Huurverhoging kan niet vóór
de verkiezingen ingaan
Model-opvoering van „Don Giovanni"
door de Nederlandse Opera
/""Hoe is het ontstaan?^
Vrijspraak gevraagd voor auteur van
„Ik heb altijd gelijk"
Een Eeuw geleden
0LIEST00K INSTALLATIES
P©ntiac horloges
Onder muzikale leiding van Josef Krips
Agenda voor
Haarlem
GROEN Co.
In April 55.000 woningen in aanbouw
-_J
Uitgaan in Haarlem
Vrouw verdacht van
moord op 80-jarige man
EERSTE KAMER
yn UILTJE KNAPPEN
Hem was belediging van het Rooms-Katholieke
volksdeel ten laste gelegd
VRIJDAG 21 MAART 1952
Donderdagavond had in de Amsterdam
se Stadsschouwburg do première plaats
van „Don Giovanni" van Mozart (onder
auspiciën van de "Wagnervereniging) door
de Nederlandse Opera, onder muzikale lei
ding van de vermaarde Oostenrijkse, sinds
enkele jaren doorgaans in Engeland werk
zame, dirigent-professor Josef Krips.
Er is alle reden om hier van een mo
del-opvoering van Mozarts meesterwerk
te spreken. En zulks niet alleen door de
supérieure muzikale verklanking van de
wonderlijke partituur, doch ook door de
nauwkeurig van de muziek uit ontwik
kelde mise-en-scène van Abraham van
der Vies, alsmede door de practisohe en
zuiver ge sty leerde décors van de Franse
schilder Jean Carlotti en van alle verdere
elementen die ter realisatie in het geding
korpen. Maar welbeschouwd was Josef
Krips de dominerende hoofdfiguur aan
wie het merkwaardige resultaat van deze
première te danken was. Hij had een goed
stel vocalisten te zijner beschikking en
ook een vaardig orkest, maar tenslotte
hebben zij allen gedaan wat hij wilde: hij
heeft al de muzikale krachten tot een
zeldzaam gaaf geheel samengebald en dit
tot medium gemaakt van zijn bezonken
inzichten omtrent de geraffineerde en dé
licate muziek. Zo kon het een opera
opvoering worden zonder pathos, zonder
enig geforceerd zingen, een opera waarin
het buffo-karakter ongerept bleef en de
fijn-spirituële ironie in de pétillantste en
lichtste tinten tot zijn recht kon komen.
De romantische idéé om het stuk dra
matisch te -besluiten, dus na de ondergang
van Don Juan, als straf voor zijn wellus
tig leven, weed consequent ter zijde ge
steld door met de tweede finale een blij
slot aan het werk te geven en de opera-
buffo-stijl te bewaren, zoals Mozart het
trouwens wilde. Men heeft daar in de ro
mantische tijd vreselijk mee geknoeid. Er
zijn zelfs opvoeringen geweest die besloten
werden met gedeelten uit het Requiem
van Mozart, om toch maar vooral het dra
matische aan te dikken. Het was toen
alsof de opera niet kon slagen zonder een
gruwelslot a la Meyerbeer en men be
greep niet dat de kracht van het werk in
de fijne ironie schuilt, die de menselijke
zwakheden met een half oog filosofisch
bekijkt en die ten hoogste in een geestige
slot-vaudeville half lachend een enkel mo
raliserend woord in het midden brengt.
Om dit eind-effect aannemelijk te maken
heeft de regie het niet te bont gemaakt
met de hellevaart van de klassieke vrou
wenverleider; donder en bliksem bleven
achterwege en het toneel werd niet in een
puinhoop veranderd. Maar zo kwamen we
dan na de catastrofe toch beter in de
sfeer van de opera-buffo terug.
De Italiaanse bariton Scipio Colombo
was de gedroomde figuur om de Don
Juan-partij te vertolken. Deze intelligente
zanger doet wonderen met zijn lichte ba-
ritonstem, doch vooral zijn spel en voor
dracht zijn merkwaardig afgestemd op de
geest van het werk. Zijn priegelscène met
de boeren was kapitaal. Hij had naast zich
in Fritz Ollendorff een prachtige Lepo
rello, wiens register-aria een brillant suc
ces werd, maar die we vooral hebben be
wonderd in het heerlijke Sextet aan het
slot, waar hij het verhaal van Don Juan's
ondergang in geuren en kleuren meedeelt.
