Uitzonderlijk avontuur van merkwaardig schilderij Huis te Manpad" onder Heemstede Internationale contacten Agenda voor Haarlem Haarlems oudste toneelvereniging wordt in Juni tachtig jaar HARTENDORP ZATERDAG 24 MEI 1952 3 OVER BEELDENDE KUNST Schoonheid in Haarlem en omgeving Allegorie van Joh. Vermeer tijdelijk in Delft Drie werken van Rembrandt voor 40.000 geveild N.A.T.U.-congres te Rotterdam ,Door Inspanning Uitspanningjubileert Van „Fernand de speler" tot „Schipper naast God" Nederlandse grafiek op Biennale 1952 KERKELIJK LEVEN Studiebeurzen voor cineasten Op de veiling van de bekende collectie- Cognacq te Parijs is een schilderij van Rembrandt, voorstellende Jacob Haaring, verkocht voor 1.800.000 francs (ongeveer 18.000 gulden). Twee andere stukken van dezelfde meester gingen voor respectieve lijk 12.000 en 10.000 gulden in andere handen over. Fern and (in geestvervoering): Blijf bij hemIk ben uwer onwaardig Uwe moeder zegt het mijZie, Hen- riëttezieDaar staat uwe moe derZij komt tot mijBéatrice, ach Béatrice, blijf daarBaat mij met vredeHaZij hoort mij nietZij houdt mij vastZij wijst op Henri.:....! Neen: vluchtOh, wat ben ik benauwdHa, zij ver dwijntO neenzij komt terug...! Zij wil mij met haar medevoeren Béatrice, laat mijlaat mij LuchtLucht(Hij valt op een stoel neder). O c t a v i o: Mijnheer, zie het lijden van mijn armen Vader! Blijkbaar was de moeder van Henriëtte door al deze uitroeptekens met stomheid geslagen. De acteur, die de rol van Fer- nand vertolkte, moet een bekwame kracht zijn geweest als hij er kans toe heeft ge zien de door stippeltjes in de tekst aan gegeven ruimte tot groot gebarenspel zinrijk te vullen. Een merkwaardige bij zonderheid is nog, dat in dit stuk de rol van een commissaris van politie werd vervuld door de grootvader van de. tegen woordige voorzitter, de heer J. Zwart, wiens vader geruime tijd penningmeester van ,,Door Inspanning Uitspanning" was en die thans als commissaris nog actief aan het verenigingsleven deelneemt. Jong leven Aan oude getrouwen is men rijk. Zo is de heer J. Kroese reeds 65 jaar donateur! Een ander kunstlievend lid bezoekt al 55 jaar de voorstellingen. De oudste speler is do heer P. Wouda, die in 1950 met de hoofdrol in „Blanke Ballast" het feit her dacht, dat hij veertig jaar tevoren zijn eer ste stap op het amateurtoneel had gezet. Het zou zijn afscheidsvoorstelling worden, maar hij kan het acteren niet laten en eigenlijk kan de vereniging hem niet goed missen en daarom ziet men zijn naam nog s Is op de rolverdelingen. ..iet zonder reden hebben wij hiervoor j een fragment uit „Fernand de speler" i Met de „Nieuw Amsterdam" komt mor gen in Nederland aan de beroemde „Alle gorie op het geloof" van Vermeer, welk schilderij tot 1929 in het Mauritshuis hing. Het is thans door de directie van het Me tropolitan Museum te New York in bruik leen afgestaan voor de zomertentoonstel- ling „Prisma der Bijbelse kunst", welke op het ogenblik in Het Prinsenhof te Delft wordtg ehouden en tot 12 Augustus voor- het publiek is opengesteld. Het huis gezien van de achterkant. Zondag 25 Mei houdt te Rotterdam de Nederlandse Amateur Toneel-Unie haar jaarlijks congres. Des morgens wordt een costuumshow met toelichting door de regisseur-acteur Cruys Voorbergh gehou den. 