RUIME COLLECTIE: <48EbSANOSTOL Twee debutanten in Nederlands voetbalelftal: Tebak en Lugthart Sportcongres beraadde zich over de sport als vormingsleer Eed en belofte niet gelijkwaardig, concluderen R.K.-rapporteurs De Twee Zusters ■Clowntje Riek Tuinders misprijzen agrarisch protocol Vondsten uit Velsen in Teyler's Museum DINSDAG 14 OCTOBER 1952 Terlouw is weer stopperspil Drie boks-overwinningen in Rotterdam Aet&Uc>i£ &tm$uUMflU>dadf Massazang in Overveen Zondag voor de radio Spelkarakter is essentieel Benelux-zorgen Zuid-Amerikaans ballet komt naar Nederland Voor de kinderen Andere Eedswet-wijzigingen bepleit om de humanisten tevreden te stellen FEUILLETON DOOR JOS. LODEWIJKS id De Keuze-commissie van de Belgische en Dit deel van de ploeg heeft, naar men zegt, de Nederlandse Voetbal Bond hebben de nationale voetbalteams van beide landen, die Zondag aanstaande in Antwerpen tegen elkaar zullen spelen, samengesteld. Aan bei de kanten zijn enige nieuwe gezichten en aan beide kanten ook geeft de opstelling enkele verrassende wijzigingen. Die opstellingen zijn: Nederland Doel: Kraak (Stormvogels); achter: Tebak (Eindhoven) en Alberts (Vitesse); midden: Wiertz (DWS), Terlouw (Sparta) en Bies- brouck (RCH); voor: Van der Kuil (VSV), Lugthart (Be Quick), Van Roessel (Wil lem 2), Bennaars (Dosko) en Lenstra (Hee renveen). Reserves zijn: Landman (Sparta), Hen driks (Vitesse), Kuypers (Volewijckers) en Clavan (ADO). België Doel: Boogaerts (Standard CU; achter: Diricx (Union St. Gilloise) en Van Brandt (Lierse SK); midden: Mees (Antwerp F C), Carre (Luik) en "Maertens (Antwerp F C) voor: Reyniers (R C Mechelen), Bensch (Beringen F C), Mermans (Anderlecht), Anoul (Luik) en Lemberechts (F C Mechelen). Reserves zijn: Seghers (La Gantoise), Sae- ren (Luik), Van der Auwera (R C Meche len) en Copens (Beerschot). Alberts terug In de Nederlandse achterhoede is dus Alberts weer als linksback teruggekeerd, ter wijl de Eindhoven-speler Tebak als rechts back zal debuteren. De verkiezing van Tebak komt niet als een verrassing, temeer omdat Odenthal Zondag opnieuw last kreeg van zijn oude blessure en dus zijn plaats nog niet kan verdedigen. Dat Alberts weer zou worden opgesteld, hadden wij niet verwacht. In een oefenwed strijd tegen Wolverhampton Wanderers vol deden zowel Terlouw als linksback Hendriks als stopperspil. Het feit echter dat Rik Cop- pens niet in het Belgische team is opgesteld schijnt van invloed te zijn geweest bij deze beslissing. In de voorhoede is de Groninger Lugthart de debutant. In de oefenwedstrijd van ver leden week was de Be Quick-speler zeker niet voldoende, maar het ontbreken van andere krachten zal wel de reden van zijn opstelling zijn geweest. En Lenstra is nu definitief op de buitenplaats gekomen. De Heerenvener kan op deze plaats gevaarlijke dingen doen, maar als binnenspeler achten wij hem toch tot veel meer in staat. Verrassingen In vergelijking met het Rode Duivels-team, dat de laatste keer. op 6 April van dit jaar in Antwerpen de tegenstander van Neder land was, zijn er nog al wat wijzigingen te bespeuren. Misschien mag ook wel worden gesproken van verrassingen. Zo bijvoorbeeld in de voorhoede, waarin voor Coppens geen plaats is ingeruimd. De strijd om de midvoorplaats heeft de aanvalsleider van Beerschot verloren. Mer mans, die in April niet van de partij kon zijn, heeft zijn oude plaats weer ingenomen. Geheel onverwacht is dit besluit van de Bel gische keuzecommissie niet, maar dat men Coppens niet als rechts- of linksbinnen heeft opgesteld mag een verrassing heten. De linksbuitenplaats, waarop Thys in de laatste ontmoeting zo kwiek en gevaarlijk voor de dag kwam, wordt nu ingenomen door Lem berechts. ocigen kwetsbaar In de middenlinie is Mees weer opgesteld. ADVERTENTIE ALPINO'S, diverse