Somberheid van Rhondda-vallei
verlicht door nieuwe toekomst
PENDULES
HORLOGES
VAN NIEL
Bogota
Uitgaan in Haarlem
Historie van de cinematografie in beeld
LUXE WEKKERKLOKJES
Wales
ontdekt
Een Eeuw geleden
De schilder
Sjoerd de Vries
^Hoe is het ontstaan?^
De mijnwerkers zijn er optimistisch
want ze konden weer aan de slag
Overzicht, dat een inzicht geeft
VRIJDAG 21 NOVEMBER 1952
Ernst en eerlijkheid
Zes maanden geëist
wegens verduistering
Olympische dag 1953
Dit woord: PsIJDAS
O
Ge moet het mij
maar niet kwalijk
nemen, dat ik in het
land van de kolen
mijnen niet een mijn
werkershelm heb op
gezet, mijnkleren heb
aangetrokken en in
een schacht ben, af
gedaald, teneinde mij
laar niet thuis te voe
len. Zodat de National
Coal Board, de rege
ringsinstantie, die de
mijnen beheert, zuch
tend afzag van een
rondleiding door een
model-mijn en gehoor
gaf aan mijn verzoek
om mij met de mijn
werkers van de
Rhondda-valley in
contact te brengen.
Zij introduceerde mij
Jaartoe bij een vak
bondsfunctionaris, die
Jack Jones heette,
oud-strijder uit de
Spaanse burgeroorlog
was en mij al ras
meedeelde communist
te zijn. Hij weigerde
pertinent zélf iets
over de Rhonddaval-
ley te vertellen.
„Want", zei hij: „ik
ben natuurlijk ver
schrikkelijk bevoor
oordeeld en u zoudt
daardoor een eenzij
dig beeld van de hele
geschiedenis kunnen
krijgen, dat begrijpt
u wel". Zo sterk is
Groot-Brittannië in
toegepaste democratie
dat sommige commu
nisten zelfs de spel
regels volgen. Onder
de Britten zijn de
Welshmen er mis
schien ondanks hun
extremistische emotionaliteit de vurigste
verdedigers van. Men zou kunnen zeggen,
dat zij extremistische democraten zijn of
democratische extremisten, zo ge wilt.
Dat de mijnwerkers uit Zuid-Wales zich
op de linkervleugel der democratie bevin
den, valt te begrijpen. Maar er zijn minder
communisten onder hen, dan ge zoudt 'ver
wachten, gezien het feit, dat een democra
tische economie hier dik twintig jaar op
het randje van een volslagen faillissement
heeft gebalanceerd. Zo stemden in 1950 in
het district Mid-Rhondda 26.000 kiezers
Labour en slechts 4000 communistisch. En
onze vriend Jack Jones, de redelijkste agi
tator die wij ooit ontmoetten, introduceerde
ons in de Mid-Rhondda Workingmen's
Club, een der honderden mijnwerkersclubs
in Wales, met de woorden: „Jullie hoeven
niet bang te zijn, dat ik weer zo'n
„damned" communist heb meegebracht.
stevige maaltijd op tafel. Van een jonge
generatie, die niet meer zoals vroeger weg
hoeft te trekken. Van een oude generatie,
die terug kan komen.
Ik heb 's avonds door zo'n vreemde straat
gelopen. Zo'n donkere straat, die steil naar
boven ging en middenin de avondhemel
scheen uit te komen. Een straat die voerde
uit de zwarte diepte van het mijndal naai
de vrolijke sterren daarboven. En toen ik
even stil stond, hoorde ik in een miners-
club zingen. Een koor van mannelijke bron
zen stemmen zong: „There'll always be a
welcome, when you come home to Wales".
W. L. B.
Bier-dividend
Die mijnwerkersclubs verdienen overi
gens een extra-vermelding. Het bier is er
goedkoper dan in de „pubs", de gewone
kroegen, want zij hebben hun eigen brou
werij. Zij werken op coöperatieve basis en
betalen een keer per jaar dividend uit, al
weer in bier. Maar voordat het zover is,
zijn er grote bedragen afgetrokken voor
studiebeurzen, bestemd voor veelbelovende
jongeren, voor lezingen, voor sportvereni
gingen en voor de duizend-en-een andere
bewijzen van solidariteit door dik en dun,
die van de mijnwerkersvakbond in Wales,
al naar gelang dat te pas kwam, een hel
pende hand of een gebalde vuist hebben
gemaakt.