's Middags geeft een centraal gezel schap, samengesteld uit leden van de bij hetg ewest Rotterdam aangesloten vereni gingen, onder regie van Richard Flink in de Rotterdamse Schouwburg een opvoering van „De klucht der vergissingen" van Shakespeare. Op 23 Juni bestaat „Door Inspanning- Uitspanning" tachtig jaar. Wij zijn dezer dagen eens met de secretaris, de heer Ad. Antonisse, gaan pi-aten om wat te weten te komen over de geschiedenis van deze oudste der Haarlemse toneelverenigingen, maar helaas bleek dat het archief gedeel telijk is verbrand en gedeeltelijk zoek ge raakt, zodat wij slechts enkele losse gege vens konden achterhalen. Doch die zijn aardig genoeg om hier een plaats te vin- den. x Aanvankelijk was het een toneelclub al leen voor heren. Pas na een jaar of tien was de emancipatie zover gevorderd dat het ook voor dames oirbaar werd geacht zich uit liefhebberij op de planken te ver tonen. In de beginperiode waren er echter nog geen vrouwelijke leden, zodat men het systeem van gastrollen huldigde. De thans ongeveer negentig-jarige mejuffrouw Bus- quet, destijds een bekende dilettante, was dc eerste die hiertoe werd aangezocht. Sinds verleden jaar mogen dames ook deel van het bestuur van „Door Inspanning Uitspanning" uitmaken. Voordien was dat op grond van de statuten verboden Oude draak Gedurende de eerste jaren van het be staan bleef de activiteit gericht op het houden van voordrachten en het spelen van kleine schetsen in beperkte kring, maar in 1877 waagde men de sprong naar het grote toneel van de Jansschouwburg, welk theater men tot de sloping daarvan is trouw gebleven. Bij die eerste gelegen heid werd vertoond het oorspronkelijk to neelspel in twee bedrijven „Fernand de speler of de noodlottige gelijkenis" door A. E. Nieuwenhuis, in druk verschenen bij G. Theod. Bom te Amsterdam (derde druk 1876, prijs 25 cent). Het eerste bedrijf daarvan was getiteld „De zoon eens spe lers" en het tweede, dat zes jaar later plaats greep: „Twee vaders of het gewe ten van den speler". Een klein fragment uit dit drama van de onderste plank mo gen wij de tegenwoordige lezers niet ont houden. Hier volgt het. ZONDAG 25 MEI Stadsschouwburg:: „De dood van een han delsreiziger'' (Comedia), 8 uur. Phoenixtcr- rein: Circus Jos Mullens, 3 en 8 uur. Rem brandt: „Vijf maanden in de Braziliaanse wildernis", 11 uur. „Bij mij verveel je je niet", alle leeft., 2. 4.15; „Een vrouw wordt geschonden", 18 jaar. 7 en 9.15 uur. Lido, Palace, Luxor: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Ilals: 2, 4.30, 7 en 9.15 uur .City: 2.15. 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne, Minerva: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. MAANDAG 26 MEI Palace en Lido: 2. 4.15. 7 en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30. 7 en 9.15 uur. Spaarne, Frans Hals: 7 en 9.15 uur. Luxor: 2, 7 en 9.15 uur. Rem brandt: „Bij mij verveel je je niet", alle leeft.. 2 en 4.15 uur; „Een vrouw wordt ge schonden". 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: 2.30 en 8.15 uur. Vrijwel elke bewoner van Zuid-Kenne- merland kent, van aanschouwing, het „Huis te Manpad", het 17e eeuwse buiten aan de Herenweg onder Heemstede, dicht bij de grens van Bennebroek. Het ligt daar, omgeven door zwaar geboomte, als een sprookje. Naast het antieke inrijhek zware hard stenen zuilen en mooi smeedwerk! staat een bordje „Verboden toegang", zodat men niet het terrein betreden kan, maar van de weg af is toch het geheel te overzien. Het Huis, van rode baksteen, is geen juweel van bouwkunst, maar alles daaraan is goed in zijn verhoudingen. De bekoring ligt trouwens in het geheel: de brede brug over de gracht en vijvers, die het Huis van het park scheiden, de koetsiers- en tuinmans woningen die in een boog elk ter zijde van het hoofdgebouw staan, doch zo dat zij toch echt daarbij behoren. Voor deze huisjes in nissen, met een terra achterwand, goed ge houwen beelden van Apollo en Diana. Het leek ons overbodig het „Huis te Manpad", zoals dit door elke voorbijganger gezien wordt, te fotograferen. Daarom geven wij het van de achterkant. Over de bouw van „Huize Manpad" is eigenlijk niets bekend. Er zijn bewijzen dat in vroeger eeuwen op dezelfde plek een kasteel gestaan heeft. Blijkens een