Practische kleding als
uitgangspunt
Dit maken we zelf
Honderd jaar geleden stierf
Louis Braille
IVOROL
Een kwartje
Machteld Wisse,
fotografe
Afwisseling in kleur en model
Strandjurkje
ZATERDAG 14 JUNI 19 53
MODEWEKEN IN LONDEN
Parijse silhouetten
Helen Keiler komt getuigen
Plasticjas zonder stiksels
INBOEDELVEILING 24/25 JUNI
Wat wij van aardbeien
kunnen maken
Proberen blijft begeren!
FEUILLETON
(De misdaad op het eiland)
door Else Hofker
A
(Van onze Londense medewerkster)
Londen, Juni 1952
Londen doet als mode-centrum steed's meer van zich spreken. De Londense mode-ont
werpers hebben door een typische, geheel eigen stijl, die in de eerste plaats is afge
steld op de practische eisen welke de vrouw momenteel aan haar kleding stelt, tot
ver buiten Engeland bekendheid verkregen. Dat bleek heel duidelijk uit het groot aan
tal overzeese bezoekers dat in Londen de jaarlijke „Fashion Fortnight" bijwoonde.
Park Lane, de statige avenue die aan een zijde door Hyde Park wordt begrensd, was
vanvan deze veertiendaagse mode-manifestatie met middelpunt. Elke dag opnieuw pa
radeerden er tientallen mannequins in nieuwe mode-creaties door de statige zalen van
de grootste twee Londense hotels, die hier zijn gelegen. De gehele Engelse kleding
industrie werkte aan deze shows mee.
Kr-onittgsrood en purper
Aangezien ook in ons land de voorkeur
steeds meer uitgaat naar een mode, die niet
alleen elegant is maar ook doelmatig, zijn
wij ter gelegenheid van deze mode-weken
in Londen eens een kijkje gaan nemen.
Hier waar men volgens gevestigde tradities
op het gebied van practische kleding voor
de hedendaagse vrouw is gespecialiseerd,
troffen wij telkens weer noviteiten aan die
ook voor toepassing in een Nederlandse
garderobe uitstekend geschikt zijn. De col
lecties der deelnemende modehuizen waren
zo uitgebreid dat er voor elk genre afzon
derlijke shows werden georganiseerd.
Met een receptie in het historische Lan
caster House, waarbij de charmante Her
togin van Kent als eregast aanwezig was,
openden deze Londense modeweken. In
Grosvenor House werd daarna o.a. onze
aandacht gevraagd voor de nieuwste snuf
jes op het gebied van mantels en tailleurs.
De fraaie stoffen die de ontwerpers
daarbij ter beschikking stonden wekten
vooral onze belangstelling, evenals de vele
nieuwe kleuren die naar voren werden ge
bracht.
Flatteuse purperen tinten steken bij deze
nieuwe mode het steeds gangbare zwart
naar de kroon.
Vooral het z.g. „King-violet" dat zowel
blonde als donkere en grijze types flatteert
is erg gewild. Voor de jongere vrouw
werd een nieuwe tint tussen steenrood en
oranje gelanceerd, terwijl ook zandbeige,
lindebloesem en „coronation red" een
v arme nuance rood. uitgebracht ter ge-
ic-genheld van de a.s. kroning van Koningin
Elizabeth II voor haar gewilde kleuren
zijn. Verschillende nieuwe schakeringen
van groen en grijs, waarbij vooral zeer
donkere tinten overheersen, merkten wij
eveneens op en al deze nieuwe kleuren
bieken ook op de overige shows toonaan
gevend.
Sierlijke, wijde mantels die over een zeer
geklede dan wel over een meer sportieve
jurk en zelfs over een mantelpakje met
succes te dragen zijn, bepalen het karak
ter van de nieuwe Engelse mode.
Opmerkelijk zijn de mouwen die bij
deze mantels worden toegepast Deze vari
eren van het nauw om de polsen sluitende
schapenbout-type, herinnerend aan de mode
c;> het eind van de vorige eeuw tot gigan
tische ballonmouwen. Over het algemeen
sluiten deze mantels hoog aan de hals met
een Chinees boordje. Bij enkele modellen
werden echter grote kragen toegepast, bij
Gekleed mantelpakje met aangeknipte
mouwen. Het is uitgevoerd in zeer donker
grijze barathea, een vederlichte wollen
stof. Een bewerking van gitten langs de
zoom van het jasje vormt de enige
garnering. Model Asta, Londen.
