Somberheid van Rhondda-vallei verlicht door nieuwe toekomst PENDULES HORLOGES VAN NIEL Bogota Uitgaan in Haarlem Historie van de cinematografie in beeld LUXE WEKKERKLOKJES Wales ontdekt Een Eeuw geleden De schilder Sjoerd de Vries ^Hoe is het ontstaan?^ De mijnwerkers zijn er optimistisch want ze konden weer aan de slag Overzicht, dat een inzicht geeft VRIJDAG 21 NOVEMBER 1952 Ernst en eerlijkheid Zes maanden geëist wegens verduistering Olympische dag 1953 Dit woord: PsIJDAS O Ge moet het mij maar niet kwalijk nemen, dat ik in het land van de kolen mijnen niet een mijn werkershelm heb op gezet, mijnkleren heb aangetrokken en in een schacht ben, af gedaald, teneinde mij laar niet thuis te voe len. Zodat de National Coal Board, de rege ringsinstantie, die de mijnen beheert, zuch tend afzag van een rondleiding door een model-mijn en gehoor gaf aan mijn verzoek om mij met de mijn werkers van de Rhondda-valley in contact te brengen. Zij introduceerde mij Jaartoe bij een vak bondsfunctionaris, die Jack Jones heette, oud-strijder uit de Spaanse burgeroorlog was en mij al ras meedeelde communist te zijn. Hij weigerde pertinent zélf iets over de Rhonddaval- ley te vertellen. „Want", zei hij: „ik ben natuurlijk ver schrikkelijk bevoor oordeeld en u zoudt daardoor een eenzij dig beeld van de hele geschiedenis kunnen krijgen, dat begrijpt u wel". Zo sterk is Groot-Brittannië in toegepaste democratie dat sommige commu nisten zelfs de spel regels volgen. Onder de Britten zijn de Welshmen er mis schien ondanks hun extremistische emotionaliteit de vurigste verdedigers van. Men zou kunnen zeggen, dat zij extremistische democraten zijn of democratische extremisten, zo ge wilt. Dat de mijnwerkers uit Zuid-Wales zich op de linkervleugel der democratie bevin den, valt te begrijpen. Maar er zijn minder communisten onder hen, dan ge zoudt 'ver wachten, gezien het feit, dat een democra tische economie hier dik twintig jaar op het randje van een volslagen faillissement heeft gebalanceerd. Zo stemden in 1950 in het district Mid-Rhondda 26.000 kiezers Labour en slechts 4000 communistisch. En onze vriend Jack Jones, de redelijkste agi tator die wij ooit ontmoetten, introduceerde ons in de Mid-Rhondda Workingmen's Club, een der honderden mijnwerkersclubs in Wales, met de woorden: „Jullie hoeven niet bang te zijn, dat ik weer zo'n „damned" communist heb meegebracht. stevige maaltijd op tafel. Van een jonge generatie, die niet meer zoals vroeger weg hoeft te trekken. Van een oude generatie, die terug kan komen. Ik heb 's avonds door zo'n vreemde straat gelopen. Zo'n donkere straat, die steil naar boven ging en middenin de avondhemel scheen uit te komen. Een straat die voerde uit de zwarte diepte van het mijndal naai de vrolijke sterren daarboven. En toen ik even stil stond, hoorde ik in een miners- club zingen. Een koor van mannelijke bron zen stemmen zong: „There'll always be a welcome, when you come home to Wales". W. L. B. Bier-dividend Die mijnwerkersclubs verdienen overi gens een extra-vermelding. Het bier is er goedkoper dan in de „pubs", de gewone kroegen, want zij hebben hun eigen brou werij. Zij werken op coöperatieve basis en betalen een keer per jaar dividend uit, al weer in bier. Maar voordat het zover is, zijn er grote bedragen afgetrokken voor studiebeurzen, bestemd voor veelbelovende jongeren, voor lezingen, voor sportvereni gingen en voor de duizend-en-een andere bewijzen van solidariteit door dik en dun, die van de mijnwerkersvakbond in