be waard gebleven afbeelding uit de 16e eeuw was het een zwaar bouwwerk met een flinke hoektoren, enkele kleinere torens en ook contreforten. Het verwonderlijke is evenwel dat er niets te vinden is over de ridders die er gewoond hebben. Andere kastelen in deze omgeving zijn meermalen brandpunt van gevecht geweest. Men leest in de historieboeken over vernieling en weer opbouw. Maar van het Kasteel Man pad niets. Op een kaart die „Rijnland" in 1672 heeft laten maken staat het kasteel nog. Wij vermoeden evenwel dat dit op een vergissing berust, hoewel wij indertijd wel de ervaring hebben opgedaan, dat de tekenaars van kaarten van „Rijnland" heel nauwkeurig te werk gingen. Toch zijn er omstandigheden die er op wijzen dat in 1672 het Kasteel al vervangen was door een Huis, want het werd in 1666 gekocht en ook bewoond. Wij weten ook niet waarom het Kasteel destijds werd afgebroken. Vermoedelijk was het in de loop der eeuwen achteruit gegaan en vervallen. Hoe het zij, het is zeker dat als het nieuwe Huis niet- voor 1672 gebouwd is, dit toch wel heel kort daarna moet zijn gebeurd. Dit is niet alleen aan de stijl te constateren, maar ook uit de ouderdom van de steen. Wie de bouwheer en eerste bewoner is geweest staat niet vast. Wel blijkt uit ver schillende archiefstukken dat de heren die achtereenvolgens „Huize Manpad" be woond hebben, veel gedaan hebben om de bezitting te verfraaien. Er werden aan grenzende landerijen en bosterreinen aan- ADVERTENTIE Het open theehuis. gekocht, maar bovendien werd ook het Huis vergroot. In het bijzonder heeft zich daarbij mr. D. v. d. Meer, schepen van Amsterdam en bewindvoerder van de West-Indische Com pagnie verdienstelijk gemaakt. Hij woonde 's winters in zijn huis „Marseille" op de Keizersgracht, maar 's zomers trok hij met zijn gezin naar Heemstede. Hij was het die de huizen voor koetsier en tuinman liet bouwen en ook aan een beeldhouwer op dracht gaf om „Apollo" en „Diana" te hakken. Van der Meer kocht „Huis te Manpad" voor 28.000, maar toen zijn weduwe het in 1767 aan de heer David van Lennep ver kocht, kreeg zij er 58.000 voor terug. Allan vertelt dat de heer Van Lennep het huis aan de achterkant aanzierilijk liet ver groten. Daardoor was het mogelijk een grote zaal te maken met „beschilderde be hangsels". Dit was (wij kunnen gelukkig zeggen: is, want deze schilderijen, die Ar cadische landschappen voorstellen, kunnen nog altijd bewonderd worden) feitelijk de mooiste kamer uit het gehele gebouw. De stukken zijn vervaardigd door Juriaan An- driessen. Het Rijksmuseum heeft een zelf portret van hem. Hij leefde van 17421819 en had een „behangselfabriek" in Amster dam. De „schilderijenzaal" is nog in uitste kende staat. Het geel-bruin gekleurde hoüt der betimmering „doet" het heel goed bij de landschappen die overwegend in groene toon zijn gehouden. Het zijn geen stukken die een bijzondere kunstwaarde hebben maar in het genre zijn zij zeer goed. Bo vendien behoort het tot de zeldzaamheden dat men zo'n grote .kamer met geschilderd behangsel nog geheel intact vindt. Er is nu zekerheid dat dit bezit voor hel nageslacht bewaard wordt, want het „Huis te Manpad", met inbegrip van deze kamer met schilderstukken, staat onder bescher ming van „Monumentenzorg". Voor heden nemen wij afscheid van dit buiten. De volgende week vertellen wij er iets meer van, omdat het ook uit historisch oogpunt van belang is, aangezien er vele geslachten Van Lennep gewoond hebben. C. J. VAN T. Televisie Nederland zal op de Biennale 1952 te Ve netië, die ten doel heeft de jongste ontwik keling der levende beeldende kunst te laten zien, alleen met grafisch werk vertegen woordigd zijn, mede omdat het Nederland se paviljoen te klein is om ook nog op be vredigende wijze plaats te bieden aan