Die solidariteit, dat gevoel van onverbre
kelijk bij elkaar horen, dat mijnwerkers
ADVERTENTIE
met bim-bam en Westminster
slagwerk
Origin. Zwitserse fabrieksmerken
ook in billijke prijzen
Enorme sortering
Kwaliteiten gegarandeerd
Grote Houtstraat 86 - Haarlem
69 jaar speciaalzaak
Een mijnwerker uit Wales: kort, gedrongen en potigscherpe
intelligente ogen in een plezierig, openhartig gezicht. Geen
zwakke broeder zo'n „miner" wanneer het er om gaat zijn
rechten te verdedigen. Hij drinkt een goed glas bier en zingt
met een stem als een bronzen klok. En hij lacht, want er zit
weer kolenstof op zijn gezicht. Hij werkt weer.
toch al zo kenmerkt, treft men in Wales
nog sterker aan. Een van de mijnwerkers
zei mij in die club: „Je bent „one of the
boys" één van de jongens of je nu
sterk of zwak, dom of intelligent, aardig of
vervelend bent. En we helpen elkaar, zoals
onze vrouwen elkaar helpen en zoals onze
ouders elkaar geholpen hebben". En als
men daar nu maar vooral niet uit afleidt,
dat zij vervelende braverds zijn, dan begint
men misschien al een aardig idee te krijgen
van deze mensen.
Gloedvolle sprekers
Ik heb daar in die mijnwerkersclub een
allergenoeglijkste avond gehad met veel
„bitters", dat verschaald-schijncnde, lauwe
bier, dat toch zo wonderlijk-lekker smaakt
en bovendien de kelen smeert voor het
community-singing volgens de muzikale
traditie van het land en.de gloedvolle toe
spraken. Want in tegenstelling tot Engeland
heeft men in Wales geen waardering voor
(geposeerde) bescheidenheid en onhandig
heid, die men als spreker in Engeland moet
aanwenden om vertrouwd te worden. En
daarbij kwam nog een simultaan-intervicw
waarbij ik moeite had te vragen wat ik op
mijn hart had, aangezien de aanwezigen
ten minste net zoveel over het continent te
Uit de Opregte Haarlemsche 'Courant
van 22 November 1852
's-GRAVENHAÖE. Z. M. de Koning
heeft, oip voord ragt van Z. E. den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken, besloten
dat de burgemeesters der gemeenten
een onderscheidin gsteeken zullen dragen,
bestaande uit eenen zilveren penning,
voorzien van 's Rijks wapen en van het
wapen, of bij ontstentenis daarvan, van
den naam der gemeente. Do penning
ziail aan een ziliveren keten of aan een
oranje zijden lint hangen.
De burgemeesters zulten dit onder-
sch e id i n gsteek e n dragen, wanneer zij
voorzitten in den Raad; wanneer zij
zich bij brand of zamenscliolingen in 't
openbaar vertoonen; wanneer zij krach
tens artikel 188 der Gemeentewet in 't
openbaar bevelen geven, en wanneer zij
bij plegtige gelegenheden namens de
gemeente opkomen.
vragen hadden. En wanneer het af en toe
tot een debat kwam, moest men de degens
kruisen met een opvallend frisse en onbe
vangen intelligentie, een levendig voorstel
lingsvermogen, een verbluffend gemak om
gecompliceerde dingen klaar en eenvoudig
te formuleren en het vermogen om nog
werkelijk geestdriftig te worden, een geest
drift, slechts getemperd door een warme
hoffelijkheid. Voegt men daarbij een grote
belangstelling voor allerlei problemen, dan
hoeft het geen verwondering te wekken,
dat Zuid-Wales zoveel bekwame politici en
vakbondsleiders heeft voortgebracht en
Wales in het algemeen daarenboven nog
zoveel uitstekende schrijvers en geleerden.
Wat ik overigens van deze mijnwerkers
wel te weten kwam, was dat zij de toe
komst optimistisch inzien, en dat zij op het
ogenblik behoorlijk verdienen. Het oude
wantrouwen tegen de mijndirecties, die ook
na de nationalisatie zijn aangebleven, be
staat nog wel, maar men gaf toe, dat dit
een emotioneel restant van de crisis-tijd is.