Wales, al naar gelang dat te pas kwam, een hel pende hand of een gebalde vuist hebben gemaakt. Die solidariteit, dat gevoel van onverbre kelijk bij elkaar horen, dat mijnwerkers ADVERTENTIE met bim-bam en Westminster slagwerk Origin. Zwitserse fabrieksmerken ook in billijke prijzen Enorme sortering Kwaliteiten gegarandeerd Grote Houtstraat 86 - Haarlem 69 jaar speciaalzaak Een mijnwerker uit Wales: kort, gedrongen en potigscherpe intelligente ogen in een plezierig, openhartig gezicht. Geen zwakke broeder zo'n „miner" wanneer het er om gaat zijn rechten te verdedigen. Hij drinkt een goed glas bier en zingt met een stem als een bronzen klok. En hij lacht, want er zit weer kolenstof op zijn gezicht. Hij werkt weer. toch al zo kenmerkt, treft men in Wales nog sterker aan. Een van de mijnwerkers zei mij in die club: „Je bent „one of the boys" één van de jongens of je nu sterk of zwak, dom of intelligent, aardig of vervelend bent. En we helpen elkaar, zoals onze vrouwen elkaar helpen en zoals onze ouders elkaar geholpen hebben". En als men daar nu maar vooral niet uit afleidt, dat zij vervelende braverds zijn, dan begint men misschien al een aardig idee te krijgen van deze mensen. Gloedvolle sprekers Ik heb daar in die mijnwerkersclub een allergenoeglijkste avond gehad met veel „bitters", dat verschaald-schijncnde, lauwe bier, dat toch zo wonderlijk-lekker smaakt en bovendien de kelen smeert voor het community-singing volgens de muzikale traditie van het land en.de gloedvolle toe spraken. Want in tegenstelling tot Engeland heeft men in Wales geen waardering voor (geposeerde) bescheidenheid en onhandig heid, die men als spreker in Engeland moet aanwenden om vertrouwd te worden. En daarbij kwam nog een simultaan-intervicw waarbij ik moeite had te vragen wat ik op mijn hart had, aangezien de aanwezigen ten minste net zoveel over het continent te Uit de Opregte Haarlemsche 'Courant van 22 November 1852 's-GRAVENHAÖE. Z. M. de Koning heeft, oip voord ragt van Z. E. den Minis ter van Binnenlandsche Zaken, besloten dat de burgemeesters der gemeenten een onderscheidin gsteeken zullen dragen, bestaande uit eenen zilveren penning, voorzien van 's Rijks wapen en van het wapen, of bij ontstentenis daarvan, van den naam der gemeente. Do penning ziail aan een ziliveren keten of aan een oranje zijden lint hangen. De burgemeesters zulten dit onder- sch e id i n gsteek e n dragen, wanneer zij voorzitten in den Raad; wanneer zij zich bij brand of zamenscliolingen in 't openbaar vertoonen; wanneer zij krach tens artikel 188 der Gemeentewet in 't openbaar bevelen geven, en wanneer zij bij plegtige gelegenheden namens de gemeente opkomen. vragen hadden. En wanneer het af en toe tot een debat kwam, moest men de degens kruisen met een opvallend frisse en onbe vangen intelligentie, een levendig voorstel lingsvermogen, een verbluffend gemak om gecompliceerde dingen klaar en eenvoudig te formuleren en het vermogen om nog werkelijk geestdriftig te worden, een geest drift, slechts getemperd door een warme hoffelijkheid. Voegt men daarbij een grote belangstelling voor allerlei problemen, dan hoeft het geen verwondering te wekken, dat Zuid-Wales zoveel bekwame politici en vakbondsleiders heeft voortgebracht en Wales in het algemeen daarenboven nog zoveel uitstekende schrijvers en geleerden. Wat ik overigens van deze mijnwerkers wel te weten kwam, was dat zij de toe komst optimistisch inzien, en dat zij op het ogenblik behoorlijk verdienen. Het oude wantrouwen tegen de