Minister Kernkamp in het nauw Maatregelen tegen stijgende werkloosheid gevraagd A genda voor Haarlem m Vroeg-Aziatische plastiek bij kunsthandel Bier Chinees Misverstanden over belofte aan Suriname inzake het recht der afscheiding FOR YOUR GOLDEN MOMENTS Adres van de Raad van Vakcentralen aan de ministerraad Anderhalf jaar voor belastingambtenaar DONDERDAG 18 DECEMBER 1952 3 BEWOGEN KAMERVERGADERING Betaling abonnementsgeld per giro BARTELJORISSTRAAT 20 TEL. 13439 Kerstfeest in paleis Het Loo CIGARETTES Herkapitalisatie „De Spaarnestad" Intuïtieve bewondering voor vreemd schoon Over hel overleg met de vertegenwoordigers van Suriname en de Antillen te New York heeft minister Kernkamp gisteravond in de Tweede Kamer meegedeeld dat men daar heeft gezegd: Het is mogelijk dat aan het eind van een lange ontwikkeling van de nieuwe rijksverhouding tussen Nederland, Suriname en de Antillen uittreding uit het koninkrijk zou worden gewenst. Maar wij hebben dat niet op de voorgrond ge steld, maar in tegendeel op de achtergrond geplaatst. Wij hebben ons gebaseerd op de werkelijkheid. Wat zal moeten worden gedaan indien na verloop van tijd Suri name uit het koninkrijk wil treden? Zullen dan de andere delen van het koninkrijk Suriname willen dwingen binnen het koninkrijk te blijven, zo nodig met militair ge weld? Gelooft iemand dat men in Nederland en de Antillen daartoe bereid zou zijn? Het zou niet in overeenstemming zijn met het beginsel van vrijwilligheid, dat het uitgangspunt en de basis is van de nieuwe rijksverhouding. Minister Kernkamp zei, dat hij verslag heeft uitgebracht in de ministerraad, die zijn standpunt nog moet bepalen, zodat het beleid tegenover Suriname voor de persoonlijke rekening van de minister komt. Minister Kernkamp herinnerde er in zijn rede aan, dat in 1945 in San Francisco is vastgesteld, dat het zelfbe schikkingsrecht geen recht tot afscheiding inhoudt. Wij zijn in New York van een andere gedachte uitgegaan, aldus de minister, en wij hebben ons gebaseerd op de practische politieke omstandigheden. Dat was geen gewaagde onderneming, maar noodzakelijk om het overleg weer op gang te brengen. Van zwichten voor de Surinamers is geen sprake geweest. Het v/as in New York een openhartige gedach- tenwisseling, die rekening hield met de werkelijkheid. Die werkelijkheid is niet dat in Suriname de gedachte leeft dadelijk uit het Koninkrijk te treden of dat als een voortdurende bedreiging te hanteren. Het is een uiting van wantrouwen, die Suri name niet verdient. Het dreigement zou onaanvaardbaar zijn, maar de erkenning van het zelfbeschik kingsrecht zal een oplossing van de overige geschilpunten, die er nog bestaan, bevor deren. De mensen van goeden wille in Suriname hebben hiermee een wapen in handen gekregen tegen de extremisten, die dwaze dingen willen doen. Suriname heeft zich herhaaldelijk uitgesproken voor ver bondenheid met het Koninkrijk. Er zijn inmiddels, door het standpunt dat de KVP hier inneemt, in Suriname en de Antillen nieuwe aarzelingen gerezen, die het gewenst doen zijn over het zelfbeschik kingsrecht en het daarmee verband hou dende recht op afscheiding opnieuw in overleg te treden. Bij de replieken verklaarde de heer Van de Wetering (C.H.U.) met zorg ver vuld te zijn en het standpunt van de minis ter gevaarlijk en revolutionnair te vinden. Wij hebben geen bezwaar tegen de vermel ding van het zelfbeschikkingsrecht in het statuut inzake de nieuwe rijksverhouding, zo zei hij, maar het erkennen van het voortdurende recht op afscheiding is voor de fractie van de CHU onaanvaardbaar. De heer De Kort (KVP) ging accoord met het nieuwe overleg, maar hij hand haafde overigens zijn standpunt. Via het zelfbeschikkingsrecht komt men uit vrije wil in het Koninkrijk, maar dan is er geen recht meer op