Twee zusjes uit ÏJmuidees
oertijd waren onafscheidelijk
Uitkomsten der visserij wijzen
op algemene prijsstijging
Bakker Winkel
Daarom
Uw Bakker
,,'t Is feest vandaag"
bij V.V.IJ.
Castricum
Beverwijk
Velsen-Noord
8
Geringere aanvoer in Januari 1952
in vergelijking met Januari 1951
Voordi-acht Nel Oosthout
St. Caecilia zong
„De Zeven Kruiswoorden"
Grote gevelklok voor
Geertruidenberg
REVUE VAN DE ZUIDZIJ
„Camellia" en „Escallonia" werden gewoon „Annie" en „Minni"
Scheepswrak in Wieringer-
meerpolder uit 16de eeuw?
Moeilijkheden bij „Het
Nederlandse Trekpaard"
Eduard van Beinum besloot
zijn Londense periode
Expositie van Nederlandse
schilderkunst in Londen
Verbreding
Merwedekanaal begint
volgende maand
In 1954 Lekwater
naar de duinen
VRIJDAG 21 MAART 1952
Een dezer dagen zijn de cijfers gepu
bliceerd van de vangst en opbrengst der
visserij in de jaren 1951 en 1950 en van
de aanvoer en prijzen m de maanden
Januari 1952 en 1951, waarvan wij hier
een beknopt overzicht zullen geven waar
het betreft de zee-visserij van rond- en
platvis en de groep haringachtigen. Het
meest opvallende is de stijgende waarde
van de vis in vergelijking met 1950.
In 1951 is in totaal 179.576 ton zeevis
aangevoerd, hetgeen 62.689.000 gulden op
bracht. De gemiddelde prijs bedroeg in het
vorig jaar 0.35 per kilo. In vergelijking
met 1950 is een algemene stijging te con
stateren, want het vorig jaar is 15.742 ton
meer aan de markt gekomen dan in 1950.
Er werd in dat jaar voor een totaal bedrag
van 53.591.000 gulden besomd en de ge
middelde prijs per kilo lag toen ook twee
cent lager dan in 1951.
Om vervolgens wat meer in détails te
treden: de rondvis kwam het vorig jaar
over de gehele linie in groter hoeveelheden
aan de markt dan in 1950. In totaal werd
bijna 1150 ton meer aangevoerd, waarmee
een stijging van de opbrengst met onge
veer twee millioen gulden hand in hand
ging. De gemiddelde prijs per kilo lag in
1951 zeven cent hoger.
Hogere waarde
Hoewel in 1951 minder schelvis is aan
gevoerd lag de waarde toch aanmerkelijk
hoger dan voor de grotere vangst in 1950,
hetzelfde was het geval met kabeljauw. De
aanvoer van koolvis was daarentegen bè-
H\
Platvis is in het vorig jaar minder ge
vangen dan in 1950, ofschoon ook hier de
totale waarde, ondanks de geringere aan
voer, hoger lag dan twee jaar geleden. De
gemiddelde prijs steeg met acht cent.
In 1951 kwam ruim 10.000 ton meer ha
ringachtigen aan de markt dan in 1950. De
gemiddelde prijs liep hier slechts met twee
cent op. Vrijwel alle soorten werden in
ruimere mate aangevoerd.
Trawler-aanvoer
Door de trawlers is in 1951 bijna 29.940
ton verse haring binnen gebracht, hetgeen
ruim 61-2 millioen gulden betekende. Voor
de gezouten haring werd in totaal 3.274.024
gulden besomd. De volgende cijfers betref
fen uitsluitend de aanvoer van trawlers in
1051. Makreel: 10.540.221 kilo, opbrengst
ƒ2.954,091; grote schelvis: 440.716 kilo,
opbrengst 284,068; middel schelvis:
551.167 kilo, opbrengst 832,022; kleine
schelvis: 3.443,799 kilo, opbr. 1.967,053;
in totaal is uit de trawlers in 1951 3.828,252
kilo kabeljauw gelost, welke hoeveelheid
ƒ2.633,480 opbracht. Er kwam 2.111.823
kilo koolvis aan de markt, waarvoor 791.714
gulden besomd werd. Ruim 6% millioen
kilo wijting is aangevoerddoor trawlers,
wat in totaal meer dan 2 millioen gulden
in het laad je bracht. Bijna 10 millioen kilo
schol kwam in de hal, waarvan de op
brengst 4.700.028 gulden bedroeg. Met een
totaalgewicht van 4.425.397 kilo is voor
de tong 6.912.406 gulden besomd.
Daling in Januari
Tot slot een overzichtje van de aanvoer
en de besomming der Nederlandse zee
visserij in Januari 1952, vergeleken met
dezelfde maand in 1951. Het is opmerke-
lenk, dat de drie groepen rond- en plat
vis en haringachtigen dit jaar over het
geheel genomen een daling vertonen, ge
zien de aanvoer in Januari van 1951.
