Eens was het een gelukkig gezin Old fflaci Dit maken we zelf Inplaats van aardappelen eet men macaroni K.L.M.-stewardessen zijn voortdurend in de wolken Machteld Wisse, fotografe Tot maman het angst-complex ontdekte Een badmantel Maar zij staan met beide benen stevig op de grond DE ITALIAANSE KEUKEN ZATERDAG 28 JUNI 1952 10 Parijse silhouetten Over beleefdheid INBOEDELVEILING 15/16 JULI FEUILLETON (De misdaad op het eiland) door Else Hofker P a r ij s, Juni 1952. Het was echt een ideaal gezin, altijd ver eend in geluk en tegenspoed. Zo'n voor beeld van huiselijke harmonie. Om eerlijk te zijn een soms wat irriterend, want on bereikbaar voorbeeld, dat je elkaar als echtelieden wel verwijtend voor de voeten werpt, wanneer er aan de eigen eendracht bijwijlen eens wat schort. Hetgeen tenslotte in de beste kringen voor kan komen. Be halve dan bij hen. Bij hen viel nu nooit 's een woordje en het leven kabbelde onder hun dak voort als een vreedzaam Alpen beekje. Een idylle. Ja, zo was het eens. Nu is dit bolwerk van intiem geluk door angsten geravageerd. En de oorzaak kan worden samengevat in dat ene woordje: psycho-analyse. De psycho-analyse waar iedereen in Frankrijk vooral de laatste maanden de mond zo overvol van heeft. Ook die dame nu uit die ideale familie be gon er op een kwade dag wat in te gras duinen en toen duurde het natuurlijk niet lang meer of ze had bij zichzelf en haar gezinsleden allerlei afschi-ikwekkende com plexen ontdekt waarmee ze vroeger zo maar onopgemerkt verkeerden. Het arm zaligste slachtoffer was wel het dochtertje. Een meisje van een jaar of zeventien dat op school en erbuiten altijd netjes had op gepast, nooit een dag verzuimde of een klas doubleerde en met vlag en wimpel haar eindexamen passeerde. Haar leraren voorspelden haar unaniem een brillante toekomst. Ten onrechte. Want op datzelfde moment nam haar mama een niet onge vaarlijk angstcomplexje bij haar waar. De vrees om de sprong te wagen. De sprong in de maatschappij. Ze dorst eenvoudig niet verder. Ze werd naar de psychiater gestuurd. En een vol jaar lang werd ze twee maal per week onder behandeling ge nomen. Om toen eindelijk als genezen te worden ontslagen. Ze durfde, zo jubelde mama, nu weer ja tot de maatschappij te zeggen. Maar het antwoord ^p dat jawoord was nog al bedeesd. Na vele, langdurige en soms wat vernederende, sollicitaties en démarches vond 't dochtertje eindelijk een heel klein baantje op een kantoor waar het arme kind, met haar einddiploma in haar tasje, nu alle dagen van de werkweek postzegels op brieven zit te plakken. Ik zal me als leek natuurlijk niet be lachelijk maken met een uitspraak over de waarde van de psycho-analyse. Maar als ik zo 's om me heen zie het geci teerde voorbeeld zou met verscheidene an dere kunnen worden aangevuld dan komt het me toch wèl voor dat deze we tenschap hier in Frankrijk meer kwaad ge sticht heeft dan verholpen. Want zonder die wetenschap was het „complex" nooit in de mode gekomen en dat dit „complex" heel wat ellende heeft aangericht valt door niemand die wat uit zijn ogen kijkt, toch moeilijk te ontkennen. Aan zo'n complex ligt, zo wordt onderwezen een (onder drukt) angstgevoel ten grondslag en omdat er ontelbare dingen zijn waarvoor je met reden bevreesd zou kunnen zijn liggen de complexen, om zo te zeggen, voor een ieder opgeschept. Met wat fantasie en actieve medewerking is het complex onder ieders bereik. Niet dat ik zwaartillend wil zijn, maar aan die huidige psychoanaly tische rage zitten beslist toch een paar be denkelijke kanten. Flatteus en practisch. Dit reis-ensemble waarbij een robe-manteau