Eens was het een
gelukkig gezin
Old fflaci
Dit maken we zelf
Inplaats van aardappelen
eet men macaroni
K.L.M.-stewardessen zijn
voortdurend in de wolken
Machteld Wisse,
fotografe
Tot maman het
angst-complex
ontdekte
Een badmantel
Maar zij staan met beide benen stevig op de grond
DE ITALIAANSE KEUKEN
ZATERDAG 28 JUNI 1952
10
Parijse silhouetten
Over beleefdheid
INBOEDELVEILING 15/16 JULI
FEUILLETON
(De misdaad op het eiland)
door Else Hofker
P a r ij s, Juni 1952.
Het was echt een ideaal gezin, altijd ver
eend in geluk en tegenspoed. Zo'n voor
beeld van huiselijke harmonie. Om eerlijk
te zijn een soms wat irriterend, want on
bereikbaar voorbeeld, dat je elkaar als
echtelieden wel verwijtend voor de voeten
werpt, wanneer er aan de eigen eendracht
bijwijlen eens wat schort. Hetgeen tenslotte
in de beste kringen voor kan komen. Be
halve dan bij hen. Bij hen viel nu nooit 's
een woordje en het leven kabbelde onder
hun dak voort als een vreedzaam Alpen
beekje. Een idylle. Ja, zo was het eens.
Nu is dit bolwerk van intiem geluk door
angsten geravageerd. En de oorzaak kan
worden samengevat in dat ene woordje:
psycho-analyse. De psycho-analyse waar
iedereen in Frankrijk vooral de laatste
maanden de mond zo overvol van heeft.
Ook die dame nu uit die ideale familie be
gon er op een kwade dag wat in te gras
duinen en toen duurde het natuurlijk niet
lang meer of ze had bij zichzelf en haar
gezinsleden allerlei afschi-ikwekkende com
plexen ontdekt waarmee ze vroeger zo
maar onopgemerkt verkeerden. Het arm
zaligste slachtoffer was wel het dochtertje.
Een meisje van een jaar of zeventien dat
op school en erbuiten altijd netjes had op
gepast, nooit een dag verzuimde of een
klas doubleerde en met vlag en wimpel
haar eindexamen passeerde. Haar leraren
voorspelden haar unaniem een brillante
toekomst. Ten onrechte. Want op datzelfde
moment nam haar mama een niet onge
vaarlijk angstcomplexje bij haar waar. De
vrees om de sprong te wagen. De sprong
in de maatschappij. Ze dorst eenvoudig
niet verder. Ze werd naar de psychiater
gestuurd. En een vol jaar lang werd ze
twee maal per week onder behandeling ge
nomen. Om toen eindelijk als genezen te
worden ontslagen. Ze durfde, zo jubelde
mama, nu weer ja tot de maatschappij te
zeggen. Maar het antwoord ^p dat jawoord
was nog al bedeesd. Na vele, langdurige en
soms wat vernederende, sollicitaties en
démarches vond 't dochtertje eindelijk een
heel klein baantje op een kantoor waar het
arme kind, met haar einddiploma in haar
tasje, nu alle dagen van de werkweek
postzegels op brieven zit te plakken.
Ik zal me als leek natuurlijk niet be
lachelijk maken met een uitspraak over
de waarde van de psycho-analyse. Maar
als ik zo 's om me heen zie het geci
teerde voorbeeld zou met verscheidene an
dere kunnen worden aangevuld dan
komt het me toch wèl voor dat deze we
tenschap hier in Frankrijk meer kwaad ge
sticht heeft dan verholpen. Want zonder
die wetenschap was het „complex" nooit
in de mode gekomen en dat dit „complex"
heel wat ellende heeft aangericht valt door
niemand die wat uit zijn ogen kijkt, toch
moeilijk te ontkennen. Aan zo'n complex
ligt, zo wordt onderwezen een (onder
drukt) angstgevoel ten grondslag en omdat
er ontelbare dingen zijn waarvoor je met
reden bevreesd zou kunnen zijn liggen
de complexen, om zo te zeggen, voor een
ieder opgeschept. Met wat fantasie en
actieve medewerking is het complex onder
ieders bereik. Niet dat ik zwaartillend wil
zijn, maar aan die huidige psychoanaly
tische rage zitten beslist toch een paar be
denkelijke kanten.
