Dag en nacht ligt voor IJmuiden
een vertrouwde waakhond
OLD CLOTHES NEW
DRY CLEANING ONLY
Binnen één dag gereed
Veertien dagen uiten toch thuis
Ze hebben je nodig loods
Trawlers van 1200 ton trekken
dwars over de Atlantische Oceaan
Kennemer Lantaarn
Feest in het woud
ZATERDAG 5 JULI 1952
5
„Simavi" krijgt geen
gemeente-subsidie
REVUE VAN DE ZUIDZIJ
In Nederland gebouwde schepen in een Portugese vloot, die
kabeljauw van New Foundland haalt
„Wilhelmina" en Goede
Herderkoor concerteren
in „Velserbeek"
N
Varende jeugd te gast
op „Beeckestein"
Dinsdagavond raad in het
gemeentehuis
99
99
l%yTEER DAN DERTIG JAREN heeft het. loodsafhalertje „Bruinvisch" meegelopen
1 bij het Nederlandse loodswezen. Hij is er moe en een beetje aftands van gewor
den, maar het is dan nu ook nog maar een reservebootje, die „Bruinvisch". Schipper
IJs Jonkman kent zo langzamerhand zijn nukken en zijn bezwaren e het enige wat hij
werkelijk tegen hem heeft, is dat'ie geen kacheltje rijk is in het logiesje, waar je een
paar stramme winterhanden naar uit kunt steken, als het buiswater in ijskoude klap
pen overstuift gedurende het slechte jaargetijde. Mgar het is nu geen bar weer,
want de zon vonkt in een eindeloze baan over de zee en trekt een lichtspoor
tussen de pieren tot de verre Westerkim puur zilver öp de kleine rimpel
golfjes van het makke stuk water, dat zo vaak een geduchte krikkemik oftewel in
onze landrotten-taal „kokend stuk branding" is. Vandaag niet. Vandaag hebben
Meindert en Willem van den Brink, de matroos, de jasjes er bij uitgetrokken en ze
laten de schouders rood-aanlopen in de felle zon. Het is half vier. Tijd om te varen
voor de „Bruinvisch", die zich gewillig op pad begeeft naar de loodsboot.
Loods Jonker laat zijn smetteloze over
hemd op de voorplecht blinken in de
baaierd van licht, die over de warme we
reld staat. De rook van zijn sigaret dwar
relt al sneller terug, naarmate de „Bruin
visch" meer vaart krijgt.
Op de brede zonnebaan tussen de pieren
heeft inmiddels het moederschip de „Bella-
trix" zijn draai gemaakt: de loodsboot haalt
de loods op, met de touwladder al nodend
aan stuurboord.
L Loods „Lekko!"
„Gedag".
..Gedag".
Elke drie uur klinkt dat even: „Gedag".
Dan verschijnt de loodsboot tussen de
pieren, vlak onder de wal, waar hij in geen
veertien dagen contact mee krijgt, om met
de nieuwe aflossing weer terug te stomen
naar het zesmijls-stukje van de zee. dat het
domein is van de IJmuidense loodsboten,
weer of geen weer, mist of helder zicht,
bries of regen.
De blauwe vlag met de letter L wappert
scheef uit de achtermast. Het is de L van
Loods, maar het kon ook de beginletter zijn
van het vertrouwde „Lekko", dat een vei
lige klank heeft in alle zeemansoren.
De slag van de deinig op het punt, waar
de vloed langs de uiteinden van de pieren
strijkt, is nauwelijks te voelen en het is een
prachtige dag weer. Schipper Blaauwboer
mag dat wel, er tussendoor. Want het zijn
onrustige dagen geweest, die voor deze
klare zonnedag lagen. Briesend, dat de
„Bellatrix" tekeer ging als een losgeslagen
paard, dag in, dag uit, 's nachts en altijd-
slingerend als een simmetje zonder lood
er onder.
De bemanning, zo'n dikke twintig mensen
plus de acht tot twaalf loodsen, die aan
boord zijn. hebben het al even volledig naar
de zin en ze schieten een zonnetje aan dek
of ze hebben een lijntje uit, voorzover ze
geen wacht moeten lopen. Een lijntje, waar
plotseling leven in komt, omdat een ma
kreel zich vergaloppeerde en te laat merk
te, dat het haringvelletie aan de haak het
voorportaal tot de braadpan van Ome Jaap
is.
