting heeft, onaangenaam te zijn en van de baan te schuiven, alsdus jhr. Van Vredenburch. (Van onze correspondent in Londen) Na een verblijf van twee maanden is Eduard van Beinum uit Londen naar ons land teruggekeerd. Hij heeft een drukke tijd achter de rug, want het door hem ge leide Londens Philharmonisch Orkest moet hard werken om aan de kost te komen, vooral sinds de overheidssubsidie als ge volg van een politiek conflict is inge trokken. De samenwerking tussen Van Beinum en het orkest liet niets te wensen. Het optreden van de Nederlandse dirigent was een algemeen erkend succes. Een moeilijkheid vormde ongetwijfeld de een zijdigheid van de muzikale smaak van het Engelse publiek, zodat hij slechts een en kele keer van de gebruikelijke paden kon afwijken. Van Beinum weet nog niet of hij het vol gende seizoen naar Londen zai kunnen komen. Er zijn hem verscheidene aanbie dingen gedaan om in de Verenigde Staten als gastdirigent te fungeren. (Van onze correspondent in Londen) Volgende week wordt in Londen de eerste grote tentoonstelling sinds de oorlog van moderne Nederlandse schilders ge opend. De expositie „Vijftig jaar Neder landse schilderkunst" omvat meer dan tweehonderd werken. Er zullen drie doe ken van Vincent van Gogh worden ge ëxposeerd, die nog niet eerder in Londen zijn geweest, namelijk een stilleven, af komstig uit het Stedelijk Museum te Am sterdam en verder „Iris" en „Seinhuis", beide door particulieren afgestaan. De ondertitel van de tentoonstelling luidt: „Van Van Gogh tot Corneille". De laatste behoort tot de groep jongeren, waarvan ook de schilders Appel en Ouburg deel uit maken, wier werken eveneens in Londen worden getoond. Ook de „Amsterdamse joffers" zijn vertegenwoordigd. De tentoon stelling wordt in Redfern Gallery gehou den en zal daar tot eind April blijven. On derhandelingen zijn gaande om haar daar na over te brengen naar Birmingham. Tijdens de tentoonstelling zal het Nieuw Hollands Strijkkwartet, dat zijn eerste be zoek aan Engeland brengt, onder leiding van Nap de Klijn enige concerten geven. Markt haalt op. De Donderdagmarkt liet niets te wensen over wat de prijzen- variatie betrof. Vooral de schol schom melde erg en er kwamen zelfs prijsverschil len voor van niet minder dan 35 per kist. Dit was onder andere het geval bij de grote soorten: de Noordschol die als export-kwa liteit beter geschikt was dan de kustkwa- liteiten, liepen in de laatste afslagen tot 70 per 50 kilo, maar de kustschol kon het niet verder brengen dan tot 22 en 30. Dezelfde verschillen kwamen ook voor bij de middelsoorten, die eveneens 65 tot 70 opbrachten voor de wat dik kere Noordkwaliteiten en 30 voor de magere soorten van de kust. De tong hield zich goed. Het geringe aanbod en de vlotte handel droegen er toe bij dat de markt op liep en wat voor de tweeën het gunstigste resultaat afwierp; deze stegen namelijk van 1.15 op 1.35 per kilo. De lappen varieer den aanvankelijk van 2.30 lot 2.35 per kilo, maar liepen later óp tot 2.50 per kilo. Voor de wijting was ook wat» meer animo. De mooie' levende trawlersoorten gingen voor 15 tot 17 per 50 kilo van de de hand en zelfs de loggerwijting, die Woensdag tot de opvangprijs zakte, was nu weer op 11 a 13 terecht gekomen. Met de kabeljauwverkopen ging het nog pianis simo. Mooie, uitgezochte regels dikkoppen noteerden 65 tot 70 per 10 stuks, waar door ze op eenzelfde prijzenniveau kwamen als de kisten grote kabeljauw. Het hield niet over. Hoewel er niet van een slechte reis gesproken konworden, was de besomming van de „Allan Water", gezien kwantiteit en kwaliteit, niet zo bij zonder. Voor een dertiendaagse reis werd het resultaat 18.400. De VL 85, die 700 kisten Silverpit in de markt loste, kreeg 8500 en mocht daarover niet klagen. Verder besomden de visloggers KW 125 en KW 83 respectievelijk 3210 en 3150. De besommingen van vandaag vindt u elders in deze éditie. Behalve de „Johannes Bolderman", die 180 kisten schelvis en piepers, 50 kabeljauw en gullen, 100 makreel, 80 haring, 110 ge stripte wijting en 95 koolvis aanbracht, was ook de „Post Boy" present met 1300 kisten Silverpit haring; de buit van een