Minister en Staatssecretaris spreken
beweringen van de heer Reijers tegen
Visserij-varia
TYPEN
Brieven
aan de
redactie
Pasfoto's
Beschuldigingen tegen ambtenaren
onwaarachtig en onwaardig genoemd
De zaak Ment en
Gecompliceerde zaak
Nota van staats
secretaris van Oorlog
Vrijere markt voor
pond en franc
Sportieve Britse lof
voor Perzië's pleiters
Luidsprekers
INST. PONT
Lijfrente verzekering
Hollywood"
G. F. Dictus
PULLOVERS
DE BOER
MAANDAG 23 JUNI 1952
6
Karei Doorman
„getorpedeerd"
Mossadeq's mening
over oliegeschil
Wervelstorm nadert Japan
Concert in „Velserbeek"
SUCCESSCHOTELS (2.50 Glasverzekering
in één dag klaar
ONZE WEKELIJKSE
STER-STUNT
VAN HEINDE EN VER...
NAAR MAG. „DE STER"
De minister van Justitie, mr. Mulderije. en de staatssecretaris van Oorlog, mr. Kra
nenburg, hebben aan de voorzitter van de Eerste Kamer een tweetal nota's doen toe
komen naar aanleiding van de aan de Eerste Kamer gerichte nota's van het Eerste
Kamerlid de heer Reijers over de zaak Menten. Minister Mulderije verklaart onder
meer dat hij de tijd nog niet gekomen zou achten mededelingen te doen, ware het niet,
dat de lieer Reijers in zijn nota's ambtenaren met name noemt en hun handelingen
in een kwaad daglicht stelt. Dit noopt de minister reeds thans de betogen van de heer
Reijers te bestrijden, voor zover daartoe op het ogenblik de gegevens ter beschikking
staan. Hij stelt zich voor na ontvangst der dossiers meer in détails op deze zaak terug
te komen.
Tot goed begrip van de gecompliceerde
zaak Menten moet vooropgesteld worden,
dat men heeft te onderscheiden:
a) de politieke strafzaak Menten;
b) diens klacht terzake van te zijnen
nadele gepleegde diefstallen en andere
vermogensmisdr ij ven
c) diens vorderingen tot schadevergoe
ding terzake dezer vermogensmisdr ij ven
en terzake van het beheer over zijn vaste
en andere goederen, door het Nederlandse
Beheersinstituut gevoerd:
d) de klacht ingebracht tegen de raads
heer-commissaris bij het Bijzonder Ge
rechtshof te Amsterdam, die belast is ge
weest met het vooronderzoek in de poli
tieke strafzaak;
e) het gerechtelijk vooronderzoek tegen
de journalist terzake van smaad en bele
diging.
Omtrent de onderdelen d en e kan op dit
ogenblik nog geen mededeling worden ge
daan, aangezien het vooronderzoek in bei
de zaken thans nog niet is gesloten. Wel is
te verwachten, dat deze sluiting binnen
kort zal kunnen plaats vinden. Pas daar
na zal kunnen worden beslist of een straf
vervolging zal worden ingesteld.
De competentie
Thans zijn van belang de onderdelen b
en c, waarbij voor wat betreft het straf
rechtelijk onderzoek de justitie is betrok
ken. De vorderingen tot schadevergoeding
raken deels het departement van Oorlog,
deels dat van Justitie.
De heer Menten heeft de principiële
vraag van de bevoegdheid aan het oordeel
van het beroepscollege, bedoeld in het be
sluit F 292 onderworpen. Zou blijken, dat
deze zaak valt onder het besluit F 292, zo
dat zij uitsluitend het departement van
Oorlog aangaat, en zou de heer Menten
erin slagen de rechtmatigheid van zijn
vordering te bewijzen, dan zal ook volle
dige vergoeding moeten volgen. Zou echter
blijken dat de zaak onder het departement
van Justitie, respectievelijk met het Ne
derlands Beheersinstituut valt, dan zal
zijn vordering, zo die niet langs minnelijke
weg blijkt te kunnen worden geregeld,
door de gewone rechter moeten worden
beoordeeld, die daarbij zal hebben reke
ning te houden met de wet overheids-
aansprakelijkheid b'ezéttihgshandelingeh.
Het verwijt van de heer Reijers, dat de
in de Koninklijke Besluiten D 60 en F 292
voorgeschreven procedure niet is gevolgd,
is onhoudbaar, zo zegt de minister, omdat
eerst dient te worden uitgemaakt, of deze
voorschriften in dit geval wel van toepas
sing zijn.
Vorderingen van de heer Menten
Naar de mening van de heer Menten
waren enige bestanddelen van zijn vermo
gen te hoog gewaardeerd, zodat ook de hef
fing te hoog was berekend. Deze kwestie
is opgelost overeenkomstig de wensen van
de betrokkene. Hem is een bedrag van ruim
f 9.000.terugbetaald.