afscheiding. De uiteenzetting van de minister had de heer Van Baal (A.R.) niet overtuigd, maar de heer De K a d t (P. v. d. A.) vond de inzichten van minister Kernkamp zeer juist. Hij achtte het zeer teleurstellend dat nieuw overleg zal worden gepleegd. Het kabinet had zich moeten uitspreken. De wankele politiek van onze regering schaadt ons internationaal prestige. De heer Lemaire (KNP) begreep niet waarom de regering deze kwestie in de Kamer aan de orde heeft gesteld als zij nog niet rijp blijkt te zijn. De heer A n- k e rs m i t (VVD) verklaarde dat goed keuring van de begroting van Overzeese Rijksdelen in ieder geval niet zal betekenen goedkeuring van het beleid inzake de West. Kabinet is verantwoordelijk Tegen het middernachtelijk uur ver klaarde d r. D r e e s, dat het kabinet ver antwoordelijk is voor de vijf punten, die te New York zijn overeengekomen en hij be greep niet dat minister Kernkamp meende, dat de ministerraad daaromtrent haar standpunt nog moest bepalen. Op 11 No vember heeft minister Kernkamp, mede namens minister Luns. die ook in New York was, een telegram gestuurd met de vfjf punten. Het zou voldoende zijn als de minister-president en de vice-minister- president de opvattingen, in de vijf punten neergelegd in de ministerraad wilde ver- 3oooooooooccoooTOocc»cxx-co3ocoocococxxooocooccoooccooc U kunt het Uzelf gemakkelijk maken door het abonnementsgeld voor het volgende kwartaal te voldoen op onze postgirorekening no. 273107 ten name van Haarlems Dagblad, U bespaart daarmee incassokosten en vermijdt geloop aari de deur. Het te gireren bedrag is 6.10, post- abonnés 6.60. U kunt het ons gemakkelijk maken door Uw giro-opdracht te verzenden vóór het eind van de maand. Wij be hoeven dan geen kwitanties uit te zenden. Voor automatische girobetalingen (het allergemakkelijkste) zijn formu lieren op aanvraag gaarne ter be schikking. DE ADMINISTRATIE. cccoooooooo DONDERDAG 18 DECEMBER Krelagehuls: G. Allard spreekt over occulte genezing, 8 uur. Minerva: „Het meisje en het monster", 14 jaar, 8.15 uur. Spaarne: „Jungle goud", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Jungle Jim en de skeletmannen", 14 jaar, 7 en 9.15 uur, Rembrandt: „De fidele boer", alle leeft., 7 uur. Haarlems Kunstgemeen schap „Le diable au corps", 9.15 uur. Palace: „Legershouw in Tokio", a. leeft., 7 en 9.15 u. Luxor: „De drum", 18 j.. 7 en 9.15 uur. Lido: „Misdaad op bestelling", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. City: „Johnny Belinda", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. VRIJDAG 20 DECEMBER Bioscopen: Middag- en avondvoorstellin- pr«3ramma dedigen. Die toezegging is telegrafisch ge daan. In de ministerraad heeft er geen be zwaar tegen bestaan; hij draagt er de ver antwoordelijkheid voor. Toen minister Kernkamp mondeling verslag uitbracht, is er geen beslissing gevallen omdat die niet werd gevraagd. Had men hem willen ver loochenen dan zou dat wel tot uitdrukking zijn gebracht. Nadrukkelijk verklaarde dr. Drees dat er geen sprake van is het recht tot afscheiding in het statuut op te nemen. Verheugend is de sfeer waarin te New York de vijf pun ten zijn opgesteld. In Suriname zal men de verbondenheid gemakkelijker kunnen verdedigen als men kan zeggen ook uit het koninkrijk te kunnen treden. Goedkeuring van de begroting betekent niet goedkeu ring van het beleid inzake de West. Aan het slot van zijn betoog zei dr. Drees: „Het ware buitengewoon te be treuren indien de indruk zou blijven hangen dat Suriname het afschei- dingsrecht voorop had gesteld. Suri name heeft kenbaar gemaakt, dat het vrijwillig wilde meedoen, maar alleen ADVERTENTIE Bontgevoerde Handschoenen in theorie het recht wil voorbehouden terzake van zelfbeschikking, zodat het tenslotte het recht tot afscheiding zou omvatten." De heer De