Flatteus en practisch. Dit reis-ensemble
waarbij een robe-manteau van jersey over
een zomerjurk van gestreepte zijde wordt
gedragen is ontworpen door Pierre
Bailmain, Parijs.
Kent u dokter Knock, die aanbiddellijke
figuur uit Jules Remains gelijknamige
toneelstuk? Die propageerde, zo zult u dan
weten, de voor hem lucratieve opvat
ting dat elk gezond mens een patiënt is die
alleen nog niet weet dat hij ziek is. Zo'n
ziekte moet vaak eerst worden onthuld.
Misschien zit daar wel wat in, maar toch
zal de overtuigdste aanhanger van deze
theorie er niet in slagen mij een dubbele
beenbreuk of zelfs maar een hartkwaal
aan te praten. Met complexen, waar ten
slotte geestesstoornissen uit voort kunnen
komen, is dat heel wat anders. Er schuilt
dan ook volgens mijn bescheiden mening
een niet zo denkbeeldig gevaar aan
de popularisatie van deze wetenschap.
Het moet helaas wel weer worden
gezegd dat de Franse kranten hier een
vlijtig woordje meespreken. Er is mis
schien weinig tegen dat in een krant ook
een medische rubriek wordt opgenomen,
maar een minimum aan ernst en verant
woordelijkheidsbesef van de zijde van zo'n
redacteur, lijkt dan toch wel gewenst. Er
zijn nu eenmaal onderwerpen van medi
sche aard die zich in een dagblad bezwaar
lijk laten behandelen. Maar als je leest
hoe hier door de pers ook de delicaatste
medische problemen worden toegelicht, on
der sensationele koppen en met een
weelde aan details, dan rijzen zelfs je
lekenharen te berge. Hoe sensationeler hoe
beter, want zo'n krant moet tenslotte op
straat worden verkocht. Een Parijs week
blad heeft zo onlangs een enquête van een
medisch vaktijdschrift voor zijn talrijke
duizendtallen lezers bevattelijk willen ma
ken. Die enquête handelde nu juist over de
psycho-analyse en zo was in dat artikel
natuurlijk ook overvloedig van diverse
angstcomplexen sprake. De angst, de ziek
te dezer eeuw, stond er vingervet boven
gedrukt. Er werden in het bijzonder zes
verschillende vormen van angst besproken
en stuk voor stuk werden ze zó sug
gestief voorgeschoteld om niet te zeggen
opgedrongen, dat je wel een ijspilaar moest
zijn om er niet wat van onder de indruk
te komen. En dan nog maar één stapje en
je hebt je „complex" of „psychose" te pak
ken. Zo oppervlakkig gezien is het mis
schien wel mooi dat de vorderingen der
wetenschap gelijke tred houden of ten
naasten bij met de ontwikkeling van het
publiek zodat iedereen nu óók over psy
chosen, complexen en geestesstoringen mee
kan praten. Maar aan de andere kant vraag
ik me toch óók wel af of die (vaak wat
onvoldoend verteerde) kennis het geluk
en de rust van velen soms niet bedenke
lijk bedreigt.
ève.
Op uw vrouwenpagina las ik over de
z.g.n. vriendelijkheidsactie in Frankrijk,
die men hier ook wil na-apen, en wel voor
14 dagen. Ik moge hierbij onze natié eens
in overweging geven, dat vooral te doen,
doch niet slechts voor 14 dagen. Het valt
mij, lang buitenslands gewoond hebbend,
meermalen op, hoe weinig égards de Ne
derlander heeft voor zijn landgenoot, en
vooral valt het menigmaal op hoe een win
kelier er twee soorten bejegening op na
houdt, één voor zijn kopers, en één voor
zijn verkopers, vertegenwoordigers van
andere firma's.
Nu wil zelfs het geval dat ik, in één der
filialen van een bepaalde firma hier ter
stede een nogal grote klant ben, tegelijk
trachtte op het hoofdfiliaal de leverantie te
verkrijgen voor mijn handelsartikel, waar
voor ik uitdrukkelijk de chef persoonlijk
moest spreken. Het verschil tussen de beje
gening door de verkoper in het filiaal en
de bejegening door de chef zelf, die niet
wist in mij als vertegenwoordiger tevens
een goede klant van zijn eigen firma voor
zich te hebben, was wel zo in het oog-
lopend, dat slechts de reputatie van mijn
eigen firma, die ik heb hoog te houden, mij
ervan weerhield, de man er op attent te
maken. Een en ander hield echter mijn ge
dachten nogal vast, tot ik in bijgaand be
richtje een aanleiding zag, er in het alge
meen belang eens de aandacht op te vesti
gen. U geachte redactie hierbij beleefd dan
kend voor de verleende plaatsruimte, tekent
EEN HANDELSMAN
Na een koele duik in het frisse nat zult
u weer heerlijk op temperatuur komen in
deze gezellige, warme badjas. Op het ogen
blik is het half-lange model zeer in de
mode, dus geef ik u het patroon hiervoor.