Gré Brouwenstijn was een statige Donna
Anna, die haar dramatische momenten
ADVERTENTIE
VRIJDAG 21 MAART
Nassauplein 8: Theosofische vereniging
prof. ir. J. N. van der Ley over „De mens op
zoek naar zichzelf in een verdwaasde we
reld", 8 uur. City: „Biltere rijst", 18 jaar, 7
en 9.15 uur. Spaarne: „De karavaan der ver
doemden", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals:
„Frühling auf dem Eis", alle leeft., 7 en 9.15
uur. Minerva: „David en Baithsheba", 8.15
uur. Rembrandt: Op het toneel revue Snip
en Snap, 8 uur. Palace: „Paradijsvogel", 14
jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De rivier", alle
leeft., 7 en 9.15 uur.
ZATERDAG 22 MAART
Stadsschouwburg: „Victor" (De Haagse
Comedie), 8 uur. Concertgebouw: „Elias weet
het beter", 8 uur. Westerhoutpark 1 a: Open
Religieuse Gemeenschap „Waarde en zin der
kleuren", 5 en 8 uur. Minerva: 2.30, 7 en 9.15
uur. Luxor: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Rembrandt:
„Annie get your gun", alle leeft., 2 en 4.30.
Revue Snip en Snap. 8 uur. Palace: 2, 4.15,
7 en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals: 2.30, 7 en 9,15 uur. Spaarne:
2.30, 7 en 9.15 uur.
i
Louise de Vries en Jos Burcksen als het
duo Zerlina-Mazetto in „Don Giovanni"
van Mozart.
(bijvoorbeeld in het tweede tafereel, als
zij tot het besef komt dat Don Juan de
moordenaar van haar vader is) bijzonder
treffend uitbeeldde. Greet Koeman is een
onbetaalbare kracht bij de Nederlandse
Opera en de rol van Elvira is wederom
een van haar glanspartijen, ditmaal in de
zin dat deze haar muzikaal buitengewoon
gunstig ligt. Het duo Zerlina-Mazetto,
vertolkt door Louise de Vries en Jos
Burcksen, is een prachtig stel. Louise de
Vries heeft hier een partij waarvoor de
kwaliteiten van haar stem, haar figuur en
haar vlot en geestig spel zeldzaam bij el
kaar passen. Ook Jos Brucksen kreeg hier
een kans om zijn talenten allergunstigst
uit te spelen en te zingen. De bas Gerard
Groot is een statige Commendatore, doch
men zou hem alleen wat meer kern in
zijn hoogte willen toewensen. Chris
Scheffer zingt de Ottavio-partij met fraai
geluid. De aria „Dalla sua pace" werd zijn
solistisch hoogtepunt
Tal van zeer mooie ensembles zouden te
vermelden zijn; laat ik slechts wijzen op
het trio van Elvira, Don Juan en Lepo
rello in II, dat -zeer bescheiden van
klank op treffende wijze de Mozart-
sïeer diende. Doch ook het Sextet in II
was heerlijk. Josef Krips liet het orkest op
de meest délicate manier spelen. Zoals
gezegd: zijn smaak en kunde beheersten
de opvoering, die een van de gaafste, zo
niet de gaafste was die ik tot nog toe van
de Nedeidandse Opera meemaakte.
JOS. DE KLERK
ADVERTENTIE
BLOEMENDAAL - TELEFOON 22143
Voor de rechtbank te Breda heeft te
recht gestaan de 42-jarige Johanna G.-H.
uit Bergen op Zoom, die ervan verdacht
wordt in 1946 de 80-jarige landbouwer K.
Schreurs in haar woning te hebben ver
moord.