Wat betreft de klachten over het beheer
van zijn onroerende goederen, hetwelk door
het Nederlands Beheersinstituut aan een
hypotheekbank was opgedragen, zijn de
onderhandelingen nog gaande.
De beweerde vermissing van juwelen,
effecten en bankpapier valt niet onder de
bij het Nederlandse Beheersinstituut inge
diende vorderingen.
l?e kwestie der schilderijen
Onder aanspraken op schadevergoeding
speelt vooral een rol de kwestie van een
viertal schilderijen, welke omstreeks Kerst
mis 1946 zijn afgegeven aan en medegeno
men door een zekere Zagaiski.
Omtrent deze aangelegenheid bestaan
twee lezingen. De heer Menten spreekt van
diefstal. De Bloemendaalse politie verklaart
dat met instemming van de toen wel aan
wezige mevrouw Menten aan Zagaiski diens
eigendommen zouden zijn ter hand gesteld
bij wijze van minnelijk rechtsherstel. Welke
van de twee lezingen de juiste is, is voor
de civielrechtelijke vordering niet van be
lang, want ook in de lezing van de Bloe
mendaalse politie zal de staat de aanspra
kelijkheid voor het wegraken der schilde
rijen moeilijk kunnen ontkennen. Vast
staat, dat de afgifte en uitvoer hebben
plaats gevonden op onvoldoende bewijzen
van Zagaiski dat hij de gedepossedeerde
eigenaar van deze schilderijen was.
De onderhandelingen tussen het Neder
landse Beheersinstituut en Menten omtrent
het bedrag van de schadevergoeding zijn
tot dusverre niet tot een einde gebracht
kunnen worden wegens de moeilijkheid
van de vaststelling van de waarde dei-
schilderijen.
De minister wenst uitdrukkelijk mede te
delen, dat hem in deze generlei onjuiste
mededelingen zijn verstrekt door de direc
teur van het Nederlandse Beheersinstituut,
zodat de beschuldiging van de heer Reijers
aan diens adres volstrekt ongemotiveerd
is.
Beschuldigingen tegen ambtenaren
De heer Reijers, zo gaat de minister ver
der, heeft in zijn nota diverse ambtenaren
van justitie met name genoemd en hen be
schuldigd van het geven van valse voor
lichting, van overtreding van wet en ver
ordening, van grove plichtverzaking en
van het hebben van een verderfelijke
geestesgesteldheid. Niet de ambtenaren zijn
echter verantwoordelijk, maar de minister.
De aanval van de heer Reijers op de door
hem genoemde ambtenaren is daarom niet
fair; bovendien ontbreekt daaraan feite
lijke grondslag.
Wat de heer Reijers over de handelingen
van de raadadviseur mr. W. G. Belinfante,
de procureur-generaal mr. Van Dullemen,
de directeur van het Nederlandse beheers
instituut de heer De Vries, en de rechter
commissaris mr. Smits, in zijn nota's mede
deelt, is óf verdichtsel, óf verdachtmaking,
óf louter een hoeveelheid woorden dienen
de tot afkeuring van het door de staat in
genomen standpunt, waarvoor niet de
ambtenaren, doch de minister en de staats
secretaris van Oorlog verantwoordelijk
zijn.
Het onderzoek door de Haar
lemse rechter-commissaris
In de in de nota overgenomen brief van
de heer Reijers aan de staatssecretaris,
wordt gesproken over het ,.z.g. dossier
Smits, het dossier van het oppervlakkige
onderzoek, hetwelk de rechter-commissaris
te Haarlem zonder vertegenwoordiger van
het departement van Oorlog heeft "ge
voerd".
De minister merkt in de eerste plaats op.
dat de heer Reijers het dossier tegen de
onbekende daders van de vermogensdelic
ten niet kent. Zijn beschuldiging dat het
een oppervlakkig onderzoek bevat, is dus
uit de lucht gegrepen. De minister hand
haaft volledig zijn grote waardering vooi-
het onderzoek van de Haarlemse rechter
commissaris, mr. Smits, waarvan hij meer
dan eens liecft getuigd.
Deze rechter-commissaris heeft circa 180
getuigen gehoord. Er is alles gedaan, om
na vijf jaar de gebeurtenissen rondom het
huis van de heer Menten zo goed mogelijk
te reconstrueren en de daders der beweer
de diefstallen te achterhalen. Mr. Smits
heeft zoveel als redelijkerwijs mogelijk
was alle getuigen gehoord, welke de
heer Menten hem heeft verzocht te horen
en krijgt, nu het resultaat van deze ont
zagwekkende arbeid niet is geweest wat de
heer Menten zich daarvan had voorgesteld,
te horen, dat zijn onderzoek „oppervlak
kig" is geweest.
De heer Reijers ontzag zich niet in zijn
op 16 April 1952 in de Eerste Kamer ge
houden rede te suggereren, dat de instel
ling van de Haarlemse rechter-commissaris
is geweest de zaak in de doofpot te doen.