In totaal is in Januari van dit jaar 3277
ton aangevoerd waarvoor 2.162.000 gulden
besomd werd. In 1951 luidde zulks 4046
De plannen van het bestuur van het de
partement Velsen-IJmuiden van de Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen om nog
dit seizoen een voordrachtavond door Jan
Musch te laten verzorgen, werden door
kruist door de afscheidstournée, die deze
acteur met „De Spaanse Brabander" onder
neemt. Zijn optreden moet dus tot het vol
gend jaar worden uitgesteld, maar geluk
kig vond men Nel Oosthout bereid zijn
plaats Donderdagavond in het Patronaats
gebouw in te nemen.
Mevrouw Oosthout had ditmaal een
keuze gemaakt uit het werk van twee, wel
bijzonder sterk uiteenlopende schrijvers.
Voor de pauze droeg zij de uit 1922 date
rende novelle „De Heiligen" van Bernhard
Kellermann voor, de kort geleden gestor
ven auteur die omstreeks 1930 een der
meest gelezen Duitse romanschrijvers is
geweest. Daarna vertelde zij een sprookje
van Hans Christian Andersen, namelijk
„De Mestkever", waarin de bijna kinder
lijke onbevangenheid van deze beroemde
Deen wel sterk tot uitdrukking komt.
Doordat ik het eerste gedeelte van de
avond moest missen, was ik alleen in de
gelegenheid deze laatste voordracht te be
luisteren. Maar dit was toch reeds voldoen
de om de grote talenten van deze voor
drachtskunstenares een warme bewonde
ring toe te dragen. Nel Oosthoek bedient
zich bij voorkeur van uiterst sobere mid
delen en zij vermijdt met een kunstzinnige
intuïtie elk effect, dat ook maar in de
verte naar een zekere overdadigheid zou
zwemen. Zij ondersteunt haar verhalen
slechts met een simpel gebaar, maar brengt
door een levendige gelaatsexpressie en een
schijnbaar onuitputtelijke stemnuancering
de diverse personages uit haar vertellingen
voor ons tot leven. Hoe geestig liet zij bij
voorbeeld de kikkers uit „De Mestkever"
aan het woord en met welk een rijke klank
schakering typeerde zij daarbij de overige
optredende dieren in dit sprookje.
Het aandachtig luisterende publiek schat
te door een dankbaar applaus haar kunst
zinnige prestaties op de juiste waarde. Na
afloop bracht de voorzitter zijn grote De-
wondering voor haar optreden onder woor
den. Spreker wenste Nel Oosthout op de
grote tournée die zij binnenkort door
Australië en Nieuw-Zeeland gaat onder
nemen, van harte het meeste succes.
J. v. D.
Tegemoetkoming in vervoerkosten
De weduwe M. E. PostZwemmer te
IJmuiden (Oost) en L. A. van der Stel te
IJmuióen hebben verzocht, uit de ge
meentekas te mogen ontvangen een tege
moetkoming in de vervoerkosten van
onderscheidenlijk één en twee kinderen, die
de school voor bijzonder buitengewoon
3~.er onderwijs te Haarlem bezoeken en
v/el tot het volle bedrag van die kosten.
B. en W. stellen de raad voor, deze ver
zoeken in te willigen.
ton, waarvan de opbrengst 2.509.000 gul
den bedroeg. De gemiddelde prijs per kilo
steeg overigens van 62 tot 66 cent. Het
blijkt, dat de prijs voor vrijwel alle soor
ten vis per kilo in vergelijking met 1951
weer is gestegen. Dit wordt aardig ge
ïllustreerd met de totaalcijfers voor de
rondvis. Werd er in Januari 1951 1448 ton
rondvis aangevoerd, in Januari van dit
jaar bedroeg dit cijfer 1222 ton. Voor beide
totalen is echter 786.000 gulden besomd.
In Januari van het vorig jaar is ruim 500
ton platvis meer aan de markt gekomen
dan in Januari jongstleden en voor de
groep haringachtigen bedroeg het verschil
2 ton. De gemiddelde prijs van tarbot schoot
met sprongen omhoog. Schelvis is de enige
vissoort waarvan de gemiddelde prijs
daalde in vergelijking met Januari 1951.
Dit jaar bedroeg de prijs 85 cent per kilo
in doorsnee, tegen 88 cent gemiddeld in
1951.
ADVERTENTIE
Voor tie Bakker.
Van de Bakker.
Dames, onze eierenbeschuit,
171.000 in 4 weken,
Rolden vers de oven uit.
Geurig knappend, vol van kracht,
Worden ze U dagelijks,
Door Uw bakker thuis gebracht.
Onze pracht reclame,
Gaat nog steeds maar door;
Eieren beschuiten,
Gaan beslist toch voor.
't Is haast niet te geloven,
Wat een kwaliteit,
En zo vers uit de oven,
Zo vers bij Uw ontbijt.
Wij houden dit nog even vol,
Slechts 20 cent per grote rol.