De vrouw had bij het vooronderzoek be
kend, maar later deze bekentenis ingetrok
ken. Zij zei toen dat haar man, een wacht
meester van de rijkspolitie, de landbouwer
met een gummistok zou hebben neergesla
gen. Eenige weken nadat de bejaarde
landbouwer verdwenen was overleed de
wachtmeester.
Toen de vrouw naderhand hertrouwde
en de woning verliet, stelde de politie daar
een onderzoek in. Zij vond toen het stof
felijk overschot van Schreurs, dat in de
tuin was begraven.
Als getuige werd onder andere de vroe
gere groepscommandant der rijkspolitie
uit Bergen op Zoom gehoord. Deze ver
klaarde dat de man van de verdachte de
moord niet gepleegd kan hebben, omdat
hij op dat tijdstip niet in Bergen op Zoom
dienst had gedaan.
Twee psychiaters waren van mening dat
de vrouw de waarheid had gesproken toen
zij de moord bekende.
De officier van justitie achtte de vrouw
schuldig aan poging tot moord en verber
ging van het stoffelijk overschot. Hij eiste
tien jaar gevangenisstraf en ter beschik
kingstelling van de regering.
De verdediger, mr. J. van Ginneken, be
toogde dat moord of poging daartoe niet
te bewijzen was en vroeg vrijspraak.
Op 3 April zal de rechtbank uitspraak
doen.
De minister van Wederopbouw en Volks
huisvesting heeft in de Eerste Kamer de
opmerkingen beantwoord, die gemaakt zijn
bij de behandeling van de begroting van
zijn departement.
„Het door mij ontworpen plan: 30.000
woningen in 1948, ieder jaar 5.000 meer
tot een plafond van 55.000 in 1953 zou zijn
bereikt, heeft men", aldus de minister, „te
optimistisch genoemd. Maar er zijn 35.000
woningen meer gebouwd dan het plan
omvatte."
Dat de inperking van het bouwpro
gramma tot werkloosheid zou leiden, was
te voorzien. De verantwoordelijkheid voor
de inzinking van de woningproductie wees
de minister van de hand. „Men heeft mij
in mijn hemd laten slaan. Niemand heeft
mij gesteund om meer woningen te
krijgen."
De rentepolitiek, resulterende in het
vasthouden aan het rentegamma, is vol
gens de minister juist geweest. De finan
ciering van 50.000 woningen is verzekerd,
nu de gemeenten ruim 150 millioen bijeen
hebben gebracht en de twee eerste natio
nale woningbouwleningen 74 millioen
hebben opgebracht. Met April zullen er
55.000 huizen in aanbouw zijn.
Minister In 't Veld verklaarde, dat zijn
politiek er op gericht is in 1953 55.000 wo
ningen te halen.
De spaarbrievenactie heeft tot dusverre
ongeveer vier millioen opgebracht. De
minister deed een beroep op ons volk deze
actie nog meer te steunen. Indien de spaar
brievenactie 30 millioen zou opbrengen,
zullen er 2500 woningen meer gebouwd
kunnen wox-den. Daardoor zou het aantal
van 55.000 woningen voor 1953 bijna zeker
bereikt kunnen worden.
Over de huurverhoging zei de minister,
dat de huur van oude woningen met 50
procent boven de vooroorlogse prijs dient
te worden verhoogd, de huur van nieuwe
woningen met 60 a 70 procent.
De grote moeilijkheid zal zijn een com
pensatie voor de huurverhoging te vinden
voor gepensionneerden ^en kleine midden
standers. Het enige redelijke middel ieck
de minister bepaalde belastingen op ver-
bruiksgoederen te verlagen. Dit vraagstuk
is thans in studie bij de lonen- en prijzen-
commissie. Daarna zal het worden voor
gelegd aan de S.E.R., die heeft medege
deeld ongeveer drie maanden nodig te
hebben om rapport uit te kunnen brengen.
Dat is de reden, dat de huurverhoging niet
vóór de verkiezingen kon ingaan.
De huren worden niet verhoogd om de
huiseigenaren eens extra te bevoordelen,
maar uitsluitend in het belang van de
volkshuisvesting.
