RUIME COLLECTIE:
<48EbSANOSTOL
Twee debutanten in Nederlands
voetbalelftal: Tebak en Lugthart
Sportcongres beraadde zich over
de sport als vormingsleer
Eed en belofte niet gelijkwaardig,
concluderen R.K.-rapporteurs
De Twee Zusters
■Clowntje Riek
Tuinders misprijzen
agrarisch protocol
Vondsten uit Velsen
in Teyler's Museum
DINSDAG 14 OCTOBER 1952
Terlouw is weer stopperspil
Drie boks-overwinningen
in Rotterdam
Aet&Uc>i£ &tm$uUMflU>dadf
Massazang in Overveen
Zondag voor de radio
Spelkarakter is essentieel
Benelux-zorgen
Zuid-Amerikaans ballet
komt naar Nederland
Voor de kinderen
Andere Eedswet-wijzigingen bepleit
om de humanisten tevreden te stellen
FEUILLETON
DOOR JOS. LODEWIJKS
id
De Keuze-commissie van de Belgische en Dit deel van de ploeg heeft, naar men zegt,
de Nederlandse Voetbal Bond hebben de
nationale voetbalteams van beide landen,
die Zondag aanstaande in Antwerpen tegen
elkaar zullen spelen, samengesteld. Aan bei
de kanten zijn enige nieuwe gezichten en aan
beide kanten ook geeft de opstelling enkele
verrassende wijzigingen.
Die opstellingen zijn:
Nederland
Doel: Kraak (Stormvogels); achter: Tebak
(Eindhoven) en Alberts (Vitesse); midden:
Wiertz (DWS), Terlouw (Sparta) en Bies-
brouck (RCH); voor: Van der Kuil (VSV),
Lugthart (Be Quick), Van Roessel (Wil
lem 2), Bennaars (Dosko) en Lenstra (Hee
renveen).
Reserves zijn: Landman (Sparta), Hen
driks (Vitesse), Kuypers (Volewijckers) en
Clavan (ADO).
België
Doel: Boogaerts (Standard CU; achter:
Diricx (Union St. Gilloise) en Van Brandt
(Lierse SK); midden: Mees (Antwerp F C),
Carre (Luik) en "Maertens (Antwerp F C)
voor: Reyniers (R C Mechelen), Bensch
(Beringen F C), Mermans (Anderlecht),
Anoul (Luik) en Lemberechts (F C
Mechelen).
Reserves zijn: Seghers (La Gantoise), Sae-
ren (Luik), Van der Auwera (R C Meche
len) en Copens (Beerschot).
Alberts terug
In de Nederlandse achterhoede is dus
Alberts weer als linksback teruggekeerd, ter
wijl de Eindhoven-speler Tebak als rechts
back zal debuteren. De verkiezing van Tebak
komt niet als een verrassing, temeer omdat
Odenthal Zondag opnieuw last kreeg van
zijn oude blessure en dus zijn plaats nog
niet kan verdedigen.
Dat Alberts weer zou worden opgesteld,
hadden wij niet verwacht. In een oefenwed
strijd tegen Wolverhampton Wanderers vol
deden zowel Terlouw als linksback Hendriks
als stopperspil. Het feit echter dat Rik Cop-
pens niet in het Belgische team is opgesteld
schijnt van invloed te zijn geweest bij deze
beslissing.
In de voorhoede is de Groninger Lugthart
de debutant. In de oefenwedstrijd van ver
leden week was de Be Quick-speler zeker
niet voldoende, maar het ontbreken van
andere krachten zal wel de reden van zijn
opstelling zijn geweest. En Lenstra is nu
definitief op de buitenplaats gekomen. De
Heerenvener kan op deze plaats gevaarlijke
dingen doen, maar als binnenspeler achten
wij hem toch tot veel meer in staat.