tinten 2.35 ALPINO'S, wit ƒ2.95 TRAININGSBROEK met ach terzak, ook grote maten 3.55 Wol geruit CANADIAN JACK vanaf ƒ19.95 LODENJAS met capuchon tot maat 100 vanaf 34.65 HAARLEM ANEGANG 19. TEL 21413 Drie Nederlandse boksers hebben in de Rivièrahal in Rotterdam gisteravond hun loopbaan als professional met een overwin ning ingezet. In het middengewicht boekte Leen Jansen in zijn prof-debuut tegen de Italiaan Camil- le Dominico een overwinning op punten. Hein van der Zee, als amateur vlieggewicht kampioen van Nederland, sloeg de Belg Louis van Damme op punten en „Baby" de Voogd won in het zwaargewicht van de Ita liaan Pabrecca. De Italiaanse zwaargewicht gaf in de vijfde ronde de strijd op. de meeste moeilijkheden voor de samenstel lers opgeleverd. Immers, noch Mees, noch Carre, noch Maertens hebben de laatste we ken blijk gegeven in goede vorm te zijn. Van het achtertrio is alleen Diricx gehandhaafd. Doelman Meert, nog niet geheel genezen van een blessure, wordt door Boogaerrs vervan gen, terwijl Saeren naar het reservebankje is verwezen om plaats te maken voor Van Brandt van de Lierse. Al met al ziet het er (op papier) naar uit, dat de Belgen Zondag niet met een onkwets baar elftal in het veld komen, maar wel met een gevaarlijke en schotvaardige voorhoede. ADVERTENTIE F.lncón i en. 200'gr. I <.95 ca. 600"ge I 3.76. N.V. Koninklijke Pharmaceutische Fabrieken v/b Brocades-Stheeman Pharmacia ADVERTENTIE LEDEREN JASSEN ƒ125— Zondagavond 19 October wordt door de NCRV een programma van een half uur massazang uit de Nederlands Hervormde kerk te Overveen uitgezonden, dat Woens dagavond zal worden opgenomen op gramofoonplaten. Er zijn Zondag en Maandag repetities voor gehouden. Er worden met orgelbegeleiding door Jan van Westering geestelijke liederen door de aan wezige gemeenteleden ten gehore gebracht, afgewisseld met zang door het koor van de Begijnehofkapel met medewerking van de musici J. J. Marinus (trompet) en H. But ter (hobo). De algemene leiding berust bij Paul Chr. van Westering. Maandag werd de Internationale Sportconferentie door de deelnemers voortgezet in het Haarlemse Stadhuis met een voordracht ovër de sport als vormingsleer. Een voor dracht, die gehouden werd door de heren C. Graamans en C. Ras. Eerstgenoemde hield de rede voor de Engelssprekende groep; de heer Ras hield dezelfde voordracht in het Nederlands. In dit betoog kwam tot uitdrukking, dat het niet vanzelfsprekend is dat de begrippen sport" en „opvoeding" iets met elkaar te maken hebben. Dit kan alleen het geval zijn als daarbij zekere restricties worden gemaakt. Essentieel in de sport is het spelkarakter. De speel-drang is een zeer algemene menselijke eigenschap, die zich op vele manieren, doch in het bizonder in de sport, uit. Het spel wordt tot sport gemaakt door de sterk georganiseerde vorm. De sport, aldus de heren Graamans en Ras, ontleent haar ethos oorspronkelijk aan de levenshouding van de Britse aristocratie en de public schools. Als er geklaagd wordt over de oneerlijkheid in de sport, dan is dit een algemeen menselijke eigenschap, die we evenzeer in de sport zullen aantreffen als elders. In het bizonder met het oog op de jeugd moet er gestreden en gewaakt worden, dat het oorspronkelijk spel karakter van de sport beter bewaard blijft; de sportleiders beschikken over een geestelijke en culturele achter grond en paedagogische kwaliteiten; het democratisch karakter van op voeding tot uiting te doen komen in het aandeel dat de jeugd neemt in de leiding; veelzijdigheid de voorkeur ge niet boven vroegtijdige specialisatie. Bewuste vorming Kan van volwassen sportbeoefenaren worden aangenomen, dat hun vorming grotendeels is voltooid, ten aanzien van de jeugd geldt de wenselijkheid van bewuste vorming. Daardoor zou een duidelijke scheiding