De vraag of het departement van We
deropbouw binnen afzienbare tijd geliqui
deerd moet worden dient door de nieuwe
kabinetsformateur te worden beantwoord.
Volgens de minister kan op het ogenblik
inmenging van de overheid bij de weder
opbouw nog niet worden gemist.
Na de replieken werd de begroting zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
Alleen de C.P.N.-fractie was tegen.
Letterlijk betekent een uiltje knap
pen: een vlinder vangen. Schertsend
gebruikte men de zegswijze ook voor
zich van het gezelschap verwijderen
met de heimelijke bedoeling een dutje
te gaan doen. In het Gronings kent
men de uitdrukking: vlinder knippen.
Die beduidt echter: de school verzui
men, dus: niet gaan werken, iets doen
waarin men meer plezier heeft dan in
het vervullen van zijn plicht. Hetzelfde
beeld vindt men in het elders bekende:
puisje vangen voor: belletje trekken.
Letterlijk betekent het: een poes van
gen. In de zeventiende eeuw is puis
voor poes heel gewoon. De algemene
zin dezer uitdrukkingen is dus: voor
geven iets onschuldigs te gaan onder
nemen, maar in werkelijkheid iets ver
keerds gaan doen.
ADVERTENTIE
I. KAN - JUWELIER - HORLOGER
BARTEL JORIS STRAAT 2 - HAARLEM - TELEFOON 13004
De Amsterdamse rechtbank heeft Don
derdag de zaak behandeld tegen de auteur
W. F. Hermans uit Amsterdam, die was
gedagvaard wegens „het zich opzettelijk in
beledigende vorm bij geschrifte uitlaten
over de Rooms-Katholieken, zijnde een
groep van de Nederlandse bevolking".
In de dagvaarding was een zinsnede
overgenomen uit een fragment van zijn
laatste boek, getiteld „Ik heb altijd gelijk".
Dit fragment was gepubliceerd in het tijd
schrift „Podium".
Als getuigen a charge waren opgeroepen
een hoofdagent-rechercheur uit Amster
dam en een redacteur van „Podium", en
als getuigen a décharge de heer D. A. M.
Binnendijk van de afdeling Kunstzaken
der gemeente Amsterdam en de letterkun
dige prof. dr. Garmt Stuiveling uit Hil
versum.
„Ik sta geheel achter deze roman", ver
klaarde de heer Hermans, „al zou ik uiter
aard niet alles zeggen en doen, wat ik de
personen in mijn roman in de mond heb
gelegd".
De voor Rooms-Katholieken beledigend
geachte woorden waren door de auteur in
de mond gelegd van zijn hoofdpersoon,
„een ontredderde soldaat, die geen sympa
thie heeft voor de Rooms-Katholieken", zo
als de getuige-deskundige Binnendijk zei-
de. Evenals prof. Stuiveling stelde hij zich
op het standpunt, dat men het fragment
niet los mag zien van de gehele roman.
Prof. Stuiveling zei: „Wanneer het waar
zou zijn, dat enige auteur aansprakelijk is
voor alles wat hij zijn personages laat zeg
gen, dan is ieder toneelstuk een onmoge
lijkheid". Deze getuige was van mening,
dat de roman in zijn geheel geen anti
katholieke strekking heeft. Hij kwam tot
deze mening, omdat in het boek alle poli
tieke partijen en diverse volksgroepen
scherp worden gecritiseerd.
De officier van justitie zei in zijn re
quisitoir, dat hij niet wettig en niet over
tuigend bewezen achtte dat verdachte de
opzet heeft gehad zich in beledigende
vorm uit te laten over de katholieke be
volkingsgroep. Voorts vond hij het twij
felachtig, of de ten laste gelegde uitla
tingen geacht kunnen worden te zijn uit
latingen in beledigende vorm zoals be
doeld in artikel 137 c van het Wetboek
van Strafrecht. Hij vroeg primair vrij
spraak. „Ik besef echter zeer goed, dat dit
mijn persoonlijk oordeel is en dat velen in
ons land er anders over denken", aldus de
officier. „Ook de rechtbank zou dit kunnen
doen en het wettig én overtuigend bewijs
wel geleverd achten. Daarom vraag ik
subsidiair, dat de verdachte in dat geval
geen voorwaardelijke gevangenisstraf,
maar een geldboete zal worden opgelegd".