Verrassingen
In vergelijking met het Rode Duivels-team,
dat de laatste keer. op 6 April van dit jaar
in Antwerpen de tegenstander van Neder
land was, zijn er nog al wat wijzigingen te
bespeuren. Misschien mag ook wel worden
gesproken van verrassingen. Zo bijvoorbeeld
in de voorhoede, waarin voor Coppens geen
plaats is ingeruimd.
De strijd om de midvoorplaats heeft de
aanvalsleider van Beerschot verloren. Mer
mans, die in April niet van de partij kon
zijn, heeft zijn oude plaats weer ingenomen.
Geheel onverwacht is dit besluit van de Bel
gische keuzecommissie niet, maar dat men
Coppens niet als rechts- of linksbinnen heeft
opgesteld mag een verrassing heten. De
linksbuitenplaats, waarop Thys in de laatste
ontmoeting zo kwiek en gevaarlijk voor de
dag kwam, wordt nu ingenomen door Lem
berechts.
ocigen kwetsbaar
In de middenlinie is Mees weer opgesteld.
ADVERTENTIE
ALPINO'S, diverse tinten 2.35
ALPINO'S, wit ƒ2.95
TRAININGSBROEK met ach
terzak, ook grote maten 3.55
Wol geruit CANADIAN JACK
vanaf ƒ19.95
LODENJAS met capuchon tot
maat 100 vanaf 34.65
HAARLEM
ANEGANG 19. TEL 21413
Drie Nederlandse boksers hebben in de
Rivièrahal in Rotterdam gisteravond hun
loopbaan als professional met een overwin
ning ingezet.
In het middengewicht boekte Leen Jansen
in zijn prof-debuut tegen de Italiaan Camil-
le Dominico een overwinning op punten.
Hein van der Zee, als amateur vlieggewicht
kampioen van Nederland, sloeg de Belg
Louis van Damme op punten en „Baby" de
Voogd won in het zwaargewicht van de Ita
liaan Pabrecca. De Italiaanse zwaargewicht
gaf in de vijfde ronde de strijd op.
de meeste moeilijkheden voor de samenstel
lers opgeleverd. Immers, noch Mees, noch
Carre, noch Maertens hebben de laatste we
ken blijk gegeven in goede vorm te zijn. Van
het achtertrio is alleen Diricx gehandhaafd.
Doelman Meert, nog niet geheel genezen van
een blessure, wordt door Boogaerrs vervan
gen, terwijl Saeren naar het reservebankje
is verwezen om plaats te maken voor Van
Brandt van de Lierse.
Al met al ziet het er (op papier) naar uit,
dat de Belgen Zondag niet met een onkwets
baar elftal in het veld komen, maar wel met
een gevaarlijke en schotvaardige voorhoede.
ADVERTENTIE
F.lncón i en. 200'gr. I <.95 ca. 600"ge I 3.76.
N.V. Koninklijke Pharmaceutische Fabrieken v/b Brocades-Stheeman Pharmacia
ADVERTENTIE
LEDEREN JASSEN ƒ125—
Zondagavond 19 October wordt door de
NCRV een programma van een half uur
massazang uit de Nederlands Hervormde
kerk te Overveen uitgezonden, dat Woens
dagavond zal worden opgenomen op
gramofoonplaten. Er zijn Zondag en
Maandag repetities voor gehouden. Er
worden met orgelbegeleiding door Jan van
Westering geestelijke liederen door de aan
wezige gemeenteleden ten gehore gebracht,
afgewisseld met zang door het koor van de
Begijnehofkapel met medewerking van de
musici J. J. Marinus (trompet) en H. But
ter (hobo). De algemene leiding berust bij
Paul Chr. van Westering.
Maandag werd de Internationale Sportconferentie door de deelnemers voortgezet in
het Haarlemse Stadhuis met een voordracht ovër de sport als vormingsleer. Een voor
dracht, die gehouden werd door de heren C. Graamans en C. Ras. Eerstgenoemde
hield de rede voor de Engelssprekende groep; de heer Ras hield dezelfde voordracht
in het Nederlands. In dit betoog kwam tot uitdrukking, dat het niet vanzelfsprekend
is dat de begrippen sport" en „opvoeding" iets met elkaar te maken hebben. Dit kan
alleen het geval zijn als daarbij zekere restricties worden gemaakt. Essentieel in de
sport is het spelkarakter. De speel-drang is een zeer algemene menselijke eigenschap,
die zich op vele manieren, doch in het bizonder in de sport, uit.