En één van de aanwezigen zei: „We blijven
natuurlijk een beetje kankeren, want als
we daarmee ophouden, krijgen we niets
meer gedaan".
Ik ben 's avonds laat nog een beetje rond
gaan zwerven door dat nauwe Rhondda-
dal. En ook al heeft men Llewellyn's boek
„Hoe groen was mijn dal" niet gelezen, dan
is er nog weinig fantasie voor nodig om de
ellende van vroeger te projecteren op de
sombere straten van deze nauwe, sombere
vallei. Het groen is alleen nog maar te vin
den op de kronen van de heuvels, die het
dal insluiten. Beneden is anes cionKer in
een troosteloze nuancering van donkergrijs
tot zwart. De regen, die er vaak valt en de
mist, die er vaak hangen maken alles vettig
en glimmend. En het dal is altijd vol ram
melend ijzergeluid van de mijnen, waarin
alle mannen van het dal werken. Maar ze
werken tenminste weer en ze hoeven geen
vrees meer te koesteren voor depressies of
ontslag of een behandeling vol willekeur.
Het vreemde is, dat ge u in deze sombere
straten niet somber voelt. Dat ge getroost
kunt wandelen langs die duizenden huizen
van het dal, die allemaal precies hetzelfde
zijn. Dezelfde grauwe steen, dezelfde deu
ren, dezelfde ouderwetse ramen. Straten
die steil omhoog kruipen tegen de berg
hellingen om plaats te vinden in de nauwe
ruimte. Eindeloze glimmende straten, die
de soepkeukens hebben gekend en de zwar
te silhouetten van mannen met handen in
de zakken.
En nu lijkt het, alsof er in die oude stra
ten een licht-feestelijke sfeer hangt. Van
werk en van geld thuisbrengen en van een
Prins Bernhard en zijn gevolg waren in
Columbia. Ik heb niet veel van dat land ge
zien, maar de herinnering eraan is zeer
levendig. Vele namen ben ik vergeten
maar de algemene indruk is mij na bijna
tien jaren zo scherp bijgebleven dat ik
graag een beetje onder de palmen van dat
plein met dat standbeeld zou willen zitten
het zal wel Plaza Bolivar heten. Ik ben
een dag of vijf in Bogota geweest. Ik her
inner mij nog dat ik het die eerste dag nog
al benauwd had omdat Columbia's hoofd
stad, na Bolivië's La Paz en Thibets Lhas-
sa, de hoogst-gelegene ter wereld is. Ge
moet daar even aan wennen. Ik ben er
toen niet heengevlogen maar gevaren, de
brede rivier Magdalena op en herinner mij
wel de orchideeën langs de oevers. En als
ik het wel heb was het een raderboot. Er
waren niet veel mensen aan boord. Twee
Columbianen, een Venezolaan, een Ameri
kaan en ik. En een bizonder fraaie dame,
die altijd alleen zat, hoezeer wij vijven ook
moeite deden haar uit deze eenzame toe
stand te helpen. Een beelderige dame, dat
wel, maar ik geloof niet dat zij mij heeft
opgemerkt. Een zeldzame situatie. In Bo
gota is een Universiteit en vele hoogleraren
houden daar tevens een boekwinkel. Het is
de enige hoofdstad ter wereld Vaduz
niet uitgesloten met meer boekwinkels
dan café's en de Bogotanos zijn trots op
hun intellectuele leven. Die Universiteit is
volgens hun zeggen de oudste van de
drie Amerika's. Daarom noemen zij hun
stad: het Athene van Amerika.
Ik herinner mij dat fraai geklede Don
Juaneske heren er op de trottoirs staan te
lezen, hetgeen hen niet verhindert schone
vrouwen duidelijk te zien. En ik herinner
mij ook dat ik in gezelschap een niet on
schone schone passeerde en dat zo'n lezer
zachtjes doch duidelijk verstaanbaar in
goed Spaans zeide: „Dit is de eerste maal
in mijn leven dat ik de zon zie opgaan".