De officier zei voorts dat naar zijn me
ning de overheid hier met zichzelf in con
flict kwam, omdat zij rekening moest
houden met twee verschillende taken. Ten
eerste de noodzakelijke bescherming van
een bevolkingsgroep en ten tweede het
behoeden van de cultuur en het waarbor
gen van een vrije kunst. „De overheid
moet in dit geval een bevolkingsgroep be
schermen tegen beledigende uitlatingen,
maar deze bescherming richten tegen een
man, die door velen beschouwd wordt als
een ernstig en zeer begaafd kunstenaar".
De officier zei, dat de hoofdpersoon in het
boek een ziekelijke, gedesillusionneerde
soldaat is, een geesteszieke, die door de
verdachte op knappe en soms zelfs aangrij
pende wijze is uitgebeeld. „Ik heb mij af
gevraagd", zo vervolgde hij, „hebben uit
latingen van een gefingeerde psychopaath,
ook al zijn ze zo liederlijk als in sommige
zinsneden van dit boek, het vermogen onze
eer en goede naam aan te tasten?"
Diverse passages, zoals ze in de mond
waren gelegd van deze soldaat, achtte hij
zonder twijfel „bijzonder kwetsend voor
de katholieke bevolkingsgroep, die soms in
zijn diepste godsdienstige gevoelens wordt
geraakt".
De verdediger, mr. A. Mout, stelde de
vraag „of men Zola, Huet en Multatuli zou
willen matigen in hun critiek". „De kunst
valt dikwijls aan, vernietigt en vervolgt",
zo zei mr. Mout verder.
„Dat is zuiver negatief, maar juist dit
negatieve is de dynamische macht, die de
cultuur in onze samenleving in leven
houdt".
Hij vermeldde voorts, dat het tijdschrift
„Podium" bijna uitsluitend gelezen wordt
door 200 tot 300 liefhebbers van de litte
ratuur, dat het dus als een vakblad moest
worden beschouwd, zeker niet als een
populair tijdschrift, dat onder de ogen van
het grote publiek komt. Hij achtte het vol
komen onjuist dat dè heer Hermans op
grond van artikel 137c, is gedagvaard. „Het
is in 1934 in het leven geroepen", zei hij,
„om onze Joodse landgenoten te bescher
men tegen uitlatingen van het toen opko
mende nationaal-socialisme, niet om veel
belovende jong auteurs thans in de wielen
te rijden". Hij noemde het „een tragische
ironie van de geschiedenis, dat een derge
lijke wet thans wordt gebruikt om aan te
vallen wat door de Joden juist zo heftig
is verdedigd: vrijheid van meningsuiting".
De heer Hermans, die hierna het woord
kreeg, zei de aanklacht te beschouwen als
een aanval op de litteratuur in het alge
meen. Hij zei artikel 137c een gevaarlijk
wapen te achten, „waarmede men de ge
hele litteratuur om hals zou kunnen bren
gen". „Vrijwel iedereen behoort tol een
groep der bevolking. Men kan dus bijna
alles wat openbaar gemaakt wordt als be
lediging voor een of andere groep opvat
ten".
De heer Hermans was van oordeel, dat-
men van geen enkele auteur mag verwach
ten, dat hij de personages in zijn boeken
rekening kan laten houden met alle arti
kelen uit het wetboek van strafrecht. Hij
zei dat er vrijwel geen enkel meesterwerk
in de wereldlitteratuur bestaat, waarin
niet een of meer misdadige karakters met
slechte en strafbare streken of goddeloze
woorden, van hun zwarte innerlijk blijk
geven. „Zeer zelden heeft men daarvoor
de auteurs met politiële maatregelen ver
eerd", vervolgde hij.
Hij kantte er zich voorts tegen, dat men
de bedoelingen van een auteur zou willen
afleiden uit drie zinnen van een door hem
geschreven boek van 290 pagina's en
noemde dit een revolutionnaire methode
van litteratuurbeschouwing.