Deze sierlijke combinatie is zowel 's zomers
als 's winters te dragen, 's Zomers wordt
het jerseyrokje gecompleteerd door een
zijden blouse in ruitdessin. 's Winters kan
deze blouse vervangen worden door een
jerseyblouse in dezelfde kleur als de
rok. Model Lerose, Londen.
voorkeur met een ronde lijn, die is aange
past aan het totale silhouet van deze com
fortabele en bovendien zeer elegante
mantels.
Uniformenpracht als inspiratie
Hoewel minder in zwang, is de getail
leerde mantel niet geheel van het toneel
verdwenen. Ook daarbij worden echter
aangeknipte mouwen toegepast, terwijl de
taille is geaccentueerd door een aparte le
deren ceintuur waaraan dikwijls munt
stukken met schakelkettinkjes als garne
ring zijn aangebracht.
Ook bij de meer geklede tailleurs deed
de .Masher" ditmaal haar intrede. Dit
rechte jasje geeft iets ongedwongens aan
het mantelpakje. De pracht der traditio
nele Engelse uniformen, die juist deze we
ken hier in Londen telkens weer aan de
orde zijn, zoals bij de „Trooping of the
Colour" ter gelegenheid van Koningin Eli
zabeth's officiële verjaardag en tijdens de
proclamatie van de kroningsdatum, inspi
reerde enkele ontwerpers bii het samen
stellen van hun nieuwe collecties.
Vooral op het karakter van de tailor-
made mantelpakjes was dit van invloed.
Een correcte streng getailleerde lijn. een
dubbelrijïge sluiting met markante knopen
en een hoog officiers-kraagje kenmerkten
deze modellen.
Doelmatig en elegant
Ook de Britse juweliers werkten mee
om deze Londense mode-weken te doen
slagen. Bij het oude gildehuis van de
Engelse goud- en zilversmeden met zijn
statige salons werd een tentoonstelling van
moderne sieraden gehouden. Hoe belang
rijk het is de kleding steeds met de juiste
bijoux te complementeren werd op deze
expositie op een aantrekkelijke manier
naar voren gebracht. Sieraden ter opluis
tering van geklede robes en ter complete
ring van sportieve ensembles prijkten in
grote verscheidenheid in de vitrines, als
bewijs van de ook in dit genre steeds wis
selende mode.
Noviteiten op het gebied van zijden en
rayon-weefsels kwamen eveneens op spe
ciale tentoonstellingen aan de orde. Wat
wij daar te zien kregen bewees hoe juist
de voortdurende pogingen van de textiel
branche om steeds maar weer met nieuwe
stoffen de mogelijkheden van de heden
daagse garderobe te verrijken, het ont
staan van een nieuwe mode telkens sterk
in de hand werken. Door de toepassing van
Aan regenkleding werd tijdens deze Lon
dense mode-weken veel aandacht besteed.
Deze flatteuse regenmantel kan zowel met
als zonder ceintuur gedragen worden. Zon
der ceintuur heeft de jas de moderne tent
lijn en daardoor een meer gekleed karak
ter. Met ceintuur heeft het geheel een meer
sportief cachet. Model Tclemac, Londen.
rayon worden weefsels, die tot nu toe uit
sluitend in zuivere zijde konden worden
uitgevoerd en daardoor zeer kostbaar wa
ren, nu onder het bereik van velen ge
bracht.
Londen introduceerde als modestad tij
dens deze manifestaties in de eerste plaats
een kledingstijl die doelmatig maar tevens
afwisselend en charmant is. Meer dan in
welk mode-centrum ook wist men er zich
zo aan te passen aan de eisen van onze
tijd.
Een vorige keer gaf ik u een
patroon voor een speelbroek-
je; deze keer dezelfde idee,
maar nu voor een meisje. Als
u het broekje al gemaakt
hebt voor uw zoontje, dan zal
zusje ook wel graag iets der
gelijks hebben voor in de tuin
of aan zee, dus wordt ook zij
nu tevreden gesteld. U ziet op
het plaatje een meisje van on
geveer 3 jaar met een inge-
rimpeld rokje aan met schou
derbanden. Hiervoor hebt u
nodig lVz meter stof van 80
breed. U~kunt weer eenzelfde
soort stof nemen als voor het
broekje, dus in ieder geval
stof die tegen een stootje kan
en goed gewassen kan wor
den.