Het spel wordt tot sport gemaakt door de
sterk georganiseerde vorm. De sport, aldus
de heren Graamans en Ras, ontleent haar
ethos oorspronkelijk aan de levenshouding
van de Britse aristocratie en de public
schools. Als er geklaagd wordt over de
oneerlijkheid in de sport, dan is dit een
algemeen menselijke eigenschap, die we
evenzeer in de sport zullen aantreffen als
elders.
In het bizonder met het oog op de
jeugd moet er gestreden en gewaakt
worden, dat het oorspronkelijk spel
karakter van de sport beter bewaard
blijft; de sportleiders beschikken over
een geestelijke en culturele achter
grond en paedagogische kwaliteiten;
het democratisch karakter van op
voeding tot uiting te doen komen in
het aandeel dat de jeugd neemt in de
leiding; veelzijdigheid de voorkeur ge
niet boven vroegtijdige specialisatie.
Bewuste vorming
Kan van volwassen sportbeoefenaren
worden aangenomen, dat hun vorming
grotendeels is voltooid, ten aanzien van de
jeugd geldt de wenselijkheid van bewuste
vorming. Daardoor zou een duidelijke
scheiding tussen volwassenen- en jeugd-
sport getrokken moeten worden. De sport
voor de ouderen met een sociale- en re
creatieve functie, voor de jeugd met het
voorop staan van de vormende betekenis.
Afzonderlijk oefen- en wedstrijdverband is
daartoe noodzakelijk.
Daarbij waren de sprekers er goed van
doordrongen, dat de consequente doorvoe
ring van de hier boven gestelde gedachten
hoge eisen stelt aan de sportleiders, niet in
het mist in technische- en paedagogische
zin.
In de toegemeten tijd was het niet moge
lijk zich in de discussiegroepen tot in de
finesses op de opgeworpen problemen te
beraden. De interessante gedachten in de
Nederlandse discussiegroep onder leiding
van de heer H. Stapel, laten we hieronder
volgen.
De heer J. M i e d e m a van het mini
sterie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, betreurde het dat het congres
te kort duurde om alles te bespreken. Hij
verbaasde er zich steeds over, dat zovelen
zich geroepen voelen week in week uit
hun vrije tijd te geven aan de sport- en
jeugdbeweging. Hij vreesde of men ook in
de toekomst wel genoeg vrije tijd zou heb
ben als sportleider voor de jeugd op te
treden en realiseerde zich eveneens de
financiële zijde van dit vraagstuk.
Geen vrees voor wedstrijdvorm
De heer P. M. B e ij e n, waarnemend
directeur van het CIOS, meende niet
bang te moeten zijn voor de wedstrijd-
vorm in de sport. Zou deze er niet zijn,
dan zouden we niet geconfronteerd
kunnen worden met die feiten waarbij
de wedstrijden juist het fair-play
kunnen tonen. De uitwassen in de
sport, zag de heer Beijen als een gevolg
van minder goede leiding.
De heer J. J. P. H u t uit Voorburg, per
soneelsconsulent bij 'de belastingdienst,
wees op de grote terugloop in de belang
stelling voor de HLO- en NOC-proeven. Hij
concludeerde daaruit het gebrek aan be
langstelling voor een goede training. De
onrust bij de jeugd zag hij als een uitvloei
sel van het onvermogen van de leiders om
hetgeen zij nastreven te verwezenlijken.
De heer B. Veldkamp, referendaris
van de PTT in Den Haag, wilde het spel
meer invoeren in de vrije tijd van de mens
bij zijn dagelijkse arbeid (bedrijfssport).
