Minister Kernkamp in het nauw
Maatregelen tegen stijgende
werkloosheid gevraagd
A genda voor
Haarlem
m
Vroeg-Aziatische plastiek
bij kunsthandel Bier
Chinees
Misverstanden over belofte aan Suriname
inzake het recht der afscheiding
FOR YOUR GOLDEN
MOMENTS
Adres van de Raad van Vakcentralen
aan de ministerraad
Anderhalf jaar voor
belastingambtenaar
DONDERDAG 18 DECEMBER 1952
3
BEWOGEN KAMERVERGADERING
Betaling
abonnementsgeld
per giro
BARTELJORISSTRAAT 20 TEL. 13439
Kerstfeest in paleis
Het Loo
CIGARETTES
Herkapitalisatie
„De Spaarnestad"
Intuïtieve bewondering
voor vreemd schoon
Over hel overleg met de vertegenwoordigers van Suriname en de Antillen te New
York heeft minister Kernkamp gisteravond in de Tweede Kamer meegedeeld dat men
daar heeft gezegd: Het is mogelijk dat aan het eind van een lange ontwikkeling van de
nieuwe rijksverhouding tussen Nederland, Suriname en de Antillen uittreding uit
het koninkrijk zou worden gewenst. Maar wij hebben dat niet op de voorgrond ge
steld, maar in tegendeel op de achtergrond geplaatst. Wij hebben ons gebaseerd op
de werkelijkheid. Wat zal moeten worden gedaan indien na verloop van tijd Suri
name uit het koninkrijk wil treden? Zullen dan de andere delen van het koninkrijk
Suriname willen dwingen binnen het koninkrijk te blijven, zo nodig met militair ge
weld? Gelooft iemand dat men in Nederland en de Antillen daartoe bereid zou zijn?
Het zou niet in overeenstemming zijn met het beginsel van vrijwilligheid, dat het
uitgangspunt en de basis is van de nieuwe rijksverhouding. Minister Kernkamp zei,
dat hij verslag heeft uitgebracht in de ministerraad, die zijn standpunt nog moet
bepalen, zodat het beleid tegenover Suriname voor de persoonlijke rekening van de
minister komt.
Minister Kernkamp herinnerde
er in zijn rede aan, dat in 1945 in San
Francisco is vastgesteld, dat het zelfbe
schikkingsrecht geen recht tot afscheiding
inhoudt. Wij zijn in New York van een
andere gedachte uitgegaan, aldus de
minister, en wij hebben ons gebaseerd op
de practische politieke omstandigheden.
Dat was geen gewaagde onderneming,
maar noodzakelijk om het overleg weer op
gang te brengen. Van zwichten voor de
Surinamers is geen sprake geweest. Het
v/as in New York een openhartige gedach-
tenwisseling, die rekening hield met de
werkelijkheid. Die werkelijkheid is niet
dat in Suriname de gedachte leeft dadelijk
uit het Koninkrijk te treden of dat als een
voortdurende bedreiging te hanteren. Het
is een uiting van wantrouwen, die Suri
name niet verdient.
Het dreigement zou onaanvaardbaar zijn,
maar de erkenning van het zelfbeschik
kingsrecht zal een oplossing van de overige
geschilpunten, die er nog bestaan, bevor
deren. De mensen van goeden wille in
Suriname hebben hiermee een wapen in
handen gekregen tegen de extremisten, die
dwaze dingen willen doen. Suriname heeft
zich herhaaldelijk uitgesproken voor ver
bondenheid met het Koninkrijk.
Er zijn inmiddels, door het standpunt dat
de KVP hier inneemt, in Suriname en de
Antillen nieuwe aarzelingen gerezen, die
het gewenst doen zijn over het zelfbeschik
kingsrecht en het daarmee verband hou
dende recht op afscheiding opnieuw in
overleg te treden.