tussen volwassenen- en jeugd- sport getrokken moeten worden. De sport voor de ouderen met een sociale- en re creatieve functie, voor de jeugd met het voorop staan van de vormende betekenis. Afzonderlijk oefen- en wedstrijdverband is daartoe noodzakelijk. Daarbij waren de sprekers er goed van doordrongen, dat de consequente doorvoe ring van de hier boven gestelde gedachten hoge eisen stelt aan de sportleiders, niet in het mist in technische- en paedagogische zin. In de toegemeten tijd was het niet moge lijk zich in de discussiegroepen tot in de finesses op de opgeworpen problemen te beraden. De interessante gedachten in de Nederlandse discussiegroep onder leiding van de heer H. Stapel, laten we hieronder volgen. De heer J. M i e d e m a van het mini sterie van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, betreurde het dat het congres te kort duurde om alles te bespreken. Hij verbaasde er zich steeds over, dat zovelen zich geroepen voelen week in week uit hun vrije tijd te geven aan de sport- en jeugdbeweging. Hij vreesde of men ook in de toekomst wel genoeg vrije tijd zou heb ben als sportleider voor de jeugd op te treden en realiseerde zich eveneens de financiële zijde van dit vraagstuk. Geen vrees voor wedstrijdvorm De heer P. M. B e ij e n, waarnemend directeur van het CIOS, meende niet bang te moeten zijn voor de wedstrijd- vorm in de sport. Zou deze er niet zijn, dan zouden we niet geconfronteerd kunnen worden met die feiten waarbij de wedstrijden juist het fair-play kunnen tonen. De uitwassen in de sport, zag de heer Beijen als een gevolg van minder goede leiding. De heer J. J. P. H u t uit Voorburg, per soneelsconsulent bij 'de belastingdienst, wees op de grote terugloop in de belang stelling voor de HLO- en NOC-proeven. Hij concludeerde daaruit het gebrek aan be langstelling voor een goede training. De onrust bij de jeugd zag hij als een uitvloei sel van het onvermogen van de leiders om hetgeen zij nastreven te verwezenlijken. De heer B. Veldkamp, referendaris van de PTT in Den Haag, wilde het spel meer invoeren in de vrije tijd van de mens bij zijn dagelijkse arbeid (bedrijfssport). Met cijfers aangetoond bleek de bedrijfs sport zestig tot zeventig procent van het gehele bedrijf te bereiken, waarvan twee enzeventig procent nog niet eerder aan sport in verenigingsverband of op andere wijze deed! Wethouder D. J. A. Geluk vroeg ten slotte nog de aandacht voor de mogelijk heid diè sporten te stimuleren, die minder ruimte vragen. Hij dacht daarbij aan bas ketball, dat op veel minder ruimte be oefend kan worden dan bijvoorbeeld voet bal, waarvoor de aanleg van kostbare vel den op een groot oppervlak noodzakelijk is. Aan de vooravond van de Benelux-con- ferentie te Knokke hebben leidende figu ren uit de Nederlandse tuinbouwwereld hun hart gelucht over het agrarische pro tocol van Luxemburg, dat later te Den Haag werd aangevuld. Zij willen, dat het protocol verdwijnt, omdat dit toestanden heeft geschapen, die naar hun inzicht verre ten achter staan bij een normale douane verhouding. Op grond van 't protocol wordt de Belgische boer op onredelijke wijze be schermd, terwijl de Nederlandse tuinder het kind van de rekening wordt. Men heeft in Nederlandse kringen open oog voor de Belgische moeilijkheden en wil dan ook een constructief voorstel doen. Door het peil van lonen en pachten liggen de Belgische productiekosten tien tot twin tig percent hoger dan in Nederland. Men zou er vrede mee hebben, indien in een overgangstijd Nederlandse producten aan de Belgische grens met een daarmee over eenkomstige heffing, een evenwichtsheffing dus, zouden worden belast. De huidige con currerende heffingen en de sluitingen van de grens op grond van het protocol moeten echter verdwijnen, aldus deze leidende