van jersey over een zomerjurk van gestreepte zijde wordt gedragen is ontworpen door Pierre Bailmain, Parijs. Kent u dokter Knock, die aanbiddellijke figuur uit Jules Remains gelijknamige toneelstuk? Die propageerde, zo zult u dan weten, de voor hem lucratieve opvat ting dat elk gezond mens een patiënt is die alleen nog niet weet dat hij ziek is. Zo'n ziekte moet vaak eerst worden onthuld. Misschien zit daar wel wat in, maar toch zal de overtuigdste aanhanger van deze theorie er niet in slagen mij een dubbele beenbreuk of zelfs maar een hartkwaal aan te praten. Met complexen, waar ten slotte geestesstoornissen uit voort kunnen komen, is dat heel wat anders. Er schuilt dan ook volgens mijn bescheiden mening een niet zo denkbeeldig gevaar aan de popularisatie van deze wetenschap. Het moet helaas wel weer worden gezegd dat de Franse kranten hier een vlijtig woordje meespreken. Er is mis schien weinig tegen dat in een krant ook een medische rubriek wordt opgenomen, maar een minimum aan ernst en verant woordelijkheidsbesef van de zijde van zo'n redacteur, lijkt dan toch wel gewenst. Er zijn nu eenmaal onderwerpen van medi sche aard die zich in een dagblad bezwaar lijk laten behandelen. Maar als je leest hoe hier door de pers ook de delicaatste medische problemen worden toegelicht, on der sensationele koppen en met een weelde aan details, dan rijzen zelfs je lekenharen te berge. Hoe sensationeler hoe beter, want zo'n krant moet tenslotte op straat worden verkocht. Een Parijs week blad heeft zo onlangs een enquête van een medisch vaktijdschrift voor zijn talrijke duizendtallen lezers bevattelijk willen ma ken. Die enquête handelde nu juist over de psycho-analyse en zo was in dat artikel natuurlijk ook overvloedig van diverse angstcomplexen sprake. De angst, de ziek te dezer eeuw, stond er vingervet boven gedrukt. Er werden in het bijzonder zes verschillende vormen van angst besproken en stuk voor stuk werden ze zó sug gestief voorgeschoteld om niet te zeggen opgedrongen, dat je wel een ijspilaar moest zijn om er niet wat van onder de indruk te komen. En dan nog maar één stapje en je hebt je „complex" of „psychose" te pak ken. Zo oppervlakkig gezien is het mis schien wel mooi dat de vorderingen der wetenschap gelijke tred houden of ten naasten bij met de ontwikkeling van het publiek zodat iedereen nu óók over psy chosen, complexen en geestesstoringen mee kan praten. Maar aan de andere kant vraag ik me toch óók wel af of die (vaak wat onvoldoend verteerde) kennis het geluk en de rust van velen soms niet bedenke lijk bedreigt. ève. Op uw vrouwenpagina las ik over de z.g.n. vriendelijkheidsactie in Frankrijk, die men hier ook wil na-apen, en wel voor 14 dagen. Ik moge hierbij onze natié eens in overweging geven, dat vooral te doen, doch niet slechts voor 14 dagen. Het valt mij, lang buitenslands gewoond hebbend, meermalen op, hoe weinig égards de Ne derlander heeft voor zijn landgenoot, en vooral valt het menigmaal op hoe een win kelier er twee soorten bejegening op na houdt, één voor zijn kopers, en één voor zijn verkopers, vertegenwoordigers van andere firma's. Nu wil zelfs het geval dat ik, in één der filialen van een bepaalde firma hier ter stede een nogal grote klant ben, tegelijk trachtte op het hoofdfiliaal de leverantie te verkrijgen voor mijn handelsartikel, waar voor ik uitdrukkelijk de chef persoonlijk moest spreken. Het verschil tussen de beje gening door de verkoper in het filiaal en de bejegening door de chef zelf, die niet wist in mij als vertegenwoordiger tevens een goede klant van zijn eigen firma voor zich te hebben, was wel zo in