Met cijfers aangetoond bleek de bedrijfs
sport zestig tot zeventig procent van het
gehele bedrijf te bereiken, waarvan twee
enzeventig procent nog niet eerder aan
sport in verenigingsverband of op andere
wijze deed!
Wethouder D. J. A. Geluk vroeg ten
slotte nog de aandacht voor de mogelijk
heid diè sporten te stimuleren, die minder
ruimte vragen. Hij dacht daarbij aan bas
ketball, dat op veel minder ruimte be
oefend kan worden dan bijvoorbeeld voet
bal, waarvoor de aanleg van kostbare vel
den op een groot oppervlak noodzakelijk is.
Aan de vooravond van de Benelux-con-
ferentie te Knokke hebben leidende figu
ren uit de Nederlandse tuinbouwwereld
hun hart gelucht over het agrarische pro
tocol van Luxemburg, dat later te Den
Haag werd aangevuld. Zij willen, dat het
protocol verdwijnt, omdat dit toestanden
heeft geschapen, die naar hun inzicht verre
ten achter staan bij een normale douane
verhouding. Op grond van 't protocol wordt
de Belgische boer op onredelijke wijze be
schermd, terwijl de Nederlandse tuinder
het kind van de rekening wordt.
Men heeft in Nederlandse kringen open
oog voor de Belgische moeilijkheden en
wil dan ook een constructief voorstel doen.
Door het peil van lonen en pachten liggen
de Belgische productiekosten tien tot twin
tig percent hoger dan in Nederland. Men
zou er vrede mee hebben, indien in een
overgangstijd Nederlandse producten aan
de Belgische grens met een daarmee over
eenkomstige heffing, een evenwichtsheffing
dus, zouden worden belast. De huidige con
currerende heffingen en de sluitingen van
de grens op grond van het protocol moeten
echter verdwijnen, aldus deze leidende
tuinderskringen.
Bij een tijdelijke evenwichtsheffing zou niet
meer de kostprijs, maar zouden kwaliteit
service en verpakking verkoopargument
tot het publiek worden. Dit zou de Belgi
sche groenten- en fruittelers aansporen tot
grotere inspanning en het telen van even
waardige producten aan de Nederlandse.
„Waarom zou men, zoals dat met succes
met West-Duitsland is gedaan, niet met de
Belgen ook een gemengde commissie met
leden uit de kringen van telers, handelaren,
industrieconsumenten en overheid kunnen
vormen?", zo vraagt men zich in deze
kringen af. Van een dergelijke commissie
verwacht men voor beide partners redelijke
oplossingen.
Het Latijns-Amerikaanse Ballet onder
leiding van Joaquin Perez Fernandez, dat
deze zomer met veel succes te Parijs is
opgetreden, komt deze maand een korte
serie voorstellingen in ons land geven. Deze
hebben plaats op Donderdag 23 October te
Utrecht, op 24 en 26 October in Den Haag
en op de 25ste in Leiden.
ADVERTENTIE
Ridder Bunkie reed dus op zijn paard verder, tot hij hij de plaats kwam, waar het
hol van de draak moest zijn, zoals men hem had verteld.
Hier keek hij telkens voorzichtig rond, want je kon nooit weten, of dat monster niet
ergens opeens voor de dag zou komen springen! Hier waren overal in het rond nog
dikkere bomen en donker struikgewas, het zag er niets gezellig uit
„Wacht maar", dacht Bunkie. „Als ik die gemene draak zie, zal ik 'm wel eens leren.
Ik zal hem eens laten voelen, hoe scherp mijn lans isZo'n lelijkerd, om een lief,
weerloos prinsesje gevangen te houden!"
Hij zwaaide moedig met zijn lans en trok aan de teugels.
„Hup maar, paardje, we zullen dat beest wel vinden, en dan krijgt hij er van langs!"
Het paard reed weer verder, tussen de dichte bomen door.