tuinderskringen. Bij een tijdelijke evenwichtsheffing zou niet meer de kostprijs, maar zouden kwaliteit service en verpakking verkoopargument tot het publiek worden. Dit zou de Belgi sche groenten- en fruittelers aansporen tot grotere inspanning en het telen van even waardige producten aan de Nederlandse. „Waarom zou men, zoals dat met succes met West-Duitsland is gedaan, niet met de Belgen ook een gemengde commissie met leden uit de kringen van telers, handelaren, industrieconsumenten en overheid kunnen vormen?", zo vraagt men zich in deze kringen af. Van een dergelijke commissie verwacht men voor beide partners redelijke oplossingen. Het Latijns-Amerikaanse Ballet onder leiding van Joaquin Perez Fernandez, dat deze zomer met veel succes te Parijs is opgetreden, komt deze maand een korte serie voorstellingen in ons land geven. Deze hebben plaats op Donderdag 23 October te Utrecht, op 24 en 26 October in Den Haag en op de 25ste in Leiden. ADVERTENTIE Ridder Bunkie reed dus op zijn paard verder, tot hij hij de plaats kwam, waar het hol van de draak moest zijn, zoals men hem had verteld. Hier keek hij telkens voorzichtig rond, want je kon nooit weten, of dat monster niet ergens opeens voor de dag zou komen springen! Hier waren overal in het rond nog dikkere bomen en donker struikgewas, het zag er niets gezellig uit „Wacht maar", dacht Bunkie. „Als ik die gemene draak zie, zal ik 'm wel eens leren. Ik zal hem eens laten voelen, hoe scherp mijn lans isZo'n lelijkerd, om een lief, weerloos prinsesje gevangen te houden!" Hij zwaaide moedig met zijn lans en trok aan de teugels. „Hup maar, paardje, we zullen dat beest wel vinden, en dan krijgt hij er van langs!" Het paard reed weer verder, tussen de dichte bomen door. Bunkie keek al maar scherp uit, of hij nog niet ergens het monster kon ontdekken. Hij kon nu toch niet ver meer van het drakenhol af zijn. Langzaam reed hij voort, weer door een dicht stuk bos, tot hij bij een open veld kwam. En toen. „Ggggrrroemmm!!!!", klonk op eens een nijdig gegrom. Het paard bleef van schrik stokstijf staan. „Ha!", zei Bunkie. „Daar zullen we 'm hebben!" De „Celebes" van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland" heeft in de hoofdstad een aantal nieuwe bewoners voor twee Nederlandse dierentuinen aangevoerd. Voor het Amsterdamse „Artis" arriveerde een gezelschap apen. Tijdens de reis werden de dieren, afkomstig uit de dierentuin te Bandoeng, verzorgd door de Indonesische oppasser Kaboel, die we hier zien met een jonge orang oetan. Johanna aarzelde. Zij frommelde aan het kanten tafelkleedje en keek strak naar haar hand. Toen zei ze: „IkIk weet niet zeker of ik iets ge hoord heb. Ik bedoelik meen wel iets ongewoons gehoord te hebben, maar ik vind het moeilijk om me te herinneren of dat in mijn droom was of in werkelijkheid, ziet u." Tak lachte haar bemoedigend toe. „Denk maar eens goed na," zei hij, „En vertel het gerust. U kunt beter iets ver tellen waar ik niets aan heb dan iets ver zwijgen omdat u het onbelangrijk vindt. Het succes van de politie hangt vaak op kleinigheden. Kom, wat hebt u gehoord?' „Als ik me goed herinner was het om vier uur in de nacht. Ik werd wakker van een geluid alsof een poortje werd dichtge slagen. Ja, het was vier uur, want ik keek op mijn wekker. En het was volgens mij het tuinpoortje van de bank, dat dichtklapte". „Heeft uw zuster dat ook gehoord?" „Ja, tenminste, zij vertelde mij dat zij maar ik vermoed dat het op dezelfde tijd geweest is." „Slaapt u met uw zuster op een kamer?" „Neen, we hebben allebei een aparte kamer aan de achterkant." „Hebt u geen glasscherven horen vallen, of iets horen rinkelen?" „Neen. Verder heb ik niets meer gehoord, behalveIk heb een kar horen weg rijden naderhand." „Een kar? Waar?" Een handkar leek het me. Ze