het oog- lopend, dat slechts de reputatie van mijn eigen firma, die ik heb hoog te houden, mij ervan weerhield, de man er op attent te maken. Een en ander hield echter mijn ge dachten nogal vast, tot ik in bijgaand be richtje een aanleiding zag, er in het alge meen belang eens de aandacht op te vesti gen. U geachte redactie hierbij beleefd dan kend voor de verleende plaatsruimte, tekent EEN HANDELSMAN Na een koele duik in het frisse nat zult u weer heerlijk op temperatuur komen in deze gezellige, warme badjas. Op het ogen blik is het half-lange model zeer in de mode, dus geef ik u het patroon hiervoor. Natuurlijk kunt u dit patroon ook gebrui ken wanneer u een lange mantel prefereert, u behoeft dan niets anders te doen dan het patroon te verlengen. De maten van dit pa troon zijn bovenwijdte 100, ruglengte 40, hele lengte 95 cm. De mouwlengte is 60 cm (maat 44). Nadat we weer allereerst het patroon van papier gemaakt hebben, leggen we de patronen op de stof zoals de tekening dit duidelijk aangeeft. De stofberekening is ge maakt voor een stof van 140 cm breed, u hebt dan 2 m. nodig. Badstof is. voor dit kledingstuk wel de meest geschikte stof, omdat dit goed tegen water bestand is. Maakt u echter dit model van stof die 90 cm breed is, dan hebt u ongeveer 3y2 m. nodig. Alle delen van het patroon worden nu met naad uitgeknipt, daana rijgt u de badjas in elkaar en past haar even. Als alles goed zit, stikken we het in elkaar, de hals en de gehele voorkant worden met het tegenbelegstuk afgewerkt, de achterhals met een schuine bies. De zijnaden worden ongeveer 15 cm opengelaten voor het split, dit staat wel aardig, maar natuurlijk kunt u ook de hele zijnaad dichtstikken als u dat mooier vindt. Ik wens u veel succes met het maken van deze badjas en hoop dat u er veel plezier van zult hebben. ADVERTENTIE Verkooplokaal NOTARISHUIS Dir. W. N. WOLTERINK Bilderdijkstraat bij de Zijlweg Haarlem - Tel. (K 2500) 11928 Inzendingen van huisraad worden dagelijks aangenomen. Eigen afhaaldienst In de meeste beroepen is het zó, dat de keuze al op de schoolbanken wordt ge daan en dat gewoonlijk de vakopleiding onmiddellijk volgt op de schooljaren. Bij de stewardessen van de K.L.M. gaat dit allerminst op en van de circa tweehonderd vrouwen en meisjes, die in de K.L.M.-toe stellen rond de wereld vliegen, treft men er aan uit de meest verschillende beroepen afkomstig. Voor een deel ligt dat wel daar aan, dat men de aanvangsleeftijd langza merhand hoger is gaan stellen wegens de zeer grote verantwoordelijkheid die van een stewardess wordt gevraagd. Voor een deel ligt het ook daar aan, dat dit een nieuw beroep is, waarvan nog geen traditie be staat, en waartoe vrouwen en meisjes van allerlei aard zich voelen aangetrokken. Op zichzelf is het heel interessant te constate ren, dat dit beroep voor de bakvis een bij zonder grote aantrekkelijkheid blijkt te be zitten volgens de gegevens van de bureaux voor beroepskeuze, maar dat er tenslotte maar weinig meisjes terecht komen, die juist deze werkkring op 15- of 16-jarige leeftijd hebben geambieerd. En juist omdat de redenen waarom en de wijze waarop deze tweehonderd vrouwen bij de K.L.M. zijn terechtgekomen zo zeer uiteen lopen, heb ik mijn keuze doen vallen op die ene, die ik als kind al heb gekend. Als kind van dertien jaar was zij een op vallend schrander kind dat bijzonder ge makkelijk leerde. De allereerste keer dat ik haar zag zat zij gebogen over de open geslagen Bos-atlas: de natuurkundige kaart van China voor zich. En tussen het gesprek van haar Moeder en mijzelf murmelde die kinderstem een geluidsgrond van namen