We gaan weer eerst de pa
tronen tekenen en op de stof
spelden zoals de tekening dit
aangeeft. Onderaan het rokje
knippen we 10 cm naad, zodat
het rokje verlengd kan wor
den als het te kort wordt.
Nadat we geknipt hebben
rimpelen we allereerst de bo
venkant in en trekken alles
in, zodat het rokje glad om
de taille komt te zitten. Dit
zal ongeveer 60 cm zijn, maar
natuurlijk moet u dit even
passen.
De zijnaden worden nu dicht
gestikt, maar we laten links ongeveer 10
cm open voor het splitje. Nu gaan we de
schouderbanden scheuren uit de lengte
van de stof, ongeveer 55 cm lang. Ook dit
zal voor verschillende kinderen iets va
riëren. De schouderbanden worden dubbel
gestikt omgedraaid en er komt een dwars-
stukje tussen om het afglijden
van de schouders te voorko
men.
De tailleband wordt ook 10
cm breed gescheurd, ongeveer
65 cm lang, zodat er 5 cm kan
dienen voor de sluiting.
De zakjes worden weer dub
bel geknipt en net zo afge
werkt als ik in het patroon
voor het broekie beschreef. Als u een
broekje van dezelfde stof wilt maken kunt
u het patroon van het speelbroekje gebrui
ken, dan hebt u een aardig geheel. Na
tuurlijk kan dit rokje ook als overgooier
dienen als er een truitje of blousje onder
gedragen wordt. L. S.
(Van onze Parijse medewerkster)
P a r ij s. Juni 1952.
Wanneer u me vroeg aan welke boeken
uit mijn kinderjaren ik de sterkste herin
neringen bewaarde, dan zou ik, mèt twee
of drie anderen, zeker óók de autobiogra
fie van Helen Keiler noemen. Niet dat ik
dat levensverhaal van het blinde en doof
stomme meisje als kind ooit zélf heb ge
lezen, want het was een boek voor „grote
mensen". Maar er was me van Helen Kei
ler zóveel verteld, dat die blauw-grijze
band, die daar onder in de boekenkast van
mijn vader stond, op mij toch een soort be
klemmende werking uitoefende.
En ik heb dis ouderwetse, wat stijve,
plaatjes uit dat boek toen zo dikwijls be
keken dat Helen's beeld me sindsdien al
tijd is bijgebleven. Helen Keiler, het slanke
jonge meisje in haar kanten blousje met
Geruite stoffen zijn in Londen nog steeds
zeer in trek. Dit ensemble bestaat uit een
robe met bijpassend jasje. Het jasje kan
aan twee kanten gedragen worden, n.l. in
geruite en in effen uitvoering. Model Paul
M. Jonas, Londen.
hoge kraag en de rokken die tot haar voe
ten reikten, met het strakgetrokken blonde
haar rond een teer gezichtje en vooral met
die onvergetelijke uitdrukking in de ogen,
die sinds haar eerste levensjaar het licht
niet meer hadden gezien en waaruit die
vreemde schuldeloze onbevangenheid
sprak. Zo stond ze voor mijn geest.
Dezer dagen heb ik op een foto in een
Franse krant Helen Keiler teruggezien. Het
frêle meisje uit mijn herinnering is nu
een tweeënzeventigjarige dame dame ge
worden, gekleed in een zwarte japon en
met een gebloemd hoedje op het hoofd.
Maar. haar gezicht blijkt diezelfde wonder
lijke uitdrukking van scherpzinnigheid,
energie en wat ik nog maar het beste kan
noemen levensblijheid te hebben bewaard.