Nog schandelijker en voor de heer Reijers
zelf wel uiterst disqualificerend is echter
zijn insinuatie: „Men wilde evenwel de da
ders niet vinden".
Het verwijt dat bij het horen van ge
tuigen en potentiële verdachten in een ge
rechtelijk onderzoek ener strafzaak geen
vertegenwoordiger aanwezig is geweest
van een departement, dat civielrechtelijk
bij.de zaak is of kan worden betrokken,
getuigt wel van een volslagen gemis aan
kennis van het wezen ener instructie, aldus
de minister.
De heer Reijers schrijft: „Door het door
drijven van een ambtenaar van justitie,
mr. W. G. Belinfante, is wonderlijk ge
noeg dit onderzoek stop gezet". Dan volgt
„Het onrechtmatig optreden van deze
functionarisAfgezien van de feite
lijke onwaarheid van de beschuldiging is
het wel een naïeve veronderstelling, dat
een ambtenaar van justitie op eigen gezag
tegen de staatssecretaris zou zeggen: ..Zet
u alstublieft dat onderzoek van uw depar
tement stop" en dat die staatssecretaris
dat dan ook meteen doet.
De heer Reijers noemt de procureur-ge
neraal te Amsterdam „zeer bevooroor
deeld". Het oordeel van de procureur-ge
neraal, dat in de strafzaak tegen de on
bekende daders der vermogensdelicten
geen vervolging behoort te worden inge
steld, is uilgesproken op grond van het
geen het onderzoek had opgeleverd. Het
is juist de procureur-generaal geweest, die
reeds in 1950 het instellen der gerechtelij
ke vooronderzoeken bij de toenmalige
ambtsvoorganger van de minister bevor
derd heeft.
In de nota van de heer Reijers worden
nog diverse andere beschuldigingen tegen
de procureur-generaal geuit. Zo zou hij er
onder meer aan hebben medegewerkt het
Bloemendaalse politiecorps de hand boven
het hoofd te houden: hij zou de rechter
commissaris te Haarlem op ongeoorloofde
wijze hebben beïnvloed: hij zou zich be
ijverd hebben de uitlevering van Menten
achter het IJzeren Gordijn te bevorderen
teneinde aldus de beweerde, tegen de heer
Menten gepleegde wandaden te dekken.
Deze beschuldigingen zijn volstrekt uit de
lucht gegrepen. Zo is de toezending van
het politieke dossier Menten aan de rech
ter-commissaris te Haarlem geschied op
diens uitdrukkelijk verzoek.
De beschuldigingen tegen
het Beheersinstituut
Het Nederlandse Beheersinstituut heeft
op instructie van de minister over de vor
deringen van Menten onderhandelingen
geopend. De heer Reijers acht de wijze van
onderhandelen onbevredigend en meent
dat een tweetal posten voor directe uitbe
taling in aanmerking komen. Het Neder
landse Beheersinstituut ontkent de ge
grondheid van. de door de heer Reijers ge
noemde vorderingen van f 31.950.en
f 12.032.95, naar de mening van de mi
nister terecht. Hij acht geen termen aan
wezig deze posten aan de heer Menten te
doen betalen. Beschuldigingen van „kneve
larij" zijn dan ook van alle grond ontbloot.
Teneinde zijn nota niet te uitvoerig
te maken, meent de minister het voor
het ogenblik hierbij te moeten laten.
Hij wenst echter uitdrukkelijk te ver
klaren, dat het feit, dat hij niet op
alles wat de heer Reijers te berde heeft
gebracht, is ingegaan, niet betekent
dat hij de punten uit de nota van de
heer Reijers, welke thans niet worden
behandeld, als juist erkent. Zijn nota
zal, naar hij vertrouwt, voldoende zijn
om duidelijk te maken, dat de heer
Reijers, in zijn verlangen om de zaak-
Menten in het volle daglicht te stellen,
op onwaarachtige en onwaardige wijze
heeft gespeeld met de reputatie van
personen in overheidsdienst, die zulk
een bejegening allerminst verdiend
hebben. De hoogheid van het recht,
waarover ae heer Reijers zo gaarne
spreekt, wordt door zulk een optreden
niet gediend, zo besluit de minister.
De staatssecretaris van Oorlog, mr. Kra
nenburg, heeft eveneens een nota aan de
Eerste Kamer over de zaak Menten ge
zonden.
Tussen de heer Reijers en de staats
secretaris bestaan verschillen in opvatting
betreffende de wijze, waarop een vordering
in geld tegenover het ministerie van Oor
log door de heer Menten behoort te worden
geldend gemaakt.
Voor de heer Reijers staat vast, dat aan
de heer Menten ongeveer 3,5 millioen uit
de staatskas toekomt. De staatssecretaris
betwist deze vordering, voorzover zij een
erkend en inmiddels betaald bedrag van
250.000,te boven gaat.