K a d t (P.v.d.A.) was van mening dat goedkeuring van de begroting wel zal betekenen dat men het verder overleg op basis van de vijf punten goed keurt. Onmiddellijk hierna verklaarde de heer Schouten (A.R.) dat hij de begroting zal goedkeuren, maar los van de uitleg vani de heer De Kadt, want de vijf punten ma ken geen deel uit van de begroting. De heer Romme (K.V.P.) sloot zich hierbij aan. De heer Burger (P.v.d.A.) was van mening dat men de minister niet verder kan laten onderhandelen zonder uitspraak van de Kamer. De heer Schouten: U aanvaardt mèt de begroting dus ook het beleid ten aan zien van Nieuw Guinea? De heer Burge r: Ons standpunt daar omtrent is bekend. De heer Tilanus (C.H.U.) sloot zich aan bij de opvatting van de heren Schou ten en Romme. De heer Ankersmit (V. V. D.) deed hetzelfde. Toen deze nogal verwarring stichtende verklaringen waren afgelegd, achtte de minister-president het noodzakelijk te on derstrepen, dat de vijf punten in kwestie grote betekenis hebben. Het is goed dat men weet, dat de regering daaraan gebon den is als grondslag van een overeenkomst. De begroting werd hierna zonder hoof delijke stemming goedgekeurd. ADVERTENTIE Op Oudejaarsdag zal een buitengewone vergadering worden gehouden van aan deelhouders der N.V. Drukkerij „De Spaarnestad" te Haarlem. In behandeling zullen komen een voorstel tot herkapitali satie en een daarmee verband houdende statutenwijziging. Het herkapitalisatievoor- stel behelst de uitreiking van een bonus aandeel ad 500 per 1000 nominaal ge woon aandeel, alsmede een dividend in contanten van 125. De directie wijst er nog op, dat bij een eventueel voorstel tot T. winstuitdeling over 1952 rekening dient D^aa5 ',d? ïfJ gehouden te worden met de onttrekking Kerstfeest op het paleis Het Loo met het personeel van het paleis vieren op Dins dag 23 December. De Koningin zal het Kerstevangelie voorlezen en Prins Bern- hard zal een Kersttoespraak houden. De radio zal deze Kerstviering uitzenden. aan de kasmiddelen, waartoe dit besluit tot herkapitalisatie heeft genoopt. De N.V. Ver- eenigd Bezit van aandelen N.V. Drukkerij „De Spaarnestad" zal op dezelfde wijze tot herkapitalisatie overgaan. De Raad van Vakcentralen heeft aan de ministerraad een adres gericht over de werkgelegenheidspolitiek. De raad acht het van groot belang dat het vorige kabinet een norm voor de toe laatbare werkloosheid heeft gesteld, waar bij de raad zich overigens niet aan het aantal van 95.000 zou willen binden omdat dit zijns inziens bij de tegenwoordige we reldconjunctuur aan de hoge kant leek. In het adres wordt voorts gezegd dat de gemiddelde werkloosheid het afgelopen jaar ca. 135.000 bedroeg. Dit aantal, dat 40.000 meer is dan destijds door de minis ter toelaatbaar werd geacht, heeft in brede kringen van de werknemers ongerustheid verwekt. Op dit ogenblik is de wex-kloos- heid aanmerkelijk groter dan een jaar ge leden. Eind October 1951 was het aantal werklozen 94.000. De cijfers voor Novem ber 1952 geven een aantal werklozen aan van 139.000 tegen 122.000 eind November 1951. De Raad van Vakcentralen dringt er met klem bij de regering op aan onverwijld over te gaan tot het nemen van een aan tal doeltreffende maatregelen. Gemeend wordt dat bij de thans ge heel veranderde situatie het monetair verantwoord is een actieve werkge legenheidspolitiek te voeren. Het werkgelegenheidsprogramma van de regering zal zov/el verhoging van de overheidsuitgaven als verlaging van de lasten op het bedrijfsleven en de verbruikers moeten omvatten. Ge- dachRwordt in de eerste plaats aan de uitbreiding van het programma voor openbare werken en versnelling van de uitvoering van dit programma. In het adres wordt er de nadruk op ge vestigd dat deze uitbreiding en ver snelling op zo kort mogelijke termijn dienen te