schilderijen. liet algemene karakter van de Biennale wordt bepaald door het expres sionisme, bij welke tendens Nederland zich zal aasnluiten. Daarnaast worden echter ook andere aspecten getoond. De collectie is samengesteld door een commissie, be staande uit jhr. W. J. H. B. Sandberg, W. Jos. de Gruyter en J. C. Ebbinge Wubben. Besloten werd om ook een belangrijk deel van de verleden jaar te Amsterdam ge houden „Stijl"-expositie naar Venetië over te brengen, die een plaats zal krijgen in het Griekse paviljoen, dat toch geen andere bestemming heeft. Van de volgende kunstenaars zijn etsen, houtsneden en litho's voor vertegenwoor diging aangewezen: Paul Citroen, Constant, Jenny Dalenoord, D. den Dikkenboer, Har ry Disberg, H. P. Doebele, Johan Dijkstra, Wally Elenbaas, Dick Elffers, Dirk van Gelder. M. C. Escher, Arend Hendriks, W. van Heusden, H. van Kruiningen, S. J. de Mesquita, W. Noordhoek, Dirk Nijland (te Santpoort), Tamus Oud, J. M. Prange, Johan Proost, Guus Romijn, W. J. Rozen- daal, Ap Sok, H. N. Werkman, Jan Wiegers en Benno Wissing. De kans op vondsten van uitzonderlijk formaat zoals Vermeers „Meisjeskopje" in het Mauritshuis, door de heer Des Tombe in 1882 voor de somma van f 2.30 (zegge: twee gulden en dertig cents) verworven, wordt uiteraard steeds geringer. Het aan tal desillusies op dit gebied is momenteel groter dan dat der blijde verassingen. In 1913 behoorden blijde verassingen echter nog tot de mogelijkheden en het was in dit jaar dat een merkwaardig paneel te En schedé werd ontdekt in een kruideniers winkel, waar het dienst deed als. deksel op een vat met krenten! De gelukkige vin der, geen vermoeden hebbend of het stuk zijn restauratie waard was, zond het naar het Rijksmuseum, waar men aanstonds ge troffen werd door de ingebrande initialen C.R. onder een kroontje aan de achterzijde van het paneel (Carolus Rex, zijnde Karei I van Engeland!). Na moeizame schoon maak slaagde men erin door te dringen door de ondoorzichtige olielaag, waarna de voorstelling zich zó boeiend „open deed", dat aankoop van het stuk aanstonds over wogen werd. Toen tenslotte het monogram van de maker: T en de datering 1614 te voorschijn kwamen, wist de bekwame kunsthistoricus prof. J. Six het interes sante stuk te identificeren als werk van de schilder Johannes Symoonisz. van der Beeck, naar veelgeliefd gebruik van die tijd, op zijn Latijns Torrentius genaamd. Deze Torrentius was een uitzonderlijk man: hij werkte hoofdzakelijk te Amster dam, maar verbleef ook in Leiden en in Haarlem, waar hij vanwege zijn vrijzinnige denkbeelden en slechte zeden met het ge recht in aanraking kwam en zelfs, na fol tering, tot 20-jarige gevangenisstraf werd veroordeeld. Op voorspraak van Frederik Hendrik en Koning Karei I werd hij vrij gelaten. Hij vertrok naar Engeland, om drie jaren voor zijn dood naar zijn vaderland terug te keren. Avontuurlijk is zijn bestaan (waarvan ik de bewogen, diepere afgrond in dit kort bestek onbelicht moet laten) dus wel geweest. Het is thans begrijpelijk dat we de initialen van de Engelse koning aan troffen op het bewuste paneel, hetwelk tot nog toe het enige teruggevonden werk van Torrentius' hand is gebleven. Toevalliger wijze werd de authenticiteit verzekerd dooi de beschrijving van het stuk op een lijst, voorkomende in de State-Papers van Karei I, in het Public Record Office te Lenden: „On a round bred donne 1614 is his fynest piece wich is a glass with wyoe in it very well donne, between a tynne pott and an errthen pott, a sett song under it and a bitt of a Brydle over -it(Op een rond pa neel geschilderd in 1614 is zijn fraaiste stuk hetwelk voorstelt een glas met wijn er in, zeer goed gedaan, tussen een tinnen kan en een aarden kan, daaronder een op mu ziek gezet lied en