Natuurlijk kunt u dit patroon ook gebrui
ken wanneer u een lange mantel prefereert,
u behoeft dan niets anders te doen dan het
patroon te verlengen. De maten van dit pa
troon zijn bovenwijdte 100, ruglengte 40,
hele lengte 95 cm. De mouwlengte is 60 cm
(maat 44).
Nadat we weer allereerst het patroon
van papier gemaakt hebben, leggen we de
patronen op de stof zoals de tekening dit
duidelijk aangeeft. De stofberekening is ge
maakt voor een stof van 140 cm breed, u
hebt dan 2 m. nodig. Badstof is. voor dit
kledingstuk wel de meest geschikte stof,
omdat dit goed tegen water bestand is.
Maakt u echter dit model van stof die 90
cm breed is, dan hebt u ongeveer 3y2 m.
nodig. Alle delen van het patroon worden
nu met naad uitgeknipt, daana rijgt u de
badjas in elkaar en past haar even. Als
alles goed zit, stikken we het in elkaar,
de hals en de gehele voorkant worden met
het tegenbelegstuk afgewerkt, de achterhals
met een schuine bies. De zijnaden worden
ongeveer 15 cm opengelaten voor het split,
dit staat wel aardig, maar natuurlijk kunt
u ook de hele zijnaad dichtstikken als u
dat mooier vindt. Ik wens u veel succes
met het maken van deze badjas en hoop
dat u er veel plezier van zult hebben.
ADVERTENTIE
Verkooplokaal NOTARISHUIS
Dir. W. N. WOLTERINK
Bilderdijkstraat bij de Zijlweg
Haarlem - Tel. (K 2500) 11928
Inzendingen van huisraad worden dagelijks
aangenomen. Eigen afhaaldienst
In de meeste beroepen is het zó, dat de
keuze al op de schoolbanken wordt ge
daan en dat gewoonlijk de vakopleiding
onmiddellijk volgt op de schooljaren. Bij
de stewardessen van de K.L.M. gaat dit
allerminst op en van de circa tweehonderd
vrouwen en meisjes, die in de K.L.M.-toe
stellen rond de wereld vliegen, treft men
er aan uit de meest verschillende beroepen
afkomstig. Voor een deel ligt dat wel daar
aan, dat men de aanvangsleeftijd langza
merhand hoger is gaan stellen wegens de
zeer grote verantwoordelijkheid die van
een stewardess wordt gevraagd. Voor een
deel ligt het ook daar aan, dat dit een nieuw
beroep is, waarvan nog geen traditie be
staat, en waartoe vrouwen en meisjes van
allerlei aard zich voelen aangetrokken. Op
zichzelf is het heel interessant te constate
ren, dat dit beroep voor de bakvis een bij
zonder grote aantrekkelijkheid blijkt te be
zitten volgens de gegevens van de bureaux
voor beroepskeuze, maar dat er tenslotte
maar weinig meisjes terecht komen, die
juist deze werkkring op 15- of 16-jarige
leeftijd hebben geambieerd. En juist omdat
de redenen waarom en de wijze waarop
deze tweehonderd vrouwen bij de K.L.M.
zijn terechtgekomen zo zeer uiteen lopen,
heb ik mijn keuze doen vallen op die ene,
die ik als kind al heb gekend.
Als kind van dertien jaar was zij een op
vallend schrander kind dat bijzonder ge
makkelijk leerde. De allereerste keer dat
ik haar zag zat zij gebogen over de open
geslagen Bos-atlas: de natuurkundige kaart
van China voor zich. En tussen het gesprek
van haar Moeder en mijzelf murmelde die
kinderstem een geluidsgrond van namen
van rivieren en bergketenen. Zó gauw, dat
ik mij nauwelijks kon voorstellen dat die
veelomvattende les werkelijk geleerd kon
zijn, werd de atlas dichtgeslagen, en ik kon
de vraag niet weerhouden: „Heb je dat zó
gauw geleerd?"