Drukte aan de kim
Het is druk langs de horizon en daar
voor en van de brug af heeft de kwartier
meester, die Perisutti heet, maar Perri
genoemd wordt, omdat dat makkeliiker is,
algauw de coaster „Brouwershaven" in de
kijker, die de blauw-gele G-vlag voert en
dus om een loods verlegen zit.
Het bootmansfluitje kirt over het dek.
Boot klaarmaken aan bakboord. De
„Bellatrix" haalt met een scherpe
bocht, die het ranke schip op zijn
linkerzij gooit, over stuurboord uit.
En een matroos doceert, dat het eigen
lijk net een jacht is, die „Bellatrix". zo
scherp vaart dat ding en zo wiebelig
ligt'ie op het water.
Perri zit al in de bedienlngsstoel van de
bakboordskraan, die de jol in zijn takel
heeft gevangen met een handige
zwaai wordt het ding met de motor brom
mend in de lucht, op de zee gezet en met
de lood® en twee man aan boord stuift de
kleine man naar de „Brouwershaven",
waar ze al over de buitenbrug hangen, om
de loods te verwelkomen. Na misschien
weken lang ergens aan de Oostzee moei-
liik Duits te hebben gesproken, moet het
elke keer weer, bij het naderen van IJmui
den, een klein feest zijn een ronde Hollan
der aan boord te krijgen, die gewoon: „Zo
jongelui, waren jullie daar weer es?" tegen
je zegt. De loods klautert behendig tegen
de deklast hout van de „Brouwershaven"
op, de jol snort terug en even later
hangt hij weer veilig in de stalen arm van
de kraan. Dat is dan weer gauw even ver
diend voor de baas.
Uitverkoop
ln de stuurhut wordt een bordje, met de
naam van de zojuist afgezette loods, on-
Perisutti heeft de loods „gevangen" in de
takel even later zal het vletje naar de
„Lingestroom" stuiven.
derin gezet. Er blijven nu nog acht over
„er kunnen nog acht schepen beloodsd
worden, voor de „Bellatrix" uitverkocht is
en dan zijn er altijd nog loodsen op de
sluis in voorraad, die waldienst hebben en
mocht er dan nog een klant komen.wat
let stuurman Gerrit Gorter ook een rondje
mee te maken?
Het gaat er waarachtig op lijken, dat er
uitverkoop gehouden moet worden, want
nauwelijks is de coaster tussen de pieren
verdwenen, of een volgende sollicitant komt
uit de Noord: de „Lingestroom". Weer laat
Perri de loodsjol neer, weer klimt even
daarna in de verte een mannetje met een
witte pet op tegen de scheepshuid, weer
gaat een bordje in het stuurhuis van bo
ven naar beneden in het rek. De derde
wordt de „Hollandia", een Zweed. „Moet je
weten, hoe netjes het daar aan boord is",
zegt één van de lood'sen. „Om van de grond
te bikken. Heel anders dan op een Pana-
mees of een Griek".
Ze kennen hun pappenheimers door de
dienst der jaren, de loodsen van IJmuiden.
Ze hebben ze bij elk weer en haast elke zee
beklommen. Ze hebben ze veilig binnen
gebracht in de haven met zijn verrader
lijke stroming om de pieren en ze hebben
ze doorgemanoeuvreerd naar Amsterdam
of de middensluis. Zoals de kapitein het
wenst. Lekko kappie. Want dat beloodsen
is helemaal vrijwillig.
Passagiers van een paar uur
Het zijn passagiers voor een paar uur,
de loodsen. Maar ze moeten, al krijgen ze
dan ook formeel niet de verantwooi-delijk-
heid over het te beloodsen schip, drommels
goed op hun tellen passen .want ten eerste
heeft dat Nederlandse Loodswezen een
puike naam in het buitenland en boven
dien is de adviserende functie van de zee-
loods niet zo gek ver af van het commando.
En als het dan de „Oranje" is, die binnen
loopt, weegt zulk een verantwoording dub
bel zwaar. Even zwaar als een paar hon
derd mensenlevens tussen stuurhuis en kiel
platen van het luxe-schip.