Ja, wat me weer vooral opviel, dat was
dat dit werkelijk serene gelaat geen enkele
lijdende trek vertoonde. Het gelaat van
een gelukkige vrouw. Naast haar op het
kranteplaatje zat een een wat jongere dame
die het gezicht naar Helen Keiler had ge
wend. Miss Keiler hield de wijsvinger van
haar linkerhand op de lippen van die an
dere dame en de duim tegen haar strotten
hoofd. Zo voerden ze een „gesprek". Helen
Keller is namelijk nog altijd volkomen
blind en doof maar heeft intussen wèl le
ren spreken. Dank zij een eigen inspanning
die men nu heus wel bovenmenselijk mag
noemen en de onvermoeide hulp van een
Amerikaanse verpleegster. Miss Mansfield,
die intussen is overleden. Haar plaats werd
daarna ingenomen door Mrs. Thomson zon
der wie Helen Keiler van de buitenwereld
zou zijn afgesloten en die haar ook naar
Parijs had vergezeld.
Het doel van haar overkomst uit Ame
rika? 21 Juni is het honderd jaar gele
den, dat Louis Braille, de uitvinder van
het blindeschrift is gestorven. Braille was
een Fransman en zelf blind die in een
klein plaatsje in de provincie, Coupvray,
zijn alphabet in morsetekens, die met de
vingers zijn te lezen, ontwierp. Braille's as
zal nu naar het Panthéon, achter de Boule
vard Saint Michel, worden overgebracht,
ds tempel waar de stoffelijke resten van
Frankrijks grote geesten rusten. Bij die
plechtigheid zal Frankrijk door president
Auriol in persoon vertegenwoordigd wor
den en Helen Keller is dan een dergenen
die getuige willen van de zegeningen
die Braille in de wereld der blinden heeft
gebracht. Helen Keiler spreekt daarom van
„lichtpunten" die Braille in de nacht van
millioenen blinden heeft ontstoken en ze
denkt dan natuurlijk aan de boeken waar
toe Braille hen de toegang ontsloten heeft.
Zes talen
Helen Keiler heeft indrukwekkend veel
gelezen; de meeste meesterwerken der we
reldlitteratuur in de oorspronkelijke talen.
Zij beheerst er zes: Grieks. Latijn, Spaans,
Frans, Duits en natuurlijk Engels, haar
moedertaal. Van alle vindt ze het Frans
het moeilijkst, ofschoon ze zich toch ook
daarin bijna zonder accent uitdrukt, zoals
de Franse journalist getuigt die haar na
aankomst in Parijs heeft geïnterviewd.
Een van de bezwaren van het. Frans vindt
Helen Keiler dat er zo'n lange afstand be
staat tussen de phonetische klank en het
geschreven beeld der woorden. Voor het
simpele woordje bo hebben jullie liefst
vier lettertekens nodig (beau), heeft ze
wat verstoord tegen die Franse verslagge
ver gezegd. Aan de arm van Mrs. Thom
son maakt Miss Keiler nu lange wande
lingen door Parijs. Ofschoon ze er nu pas
voor het eerst van haar leven vertoeft,
kende ze de stad bijna even goed als een
Parijse taxichauffeur. Zoals zo vele blin
den, die zich hun invaliditeit niet meer be
wust zijn, bedient Helen Keiler, wanneer
ze over haar gewaarwordingen spreekt,
zich gewoon van het werkwoord „zien".
Maar ze „bekijkt" Parijs toch eigenlijk
door middel van haar reukorganen, die
buitengewoon stex-k ontwikkeld zijn. Ik
had al heel veel over Parijs gelezen, zegt
ze, maar nu, op mijn omzwervingen, voel
ik pas goed waardoor zich deze stad van
alle andere steden ter wereld onderscheidt.
Ze ondergaat de „atmosfeer" waarschijn
lijk nog veel sterker dan een ziende, maar
zoals wij vooral door de kleuren en tinten
en lichtschakeringen worden getroffen, zo
ervaart Helen Keller in het bijzonder de
geuren van de stad. En ze spreekt dan over
de bedwelmende parfums der Parisiennes,
de bloesemende bomen van de parken, en
óók van de forse tabaksdampen der gau-
loise sigaretten, de knoflookwalm der Pa
rijse eethuisjes en de wat zwoele hitte, die
opstijgt uit de metrogangen. Zo verkent
Helen Keiler nu Parijs en het is misschien
niet eens gewaagd te veronderstellen dat
er van deze stad méér tot haar doordringt
dan tot talrijke andere toeristen in Parijs
die door de natuur niettemin vollediger
werden uitgerust. Maar in hoeveel andere
opzichten kan Helen Keiler, deze onverge
lijkelijk moedige vrouw, voor de mens
heid niet als voorbeeld gelden! Een man
als Mark Twain, die niemand van senti
mentaliteit hoeft te verdenken, moet He
len Keiler eens samen met Napoleon tot
de sterkste geest en de grootste persoon
lijkheid der negentiende eeuw hebben uit
geroepen. Waarbij dan nog valt op te mer
ken dat Helen Keiler maar twintig jaar in
die negentiende eeuw heeft vertoefd....