van rivieren en bergketenen. Zó gauw, dat ik mij nauwelijks kon voorstellen dat die veelomvattende les werkelijk geleerd kon zijn, werd de atlas dichtgeslagen, en ik kon de vraag niet weerhouden: „Heb je dat zó gauw geleerd?" „Natuurlijk", antwoordde de klare kin derstem met een tikje hautaine minachting over mijn verbazing, „ik denk maar dat ik er overheen vlieg." Zij wilde medicijnen studeren, de kleine Johanna Baudet, dat stond vast. Daarom had zij alles op alles gezet om naar het gymnasium te mogen. Medicijnen studeren, arts worden, in die capaciteit de mensheid dienen. Ze wist het heel precies, heel scherp afgebakend. Maar toen het eind examen achter de rug was, toen was het 1943 en van studeren was geen sprake. Dan zolang maar als leerling-verpleegster, wat zij daar leerde zou in ieder geval later te pas komen. Onrust na de oorlog Met de bevrijding kwam ook de moge lijkheid van een versnelde studie voor wie niet op tijd hadden kunnen beginnen, maar voor de tweede maal wilde het lot het an ders: de ontberingen uit de oorlogstijd, de spanningen en het zware ziekenhuiswerk spanden samen om voor een ziekte, die nor maal misschien een paar weken zou hebben gekost, vele maanden van nietsdoen nood zakelijk te maken: voor de spoedopleiding medicijnen was het nu te laat. Wat dan? Het enige positieve in die dagen was wel licht de onrust, die iedereen te pakken had, dié vijf jaren binnen de landsgrenzen op gesloten had gezeten. En in die stemming besloot zij, onder andere, ook bij de K.L.M. eens om inlichtingen te vragen, zonder vèel verwachting overigens. Maar zie, het onverschillige vragen om inlichtingen bleek meteen een test te zijn waar deze niets vermoedende candidate met vlag en wim pel door kwam. Voor zij eigenlijk wist wat er aan de hand was, zat Johanna Baudet op de K.L.M. opleidingscursus, die toen nog in Wassenaar werd gehouden. En toen be gon het leven. Binnenlandse vluchten eerst: naar Leeuwarden en Eindhoven. Daarna iets verder van honk: Brussel, Londen, zélfs Zürich, en toen, in '47, Indonesië en New York. Van die tijd af altijd op de trans-continentale lijnen, sinds de laatste twee jaar op Zuicl-Amerika. Terwijl ik met stijgende verwondering zit te luisteren naar hetgeen er allemaal komt kijken eer je een goede stewardess bent, naar hetgeen er allemaal te doen valt op zo'n vlucht, stijgt ook mijn bewon dering voor de persoonlijkheid, die zich door dit werk heeft ontwikkeld. Want het gaat heus niet alleen om het serveren van smakelijke hapjes al valt het niet mee een uitgebreid diner te serveren aan dertig tot veertig mensen zonder restaurantkeu ken, zonder al die hulp die in elk goed res taurant onzichtbaar achter de schermen voor gasten en bedienend personeel aan het werk is. Het gaat hier om veel meer: om het handhaven van de goede geest aan boord en hoeveel tact en geestelijk over wicht daarvoor nodig is, dat kan ik U hele maal niet vertellen. Want er zijn altijd moeilijke passagiers, en er zijn altijd moei lijke problemen: niet alle stoelen zijn even comfortabel of bieden een even prettig uit zicht. Niet iedereen zit naast degene van haar of zijn keuze, er worden wel eens ver gissingen gemaakt met het reserveren van plaatsen of bedden. De reis verloopt, ten gevolge van ongunstige weersgesteldheden, niet altijd precies volgens de dienstregeling en vooral op de lange trajecten moeten de passagiers soms worden beziggehouden als kleine kinderen. Voor de ene groep passa giers is het vieren van de eerste tocht over de evenaar vanzelfsprekend en hogelijk ge waardeerd, bij een andere groep zou het helemaal fout zijn zelfs maar