„Natuurlijk", antwoordde de klare kin
derstem met een tikje hautaine minachting
over mijn verbazing, „ik denk maar dat ik
er overheen vlieg."
Zij wilde medicijnen studeren, de kleine
Johanna Baudet, dat stond vast. Daarom
had zij alles op alles gezet om naar het
gymnasium te mogen. Medicijnen studeren,
arts worden, in die capaciteit de mensheid
dienen. Ze wist het heel precies, heel
scherp afgebakend. Maar toen het eind
examen achter de rug was, toen was het
1943 en van studeren was geen sprake. Dan
zolang maar als leerling-verpleegster, wat
zij daar leerde zou in ieder geval later te
pas komen.
Onrust na de oorlog
Met de bevrijding kwam ook de moge
lijkheid van een versnelde studie voor wie
niet op tijd hadden kunnen beginnen, maar
voor de tweede maal wilde het lot het an
ders: de ontberingen uit de oorlogstijd, de
spanningen en het zware ziekenhuiswerk
spanden samen om voor een ziekte, die nor
maal misschien een paar weken zou hebben
gekost, vele maanden van nietsdoen nood
zakelijk te maken: voor de spoedopleiding
medicijnen was het nu te laat. Wat dan?
Het enige positieve in die dagen was wel
licht de onrust, die iedereen te pakken had,
dié vijf jaren binnen de landsgrenzen op
gesloten had gezeten. En in die stemming
besloot zij, onder andere, ook bij de K.L.M.
eens om inlichtingen te vragen, zonder
vèel verwachting overigens. Maar zie, het
onverschillige vragen om inlichtingen bleek
meteen een test te zijn waar deze niets
vermoedende candidate met vlag en wim
pel door kwam. Voor zij eigenlijk wist wat
er aan de hand was, zat Johanna Baudet
op de K.L.M. opleidingscursus, die toen nog
in Wassenaar werd gehouden. En toen be
gon het leven. Binnenlandse vluchten eerst:
naar Leeuwarden en Eindhoven. Daarna
iets verder van honk: Brussel, Londen,
zélfs Zürich, en toen, in '47, Indonesië en
New York. Van die tijd af altijd op de
trans-continentale lijnen, sinds de laatste
twee jaar op Zuicl-Amerika.
Terwijl ik met stijgende verwondering
zit te luisteren naar hetgeen er allemaal
komt kijken eer je een goede stewardess
bent, naar hetgeen er allemaal te doen
valt op zo'n vlucht, stijgt ook mijn bewon
dering voor de persoonlijkheid, die zich
door dit werk heeft ontwikkeld. Want het
gaat heus niet alleen om het serveren van
smakelijke hapjes al valt het niet mee
een uitgebreid diner te serveren aan dertig
tot veertig mensen zonder restaurantkeu
ken, zonder al die hulp die in elk goed res
taurant onzichtbaar achter de schermen
voor gasten en bedienend personeel aan het
werk is. Het gaat hier om veel meer: om
het handhaven van de goede geest aan
boord en hoeveel tact en geestelijk over
wicht daarvoor nodig is, dat kan ik U hele
maal niet vertellen. Want er zijn altijd
moeilijke passagiers, en er zijn altijd moei
lijke problemen: niet alle stoelen zijn even
comfortabel of bieden een even prettig uit
zicht. Niet iedereen zit naast degene van
haar of zijn keuze, er worden wel eens ver
gissingen gemaakt met het reserveren van
plaatsen of bedden. De reis verloopt, ten
gevolge van ongunstige weersgesteldheden,
niet altijd precies volgens de dienstregeling
en vooral op de lange trajecten moeten de
passagiers soms worden beziggehouden als
kleine kinderen. Voor de ene groep passa
giers is het vieren van de eerste tocht over
de evenaar vanzelfsprekend en hogelijk ge
waardeerd, bij een andere groep zou het
helemaal fout zijn zelfs maar over zoiets te
reppen. Elke nationaliteit houdt er zo haar
eigen begrippen op na van service en be
leefdheid en wat er wèl en niet tot het werk
van een stewardessTioort. En ik kan u ver
zekeren, het valt niet mee al die kleine
menselijke knopen te ontwarren, zonder
dat iemand merkt, dat er knopen zijn ge
weest of dat er iets ontwaard wordt. Voor
al, wanneer je soms 30 uur niet uit de kle
ren bent geweest en een etmaal lang nau
welijks gelegenheid hebt gehad om even te
zitten.
