Dag en nacht ligt voor IJmuiden een vertrouwde waakhond OLD CLOTHES NEW DRY CLEANING ONLY Binnen één dag gereed Veertien dagen uiten toch thuis Ze hebben je nodig loods Trawlers van 1200 ton trekken dwars over de Atlantische Oceaan Kennemer Lantaarn Feest in het woud ZATERDAG 5 JULI 1952 5 „Simavi" krijgt geen gemeente-subsidie REVUE VAN DE ZUIDZIJ In Nederland gebouwde schepen in een Portugese vloot, die kabeljauw van New Foundland haalt „Wilhelmina" en Goede Herderkoor concerteren in „Velserbeek" N Varende jeugd te gast op „Beeckestein" Dinsdagavond raad in het gemeentehuis 99 99 l%yTEER DAN DERTIG JAREN heeft het. loodsafhalertje „Bruinvisch" meegelopen 1 bij het Nederlandse loodswezen. Hij is er moe en een beetje aftands van gewor den, maar het is dan nu ook nog maar een reservebootje, die „Bruinvisch". Schipper IJs Jonkman kent zo langzamerhand zijn nukken en zijn bezwaren e het enige wat hij werkelijk tegen hem heeft, is dat'ie geen kacheltje rijk is in het logiesje, waar je een paar stramme winterhanden naar uit kunt steken, als het buiswater in ijskoude klap pen overstuift gedurende het slechte jaargetijde. Mgar het is nu geen bar weer, want de zon vonkt in een eindeloze baan over de zee en trekt een lichtspoor tussen de pieren tot de verre Westerkim puur zilver öp de kleine rimpel golfjes van het makke stuk water, dat zo vaak een geduchte krikkemik oftewel in onze landrotten-taal „kokend stuk branding" is. Vandaag niet. Vandaag hebben Meindert en Willem van den Brink, de matroos, de jasjes er bij uitgetrokken en ze laten de schouders rood-aanlopen in de felle zon. Het is half vier. Tijd om te varen voor de „Bruinvisch", die zich gewillig op pad begeeft naar de loodsboot. Loods Jonker laat zijn smetteloze over hemd op de voorplecht blinken in de baaierd van licht, die over de warme we reld staat. De rook van zijn sigaret dwar relt al sneller terug, naarmate de „Bruin visch" meer vaart krijgt. Op de brede zonnebaan tussen de pieren heeft inmiddels het moederschip de „Bella- trix" zijn draai gemaakt: de loodsboot haalt de loods op, met de touwladder al nodend aan stuurboord. L Loods „Lekko!" „Gedag". ..Gedag". Elke drie uur klinkt dat even: „Gedag". Dan verschijnt de loodsboot tussen de pieren, vlak onder de wal, waar hij in geen veertien dagen contact mee krijgt, om met de nieuwe aflossing weer terug te stomen naar het zesmijls-stukje van de zee. dat het domein is van de IJmuidense loodsboten, weer of geen weer, mist of helder zicht, bries of regen. De blauwe vlag met de letter L wappert scheef uit de achtermast. Het is de L van Loods, maar het kon ook de beginletter zijn van het vertrouwde „Lekko", dat een vei lige klank heeft in alle zeemansoren. De slag van de deinig op het punt, waar de vloed langs de uiteinden van de pieren strijkt, is nauwelijks te voelen en het is een prachtige dag weer. Schipper Blaauwboer mag dat wel, er tussendoor. Want het zijn onrustige dagen geweest, die voor deze klare zonnedag lagen. Briesend, dat de „Bellatrix" tekeer ging als een losgeslagen paard, dag in, dag uit, 's nachts en altijd- slingerend als een simmetje zonder lood er onder. De bemanning, zo'n dikke twintig mensen plus de acht tot twaalf loodsen, die aan boord zijn. hebben het al even volledig naar de zin en ze schieten een zonnetje aan dek of ze hebben een lijntje uit, voorzover ze geen wacht moeten lopen. Een lijntje, waar plotseling leven in komt, omdat een ma kreel zich vergaloppeerde en te laat merk te, dat het haringvelletie aan de haak het voorportaal tot de