Hij zei de vraag of hij de bedoeling had
gehad de Katholieken te beledigen onbe
antwoord te willen laten „omdat de in
de dagvaarding geciteerde zinsneden deze
vraag in het geheel niet opwerpen". „Maar
als men pertinent een antwoord wilde
hebben, dan zou dit ontkennend luiden.
Daaraan voegde hij echter toe, dat hij lie
ver meineed zou willen plegen, dan de
vraag met „ja" te beantwoorden. „Ik ben
van mening", zo ging hij voort, „dat de
Grondwet mij het recht gaf te schrijven
zoals ik heb gedaan. Ongeacht de uitslag
van dit proces zal ik altijd precies zo
schrijven. Als ik het desbetreffende stuk
weer moest schrijven, zou ik precies de
zelfde woorden gebruiken."
Hij waarschuwde voorts „voor de ver
strekkende gevolgen, die een veroordeling
zou kunnen hebben op de vrijheid van de
litteratuur in het algemeen" en noemde
een veroordeling „koren op de molens van
die groepen in ons land, die het kwaad
menen met de grondwettelijke vrijheid van
meningsuiting".
De auteur besloot zijn verdediging aldus:
„Wanneer, door mij schuldig te verklaren,
zou worden vastgelegd, dat een auteur
strafrechtelijk geheel aansprakelijk kan
worden gesteld voor de handelingen en
woorden van de door hem geschapen ka
rakters, dan zou dit het einde betekenen
van de gehele romanlitteratuur".
De rechtbank zal in dit proces uitspraak
doen op 3 April.
Twee en dertig agendapunten, waaronder de Saar-kwestie. zullen op de bijeenkomst
van het comité van ministers van de Raad van Europa te Parijs behandeld worden.
Hier zien wij mr. D. U. Stikkerde Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken en
leider van de Nederlandse delegatie (rechts), met de andere leden de dossiers
bestuderen.
Dezer dagen zjjn ongeveer veertig lam
meren en enkele schapen in de Noordoost-
polder gestorven. De directie van de Noord
oostpolder deelt mede, dat dit te wijten is
aan onvoldoende zorg door de herder.
Noordelijke" geïnterneerden in een UN O-krijgsgevangenkamp te Koji-Do in Zuid-
Korea hielden een demonstratieivaarbij zij portretten van Stalin en rode
vlaggen meevoerden.
TONEEL
Vrijdag 21 Maart, Stadsschouwburg, 8 uur:
Indonesische dans en theaterkunst door
Raden Mas Jodjana en zijn gezelschap voor
de vereniging „Geloof en Wetenschap".
Vrijdag 21 Maart, Rembrandt Theater:
Revue „Extra Editie" met Willv Walden en
Piet Muyselaar, onder meer als de dames
Snip en Snap, en veertig andere medewer
kenden, Gedurende de gehele vertonings-
week dagelijks 8 uur, Zondag en Woensdag
bovendien om 2 uur.
Zaterdag 22 Maart, Stadsschouwburg. 8 uur:
De Haagse Comedie met „Victor" van
Henri Bernstein onder regie van Cees
Laseur. Met onder anderen Jan Retèl, An
nie van Duyn, Cruys Voorbergh. Theo
Frenkel en Kathenka van der Werff. Ver
taling van Luisa Treves, décors naar
Wakhevitch.
Zaterdag 22 Maart, Concertgebouw. 8 uur:
„Elias weet het beter" met Max Tailleur,
Jan van Ees, Herman Bouber, Robert
Sobels. Chris de la Mar en anderen.
Zondag 23 Maart. Concertgebouw, 2.30 uur:
Kindertoneel. Vertoond wordt: „Sjors en
Sjimmie in het land van cowboys en In
dianen".
Zondag 23 Maart, Stadsschouwburg, 8 uur:
„De Bloedbruiloft" van Federico Garcia
Lorca in de vertaling van J. W. F. Were-
meus Buning onder regie van Paul Steen
bergen, die zelf een der hoofdrollen ver
tolkt Verder werken mede: Fie Carelsen,
Myra Ward, Ida Wasserman, Willy Haak,
Heieen Pimentel. Bob de Lange en Henri
Eerens. Muziek van Jaap Gcraedts, décors
van Doeve.