In October 1951 diende de heer Menten
door middel van zijn raadsman bij het
ministerie van Oorlog een vordering in van
ongeveer 3,5 millioen. Deze vordering
was gegrond op een aantal feiten, welke
plaats gehad hebben in de woning van de
heer Menten te Aerdenhout kort na de be
vrijding in 1945, waarbij de B.S. betrokken
zou zijn. Zij behelsde vergoeding van een
grote verscheidenheid van goederen, welke
ten gevolge van deze feiten aan het ver
mogen van de heer Menten zouden zijn
onttrokken.
De staatssecretaris heeft deze vordering
persoonlijk aan een onderzoek onderwor
pen. Het bleek hem, dat de feiten, waarop
zij berustte, aan een grondig onderzoek
onderworpen waren geweest bij het ge
rechtelijk vooronderzoek, verricht door de
Haarlemse rechter-commissaris, mr. Smits,
legen de onbekende daders van door de
heer Menten aangegeven ontvreemdingen.
Vordering; gesplitst
De uit het gerechtelijk onderzoek geble
ken feilen gaven aanleiding om een split
sing te maken in de vordering. Enerzijds
werd een grote verscheidenheid van goe
deren als vermist opgegeven, waarvan in
derdaad vaststond dat deze door overheids
ingrijpen in 1945 aan het vermogen van de
heer Menten waren onttrokken. Hieronder
vielen linnen- en lijfgoederen, welke ter
beschikking kwamen van hospitalen en
H.A.R.K. en voorts grote hoeveelheden
levensmiddelen, zeep en dergelijke, welke
aan de noodlijdende bevolking ten goede
waren gekomen. Ook enig huisraad, zoals
servieswerk, was aan bepaalde instellingen
ter beschikking gesteld en niet of niet ten
volle in het vermogen van de heer Menten
teruggekeerd. Erkend werd, dat dit ver-
mogensverlies behoort tot de competentie
van het Commissariaat Oorlogsschade
krachtens het besluit F. 292.
Van andere goederen was het evenwel
aan gerechte twijfel onderhevig, of deze
wel ooit tot het vermogen van de heer
Menten hadden behoord en bovendien was
niet vast te stellen, zelfs indien dit het ge
val was, dat en hoe zij daaruit geraakt
waren. In ieder geval stond vast, dat zij
nimmer door de overheid aan zich getrok
ken waren, laat staan ten behoeve van het
ministerie van Oorlog in eigendom zijn ge
vorderd. Deze goederen zijn diamanten,
naar beweerd wordt, verborgen in een
autoband, welke weer in een ingemetselde
schuilplaats zou zijn verborgen geweest.
Voorts contant geld, Amerikaanse effecten,
waaromtrent ieder nader gegeven ontbrak,
en tenslotte een aantal kunstwerken, schil
derijen en plaatwerken, waarvan bestaan,
aard, waarde en uiteindelijke lotgevallen,
ondanks alle nauwgezette onderzoekingen,
in het duister zijn gebleven.
De staatssecretaris is van oordeel, dat de
vordering van de heer Menten, voorzover
op deze goederen betrekking hebbende, aan
het oordeel van de gewone rechter behoort
te worden onderworpen.
Schikking
Het standpunt van de staatssecretaris is
aan de partij-Menten medegedeeld. De
heer Menten heeft zich daarna enerzijds
tot het treffen van een schikking gewend
tot het Commissariaat Oorlogsschade. De
ze schikking is op onbekrompen wijze tot
stand gekomen voor een bedrag van
f 250.000.welke zijn uitbetaald aan de
heer Menten, die daarvoor het commissa
riaat kwijting gaf voor al zijn verdere
aanspraken, tenzij het ministerie van Oor
log bij nadere overweging termen mocht
vinden om nog andere posten door het
commissariaat te doen afhandelen. Zoda
nige termen zijn tot nu toe niet gevonden.
Anderzijds heeft de heer Menten even
wel appèl ingesteld bij de beroepscommis
sie van het Commissariaat Oorlogsschade.
Bij dit appèl vraagt de heer Menten vast
te stellen, dat ook het restant van zijn vor
dering door het Commissariaat Oorlogs
schade zal moeten worden afgehandeld.
Dit appèl is thans hangende. Indien de
heer Reijers tegen deze rechtsgang bezwa
ren heeft, dan kan hij deze beter inbren
gen bij de heer Menten dan bij de staats
secretaris. Het staat de heer Menten vrij
om het restant van zijn vordering onmid
dellijk bij de burgerlijke rechter aan
hangig te maken, aan wiens oordeel uiter
aard ook de staat gebonden is.