braadpan van Ome Jaap is. Drukte aan de kim Het is druk langs de horizon en daar voor en van de brug af heeft de kwartier meester, die Perisutti heet, maar Perri genoemd wordt, omdat dat makkeliiker is, algauw de coaster „Brouwershaven" in de kijker, die de blauw-gele G-vlag voert en dus om een loods verlegen zit. Het bootmansfluitje kirt over het dek. Boot klaarmaken aan bakboord. De „Bellatrix" haalt met een scherpe bocht, die het ranke schip op zijn linkerzij gooit, over stuurboord uit. En een matroos doceert, dat het eigen lijk net een jacht is, die „Bellatrix". zo scherp vaart dat ding en zo wiebelig ligt'ie op het water. Perri zit al in de bedienlngsstoel van de bakboordskraan, die de jol in zijn takel heeft gevangen met een handige zwaai wordt het ding met de motor brom mend in de lucht, op de zee gezet en met de lood® en twee man aan boord stuift de kleine man naar de „Brouwershaven", waar ze al over de buitenbrug hangen, om de loods te verwelkomen. Na misschien weken lang ergens aan de Oostzee moei- liik Duits te hebben gesproken, moet het elke keer weer, bij het naderen van IJmui den, een klein feest zijn een ronde Hollan der aan boord te krijgen, die gewoon: „Zo jongelui, waren jullie daar weer es?" tegen je zegt. De loods klautert behendig tegen de deklast hout van de „Brouwershaven" op, de jol snort terug en even later hangt hij weer veilig in de stalen arm van de kraan. Dat is dan weer gauw even ver diend voor de baas. Uitverkoop ln de stuurhut wordt een bordje, met de naam van de zojuist afgezette loods, on- Perisutti heeft de loods „gevangen" in de takel even later zal het vletje naar de „Lingestroom" stuiven. derin gezet. Er blijven nu nog acht over „er kunnen nog acht schepen beloodsd worden, voor de „Bellatrix" uitverkocht is en dan zijn er altijd nog loodsen op de sluis in voorraad, die waldienst hebben en mocht er dan nog een klant komen.wat let stuurman Gerrit Gorter ook een rondje mee te maken? Het gaat er waarachtig op lijken, dat er uitverkoop gehouden moet worden, want nauwelijks is de coaster tussen de pieren verdwenen, of een volgende sollicitant komt uit de Noord: de „Lingestroom". Weer laat Perri de loodsjol neer, weer klimt even daarna in de verte een mannetje met een witte pet op tegen de scheepshuid, weer gaat een bordje in het stuurhuis van bo ven naar beneden in het rek. De derde wordt de „Hollandia", een Zweed. „Moet je weten, hoe netjes het daar aan boord is", zegt één van de lood'sen. „Om van de grond te bikken. Heel anders dan op een Pana- mees of een Griek". Ze kennen hun pappenheimers door de dienst der jaren, de loodsen van IJmuiden. Ze hebben ze bij elk weer en haast elke zee beklommen. Ze hebben ze veilig binnen gebracht in de haven met zijn verrader lijke stroming om de pieren en ze hebben ze doorgemanoeuvreerd naar Amsterdam of de middensluis. Zoals de kapitein het wenst. Lekko kappie. Want dat beloodsen is helemaal vrijwillig. Passagiers van een paar uur Het zijn passagiers voor een paar uur, de loodsen. Maar ze moeten, al krijgen ze dan ook formeel niet de verantwooi-delijk- heid over het te beloodsen schip, drommels goed op hun tellen passen .want ten eerste heeft dat Nederlandse Loodswezen een puike naam in het buitenland en boven dien is de adviserende functie van de zee- loods niet zo gek ver af van het commando. En als het dan de „Oranje" is, die binnen loopt, weegt zulk een verantwoording dub bel zwaar. Even zwaar als een paar hon derd mensenlevens tussen stuurhuis en kiel platen van het luxe-schip. Ome Jaap, of Jacob