korte 7-daagse reis. De nodige kotters en loggers completeerden de markt met plat-, fijn- en rondvisaanvoer. Mager weekeind. Behoudens plotse linge veranderingen zal de Zaterdagmarkt het zonder trawlers moeten stellen. Vooral nu het slechte weer, dat al in het begin van deze week optrad, weer een handicap voor de visserij is geworden, zullen de schepen de reizen zoveel mogelijk rekken om er van te maken wat er van te maken is. Voor het begin van de volgende week worden het eerst voor binnenkomst verwacht de „Nor- ma Maria", die de 10e Maart is vertrokken, de „Eli Chénévière" en de „Vios" die de 11e zijn vertrokken en de „Antje" en de „Mary", die de 13e Maart weggingen. Dan resteren de „Haarlem" en de „Tzonne" (van de 14e) waarmede de trawlers, die de vorige week naar zee vertrokken, genoemd zijn. Pech. De VL 115, die Woensdagmid dag uit Vlaardingen naar zee vertrok, kreeg op zee averij en kwam Woensdagavond in IJmuiden binnen om te repareren. Na een vlotte reparatie kon het schip echter Don derdagmorgen de reis weer voortzetten. In en uit. Vele kotters van de Urker vloot, die Maandag naar zee waren ver trokken en Donderdag al aan de afslag verschenen, vonden het weer wat te slecht om tot het weekeind door te vissen en gingen naar binnen, naar Urk of Amster dam. Dit waren de UK 17, 66, 35, 7, 59, 87, 52, 77, 154, 243, en de UK 22. Naar zee vertrokken: de BR 7, 46, UK 115, 99, 70, 203. 161, HD 37, UK 90, 119, 114 en de KW 125. Binnen kwamen: de UK 76, YE 93. UK 114, 59, 115, 99,EH 20, UK 202, KW 83, UK 87, 52 243, 86, HD 37, UK 22, 35 161. 32. BR 5, 55, IJM 227, UK 36, 48, 161, KW 189, UK 194, 17, 114, 168, 66, 120 en de UK 80. Marktberichten. Heilbot 2.151.90, gr. tong 2.552.35, grm. tong 1.87 1.73, kim. tong 2.071.87. kl. tong 1.73 —1.51, kl. tong II 1.52—1.36, tarbot I 1.75—1.25. Per 50 kilo. Tarbot II 67, tongschar 78, gr. schol 28, grm. schol 3938, kim. schol I 64.50, kl. schol 41—33, kl. schol II 27—8, schar 20— 8, bot 10.508, haring 228.10, makreel 3225.50, gr. schelvis 3227, grm. schelvis 3327.50, kim. schelvis 33.50 27, kl. schelvis I 3327, kl. schelvis II 26—19.50, wijting 18—8, kl. gul 31, ham 104, kl. wolf 3432, poon 1210, kl. koolvis zw. 21. kl. koolvis wit 27 26. Per 125 kg. Gr. kabeljauw 10470, gr. koolvis zw. 5539, gr. koolvis w. 63, gr. wolf 7972. Totaal aanvoer 3050 kisten. De „Mini' (ex „Escallonia") in haar glorietijd. Het oude model deed het in die jaren toch maar best. Het ministerie van Verkeer en Water staat heeft de berichten tegengesproken dat de rijkswaterstaat pas over drie maan den zou kunnen overgaan tot aanbesteding van de werken voor verbreding van het Merwedekanaal, omdat de bestekken nog niet gereed zouden zijn. Het ministerie verklaart dat voor het kanaalgedeelte Weesp-Diemen, welk ge deelte voor de scheepvaart de meeste hin der oplevert, het baggerbestek gereed is. De aanbesteding zal binnen enke'le weken geschieden, zodat verwacht mag worden, dat met de uitvoering van deze werken in April zal kunnen worden begonnen. Het plan om Lekwater naar de duinge bieden in Noordholland te brengen zal over ongeveer een jaar tot uitvoering ko men. Er wordt, zoals destijds uitvoerig is gemeld, een rivierwaterleiding naar de duinen bij Leiduin en Castricum aange legd. De capaciteit van deze 80 km. lange leiding van anderhalve meter tot een me ter doorsneden zal zeer groot zijn, aange zien alleen al voor aanvulling van de duin watervoorraad in Noordholland in 1954 12 millioen kubieke meter water nodig zal zijn. Daarnaast zal de leiding, die in 1951 gereed moet zijn, mede in de waterbe hoefte van de industriecomplexen bij IJmuiden moeten voorzien. De leiding zal drie aftappunten hebben, namelijk bij Leiduin voor de waterwinning bij Vogelenzang, bij IJmuiden voor de in dustrie en tussen Castricum en Bakkum voor de drinkwatervoorziening. Een dergelijk kleiner project is reeds in uitvoering tussen Bergambacht en de Scheveningse duinen. Indien weer voldoende zoet water in de duinen aanwezig is, hoopt men het verzil- tingsprcbleem grotendeels te.hebben op gelost.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1952 | | pagina 10