over zoiets te reppen. Elke nationaliteit houdt er zo haar eigen begrippen op na van service en be leefdheid en wat er wèl en niet tot het werk van een stewardessTioort. En ik kan u ver zekeren, het valt niet mee al die kleine menselijke knopen te ontwarren, zonder dat iemand merkt, dat er knopen zijn ge weest of dat er iets ontwaard wordt. Voor al, wanneer je soms 30 uur niet uit de kle ren bent geweest en een etmaal lang nau welijks gelegenheid hebt gehad om even te zitten. Stewardessen-vereniging Er is nog veel meer: er zijn ook die circa 200 collega's, samengevat in de Vereniging van Stewardessen. Mejuffrouw Baudet is nu presidente van die vereniging en heeft, in die functie, te maken met het streven naar een C.A.O., met alle arbeidsvoorwaar den en -problemen, die bij elk groot bedrijf nu eenmaal voorkomen. Er is natuurlijk ook de prettige kant: de hele wereld is haar winkelstraat en dat deze jonge vrouw zo goed gekleed is en zo in de puntjes ver zorgd, dat dit mogelijk is op een goed, maar ook weer niet extravagant salaris, dat hangt natuurlijk samen met dit leven boven de wolken: vandaag thuis, morgen in Basra, in Rio, in New York of in Bagdad. Heel zwaar, heel inspannend werk, maar ook, heel veel vrije tijd. Voortdurend kli maatwisselingen van dag tot dag, waarvoor men een ijzersterk lichaam moet hebben, zeer onregelmatige werk- en rusttijden, om van de maaltijden maar niet eens te spre ken. Ook daarvoor is een ijzersterk gestel onmisbaar. De hele wereld kennen, alle landen, alle volken, de aarde onder iedere hemel en Fleurig vacantie-jurkje van kleurechte, be drukte katoen met een apart dessin in verschillende tinten rood en grijs op een witte ondergrond. elk sterrebeeld, alleen nooit: de geborgen heid van het huiselijk leven. Nooit? Ach, elk jaar trouwt ongeveer 30 °/o van de K.L.M.-stewardessen. Met millionnairs uit Argentinië of Voor-Indië? Stel u gerust, een enkele mag eens een passagier tot echt genoot krijgen, heel wat zijn bestemd voor K.L.M.-personeel. U ziet, er is toch zo iets als gerechtigheid: al die mooie, charmante, aardige gastvrouwen voor de mannen die ze rondom de wereld vliegen, boven de wolken. ELKA SCHRIJVER (Van onze correspondent in Rome) Bestaat er een Italiaanse keuken, zoals er zeer zeker een Franse keuken bestaat? Neen, maar Italië heeft en daar zijn historische redenen voor een groot aan tal gewestelijke keukens. Tussen Turijn, waar gesmolten kaas de basis vormt van heel wat schotels en het Palermitaanse ,jZuur-zoet konijn", bij welks bereiding aubergines, olijven, appeltjes, selderij, ho ning, citroensap en gebakken amandelen te pas komen, is een enorm verschil. Voor wie vooroordelen weet te overwinnen, is een reis door Italië steeds ook een culinair ge not, daar niet alleen iedere streek, maar zelfs iedere stad, ieder dorp, zijn spe ciale schotels heeft en. niet te vergeten een plaatselijke wijn. Wie daarmee kennis wil maken, moet zich natuurlijk onttrekken aan de routihemaaltijden der hotels en grote restaurants en de plaatselijke opzoeken, waar de inwoners van de stad verkeren. In de regel stellen Italianen veel belang in de edele kookkunst, vooral de mannen, die er meestal aan te pas moeten komen, wanneer er iets bijzonders moet worden klaargemaakt. Vreemdelingen vei-bazen zich er vaak over, dat de klanten in een Italiaanse win kel (grotendeels ook mannen) zo kleine hoeveelheden van alles kopen: een schijfje ham, een half ons boter, twee ons aard appelen, enz. De verklaring is, dat bijna alle Italiaanse gerechten erg ingewikkeld zijn van samenstelling. Wij zullen ons thans beperken tot Rome en