Maandag 24 Maart, Stadsschouwburg. 8 uur:
Abonnementsvoorstelling van „De bruiloft
van Figaro" van Beaumarchais door de
Nederlandse Comedie (met Fons Radema
kers in de titelrol) onder regie van Johan
de Meester. Des middags wordt hetzelfde
stuk voor de Vereniging van Huisvrouwen
opgevoerd.
Woensdag 26 Maart, Minerva-Theater, Heem
stede, 2 uur: Het Rotterdams Kindertoneel
met „Pietje Bell".
Woensdag 26 Maart, Stadsschouwbrug, 8 uur:
„De appels van Eva" door het toneelgezel
schap „Johan Kaart", met Enny Mols—de
Leeuwe in zeven rollen. Met Leo de Har-
togh en anderen.
Donderdag 27 Maart, kunsthandel Leffelaar.
Wagenweg, 8 uur: „Een avond pantomime"
door Lizzy May en Rob van Reijn. Op het
programma staat onder meer „Het ver
schrompelde hart", geschreven en geregis
seerd door Wim Povel.
Vrijdag 28 Maart, kunsthandel Leffelaar,
8 uur: Pantomimes, zie Donderdag.
MUZIEK
Vrijdag 21 Maart, gebouw Domi. Overveen,
8 uur: Liederen-avond door Jo Vincent
voor Bloemendaals Muzen-Forum.
Woensdag 26 Maart, Concertgebouw, 7.30 uur:
Jeugdconcert door de H.O.V. onder leiding
van Toon Verhey. met toelichtingen door
Marinus Adam. Het programma vermeldt
de ouverture Egmont en het Vijfde Piano
concert van Beethoven. Soliste is Ans
Bouter.
Donderdag 27 Maart, Frans Halsmuseum, 8
uur: Haarlems Trio (bestaande uit Jan
Hoeben. Onne van de Klashorst en Fred.
Luyken) speelt meesterwerken uit de
kamermuziek-litteratuur. Medewerking
verleent Ru Otto. klarinet.
Donderdag 27 Maart, Concertgebouw, 8 uur:
Abonnementsconcert onder leiding van
Toon Verhey, met medewerking van Tho
mas Magyar, viool. Op het programma
staan: Tweede Symphonie van Brahms,
Tzigane van Ravel en Polka en fuga uit
„Shanda" van Weinberger.
Donderdag 27 Maart, Nieuwe Kerk, 8 uur:
Johannes Passion van Bach door de Ken-
nemer Oratoriumvereniging en het svm-
phonie-orkest „Haerlerh" onder leiding van
Piet. Halsema. Vocale solisten: Irma Bres
ter. Dien Toeset—Vrij. Joop Kramer. Bernd
Süsskind en Jan Hulsebos. Aan het orgel
Bets Nederkoorn.
DIVERSEN
Zaterdag 22 en Zondag 23 Maart: Weekend
der Open Religieuse Gemeenschap, gewijd
aan „Waarde en zin der kleuren". Sprekers
de heer F. H. Julius uit Den Haag, de arts
A. G. Degenaar uit Hilversum en de heer
H. P. Baard, directeur van hot Frans Hals
museum. (Westerhoutpark IA).
Zondag 23 Maart, Concertgebouw, 10 uur:
Optreden van het Amsterdamse kinder
circus Elleboog onder leiding van mevrouw
I. Lastter Haar voor de jubilerende
zwemvereniging „De Watervrienden".
Maandag 24 Maart, Brinkmann, Grote Markt,
8 uur: Voor de vereniging „Haerlem" houdt
mej. dr. G. T. van Ysselsteyn een lezing
over „Damast".
Maandag 24 Maart. Kerk Postlaan, Heem
stede, 8 uur: Ds. E. Frater Smid houdt een
reportage met lichtbeelden in kleuren over
„Amerika, land van mogelijkheden en
moeilijkheden".