Zoiets moet ge op een Haarlems trottoir niet
verwachten. Ik zou best nog eens een paar
weken daar rond willen wandelen. Niet
wegens enigerlei goodwill, doch doel- en
argeloos. Om sigaretten te roken onder de
palmen, om.koffie te drinken aan de straat
en om enige malen per dag de zon te zien
opgaan. ELIAS
ADVERTENTIE
In de reeks der steeds wisselende ten
toonstellingen in de bedrijfscantine van de
Hoogovens te IJmuiden is thans plaats in
geruimd voor een aantal tekeningen en
schilderijen van de te Haarlem wonende
schilder Sjoerd de Vries.
Helaas kan ik geen antwoord geven op
de hoogst interessante vraag hoe de em
ployés en speciaal de arbeiders op dit werk
reageren. Deze vraag is daarom zo belang
rijk, omdat Sjoerd de Vries zelf uit een ar
beidersgezin stamt en zich steeds met de
arbeider en diens levenssfeer verbonden
bleef gevoelen. Dat de propaganda-afdeling
haar keus liet vallen op deze figuur, die
geheel onafhankelijk van de hedendaagse
stromingen in de kunst zijn eigen weg
zoekt, betekent een boeiend experiment.
De kunst van Sjoerd de Vries dient name
lijk vooral onder de ogen te komen van
hen die bij de sociale problemen betrokken
zijn. Deze schilder is in de eerste plaats
een verkondiger. Of men het eens is met
zijn streven naar een betere samenleving in
materieel opzicht, waarin ook de culturele
waarden tot groter bloei kunnen komen en
of men daar in gelooft, is hier niet de
vraag. De gestadige ernst echter waarmee
Sjoerd de Vries dit ideaal verdedigt, dwingt
respect af, evenzeer als de koppige halsstar
righeid waarmee hij vasthoudt aan de een
maal door hem als juist erkende werkwijze.
Deze schilderwijze, die bestaat uit het
aanbrengen van volstrekt ongenuanceerd
geschilderde vlakken die door dunne,
enigszins opgelegde contouren van elkaar
gescheiden worden, is wel expressief, maar
zeer arm. In deze armoede van schilder
kunstige middelen ligt zowel de beperkt
heid als de kracht van de schilder. Zijn
leerstellige vasthoudendheid sluit bewust
iedere onverwachte geste uit en het behoeft
wel niet gezegd te worden dat deze kunst
hierdoor vooral bij eerste kennismaking
weinig aantrekkelijk is.
De moeilijke taak die Sjoerd de Vriës op
zich heeft genomen, om in zijn tekeningen
alleen gebruik te maken van de rechte
zwarte lijn op het witte papier, dwingt hem
tot een zich rekenschap geven van vorm en
gestalte, volume en beweging. Hij duidt
niet aan en suggereert niet, maar omschrijft
en bepaalt stand en actie van zijn figuren.
Of men, zolang een schoonheidsnorm gel
dend blijft bij de beoordeling van kunst,
uit de optelling van bovenomschreven po
sitieve waarden deze schilderijen „mooi"
moet vinden is de vraag. Als men als kunst
erkent datgene wat ontroert en deze ont
roering opwekt met middelen, die in geen
enkel getal of formule absoluut zijn te
vangen, dan blijf ik mij afvragen of hier
van kunst gesproken dient te worden. On
miskenbaar tekentalent en beeldend ver
mogen kan men Sjoerd de Vries niet ont
zeggen. Ernst en idealisme evenmin. De
som van dit alles levert echter, indien dat
geheimzinnig fluïdum, het „aangeraakt
zijn" door iets ongekends dat toch herkend
wordt, ontbreekt, nog geen kunst op.
Het werk van Sjoerd de Vries mag dan
niet ontroeren, boeien doet het stellig. Het
blijft de beschouwer lang bij door de on
voorwaardelijke eerlijkheid die het bezit.
Vooral als illustrator en in de tweede plaats
als wandschilder zouden zijn kwaliteiten
uitstekend tot hun recht komen. Zijn grote
ontwerp voor de wandschildering „Het
Leven" toont aan dat hij zich zelf hiervan
ook bewust is.
OTTO B. DE MAT.