tot de maaltijd van een doorsnee- Romeins gezin, of wat hetzelfde is tot de maaltijd in een echte, niet op vreemde lingenverkeer aangewezen „Trattoria". Daar het Italiaans ontbijt bestaat uit een kopje koffie en (soms) een beschuitje, neemt men de hoofdmaaltijd 's middags. Nauwelijks komt men de „trattoria" bin nen, of de kellner stelt, terwijl hij glazen, servet, bord en een grote karaf water brengt, de geijkte vraag: „droog of in bouil lon?" Dat slaat op de macaroni. „Daar heb je dus die onvermijdelijke macaroni.", zegt de lezer, wanende dat Italianen niet anders kennen. Maar de macaroni heeft in het Itali aanse dieet hetzelfde doel als de aardappe len in het onze. Er zijn tientallen soorten macaroni en daarvan maakt men een groot aantal soepen en een nog groter aantal „droge soepen". Als echte Romeinen eten wij 's middags „droog". Dat betekent: kie zen uit ten minste tien droge macaroni- gerechten, elk op een bijzondere wijze be reid. Maar er is één algemene regel, waar tegen men ten Noorden der Alpen steeds zondigt. Macaroni wordt niet met koud water opgezet, doch in kokend water, van te voren reeds gezouten, en ze mag slechts enkele minuten koken. Te gare macaroni, een soort stijfsel, zal geen Italiaan aanroe ren. Een echt Romeins gerecht is „fettucine all'uovo" (lintjes uit met eierdooier ge mengde macaroni). De lintjes worden zes minuten gekookt en opgediend met een sausje van vlees bouillon, kippenlevertjes, nanekammen, paddestoelen, alles te zamen op een klein vlammetje gekookt. Het geheel wordt be strooid met Parmezaanse kaas. Eenvoudi ger zijn „spaghetti alla matriciana": Dit zijn „touwtjes" waarover een sausje gaat van fijngehakte gebakken uien, stukjes spek, reuzel, 9tukjes verse tomaat en peper. Over spaghetti strooit men geraspte schapenkaas. Op dat eerste gerecht volgt een vlees schotel en daar begint voor de vreemdeling die reeds moeizaam worstelde met de lange slierten der „spaghetti" een tweede pro bleem. De Romeinse keuken kent geen boter en alle vlees wordt in olijfolie gebraden. Voor wie er eenmaal aan gewend is de edelste materie, die men zich denken kan. Ernstiger is, dat de Italiaanse runderen iets karbouwachtigs hebben en dat men dus geen malse biefstukjes moet verwachten. Het beste houdt men zich aan kalfsvlees, maar een waar genot is het Romeinse „abbacchio", het piepjonge lammetje. Reeds Yuvenalis heeft het Romeinse lammetje be zongen. Een door een Romeinse kok of huisvrouw met een weinig zuivere olie in de oven langzaam gebraden stukje lamsvlees, toe bereid met een ietsje knoflook en wat ro zemarijn, en begeleid door een paar kleine nieuwe aardappeltjes, is een spijs voor de goden. Een goed glas frascati-wijn (alles is duur in Italië, behalve wijn) gaat er mee samen. Een ander uitstekend Romeins gerecht is het „ritto misto". De Romeinen zijn internationaal bekend voor hun mees- sterschap in het „friggere" (bakken). Een goede „fritto" vraagt zorg. Men heeft nodig wat kalfs- of lamshersenen, ruggemerg van kalf of lam, lamslever, stukken artis jok, zonder doorn en eventueel een paar schijfjes appel. Al deze zaken worden ge paneerd, ondergedoken in een pannetje met geklutst ei en onmiddellijk daarop in ko kende reuzel weinig minuten gebakken, waarna ze op grauw papier even moeten uitlekken en drogen voor ze worden op gediend. Er zijn natuurlijk in de Romeinse keuken nog tientallen andere uitstekende gerechten. Na de vleesschotel volgt öf een stukje kaas öf een of andere zoetigheid en daarna fruit, dat Italië in overvloed voortbrengt wat men aan de prijzen niet zou zeggen! Voor wie in een restaurant eet, is er weinig verschil tussen het middag- en het avond maal, dat nooit voor half negen wordt ge nuttigd. Het Romeins gezin pleegt des avonds de vleesschotel over te slaan of te vervangen door een omeletje. Het is anders dan bij ons. Maar is het slechter? 