daarboven een paarden- bit). Het stilleven heeft een moraliserende strekking: de beide kannen, de roemer met wijn en de twee tabakspijpjes duiden op de onmatigheid, terwijl het paardenbit (of de „breidel") de zelfbeheersing verzinne beeldt. De op muziek gezette spreuk brengt de in beeld gebrachte moraal aldus onder- woorden: ...."wat bu-ten maat bestaat, int on-maats q(u)aat ver-ghaet. wel licht een vrije versie op de gangbare spreuk: „Maat houdt staat - Onmaat vergaat". Het zal de aandachtige beschouwer van dit zich in het Rijksmuseum te Amsterdam bevindende niet ontgaan dat het stilleven even imposant is als ongewoon en een wel haast magische indruk maakt. Een onzicht baar waas onttrekt de voorwerpen aan ons ADVERTENTIE DE STOFZUIGER SPECIAALZAAK Gen. Cronjéstraat 43 - Kruidbergerweg 51 Telefoon 16990 17696 Spaarne 3 Haarlem. Vanaf ƒ2.50 per week. Ook voor reparatie en onderdelen van alle merken. overgenomen. Want een vergelijking hier mee leert hoe groot de vooruitgang is, die men in tachtig jaar heert gemaakt. Op 23 Juni zal namelijk in de Stadsschouwburg het jubileum worden gevierd met een op voering van „Schipper naast God" .door Jan dc Hartog onder regie van Willem van der Veer, welk stuk deze schrijver een in ternationale reputatie bezorgde. Ook overi gens gaat het met „Door Inspanning Uit spanning" in opgaande lijn, want niet al leen geeft men sinds de laatste oorlog vier in plaats van drie voorstellingen per jaar, bovendien vertoont het ledental dank zij een intensieve actie een aanzienlijke stijging. Vele mensen voelen zich aange trokken door de keuze van het jubileum- spel, wel een bewijs dat het publiek over onderscheidingsvermogen beschikt, al zijn velen maar al te licht geneigd uit gemak zucht het tegendeel aan te nemen! Als er van een amateur-toneelvereni ging een dergelijke opvoedende kracht uit gaat, dan heeft men alleen maar reden om dankbaar te zijn. „Door Inspanning- Uitspanning" heeft er toe bijgedragen dui zenden mensen in de loop der jaren in Een scène uit de in April 1950 gegeven opvoering van „Op Hoop van Zegen" van Herman Hcijermans door de vereniging ..Door Inspanning Uitspanning" in de Haarlemse Schouwburg, met geheel rechts mevrouw Jo de Mon-Lugtig als de weduwe Kniertje Vermeer. (Foto hieronder). Wringers Vloerwrijvers Radio Stofzuigers oog en hult ze in de betoverende sfeer, waarin de dingen herschapen zijn wanneer men ze in rimpelloos water weerspiegeld ziet. Toch is deze „verdroomde" vertolking der realiteit niet ontsproten aan een soort gelijke medetatieve instelling als bijvoor beeld een Floris Verster (f 1927) verraadt in het stilleven van de Chinese theebusjes of in het kleine wonder van de nap met eieren in het Haagse Gemeentemuseum. Torrentius heeft hier namelijk gebruik ge maakt van een zogenaamde Camera Obscu- ra, een soort periscoop, waarvan het prin cipe reeds in 1585 bekend was. Men zal zich het ontstaan van het stilleven ongeveer moeten voorstellen zoals Samuel van Hoog straten dit in 1678 omschrijft in zijn Inlcy- ding tot %le Hooge Schoole der Schilder- konst, in verband met het schilderen van stadsgezichten en dergelijke volgens het zelfde systeem: „Tot Weenen zach ik on- lallijke menschen in en kleyn kamertie op een papier wandelen en keeren: en tot Londen honderden schuitjes met volk, en de geheele Rivier, landschap en locht, op een muer, en al wat roerlijk was, bewee- gen. En dit maekt men aldus: men verkiest een kamertje, buiten welx venster eenige waerdige voorwerpen zijn, 't zy mart, wan- delplaets, of rivier: dit zal men gansch dicht donker maken, en dan in een venster- een rond gat booren, stellende voor 't zelve een brilglaesje, zoo zullen de stralen van de dingen, die buiten in 't licht zijn, af schieten deur het gat, en zich