Bij de replieken verklaarde de heer Van
de Wetering (C.H.U.) met zorg ver
vuld te zijn en het standpunt van de minis
ter gevaarlijk en revolutionnair te vinden.
Wij hebben geen bezwaar tegen de vermel
ding van het zelfbeschikkingsrecht in het
statuut inzake de nieuwe rijksverhouding,
zo zei hij, maar het erkennen van het
voortdurende recht op afscheiding is voor
de fractie van de CHU onaanvaardbaar.
De heer De Kort (KVP) ging accoord
met het nieuwe overleg, maar hij hand
haafde overigens zijn standpunt. Via het
zelfbeschikkingsrecht komt men uit vrije
wil in het Koninkrijk, maar dan is er geen
recht meer op afscheiding.
De uiteenzetting van de minister had de
heer Van Baal (A.R.) niet overtuigd,
maar de heer De K a d t (P. v. d. A.)
vond de inzichten van minister Kernkamp
zeer juist. Hij achtte het zeer teleurstellend
dat nieuw overleg zal worden gepleegd.
Het kabinet had zich moeten uitspreken.
De wankele politiek van onze regering
schaadt ons internationaal prestige.
De heer Lemaire (KNP) begreep niet
waarom de regering deze kwestie in de
Kamer aan de orde heeft gesteld als zij
nog niet rijp blijkt te zijn. De heer A n-
k e rs m i t (VVD) verklaarde dat goed
keuring van de begroting van Overzeese
Rijksdelen in ieder geval niet zal betekenen
goedkeuring van het beleid inzake de West.
Kabinet is verantwoordelijk
Tegen het middernachtelijk uur ver
klaarde d r. D r e e s, dat het kabinet ver
antwoordelijk is voor de vijf punten, die te
New York zijn overeengekomen en hij be
greep niet dat minister Kernkamp meende,
dat de ministerraad daaromtrent haar
standpunt nog moest bepalen. Op 11 No
vember heeft minister Kernkamp, mede
namens minister Luns. die ook in New
York was, een telegram gestuurd met de
vfjf punten. Het zou voldoende zijn als de
minister-president en de vice-minister-
president de opvattingen, in de vijf punten
neergelegd in de ministerraad wilde ver-
3oooooooooccoooTOocc»cxx-co3ocoocococxxooocooccoooccooc
U kunt het Uzelf gemakkelijk maken
door het abonnementsgeld voor het
volgende kwartaal te voldoen op onze
postgirorekening no. 273107 ten name
van Haarlems Dagblad, U bespaart
daarmee incassokosten en vermijdt
geloop aari de deur.
Het te gireren bedrag is 6.10, post-
abonnés 6.60.
U kunt het ons gemakkelijk maken
door Uw giro-opdracht te verzenden
vóór het eind van de maand. Wij be
hoeven dan geen kwitanties uit te
zenden.
Voor automatische girobetalingen
(het allergemakkelijkste) zijn formu
lieren op aanvraag gaarne ter be
schikking.
DE ADMINISTRATIE.
cccoooooooo
DONDERDAG 18 DECEMBER
Krelagehuls: G. Allard spreekt over occulte
genezing, 8 uur. Minerva: „Het meisje en het
monster", 14 jaar, 8.15 uur. Spaarne: „Jungle
goud", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals:
„Jungle Jim en de skeletmannen", 14 jaar,
7 en 9.15 uur, Rembrandt: „De fidele boer",
alle leeft., 7 uur. Haarlems Kunstgemeen
schap „Le diable au corps", 9.15 uur. Palace:
„Legershouw in Tokio", a. leeft., 7 en 9.15 u.
Luxor: „De drum", 18 j.. 7 en 9.15 uur. Lido:
„Misdaad op bestelling", 18 jaar, 7 en 9.15
uur. City: „Johnny Belinda", 18 jaar, 7 en
9.15 uur.