mijndirecties, die ook na de nationalisatie zijn aangebleven, be staat nog wel, maar men gaf toe, dat dit een emotioneel restant van de crisis-tijd is. En één van de aanwezigen zei: „We blijven natuurlijk een beetje kankeren, want als we daarmee ophouden, krijgen we niets meer gedaan". Ik ben 's avonds laat nog een beetje rond gaan zwerven door dat nauwe Rhondda- dal. En ook al heeft men Llewellyn's boek „Hoe groen was mijn dal" niet gelezen, dan is er nog weinig fantasie voor nodig om de ellende van vroeger te projecteren op de sombere straten van deze nauwe, sombere vallei. Het groen is alleen nog maar te vin den op de kronen van de heuvels, die het dal insluiten. Beneden is anes cionKer in een troosteloze nuancering van donkergrijs tot zwart. De regen, die er vaak valt en de mist, die er vaak hangen maken alles vettig en glimmend. En het dal is altijd vol ram melend ijzergeluid van de mijnen, waarin alle mannen van het dal werken. Maar ze werken tenminste weer en ze hoeven geen vrees meer te koesteren voor depressies of ontslag of een behandeling vol willekeur. Het vreemde is, dat ge u in deze sombere straten niet somber voelt. Dat ge getroost kunt wandelen langs die duizenden huizen van het dal, die allemaal precies hetzelfde zijn. Dezelfde grauwe steen, dezelfde deu ren, dezelfde ouderwetse ramen. Straten die steil omhoog kruipen tegen de berg hellingen om plaats te vinden in de nauwe ruimte. Eindeloze glimmende straten, die de soepkeukens hebben gekend en de zwar te silhouetten van mannen met handen in de zakken. En nu lijkt het, alsof er in die oude stra ten een licht-feestelijke sfeer hangt. Van werk en van geld thuisbrengen en van een Prins Bernhard en zijn gevolg waren in Columbia. Ik heb niet veel van dat land ge zien, maar de herinnering eraan is zeer levendig. Vele namen ben ik vergeten maar de algemene indruk is mij na bijna tien jaren zo scherp bijgebleven dat ik graag een beetje onder de palmen van dat plein met dat standbeeld zou willen zitten het zal wel Plaza Bolivar heten. Ik ben een dag of vijf in Bogota geweest. Ik her inner mij nog dat ik het die eerste dag nog al benauwd had omdat Columbia's hoofd stad, na Bolivië's La Paz en Thibets Lhas- sa, de hoogst-gelegene ter wereld is. Ge moet daar even aan wennen. Ik ben er toen niet heengevlogen maar gevaren, de brede rivier Magdalena op en herinner mij wel de orchideeën langs de oevers. En als ik het wel heb was het een raderboot. Er waren niet veel mensen aan boord. Twee Columbianen, een Venezolaan, een Ameri kaan en ik. En een bizonder fraaie dame, die altijd alleen zat, hoezeer wij vijven ook moeite deden haar uit deze eenzame toe stand te helpen. Een beelderige dame, dat wel, maar ik geloof niet dat zij mij heeft opgemerkt. Een zeldzame situatie. In Bo gota is een Universiteit en vele hoogleraren houden daar tevens een boekwinkel. Het is de enige hoofdstad ter wereld Vaduz niet uitgesloten met meer boekwinkels dan café's en de Bogotanos zijn trots op hun intellectuele leven. Die Universiteit is volgens hun zeggen de oudste van de drie Amerika's. Daarom noemen zij hun stad: het Athene van Amerika. Ik herinner mij dat fraai geklede Don Juaneske heren er op de trottoirs staan te lezen, hetgeen hen niet verhindert schone vrouwen duidelijk te zien. En ik herinner mij ook dat ik in gezelschap een niet on schone schone passeerde en dat zo'n lezer zachtjes doch duidelijk verstaanbaar in goed Spaans zeide: „Dit is de eerste maal in mijn leven dat ik de zon zie