geschieden en ter bestrijding van de structurele gevaren voor de werkgelegenheid zoveel mogelijk aan een versnelde ontsluiting van de on der-ontwikkelde gebieden dienstbaar dienen te worden gemaakt. Ook wordt gedacht aan een verhoging van het woningbouwprogramma boven het aantal van 55.000. Bovendien wordt een versnelling van de uitkeringen voor ver goeding van materiële oorlogsschade aan bevolen door de stimulering van de inves teringen. Voorts wordt gedacht aan het verlenen van credieten via de Herstelbank of an dere credietgevende instellingen aan klein en middelbedrijven. Voorts zouden alle maatregelen die er toe kunnen bijdragen, risicomijdend in riscodragend vermogen te transformeren, moeten worden aanbe volen. In een totaal werkgelegenheidsprogram ma is naar de mening van de vakcentra len belastingverlaging op zijn plaats. Aan gedrongen wordt op zodanige maatregelen ADVERTENTIE CORDUROY PLUSFOURS alle kleuren M. DOUWMA EN ZOON Gen. Cron.jcstr. 4244 - Tel. 15438 - Haarlem tot belastingverlaging dat een zo goed mo gelijke garantie ontstaat, dat de dienten gevolge beschikbaar komende middelen inderdaad voor investeringsdoeleinden worden aangewend. Als één van de maat regelen die daartoe kunnen leiden, wordt genoemd de verlenging van de mogelijk heid van de toepassing van vervroegde af schrijving. Huurverhoging Verder dringt de Raad van Vakcentra len erop aan bij maatregelen tot huurver hoging de gevolgen voor de werkgelegen heid nauwkeurig te overwegen. Gevraagd wordt enerzijds deze huurverhoging voor de loontrekkers en de sociale zwakkeren volledig te compenseren teneinde de koop kracht niet aan te tasten en anderzijds de lasten voor het bedrijfsleven, die er even tueel uit voortvloeien, zoveel mogelijk te verlichten. Voorts wordt gemeend dat „de onrechtvaardigheid bij de invoering van de Kinderbijslagwet 1950 begaan", moet worden hersteld. De Kinderbijslagwet 1950 kent andere peildata dan de Kinderbijslag wet 1939. Het komt de Raad van Vakcen tralen gewenst voor de nadelen, die hier uit voor sommige verzekerden zijn ont staan, zoveel als mogelijk is te compen seren. Tot slot brengt de Raad van Vakcentra len nog eens in herinnering dat in Maart 1951 zowel de consumptie als de investe ringen zijn beperkt. Wanneer thans een dergelijke beperking niet meer noodzake lijk zou zijn zouden in beide richtingen maatregelen moeten worden genomen. Met bezorgdheid is voorts kennis genomen van het teruglopen van de particuliere inves teringen. Aangedrongen wordt op maat regelen die deze daling te niet zullen doen. De kunsthandel J. R. Bier aan het Groot Heiligland, naast het Frans Halsmuseum, had zich tot dusver gespecialiseerd in oude, voornamelijk Nederlandse schilderkunst. Dat de enige jaren geleden gestorven stichter echter ook wel belangstelling had voor kunstuitingen die nu niet direct uit onze Gouden Eeuw stamden, bleek af en toe uit een verrassend modern stukje, bijvoorbeeld een vruchten-stilleven van Vollon, dat men in het étalageraam zag staan. De tot 2 Januari 1953 durende tentoonstelling van vroeg-Chinese plastieken, die door de weduwe van de heer Bier en diens zoon werd ingericht, brengt ons in een heel ander domein der kunst. Als men weet, hoe zelden werkelijk fraaie stukken van oud-Aziatische kunst nog in de handel voor komen, moet de bezoeker wel getroffen worden door de prachtige plastieken die hier zijn bijeengebracht. Nu is het met deze Aziatische kunst zö gesteld dat men wel degelijk een kenner moet wezen om de bijzondere waarde er van te bepalen. Hiervoor is in de eerste plaats nodig een grondige bestudering van de filosofie en godsdienst der Aziatische volken, zowdel als grote kennis van de ge schiedenis van land en volk. Het is na tuurlijk heel aardig om leukweg van een fraai aardewerk figuurtje uit