gaen werpen tegen de muer, en met de zelve verwe al 't geen, dat buiten is, in 't klein schilde ren. De bewijzen dat de Hollandse 17de- eeuwers Fabritius, Hoogstraten en Corn, van der Meulen alsook de 18de eeuwse Ita lianen Antonio Canaletto en Francesco Guardi zich van dit hulpmiddel hebben be diend, zijn aanwezig. Men heeft onlangs de veronderstelling gewaagd dat ook het ont staan van Vermeers „Gezicht op Delft" (Mauritshuis) aan het Camera-Obscura principe te danken zou zijn. De tweeslach tige perspectief alsmede de satijnachtige weergeving van het watervlak, in de trant zoals wie die waarnemen op het matglas van het fototoestel, pleiten ontegenzegge lijk voor genoemde hypothese. Bij Torren- Daar het in bijgaand artikel besprokene zich niet leent voor reproductie, plaatsen wij een afbeelding van de wijze waarop door middel van een „camera obscurahet paneel in kwestie werd geschilderd door Torrentius (Jan Simonsz. van der Beeck geboren te Amsterdam in 1589, aldaar overleden in 1644). tius dringt zich het gebruik van de „kunstr greep" echter sterker op, waarschijnlijk omdat gebrekkige toepassing van het sy steem een onscherp en vertekend beeld op het te beschilderen vlak projecteerde (de biconvexe dat is aan beide zijden bolle lens, door Hoogstraten als „brilglaesje" betiteld, gaf bij „projectie" het optische effect van een bol vlak!) De eerlijkheid gebiedt te constateren dat het boeiende stilleven van Torrentius ten slotte niet als een volmaakt vrije schepping mag gelden, zij het ook dat de kunstenaars hand de stof wel degelijk heeft bezield en uitgeheven boven de verstarring van een mechanisch effect. Ik kan het de lezer ech ter niet euvel duiden wanneer zijn bewon dering voor de vrij-scheppende Floris Ver ster door dit alles aanmerkelijk zou stijgen! H. P. BAARD Bij vele kerken gaat in steeds sterker mate het besef leven van welk een grote waarde het is internationale contacten te onderhonden. Dat hierbij de roeping der Kerk een belangrijke rol speelt behoeft wel geen beloog. Er zijn hiertoe enkele bewe gingen in het leven geroepen. Een zeer v.oorname rol speelt de Oecu menische Beweging, waarbij behalve een groot aantal Protestantse kerken onder meer ook de Anglicaanse en de Oud-Kalho- iieke kerk zijn aangesloten. Ook in ons land is deze organisatie zeer actief. Thans wordt gedacht aan het inrichten van een Oecume nisch Centrum. OECUMENISCH CENTRUM Vele Haarlemmers zullen zich prof. dr. S. F. H. J. Berkelbach van der Sprenkel nog herinneren uit de tijd, dat hij de Ned. Hervormde Gemeente van Haarlem diende, te weten van 19191925, terwijl ook de jaren 19071915, toen hij in Beverwijk stond, nog wel niet vergeten zullen zijn. Zoals bekend is hij nu reeds jaren als hoogleraar in Utrecht werkzaam. Boven dien is hij onder meer voorzitter van de Oecumenische Raad in ons land. Binnen kort zal prof. Berkelbach van der Sprenkel wegens het bereiken van zijn zeventigste verjaardog met emeritaat gaan. Het zou zeker niet te verwonderen zijn als er dan een huldiging zou worden georganiseerd. Prof. Berkelbach stelt dit echter niet op prijs: ook cadeaux wenst hij niet te ont vangen. Toch zal, vanzelfsprekend, dit af- aanraking te brengen met een kunst, waar zij anders van verstoken zouden zijn geble ven. Het is te hopen dat men zich niet slechts op het thans bereikte niveau zal kunnen handhaven, doch daar nog boven uitstijgt. Aan goede wil ontbreekt het niet. De eerste regisseur (tevens souffleur en inspiciënt) was de heer Bergman, daar voor modderde men maar zo'n beetje op eigen houtje. Aan mevrouw Johanna Op dam, Arie Mourik en thans Willem van der Veer is de verbetering van het spel peil te danken, waaruoor de vereniging, om andere reden dan van anciënniteit al ken, een eervolle plaats in de