De officier van justitie bij de Haarlemse
rechtbank eiste gistermiddag een gevan
genisstraf van zes maanden wegens ver
duistering, meermalen gepleegd, tegen de
28-jarige Haarlemse vertegenwoordiger
H. Th. te M. Hem was onder meer ten
laste gelegd, dat hij twee radio-toestellen,
die hij in huurkoop had ontvangen, had
verkocht ten eigen bate. De officier zeide
in zijn requisitoir, dat Te M., die al ver
scheidene malen eerder veroordeeld is,
een door de reclassering opgegeven reci
divist is. Zijn raadsman bepleitte een
straf, die niet groter is dan de preventieve
hechtenis, aangezien hij dan voor Te M.
nog een mogelijkheid aanwezig achtte om
zich te beteren.
Naar wij vernemen heeft het bestuur
van het Nederlands Olympisch Comité be
sloten de Olympische dag in 1953 op Zon
dag 31 Mei in het Olympisch stadion in
Amsterdam te organiseren.
Het lijkt zo voor de hand te liggen
het woord nijdas in verband te brengen
met nijd en nijdig. Maar dan zou men
zich toch vergissen. Het woord nijdas
is een samentrekking van een woord
met zijn eigen lidwoord en is dus ont
staan uit: 'n eidas. Op precies dezelfde
wijze js ons woord lommer, schaduw
rijk gebladerte- uit Frans l'ombre voort
gekomen. Een eidas nu is een hagedis;
Eidechse zeggen de Duitsers. En de
volkomen onschuldige hagedis gold in
vroeger tijd voor een zeer vergiftig on
dier, vergelijkbaar met een slang. Ook
het woord slang wordt gebezigd voor:
feeks, kwaadaardig vrouwmens. Onder
invloed van het woord nijd dat met
nijdas dus niets heeft uit te staan, is
men het laatste woord met ij gaan
schrijven. Typisch is dat een slang altijd
een vrouw is, een nijdas altijd een
i man.
V
Vrijdag 21 November. Stadsschouwburg, 8
uur: „De Kersentuin" van Tsjechow, ge
regisseerd door Peter Scharoff. Met mede
werking van Ida Wasserman, Willy Haak,
Myra, Ward, Paul Steenbergen, Bob de
Lange, Johan Valk en anderen. Het décor
is van Willem Deering. Enige voorstelling
in Haarlem.
Zaterdag 22 November, Stadsschouwburg, 8
uur: Het Amsterdams Toneelgezelschap
onder regie van A. Defresne vertoont „Hil
da Crane" van Sam Raphaelson, met Caro
van Eyck in de titelrol. Andere medewer-
uit van dr. Albert Schweitzer over de gods
dienstige en theologische achtergrond van
zijn arbeid in Lambarene. Heden, Vrijdag
avond om 20.05 uur wordt een heruitzending
gegeven.
Caro van Eyck, één van onze begaafdste
actrices, vervult de fascinerende hoofdrol
in het sterke speelstuk Hilda Crane" van
S. Raphaelson, waarvan het A.T.G. dit
weekeinde de eerste voorstellingen in de
Haarlemse Schouwburg geeft.
kenden: Hctiy Beck. Marie Hamel. Gijs-
bert Tersteeg, Gerard Schild en Lo van
Hensbergen.
Zondag 23 November, Stadsschouwburg, 8
uur: „Hilda Crane" met Caro van Eyck
(zie Zaterdag).
Maandag 24 -November, Stadsschouwburg 8
uur: Abonnementsvoorstelling door de
Nederlandse Comedie van „Majoor Bar
bara" van Shaw met Ellen Vogel in de
titelrol. Verder: Mien Duymaer van Twist,
Han Bentz van den Berg, Fons Radema
kers. de regisseur Jan Teulings en vele
anderen.