ève
Aan het dragen van plastic jassen zijn
tot nu toe steeds nog nadelen verbonden
geweest. Op plaatsen zoals bij de sluiting
of de kraag, liepen zij gevaar uit te scheu
ren. En hoe practisch zo'n jas dan is en hoe
goed hij staat, als er een scheur in is, is 't
mooie er toch af. De N.V. Hollandia in Am
sterdam heeft de nylon nu op een speciale
wijze bewerkt en zo is er dan een jas tot
stand gekomen, waar geen machinestiksel in
te vinden is. Uiterlijk doet zij sterk denken
aan een zijden weefsel. De gevaarlijke plek
ken zijn hoogfrequent gelast, waardoor de
plastic nog doorzichtiger is op die plaatsen,
maar wordt verhinderd, dat zij uitscheurt.
Men verzekert ons bovendien, dat het lekken
op de naden nu ook is afgelopen. De zomen
zijn dus ook gelast en de jas is één geheel
geworden, zelfs compleet met practische
driehoekvormige zakken. Bij de jassluiting
is de plastic dubbel. De knopen zijn. er niet
aangenaaid, maar ook weer aangelast. De
knoop zelf is van halfharde plastic gegoten.
Prettig is. dat er een los regenkapje bij de
jas behoort. De raglanmouwen van de jas
zijn wijd en practisch in het dragen, b.v.
over een manteltje heen. Er is weinig kans,
dat zij uit scheuren. De voordelen van de
plasticdracht zijn dus met één vermeerderd.
Langs de grote verkeersweg staat een
ijsventer met zijn karretje vlak bij een
school. Hij staat daar altijd tegen twaal
ven, want dan gaat de school uit en zijn
belletje roept op dat uur zonder moeite
de dubbeltjes te voorschijn, die de kinde
ren al sinds negen uur in de zak geschroeid
hebben. Vandaag is het drukkend ivarm,
zo warm dat ik eindelijk antwoord krijg
op een oude vraag: „Eten ijscomannen ooit
zelf een ijsco?" Want deze venter heeft
plotseling diep in zijn driewielig ijskelder-
tje gegrepen en likt nu genietend aan een
reusachtige wafel.
Vijf martelende minuten na twaalf gaat
de schoolbel en nog voor zijn bedachtzame
beieren is overgenomen door het getjingel
van de ijscoman. is de rijdende oase al
omgeven door een kluwen van dringende
kinderen, ivaaruit handjes met dubbeltjes
omhoogschieten. Een klein roodharig jon
getje is de eerste, die de kar bereikt heeft.
Hij ontvangt een bruin, knappend beker
tje met roomijs en vergeet onmiddellijk de
wereld om hem heen, terwijl hij langzaam
naar de weg loopt.
En dan is het allemaal opeens heel snel
gebeurd. De kinderen die bij het karretje
wachten, horen alleen maar het gillen van
autobanden over het beton van de grote
weg en dan een korte stilte. Vlak bij hen
staat een glanzende, zwarte auto dwars
over de weg; het jongetje ligt er half on
der. Zijn ijsje ligt een meter verder, een
zielig geel plasje op de weg. Uit de auto
springt een dikke man in een grijs pak,
rood van woede. Hij buigt zich over het
jongetje heen en kijkt naar hem, zonder
iets te zeggen. Na enkele ogenblikken draait
het jongetje zich om en kijkt de man recht
in het gezicht. „Mijn ijsje", huilt hij on
verwachts, „er zat nog heel veel in". De
man haalt diep adem, wil iets zeggen en
slikt. Dan zegt hij: „Hier heb je een kwar
tje". En hij rijdt langzaam iveg.