Het eerste deel van de marine-oefening
„Castanets" heeft admiraal Creasey's
vlootmacht, waarbij het vliegkampschip
„Karei Doorman" en de torpedobootjager
„Evcrtsen" zijn ingedeeld, geen lauweren
gebracht. Een vijandelijke raider wist,
handig gebruik makend van regenbuien en
nevels, die hem tegen vliegtuigverkenning
beschermden, te ontkomen en de „Karei
Doorman" werd, na Donderdagmiddag
reeds zwaar getroffen te zijn. bij een ver
rassende aanval van vijandelijke vliegtui
gen, Vrijdagmorgen om even over vijf door
een onderzeeboot tot zinken g'ebracht.
Daardoor mislukte ook de jacht op een
snelle vijandelijke mijnenlegger, die met
kwade bedoelingen voor de Schotse kust
was verschenen.
De „striking force", bestaande uit En-
gelands nieuwste slagschip, de 42.500 ton
metende „Vanguard", de kruiser „Swift-
sure" (8.000 ton), de „Karei Doorman" en
de jagers „Evertsen", „Cadiz" en „St.
Kitts", was Woensdagmiddag de Noordzee
opgestoomd op grond van een melding dat
een vijandelijke raider, komende van de
Atlantische Oceaan, tussen de Noordpunt
van Schotland en de Shetland-eiianden de
Noordzee was binnengedrongen.
Tot dusver kon vreemde valuta door het
bedrijfsleven hier te lande slechts worden
gekocht en verkocht op basis van de offi
ciële aan- en verkoopkoersen van de Ne
derlandse Bank. In dit systeem zal een
wijziging worden gebracht in dier voege,
dat de deviezenbanken met haar cliënten
in bepaalde valuta's zullen kunnen hande
len op koersen, liggende tussen de officiële
aan- en verkoopkoersen van de Neder
landse Bank.
De spreiding tussen de officiële koersen
zal iets worden vergroot. De handel met
de cliënten in bedoelde valuta's zal als re
gel geschieden op koersen, die tweemaal
per dag ter beurze tot stand zullen komen.
Op deze wijze zal er een vrijere koersvor-
ming op de contante valutamarkt zijn.
In de valuta's, die tot deze vrijere con
tante markt worden toegelaten, zal ook
handel op termijn door de deviezenbanken
onderling en met haar clientèle worden
toegestaan ter dekking van het koersrisico
op reële goederen- en dienstentransacties.
Hierdoor zal voor deze valuta's een vrijere
termijnmarkt tot stand komen. Gebroken
zal worden met het thans bestaande
systeem, waarbij alle termijncontracten bij
de Nederlandse Bank moeten worden over-
gesloten.
De invoering van deze maatregelen zal
aanvankelijk worden beperkt tot het pond
sterling en de Franse franc.
Er wordt de aandacht op gevestigd, dat
een en ander geen wijziging brengt in de
voorschriften ten aanzien van de vereiste
deviezen vergunningen.
In financiële kringen vraagt men zich af
of de volgende stap van de betrokken auto
riteiten wellicht zal worden de invoering
van een vrijere contante en termijnmarkt,
behalve voor het pond en de Franse franc,
ook voor de Amerikaanse dollar.
(door dr. E. van Raalte)
Sir Eric Beckett heeft Zaterdagochtend
bij de aanvang van zijn dupliek voor het
Internationale Hof uitstekend werk gedaan.
Ten eerste heeft hij uitermate gelukkige
woorden gewijd aan. zijn tegenstanders.
Dat was nu weer eens typisch voornaam en
sportief Brits op zijn best. De pleiter prees
niet slechts zijn tegenpleiter, prof. Henri
Rolin maar insgelijks de „agent" van Per-
zië, Navab, wegens de vriendschappelijke
en hoffelijke manier waarop zij waren op
getreden. En dit in een zaak, die zowel in
Engeland als in Perzië de gemoederen ge
ducht beroert. Dat iets dergelijks in zulk
een aangelegenheid mogelijk was, getuigde
voor het grote gezag dat het Hof geniet en
is tekenend voor de waarde, die dit college
als internationaal orgaan bezit, aldus Sir
Eric.
Gelijk al eerder vermeld heeft Perzië
betoogd, dat sommige van de Britse eisen
in dit geding niet-ontvankelijk zijn en dat
niet-ontvankelijkheid, althans voor dit In
ternationaal Gerechtshof, gelijk staat met
onbevoegdheid van het Hof tot rechtspre
ken. Daarentegen wilde Sir Eric aantonen,
dat men deze twee dingen niet over één
kam kan scheren. Ook niet in hét Volken
recht. En aangezien een Hof pas kan uit
maken of eisen niet-ontvankelijk zijn, wan
neer het Hof zelf bevoegd is tot rechtspre
ken, dient voor alles wat Perzië ge
tracht had te ontkennen eerst door de
rechters te worden uitgemaakt dat zij ter
dege bevoegd zijn.