Stewardessen-vereniging
Er is nog veel meer: er zijn ook die circa
200 collega's, samengevat in de Vereniging
van Stewardessen. Mejuffrouw Baudet is
nu presidente van die vereniging en heeft,
in die functie, te maken met het streven
naar een C.A.O., met alle arbeidsvoorwaar
den en -problemen, die bij elk groot bedrijf
nu eenmaal voorkomen. Er is natuurlijk
ook de prettige kant: de hele wereld is haar
winkelstraat en dat deze jonge vrouw zo
goed gekleed is en zo in de puntjes ver
zorgd, dat dit mogelijk is op een goed, maar
ook weer niet extravagant salaris, dat
hangt natuurlijk samen met dit leven
boven de wolken: vandaag thuis, morgen
in Basra, in Rio, in New York of in Bagdad.
Heel zwaar, heel inspannend werk, maar
ook, heel veel vrije tijd. Voortdurend kli
maatwisselingen van dag tot dag, waarvoor
men een ijzersterk lichaam moet hebben,
zeer onregelmatige werk- en rusttijden, om
van de maaltijden maar niet eens te spre
ken. Ook daarvoor is een ijzersterk gestel
onmisbaar.
De hele wereld kennen, alle landen, alle
volken, de aarde onder iedere hemel en
Fleurig vacantie-jurkje van kleurechte, be
drukte katoen met een apart dessin in
verschillende tinten rood en grijs op een
witte ondergrond.
elk sterrebeeld, alleen nooit: de geborgen
heid van het huiselijk leven. Nooit?
Ach, elk jaar trouwt ongeveer 30 °/o van
de K.L.M.-stewardessen. Met millionnairs
uit Argentinië of Voor-Indië? Stel u gerust,
een enkele mag eens een passagier tot echt
genoot krijgen, heel wat zijn bestemd voor
K.L.M.-personeel. U ziet, er is toch zo iets
als gerechtigheid: al die mooie, charmante,
aardige gastvrouwen voor de mannen die
ze rondom de wereld vliegen, boven de
wolken. ELKA SCHRIJVER
(Van onze correspondent in Rome)
Bestaat er een Italiaanse keuken, zoals
er zeer zeker een Franse keuken bestaat?
Neen, maar Italië heeft en daar zijn
historische redenen voor een groot aan
tal gewestelijke keukens. Tussen Turijn,
waar gesmolten kaas de basis vormt van
heel wat schotels en het Palermitaanse
,jZuur-zoet konijn", bij welks bereiding
aubergines, olijven, appeltjes, selderij, ho
ning, citroensap en gebakken amandelen te
pas komen, is een enorm verschil. Voor wie
vooroordelen weet te overwinnen, is een
reis door Italië steeds ook een culinair ge
not, daar niet alleen iedere streek, maar
zelfs iedere stad, ieder dorp, zijn spe
ciale schotels heeft en. niet te vergeten
een plaatselijke wijn. Wie daarmee kennis
wil maken, moet zich natuurlijk onttrekken
aan de routihemaaltijden der hotels en grote
restaurants en de plaatselijke opzoeken,
waar de inwoners van de stad verkeren.
In de regel stellen Italianen veel belang
in de edele kookkunst, vooral de mannen,
die er meestal aan te pas moeten komen,
wanneer er iets bijzonders moet worden
klaargemaakt.
Vreemdelingen vei-bazen zich er vaak
over, dat de klanten in een Italiaanse win
kel (grotendeels ook mannen) zo kleine
hoeveelheden van alles kopen: een schijfje
ham, een half ons boter, twee ons aard
appelen, enz. De verklaring is, dat bijna
alle Italiaanse gerechten erg ingewikkeld
zijn van samenstelling.
Wij zullen ons thans beperken tot Rome
en tot de maaltijd van een doorsnee-
Romeins gezin, of wat hetzelfde is tot de
maaltijd in een echte, niet op vreemde
lingenverkeer aangewezen „Trattoria".