Dinsdag 25 November. Stadsschouwburg, 8
uur: De Nederlandse Comedie geeft een
In 1935 bij de herdenking van het veertigjarig bestaan der cinematografie heeft
Polygoon een film vervaardigd, die de feestelijkheden, aan de herdenking verbonden,
opluisterde. Het was een vrij uitvoerig en saillant overzicht van de ontwikkelingdie
de film in die veertig jaren had doorgemaakt. Toen de feestelijkheden achter de rug
waren heeft men haar weer in de archieven opgeborgen. Ze is er in gebleven. Ik zou
bijna zeggen tot de huidige dag. Dat is jammer. Als historische documentatie blijft
ze wel degelijk actueel en ze zou het op schoolvoorstellingen bijvoorbeeld heel goed
doen. Ze schetst de geschiedenis van de film van het prille begin tot in de dertiger
jaren en is vooral in haar weergave van de kinderjaren der filmindustrie ongemeen
interessant. Haar instructieve waarde maakt haar juist voor een publiek, dat met het
filmmedium vertrouwd wil worden, zeer geschikt De filmliefhebber, die de film niet
gezien heeft, moet haar dan ook niét verzuimen, nu ze Donderdagavond 27 October
in het jubilerende Rembrandt-theater wordt vertoond. Een proeve van de inhoud
moge hier volgen, opdat de lezer zich ervan overtuige, dat zijn nieuwsgierigheid niet
zonder reden wordt opgewekt.
Eerste films van
Lumière en Mé lies
Die nieuwsgierigheid zal clan allereerst
uitgaan naar het ontstaan van de film, het
principe waarop onze aanschouwing via de
weergave op het witte doek berust. Men
ziet dan onder meer de phénakisticope en
de zoötrope. Zij zijn de voorlopers van de
film. Door de snelheid, waarmee de beeld
jes, die zij bevatten werden rondgedraaid,
schenen die beeldjes te bewegen, zij vloei
den in elkaar; er ontstond een doorlopende
beweging. Een lichtindruk blijft namelijk
niet langer dan ongeveer één vijftiende
seconde op het netvlies bestaan. Lichtprik-
kels die elkaar sneller opvolgen, versmel
ten met elkaar. Daarop waren de phéna
kisticope en de zoötrope gebaseerd. Men
Georges Méliès
ziet ze nog: in de kinderkamer. Ook de z.g.
filmboekjes berusten op dit principe. De
beelden bewegen als men maar snel ge
noeg bladert. Dit clan komt allereerst voor
in de film „Veertig jaren cinematografie.
Dan komt het photografisch geweer. Men
kon er twaalf beelden in een seconde mee
„schieten". Het photografisch geweer is
dan ook de voorafbeelding van de film
camera. Vóór Louis Lumière de cinemato
grafie haar huidige aanschijn geeft ver
schijnt nog de praxinoscope. Zij is een ver
beterde uitgave van de zoötrope, die op
haar beurt weer een phenakisticope is in
cylindervorm op een verticale as. Het
beeld wordt via een spiegel op een doek
geprojecteerd. Het witte cloek doet dus
zijn intrede.
Dan naderen we een wel zeer inte
ressante episode: Louis Lumière vertoont
zijn eerste film. Hij maakte haar bij de uit
gang van zijn „fabriek" en vertoonde haar
voor het eerst in de Rue de Rennes te
Parijs op de 22e Maart 1895. Ook in „Veer
tig jaar cinematografie" ontbreekt ze niet.
Men ziet er enige fragmenten uit. Datzelfde
jaar begonnen in de „Salon Indien" onder
het Grand Café op de Boulevard des Ca-
pucines de voorstellingen voor het publiek.
De film deed haar entrée in de grote we
reld. Zij ontwikkelt zich voorspoedig.
De schepper van de film is Lumière, de
man, die de eerste speelfilms maakte,
Georges Méliès. Met verbazing ziet men
zijn producties. Fantastische reizen dooi
de lucht, waarin al druk met trucage
wordt gewerkt, tovert hij te voorschijn,
een „Reis naar de maan" met salonjonkers
en griezelige gedrochten, waarvan som
mige beelden met de hand zijn gekleurd.
Het is voor de bioscoopbezoeker, die meent,
dat wij het monopolie van de gekleurde
film hebben, om zijn ogen uit te wrijven
van verbazing. Zestien minuten duurt deze
film en zij is alleen al de hele „Veertig
jaar cinematografie" waard. Van 1895
j 1914 maakte Méliès ongeveer 450 films,
Grondslag der beweging.
waarvan de meeste een lengte van 300
meter hebben. Hoe snel de wereld hem
vergat moge blijken uit het feit, dat men
hem in 1928 aantrof op het station Mont-
parnasse. Hij verkocht bonbons en choco
lade.
De geschiedenis van de film gaat verder.