Bunkie keek al maar scherp uit, of hij nog niet ergens het monster kon ontdekken. Hij
kon nu toch niet ver meer van het drakenhol af zijn. Langzaam reed hij voort, weer
door een dicht stuk bos, tot hij bij een open veld kwam. En toen.
„Ggggrrroemmm!!!!", klonk op eens een nijdig gegrom.
Het paard bleef van schrik stokstijf staan.
„Ha!", zei Bunkie. „Daar zullen we 'm hebben!"
De „Celebes" van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland" heeft in de hoofdstad
een aantal nieuwe bewoners voor twee Nederlandse dierentuinen aangevoerd. Voor
het Amsterdamse „Artis" arriveerde een gezelschap apen. Tijdens de reis werden de
dieren, afkomstig uit de dierentuin te Bandoeng, verzorgd door de Indonesische
oppasser Kaboel, die we hier zien met een jonge orang oetan.
Johanna aarzelde. Zij frommelde aan het
kanten tafelkleedje en keek strak naar
haar hand. Toen zei ze:
„IkIk weet niet zeker of ik iets ge
hoord heb. Ik bedoelik meen wel iets
ongewoons gehoord te hebben, maar ik
vind het moeilijk om me te herinneren of
dat in mijn droom was of in werkelijkheid,
ziet u."
Tak lachte haar bemoedigend toe.
„Denk maar eens goed na," zei hij, „En
vertel het gerust. U kunt beter iets ver
tellen waar ik niets aan heb dan iets ver
zwijgen omdat u het onbelangrijk vindt.
Het succes van de politie hangt vaak op
kleinigheden. Kom, wat hebt u gehoord?'
„Als ik me goed herinner was het om
vier uur in de nacht. Ik werd wakker van
een geluid alsof een poortje werd dichtge
slagen. Ja, het was vier uur, want ik keek
op mijn wekker. En het was volgens mij het
tuinpoortje van de bank, dat dichtklapte".
„Heeft uw zuster dat ook gehoord?"
„Ja, tenminste, zij vertelde mij dat zij
maar ik vermoed dat het op dezelfde tijd
geweest is."
„Slaapt u met uw zuster op een kamer?"
„Neen, we hebben allebei een aparte
kamer aan de achterkant."
„Hebt u geen glasscherven horen vallen,
of iets horen rinkelen?"
„Neen. Verder heb ik niets meer gehoord,
behalveIk heb een kar horen weg
rijden naderhand."
„Een kar? Waar?"
Een handkar leek het me. Ze reed weg
achter in de straat, vlak nadat ik het poortje
heb horen slaan. Het moet in de buurt van
de straatpoort geweest zijn. Zoals u weet
komt ons tuinpoortje uit in een smalle
gang, waar ook de binnenplaatsjes van de
bank en van Helleboom op uitmonden. Die
gang loopt naar de Begijnestraat, waar hij
met een poort is afgesloten."
„Ja," zei Tak peinzend. „Dat is mij be
kend. Ik heb die situatie al grondig be
keken gisteren. Ik ben ook zo vrij geweest
om een blik in uw tuintje te slaan van de
binnenplaats hiernaast uit. Ik wilde zien
of er voetstappen in uw tuin stonden, om
dat 't mogelijk was geweest dat de inbrekers
via uw tuin over de lage muur heen op de
binnenplaats van de bank waren gekomen.
Uw tuinpoortje was namelijk niet geslo
ten, dat van de bank wel."
„Ons poortje is nooit op slot", zei Jo
hanna Jutte ferm. „Wij vertrouwen er op
dat die lui van de bank de eindpoort op
slot houden".
„Natuurlijk', zei Tak. „Die poort was
Het „Centrum voor Staatkundige Vor
ming" deelt ons het volgende mede:
In het najaar van 1950 is een rapport
verschenen van een commissie van het Hu
manistisch Verbond, getiteld: eed en be
lofte. Het rapport heeft tot strekking, de
voorkeur voor de eed boven de belofte, zo
als deze thans in de Eedswet van 28 April
1916, aan de dag treedt, uit de Nederlandse
wetgeving te doen verdwijnen. De com
missie beveelt derhalve een zodanige wets
wijziging aan, dat voortaan steeds en in
alle voorkomende gevallen aan betrokke
nen zonder meer. de keus tussen eed en
belofte wordt gelaten.