Ome Jaap, of Jacob Post, zoals hij twee
en zestig jaar geleden in de burgerlijke
stand van Peasens en Moddergat werd in
geschreven (ja, dat ligt achter de Friese
zeedijk en het is er goed en vredig wonen),
heeft inmiddels in zijn kombuis aan een
paar knoppen staan draaien en daarna is
het tijd voor een bakkie. Want op de „Bel
latrix" gaat het koken, net als op de „De-
neb" en de andere moderne loodsboten,
volkomen electrisch. Jaap heeft het de
meester eens laten uitrekenen, dat hij per
dag negen gulden aan elektriek zou
moeten betalen, als hij diezelfde appara
tuur thuis had staan. Acht en dertig jaren
vaart Jaap als kok op het stukje zee, dat
van de loodsboot is, al die jaren heeft hij
het best naar de zin gehad, want het is een
mooi en goed leven en dat mag van Oom
Jaap gerust in de krant, zegt hij.
Hij is niet alleen trots op zijn model
keuken, die zeventienduizend gulden heeft
gekost en het waard is ook, als er eventjes
gauw gewerkt moet worden, maar hij is
evenzeer groots op zijn loodswezen, dat
hem straks helaas aan de wal moet zetten,
omdat Ome Jaaps dienstjaren geteld raken.
Maar voorlopig kan de kok nog mee, al
duikt hij niet zonder meer over boord zo
als de stoker, wanneer het zijn wacht niet
is bij warm weer en de schipper het goed
vindt. Nee, dat erge jonge is er wel af, maar
een nikkelstalen waterketel, die leeg al
tegen de tien kilo weegt, wil hij elk uur
van de dag tachtig keer boven zijn hoofd
tillen.
Radar proberen
De schepen komen, krijgen een loods en
gaan. De „Bellatrix" drijft als een gedul
dige en vertrouwde waakhond voor de
havenmond. Zijn gele dekhuizen blikkeren
in de zon. De zevenhonderdvijftig paarde-
krachten denderen diep-weg in de romp.
Tussen de bedrijven door geeft de schip
per de semaphoor een steuntje, omdat ze
daar met de radar aan het experimenteren
zijn. HU Iaat de „Bellatrix" een nette cirkel
maken met een straal van vierhonderd
meter en hoort later over de radio, dat het
op het radarscherm, boven in de kustwacht
bunker, voortreffelük geklopt heeft.
Beneden in het schip prikt loods Jonker
in een stukje koude karbonaad. Hij is de
enige overgeblevene van de negen loodsen,
die de „Bellatrix" zopas nog aan boord had.
En weer komt er een klant. Zodat ook de
loods Jonker van boord gaat en ook zijn
plankje onderin de rij komt. „Uitverkocht"
zegt schipper Blaauwboer en hij tuurt
langs de zilveren zee, of er misschien nog
een nakomertje opduikt. Nee, geen klan
dizie. Dan maar gauw even een paar lood
sen van de wal halen.
De „Bellatrix" draait zijn wijde cirkel
tussen de pieren.
De „Bruinvisch" stuift naderbij.
Altijd en eeuwig zal de loodsafhaler na
derbij stuiven met nieuwe mannen met
witte petten op en het marine-uniform aan.
Want er zal altijd gevaren worden naar
Zowat elk half uur als er tenminste
wat „aanloop" is voor de pieren van
IJmuiden straft een jol bruisend
van de loodsboot naar een binnenva
rend schip, met achter het buiszeiltje
de loods.
Ook als het zo waait, dat u midden in de
nacht de ramen gaat sluiten. Ook op
Eerste Kerstdag. Alleen wanneer de
windkracht bij de acht in de buurt-
komt, kruipt die loodsboot, die als elk
modern schip een slingerbak van je
welste genoemd mag worden (maar dan
ook vijftien mijl loopt als het nodig is)
naar cle veilige haven en als het te dik
van mist gaat worden, gaat zij voor
anker. Wat in de naaste toekomst met
de perfectionnering van lJmuidens ha
venradar misschien ook niet meer nodig
zal zijn.
Maar de loods, die een grondige oplei
ding kreeg op alle treden, welke ten
slotte naar de rang van Zeeloods eerste
klasse leiden, is voor het overige dag
en nacht beschikbaar. Zodra de geel-
blauwe vlag, het morselampsein of de
desbetreffende fluitsignalen te zien of
te horen zijn, gaat de loods er op af,
dansend over de zee in het grommende
vletje.