In de strijd over het karakter, dat de
door Perzië in 1933 aan de Anglo Iranian
verleende olieconcessie zou bezitten (par
ticulier contract, zegt Perzië; een verdrag
beweert Engeland), meende Sir Eric een
punt te scoren door cr onder anderen op
te wijzen, dat de tekst van de overeen
komst deeï uit maakt van de notulen van
de Volkenbondsraad, die in 1933 er in
slaagde de twist tussen Engeland en Perzië
te doen eindigen. Iets dergelijks, opneming
van zulk een contract in de notulen is enig
in zijn soort, en wanneer men dan bedenkt,
hoe dit geschiedde, dan betekent dit de
erkenning door de Raad van het verdrags
karakter der concessie.
Onze Haagse redacteur heeft heden
ochtend dr. Mossadcq, de Perzische pre
mier, een aantal vragen gesteld. De eerste
betrof de aanhouding van de „Rose Mary"
in Aden. Dr. Mossadeq antwoordde hierop:
„Met betrekking tot de aanhouding van
de „Rose Mary" kan ik geen definitief ant
woord geven zolang ik niet de officiële ge
gevens over deze aangelegenheid heb. Of
schoon de aanhouding eigenlijk direct dc
eigenaar van de tankboot raakt, wil ik
hieraan toch wel toevoegen, dat ik hierin
een nieuwe daad van willekeur zie".
Vraag: Welke houding zal uw land aan
nemen als het Hof zich bevoegd verklaart
in het huidige proces?
Antwoord: Ik heb vol vertrouwen dat de
rechters ons recht zullen doen en het Hof
zich niet bevoegd zal verklaren in een zaak
die in wezen de nationale zeggenschap van
Perzië raakt. Ik weiger dan ook uw ver
onderstelling aan te nemen.
Vraag: En wat gebeurt er als het Hof zou
besluiten om de beslissing over de bevoegd-
heidsvraag meteen vast te knopen aan die
over de hoogste zaak zelf? (Hetgeen dus
zou betekenen, dat gewacht zou moeten
worden op de beslissing over de hoofdzaak
die eerst zou moeten worden bepleit).
Antwoord: Ik hoop slechts dat dit niet
zal gebeuren, aangezien dat zou betekenen
verlenging van een bedenkelijke toestand,
gelijk wij die nu beleven.
Op een volgende vraag luidde het ant
woord dat Perzië bereid is om aan welk
land ook olie te verkopen, aangezien het
zich er toe genoodzaakt ziet, gezien de fi
nanciële en economische moeilijkheden
waarin het verkeert.
Ziedaar hel belangrijkste van het onder
houd van hedenmorgen met dr. Mossadeq,
dat begon met vriendschappelijke woorden
van dank aan Nederland voor genoten gast
vrijheid.
Het Zuidelijke deel van het Japanse
eiland Kioesjioe wordt door een wervel
storm bedreigd. 10.000 woningen in het
district Foekoeoka staan reeds door zware
regenval gedeeltelijk onder water. De wind
wakkert aan tot stormkracht. Volgens de
'eerste berichten is ook in de districten Ka-
gosjima, Saga en Mijazaki schade aange
richt. Men gelooft, dat de orkaan heden
middag Kioesjioe zal hebben bereikt.
Tussen de exploitant van de theeschen-
kerij in het gemeentelijke park „Velser
beek", de heer G. Schoone, en enkele be
stuursleden van een Amsterdams muziek
gezelschap bestaat een jarenlange vriend
schap. De Amsterdammers zullen nooit
overslaan om minstens eenmaal des zomers
de theeschcnkerij te bezoeken. Zij komen
dan met de voltallige vereniging, benevens
verwanten en kennissen der leden.
Deze vereniging is „Amsterdams Accor
deongezelschap Excelsior", directeur de
heer P. van der Gerst. Ook ditmaal was het
per boot naar Velsen gekomen om er Zon
dagmiddag in de lommerrijk gelegen thee-
schenkerij te concerteren.
Maar de gasten troffen het ditmaal uiter
mate slecht met het weer, dat allesbehalve
zomers genoemd kon worden.
Het was er binnen in de kleine ruimte
gezellig druk. De muzikanten speelden
zonder opsmuk of show, maar hetgeen zij
ten beste gaven was tot in.de puntjes ver
zorgd, hetgeen in de eerste plaats te dan
ken was aan de voortreffelijke discipline
van het orkest.
In de loop der jaren hebben wij vele
accordeonclubs beluisterd, maar Franz von
Suppés ouverture „De mooie Galathéa"
bijvoorbeeld, hebben wij door nog geen en
kel ander gezelschap zo muzikaal horen
vertolken als door Excelsior. De vereni
ging is drie harmonica-orkesten rijk: de
jeugdgroep met leden tot twaalf jaar, de
jongerengroep en de zogenaamde „eerste
afdeling".