VRIJDAG 20 DECEMBER
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellin-
pr«3ramma
dedigen. Die toezegging is telegrafisch ge
daan. In de ministerraad heeft er geen be
zwaar tegen bestaan; hij draagt er de ver
antwoordelijkheid voor. Toen minister
Kernkamp mondeling verslag uitbracht, is
er geen beslissing gevallen omdat die niet
werd gevraagd. Had men hem willen ver
loochenen dan zou dat wel tot uitdrukking
zijn gebracht.
Nadrukkelijk verklaarde dr. Drees dat er
geen sprake van is het recht tot afscheiding
in het statuut op te nemen. Verheugend is
de sfeer waarin te New York de vijf pun
ten zijn opgesteld. In Suriname zal men de
verbondenheid gemakkelijker kunnen
verdedigen als men kan zeggen ook uit het
koninkrijk te kunnen treden. Goedkeuring
van de begroting betekent niet goedkeu
ring van het beleid inzake de West.
Aan het slot van zijn betoog zei dr.
Drees: „Het ware buitengewoon te be
treuren indien de indruk zou blijven
hangen dat Suriname het afschei-
dingsrecht voorop had gesteld. Suri
name heeft kenbaar gemaakt, dat het
vrijwillig wilde meedoen, maar alleen
ADVERTENTIE
Bontgevoerde Handschoenen
in theorie het recht wil voorbehouden
terzake van zelfbeschikking, zodat het
tenslotte het recht tot afscheiding zou
omvatten."
De heer De K a d t (P.v.d.A.) was van
mening dat goedkeuring van de begroting
wel zal betekenen dat men het verder
overleg op basis van de vijf punten goed
keurt.
Onmiddellijk hierna verklaarde de heer
Schouten (A.R.) dat hij de begroting
zal goedkeuren, maar los van de uitleg vani
de heer De Kadt, want de vijf punten ma
ken geen deel uit van de begroting. De
heer Romme (K.V.P.) sloot zich hierbij
aan. De heer Burger (P.v.d.A.) was van
mening dat men de minister niet verder
kan laten onderhandelen zonder uitspraak
van de Kamer.
De heer Schouten: U aanvaardt mèt
de begroting dus ook het beleid ten aan
zien van Nieuw Guinea?
De heer Burge r: Ons standpunt daar
omtrent is bekend.
De heer Tilanus (C.H.U.) sloot zich
aan bij de opvatting van de heren Schou
ten en Romme. De heer Ankersmit (V. V.
D.) deed hetzelfde.
Toen deze nogal verwarring stichtende
verklaringen waren afgelegd, achtte de
minister-president het noodzakelijk te on
derstrepen, dat de vijf punten in kwestie
grote betekenis hebben. Het is goed dat
men weet, dat de regering daaraan gebon
den is als grondslag van een overeenkomst.
De begroting werd hierna zonder hoof
delijke stemming goedgekeurd.
ADVERTENTIE
Op Oudejaarsdag zal een buitengewone
vergadering worden gehouden van aan
deelhouders der N.V. Drukkerij „De
Spaarnestad" te Haarlem. In behandeling
zullen komen een voorstel tot herkapitali
satie en een daarmee verband houdende
statutenwijziging. Het herkapitalisatievoor-
stel behelst de uitreiking van een bonus
aandeel ad 500 per 1000 nominaal ge
woon aandeel, alsmede een dividend in
contanten van 125. De directie wijst er
nog op, dat bij een eventueel voorstel tot
T. winstuitdeling over 1952 rekening dient
D^aa5 ',d? ïfJ gehouden te worden met de onttrekking
Kerstfeest op het paleis Het Loo met het
personeel van het paleis vieren op Dins
dag 23 December. De Koningin zal het
Kerstevangelie voorlezen en Prins Bern-
hard zal een Kersttoespraak houden. De
radio zal deze Kerstviering uitzenden.
aan de kasmiddelen, waartoe dit besluit tot
herkapitalisatie heeft genoopt. De N.V. Ver-
eenigd Bezit van aandelen N.V. Drukkerij
„De Spaarnestad" zal op dezelfde wijze tot
herkapitalisatie overgaan.