Daar het Italiaans ontbijt bestaat uit een
kopje koffie en (soms) een beschuitje,
neemt men de hoofdmaaltijd 's middags.
Nauwelijks komt men de „trattoria" bin
nen, of de kellner stelt, terwijl hij glazen,
servet, bord en een grote karaf water
brengt, de geijkte vraag: „droog of in bouil
lon?" Dat slaat op de macaroni. „Daar heb
je dus die onvermijdelijke macaroni.", zegt
de lezer, wanende dat Italianen niet anders
kennen.
Maar de macaroni heeft in het Itali
aanse dieet hetzelfde doel als de aardappe
len in het onze. Er zijn tientallen soorten
macaroni en daarvan maakt men een groot
aantal soepen en een nog groter aantal
„droge soepen". Als echte Romeinen eten
wij 's middags „droog". Dat betekent: kie
zen uit ten minste tien droge macaroni-
gerechten, elk op een bijzondere wijze be
reid.
Maar er is één algemene regel, waar
tegen men ten Noorden der Alpen steeds
zondigt. Macaroni wordt niet met koud
water opgezet, doch in kokend water, van
te voren reeds gezouten, en ze mag slechts
enkele minuten koken. Te gare macaroni,
een soort stijfsel, zal geen Italiaan aanroe
ren.
Een echt Romeins gerecht is „fettucine
all'uovo" (lintjes uit met eierdooier ge
mengde macaroni).
De lintjes worden zes minuten gekookt
en opgediend met een sausje van vlees
bouillon, kippenlevertjes, nanekammen,
paddestoelen, alles te zamen op een klein
vlammetje gekookt. Het geheel wordt be
strooid met Parmezaanse kaas. Eenvoudi
ger zijn „spaghetti alla matriciana": Dit
zijn „touwtjes" waarover een sausje gaat
van fijngehakte gebakken uien, stukjes spek,
reuzel, 9tukjes verse tomaat en peper. Over
spaghetti strooit men geraspte schapenkaas.
Op dat eerste gerecht volgt een vlees
schotel en daar begint voor de vreemdeling
die reeds moeizaam worstelde met de lange
slierten der „spaghetti" een tweede pro
bleem.
De Romeinse keuken kent geen boter
en alle vlees wordt in olijfolie gebraden.
Voor wie er eenmaal aan gewend is de
edelste materie, die men zich denken kan.
Ernstiger is, dat de Italiaanse runderen
iets karbouwachtigs hebben en dat men dus
geen malse biefstukjes moet verwachten.
Het beste houdt men zich aan kalfsvlees,
maar een waar genot is het Romeinse
„abbacchio", het piepjonge lammetje. Reeds
Yuvenalis heeft het Romeinse lammetje be
zongen.
Een door een Romeinse kok of huisvrouw
met een weinig zuivere olie in de oven
langzaam gebraden stukje lamsvlees, toe
bereid met een ietsje knoflook en wat ro
zemarijn, en begeleid door een paar kleine
nieuwe aardappeltjes, is een spijs voor de
goden. Een goed glas frascati-wijn (alles
is duur in Italië, behalve wijn) gaat er
mee samen. Een ander uitstekend Romeins
gerecht is het „ritto misto". De Romeinen
zijn internationaal bekend voor hun mees-
sterschap in het „friggere" (bakken). Een
goede „fritto" vraagt zorg. Men heeft nodig
wat kalfs- of lamshersenen, ruggemerg
van kalf of lam, lamslever, stukken artis
jok, zonder doorn en eventueel een paar
schijfjes appel. Al deze zaken worden ge
paneerd, ondergedoken in een pannetje met
geklutst ei en onmiddellijk daarop in ko
kende reuzel weinig minuten gebakken,
waarna ze op grauw papier even moeten
uitlekken en drogen voor ze worden op
gediend. Er zijn natuurlijk in de Romeinse
keuken nog tientallen andere uitstekende
gerechten.
Na de vleesschotel volgt öf een stukje
kaas öf een of andere zoetigheid en daarna
fruit, dat Italië in overvloed voortbrengt
wat men aan de prijzen niet zou zeggen!
Voor wie in een restaurant eet, is er weinig
verschil tussen het middag- en het avond
maal, dat nooit voor half negen wordt ge
nuttigd. Het Romeins gezin pleegt des
avonds de vleesschotel over te slaan of te
vervangen door een omeletje.
Het is anders dan bij ons. Maar is het
slechter?