De voetbalvereniging „IJmuiden" heeft
Donderdagavond in het vrijwel uitverkoch
te Rex-Theater de kroon op haar zilveren
jubileumfeesten geplaatst met een alles
zins geslaagde cabaret-revue, waarbij on
getwijfeld geen enkele der feestgangers de
keuze van de commissie van voorbereiding
een ogenblik zal hebben betreurd. Onder
commando van Rens van Dorth werd met
vaart en humor een non-stop-programma
ten tonele gebracht, dat onder de toepasse
lijke titel ,,'t Is feest vandaag" een bonte
afwisseling van muziek, zang en dwaasheid
bevatte. Vooral van het laatste had het ge
zelschap een dikke bundel pijlen in zijn
koker, die steeds met een daverend succes
op de volle zaal werden afgevuurd. Rens
van Dorth werd hierbij vlot geassisteerd
door Dick Binnendijk en gezamenlijk na
men zij met hun sketches, liedjes en con
férence een groot deel van deze bijval voor
hun rekening. Daarbij was het gehele pro
gramma vrijwel steeds origineel en Ver
toonde geen enkel onderdeel neiging tot de
kwalificatie, die men gewoonlijk met „zo'n
baard!" pleegt aan te duiden. Zo was de
inzet reeds direct aardig gevonden: de ver-
jaarspartij, waar het feestvarken de ene
das na de andere in ontvangst mag nemen,
die alle hetzelfde oogverblindende dessin
vertonen. Na dit vrolijke begin was het
publiek voor de rest van de avond gewon
nen en had Cas Oosthoek niet de minste
moeite zijn op de accordeon gespeelde po
pulaire wijsjes uit volle borst te laten mee
zingen. Ook de cabaretière Cora Villa kreeg
haar voordrachten steeds met veel applaus
beloond.
Een speciale vermelding verdient zeker
het Dicola Trio, dat met een waarlijk voor
treffelijk variéténummer een der sterkste
programmapunten bleek te zijn. Deze ar-
tisten vormden een combinatie van kolder,
dans en acrobatiek en al hun bewegingen
waren zo verbluffend juist uitgebalan
ceerd, dat zij in een overrompelende
dwaasheid het publiek nauwelijks de tijd
gunden om tijdens hun uitbundige vrolijk
heid te beseffen, welk een enorm concen
tratievermogen dergelijk teamwork ver
eist. Geen wonder dat de geamuseerde toe
schouwers zich geen moment hebben ver
veeld. Hoewel de revue 23 nummers telde,
namen zij aan het slot toch slechts node
van de artisten afscheid.
De bezoekers waren bij het begin van
de avond welkom geheten door de voorzit
ter der commissie van voorbereiding, die
in het bijzonder de afgevaardigden van
zusterverenigingen van K.N.V.B. en H.V.B.
mocht begroeten. Ook het huidige bestuur
verscheen op het toneel om te worden ge
prezen voor de wijze, waarop het de belan
gen van V.V.IJ. steeds behartigd heeft. Een
aardige verrassing was de entrée van een
der jeugd-elftallen. Een jeugdige speler
ontpopte zich daarbij onverwacht als een
bijzonder vlotte spreker „Mijn toekom
stige opvolger", merkte de voorzitter even
later op. Hij betuigde het bestuur dank
voor de daadwerkelijke steun en het be
grip, dat de jongeren mochten ondervin
den. Tenslotte bood hij onder grote bijval
een fraaie clubvlag aan, die de jongens
„met centen bij elkaar hadden gespaard".
De voorzitter accepteerde dit geschenk met
bijzonder veel genoegen en gaf daarbij uit
drukking aan zijn trots over de goede
geest, welke in deze elftallen heerst. Hij
was ook vol lof over het werk van de
jeugdleiders en spoorde hen aan voor de
nodige reserves te zorgen, die in staat zou
den zijn V.V.IJ. tot de hoogte regionen op
te voeren. J. v. D.
Schilder viel van glijdende ladder
In de Nijverheidsschool aan het Tibe-
riusplein te IJmuiden is Vrijdag een 37-
jarige schilder uit Santpoort van een lad
der gevallen, toen deze ladder op de gladde
vloer van het waslokaal weggleed.
De man tuimelde vijf meter en raakte
daarbij een wasbak. Hij liep inwendige
kneuzingen op en moest per ziekenauto
naar het Antonius-ziekenhuis worden ge
bracht. Later kon de schilder naar zijn
huis worden vervoerd.
Stille dag voor „IJmond"
Voor de handbalvereniging „IJmond" zijn
voor het weekeinde geen competitie- of
bekerwedstrijden vastgesteld.
Na een langdurige voorbereiding heeft de
Rooms Katholieke gemengde zangvereni
ging „Sint Caecila" Donderdagavond in het
Corso Theater een Passieconcert gegeven,
waarvan Joseph Haydn's Lijdensoratorium
„De zeven kruiswoorden" de hoofdschotel
vormde. Dit werk is een passiemuziek van
een uitzonderlijk karakter. De omstandig
heden waaronder dit oorspronkelijk zuiver
instrumentale oratorium, bestemd voor
het Domkapittel te Cadiz, ontstaan is mogen
langzamerhand bekend worden veronder
steld.