opgaan". Zoiets moet ge op een Haarlems trottoir niet verwachten. Ik zou best nog eens een paar weken daar rond willen wandelen. Niet wegens enigerlei goodwill, doch doel- en argeloos. Om sigaretten te roken onder de palmen, om.koffie te drinken aan de straat en om enige malen per dag de zon te zien opgaan. ELIAS ADVERTENTIE In de reeks der steeds wisselende ten toonstellingen in de bedrijfscantine van de Hoogovens te IJmuiden is thans plaats in geruimd voor een aantal tekeningen en schilderijen van de te Haarlem wonende schilder Sjoerd de Vries. Helaas kan ik geen antwoord geven op de hoogst interessante vraag hoe de em ployés en speciaal de arbeiders op dit werk reageren. Deze vraag is daarom zo belang rijk, omdat Sjoerd de Vries zelf uit een ar beidersgezin stamt en zich steeds met de arbeider en diens levenssfeer verbonden bleef gevoelen. Dat de propaganda-afdeling haar keus liet vallen op deze figuur, die geheel onafhankelijk van de hedendaagse stromingen in de kunst zijn eigen weg zoekt, betekent een boeiend experiment. De kunst van Sjoerd de Vries dient name lijk vooral onder de ogen te komen van hen die bij de sociale problemen betrokken zijn. Deze schilder is in de eerste plaats een verkondiger. Of men het eens is met zijn streven naar een betere samenleving in materieel opzicht, waarin ook de culturele waarden tot groter bloei kunnen komen en of men daar in gelooft, is hier niet de vraag. De gestadige ernst echter waarmee Sjoerd de Vries dit ideaal verdedigt, dwingt respect af, evenzeer als de koppige halsstar righeid waarmee hij vasthoudt aan de een maal door hem als juist erkende werkwijze. Deze schilderwijze, die bestaat uit het aanbrengen van volstrekt ongenuanceerd geschilderde vlakken die door dunne, enigszins opgelegde contouren van elkaar gescheiden worden, is wel expressief, maar zeer arm. In deze armoede van schilder kunstige middelen ligt zowel de beperkt heid als de kracht van de schilder. Zijn leerstellige vasthoudendheid sluit bewust iedere onverwachte geste uit en het behoeft wel niet gezegd te worden dat deze kunst hierdoor vooral bij eerste kennismaking weinig aantrekkelijk is. De moeilijke taak die Sjoerd de Vriës op zich heeft genomen, om in zijn tekeningen alleen gebruik te maken van de rechte zwarte lijn op het witte papier, dwingt hem tot een zich rekenschap geven van vorm en gestalte, volume en beweging. Hij duidt niet aan en suggereert niet, maar omschrijft en bepaalt stand en actie van zijn figuren. Of men, zolang een schoonheidsnorm gel dend blijft bij de beoordeling van kunst, uit de optelling van bovenomschreven po sitieve waarden deze schilderijen „mooi" moet vinden is de vraag. Als men als kunst erkent datgene wat ontroert en deze ont roering opwekt met middelen, die in geen enkel getal of formule absoluut zijn te vangen, dan blijf ik mij afvragen of hier van kunst gesproken dient te worden. On miskenbaar tekentalent en beeldend ver mogen kan men Sjoerd de Vries niet ont zeggen. Ernst en idealisme evenmin. De som van dit alles levert echter, indien dat geheimzinnig fluïdum, het „aangeraakt zijn" door iets ongekends dat toch herkend wordt, ontbreekt, nog geen kunst op. Het werk van Sjoerd de Vries mag dan niet ontroeren, boeien doet het stellig. Het blijft de beschouwer lang bij door de on voorwaardelijke eerlijkheid die het bezit. Vooral als illustrator en in de tweede plaats als wandschilder zouden zijn kwaliteiten uitstekend tot hun recht komen. Zijn grote ontwerp voor de wandschildering „Het