Men ziet een vertoning van „Anna Kare-
nina" in tien minuten en een fragment
uit de gelijknamige film jaren later met
Greta Garbo. „Het kabinet van dokter
Caligari", de „Nibelungen", „Jeanne d'Arc",
Chaplin in „The Kid". Het werk der avant-
garde met de absolute film, waarin muziek
in stippen en strepen op het projectie
scherm wordt verbeeld, zoals later Walt
Disney zou doen, lachwekkende pro-
beerselen van vaderlandse makelijk, die
ons Louis Bouwmeester nog voor ogen
voeren en latere pogingen, die beter slaag
den. Het voert mij te ver om alles op te
sommen. Ik zou de verfilming van een
Zuidpool-expeditie nog moeten noemen,
die uitmuntend camera-werk laat zien, dat
menig modern filmmaker graag op zijn
naam zou willen hebben. Tot 1935 schil
dert men ons de ontwikkeling. In dit jaar
werd „Veertig jaar cinematografie" uitge
bracht. De beperking van dat jaartal is
echter geen bezwaar. De vele historische
feiten, de indrukwekkende overgang bij
voorbeeld van de stomme film naar de ge
luidsfilm en het nadrukkelijk toepassen
van het geluid in vele operette-films naast
de juiste toepassing, waarbijhet geluid een
dramatische functie vervult het komt
alles in deze film voor overzichtelijk en
aangenaam, instructief en verantwoord.
Men krijgt een inzicht in de historie van
de films die zelf historie gemaakt hebben.
Men zou die films graag in hun geheel wil
len zien. Dat is niet mogelijk. Daarom
neemt de filmliefhebber graag met de
-fragmenten in „Veertig jaren einemato-,
grafie" genoegen;" P. W. FRANSE
abonnementsvoorstelling van de thriller
„U "spreekt met uw moordenaar" van Fre
derick Knott onder regie van Henk Rigters,
met Guus Oster en Ina van Faasscn.
Woensdag 26 November, Stadsschouwburg, 8
uur: „U spreekt met uw moordenaar"
(abonnemcntsvoorstelling. zie Dinsdag).
Donderdag 27 November, Stadsschouwburg,
8 uur: Abonncmentsvoorstclling van „U
spreekt met uw moordenaar" (zie
Dinsdag).
Vrijdag 28 November, Stadsschouwburg, 8
uur: „De Koopman van Venetic" van Wil
liam Shakespeare onder regie van Johan
de Meester voor „Geloof en Wetenschap".
Vertaling Bert Voeten, hoofdrollen Ank
van der Moer en John Gobau.
MUZIEK
Vrijdag 21 November, Concertgebouw. 8 uur:
Het Symphonie-Orkest Haerlcm onder lei
ding van Piet Halsema speelt werken van
Schubert (ouverture Rosamunde), van
Gustav Holst, van Joseph Haydn (sym
phonic De Klok) en Rachmaninoff (Twee
de pianoconcert). Solisten zijn George van
Rcnesse (piano), Jan Poolman (fluit) en
Arie Butter (hobo).
Vrijdag 21 November, tuinzaal Concertge
bouw, 8 uur: Concert door de Nederlandse
Operaclub, begeleid door Wim Rietveld.
Fragmenten uit Faust. Martha. Butterfly,
Carmen, Rigoletto, Hoffmann's Vertellin
gen enzovoorts. Verder treedt de danseres
Henny Meyer op.
Zondag 23 November, Huize Hesmerg, 8 uur:
De Franse celliste Annie Laffra en de
pianiste Ans Bouter spelen werken van
Francoeur, Beethoven, Tsjaikowsky en
Saint-Saëns (Lanckhorstlaan 99, H'stede.)
Dinsdag 25 November, Concertgebouw, 7.30
uur: Jeugdconcert door de I-I.O.V. onder
leiding van Marinus Adam. Uitgevoerd
worden de suites Don Quichotte van Tele-
mann, Jeux d'Enfants van Bizet en
Sprookjes van Moeder de Gans van Ravel.
Soliste is Bets Nederkoom, clavecimbcl.
Dinsdag 25 November, Begijnhofkapel. 8 uur:
Jubileumconocert ter gelegenheid van het
20-jarig bestaan door het gemengd dub-
beïkwartet J. S. Bach, met medewerking
van het vocaal damesensemble Noi Otto
en de declamatrice Rie Bonset—Horst.