De gewijde muziek diende volgens de
opdracht een uitgesproken contemplatief
karakter te hebben. Haydn had daartoe
niet, zoals Bach, de gehele passie met mu
ziek te omkleden, maar slechts een onder
deel bij te dragen en wel in het bijzonder
dat gedeelte, waarin de godsdienstoefening
zich bepaalt tot sacrale handelingen: de
ogenblikken van innerlijke wijding, waar
in het feitelijke gebeuren stilstaat en die
bijvoorbeeld in de Mattheus passie door
de koralen beleefd worden.
De huidige gedaante van „De zeven
kruiswoorden" als koorwerk is te danken
aan de ondernemingsgeest van een kerk
musicus uit Passau, die de muziek zo fraai
vond, dat hij haar tot een klein oratorium
omwerkte. Nadat Haydn het had horen uit
voeren en zijn goedkeuring er aan gehecht
had, vond het werk meer en meer ingang.
Het geldt sinds vele jaren als een koor
werk bij uitnemendheid en als een van
Haydn's best geslaagde composities.
Hetgeen zeer frappeert is, dat in deze
lichte, bekoorlijke muziek bijna niets leeft
van de trieste en tragische sfeer die de
passiemuziek doorgaans kenmerkt.
Haydn's kerkmuziek kent de wrange
bitterheid van het Lijden bijkans niet; zij
benadert dat gebeuren alleen van de „ver
zaligde" kanten mist de smeekbeden en de
devotie, waardoor Bach's machtig opus over
het Mattheus-evangelie zo'n grootse indruk
maakt.
De vertolking, die wij van „Sint Caecila",
dat voor deze gelegenheid met leden van
een bevriend zangkoor was aangevuld,
hoorden, onderstreepte dit gemis aan tra
giek en devotie in sterke mate. Het zingen
was als op een goede repetitie: stug, hard
en zonder de bezieling, die ook voor dit
uitzonderlijke werk gevraagd wordt om
de juiste sfeer dezer passiemuziek te
scheppen. Wellicht was de acoustiek van
de zaal hier niet vreemd aan.
Het koor was evenwichtig bezet, waarbij
tenoren en bassen een goed klinkend fond
vormden. De dirigent Stephen Jansen legde
zich er op toe door het sterke aanzetten der
dynamische contrasten de uitvoering een
effectwerking te geven, die wij in dit ora
torium niet overal konden bewonderen en
die bijvoorbeeld het „Vader, in Uw handen
beveel ik mijn geest" bepaald niet mooier
deden klinken.
Voor „Sint Caecila", dat slechts weinig
naar buiten optreedt, is de uitvoering een
knap stuk werk geweest, dat rhythmisch
en op toon gezongen werd.
De pianobegeleiding door Lou Tervoort
was eveneens op het forte ingesteld. Het
solistenkwartet, bestaande uit de dames
Annie de Groot (sopraan), Rie Kuys (alt)
en de heren Henk Marcker (tenor) en Leo
Rommerts (bas), was nog niet geheel en al
los van de partituur. De samenzang dezer
vier stemmen was verdienstelijk; als solist
mocht de tenor met zijn welluidende stem
ons het sterkst boeien.
Geyser uit directiekeet verdwenen
Gistermorgen kwam een loodgieter uit
Overveen bij de politie aangifte doen, dat
in de nachtelijke iiren een geyser uit de
directiekeet bij een bouwwerk aan de Zee
straat was gestolen. De daders hadden
voor de uitvoering van hun snode plan een
ruitje ingeslagen.
BURGERLIJKE STAND VAN BEVERWIJK
ONDERTROUWD: N. de Ruiter en L.
Steenbeek; N. J. Hoogland en M. Chr. Schel-
levis.
GEBOORTEN: Hendrik J., z. van B. K.
Uiling en J. A. ten Bruggencate; Jacobus, z.
van G. Boontjes en J. v. Balen; Marien Chr.,
z. van L. W. Bruinzeel en M. v. Breugel; Ma
ria M., d. van Th. Fr. Liebregs en H. M. Har
ding; Marinus G., z. van G. Th. Admiraal en
M. R. Ooijevaar; Johanna M., d., van W. Suk
en M. Wardenaar; Petronella, d. van G. Bul
en P. v. Wijk; Cornelis A. M., z. van C.
Klomp en J. J. Noordouw; Anna Th., d. van
C. J. de Ruiter en H. Stengs; Jan, z. van C.
de Reek en M. v. d. Weide; Gerardus J.. z.
van J. Oudhuis en A. A. de Zeeuw; Hendrika
C„ d. van J. de Groot en H. C. Nijbroek;
Anton A., z. van J. Fr. L. Meerdink en Gr. v.
d. Burg; Margaretha M. J. W., d. van M.
Bruineberg en C. Roggeveen; Hendrika A.
M.. d. van G. L. Rumping en A. M. Stengs.