reed weg achter in de straat, vlak nadat ik het poortje heb horen slaan. Het moet in de buurt van de straatpoort geweest zijn. Zoals u weet komt ons tuinpoortje uit in een smalle gang, waar ook de binnenplaatsjes van de bank en van Helleboom op uitmonden. Die gang loopt naar de Begijnestraat, waar hij met een poort is afgesloten." „Ja," zei Tak peinzend. „Dat is mij be kend. Ik heb die situatie al grondig be keken gisteren. Ik ben ook zo vrij geweest om een blik in uw tuintje te slaan van de binnenplaats hiernaast uit. Ik wilde zien of er voetstappen in uw tuin stonden, om dat 't mogelijk was geweest dat de inbrekers via uw tuin over de lage muur heen op de binnenplaats van de bank waren gekomen. Uw tuinpoortje was namelijk niet geslo ten, dat van de bank wel." „Ons poortje is nooit op slot", zei Jo hanna Jutte ferm. „Wij vertrouwen er op dat die lui van de bank de eindpoort op slot houden". „Natuurlijk', zei Tak. „Die poort was Het „Centrum voor Staatkundige Vor ming" deelt ons het volgende mede: In het najaar van 1950 is een rapport verschenen van een commissie van het Hu manistisch Verbond, getiteld: eed en be lofte. Het rapport heeft tot strekking, de voorkeur voor de eed boven de belofte, zo als deze thans in de Eedswet van 28 April 1916, aan de dag treedt, uit de Nederlandse wetgeving te doen verdwijnen. De com missie beveelt derhalve een zodanige wets wijziging aan, dat voortaan steeds en in alle voorkomende gevallen aan betrokke nen zonder meer. de keus tussen eed en belofte wordt gelaten. Naar aanleiding van dit rapport heeft het bestuur van het Centrum voor Staat kundige Vorming zich gewend tot prof. dr. B. van Bilsen O.F.M., prof. mr. J. Oomen PR. en prof. J. H. A. Vermeulen PR. met het verzoek, gezamenlijk de vraag te willen beantwoorden, of de door de commissie van het Humanistisch Verbond aanbevolen wetswijziging al of niet aanvaardbaar kan worden geacht. In hun rapport nu komen de samenstellers tot de slotsom, dat het voorstel van de commissie van het Huma nistisch Verbond niet aanvaardbaar is. Hun argumentatie kan als volgt worden samengevat. Op de eerste plaats zal moeten worden overwogen, of de eed, op het terrein waar hij thans volgens de Eedswet 1916 per se verplichtend is, als middel om de waarheid te achterhalen kan worden gemist. De sa menstellers onthouden zich van een uit eenzetting daaromtrent. De practijk dient naar hun mening deze vraag te beantwoor den. Vervolgens zal terdege rekening dienen te worden gehouden met de geestesgesteld heid, van waaruit de commissie van het Humanistisch Verbond de wetswijziging voorstelt. Principieel wordt beoogd een volkomen gelijkschakeling voor de wet van een levensbeschouwing, waaruit God af wezig is, met het godsdienstig geloof van de christen. Daarom moet aan de plechtige menselijke belofte een gelijke waarde wor den toegekend als aan de eed. Het kan niet worden ontkend, dat door aanvaarding van de voorgestelde wetswijziging op indirecte wijze zou worden medegewerkt aan de be doelde gelijkschakeling. De humanisten beweren vaak, door de wet, of althans door de rechter, te worden gedwongen tot het afleggen van een eed, hetgeen in strijd is met hun overtuiging. Indien inderdaad de humanisten in Neder land door de wet of althans door de toe passing van de eedswet tot onwaarachtig heid worden gedwongen en bovendien een wijziging van de wet, als door het Huma nistisch Verbond voorgesteld, het enige middel zou zijn om aan deze ongewenste toestand een einde te maken, dan zou er voor de katholieken alle aanleiding bestaan om zich te beraden of zij niet, ondanks alle bezwaren daaraan verbonden, aan de be doelde wetswijziging hun stem zouden moeten geven. Er zou dan immers door de gewetensdwang te handhaven wel een zeer ernstig kwaad in Nederland