13)
Nu richt Cripps zich helemaal tot Mach
teld.
Wij hebben je hulp nodig, zegt hij een
voudig. Jij kent Zeeland. Welke plaats,
welk eiland zou jij, als je smokkelde, uit
kiezen? Ik bedoel, er zijn toch duinen,
bunkers en wat al niet meer, waar goede
ren bewaard kunnen worden.
Lieve help! Machteld trekt haar wenk
brauwen op. Ons goed, oud eiland. Maar
Michel, daar is geen sprake van.
Zeg dat niet, valt Kees Zomers in.
't Ligt vlak bij België. Als ik me niet ver
gis, halen heel wat bewoners hun voorraad
uit Antv/erpen.
Ja, dat is wel zo, maar smokkelen.
Machteld denkt na. Walcheren ken ik
door en door. Als er gesmokkeld zou
worden, dan moet het langs de kust gebeu
ren. Maar ik zou beslist niet weten, waar.
Walcheren, herhaalt Fred Murphay,
en hij radbraakt de naam zo, dat Rita in
een lach schiet. Dat is toch dat kapotte
eiland?
Het is allang weer hersteld, maar
juist daarom. Er staat vrijwel nog geen
boom. De wegen liggen open en van mijlen
ver kun je de boerderijen zien liggen. Dat
zou toch te veel in de gaten lopen, als men
het daar deed. Bovendien kennen de men
sen elkaar allemaal.
Ik zou er toch wel graag eens een
kijkje nemen, zegt Michel. Vooral langs de
kust. Is er breed strand daar? Waar heb
jij gewoond, Machteld?
In Middelburg, maar dat ligt midden
op het eiland. Vlissingen is volgens mij
uitgesloten. De westkust ook, met die sterke
stroming. Daar is bovendien geen 9trand.
Zomers verheft zich steunend uit zijn
gemakkelijke stoel en gaat naar de boeken
kast. Met een grote atlas keert hij terug.
Kijk, zegt hij tegen Murphay. Dat is
Walcheren.
Fred en Michel worden enthousiast.
Als ik smokkelaar was, zegt Murphay,
dan opereerde ik hier. Hij wijst naar de
noordkant van het eiland. Aan alle kan
ten water, veel duinen en weinig dorpen.
Nu lacht Machteld hardop.
Nee, nee, dat is onmogelijk. Zeker
dat handjevol bewoners van Vrouwenpol
der en Serooskerke.
Ze denkt aan het zomerhuisje van haar
vader, dat ze sinds de bevrijding weer in
gebruik hebben genomen. Wonder boven
wonder heeft het de bezetting van de Duit
sers doorstaan.
Ze denkt aan haar meisjesjaren, toen ze
daar bivakkeerde, aan haar zwerftochten
door de duinen, aan het stille Vrouwen
polder, waar ze elke inv/oner kent.
Je hebt te veel fantasie, Michel. De
mensen daar smokkelen niet: Ze leven van
hun arbeid en wat de aarde hun aan goeds
schenkt. Nee, met smokkelen moet je niet
bij die goeie Zeeuwen aankomen.
Niet de Zeeuwen, zegt Fred. Er zijn
toch ook wel vreemdelingen daar?
Machteld schudt het hoofd. In die
buurt niet. Nu ja, 's zomers zijn er bad
gasten en Veere is een internationale be
zienswaardigheid. Maar om te smokkelen
moet je verstand hebben van het water;
de stromingen kennen in de Noordzee en
in de zee-armen. Je moet de weg weten
in de duinen en die leer je, zeker op het
ogenblik, niet kennen, want er is veel ver
boden gebied.
Machteld raakt op dreef. Ze vertelt van
haar geliefd eiland, van het prachtige, bre
de strand in het Noorden, van de zeldzame
duinenrij en de verwoestingen, die de
Duitsers aanbrachten.
Die verdedigingswerken, staan ze er
nog?, informeert Michel.
O ja, een massa bunkers. Ze hebben
het hart van de duinen vernield.
Ik wil er toch eens gaan kijken. En
dan een serie opnamen nemen van het
strand en de duinen. Is het te doen, op een
dag heen en weer met een auto?
Och ja, als je heel vroeg weg gaat.
Haal je het niet, dan kun je bij mijn ou
ders logeren.
Dat is prachtig. Fred knikt tevreden.