De loodsboot is zijn thuis. Het thuis
ook voor de mannen, die veertien dagen
buiten blijven tot ze door een ander
schip met een frisse bemanning worden
afgelost. Dat is tegelijk de bekoring en
de eentonigheid van dit werk: veertien
dagen is bij wijze van spreken onder
het bereik van moeder-de-vrouw, die,
als ze wil, eventjes onder de semafoor
kan gaan kijken en zwaaien, als de
loodsboot zijn cirkeltje draait binnen
de pieren ten tijde van de loodsaflos-
sing, maar veertien dagen is ook het
eindeloze heen-en-weer van het zelfde
stukje water.
Dank zij de medewerking van de Direc
tie van het Loodswezen in het derde
district en de hoffelijke gastvrijheid van
de „Bellatrix"-bemanning kan een onzer
redacteuren de lezer iets vertellen over
deze vreemde vaart in de „krikkemik"
voor IJmuiden. Hij zocht er een zonnige
dag voor uit. Maar hij heeft het besef
meegekregen van de zware wacht, als
de zee tekeer gaat en de wind naar de
acht schiet. En de mannen moe-geslin
gerd en gaar-gebeukt'thuisstomen op de
Dinsdag om de veertien dagen, dat een
wacht voor de IJmond eindigt.
en van IJmuiden en de loods blijft ondanks
radar nodig, broodnodig voor een secure
vaart en een behouden thuiskomst.
Lekko, Loods!
Wat is er van de nacht?
De morselamp seint het: „Ik verzoek om
een loods".
Kruip maar in de jol en zet je kraag
op. Het is misschien de „Oranje" of de
„Jagersfontein". Of de „Jan" of de „Twee
gebroeders".
Ze hebben je nodig, loods
J. F.
Vrijdagochtend zijn op Schiphol twee nieuwe vliegtuig-brandstof-tankinstallaties
officieel in gebruik genomen. De beide installaties mogen gerekend worden tot de
modernste in Europa.
Van de Vereniging tot medische hulp in
Tropenland (Simavi) is bij het college van
B. en W. in Velsen een verzoek om subsidie
binnengekomen. In dit verzoek wordt ver
wezen naar de openbare inzameling die
begin April werd gehouden en waaraan de
burgerij haar bijdrage offerde. Als zodanig
wordt nu door de vereniging een beroep
op het gemeentebestuur gedaan.
B. en W. zijn echter van mening, dat,
hoezeer zij persoonlijk met het doel van
de vereniging kunnen instemmen, de ge
meente in deze geen taak heeft. Dit mede
bezien ten opzichte van allerlei andere
nuttige instellingen, die evenveel recht
zouden hebben een verzoek om subsidie
tot de raad te richten.
Het is een ongewoon grote trawler, voor IJmuidense begrippen dan, die vandaag aan
een beschouwing wordt onderworpen. Men zou zeggen het met een coaster te doen te
hebben, maar met dat scheepstype verschilt de hierbij afgebeelde trawler toch wel
aanmerkelijk. Coasters zijn kleiner dan 500 bruto register ton en deze trawler, „Pedro
de Barcelos", meet liefst 1269 reg. ton bruto. De naam verraadt het al: dit is geen
schip van Engelse-, Duitse of Franse nationaliteit, maar het heeft veel Zuidelijker
zijn thuishaven. Het is Lissabon in Portugal en de eigenaresse is de Soc. Nacional dos
Armadores de Bacalhau. Deze Portugese grote trawlers, die geregeld vissen op de
„grand" banks van de New Foundland kust zijn de ruggegraat van een van Portugal's
eerste industrieën: de kabeljauwvisserij.
In 1945 brachten de kabeljauwvissers
van Portugal 16.000 ton van de „Banks"
mee. Het visgebied waar deze schepen wer
ken is een ondiep plateau, soms genoemd
de „Great Bank", de „Grand Banks" of de
„Bank", welke ca. 50 tot 100 mijlen van de
Z.O. kust van New Foundland liggen. Het
visgebied strekt zich in Zuidelijke richting
over ongeveer 300 mijl en heeft een breed
te van circa 200 mijl. Meer dan 100.000
vissers, afkomstig uit Portugal, Spanje,
Verenigde Staten, Canada, Frankrijk en
Groot Brittannië beoefenen jaarlijks hun
bedrijf in deze wateren, die variëren in
diepte van 20 tot 100 vadem.