ADVERTENTIE
Verkooplokaal NOTARISHUIS
Dir. W. N. WOLTERINK
Bilderdijkstraat bij de Zijlweg
Haarlem - Tel. (K 2500) 11928
Inzendingen van huisraad worden dagelijks
aangenomen. Eigen afhaaldienst
De aardbeiencampagne is in volle gang.
En wanneer ze niet te duur zijn dan moeten
we op zoveel mogelijk manieren proberen
aardbeien op tafel te zetten want zij zijn
weer de eerste vitamine-C leveranciers, van
het jaar (wat de vruchten betreft tenminste).
Natuurlijk is het heerlijk om ze zo, ge
wassen en even door de suiker gehaald te
eten. of op beschuit, met suiker er over.
(Wist u dat basterdsuiker met vruchten veel
lekkerder is dan de gewone kristalsuiker?)
We moeten natuurlijk de vruchten niet te
veel „bewerken" want dan gaan geur en
smaak verloren. Bovendien gaat dan ook het
vitamine C-gehalte snel achteruit. Deze vita
mine is n.l. niet bestand tegen de zuurstof
uit de lucht. Maar ook als we daar rekening
mee houden zijn er nog wel mogelijkheden
ter variatie, speciaal wanneer we de nage
rechten op het oog hebben. Hier zijn dan
zo'n paar ideeën.
Aardbeienslaatje
De aardbeien een paar uur voor de maal
tijd wassen en de groene dopjes er af halen
(altijd eerst wassen daar er teveel vruchten
sap verloren gaat wanneer de dopjes er eerst
afgehaald zijn). De vruchten in glazen, in
kleine bakjes of in een grote glazen schaal
doen en met basterdsuiker bestrooien. Afge
dekt wegzetten en op tafel brengen even
tueel met wat stijfgeklopt eiwit of slagroom.
Het is ook heerlijk er op het laatste moment
wat gewone koffieroom over te gieten.
Aardbeiencompóte
De aardbeien wassen, van de dopjes ont
doen en opzetten met wat water en suiker.
Ongeveer 40 gr. suiker per dl. water (een
dunne suikerstroop). Zorgen dat de massa
tegen de kook aanblijft. Wanneer de vruch
ten goed zacht zijn (na 5 a 10 min.) even
tueel het vocht nog iets bijbinden. De com
pote af laten koelen en geven bij pudding,
vla of droge rijst. Vindt men deze compote
te zoet dan kan men wat citroensap toe
voegen.
Vanillevla met aardbeien
Hiervoor een custardvla of echte vanille
vla koken en de gewassen aardbeien een
paar minuten meewarmen. Natuurlijk niet
meer roeren omdat de vruchten dan kapot
gaan. De vla moet dus al gebonden zijn voor
de vruchten er in komen. De vla opdoen in
een glazen schaal nadat ze afgekoeld is en
presenteren met waaiervormige of andere
dunne wafels.
Aardbeiengruel (4 pers.)
100 gr. parelgort, lts 1. water, 250 gr. aard
beien, 2 citroenen, pl.m. 125 gr. suiker of
basterdsuiker.
De gort wassen, een nacht weken en in het
weekwater gaar koken. Wat citroenschil toe
voegen. Kooktijd pl.m. lis uur. De aardbeien
even meeverwarmen en de gruel afmaken
met citroensap en basterdsuiker. Zonodig
een klein deel van de aardbeien fijnmaken.
Inplaats van gort kan ook rijst, gortmout of
havermout genomen worden.
ADVERTENTIE
i)
„Nog een goed half uur", denkt Mach
teld.
Ze staat voor de brede serredeuren en
staart naar een groepje dahlia's, die met
hun felrode kleur de sombere herfstdag
opvrolijken. De paden en het grasveld lig
gen bezaaid met geelbruine bladeren, die
ritselend als een windvlaag door de tuin
strijkt.
Haar ogen volgen een blad, dat langzaam
omlaag daalt. Óver een paar dagen, als
de bomen nagenoeg kaal zijn, zal de tuin
man komen en de bladeren op een hoop
vegen. Hij zal de perken aanharken, de
resten van dahlia's en herfstasters 'oprui
men en weer verdwijnen, tot het vroege
voorjaar. Zo is het elk jaar geweest, zo
zal het ook nu gebeuren.