13) Nu richt Cripps zich helemaal tot Mach teld. Wij hebben je hulp nodig, zegt hij een voudig. Jij kent Zeeland. Welke plaats, welk eiland zou jij, als je smokkelde, uit kiezen? Ik bedoel, er zijn toch duinen, bunkers en wat al niet meer, waar goede ren bewaard kunnen worden. Lieve help! Machteld trekt haar wenk brauwen op. Ons goed, oud eiland. Maar Michel, daar is geen sprake van. Zeg dat niet, valt Kees Zomers in. 't Ligt vlak bij België. Als ik me niet ver gis, halen heel wat bewoners hun voorraad uit Antv/erpen. Ja, dat is wel zo, maar smokkelen. Machteld denkt na. Walcheren ken ik door en door. Als er gesmokkeld zou worden, dan moet het langs de kust gebeu ren. Maar ik zou beslist niet weten, waar. Walcheren, herhaalt Fred Murphay, en hij radbraakt de naam zo, dat Rita in een lach schiet. Dat is toch dat kapotte eiland? Het is allang weer hersteld, maar juist daarom. Er staat vrijwel nog geen boom. De wegen liggen open en van mijlen ver kun je de boerderijen zien liggen. Dat zou toch te veel in de gaten lopen, als men het daar deed. Bovendien kennen de men sen elkaar allemaal. Ik zou er toch wel graag eens een kijkje nemen, zegt Michel. Vooral langs de kust. Is er breed strand daar? Waar heb jij gewoond, Machteld? In Middelburg, maar dat ligt midden op het eiland. Vlissingen is volgens mij uitgesloten. De westkust ook, met die sterke stroming. Daar is bovendien geen 9trand. Zomers verheft zich steunend uit zijn gemakkelijke stoel en gaat naar de boeken kast. Met een grote atlas keert hij terug. Kijk, zegt hij tegen Murphay. Dat is Walcheren. Fred en Michel worden enthousiast. Als ik smokkelaar was, zegt Murphay, dan opereerde ik hier. Hij wijst naar de noordkant van het eiland. Aan alle kan ten water, veel duinen en weinig dorpen. Nu lacht Machteld hardop. Nee, nee, dat is onmogelijk. Zeker dat handjevol bewoners van Vrouwenpol der en Serooskerke. Ze denkt aan het zomerhuisje van haar vader, dat ze sinds de bevrijding weer in gebruik hebben genomen. Wonder boven wonder heeft het de bezetting van de Duit sers doorstaan. Ze denkt aan haar meisjesjaren, toen ze daar bivakkeerde, aan haar zwerftochten door de duinen, aan het stille Vrouwen polder, waar ze elke inv/oner kent. Je hebt te veel fantasie, Michel. De mensen daar smokkelen niet: Ze leven van hun arbeid en wat de aarde hun aan goeds schenkt. Nee, met smokkelen moet je niet bij die goeie Zeeuwen aankomen. Niet de Zeeuwen, zegt Fred. Er zijn toch ook wel vreemdelingen daar? Machteld schudt het hoofd. In die buurt niet. Nu ja, 's zomers zijn er bad gasten en Veere is een internationale be zienswaardigheid. Maar om te smokkelen moet je verstand hebben van het water; de stromingen kennen in de Noordzee en in de zee-armen. Je moet de weg weten in de duinen en die leer je, zeker op het ogenblik, niet kennen, want er is veel ver boden gebied. Machteld raakt op dreef. Ze vertelt van haar geliefd eiland, van het prachtige, bre de strand in het Noorden, van de zeldzame duinenrij en de verwoestingen, die de Duitsers aanbrachten. Die verdedigingswerken, staan ze er nog?, informeert Michel. O ja, een massa bunkers. Ze hebben het hart van de duinen vernield. Ik wil er toch eens gaan kijken. En dan een serie opnamen nemen van het strand en de duinen. Is het te doen, op een dag heen en weer met een auto? Och ja, als je heel vroeg weg gaat. Haal je het