De Raad van Vakcentralen heeft aan de
ministerraad een adres gericht over de
werkgelegenheidspolitiek.
De raad acht het van groot belang dat
het vorige kabinet een norm voor de toe
laatbare werkloosheid heeft gesteld, waar
bij de raad zich overigens niet aan het
aantal van 95.000 zou willen binden omdat
dit zijns inziens bij de tegenwoordige we
reldconjunctuur aan de hoge kant leek.
In het adres wordt voorts gezegd dat de
gemiddelde werkloosheid het afgelopen
jaar ca. 135.000 bedroeg. Dit aantal, dat
40.000 meer is dan destijds door de minis
ter toelaatbaar werd geacht, heeft in brede
kringen van de werknemers ongerustheid
verwekt. Op dit ogenblik is de wex-kloos-
heid aanmerkelijk groter dan een jaar ge
leden. Eind October 1951 was het aantal
werklozen 94.000. De cijfers voor Novem
ber 1952 geven een aantal werklozen aan
van 139.000 tegen 122.000 eind November
1951.
De Raad van Vakcentralen dringt er met
klem bij de regering op aan onverwijld
over te gaan tot het nemen van een aan
tal doeltreffende maatregelen.
Gemeend wordt dat bij de thans ge
heel veranderde situatie het monetair
verantwoord is een actieve werkge
legenheidspolitiek te voeren. Het
werkgelegenheidsprogramma van de
regering zal zov/el verhoging van de
overheidsuitgaven als verlaging van
de lasten op het bedrijfsleven en de
verbruikers moeten omvatten. Ge-
dachRwordt in de eerste plaats aan de
uitbreiding van het programma voor
openbare werken en versnelling van
de uitvoering van dit programma. In
het adres wordt er de nadruk op ge
vestigd dat deze uitbreiding en ver
snelling op zo kort mogelijke termijn
dienen te geschieden en ter bestrijding
van de structurele gevaren voor de
werkgelegenheid zoveel mogelijk aan
een versnelde ontsluiting van de on
der-ontwikkelde gebieden dienstbaar
dienen te worden gemaakt.
Ook wordt gedacht aan een verhoging
van het woningbouwprogramma boven het
aantal van 55.000. Bovendien wordt een
versnelling van de uitkeringen voor ver
goeding van materiële oorlogsschade aan
bevolen door de stimulering van de inves
teringen.
Voorts wordt gedacht aan het verlenen
van credieten via de Herstelbank of an
dere credietgevende instellingen aan klein
en middelbedrijven. Voorts zouden alle
maatregelen die er toe kunnen bijdragen,
risicomijdend in riscodragend vermogen
te transformeren, moeten worden aanbe
volen.
In een totaal werkgelegenheidsprogram
ma is naar de mening van de vakcentra
len belastingverlaging op zijn plaats. Aan
gedrongen wordt op zodanige maatregelen
ADVERTENTIE
CORDUROY PLUSFOURS
alle kleuren
M. DOUWMA EN ZOON
Gen. Cron.jcstr. 4244 - Tel. 15438 - Haarlem
tot belastingverlaging dat een zo goed mo
gelijke garantie ontstaat, dat de dienten
gevolge beschikbaar komende middelen
inderdaad voor investeringsdoeleinden
worden aangewend. Als één van de maat
regelen die daartoe kunnen leiden, wordt
genoemd de verlenging van de mogelijk
heid van de toepassing van vervroegde af
schrijving.