Post, zoals hij twee en zestig jaar geleden in de burgerlijke stand van Peasens en Moddergat werd in geschreven (ja, dat ligt achter de Friese zeedijk en het is er goed en vredig wonen), heeft inmiddels in zijn kombuis aan een paar knoppen staan draaien en daarna is het tijd voor een bakkie. Want op de „Bel latrix" gaat het koken, net als op de „De- neb" en de andere moderne loodsboten, volkomen electrisch. Jaap heeft het de meester eens laten uitrekenen, dat hij per dag negen gulden aan elektriek zou moeten betalen, als hij diezelfde appara tuur thuis had staan. Acht en dertig jaren vaart Jaap als kok op het stukje zee, dat van de loodsboot is, al die jaren heeft hij het best naar de zin gehad, want het is een mooi en goed leven en dat mag van Oom Jaap gerust in de krant, zegt hij. Hij is niet alleen trots op zijn model keuken, die zeventienduizend gulden heeft gekost en het waard is ook, als er eventjes gauw gewerkt moet worden, maar hij is evenzeer groots op zijn loodswezen, dat hem straks helaas aan de wal moet zetten, omdat Ome Jaaps dienstjaren geteld raken. Maar voorlopig kan de kok nog mee, al duikt hij niet zonder meer over boord zo als de stoker, wanneer het zijn wacht niet is bij warm weer en de schipper het goed vindt. Nee, dat erge jonge is er wel af, maar een nikkelstalen waterketel, die leeg al tegen de tien kilo weegt, wil hij elk uur van de dag tachtig keer boven zijn hoofd tillen. Radar proberen De schepen komen, krijgen een loods en gaan. De „Bellatrix" drijft als een gedul dige en vertrouwde waakhond voor de havenmond. Zijn gele dekhuizen blikkeren in de zon. De zevenhonderdvijftig paarde- krachten denderen diep-weg in de romp. Tussen de bedrijven door geeft de schip per de semaphoor een steuntje, omdat ze daar met de radar aan het experimenteren zijn. HU Iaat de „Bellatrix" een nette cirkel maken met een straal van vierhonderd meter en hoort later over de radio, dat het op het radarscherm, boven in de kustwacht bunker, voortreffelük geklopt heeft. Beneden in het schip prikt loods Jonker in een stukje koude karbonaad. Hij is de enige overgeblevene van de negen loodsen, die de „Bellatrix" zopas nog aan boord had. En weer komt er een klant. Zodat ook de loods Jonker van boord gaat en ook zijn plankje onderin de rij komt. „Uitverkocht" zegt schipper Blaauwboer en hij tuurt langs de zilveren zee, of er misschien nog een nakomertje opduikt. Nee, geen klan dizie. Dan maar gauw even een paar lood sen van de wal halen. De „Bellatrix" draait zijn wijde cirkel tussen de pieren. De „Bruinvisch" stuift naderbij. Altijd en eeuwig zal de loodsafhaler na derbij stuiven met nieuwe mannen met witte petten op en het marine-uniform aan. Want er zal altijd gevaren worden naar Zowat elk half uur als er tenminste wat „aanloop" is voor de pieren van IJmuiden straft een jol bruisend van de loodsboot naar een binnenva rend schip, met achter het buiszeiltje de loods. Ook als het zo waait, dat u midden in de nacht de ramen gaat sluiten. Ook op Eerste Kerstdag. Alleen wanneer de windkracht bij de acht in de buurt- komt, kruipt die loodsboot, die als elk modern schip een slingerbak van je welste genoemd mag worden (maar dan ook vijftien mijl loopt als het nodig is) naar cle veilige haven en als het te dik van mist gaat worden, gaat zij voor anker. Wat in de naaste toekomst met de perfectionnering van lJmuidens ha venradar misschien ook niet meer nodig zal zijn. Maar de loods, die een grondige oplei ding kreeg op alle treden, welke ten slotte naar de rang van Zeeloods eerste klasse