Leven" toont aan dat hij zich zelf hiervan ook bewust is. OTTO B. DE MAT. De officier van justitie bij de Haarlemse rechtbank eiste gistermiddag een gevan genisstraf van zes maanden wegens ver duistering, meermalen gepleegd, tegen de 28-jarige Haarlemse vertegenwoordiger H. Th. te M. Hem was onder meer ten laste gelegd, dat hij twee radio-toestellen, die hij in huurkoop had ontvangen, had verkocht ten eigen bate. De officier zeide in zijn requisitoir, dat Te M., die al ver scheidene malen eerder veroordeeld is, een door de reclassering opgegeven reci divist is. Zijn raadsman bepleitte een straf, die niet groter is dan de preventieve hechtenis, aangezien hij dan voor Te M. nog een mogelijkheid aanwezig achtte om zich te beteren. Naar wij vernemen heeft het bestuur van het Nederlands Olympisch Comité be sloten de Olympische dag in 1953 op Zon dag 31 Mei in het Olympisch stadion in Amsterdam te organiseren. Het lijkt zo voor de hand te liggen het woord nijdas in verband te brengen met nijd en nijdig. Maar dan zou men zich toch vergissen. Het woord nijdas is een samentrekking van een woord met zijn eigen lidwoord en is dus ont staan uit: 'n eidas. Op precies dezelfde wijze js ons woord lommer, schaduw rijk gebladerte- uit Frans l'ombre voort gekomen. Een eidas nu is een hagedis; Eidechse zeggen de Duitsers. En de volkomen onschuldige hagedis gold in vroeger tijd voor een zeer vergiftig on dier, vergelijkbaar met een slang. Ook het woord slang wordt gebezigd voor: feeks, kwaadaardig vrouwmens. Onder invloed van het woord nijd dat met nijdas dus niets heeft uit te staan, is men het laatste woord met ij gaan schrijven. Typisch is dat een slang altijd een vrouw is, een nijdas altijd een i man. V Vrijdag 21 November. Stadsschouwburg, 8 uur: „De Kersentuin" van Tsjechow, ge regisseerd door Peter Scharoff. Met mede werking van Ida Wasserman, Willy Haak, Myra, Ward, Paul Steenbergen, Bob de Lange, Johan Valk en anderen. Het décor is van Willem Deering. Enige voorstelling in Haarlem. Zaterdag 22 November, Stadsschouwburg, 8 uur: Het Amsterdams Toneelgezelschap onder regie van A. Defresne vertoont „Hil da Crane" van Sam Raphaelson, met Caro van Eyck in de titelrol. Andere medewer- uit van dr. Albert Schweitzer over de gods dienstige en theologische achtergrond van zijn arbeid in Lambarene. Heden, Vrijdag avond om 20.05 uur wordt een heruitzending gegeven. Caro van Eyck, één van onze begaafdste actrices, vervult de fascinerende hoofdrol in het sterke speelstuk Hilda Crane" van S. Raphaelson, waarvan het A.T.G. dit weekeinde de eerste voorstellingen in de Haarlemse Schouwburg geeft. kenden: Hctiy Beck. Marie Hamel. Gijs- bert Tersteeg, Gerard Schild en Lo van Hensbergen. Zondag 23 November, Stadsschouwburg, 8 uur: „Hilda Crane" met Caro van Eyck (zie Zaterdag). Maandag 24 -November, Stadsschouwburg 8 uur: Abonnementsvoorstelling door de Nederlandse Comedie van „Majoor Bar bara" van Shaw met Ellen Vogel in de titelrol. Verder: Mien Duymaer van Twist, Han Bentz van den Berg, Fons Radema kers. de regisseur Jan Teulings en vele anderen. Dinsdag 25 November. Stadsschouwburg, 8 uur: De Nederlandse Comedie geeft een In 1935 bij de herdenking van het veertigjarig bestaan der cinematografie heeft Polygoon een film vervaardigd, die de feestelijkheden, aan de herdenking verbonden, opluisterde. Het was een vrij uitvoerig en saillant overzicht van de ontwikkelingdie de film in die veertig jaren had doorgemaakt. Toen de feestelijkheden achter de rug waren