Bij allen was duidelijk hoorbaar wat
goede leiding kan bewerkstelligen. De eer
ste afdeling, waarin de vrouwelijke leden
zeer sterk vertegenwoordigd zijn, is goed
uitgerust met alle slagwerk-attributen.
Men speelt er geheel volgens de bezetting
van een harmonie-orkest, zodat tuba- en
trombonepartij evenzeer bezet zijn als kla
rinet en licht koper.
Geen wonder, dat „Excelsior" een ge
duchte concurrent is op de nationale con
coursen. Temeer daar het een dirigent
heeft, die de spelers geen „ronzebons-
muziek" laat instuderen, maar hen ook de
waarde van het betere genre leert begrij
pen. A. J. v. d. W.
Visschotels. De nieuwe folder van IJmui-
dens Bloei is uitgezonden naar alle leden
en alle windstreken. Volmaakt is ze niet,
maar ze ondervindt ook veel waardering.
Iemand van buiten de gemeente uitte
zijn verbazing, dat geen der adverterende
restaurants reclame voor zijn visschotels
heeft gemaakt. De adverteerders zullen
daarvoor ongetwijfeld een uitnemende re
den hebben. Maar het wekt grote voldoe
ning, in uw blad van Zaterdag te lezen,
dat er wellicht een visrestaurant in wor
ding is.
Wat zijn in Engeland de fish-and-chips-
winkels niet geweldig in trek. Wanneer,
naar dit voorbeeld, hier een restaurant
kwam, waar slechts drie artikelen ver
krijgbaar waren: gebakken visfilets van
prima smaak, gebakken aardappelen en
bier, waaraoor de bevolking van .de vele
honderden autobussen, die IJmuiden jaar
lijks aandoen, zonder veel. oponthoud en
kosten een warme maaltijd zou kunnen
worden voorgezet, allicht dat dan een er
gernis werd weggenomen, deze: dat men
hier geniet van wat IJmuiden biedt, doch
elders gaat eten.
Hoogachtend.
VAN MEGCHELEN secretaris
„IJmuidens Bloei".
Het Haagse gerechtshof heeft arrest
gewezen in een twintigtal strafzaken tegen
functionarissen van speelclubs. lp de meeste
zaken werden door de politierechter gewe
zen vonnissen Van 25 tot 1000 gulden boete
en voorwaardelijke straffen van 10 dagen tot
6 maanden gehandhaafd.
De burgemeester van Venetië arriveert
Woensdagavond in de hoofdstad en zal dan
een deel van de feestelijkheden ter gelegen
heid van het 320-jarig bestaan van de
Amsterdamse universiteit meemaken.
Handel blijft voorzichtig. Een voor-
zichtig-inkopende handel liet cle visprijzen
ook Zaterdag nog niet veel vrijheid om te
stijgen: over de hele linie hield de markt
zich op deze laatste dag rustig. Alleen ma
kreel hield zich stevig op de oude koers:
f 16-f 17 per kist. Tong bleef vasthouden
aan de standaardnoteringen van f 2 tot
f 1,95 voor de lappen en f 1,10 tot f 1 voor
de rest. Er was heel wat schol aan de
markt van ettelijke botters en kotters,
waarvoor f 20 tot f 12 is betaald voor de
tweetjes en f 13 tot f 9 voor de drietjes.
Wijting en braat hielden zich best en
braatschelvis bracht het in dc laatste af
slag zelfs tot het lieve bedrag van f 40 per
kist.
Claesje mocht niet klagen. Een wcek-
reisje van de „Claesje" werd Zaterdag,
dank zij het feit, dat het trawlertje als
enige onder zijn soortgenoten voor de af
slag verscheen, met f 9590 beloond. Van
de loggers werd de KW 37 met f 5750 de
beste en de Wieringer Wiron (IJM 208)
gaf op deze sector de toon aan met f 5180.
Vandaag drukte genoeg. Het ging er
vanmorgen weer een beetje op lijken: de
IJmuidense Maandagmarkt had een flink
aantal schepen te gast en vooral de loggers
waren goed vertegenwoordigd. In de vroeg-
beurt lagen de KW 24, 57 en 41 met 135
manden kabeljauw, 25 schol, 160 wijting,
15 ponen, 160 stuks stijve, 5 manden tar
bot, 1 kist makreel en 80 kisten schelvis.
De Vios kwam als grote broer 280 kisten
gestripte wijting brengen plus 650 makreel,
70 varia, 35 stijve kabeljauwen, 5 kleine
kistjes haring en vijf kisten poon. Hij werd
gesecondeerd door dc Duyvis, die 800 kis
ten makreel, 30 wijting, 60 stijve, 20 kleine
kistjes haring, 20 poon en 30 kabeljauw
en gul naar huis bracht. De Antje had een
buit van 130 kisten schelvis en piepers, 200
makreel en 70 diversen bij zich en het
kwartet werd gecompleteerd met de Bloe-
mendaal, die 400 kisten onder de luiken
had, waarvan 350 blauwpijpjes. In de late
beurten lagen zeven loggers met in totaal
20 manden schelvis en piepers, 140 kabel
jauw en gul, 95 varia, 35 radio, 10 poon,
3200 kilo tong, 192 kisten schol en 85 wij
ting. Dertien kotters raakten tenslotte hun
7000 kilo tong, 400 manden schol en 50
manden varia kwijt, al ging het wel eens
moeizaam.