gelederen der Haarlemse dilettanten inneemt. scheid niet ongemerkt voorbijgaan. Men heeft gezocht naar een wijze, waarop men zijn dankbaarheid voor het werk van de scheidende hoogleraar tot uitdrukking zou kunnen brengen. Die „men" waren hoe kan het anders vooraanstaande personen uit de verschillende bij de Oecumenische Raad aangesloten kerken. LTiteindelijk heeft men besloten tot het stichten van een Oecumenisch Centrum in ons land. Het is aan geen twijfel onder hevig of men handelt hiermee in de geest van prof. Berkelbach, de man, die zich reeds vele jaren beweegt „op het terrein van de oecumene, wat zeggen wil, dat hij er steeds weer zijn aandeel toe heeft bijge dragen, dat zoveel mogelijk kerken elkaar zoeken, samen spreken en handelen. In dit nieuwe Centrum zal de Oecumenische Raad onderdak vinden. Voor het secretariaat, alsmede voor een informatiebureau zal een plaats worden ingeruimd, terwijl enkele collegezalen er toe zullen bijdragen, dat de studie en het uitdragen van het oecume nisch streven er beter ter hand kunnen worden genomen, dan tot dusver mogelijk was. Er is een comité van voorbereiding tot stand gekomen, dat, onder voorzitterschap van prof. dr. W. C. van Unnik eveneens oud-Haarlemmer zal proberen grond- kapitaal bijeen te brengen. Zo zal getracht worden om vanuit ons land, ook door mid del van dit Centrum kerken en volken nader tot elkaar te brengen. LUTHERANEN KOMEN BIJEEN Ook op andere wijzen en plaatsen wordt het internationaal contact bevorderd. Van 25 Juli tot 3 Augustus a.s. wordt namelijk in Iiannover een Lutherse wereldconferen tie gehouden. Alleen al uit Amerika worden 700 deelnemers verwacht. Voor hun ver voer zijn drie grote Nederlandse vliegtui gen gecharterd. Velen van deze Amerika nen zijn van Duitse of Scandinavische af komst. Er is een speciaal liederenboek in drie talen gedrukt. Men beeft er bij de keuze van de liederen naar gestreefd om de meest karakteristieke uit de verschil lende kerken te verzamelen. Door het zin gen hiervan zal de gemeenschap der Lu therse Christenen tol uitdrukking moeten worden gebracht. Er wordt een bijzondere postzegel uitgegeven, waarop zal voorko men de beeltenis van Luthcr. De zegel, die een waarde heeft van 10 pfennig, zal afge stempeld kunnen worden met een stempel van de conferentie. Als een der eerste concrete resultaten van het Nederlands-Italiaans cultureel accoord kan worden gemeld, dat de Ita liaanse regering twee studiebeurzen voor jeugdige Nederlandse cineasten ter be schikking heeft gesteld. De opleiding van deze cineasten zal waarschijnlijk in het „Contro sperimentale di cinematografia" te Rome geschieden. De beurs bedraagt twintigduizend lires per maand, doch een aanvulling zal worden verstrekt in de vorm van gratis maaltijden. Verdere bijzonder heden kunnen op het ministerie van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen wor den aangevraagd. ZATERDAG 24 MEI Stadschouwburg: ..De dood van een han delsreiziger", 8 uur. Phoenixierrein: Circus Jos Mullens, 3 en 8 uuï. Brinkmann: Zeven de Ronde-tafelsamenkomst, O. R. G. City: ..Brandende vleugels", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Het mysterie van Tanger" en ,.Bud Abbott en Lou Costello bij de mari ne". 14 jaar. 7 en 9.15 uur. Minerva: „Tussen middernacht en dageraad", 18 jaar 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Een vrouw wordt geschon den". 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Pa trouille der verlorenen", 18 jaar. 7 en 9.15 uur. Luxor: „Lach en vergeet", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Lido: „De Straat". 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: Tussen middernacht en dageraad", 18 jaar, 7 en 9.15 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1952 | | pagina 5