leiden, is voor het overige dag en nacht beschikbaar. Zodra de geel- blauwe vlag, het morselampsein of de desbetreffende fluitsignalen te zien of te horen zijn, gaat de loods er op af, dansend over de zee in het grommende vletje. De loodsboot is zijn thuis. Het thuis ook voor de mannen, die veertien dagen buiten blijven tot ze door een ander schip met een frisse bemanning worden afgelost. Dat is tegelijk de bekoring en de eentonigheid van dit werk: veertien dagen is bij wijze van spreken onder het bereik van moeder-de-vrouw, die, als ze wil, eventjes onder de semafoor kan gaan kijken en zwaaien, als de loodsboot zijn cirkeltje draait binnen de pieren ten tijde van de loodsaflos- sing, maar veertien dagen is ook het eindeloze heen-en-weer van het zelfde stukje water. Dank zij de medewerking van de Direc tie van het Loodswezen in het derde district en de hoffelijke gastvrijheid van de „Bellatrix"-bemanning kan een onzer redacteuren de lezer iets vertellen over deze vreemde vaart in de „krikkemik" voor IJmuiden. Hij zocht er een zonnige dag voor uit. Maar hij heeft het besef meegekregen van de zware wacht, als de zee tekeer gaat en de wind naar de acht schiet. En de mannen moe-geslin gerd en gaar-gebeukt'thuisstomen op de Dinsdag om de veertien dagen, dat een wacht voor de IJmond eindigt. en van IJmuiden en de loods blijft ondanks radar nodig, broodnodig voor een secure vaart en een behouden thuiskomst. Lekko, Loods! Wat is er van de nacht? De morselamp seint het: „Ik verzoek om een loods". Kruip maar in de jol en zet je kraag op. Het is misschien de „Oranje" of de „Jagersfontein". Of de „Jan" of de „Twee gebroeders". Ze hebben je nodig, loods J. F. Vrijdagochtend zijn op Schiphol twee nieuwe vliegtuig-brandstof-tankinstallaties officieel in gebruik genomen. De beide installaties mogen gerekend worden tot de modernste in Europa. Van de Vereniging tot medische hulp in Tropenland (Simavi) is bij het college van B. en W. in Velsen een verzoek om subsidie binnengekomen. In dit verzoek wordt ver wezen naar de openbare inzameling die begin April werd gehouden en waaraan de burgerij haar bijdrage offerde. Als zodanig wordt nu door de vereniging een beroep op het gemeentebestuur gedaan. B. en W. zijn echter van mening, dat, hoezeer zij persoonlijk met het doel van de vereniging kunnen instemmen, de ge meente in deze geen taak heeft. Dit mede bezien ten opzichte van allerlei andere nuttige instellingen, die evenveel recht zouden hebben een verzoek om subsidie tot de raad te richten. Het is een ongewoon grote trawler, voor IJmuidense begrippen dan, die vandaag aan een beschouwing wordt onderworpen. Men zou zeggen het met een coaster te doen te hebben, maar met dat scheepstype verschilt de hierbij afgebeelde trawler toch wel aanmerkelijk. Coasters zijn kleiner dan 500 bruto register ton en deze trawler, „Pedro de Barcelos", meet liefst 1269 reg. ton bruto. De naam verraadt het al: dit is geen schip van Engelse-, Duitse of Franse nationaliteit, maar het heeft veel Zuidelijker zijn thuishaven. Het is Lissabon in Portugal en de eigenaresse is de Soc. Nacional dos Armadores de Bacalhau. Deze Portugese grote trawlers, die geregeld vissen op de „grand" banks van de New Foundland kust zijn de ruggegraat van een van Portugal's eerste industrieën: de kabeljauwvisserij. In 1945 brachten de kabeljauwvissers van Portugal 16.000 ton van de „Banks" mee. Het visgebied waar deze schepen wer ken is een ondiep plateau, soms genoemd de „Great Bank", de „Grand Banks" of de „Bank", welke ca. 50 tot 