OVERLEDEN: C. M. Braun, 84 j., ongeh.;
H. B. Brinkman, 91 j., wed. v. C. Akerboom;
M. Meier 85 j. weduwnaar-van A. v. d. Werf;
H. L. M. Kuenen, 67 j., wed. van J. A. v.
Eijk; I. M. v. Ruth, 79 j„ wed. van H. v. dei-
Hof; J. v. Zutphen, 75 j., geh. met C. S.
Quist.
GETROUWD: Fr. Ch. C. Stein en N. Bret-
houwer: J. H. Mulder en M. J. Derogee; J. L.
Scheerman en G. W. F. Koelman; KI. C. de
Boer en D. v. d. Waa.
Valpartij op de Wijkerstraatweg
Twee meisjes van 14 en 15 jaar, die
onbezorgd over de Wijkerstraatweg fiets
ten, werden Donderdagmiddag onverwacht
plagerig bij de arm gevat door een jonge
ling van dezelfde jaargang. De meisjes
vielen, hun fietsen en kleding waren be
schadigd en het ene kind liep een wond
aan het been op.
De politie maakte er een proces-verbaal
van.
Middellijn: 10 meter
Over enkele weken zal op de gevel van
de nieuwe electrische centrale te Geertrui
denberg een klok worden bevestigd, die een
bijzonder groot formaat heeft.
De wijzerplaat van deze klok heeft een
middellijn van 10 meter en de minuten-
wijzer is 6.4 meter lang. De lengte van punt
tot as is 5 meter, maar om een contra
gewicht te kunnen aanbrengen, moest er
nog een „staart" van 1.4 meter aan ge
maakt worden. Daartegen is een blok beton
bevestigd van 150 kg. waardoor de wijzer
geheel uitgebalanceerd is. Omdat zulke
wijzers een abnormale winddruk kunnen
krijgen, is aan de achterzijde ervan een
stalen buizenconstructie gemaakt, die vol
doende stevigheid waarborgt. De uurwijzer,
die 3.5 meter lang is, meet op het breedste
deel 90 cm.
Wat de genoemde wijzerlengte betekent,
komt het best uit, wanneer men bedenkt,
dat de minutenwijzer met- zijn punt langs
de cijferring draait met een snelheid van
52.4 cm per minuut.
De „cijfers" bestaan uit ronde schijven
met een middellijn van 65 cm. Wijzerplaat
en wijzers zullen electrisch verlicht wor
den. Op de grote wijzer alleen staan 48
lampjes van 10 cm lengte.
Deze klok wordt niet gedreven door een
Na de pauze zong het koor het élégante uurwerk, maar door een motor, die geregeld
wordt door een moederklok.
Zowel de cijfers als de wijzers zijn ver
guld met echt bladgoud van 23 karaats
goud, waarvan bijna 9 vierkante meter
„verlegd" is.
werk van Rameau „Quam Dilecta", dat
alleen reeds om de melodieuze aria voor
sopraansolo en het prachtige slotkoor het
uitvoeren waard was.
A. J. VAN DER WEIJDEN.
DE ZEVEN REDERIJEN van Planteydt, die in het begin van deze eeuw nieuwe
perspectieven in IJmuiden openden door over de twintig trawlers in de vaart
te brengen hadden door dit hoge aantal verschillende typen trawlers. Enkele zijn
hier al besproken, vandaag komen er twee aan de beurt, die ruim 60 jaar geleden
bij Sir Raylton Dixon Co., scheepsbouwers in Middlesborough, van de helling gleden
en respectievelijk de namen „Camellia" en „Escallonia" aannamen. Aanvankelijk
voor Britse rederij gebouwd kwamen zij omstreeks 1902 in IJmuiden, toebehorende
aan de Mij. Zeeland als IJM. 104 en IJM. 105.
drie jaar later kwam voor de Mini het
De maatschappij telde, vier schepen, de
Boronia (IJM. 106) en de Auricula (IJM.
107) behoorden er ook toe. De Camellia
en de Escallonia waren zusterschepen en
met een inhoud van 154 reg. ton bruto en
48 netto bij een lengte van 30,61, breedte
6,20 en holte van 3.23 meter behoorden zij
tot de pioniers van de stoomtrawlers in
Engeland. Als zodanig konden zij ook hier
beschouwd worden, IJmuiden stond im
mers wat de exploitatie van stoomtrawlers
betreft in het begin dezer eeuw in het be
ginstadium.
Vermeld wordt dat schipper K. Gouda
met de Camellia heeft gevaren en dat J.
de Groot heer en meester was aan boord
van de Escallonia.
Jammer is het dat het zo groot opgezette
bedrijf van Planteydt een kort bestaan be
schoren was. In 1908 moest men de hele
vloot 23 trawlers in totaal, verkopen.
TJmuiden's eerste trawlerrederij was van
de kaart en helaas is het niet bij die ene
gebleven. Negentien stuks gingen over
aan de Algemene Visserij Maatschappij,
de overige werden door kleinere rederijen
aangekocht. De Camellia (IJM. 104) zette
de visserij voort onder directie van de
firma Groen en kreeg de naam Sidney
Albert. De Escallonia werd het eigendom
van de heer J. N. Klein en kwam in be
drijf onder de Zeevisserij Mij. Mini, welke
naam ook aan de trawler gegeven werd.