Altijd al grote schepen
Typerend voor de Portugese „Grand
Bankers", die alle verbonden zijn aan een
organisatie, bekend als de „Co-operativa
dos Armadores de Navios da Pesca do Ba
calhau", is de „Pedro de Barcelos" en vele
andere. Genoemde trawler meet, zoals ge
zegd 1269 bruto reg. ton en netto 660 ton.
De lengte bedraagt 66 meter, de breedte
11.02 en de holte 4.98 m. Het schip is in
1945 gebouwd bij Cia Uniao Fabril in Lis
sabon, een product van eigen bodem. Be
halve dit schip heeft deze rederij nog drie
soortgelijke schepen, namelijk de Alvaro
Martins Homem en de Joao Corte Real,
welke beide van 1941 zijn en elk 1250 ton
meten, benevens de in 1945 gebouwde Joao
Alevres Fagundes, welke 1270 ton meet.
De bouw van dit formaat trawlers is
geen verschijnsel van na de oorlog in Por
tugal. Reeds voor de oorlog kon men der
gelijke schepen bij New Foundland aan
treffen, alleen zijn de nieuwe uiteraard mo
derner van bouw en inrichting.
ADVERTENTIE
Het programma voor het op 8 Juli des
avonds te geven concert in het park Vel
serbeek te Velsen door de Christelijke Mu
ziekvereniging „Wilhelmina" en het Goede
Herder Kerkkoor, luidt:
„Wilhelmina": 1. Koraal, Batiste (arr. G.
Moll); 2. Andante in G, Batiste (arr. G.
Moll). Koor en orkest: 3. Judex, Ch. Gou
nod. Koor: 4. Alzo lief-, Palestrina; 5.
Christus Triomphator, J. S. Bach; 6. Ave
Verum Corpus, W. A. Mozart; 7. Jubilate,
harm. Adr. Engels; 8. Dael af, o geest, Adr.
Hamers; 9. Zo Gij, J. M. Timmermans; 10.
Avondzang, Leo Mens; 11. Alles wat adem
heeft, E. Mobach. Pauze. Orkest: 1. Lyn-
wood, J. Ora Hume; 2. Aquarelles: a. Les
Ballerines, b. Le Chevrier, c. Au temps Jar-
dis, d. Ronde enfantine, A. Delhaye; 3. Atil-
la, Verdi (arr. P. F. de Kort); 4. Vers l'Ave-
nir. S. Vlessing.
Het publiek wordt verzocht tijdens het
concert „stilte" in acht te nemen.
De loodsvlet is er bijna: het donkere silhouet van de „Lingestroom" wacht op de
man die het schip veilig naar Amsterdam zal brengen langs de gevaarlijke slroom-
kolken van de pieren.
Nieuwelingen
Naarmate de stad aan de zee
in haar nieuwe kleren groeit,
stromen er immigranten de
IJmond binnen, die hier hun
zakelijk geluk gaan beproeven.
Zoals de familie Jansen uit
Zwolle, die tot de oudste ge
slachten van rietwerkers in
het Overijsselse behoort en nu
in de De Ruyterstraat IJmui
den komt laten zien, welk een
edel materiaal het Hollandse
riet kan zijn, als het in vak
kundige lenige handen ver
zeilt. Na twee jaar is het de
Jansens gelukt een vestigings
vergunning in Velsen los te
branden. En nu maar riet-
snijden aan de boorden van
het Noordzeekanaal
Zeven repetent
Er zijn van die mensen, die
van het geluk aan elkaar han
gen. Neem nou Pieter van Os,
de schoenmaker uit de Paul
Krugerstraat, het wilde hart
van Oud-IJmuiden. Die heeft
het geluk, dat hij al 45 jaar als
schoenlappersbaas meeloopt
(tegenwoordig heet dat deftig
„patroon", maar Van Os vindt
het wel zo mooi, dat gemoe
delijke „baas"). Hij viert dat
moment tussen de veertig en
het goud op de zevende Juli,
dezelfde dag waarop hij eenen
zeventig jaar wordt. Dat is dus
even optellen de eenen
zeventig op de zevende van de
:evende.