Morgen minder. Tot en met de Zon
dagmiddag was er nog geen taal of teken
ontvangen van eventuele gegadigden voor
de Dinsdagmarkt. Theoretisch zouden de
Tzonne en de Limburgia aan de markt
moeten verschijnen: de schepen vertrok
ken respectievelijk de 11de en dc 12de Ju
ni ter visserij.
En dc rest? Bovendien bevonden zich
de volgende schepen nog'op zee: Flamin
go (13 Juni), Schoorl (13 Juni), Polder
man, Eli, Petten, Bloemcndaal en Wiron
III (14 Juni), KW 9 48 64 69 89 91 95 114
169 (16 Juni); van Hattum en Abraham
(17 Juni), HD 79 87 (18 Juni), Haarlem,
Eveline, Herman en Shamrock (19 Juni),
Norma, Thorina, KW 83 (20 Juni), Medan
en Hoop (21 Juni).
Nieuwe baas. De kotter VD 60 is door
zijn reder-eigenaar J. Molenaar uit Volen-
dam verkocht aan de heer G. van Duyven-
bode te Katwijk. Het schip is inmiddels
onder de nieuwe baas al naar zee gegaan.
In en uit. Zaterdag kwamen binnen:
de IJM 5 229 276 230 11 277 272 24, RO 46
29 3 2 15, Katwijk 37 12 240 94 53 77 17 27
30 108 107 24 34 31 166 16 125 84 57 41,
AM 16 18 17, SCH 135, Urk 57 1 26 46 34
2 102 5, Hollandse mijnenvegers en 1
Engelse mijnenveger. Naar zee vertrokken
de „Kaczer" en de IJM 73 57, KW 22 7 29,
WR 7 67, UK 47 126 46 239 34 57 1 2 72
202, TX 39.
Tegenslag. De kotter Hex (IJM 228)
moest de reis wegens een kapotte winch
afbreken. Met slechts 25 manden vis was
de pechvogel Zaterdag aan de markt.
Sumatra vordert. Op de Sumatra
(IJM 62), die al een half jaar in de vis
sershaven stil ligt, wordt hard gewerkt.
De trawler moest surveyen en een kost
bare revisie ondergaan. Men hoopt het
schip eind Juli, als het vei'se haringtrawl-
seizoen aanvangt, weer in de vaart te krij
gen.
C. van Wielink,
Arts
Duinvlictstr. 109, Velsen-N.
AFWEZIG TOT 2 JULI.
Collega's nemen waar.
DEKENS OVERTREKKEN
met uw stof in de maat
160/200 f 6.75, met bijleve
ring van zijde of satinet in
dezelfde maat f 24.75. Fa. J.
H. Oosterholt, Drieh.kerk-
weg 94, t.o. de kerk Driehuis
LION d OR
Morgen:
Pilaff.
BRUILOFT, partij, begelei
ding of compositie? Voor de
juiste muziek vanouds naar
Herman van Dokkum, Waal
straat 26, IJmuiden.
WONINGRUIL. Corn. Janus
en Zn., Stationsweg 81. Vel
sen. Vraagt inlichtingen.
Te koop SPARTA 125 c.c. m.
Nat. bewijs 1948, in prima
staat I 475. Adres te vern.
bur. van dit blad.
Als U op reis wilt d«n
koopt U ssn het loket
een kaartje. Maar als U
een piano, een motor
fiets of wèt dan ook
wrft verkopen
dén plaatst U een
LUIDSPREKER
Aanvang 1 Juli.
Aanmelden deze week.
Oude Gracht 71, Haarlem.
VERSCHOOR, Santpoort
Kerkcrinklaan 24. Tel. 8194
HOE BESTAAT HET!!! U
koopt nu of nooit compl. Eng.
huiskamer met groot dres
soir, 2 clubs. 4 stoelen en ta
fel voor f 419. 'T MEUBEL
HUIS, Zijlwcg 26—28, H'lem.
VERSCHOOR, Santpoort
Kerkcrinklaan 24. Tel. 8194
en Rolfilms
LANGE NIEUWSTRAAT 793
IJmuiden.
Tel. 4694.
Te koop: z. g. a. n. KANO
Ericsonsstraat 24, IJm.-W.
VOOIt BAKVISSEN
in 4 kleuren
OOK NU WEER:
Kcnnemerlaan 37
Tel. 4901
DE BESTE BRIL komt van
TROMPSTRAAT 16—18 TEL. 4938