Beide zusterschepen gingen dus uiteen,
maar later werden zij weer herenigd. Om
streeks 1915 kocht de heer Klein de Sidney
Albert aan, de N.V. Stoomvisserij „Annie"
werd opgericht en de IJM. 104 kreeg die
naam. Meerdere veranderingen lagen in
het verschiet.
De onder directie van de heer Klein
staande rederijen werden bijeengebracht
in de Centrale Visserij Maatschapij. De
Annie IJM. 104 was de eerste die er afviel.
De naam van het vaartuig bleef onver
anderd, de rederij wijzigde zich in Visserij
Mij. Adriana Johanna en de directeur was
J. van Beelen. Dit geschiedde in 1922 en
einde, terwijl de Amiie daarentegen vol
hield, zij het dan onder verschillende ei
genaren. In 1924 verdween de Mij. Adriana
Johanna en daarvoor in de plaats kwam
de Mij. „De Vier Kinderen" onder directie
van H. Ouderkerk.
Schipper K. Blok Lzn. had er al enige
jaren mee gevaren en was in 1929 in staat
de „Annie" zelf aan te kopen, waarna de
vierde naam er op aangebracht werd:
Mascotte IJM. 104. Zeven jaar later, na
enige jaren in de Haringhaven tot rust ge
komen te zijn, was ook voor deze trawler
het einde niet meer af te wenden. En waar
kan deze zwoeger der Noordzee anders
terecht gekomen zijn na 44 jaar trouwe
dienst dan bij de sloper.
(Nadruk verboden).
ARIE VAN DER VEER.
Onlangs is in de Wieringermeerpolder
het wrak gevonden van een schip, met een
lengte van 20 meter en een breedte van 7
meter. Zeer waarschijnlijk is het een spie
gelschip, een vorm, die oorspronkelijk uit
het Zuiden van Spanje en Portugal stamt.
Het schip moet 3 of 4 masten gehad heb
ben. De wanden van het schip zijn 25 cm
dik. Er bevindt zich weinig ijzerwerk aan
het schip. In het schip werden slechts
scherven van met loodglazuur bedekt aar
dewerk, een houten lepeltje, een blauw
tegeltje en kleine aan één zijde geglazuurde
rode plavuizen aangetroffen.
Het is waarschijnlijk, dat het schip aan
de grond gelopen is, niet meer vlot gemaakt
kon worden en leeggehaald is. Het vaartuig
was gebreeuwd met mos.
Tegen het einde van de 16de eeuw ko
men in de Nederlanden kleine zeegaande
koopvaarders voor, spiegelschepen met
drie masten, die ook op de vaart naar Indië
gebruikt werden. De constructie en de
vorm van het wrak doen vermoeden dat
men met een dergelijk schip te doen heeft.
Tijdens een vergadering van de konink
lijke vereniging „Het Nederlandse Trek
paard" in Den Haag zijn moeilijkheden
ontstaan, die het dagelijks bestuur behou
dens de vice-voorzitter, hebben doen be
sluiten met ingang van 1 April af te treden.
De moeilijkheden zijn ontstaan over het
beheer van fondsen, die door de export- en
import-organisaties van de paardenhandel
ter beschikking waren gesteld van de ver
eniging voor propaganda in het buitenland.
Deze fondsen zijn besteed zonder dat daar
in het gehele hoofdbestur gekend is ge
weest. Het dagelijks bestuur was van
mening dat de exporteurs en importeurs
deze fondsen aan het dagelijks bestuur in
beheer en besteding hadden gegeven.
Over deze kwestie is in de af
delingen van de vereniging reeds veel
te doeng eweest en hetg evolg daarvan was,
dat de voorzitter van de afdeling Limburg,
mr. Haffmans, niet werd herkozen. Deze
was lid van het dagelijks bestuur van de
koninklijke vereniging „Het Nederlandse
Trekpaard". Het dagelijkse bestuur, be
halve de vice-voorzitter, de heer Sneep,
heeft hieruit de conclusie getrokken, dat
een motie van wantrouwen tegen het dage
lijks bestuur was uitgesproken.
Jhr. J. van Vredenburch, die reeds 34
jaar voorzitter van de vereniging is, heeft
verklaard dat het hier eigenlijk gaat om
een strijd om de macht. De heer L. A.
Boom, secretaris van de vereniging, is voor
zitter van de ex- en importorganisatie der
paardenfokkers. Het beheer van de gelden
is dus een kwestie geweest, die zowel de
exporteursorganisatie als het dagelijks be
stuur van de vereniging aanging. Met deze
zaken had de vereniging volgens de heer
Van Vredenburch niets te maken. Men
heeft deze hele zaak, die dus eigenlijk een
competentie-kwestie is, aangegrepen om te
trachten het dagelijks bestuur, dat al zeer
lang zitting heeft, onaangenaam te zijn en
van de baan te schuiven, alsdus jhr. Van
Vredenburch.