blijven besten digd. Aanvaarding van een wetswijziging als door het Humanistisch Verbond voor gestaan zou dan als het minste kwaad dienen te worden gekozen, uiteraard onder uitdrukkelijke afwijzing van ieder huma nistisch beginsel. „Niet geheel ongegrond" De wet dwingt degenen, die niet in God geloven, niet tot het afleggen van de eed, zij kent hun de bevoegdheid toe, de belof te te kiezen in plaats van de eed. Maar dat de rechter soms inderdaad weinig bereid heid toont om iemand zonder meer tot de belofte toe te laten, schijnt wel niet voor twijfel vatbaar te zijn. De bezwaren, welke in het rapport van het Humanistisch Verbond worden ingebracht tegen de wij ze waarop de rechter soms het afleggen van de belofte bemoeilijkt, schijnen niet geheel ongegrond te zijn. De voorgestelde wetswijziging geeft evenwel niet de enige mogelijkheid, waardoor aan het bedoelde bezwaar kan worden tegemoetgekomen. In de wet zou de bepaling kunnen worden op genomen, dat het de rechter niet geoorloofd is, in enig onderzoek te treden naar de op rechtheid van de afgelegde verklaring, voordat de te beëdigen persoon tot de be lofte wordt toegelaten, aldus de argumen tatie der rapporteurs. In een vitrine, welwillend voor dit doel afgestaan aan de „Archaeologische Werk gemeenschap voor Westelijk Nederland", is een interessante collectie vondsten uit de eerste eeuw bijeengebracht. Behalve Fries- Bataafs aardewerk vindt men daar Ro meinse ceramiek, benevens wat glas en brons. Er is verband gelegd tussen dit aar dewerk en de beenderen, tanden en kiezen van huisdieren en jachtbuit, alles gevon den in Velsen en omgeving. Zodoende is een leerzaam en interessant geheel ont staan,nog verduidelijkt door enkele vondst- kaarten en tekeningen. Door smaakvolle opstelling in de vorm van kleine „stil levens", is met zorg gestreefd naar een overzichtelijk geheel. De tentoonstelling duurt tot einde November. ADVERTENTIE rentré de Paris vous propose. Mesdames la ligne Panache la coiffure 1953 Wagenweg 29 Tél. 20518 Haarlem Wat u mij van die kar vertelde, is zeer be langrijk. Zou ik even uw tuin mogen zien?" Johanna stond onmiddellijk op en Tak volgde haar door de gang en de grote ouderwetse keuken, die met een brede deur op de tuin uitkwam. Het lapje grond achter het huis mocht nauwelijks aan spraak op die naam maken. Het was een meter of zes lang en ongeveer even breed, en omringd door oude muren. In het mid den liep een tegelpad naar het poortje in de achtermuur. De grond van de tuin was vers geharkt en opvallend schoon. Hier en daar staken dorre overblijfselen van plan ten boven de zwarte aarde uit, doch er was geen spiertje afval of gebladerte in de tuin te bekennen. Ergens bij de achter muur hurkte een zwarte gedaante tussen de dorre stengels van dahlia-planten, ken nelijk bezig met het verwijderen van on kruid. „Dat is Martha", zei juffrouw Jutte. „Ze houdt erg van tuinieren en zo gauw het voorjaar is zit ze dagenlang in de tuin. Ze is bezig met bollen te planten, geloof ik". „Ik geloof niet cfat ik haar lastig behoef te vallen", zei Tak. Hij was' enigszins te leurgesteld over het uiterlijk van de tuin. Een zo keurig, vers bij geharkte vlakte bood al heel weinig mogelijkheden om sporen te zoeken! Hij keek even naar de afgebrok kelde, oeroude muur die de tuin scheidde van de binnenplaats der bank. De stenen waren gedeeltelijk zo verweerd dat zij ver- wakker was geworden van een klap. Ik heb niet gevraagd of zij wist hoe laat dat was, trouwens gesloten, maar zij is geforceerd, poederden bij aanraking. De muur was oorspronkelijk heel wat hoger geweest, had men hem bij de bank verteld, doch de laatste jaren vielen er steeds stenen uit, zodat hij nu zeer onregelmatig van hoogte was geworden, met grote gapingen hier en daar. „De oude heer Tiele wilde