Kun je Machteld een dag of wat mis
sen?, vraagt hij aan Zomers.
Die knikt, maar niet van hai-te.
Een paar weken terug hebben Fred en
Michel hem in vertrouwen genomen en hij
vindt deze onderneming voor dat argeloze
kind toch wel wat gevaarlijk. Jammer, dat
die dure vriend er tussen zit. Je weet niet,
hoe het met Machtelds hart is gesteld.
Vrouwen zijn zo wonderlijk op dat punt.
Er is geen bijzonder mooi licht, om
deze tijd van het jaar. Het is ook zo vroeg
donker. Machteld is er helemaal in.
Het beste lijkt mij, een dag van te
voren te vertrekken, bij mijn ouders te
slapen en de volgende morgen vroeg naar
Vrouwenpolder te gaan.
Gaat dat? Mirjam mengt zich nu ook
in het gesprek.
Ze zullen wel vreemd opkijken bij
jou thuis, als je met zo'n stelletje boeven
komt aanzetten.
Ze knikt plagerig naar Fred Murphay.
Oh, ik zal ze inlichten, van te voren.
Ze zullen veel te blij zijn, dat ze eens een
paar mensen zien, met wie ik samenwerk.
Al is het dan een stelletje boeven.
Zeer vereerd. Michel maakt een spot
tende buiging.
En als de smokkelgeschiedenis op
niets uitloopt, dan is er zoveel romantiek,
dat je daar je hele Amerikaanse krant mee
kunt vullen. Veere, bijvoorbeeld, dat zal
je landgenoten interesseren. Daar stap je
zo van de twintigste in de zestiende eeuw.
En wij hebben zelfs nog een onderaardse
gang, al is die op verschillende plaatsen
ingestort.
Weer ligt er een intense spanning in de
ogen van de beide Amerikanen.
Waar is die gang? informeert Michel,
kwasi onverschillig.
Ergens in de duinen komt hij uit. In
de veertiende eeuw, precies weet ik het
niet meer, heeft er in de buurt van Veere
een kasteel gestaan. Dat had twee onder
aardse gangen; één ervan liep naar het
klooster in Vrouwenpolder. Dat klooster
is er ook niet meer, maar midden in de
duinen is nog een uilgang te vinden. Mijn
zuster en ik hebben er vroeger naar ge
zocht.
En nooit gevonden?
Ja, dat wel, tenminste, wij dachten
dat het die uitgang moest zijn. Maar we
durfden er nooit ingaan, wegens het ge
vaar voor instorten.
En nu?
Fred houdt onafgebroken zijn ogen op
Machteld gevestigd.
Al gaf je mij een millioen, ik zou niét
meer weten, waar het moest zijn. Sinds
de oorlog heb ik niet meer in de duinen
gedwaald. Wie weet, hebben de Duitsers
er een bunker van gemaakt.
Wel, dat is dus afgesproken. Fred
Murphay stopt een pijp en schuift de doos
tabak in de richting van Zomers.
Zou net deze week nog gaan?
Vanavond schrijf ik naar huis, belooft
Machteld. Ze heeft zin in dit tochtje. Er
zit iets avontuurlijks in en Fred Murphay
is vast een gezellige reisgenoot. En Cripps
valt de laatste tijd ook mee, denkt ze waar
derend. Die vriend heeft een goede invloed
op hem.
Zeg, één ding. We gaan toch niet in
die open wagen van jou?
Nee, alsjeblieft niet, zegt Murphay
en trekt een nuffig gezicht. Daar kan mijn
gestel niet tegen. En levendig vervolgt hij:
Zoet maar, baby, ik heb de beschikking
over een keurig wagentje, helemaal dicht.
Zomers heeft al die tijd gezwegen. Het
bevalt hem niet, die geschiedenis. Hadden
Murphay en Cripps hem niet zo nadruk
kelijk gevraagd, nergens over te spreken,
dan zou hij beslist Machtelds ouders heb
ben ingelicht.
Zonder veel trek stopt hij zijn pijp uit
Murphay's tabaksdoos. Over de rand van
de kop ontmoeten zijn ogen die van Mir
jam. Ze kijkt hem vragend aan. Zomers
haalt zijn schouders op met een moedeloos
gebaar.
De zaak is nu eenmaal aan het rollen;
met de beste wil van de wereld kan hij
die niet meer stoppen.
(Wordt vervolgd).