Huurverhoging
Verder dringt de Raad van Vakcentra
len erop aan bij maatregelen tot huurver
hoging de gevolgen voor de werkgelegen
heid nauwkeurig te overwegen. Gevraagd
wordt enerzijds deze huurverhoging voor
de loontrekkers en de sociale zwakkeren
volledig te compenseren teneinde de koop
kracht niet aan te tasten en anderzijds de
lasten voor het bedrijfsleven, die er even
tueel uit voortvloeien, zoveel mogelijk te
verlichten. Voorts wordt gemeend dat „de
onrechtvaardigheid bij de invoering van
de Kinderbijslagwet 1950 begaan", moet
worden hersteld. De Kinderbijslagwet 1950
kent andere peildata dan de Kinderbijslag
wet 1939. Het komt de Raad van Vakcen
tralen gewenst voor de nadelen, die hier
uit voor sommige verzekerden zijn ont
staan, zoveel als mogelijk is te compen
seren.
Tot slot brengt de Raad van Vakcentra
len nog eens in herinnering dat in Maart
1951 zowel de consumptie als de investe
ringen zijn beperkt. Wanneer thans een
dergelijke beperking niet meer noodzake
lijk zou zijn zouden in beide richtingen
maatregelen moeten worden genomen. Met
bezorgdheid is voorts kennis genomen van
het teruglopen van de particuliere inves
teringen. Aangedrongen wordt op maat
regelen die deze daling te niet zullen doen.
De kunsthandel J. R. Bier aan het Groot Heiligland, naast het Frans Halsmuseum,
had zich tot dusver gespecialiseerd in oude, voornamelijk Nederlandse schilderkunst.
Dat de enige jaren geleden gestorven stichter echter ook wel belangstelling had
voor kunstuitingen die nu niet direct uit onze Gouden Eeuw stamden, bleek af en toe
uit een verrassend modern stukje, bijvoorbeeld een vruchten-stilleven van Vollon,
dat men in het étalageraam zag staan. De tot 2 Januari 1953 durende tentoonstelling
van vroeg-Chinese plastieken, die door de weduwe van de heer Bier en diens zoon
werd ingericht, brengt ons in een heel ander domein der kunst. Als men weet, hoe
zelden werkelijk fraaie stukken van oud-Aziatische kunst nog in de handel voor
komen, moet de bezoeker wel getroffen worden door de prachtige plastieken die
hier zijn bijeengebracht.
Nu is het met deze Aziatische kunst zö
gesteld dat men wel degelijk een kenner
moet wezen om de bijzondere waarde er
van te bepalen. Hiervoor is in de eerste
plaats nodig een grondige bestudering van
de filosofie en godsdienst der Aziatische
volken, zowdel als grote kennis van de ge
schiedenis van land en volk. Het is na
tuurlijk heel aardig om leukweg van een
fraai aardewerk figuurtje uit de Ming-
Djmastie te spreken, maar alleen degene
die wezenlijk in deze materie is doorge
drongen mag zich dit veroorloven. Daarbij
mogen wij niet vergeten dat er nog in het
begin van onze eeuw enige moed voor
nodig was om de .grote betekenis der
Aziatische kunst naar voren te brengen.
En het waren geen leken, maar geleerden
van naam die zich vol reserve tegenover
deze kunst betoonden!
Toch zou het betreurenswaardig zijn als
wij ons niet, geremd door het bewustzijn
onzer geringe kennis der materie, door
onze intuïtie tot bewondering lieten
bewegen. Stellig bezitten wij een andere
schoonheidsnorm dan de Aziaten, maar
anderzijds is onze visie toch reeds voldoen
de vertrouwd met deze kunstvormen en
ontmoeten wij ook zoveel raakpunten van
gedachtenleven en sentiment, dat er een
ruime ontvankelijkheid in ons is.