100 mijlen van de Z.O. kust van New Foundland liggen. Het visgebied strekt zich in Zuidelijke richting over ongeveer 300 mijl en heeft een breed te van circa 200 mijl. Meer dan 100.000 vissers, afkomstig uit Portugal, Spanje, Verenigde Staten, Canada, Frankrijk en Groot Brittannië beoefenen jaarlijks hun bedrijf in deze wateren, die variëren in diepte van 20 tot 100 vadem. Altijd al grote schepen Typerend voor de Portugese „Grand Bankers", die alle verbonden zijn aan een organisatie, bekend als de „Co-operativa dos Armadores de Navios da Pesca do Ba calhau", is de „Pedro de Barcelos" en vele andere. Genoemde trawler meet, zoals ge zegd 1269 bruto reg. ton en netto 660 ton. De lengte bedraagt 66 meter, de breedte 11.02 en de holte 4.98 m. Het schip is in 1945 gebouwd bij Cia Uniao Fabril in Lis sabon, een product van eigen bodem. Be halve dit schip heeft deze rederij nog drie soortgelijke schepen, namelijk de Alvaro Martins Homem en de Joao Corte Real, welke beide van 1941 zijn en elk 1250 ton meten, benevens de in 1945 gebouwde Joao Alevres Fagundes, welke 1270 ton meet. De bouw van dit formaat trawlers is geen verschijnsel van na de oorlog in Por tugal. Reeds voor de oorlog kon men der gelijke schepen bij New Foundland aan treffen, alleen zijn de nieuwe uiteraard mo derner van bouw en inrichting. ADVERTENTIE Het programma voor het op 8 Juli des avonds te geven concert in het park Vel serbeek te Velsen door de Christelijke Mu ziekvereniging „Wilhelmina" en het Goede Herder Kerkkoor, luidt: „Wilhelmina": 1. Koraal, Batiste (arr. G. Moll); 2. Andante in G, Batiste (arr. G. Moll). Koor en orkest: 3. Judex, Ch. Gou nod. Koor: 4. Alzo lief-, Palestrina; 5. Christus Triomphator, J. S. Bach; 6. Ave Verum Corpus, W. A. Mozart; 7. Jubilate, harm. Adr. Engels; 8. Dael af, o geest, Adr. Hamers; 9. Zo Gij, J. M. Timmermans; 10. Avondzang, Leo Mens; 11. Alles wat adem heeft, E. Mobach. Pauze. Orkest: 1. Lyn- wood, J. Ora Hume; 2. Aquarelles: a. Les Ballerines, b. Le Chevrier, c. Au temps Jar- dis, d. Ronde enfantine, A. Delhaye; 3. Atil- la, Verdi (arr. P. F. de Kort); 4. Vers l'Ave- nir. S. Vlessing. Het publiek wordt verzocht tijdens het concert „stilte" in acht te nemen. De loodsvlet is er bijna: het donkere silhouet van de „Lingestroom" wacht op de man die het schip veilig naar Amsterdam zal brengen langs de gevaarlijke slroom- kolken van de pieren. Nieuwelingen Naarmate de stad aan de zee in haar nieuwe kleren groeit, stromen er immigranten de IJmond binnen, die hier hun zakelijk geluk gaan beproeven. Zoals de familie Jansen uit Zwolle, die tot de oudste ge slachten van rietwerkers in het Overijsselse behoort en nu in de De Ruyterstraat IJmui den komt laten zien, welk een edel materiaal het Hollandse riet kan zijn, als het in vak kundige lenige handen ver zeilt. Na twee jaar is het de Jansens gelukt een vestigings vergunning in Velsen los te branden. En nu maar riet- snijden aan de boorden van het Noordzeekanaal Zeven repetent Er zijn van die mensen, die van het geluk aan elkaar han gen. Neem nou Pieter van Os, de schoenmaker uit de Paul Krugerstraat, het wilde hart van Oud-IJmuiden. Die heeft het geluk, dat hij al 45 jaar als schoenlappersbaas meeloopt (tegenwoordig heet dat deftig „patroon", maar Van Os vindt het wel zo mooi, dat gemoe delijke „baas"). Hij viert dat moment tussen de veertig en het goud op de zevende Juli, dezelfde dag waarop hij eenen zeventig jaar wordt. Dat is dus even optellen de eenen zeventig op de zevende van de :evende. Maar het geluk kén niet op: baas