Machteld zucht en draait zich om. De
lage, diepe kamer met de ouderwetse
schoorsteen ligt gevangen in de grijze sfeer
van de stervende herfstdag. Haar blik
glijdt over de zware, statige meubelen: de
stevige, vierkante tafel, de zwarte piano,
het brede, donkere dressoir. Dan kijkt ze
naar de beide mensen bij de haard en weer
zucht ze.
Na het geloop en gedraaf van de kruiers,
die haar koffers hebben gehaald, na de
drukte van het pakken en bedisselen, wat
wel, en wat niet mee moet, is een stilte
ingetreden. Een stille, die benauwt.
„Nog een goed half uur", denkt Mach
teld. „Dan is het voorbij". Ze doet een paar
stappen in de richting van de theetafel.
„Zal ik nog eens inschenken?", vraagt
ze. Ze hoort hoe vreemd haar stem klinkt
in de stille kamer.
Haar moeder laat het breiwerk rusten
en neemt het kopje van het lage tafeltje
voor haar. Ze knikt.
Als Machteld het kopje van haar over
neemt, ontmoeten hun ogen elkaar. De
zelfde grote, heel lichtblauwe ogen. Het
lijkt Machteld, of er iets angstigs in haar
moeders blik ligt. Maar haar stem klinkt
gewoon, als ze zich tot haar man wendt:
„Wil jij nog thee, Herman?"
Op zijn rustige, overwogen manier legt
de man zijn boek op het tafeltje, haalt zijn
horloge uit zijn vestzak en vergelijkt het
met de pendule op de schoorsteen.
„Denk om je tijd", zegt hij, Machteld zijn
kopje overreikend. Uit de gang klinken
op het zelfde ogenblik vijf diepe, bronzen
slagen.
„Hij is vijf minuten voor", zegt de moe
der.
Hoe vaak' heeft ze dat niet gezegd, denkt
Machteld, terwijl ze suiker in de kopjes
doet. De halklok heeft nog nooit gelijk ge
lopen, altijd iets sneller dan de andere
klokken in huis.
Het wordt schemerig in de kamer. Uit
de micaruitjes van de haard schijnt een
matrode gloed op het glanzende, zwarte
vel van de dikke, welgedane kater.
Machteld knielt bij het dier en strijkt
over de zwarte vacht. Jij hebt toch maar
een best leventje, Pietertje".
Haar vader kucht.
„We hebben er nu al lang en breed over
gesproken", zegt hij plechtig. „Je weet, dat
ik het malligheid vind. Maar ik hoop, dat
je mag slagen in je nieuwe werkkring".
„Dank u, vader".
Automatisch aait ze Pietertjes kop.
Het is even stil in de kamer. Uit de keu
ken klinkt de stem van Gerritje, die de
kx-ant aanneemt.
Het leven gaat door, of zij er bij zal
zijn, of niet. Srtaks zal moeder de lamp
aansteken en de tafel dekken voor de
avondmaaltijd. Daax-na zal vader een sta
pel schriften nemen en gaan cox-rigex-en.
Zo is het al jaren gegaan; een vaste regel
maat, alleen onderbroken door de oorlog.
Toen die voorbij was, zijn alle oude ge
woonten als vanzelfsprekend weer opge
nomen. Nu slaat ook de pendule vijf sla
gen. De vader staat op.
,,'t Is tijd!" Het klinkt als een vonnis.
Machteld bijt zich op de lippen. Ze heeft
naar dit ogenblik verlangd, er vux-ig voor
gevochten, het maanden en maanden voor
bereid. Nu het zover is, zou ze het liefst
alles ongedaan maken.
„Ik breng je naar de trein", klinkt haar
vaders stem. Verrast kijkt ze hem aan.
„Fijn", antwoox'dt ze dankbaar.
Vader zal nooit zaniken om besluiten,
die eenmaal genomen zijn. Hij heeft er het
zijne van gezegd, toen ze besloten had het
onderwijs vaarwel te zeggen. Ze weet heel
goed, dat het een teleurstelling voor hem
is. Maar zé" kan niet andex-s.
Vader is met hart en ziel onderwijzer.
Hij kan niet begrijpen, dat zij dit beroep
zonder meer opgeeft. Voor een gril, zoals
hij heeft gezegd.