niet, dan kun je bij mijn ou ders logeren. Dat is prachtig. Fred knikt tevreden. Kun je Machteld een dag of wat mis sen?, vraagt hij aan Zomers. Die knikt, maar niet van hai-te. Een paar weken terug hebben Fred en Michel hem in vertrouwen genomen en hij vindt deze onderneming voor dat argeloze kind toch wel wat gevaarlijk. Jammer, dat die dure vriend er tussen zit. Je weet niet, hoe het met Machtelds hart is gesteld. Vrouwen zijn zo wonderlijk op dat punt. Er is geen bijzonder mooi licht, om deze tijd van het jaar. Het is ook zo vroeg donker. Machteld is er helemaal in. Het beste lijkt mij, een dag van te voren te vertrekken, bij mijn ouders te slapen en de volgende morgen vroeg naar Vrouwenpolder te gaan. Gaat dat? Mirjam mengt zich nu ook in het gesprek. Ze zullen wel vreemd opkijken bij jou thuis, als je met zo'n stelletje boeven komt aanzetten. Ze knikt plagerig naar Fred Murphay. Oh, ik zal ze inlichten, van te voren. Ze zullen veel te blij zijn, dat ze eens een paar mensen zien, met wie ik samenwerk. Al is het dan een stelletje boeven. Zeer vereerd. Michel maakt een spot tende buiging. En als de smokkelgeschiedenis op niets uitloopt, dan is er zoveel romantiek, dat je daar je hele Amerikaanse krant mee kunt vullen. Veere, bijvoorbeeld, dat zal je landgenoten interesseren. Daar stap je zo van de twintigste in de zestiende eeuw. En wij hebben zelfs nog een onderaardse gang, al is die op verschillende plaatsen ingestort. Weer ligt er een intense spanning in de ogen van de beide Amerikanen. Waar is die gang? informeert Michel, kwasi onverschillig. Ergens in de duinen komt hij uit. In de veertiende eeuw, precies weet ik het niet meer, heeft er in de buurt van Veere een kasteel gestaan. Dat had twee onder aardse gangen; één ervan liep naar het klooster in Vrouwenpolder. Dat klooster is er ook niet meer, maar midden in de duinen is nog een uilgang te vinden. Mijn zuster en ik hebben er vroeger naar ge zocht. En nooit gevonden? Ja, dat wel, tenminste, wij dachten dat het die uitgang moest zijn. Maar we durfden er nooit ingaan, wegens het ge vaar voor instorten. En nu? Fred houdt onafgebroken zijn ogen op Machteld gevestigd. Al gaf je mij een millioen, ik zou niét meer weten, waar het moest zijn. Sinds de oorlog heb ik niet meer in de duinen gedwaald. Wie weet, hebben de Duitsers er een bunker van gemaakt. Wel, dat is dus afgesproken. Fred Murphay stopt een pijp en schuift de doos tabak in de richting van Zomers. Zou net deze week nog gaan? Vanavond schrijf ik naar huis, belooft Machteld. Ze heeft zin in dit tochtje. Er zit iets avontuurlijks in en Fred Murphay is vast een gezellige reisgenoot. En Cripps valt de laatste tijd ook mee, denkt ze waar derend. Die vriend heeft een goede invloed op hem. Zeg, één ding. We gaan toch niet in die open wagen van jou? Nee, alsjeblieft niet, zegt Murphay en trekt een nuffig gezicht. Daar kan mijn gestel niet tegen. En levendig vervolgt hij: Zoet maar, baby, ik heb de beschikking over een keurig wagentje, helemaal dicht. Zomers heeft al die tijd gezwegen. Het bevalt hem niet, die geschiedenis. Hadden Murphay en Cripps hem niet zo nadruk kelijk gevraagd, nergens over te spreken, dan zou hij beslist Machtelds ouders heb ben ingelicht. Zonder veel trek stopt hij zijn pijp uit Murphay's tabaksdoos. Over de rand van de kop ontmoeten zijn ogen die van Mir jam. Ze kijkt hem vragend aan. Zomers haalt zijn schouders op met een moedeloos gebaar. De zaak is nu eenmaal aan het rollen; met de beste wil van de wereld kan hij die niet meer stoppen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1952 | | pagina 16