de Ming- Djmastie te spreken, maar alleen degene die wezenlijk in deze materie is doorge drongen mag zich dit veroorloven. Daarbij mogen wij niet vergeten dat er nog in het begin van onze eeuw enige moed voor nodig was om de .grote betekenis der Aziatische kunst naar voren te brengen. En het waren geen leken, maar geleerden van naam die zich vol reserve tegenover deze kunst betoonden! Toch zou het betreurenswaardig zijn als wij ons niet, geremd door het bewustzijn onzer geringe kennis der materie, door onze intuïtie tot bewondering lieten bewegen. Stellig bezitten wij een andere schoonheidsnorm dan de Aziaten, maar anderzijds is onze visie toch reeds voldoen de vertrouwd met deze kunstvormen en ontmoeten wij ook zoveel raakpunten van gedachtenleven en sentiment, dat er een ruime ontvankelijkheid in ons is. Enkele hoogtepunten De tentoonstelling laat ons enkele plas tieken zien, die stellig hoogtepunten van Chinese kunst zijn. Daar is het, in dit blad reeds gereproduceerde, hardstenen paard met het Kwan-Yin figuurtje, dat ondanks de niet grote afmeting door een machtige monumentaliteit gekenmerkt wordt. Dan noem ik de wonderlijk fragiele graffiguur- tjes van aardewerk en daarvan vooral dat donker grijsgekleurde met sporen van rode patina in de plooienval, voorstellend een zwanger vrouwtje. Welk een ingetogenheid spreekt er uit dit simpele figuurtje en welk een eerbied voor het leven. Zoals men weet is het voor cle Chinees van het groot ste belang dat hij een mannelijke nako meling heeft, vooral daar deze hem na zijn dood zal vereren. Dergelijke graffiguurtjes worden de doden meegegeven en dit vrouwtje zal misschien een hoofdvrouw of een concubine van de ontslapene verbeel den. Zeer indrukwekkend is ook de kennelijk bij elkaar behorende groep dakfiguren, voorstellend een aantal hoogwaardigheids bekleders, Het zijn in geglazuurd aarde werk uitgevoerde figuurtjes die met de Er zijn op de wereld volken die ge met plezier kunt gade slaan in hun tocht door de tijden, omdat zij het leven weten te kneden in de ver rassende vormen der oor spronkelijkheid. Zo hebt ge daar bijvoorbeeld de Chinezen, die de kunst verstaan om alles anders te doen dan anders, zo dat ge er om lachen moet. En als ge genoeg gelachen hebt, raakt ge er door aan het pein zen, omdat ge merkt hoe die Chinese levenswijs een eeuwenoud lied van levens wijsheid in zich bergt. Ik hou van de Chinezen, al doen ze dingen die niet goed te praten zijn. Want achter in hun scheve, lachende ogen schemert het licht van duizend jarige avonturen door de grij ze nevelen van een oex-oud verleden. Zij kunnen leven van boomschors en bladeren als er niets anders is, en zij hebben aan torenhoog beladen spijstafels niet genoeg als er nog meer te krijgen valt. Zij zwerven over de wereld dwars door de maalstromen der an dere volken heen, doch drijven huistoe als de einder van hun leven nader komt. Zij lezen van onder naar boven en van rechts naar links, maar dat is een kwestie van gewoonte, waar niets op aan te merken valt. Zij nemen er nog een vrouw bij als hun eerste niet zozeer meer hun oogappel is, dat is een gewoonte waar ge het een en ander tegen in moet brengen, als ge van orde en regel houdt. Zij spreken, een taal die nergens op lijkt en als ze schrijven wordt het u groen en geel voor de ogen, maar met hun gekwetter en geklad- der kunnen zij elkander ver staan als geen ander. En daar gaat het om. Ha, ge denkt dat hun taal zo excentriek en curieus is. Maar kom eens in Helmond, daar kunt ge horen hoe de een tegen de ander zegt: Kinauwwa- haangwaang Is dat zoveel minder excentriek of curieus dan Chinees? En ergens anders in het Zuiden van ons eigen land hoort ge tegen u zeggen: Ukkomwappöwpaan en weer elders: Tsongtsjeintsjon- tsjang of vragen: Ollie- degölliedenölliejenok? Wie