Van Os begon, 40 jaar terug, op de zevende van de zevende van het jaar negen- tienhonderdzeven op het adres Koningsplein nummer zeven Tja, als je zoveel zevens op je levenspad gestrooid krijgt, moet je wel oud worden. En als hij goed zoekt, komt die zeven vast nog wel eens opduiken in het gezevende be staan van de eenezeventig- jarige. Overigens: mijn feli citaties! Wij belastingbetalers Wij eerzame belastingbeta lers, die zo van harte gaarne naar de Kanaalstraat tijgen, om onze penningen te offeren op het eenvoudige altaar van de heer Piet (Hassan) Lief- tinck, wij Velsenaren, die nimmer een cent te kort zullen invullen op onze aanslagbil jetten en die deze blijde formulieren in optocht en met een verheugd gevoel in het fis- caal-warmkloppende hart uit onze brievenbussen dragen en moeder juichend verkondigen, dat er weer zo'n schoon, zo'n onvergetelijk stuk papier voor óns alléén is gearriveerd, wij zijn toch eigenlijk maar minnetjes bedeeld met het kan toor, waarin de discipelen van de grote Heer in Den Haag, die onze centen omsmeedt tot Europese Defensie en kinder bijslag, zetelen. Want als wij een heel enkel keertje niet helemaal content zijn met onze aanslagen en geloof mij, dat komt nog min der voor, dan dat de toekomsti ge kameel van de Heer Lief- tinck door het oog van 'n Turk se stopnaald kruipt en wij gaan dan bezwaard en angstig naar het rijzige herenhuis aan die Kanaalstraat, dan moeten wij daar niet alleen ten over staan van de vriendelijke amb tenaar, maar ook ten aanhore van een iegelijk, die oren heeft om te horen, onze geldelijke moeilijkheden uit de aanslag biljetten doen. En ziet, dat doet ons zeer. Wij trouwe, wij gretige be talers van de tiende penning zouden voor een lief ding en een Lieftinck willen, dat dit anders ware. Als wij daar bin nen strompelen, volkomen overmand door de moeiten van het belastingbetalersbe- staan, dan staan wij bevend aan het hekje en fluisteren stillekens in het welgevormde oor van de tolgaarder aan gene zijde, dat wij het niet inééns kunnen doen. Omdat wij bloedjes van kinderen bezit ten en een levensstanddaard, die ons boven het hoofd is ge groeid. De gaarder is dan zo decent, ons het welgevormde oor stiekum te lenen, zodat de onderhandelingen zo geruis loos mogelijk verlopen en hij zal ons met alle kiesheid, die in hem is, een voorstel voorstel len. Een regeling treffen, heet dat officieel. Maar ach, toch voelen wij ons niet senang achter dat toonbankje der schuld aan de Kanaalstraat, omdat iemand met een tikkeltje scherpe oren, die zij aan zij met ons staat, wel zo'n beetje verstaat, wat er aan het knikkertje is. Wij zijn misschien wat overdreven om zichtig met onze schamelheid. Neem ons dat eens kwalijk. Zo zijn wij nu eenmaal. Wij zou den die schamelheid echt lie ver stilletjes overleggen aan Lieftinck's dienstknecht in een kamertje apart. We betélen er toch voor? Onaardig De HBS-er, die dezer dagen over het fietspad tussen de Santpoortse Slaperdijk en Haarlem reed en daarbij een andere pedaalridder voorbij trapte, heeft niet zo'n heel erg hoge dunk van de mensheid overgehouden. Het jong had namelijk een tekenbord in de hand, dat hij door de tegen wind liet glippen. Het bord woei tegen zijn achterligger, die door dit geval dermate in woede ontvlamde, dat hij de geschrokken H. B. S-student achterna zette, van de fiets sleurde en aframmelde. Nu wil de politie wel eens graag weten, wie deze boze heer was, want dat gaat zo maar niet, zegt de politie. LAMPENIER Van het na-oorlogse bouwprogramma van Portugal heeft ons land