Naar aanleiding van dit rapport heeft
het bestuur van het Centrum voor Staat
kundige Vorming zich gewend tot prof. dr.
B. van Bilsen O.F.M., prof. mr. J. Oomen
PR. en prof. J. H. A. Vermeulen PR. met
het verzoek, gezamenlijk de vraag te willen
beantwoorden, of de door de commissie van
het Humanistisch Verbond aanbevolen
wetswijziging al of niet aanvaardbaar kan
worden geacht. In hun rapport nu komen
de samenstellers tot de slotsom, dat het
voorstel van de commissie van het Huma
nistisch Verbond niet aanvaardbaar is.
Hun argumentatie kan als volgt worden
samengevat.
Op de eerste plaats zal moeten worden
overwogen, of de eed, op het terrein waar
hij thans volgens de Eedswet 1916 per se
verplichtend is, als middel om de waarheid
te achterhalen kan worden gemist. De sa
menstellers onthouden zich van een uit
eenzetting daaromtrent. De practijk dient
naar hun mening deze vraag te beantwoor
den.
Vervolgens zal terdege rekening dienen
te worden gehouden met de geestesgesteld
heid, van waaruit de commissie van het
Humanistisch Verbond de wetswijziging
voorstelt. Principieel wordt beoogd een
volkomen gelijkschakeling voor de wet van
een levensbeschouwing, waaruit God af
wezig is, met het godsdienstig geloof van
de christen. Daarom moet aan de plechtige
menselijke belofte een gelijke waarde wor
den toegekend als aan de eed. Het kan niet
worden ontkend, dat door aanvaarding van
de voorgestelde wetswijziging op indirecte
wijze zou worden medegewerkt aan de be
doelde gelijkschakeling.
De humanisten beweren vaak, door de
wet, of althans door de rechter, te worden
gedwongen tot het afleggen van een eed,
hetgeen in strijd is met hun overtuiging.
Indien inderdaad de humanisten in Neder
land door de wet of althans door de toe
passing van de eedswet tot onwaarachtig
heid worden gedwongen en bovendien een
wijziging van de wet, als door het Huma
nistisch Verbond voorgesteld, het enige
middel zou zijn om aan deze ongewenste
toestand een einde te maken, dan zou er
voor de katholieken alle aanleiding bestaan
om zich te beraden of zij niet, ondanks alle
bezwaren daaraan verbonden, aan de be
doelde wetswijziging hun stem zouden
moeten geven. Er zou dan immers door de
gewetensdwang te handhaven wel een zeer
ernstig kwaad in Nederland blijven besten
digd. Aanvaarding van een wetswijziging
als door het Humanistisch Verbond voor
gestaan zou dan als het minste kwaad
dienen te worden gekozen, uiteraard onder
uitdrukkelijke afwijzing van ieder huma
nistisch beginsel.
„Niet geheel ongegrond"
De wet dwingt degenen, die niet in God
geloven, niet tot het afleggen van de eed,
zij kent hun de bevoegdheid toe, de belof
te te kiezen in plaats van de eed. Maar dat
de rechter soms inderdaad weinig bereid
heid toont om iemand zonder meer tot de
belofte toe te laten, schijnt wel niet voor
twijfel vatbaar te zijn. De bezwaren,
welke in het rapport van het Humanistisch
Verbond worden ingebracht tegen de wij
ze waarop de rechter soms het afleggen
van de belofte bemoeilijkt, schijnen niet
geheel ongegrond te zijn. De voorgestelde
wetswijziging geeft evenwel niet de enige
mogelijkheid, waardoor aan het bedoelde
bezwaar kan worden tegemoetgekomen. In
de wet zou de bepaling kunnen worden op
genomen, dat het de rechter niet geoorloofd
is, in enig onderzoek te treden naar de op
rechtheid van de afgelegde verklaring,
voordat de te beëdigen persoon tot de be
lofte wordt toegelaten, aldus de argumen
tatie der rapporteurs.