zal nog beweren willen dat de Chinezen rare woorden uitslaan? Ge moet de mensen met hun eigenaardigheden en tierlan- tijntjes aanvaarden zoals ze zijn. Dan kunt ge van hen leren wat ge zelf niet wist, en er wat wijsheid bij opdoen die ge overal en altijd gebruiken kunt. Wat ik van de Chinezen ge leerd heb uit hun stokoude boeken, is hun filosofie over de betrekkelijkheid der aard se dingen. Zij zeggen niet dat zij alle plezierigs verafschu wen of missen kunnen, want zij weten er genoeg van te profiteren. Maar zij begrijpen op de een of andere myste rieuze manier hoe zwak ze zijn, terwijl ze vrolijk verder gaan met zwak te blijven. Zo is er dat verhaal van een rijke Chinese koopman, die een arme broer heeft. Zij woonden ergens in Wohang- kotsji, dat ge zonder twijfel op uw atlas vinden kunt als ge er de tijd voor neemt. De rijke Chinaman steekt zijn broer gedurig de ogen uit met de schitteringen van zijn be zit, dat aan alle kanten flon kert van goud en git. Hij trekt zijn zijden jurken aan en uit voor het open raam van zijn torenhoog huis, dat uitziet op de armelijke stulp van zijn familielid. Hij laat zijn vier vrouwen in een rij fla neren voor zijn huisdeur, ter- wijl zijn broer met moeite en pijn zijn enige vrouw niet on derhouden kan. Hij drinkt thee uit een gouden kopje in een luie stoel in de tuin onder de jasmijn, en zijn arme broer loopt met zijn magere lijf voor een tweewielig wagen tje dikke vreemdelingen door de stad te zeulen, zonder ooit de lafenis van thee te proeven. Ge zoudt denken dat het haat en nijd was tussen deze twee, en dat het scheve ogen geven zou, maar dan hebt ge niet op de Chinese filosofie gerekend. De arme broer lacht de ganse dag met zijn benig gezicht en maakt grapjes over zijn ellen de. Des avonds kruipt hij krom onder zijn schamel dak en zegt tegen zijn vrouw: Hoe ellendig voor mijn broer, dat hij de nacht niet kan ingaan zonder zorgen voor zijn bezit. De dieven zullen hier niet komen. Maar als zij langs zijn huis gaan likken ze zich de lippen. Ik zou niet met hem willen ruilen, al is hij rijk. Want met al zijn geld en goed kan hij niet doen wat ik kan doen. De rijke broer komt op een dag de lage hut binnenge schreden in een geur van par fum en pasgenoten wijn, hij wil wel eens weten hoe die magere kardoedel het maakt. De kardoedel geeft hem zijn enige stoel, waarop de rijk aard niet zitten wil omdat hij bang is besmeurd te worden door het stof. Hij vraagt staande hoe het te rijmen is, dat een zo arme, ellendige kaalhals het waagt te zeggen: Mijn broer kan niet doen wat ik kan doen. Met geld kan een mens alles, zegt hij voldaan over zijn dikke buik heen. Zeg wat ge kunt doen, en wat ik niet zou kunnen nadoen. De arme steekt zijn magere handen omhoog tot de dak lijst van zijn hut, en staat met ene zwaai boven op het wan kele dak. Zie, zegt hij naar beneden, waar de dikkerd staat, dat kunt ge niet, met al uw geld. Ge kunt niet op uw eigen dak klimmen omdat ge het te hoog gemaakt hebt. De rijkaard is er niet verlegen mee, om zo te zeggen. Hij loopt met schokkepasjes naar huis en klautert omhoog langs de weelderige trappen tot hij door een nauw raam op zijn dak kan stappen. Het kost hem een paar pond van zijn vet, maar dat is er wel snel genoeg weer bijgesmuld. Ge ziet dat ik het kan, roept hij triomfantelijk naar bene den, waar zijn magere Droer zich vast te houden staar om niet door het riet te zakken. Zeg nog eens dat ge dingen doen kunt die ik niet kan? De magere lacht en roept: Erafspringen! En hij staat met een luchtig sprongetje op de grond voor zijn stulpje in het mulle zand. De rijkaard boven op zijn statig dak, dat bijna tot de wolken schijnt te reiken, geeft een rijtje knetterende vloeken af, wat dubbel knet tert als ge dat in het Chinees doet. Hij meent te klappen