Woensdag 26 November, Concertgebouw, 8
uur: Zangrecital cloor cle Italiaanse tenor
Tito Schipa, met medewerking van de so
praan Elsa Camellini, winnares van het
Italiaanse Concours 1951. Begeleiding:
Marcel By de Marthe. Het programma ver
meldt aria's en duetten uit opera's van
Donizetti, Verdi en Bellini, benevens Na-
politaanse en Spaanse volksliederen.
Donderdag 27 November. Begijnhofkapel, 8
uur: Concert door Nely de Bock (zang),
Henk de Graaff (fluit) en Jetty Bossen
(viool), met medewerking van Gé Michels
(orgel).
DIVERSEN
Vrijdag 21 November, Brinkmann. 8 uur: Mr.
F. Bordewijk houdt een causerie over het
korte verhaal en leest uit eigen werk voor
de Haarlemse Boekverkopersvereniging,
ingeleid door Pierre H. Dubois.
Zaterdag 22 November, zaal Zang en Vriend
schap, Jansstraat, 8 uur: Contactavond
Instituut voor Arbeidersontwikkeling met
muziekgroep De Gong, het Actherforum en
enkele voordrachten.
laandag 24 November, Concertgebouw, 8
uur: Concert door de R.K. zangvereniging
St. Caecilia, met medewerking van Hoofd
dorps Mannenkoor „Zang en Vriendschap"
en het kinderkoor, het geheel onder lei
ding van Gerard de Barbanson. Aan de
vleugel Bert van Poelgeest.
Maandag 24 November, gebouw H. K. B., 8
uur: Vertoning van de geluidsfilm in kleu
ren „Met de Johan van Oldenbarnevelt
naar Australië".
Dinsdag 25 November. Frans Halsmuseum, 8
uur: Lezing met film door mej. dr. G. T.
van IJsselsteijn over herstel van antieke
textiel.
Woensdag 26 November, Minerva Theater,
Heemstede, 8.15 uur: Zuid-Afrikaanse
avond met kleurenfilm over de Kaap
kolonie en causerie door de schrijver Ben
van Eysselsteijn.
Woensdag 26 November, Frans Halsmuseum,
8 uur: Anna Blaman spreekt voor de Volks
universiteit over „De eenzaamheid als lit
terair thema".
Donderdag 27 November, Rembrandttheater,
8 u.: Viering zilv. jubileum van dit theater,
onder meer door vertoning ten bate van
de Stille Armen van de film „Veertig jaar
cinematografie". Verder: „Het schot is te
boord" van Herman van der Horst en
„Bevervallei" van Walt Disney.
Vrijdag 28 November, gebouw Domi, Over-
veen, 8 uur: Lezing met lichtbeelden door
dr. J. Baart de la Faille over Vincent van
Gogh voor Bloemendaals Muzen Forum.
Vrijdag 28 November, Zomerlust, Santpoort,
8 uur: Nederlandse première van het blij
spel.,Het nestje van de antiquair" van Hans
Nesna door de toneelvereniging Amicitia
ten bate van de Stichting voor het gebrek
kige kind.
TENTOONSTELLINGEN
Huis Van Looy: Tentoonstelling van werken
van leden van Kunst Zij Ons Doel, te we
ten: C. van Baaren, H. F. Boot, dr. D.
Hoogeveen. C. H. Huyser, P. Kloes, dr. A.
Melchior, C. W. Mandersloot en mevr. G.
A. Verdenius. Van 22 November tot 15
December, dagelijks van 1012.30 en
13.30—17 uur, des Zondags van 14—17 uur.
Kunsthandel Leffelaar, Grote Markt: Au
Bonheur des Dames. Bloemsierkunst,
ceramiek, handweefsels, naaldwerk. Op
werkdagen van 10—17 uur, des Maandags
alleen van 1417 uui\
Gebr. Ree te Heemstede: Pastels en tekenin
gen van Jan Wiegman. Zaterdag laatste
dag.
Van Juliana tot Juliana, reizende tentoonstel
ling van voorwerpen uit Koninklijk Huis
archief van 2124 November aan de Jan
Gijzenkade. van 2426 November op het
Pretoriaplein, op 26 November aan het
brede gedeelte van de Zomervaart.