In een vitrine, welwillend voor dit doel
afgestaan aan de „Archaeologische Werk
gemeenschap voor Westelijk Nederland", is
een interessante collectie vondsten uit de
eerste eeuw bijeengebracht. Behalve Fries-
Bataafs aardewerk vindt men daar Ro
meinse ceramiek, benevens wat glas en
brons. Er is verband gelegd tussen dit aar
dewerk en de beenderen, tanden en kiezen
van huisdieren en jachtbuit, alles gevon
den in Velsen en omgeving. Zodoende is
een leerzaam en interessant geheel ont
staan,nog verduidelijkt door enkele vondst-
kaarten en tekeningen. Door smaakvolle
opstelling in de vorm van kleine „stil
levens", is met zorg gestreefd naar een
overzichtelijk geheel. De tentoonstelling
duurt tot einde November.
ADVERTENTIE
rentré de Paris
vous propose. Mesdames
la ligne Panache
la coiffure 1953
Wagenweg 29 Tél. 20518
Haarlem
Wat u mij van die kar vertelde, is zeer be
langrijk. Zou ik even uw tuin mogen
zien?"
Johanna stond onmiddellijk op en Tak
volgde haar door de gang en de grote
ouderwetse keuken, die met een brede
deur op de tuin uitkwam. Het lapje grond
achter het huis mocht nauwelijks aan
spraak op die naam maken. Het was een
meter of zes lang en ongeveer even breed,
en omringd door oude muren. In het mid
den liep een tegelpad naar het poortje in
de achtermuur. De grond van de tuin was
vers geharkt en opvallend schoon. Hier en
daar staken dorre overblijfselen van plan
ten boven de zwarte aarde uit, doch er
was geen spiertje afval of gebladerte in de
tuin te bekennen. Ergens bij de achter
muur hurkte een zwarte gedaante tussen
de dorre stengels van dahlia-planten, ken
nelijk bezig met het verwijderen van on
kruid.
„Dat is Martha", zei juffrouw Jutte. „Ze
houdt erg van tuinieren en zo gauw het
voorjaar is zit ze dagenlang in de tuin. Ze
is bezig met bollen te planten, geloof ik".
„Ik geloof niet cfat ik haar lastig behoef
te vallen", zei Tak. Hij was' enigszins te
leurgesteld over het uiterlijk van de tuin.
Een zo keurig, vers bij geharkte vlakte bood
al heel weinig mogelijkheden om sporen te
zoeken! Hij keek even naar de afgebrok
kelde, oeroude muur die de tuin scheidde
van de binnenplaats der bank. De stenen
waren gedeeltelijk zo verweerd dat zij ver-
wakker was geworden van een klap. Ik heb
niet gevraagd of zij wist hoe laat dat was, trouwens gesloten, maar zij is geforceerd, poederden bij aanraking. De muur was
oorspronkelijk heel wat hoger geweest,
had men hem bij de bank verteld, doch de
laatste jaren vielen er steeds stenen uit,
zodat hij nu zeer onregelmatig van hoogte
was geworden, met grote gapingen hier en
daar.
„De oude heer Tiele wilde nooit dat er
iets aan gerepareerd werd", zei Johanna.
„Hij was van mening dat het een stuk van
historische waarde was".
„Van waarde of niet, maar de bank zal
er nu toch wel wat aan willen doen", zei
Tak terwijl ze weer binnen gingen. „Enfin,
u hebt daar waarschijnlijk geen last meer
van. Wanneer gaat u verhuizen, of hebt u
nog geen ander huis?"
„We weten pas enkele dagen dat we vol
gende maand weg moeten", zei Johanna
Jutte bijna toonloos. „We moeten nog iets
zien te vinden. Wilde u nog meer weten?"