ook profijt gehad. Enige werven kregen opdracht voor de bouw van dergelijke grote trawlers. Enige jaren geleden passeerde nog de slui zen van IJmuiden de Antonio Pascoal, welke bij de Haarlemse Scheepsbouw Mij. het licht zag. Duijvendijk in Lekkerkerk bouwde er zelfs meer dan een voor Portu gal. Zelfs in de buurt van Nijmegen, bij Van der Werf in Deest gleed er een van de helling, de Santo André, stuk voor stuk schepen, waar Portugal trots op kan zijn. ARIE VAN DER VEER (Nadruk verboden). In één van die zeldzaam mooie stukjes natuur, waaraan het verwilderende land goed „Beeckestein" zo rijk is, heeft de Vel- sense „Schippersjeugdvereniging" gister avond een groot aantal gasten ontvangen met muziek, zang, dans en een laaiend kampvuur. Een ogenschijnlijk voor dat doel gescha pen duinpan gaf een paar honderd jonge ren, van wie velen tot de opvarenden der in Velsen liggende binnenschepen beho ren, een knusse zitplaats en onder leiding van de heer Jaap Pel hebben meisjes en jongens uit de verschillende Gereformeer de groeperingen de schippersjeugdver eniging berust op dezelfde religieuze grond slag laten zien, dat een eigen programma aantrekkelijk genoeg kan zijn voor een door be-bop en can-can bezeten jeugd. Diverse groepjes hebben, met het ge ruis van het hoogopgaand geboomte als accompagnement, gezongen. Zoals het koor tje „Die Stalleklancken", dat onder deze naam geestelijke liederen ten gehore bracht en later als „De zingende Santhaezen" (waaruit dus de Santpoortse herkomst bleek) enige wereldlijke melodieën zong. En lang niet onverdienstelijk, vooral wat de sopranen betreft. „Ringelrei", een volksdansgroep, liet een voudige reidansen zien en al misten we een uniforme kledij, dit spontane, frisse spel van figuren heeft menigeen onder het lommer weten te bekoren. Evenals de kleine Tiny Vlaming, blijkens het applaus, veroverend werkte met haar jodelliedjes, waarbij de „Mosquito's" voor de begelei ding zorgden. Zo is deze avond, die helaas een dik half uur te laat begon, mede dank zij het musi cerende stel, dat zich de naam „de Moby- letten" heeft aangemeten, een succes ge worden ondanks de dilletantische inslag en de kleine haperingen. Een kampvuur, waarbij de heer J. Vis ser een verhaal zou vertellen, heeft deze avond besloten, maar door andere bezig heden hebben wij dit vurige slot helaas moeten missen. J. F. ADVERTENTIE Dinsdagavond komt de gemeenteraad van Velsen bijeen in openbare vergadering. Er zal een dertiental agendapunten behan deld worden. De agenda ziet er als volgt uit: Vaststelling notulen. Ingekomen stukken en mededelingen. Vaststelling suppletoire begrotingen. Verzoek om subsidie van de Vereniging tot Medische Hulp aan Tropenland (Si mavi). Verpachting van tuingrond. Verhuur van woningen (Bloemstraat 4 en 4rd en Annastraat 25 te IJmuiden-West.) Verkoop van grond te Santpoort. Aankoop van grond met opstal te IJmui den-West. Beplanting braakliggende terreinen. Verlenen van een crediet voor de aan schaffing van schrijfmachines voor de Wil lem de Zwijgerschool en de Gemeentelijke Handelsavondschool. Uitbreiding van het leerplan van de Ge meentelijke Huishoudschool. Vaststelling van een verordening tot regeling van de jaarwedden van het vak onderwijzend personeel aan de Gemeente lijke lagere scholen te Velsen. Benoeming van: leraren en een lerares aan het gymnasium Felisenum en van per soneel in tijdelijke dienst aan de Gemeente lijke Visserij- dag- en -avondschool te IJmuiden. ADVERTENTIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1952 | | pagina 7