Maar het is geen gril. Ze heeft het over
wogen en aan alle kanten bekeken. Ze
heeft genoeg van het leven op het eiland,
in deze kleine stad. Ze kan niet, als vader,
viex-maal per dag door de zelfde straten
naar het zelfde gebouw wandelen. Ze heeft
niet het engelengeduld, om steeds weer
nieuwe kindex-en in de beginselen der we
tenschap in te wijden. Ze kent de stad, ze
kent het eiland, tot in elke uithoek. Ze
kent de mensen en de steeds terugkerende
kleine gebeurtenissen. Het benauwt haar,
omdat achter het eiland de wereld ligt.
Een wex-eld, die zij niet kent, met mensen,
die haar vx-eemd zijn. Een wereld, waax-in
het leven gx-ootser is en rijk aan verras
singen.
Ze is onderwijzeres geworden, omdat
vader het wilde. Ze heeft jaren lang gepro
beerd als vader te leven. Het ging niet.
Nu heeft ze het roer omgegooid en vader
heeft er zich, na heel veel debatteren en
nog meer tegenwerkingen, bij neergelegd.
Een teleux-stelling blijft het voor hem.
In de gang voor de kleine spiegel plant
ze haar alpino scheef op de zwarte kx-ullen.
Nonchalant slaat ze haar lichte x-egenjas
over haar wollen mantelpak.
Moeder is haar gevolgd.
„Heb je nu alles, kind?"
Machteld knikt. Vader wacht bij de deur,
zijn hoed in de hand. De keukendeur wordt
open gesmeten en Gen-itjes omvangrijke
rokkenvracht vult de nauwe gang. Ze frorn-
melt nog gauw een pakje in Machtelds tas.
„Voor ondex-weg", zegt ze. „Zo'n lange
reis toch, juffrouw Machteld". Machteld
grijpt Gex-ritjes stevige, x-ode hand. Het
afscheid is moeilijker dan ze dacht.
„Goeie reis", wenst Gerritje en verdwijnt
naar de keuken. Ze begx-ijpt er niets van.
Wie geeft nu zo maar een goeie betrekking
op voor zo'n raar vak als fotograferen?
Dat is toch niets voor een vx-ouw?
„Neem aan het station een taxi", zegt
moedex-s vlakke stem. Het klinkt koel en
haar blond gezicht is onbewogen. Moeder
uit zich moeilijk.
„Doe Joke de gi-oeten".
Dan is alles ineens voox-bij.
Naast vader loopt ze over de Singel, door
de oude, be'--~n^ straten, naar het station.
„Voor het laatst", denkt Machteld. Het
heeft iets onherroepelijks. Als ze over veer
tien dagen een weekend ovex-komt, is ze
een vreemde. Dan hoort ze er niet meer bij.
Ze gaan langs de Abdij, die groot en in
drukwekkend opx-ijst in de schemerige
namiddag. Het is allemaal zo vertx-ouwd.
„Was ik er maar nooit aan begonnen",
denkt Machteld. „Kon ik maar omkeren".
Maar vaders regelmatige stap gaat on
verbiddelijk in de richting van het station.
„Ik ben blij, dat je Joke hebt in Amster-
dam", zegt hij plotseling. „Je zult haar
toch veel opzoeken?"
Machteld belooft het. Joke is haar vier
jaar oudere, getx-ouwde zuster. Vader had
graag gezien, dat zij bij Joke was inge-
tx-okken. Maar Joke's flat is te klein.
Machteld vindt het wel goed zo; als je
zesentwintig bent, wil je eindelijk wel eens
helemaal op eigen benen staan.
Ixx de kleine hal van het stationnetje
drentelt Machteld langs de reclameplaten,
terwijl vader een kaartje voor haar koopt.
Het is niet druk. Wat handelsx-eizigers en
arbeiders, die naar de kleine dorpen langs
de spoorlijn moeten.
Als ze op het perron komen, stoomt
juist de trein uit Vlissingen binnen.
„Hier, Machteld". Vader houdt het por
tier van een tweede klas coupé open en
helpt haar de hoge treeplank op.
Uit het neergeschoven x-aampje steekt ze
hem haar hand toe. Hij heeft een hekel
aan zoenen in het openbaar. Vertederd
kijkt ze naar zijn rechte, magere gestalte,
naar zijn bezorgde ogen achter de brille-
glazen. (Wordt vervolgd).