De vraag werd gesteld op een manier
die aan duidelijkheid niets te wensen over
liet. Tak voelde dat zijn vertrek op grote
prijs gesteld zou worden en aangezien hij
op dat moment geen heil zag in nog meer
vragen, nam hij afscheid.
„Misschien moet ik u nog wel eens ver
zoeken om op het bureau te komen", zei
hij vriendelijk aan de deur. „Ik hoop dat u
daar niet al te zeer tegen zult opzien. Het
valt erg mee, heus. Ik zal u tijdig waar
schuwen als het nodig mocht zijn".
„Als het noodzakelijk is, zal ik komen",
zei juffrouw Jutte en sloot de deur na een
koel knikje.
Tak zette zijn hoed op en wandelde pein
zend weg. Hij passeerde de bank, daarna
de winkel van Joris Helleboom en zag toen
het kaartje op de deurruit: „Gesloten".
Tak vroeg zich af wat Joris bewogen kon
hebben zijn zaak te sluiten, maar bedacht
toen opeens dat hij iets verteld had van
een verjaardag. O ja, zijn verloofde zou
vandaag jarig zijnHij had immers
die handkar gehuurd om zijn verjaars
geschenk ter plaatse te deponeren. Ver
draaid! Die handkar! Juffrouw Jutte
heeft 's nachts om vier uur een handkar
horen wegrijdenHet begint er op te
lijken
Tak liep door, maar plotseling stond hij
stil.
„Stom van die Jutten om de tuin te
gaan harken", dacht hij. „Maar waarom
ter wereld gaan ze bollen planten in een
tuin die over een maand niet meer van
haar is?"
Op het bureau wachtte commissaris
Falkner met ongeduld op hem.
„Tak", zei de commissaris met grote vol
doening, „je wordt op je wenken bediend.
Je hebt ons gevraagd om die twee boeven
te vangen, die bij Helleboom op bezoek zijn
geweest. Wel, ze zitten al in een cel. We
hebben ze uit een hooiberg gevist in de
buurt van de polder. En ik geloof dat we
op het goede spoor zijn want die twee
hebben geen alibi."
Tak wreef peinzend langs zijn neus.
„Wil dat zeggen dat u al met het verhoor
van die twee begonnen bent?" vroeg hij en
hij leek in het geheel niet enthousiast.
De commissaris wreef vergenoegd in zijn
handen.
„Natuurlijk," zei hij resoluut. „Het werk
moet vlug gedaan worden. Ik heb ze een
half uurtje onder handen gehad en wat ze
vertellen raakt kant noch wal. Ze liegen er
maar wat op los en als je het mij vraagt
zijn ze zwaar in de aap gelogeerd."
„Ik vraag u dat helemaal niet, voor zover
ik weet," zei Tak onlogisch en liet de com
missaris in verwarring achter.
„Kijk eens," zei Tak vriendelijk maar
beslist, „ik zit geen grapjes te verkopen. Als
ik je wat vraag, moet je daar naar waar
heid op antwoorden. Je kan mij geen uien
voor citroenen verkopen, vrind."
Sjakie Rommega zat op het puntje van
zijn stoel te wensen dat hij kilometers ver
van hier zou zijn. Hij wist dat de zaken
slecht stonden voor Kees en hemzelf, maar
deze keer was het toch anders dan voor
dien. Er hing iets in de lucht dat Sjakie
niet beviel. Die glimlachende smeris daar
tegenover hem met zijn doodgraverspak
maakte hem bang. Dat was niet zo maar een
gewone rechercheur van het soort, dat hem
al zo vaak het vuur na aan de schenen had
gelegd. Deze man was omgeven door een
geheimzinnige dreiging, waar Sjakie het
benauwd van kreeg. En zijn benauwdheid
deed hem liegen zoals hij nog niet gelogen
had. Hij wist dat de ander hem door had,
mèar hij loog voort Uit pure doodsangst.
(Wordt vervolgd).