van boosheid, en hij laat het niet op zich zitten. Met een .schreeuw springt hij in de diepte en twee seconden later wonen er vier argeloze weduwen in het statige huis. De rijk Chinees is een dode Chinees voor immer. De arme broer komt bij de dode met een treurig gezicht. Ge hebt gelijk, zegt hij, ook erafspringen hebt ge gekund. Het is spijtig, maar ge hebt gewonnen met uw branie. Maar nu wat anders, broer, en daar wil ik mijn hoofd op verwedden. Kunt ge het ook navertellen, zoals ik? J. L. Kijk eens, wat 'n hangwan gen! (Helmond) Ik kom wat op xi opaan; Ik kom wat dichter bij u zitten. ,Oost-Brabanit) De zon sohijrot mooi, Jean. (Limburg) Oliën jullie die van jullie ook? (bijvoorbeeld de koffiemolen, waar men het steeds nog niet over eens is of hij wel of geen olie mag hebben). Kameel, aardewerk figuur wit de tijd van de T'angdynastie. ronde pan, die de nok van het dak afsluit, een geheel vormen. De onbuigzaamheid dezer stellig niet gemakkelijke ambtenaren is voortreffelijk door de kunstenaar gety peerd. Van de twee paarden, heeft het niet ge glazuurde mijn voorkeur, omdat de kleut- van de eenvoudig gebakken klei zo bijzon der mooi is. Ik moet echter toegeven dat de plastiek van het geglazuurde exemplaar driftiger en meer gespanen is. Opmerkelijk vond ik de zeventiende eeuwse voorstel ling van Boeddha aan de poort van de hel. Hoewel het zeker schijnt te zijn dat de Boeddha-figuur, die uiterst contemplatief van uitdrukking is, behoort bij het Wes tern-aandoende.-voetstuk, dat eerder aan een Christelijke verbeelding doet denken, blijft deze combinatie mij vreemd aandoen. Vermelden wij verder nog een zeldzaam mooie Celadon-schotel van zeegroene kleur, een in geglazuurd aardewerk uitge voerde eend uit de T'ang-Dynastie en ten slotte de hierbij gereproduceerde kameel. De kenners van Aziatische kunst zullen de weg naar deze prachtige tentoonstelling wel weten te vinden. Het is te hopen dat ook vele anderen van de unieke gelegen heid gebruik maken om deze keurcollectte te gaan bezichtigen. OTTO B. DE KAT. De steekpartij aan de Van der Vinnestraat De Haarlemse rechtbank deed vanmor gen uitspraak in de zaak tegen de twee- endertigjarige adjunct-commies bij de be lastingen H. D. van 't W., verdacht van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan zijn vroegere medebewoner. Na een ruzie op Zaterdagmiddag 17 Mei had ver dachte met een priem zijn mede-bewoner in zijn woning aan de Van der Vinnestraat elf steken in het gezicht toegebracht. Veer tien dagen geleden eiste de officier van justitie een gevangenisstraf van drie jaar; de uitspraak luidde één jaar en zes maan den. De eenenveertigjarige stoker G. W. L. C., wie oplichting en diefstal ten laste waren gelegd, werd veroordeeld tot een gevange nisstraf van vijf maanden. Twee werknemers van een Haarlemse wasindustrieel hadden zich veertien dagen geleden te verantwoorden, vex-dacht van vei-duistering door het knoeien met bon nen bij het afgeven van goederen die ge- wasen moestexx worden. De wasindustrieel vermoedde, dat de schade gedurende twee en half jaar 10.000 heeft bedragen. De verdachten, N. H. A. U. M. en H. v. d. N., werden beiden veroordeeld tot twaalf maanden gevangenisstraf, waarvan vier maanden voox-waax-delijk met een proeftijd van drie jaar en onder toezichtstelling van het Leger des Heils. In Tanger is het proces begonnen over de overval op het Nederlandse schip „Com binatie". De schipper, J. van Delft, gaf een relaas van het enteren van zijn schip door gemaskerden, die de lading sigaretten mee namen ter waarde van 100.000 dollar alsmede een aantal persoonlijke eigendommen van de bemanning. De zeerovers waren gewapend en hadden de bemanning geboeid. Ook de radio werd onklaar gemaakt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1952 | | pagina 5