Maar het geluk kén niet op:
baas Van Os begon, 40 jaar
terug, op de zevende van de
zevende van het jaar negen-
tienhonderdzeven op het adres
Koningsplein nummer zeven
Tja, als je zoveel zevens op je
levenspad gestrooid krijgt,
moet je wel oud worden.
En als hij goed zoekt, komt
die zeven vast nog wel eens
opduiken in het gezevende be
staan van de eenezeventig-
jarige. Overigens: mijn feli
citaties!
Wij belastingbetalers
Wij eerzame belastingbeta
lers, die zo van harte gaarne
naar de Kanaalstraat tijgen,
om onze penningen te offeren
op het eenvoudige altaar van
de heer Piet (Hassan) Lief-
tinck, wij Velsenaren, die
nimmer een cent te kort zullen
invullen op onze aanslagbil
jetten en die deze blijde
formulieren in optocht en met
een verheugd gevoel in het fis-
caal-warmkloppende hart uit
onze brievenbussen dragen en
moeder juichend verkondigen,
dat er weer zo'n schoon, zo'n
onvergetelijk stuk papier voor
óns alléén is gearriveerd,
wij zijn toch eigenlijk maar
minnetjes bedeeld met het kan
toor, waarin de discipelen van
de grote Heer in Den Haag, die
onze centen omsmeedt tot
Europese Defensie en kinder
bijslag, zetelen.
Want als wij een heel enkel
keertje niet helemaal content
zijn met onze aanslagen en
geloof mij, dat komt nog min
der voor, dan dat de toekomsti
ge kameel van de Heer Lief-
tinck door het oog van 'n Turk
se stopnaald kruipt en wij
gaan dan bezwaard en angstig
naar het rijzige herenhuis aan
die Kanaalstraat, dan moeten
wij daar niet alleen ten over
staan van de vriendelijke amb
tenaar, maar ook ten aanhore
van een iegelijk, die oren heeft
om te horen, onze geldelijke
moeilijkheden uit de aanslag
biljetten doen.
En ziet, dat doet ons zeer.
Wij trouwe, wij gretige be
talers van de tiende penning
zouden voor een lief ding en
een Lieftinck willen, dat dit
anders ware. Als wij daar bin
nen strompelen, volkomen
overmand door de moeiten
van het belastingbetalersbe-
staan, dan staan wij bevend
aan het hekje en fluisteren
stillekens in het welgevormde
oor van de tolgaarder aan gene
zijde, dat wij het niet inééns
kunnen doen. Omdat wij
bloedjes van kinderen bezit
ten en een levensstanddaard,
die ons boven het hoofd is ge
groeid. De gaarder is dan zo
decent, ons het welgevormde
oor stiekum te lenen, zodat de
onderhandelingen zo geruis
loos mogelijk verlopen en hij
zal ons met alle kiesheid, die in
hem is, een voorstel voorstel
len. Een regeling treffen, heet
dat officieel.
Maar ach, toch voelen wij
ons niet senang achter dat
toonbankje der schuld aan de
Kanaalstraat, omdat iemand
met een tikkeltje scherpe oren,
die zij aan zij met ons staat,
wel zo'n beetje verstaat, wat er
aan het knikkertje is. Wij zijn
misschien wat overdreven om
zichtig met onze schamelheid.
Neem ons dat eens kwalijk. Zo
zijn wij nu eenmaal. Wij zou
den die schamelheid echt lie
ver stilletjes overleggen aan
Lieftinck's dienstknecht in een
kamertje apart. We betélen er
toch voor?
Onaardig
De HBS-er, die dezer dagen
over het fietspad tussen de
Santpoortse Slaperdijk en
Haarlem reed en daarbij een
andere pedaalridder voorbij
trapte, heeft niet zo'n heel erg
hoge dunk van de mensheid
overgehouden. Het jong had
namelijk een tekenbord in de
hand, dat hij door de tegen
wind liet glippen. Het bord
woei tegen zijn achterligger,
die door dit geval dermate in
woede ontvlamde, dat hij de
geschrokken H. B. S-student
achterna zette, van de fiets
sleurde en aframmelde. Nu wil
de politie wel eens graag
weten, wie deze boze heer was,
want dat gaat zo maar niet,
zegt de politie.