nooit dat er iets aan gerepareerd werd", zei Johanna. „Hij was van mening dat het een stuk van historische waarde was". „Van waarde of niet, maar de bank zal er nu toch wel wat aan willen doen", zei Tak terwijl ze weer binnen gingen. „Enfin, u hebt daar waarschijnlijk geen last meer van. Wanneer gaat u verhuizen, of hebt u nog geen ander huis?" „We weten pas enkele dagen dat we vol gende maand weg moeten", zei Johanna Jutte bijna toonloos. „We moeten nog iets zien te vinden. Wilde u nog meer weten?" De vraag werd gesteld op een manier die aan duidelijkheid niets te wensen over liet. Tak voelde dat zijn vertrek op grote prijs gesteld zou worden en aangezien hij op dat moment geen heil zag in nog meer vragen, nam hij afscheid. „Misschien moet ik u nog wel eens ver zoeken om op het bureau te komen", zei hij vriendelijk aan de deur. „Ik hoop dat u daar niet al te zeer tegen zult opzien. Het valt erg mee, heus. Ik zal u tijdig waar schuwen als het nodig mocht zijn". „Als het noodzakelijk is, zal ik komen", zei juffrouw Jutte en sloot de deur na een koel knikje. Tak zette zijn hoed op en wandelde pein zend weg. Hij passeerde de bank, daarna de winkel van Joris Helleboom en zag toen het kaartje op de deurruit: „Gesloten". Tak vroeg zich af wat Joris bewogen kon hebben zijn zaak te sluiten, maar bedacht toen opeens dat hij iets verteld had van een verjaardag. O ja, zijn verloofde zou vandaag jarig zijnHij had immers die handkar gehuurd om zijn verjaars geschenk ter plaatse te deponeren. Ver draaid! Die handkar! Juffrouw Jutte heeft 's nachts om vier uur een handkar horen wegrijdenHet begint er op te lijken Tak liep door, maar plotseling stond hij stil. „Stom van die Jutten om de tuin te gaan harken", dacht hij. „Maar waarom ter wereld gaan ze bollen planten in een tuin die over een maand niet meer van haar is?" Op het bureau wachtte commissaris Falkner met ongeduld op hem. „Tak", zei de commissaris met grote vol doening, „je wordt op je wenken bediend. Je hebt ons gevraagd om die twee boeven te vangen, die bij Helleboom op bezoek zijn geweest. Wel, ze zitten al in een cel. We hebben ze uit een hooiberg gevist in de buurt van de polder. En ik geloof dat we op het goede spoor zijn want die twee hebben geen alibi." Tak wreef peinzend langs zijn neus. „Wil dat zeggen dat u al met het verhoor van die twee begonnen bent?" vroeg hij en hij leek in het geheel niet enthousiast. De commissaris wreef vergenoegd in zijn handen. „Natuurlijk," zei hij resoluut. „Het werk moet vlug gedaan worden. Ik heb ze een half uurtje onder handen gehad en wat ze vertellen raakt kant noch wal. Ze liegen er maar wat op los en als je het mij vraagt zijn ze zwaar in de aap gelogeerd." „Ik vraag u dat helemaal niet, voor zover ik weet," zei Tak onlogisch en liet de com missaris in verwarring achter. „Kijk eens," zei Tak vriendelijk maar beslist, „ik zit geen grapjes te verkopen. Als ik je wat vraag, moet je daar naar waar heid op antwoorden. Je kan mij geen uien voor citroenen verkopen, vrind." Sjakie Rommega zat op het puntje van zijn stoel te wensen dat hij kilometers ver van hier zou zijn. Hij wist dat de zaken slecht stonden voor Kees en hemzelf, maar deze keer was het toch anders dan voor dien. Er hing iets in de lucht dat Sjakie niet beviel. Die glimlachende smeris daar tegenover hem met zijn doodgraverspak maakte hem bang. Dat was niet zo maar een gewone rechercheur van het soort, dat hem al zo vaak het vuur na aan de schenen had gelegd. Deze man was omgeven door een geheimzinnige dreiging, waar Sjakie het benauwd van kreeg. En zijn benauwdheid deed hem liegen zoals hij nog niet gelogen had. Hij wist dat de ander hem door had, mèar hij loog voort Uit pure doodsangst. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1952 | | pagina 6