(Van onze correspondent in Londen)
Na een verblijf van twee maanden is
Eduard van Beinum uit Londen naar ons
land teruggekeerd. Hij heeft een drukke
tijd achter de rug, want het door hem ge
leide Londens Philharmonisch Orkest moet
hard werken om aan de kost te komen,
vooral sinds de overheidssubsidie als ge
volg van een politiek conflict is inge
trokken. De samenwerking tussen Van
Beinum en het orkest liet niets te wensen.
Het optreden van de Nederlandse dirigent
was een algemeen erkend succes. Een
moeilijkheid vormde ongetwijfeld de een
zijdigheid van de muzikale smaak van het
Engelse publiek, zodat hij slechts een en
kele keer van de gebruikelijke paden kon
afwijken.
Van Beinum weet nog niet of hij het vol
gende seizoen naar Londen zai kunnen
komen. Er zijn hem verscheidene aanbie
dingen gedaan om in de Verenigde Staten
als gastdirigent te fungeren.
(Van onze correspondent in Londen)
Volgende week wordt in Londen de
eerste grote tentoonstelling sinds de oorlog
van moderne Nederlandse schilders ge
opend. De expositie „Vijftig jaar Neder
landse schilderkunst" omvat meer dan
tweehonderd werken. Er zullen drie doe
ken van Vincent van Gogh worden ge
ëxposeerd, die nog niet eerder in Londen
zijn geweest, namelijk een stilleven, af
komstig uit het Stedelijk Museum te Am
sterdam en verder „Iris" en „Seinhuis",
beide door particulieren afgestaan.
De ondertitel van de tentoonstelling luidt:
„Van Van Gogh tot Corneille". De laatste
behoort tot de groep jongeren, waarvan
ook de schilders Appel en Ouburg deel uit
maken, wier werken eveneens in Londen
worden getoond. Ook de „Amsterdamse
joffers" zijn vertegenwoordigd. De tentoon
stelling wordt in Redfern Gallery gehou
den en zal daar tot eind April blijven. On
derhandelingen zijn gaande om haar daar
na over te brengen naar Birmingham.
Tijdens de tentoonstelling zal het Nieuw
Hollands Strijkkwartet, dat zijn eerste be
zoek aan Engeland brengt, onder leiding
van Nap de Klijn enige concerten geven.
Markt haalt op. De Donderdagmarkt
liet niets te wensen over wat de prijzen-
variatie betrof. Vooral de schol schom
melde erg en er kwamen zelfs prijsverschil
len voor van niet minder dan 35 per kist.
Dit was onder andere het geval bij de grote
soorten: de Noordschol die als export-kwa
liteit beter geschikt was dan de kustkwa-
liteiten, liepen in de laatste afslagen tot
70 per 50 kilo, maar de kustschol kon
het niet verder brengen dan tot 22 en
30. Dezelfde verschillen kwamen ook
voor bij de middelsoorten, die eveneens
65 tot 70 opbrachten voor de wat dik
kere Noordkwaliteiten en 30 voor de
magere soorten van de kust. De tong hield
zich goed. Het geringe aanbod en de vlotte
handel droegen er toe bij dat de markt op
liep en wat voor de tweeën het gunstigste
resultaat afwierp; deze stegen namelijk van
1.15 op 1.35 per kilo. De lappen varieer
den aanvankelijk van 2.30 lot 2.35 per
kilo, maar liepen later óp tot 2.50 per
kilo. Voor de wijting was ook wat» meer
animo. De mooie' levende trawlersoorten
gingen voor 15 tot 17 per 50 kilo van de
de hand en zelfs de loggerwijting, die
Woensdag tot de opvangprijs zakte, was nu
weer op 11 a 13 terecht gekomen. Met
de kabeljauwverkopen ging het nog pianis
simo. Mooie, uitgezochte regels dikkoppen
noteerden 65 tot 70 per 10 stuks, waar
door ze op eenzelfde prijzenniveau kwamen
als de kisten grote kabeljauw.
Het hield niet over. Hoewel er niet van
een slechte reis gesproken konworden,
was de besomming van de „Allan Water",
gezien kwantiteit en kwaliteit, niet zo bij
zonder. Voor een dertiendaagse reis werd
het resultaat 18.400. De VL 85, die 700
kisten Silverpit in de markt loste, kreeg
8500 en mocht daarover niet klagen.
Verder besomden de visloggers KW 125 en
KW 83 respectievelijk 3210 en 3150. De
besommingen van vandaag vindt u elders in
deze éditie.
Behalve de „Johannes Bolderman", die
180 kisten schelvis en piepers, 50 kabeljauw
en gullen, 100 makreel, 80 haring, 110 ge
stripte wijting en 95 koolvis aanbracht, was
ook de „Post Boy" present met 1300 kisten
Silverpit haring; de buit van een korte
7-daagse reis. De nodige kotters en loggers
completeerden de markt met plat-, fijn- en
rondvisaanvoer.