LAMPENIER
Van het na-oorlogse bouwprogramma
van Portugal heeft ons land ook profijt
gehad. Enige werven kregen opdracht voor
de bouw van dergelijke grote trawlers.
Enige jaren geleden passeerde nog de slui
zen van IJmuiden de Antonio Pascoal,
welke bij de Haarlemse Scheepsbouw Mij.
het licht zag. Duijvendijk in Lekkerkerk
bouwde er zelfs meer dan een voor Portu
gal. Zelfs in de buurt van Nijmegen, bij
Van der Werf in Deest gleed er een van de
helling, de Santo André, stuk voor stuk
schepen, waar Portugal trots op kan zijn.
ARIE VAN DER VEER
(Nadruk verboden).
In één van die zeldzaam mooie stukjes
natuur, waaraan het verwilderende land
goed „Beeckestein" zo rijk is, heeft de Vel-
sense „Schippersjeugdvereniging" gister
avond een groot aantal gasten ontvangen
met muziek, zang, dans en een laaiend
kampvuur.
Een ogenschijnlijk voor dat doel gescha
pen duinpan gaf een paar honderd jonge
ren, van wie velen tot de opvarenden der
in Velsen liggende binnenschepen beho
ren, een knusse zitplaats en onder leiding
van de heer Jaap Pel hebben meisjes en
jongens uit de verschillende Gereformeer
de groeperingen de schippersjeugdver
eniging berust op dezelfde religieuze grond
slag laten zien, dat een eigen programma
aantrekkelijk genoeg kan zijn voor een
door be-bop en can-can bezeten jeugd.
Diverse groepjes hebben, met het ge
ruis van het hoogopgaand geboomte als
accompagnement, gezongen. Zoals het koor
tje „Die Stalleklancken", dat onder deze
naam geestelijke liederen ten gehore bracht
en later als „De zingende Santhaezen"
(waaruit dus de Santpoortse herkomst
bleek) enige wereldlijke melodieën zong.
En lang niet onverdienstelijk, vooral wat
de sopranen betreft.
„Ringelrei", een volksdansgroep, liet een
voudige reidansen zien en al misten we
een uniforme kledij, dit spontane, frisse
spel van figuren heeft menigeen onder het
lommer weten te bekoren. Evenals de
kleine Tiny Vlaming, blijkens het applaus,
veroverend werkte met haar jodelliedjes,
waarbij de „Mosquito's" voor de begelei
ding zorgden.
Zo is deze avond, die helaas een dik half
uur te laat begon, mede dank zij het musi
cerende stel, dat zich de naam „de Moby-
letten" heeft aangemeten, een succes ge
worden ondanks de dilletantische inslag en
de kleine haperingen.
Een kampvuur, waarbij de heer J. Vis
ser een verhaal zou vertellen, heeft deze
avond besloten, maar door andere bezig
heden hebben wij dit vurige slot helaas
moeten missen.
J. F.
ADVERTENTIE
Dinsdagavond komt de gemeenteraad
van Velsen bijeen in openbare vergadering.
Er zal een dertiental agendapunten behan
deld worden. De agenda ziet er als volgt
uit:
Vaststelling notulen.
Ingekomen stukken en mededelingen.
Vaststelling suppletoire begrotingen.
Verzoek om subsidie van de Vereniging
tot Medische Hulp aan Tropenland (Si
mavi).
Verpachting van tuingrond.
Verhuur van woningen (Bloemstraat 4
en 4rd en Annastraat 25 te IJmuiden-West.)
Verkoop van grond te Santpoort.
Aankoop van grond met opstal te IJmui
den-West.
Beplanting braakliggende terreinen.
Verlenen van een crediet voor de aan
schaffing van schrijfmachines voor de Wil
lem de Zwijgerschool en de Gemeentelijke
Handelsavondschool.
Uitbreiding van het leerplan van de Ge
meentelijke Huishoudschool.
Vaststelling van een verordening tot
regeling van de jaarwedden van het vak
onderwijzend personeel aan de Gemeente
lijke lagere scholen te Velsen.
Benoeming van: leraren en een lerares
aan het gymnasium Felisenum en van per
soneel in tijdelijke dienst aan de Gemeente
lijke Visserij- dag- en -avondschool te
IJmuiden.
ADVERTENTIE