heeft men haar weer in de archieven opgeborgen. Ze is er in gebleven. Ik zou bijna zeggen tot de huidige dag. Dat is jammer. Als historische documentatie blijft ze wel degelijk actueel en ze zou het op schoolvoorstellingen bijvoorbeeld heel goed doen. Ze schetst de geschiedenis van de film van het prille begin tot in de dertiger jaren en is vooral in haar weergave van de kinderjaren der filmindustrie ongemeen interessant. Haar instructieve waarde maakt haar juist voor een publiek, dat met het filmmedium vertrouwd wil worden, zeer geschikt De filmliefhebber, die de film niet gezien heeft, moet haar dan ook niét verzuimen, nu ze Donderdagavond 27 October in het jubilerende Rembrandt-theater wordt vertoond. Een proeve van de inhoud moge hier volgen, opdat de lezer zich ervan overtuige, dat zijn nieuwsgierigheid niet zonder reden wordt opgewekt. Eerste films van Lumière en Mé lies Die nieuwsgierigheid zal clan allereerst uitgaan naar het ontstaan van de film, het principe waarop onze aanschouwing via de weergave op het witte doek berust. Men ziet dan onder meer de phénakisticope en de zoötrope. Zij zijn de voorlopers van de film. Door de snelheid, waarmee de beeld jes, die zij bevatten werden rondgedraaid, schenen die beeldjes te bewegen, zij vloei den in elkaar; er ontstond een doorlopende beweging. Een lichtindruk blijft namelijk niet langer dan ongeveer één vijftiende seconde op het netvlies bestaan. Lichtprik- kels die elkaar sneller opvolgen, versmel ten met elkaar. Daarop waren de phéna kisticope en de zoötrope gebaseerd. Men Georges Méliès ziet ze nog: in de kinderkamer. Ook de z.g. filmboekjes berusten op dit principe. De beelden bewegen als men maar snel ge noeg bladert. Dit clan komt allereerst voor in de film „Veertig jaren cinematografie. Dan komt het photografisch geweer. Men kon er twaalf beelden in een seconde mee „schieten". Het photografisch geweer is dan ook de voorafbeelding van de film camera. Vóór Louis Lumière de cinemato grafie haar huidige aanschijn geeft ver schijnt nog de praxinoscope. Zij is een ver beterde uitgave van de zoötrope, die op haar beurt weer een phenakisticope is in cylindervorm op een verticale as. Het beeld wordt via een spiegel op een doek geprojecteerd. Het witte cloek doet dus zijn intrede. Dan naderen we een wel zeer inte ressante episode: Louis Lumière vertoont zijn eerste film. Hij maakte haar bij de uit gang van zijn „fabriek" en vertoonde haar voor het eerst in de Rue de Rennes te Parijs op de 22e Maart 1895. Ook in „Veer tig jaar cinematografie" ontbreekt ze niet. Men ziet er enige fragmenten uit. Datzelfde jaar begonnen in de „Salon Indien" onder het Grand Café op de Boulevard des Ca- pucines de voorstellingen voor het publiek. De film deed haar entrée in de grote we reld. Zij ontwikkelt zich voorspoedig. De schepper van de film is Lumière, de man, die de eerste speelfilms maakte, Georges Méliès. Met verbazing ziet men zijn producties. Fantastische reizen dooi de lucht, waarin al druk met trucage wordt gewerkt, tovert hij te voorschijn, een „Reis naar de maan" met salonjonkers en griezelige gedrochten, waarvan som mige beelden met de hand zijn gekleurd. Het is voor de bioscoopbezoeker, die meent, dat wij het monopolie van de gekleurde film hebben, om zijn ogen uit te wrijven van verbazing. Zestien minuten duurt deze film en zij is alleen al de hele „Veertig jaar cinematografie" waard. Van 1895 j 1914 maakte Méliès ongeveer 450 films, Grondslag der beweging. waarvan de meeste een