Dinsdag 25 Maart, Nutsgebouw, 8 uur: Prof.
dr. Garmt Stuiveling behandelt leven en
werken van Multatuli voor het Instituut
voor Arbeidersontwikkeling (Lange Veer-
straat 16).
Woensdag 26 Maart, Boekenrode, Aerden-
liout, 8 uur: De Deense journalist-wereld
reiziger Karl Eskelund, (schrijver van
„Mijn vrouw eet met stokjes" en „Mijn
vader trekt kiezen") spreekt over eigen
werk. Verder vertoning van een kleuren
film over zijn verblijf tussen de Indianen
in Guatemala.
Woensdag 26 Maart, Frans Halsmuseum, 8
uur: Recital met toelichting door de pia
nist Johan Patist (uitgestelde cursus van
de V. U.).
TENTOONSTELLINGEN
Vishal, Grote Markt: „w in oordzee". Ge
opend op werkdagen van 10.13, 1417 en
1922 uur. Des Zondags van 1018 en
1922 uur.
Het Huis Van Looy: Tekeningen, harfdwer-
ken, producten van handenarbeid en foto's
als onderdeel van het Interscholair Jeugd-
tournooi. Tevens expositie van nagelaten
werk van Joke Stook. Geopend op werk
dagen van 10—12.30 en van 13.30—17 uur,
des Zondags van 1417 uur en bovendien
op Woensdag en Zaterdag van 19.3022
uur. (Tot 23 Maart).
Museum Enschedé, Klokhuisplein: Tentoon
stelling onder auspiciën van de British
Council van de geschiedenis van het En
gelse handschrift, geopend op Woensdag
26 en Vrijdag 28 Maart van 14—17 en op
Donderdag 27 Maart van 2022 uur.
Kunsthandel Leffelaar, Grote Markt: Karak
teristieke poppen van Dirk Overbosch,
tekeningen van C. H. van Huijzen en Fiep
Westendorp. Geopend op werkdagen van
1017 uur (tot 5 April).
ADVERTENTIE
Uit de Opregte Haarlemse Courant
van 22 Maart 1852
PARIJS. Bij velen wint het ge
voelen veld. dat het oogenblik, waarop
de keizerlijke regeeringsvorm zal worden
uitgeroepen, niet ver meer verwijderd is
en dat, indien daartoe wordt overgegaan,
de zaak haar beslag zal krijgen bij ge-
leg-enheid der in .Mei te houden groote
wapenschouwing en uitdeeling der
Adelaren. De loop der zaken zou, vol
gens een vooraf opgemaakt programma,
zijn, dat het leger tijdens deze wapen
schouwing den kreet: „Leve de Keizer"
zal aanheffen en dat de regeering daar
bij lijdelijk zaïl blijven.
Deze veronderstelling wordt evenwel
door anderen als geheel ongegrond aan
gemerkt. naxlerriaal over het algemeen
het leger minder bonapartistisch gezind
zou zijn dan men aanneemt. Het schijnt
op den geest van den soldaat eencn
diepen indruk gemaakt te hebben, dait
bij de gebeurtenissen van den 3den De
cember 1851 de burger eenig wantrouwen
aan den dag heeft gelegd ten aanzien
van het leger en zich in elk geval geheel
anders jegens de krijgsmagt heeft ge
dragen dan na den bloedigen opstand
van Junij 1 848, toén allerwegen het
leger werd aangemerkt als het hechtste
bolwerk van de beschaafde maatschap
pij en de krijgslieden hoog werden ver
heven als redders uit liet dreigende ge
vaar. Thans bestaat niet alleen eene
groote verwijdering' tusschen den burger
en den soldaat, maar ook, naar door
gaans goed onderrigte personen staande
houden, tusschen den Prins-voorzitter,
den heer L Napoleon, en een aantal der
generaals, van wie de generaal Saint
Arnaud in een oogenblik van groote ver
bolgenheid zoude hebben uitgeroepen
het deel te betreuren hetwelk hij heeft
genomen aan de gebeurtenissen van den
3den December.