Mager weekeind. Behoudens plotse
linge veranderingen zal de Zaterdagmarkt
het zonder trawlers moeten stellen. Vooral
nu het slechte weer, dat al in het begin van
deze week optrad, weer een handicap voor
de visserij is geworden, zullen de schepen
de reizen zoveel mogelijk rekken om er van
te maken wat er van te maken is. Voor het
begin van de volgende week worden het
eerst voor binnenkomst verwacht de „Nor-
ma Maria", die de 10e Maart is vertrokken,
de „Eli Chénévière" en de „Vios" die de
11e zijn vertrokken en de „Antje" en de
„Mary", die de 13e Maart weggingen. Dan
resteren de „Haarlem" en de „Tzonne" (van
de 14e) waarmede de trawlers, die de vorige
week naar zee vertrokken, genoemd zijn.
Pech. De VL 115, die Woensdagmid
dag uit Vlaardingen naar zee vertrok, kreeg
op zee averij en kwam Woensdagavond in
IJmuiden binnen om te repareren. Na een
vlotte reparatie kon het schip echter Don
derdagmorgen de reis weer voortzetten.
In en uit. Vele kotters van de Urker
vloot, die Maandag naar zee waren ver
trokken en Donderdag al aan de afslag
verschenen, vonden het weer wat te slecht
om tot het weekeind door te vissen en
gingen naar binnen, naar Urk of Amster
dam. Dit waren de UK 17, 66, 35, 7, 59,
87, 52, 77, 154, 243, en de UK 22. Naar zee
vertrokken: de BR 7, 46, UK 115, 99, 70,
203. 161, HD 37, UK 90, 119, 114 en de
KW 125. Binnen kwamen: de UK 76, YE
93. UK 114, 59, 115, 99,EH 20, UK 202,
KW 83, UK 87, 52 243, 86, HD 37, UK 22,
35 161. 32. BR 5, 55, IJM 227, UK 36, 48,
161, KW 189, UK 194, 17, 114, 168, 66, 120
en de UK 80.
Marktberichten. Heilbot 2.151.90,
gr. tong 2.552.35, grm. tong 1.87
1.73, kim. tong 2.071.87. kl. tong 1.73
—1.51, kl. tong II 1.52—1.36, tarbot I
1.75—1.25. Per 50 kilo. Tarbot II 67,
tongschar 78, gr. schol 28, grm. schol
3938, kim. schol I 64.50, kl. schol
41—33, kl. schol II 27—8, schar 20—
8, bot 10.508, haring 228.10, makreel
3225.50, gr. schelvis 3227, grm.
schelvis 3327.50, kim. schelvis 33.50
27, kl. schelvis I 3327, kl. schelvis II
26—19.50, wijting 18—8, kl. gul 31,
ham 104, kl. wolf 3432, poon 1210,
kl. koolvis zw. 21. kl. koolvis wit 27
26. Per 125 kg. Gr. kabeljauw 10470, gr.
koolvis zw. 5539, gr. koolvis w. 63,
gr. wolf 7972. Totaal aanvoer 3050
kisten.
De „Mini' (ex „Escallonia") in haar glorietijd. Het oude model deed het in die jaren
toch maar best.
Het ministerie van Verkeer en Water
staat heeft de berichten tegengesproken
dat de rijkswaterstaat pas over drie maan
den zou kunnen overgaan tot aanbesteding
van de werken voor verbreding van het
Merwedekanaal, omdat de bestekken nog
niet gereed zouden zijn.
Het ministerie verklaart dat voor het
kanaalgedeelte Weesp-Diemen, welk ge
deelte voor de scheepvaart de meeste hin
der oplevert, het baggerbestek gereed is.
De aanbesteding zal binnen enke'le weken
geschieden, zodat verwacht mag worden,
dat met de uitvoering van deze werken in
April zal kunnen worden begonnen.
Het plan om Lekwater naar de duinge
bieden in Noordholland te brengen zal
over ongeveer een jaar tot uitvoering ko
men. Er wordt, zoals destijds uitvoerig is
gemeld, een rivierwaterleiding naar de
duinen bij Leiduin en Castricum aange
legd. De capaciteit van deze 80 km. lange
leiding van anderhalve meter tot een me
ter doorsneden zal zeer groot zijn, aange
zien alleen al voor aanvulling van de duin
watervoorraad in Noordholland in 1954 12
millioen kubieke meter water nodig zal
zijn. Daarnaast zal de leiding, die in 1951
gereed moet zijn, mede in de waterbe
hoefte van de industriecomplexen bij
IJmuiden moeten voorzien.
De leiding zal drie aftappunten hebben,
namelijk bij Leiduin voor de waterwinning
bij Vogelenzang, bij IJmuiden voor de in
dustrie en tussen Castricum en Bakkum
voor de drinkwatervoorziening.
Een dergelijk kleiner project is reeds in
uitvoering tussen Bergambacht en de
Scheveningse duinen.
Indien weer voldoende zoet water in de
duinen aanwezig is, hoopt men het verzil-
tingsprcbleem grotendeels te.hebben op
gelost.