lengte van 300 meter hebben. Hoe snel de wereld hem vergat moge blijken uit het feit, dat men hem in 1928 aantrof op het station Mont- parnasse. Hij verkocht bonbons en choco lade. De geschiedenis van de film gaat verder. Men ziet een vertoning van „Anna Kare- nina" in tien minuten en een fragment uit de gelijknamige film jaren later met Greta Garbo. „Het kabinet van dokter Caligari", de „Nibelungen", „Jeanne d'Arc", Chaplin in „The Kid". Het werk der avant- garde met de absolute film, waarin muziek in stippen en strepen op het projectie scherm wordt verbeeld, zoals later Walt Disney zou doen, lachwekkende pro- beerselen van vaderlandse makelijk, die ons Louis Bouwmeester nog voor ogen voeren en latere pogingen, die beter slaag den. Het voert mij te ver om alles op te sommen. Ik zou de verfilming van een Zuidpool-expeditie nog moeten noemen, die uitmuntend camera-werk laat zien, dat menig modern filmmaker graag op zijn naam zou willen hebben. Tot 1935 schil dert men ons de ontwikkeling. In dit jaar werd „Veertig jaar cinematografie" uitge bracht. De beperking van dat jaartal is echter geen bezwaar. De vele historische feiten, de indrukwekkende overgang bij voorbeeld van de stomme film naar de ge luidsfilm en het nadrukkelijk toepassen van het geluid in vele operette-films naast de juiste toepassing, waarbijhet geluid een dramatische functie vervult het komt alles in deze film voor overzichtelijk en aangenaam, instructief en verantwoord. Men krijgt een inzicht in de historie van de films die zelf historie gemaakt hebben. Men zou die films graag in hun geheel wil len zien. Dat is niet mogelijk. Daarom neemt de filmliefhebber graag met de -fragmenten in „Veertig jaren einemato-, grafie" genoegen;" P. W. FRANSE abonnementsvoorstelling van de thriller „U "spreekt met uw moordenaar" van Fre derick Knott onder regie van Henk Rigters, met Guus Oster en Ina van Faasscn. Woensdag 26 November, Stadsschouwburg, 8 uur: „U spreekt met uw moordenaar" (abonnemcntsvoorstelling. zie Dinsdag). Donderdag 27 November, Stadsschouwburg, 8 uur: Abonncmentsvoorstclling van „U spreekt met uw moordenaar" (zie Dinsdag). Vrijdag 28 November, Stadsschouwburg, 8 uur: „De Koopman van Venetic" van Wil liam Shakespeare onder regie van Johan de Meester voor „Geloof en Wetenschap". Vertaling Bert Voeten, hoofdrollen Ank van der Moer en John Gobau. MUZIEK Vrijdag 21 November, Concertgebouw. 8 uur: Het Symphonie-Orkest Haerlcm onder lei ding van Piet Halsema speelt werken van Schubert (ouverture Rosamunde), van Gustav Holst, van Joseph Haydn (sym phonic De Klok) en Rachmaninoff (Twee de pianoconcert). Solisten zijn George van Rcnesse (piano), Jan Poolman (fluit) en Arie Butter (hobo). Vrijdag 21 November, tuinzaal Concertge bouw, 8 uur: Concert door de Nederlandse Operaclub, begeleid door Wim Rietveld. Fragmenten uit Faust. Martha. Butterfly, Carmen, Rigoletto, Hoffmann's Vertellin gen enzovoorts. Verder treedt de danseres Henny Meyer op. Zondag 23 November, Huize Hesmerg, 8 uur: De Franse celliste Annie Laffra en de pianiste Ans Bouter spelen werken van Francoeur, Beethoven, Tsjaikowsky en Saint-Saëns (Lanckhorstlaan 99, H'stede.) Dinsdag 25 November, Concertgebouw, 7.30 uur: Jeugdconcert door de I-I.O.V. onder leiding van Marinus Adam. Uitgevoerd worden de suites Don Quichotte van Tele- mann, Jeux d'Enfants van Bizet en Sprookjes van Moeder de Gans van Ravel. Soliste is Bets Nederkoom, clavecimbcl. Dinsdag 25 November, Begijnhofkapel. 8 uur: Jubileumconocert ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan door het gemengd dub- beïkwartet J. S. Bach, met medewerking van het vocaal damesensemble Noi Otto en de declamatrice Rie Bonset—Horst. Woensdag 26 November, Concertgebouw, 8 uur: Zangrecital cloor cle Italiaanse tenor Tito Schipa, met medewerking van de so praan Elsa Camellini, winnares van het Italiaanse Concours 1951. Begeleiding: Marcel By de Marthe. Het programma ver meldt aria's en duetten uit opera's van Donizetti, Verdi en Bellini, benevens Na- politaanse en Spaanse volksliederen. Donderdag 27 November. Begijnhofkapel, 8 uur: Concert door Nely de Bock (zang), Henk de Graaff (fluit) en Jetty Bossen (viool), met medewerking van Gé Michels (orgel). DIVERSEN Vrijdag 21 November, Brinkmann. 8 uur: Mr. F. Bordewijk houdt een causerie over het korte verhaal en leest uit eigen werk voor de Haarlemse Boekverkopersvereniging, ingeleid door Pierre H. Dubois. Zaterdag 22 November, zaal Zang en Vriend schap, Jansstraat, 8 uur: Contactavond Instituut voor Arbeidersontwikkeling met muziekgroep De Gong, het Actherforum en enkele voordrachten. laandag 24 November, Concertgebouw, 8 uur: Concert door de R.K. zangvereniging St. Caecilia, met medewerking van Hoofd dorps Mannenkoor „Zang en Vriendschap" en het kinderkoor, het geheel onder lei ding van Gerard de Barbanson. Aan de vleugel Bert van Poelgeest. Maandag 24 November, gebouw H. K. B., 8 uur: Vertoning van de geluidsfilm in kleu ren „Met de Johan van Oldenbarnevelt naar Australië". Dinsdag 25 November. Frans Halsmuseum, 8 uur: Lezing met film door mej. dr. G. T. van IJsselsteijn over herstel van antieke textiel. Woensdag 26 November, Minerva Theater, Heemstede, 8.15 uur: Zuid-Afrikaanse avond met kleurenfilm over de Kaap kolonie en causerie door de schrijver Ben van Eysselsteijn. Woensdag 26 November, Frans Halsmuseum, 8 uur: Anna Blaman spreekt voor de Volks universiteit over „De eenzaamheid als lit terair thema". Donderdag 27 November, Rembrandttheater, 8 u.: Viering zilv. jubileum van dit theater, onder meer door vertoning ten bate van de Stille Armen van de film „Veertig jaar cinematografie". Verder: „Het schot is te boord" van Herman van der Horst en „Bevervallei" van Walt Disney. Vrijdag 28 November, gebouw Domi, Over- veen, 8 uur: Lezing met lichtbeelden door dr. J. Baart de la Faille over Vincent van Gogh voor Bloemendaals Muzen Forum. Vrijdag 28 November, Zomerlust, Santpoort, 8 uur: Nederlandse première van het blij spel.,Het nestje van de antiquair" van Hans Nesna door de toneelvereniging Amicitia ten bate van de Stichting voor het gebrek kige kind. TENTOONSTELLINGEN Huis Van Looy: Tentoonstelling van werken van leden van Kunst Zij Ons Doel, te we ten: C. van Baaren, H. F. Boot, dr. D. Hoogeveen. C. H. Huyser, P. Kloes, dr. A. Melchior, C. W. Mandersloot en mevr. G. A. Verdenius. Van 22 November tot 15 December, dagelijks van 1012.30 en 13.30—17 uur, des Zondags van 14—17 uur. Kunsthandel Leffelaar, Grote Markt: Au Bonheur des Dames. Bloemsierkunst, ceramiek, handweefsels, naaldwerk. Op werkdagen van 10—17 uur, des Maandags alleen van 1417 uui\ Gebr. Ree te Heemstede: Pastels en tekenin gen van Jan Wiegman. Zaterdag laatste dag. Van Juliana tot Juliana, reizende tentoonstel ling van voorwerpen uit Koninklijk Huis archief van 2124 November aan de Jan Gijzenkade. van 2426 November op het Pretoriaplein, op 26 November aan het brede gedeelte van de Zomervaart.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1952 | | pagina 5