Enkele hoogtepunten
De tentoonstelling laat ons enkele plas
tieken zien, die stellig hoogtepunten van
Chinese kunst zijn. Daar is het, in dit blad
reeds gereproduceerde, hardstenen paard
met het Kwan-Yin figuurtje, dat ondanks
de niet grote afmeting door een machtige
monumentaliteit gekenmerkt wordt. Dan
noem ik de wonderlijk fragiele graffiguur-
tjes van aardewerk en daarvan vooral dat
donker grijsgekleurde met sporen van rode
patina in de plooienval, voorstellend een
zwanger vrouwtje. Welk een ingetogenheid
spreekt er uit dit simpele figuurtje en welk
een eerbied voor het leven. Zoals men
weet is het voor cle Chinees van het groot
ste belang dat hij een mannelijke nako
meling heeft, vooral daar deze hem na zijn
dood zal vereren. Dergelijke graffiguurtjes
worden de doden meegegeven en dit
vrouwtje zal misschien een hoofdvrouw of
een concubine van de ontslapene verbeel
den.
Zeer indrukwekkend is ook de kennelijk
bij elkaar behorende groep dakfiguren,
voorstellend een aantal hoogwaardigheids
bekleders, Het zijn in geglazuurd aarde
werk uitgevoerde figuurtjes die met de
Er zijn op de wereld volken
die ge met plezier kunt gade
slaan in hun tocht door de
tijden, omdat zij het leven
weten te kneden in de ver
rassende vormen der oor
spronkelijkheid. Zo hebt ge
daar bijvoorbeeld de Chinezen,
die de kunst verstaan om alles
anders te doen dan anders, zo
dat ge er om lachen moet. En
als ge genoeg gelachen hebt,
raakt ge er door aan het pein
zen, omdat ge merkt hoe die
Chinese levenswijs een
eeuwenoud lied van levens
wijsheid in zich bergt.
Ik hou van de Chinezen, al
doen ze dingen die niet goed
te praten zijn. Want achter in
hun scheve, lachende ogen
schemert het licht van duizend
jarige avonturen door de grij
ze nevelen van een oex-oud
verleden. Zij kunnen leven
van boomschors en bladeren
als er niets anders is, en zij
hebben aan torenhoog beladen
spijstafels niet genoeg als er
nog meer te krijgen valt. Zij
zwerven over de wereld dwars
door de maalstromen der an
dere volken heen, doch drijven
huistoe als de einder van hun
leven nader komt. Zij lezen
van onder naar boven en van
rechts naar links, maar dat is
een kwestie van gewoonte,
waar niets op aan te merken
valt. Zij nemen er nog een
vrouw bij als hun eerste niet
zozeer meer hun oogappel is,
dat is een gewoonte waar ge
het een en ander tegen in moet
brengen, als ge van orde en
regel houdt. Zij spreken, een
taal die nergens op lijkt en als
ze schrijven wordt het u groen
en geel voor de ogen, maar
met hun gekwetter en geklad-
der kunnen zij elkander ver
staan als geen ander. En daar
gaat het om.
Ha, ge denkt dat hun taal zo
excentriek en curieus is. Maar
kom eens in Helmond, daar
kunt ge horen hoe de een tegen
de ander zegt: Kinauwwa-
haangwaang Is dat zoveel
minder excentriek of curieus
dan Chinees? En ergens anders
in het Zuiden van ons eigen
land hoort ge tegen u zeggen:
Ukkomwappöwpaan en
weer elders: Tsongtsjeintsjon-
tsjang of vragen: Ollie-
degölliedenölliejenok?
Wie zal nog beweren willen
dat de Chinezen rare woorden
uitslaan?
Ge moet de mensen met hun
eigenaardigheden en tierlan-
tijntjes aanvaarden zoals ze
zijn. Dan kunt ge van hen
leren wat ge zelf niet wist, en er
wat wijsheid bij opdoen die ge
overal en altijd gebruiken
kunt.
Wat ik van de Chinezen ge
leerd heb uit hun stokoude
boeken, is hun filosofie over
de betrekkelijkheid der aard
se dingen. Zij zeggen niet dat
zij alle plezierigs verafschu
wen of missen kunnen, want
zij weten er genoeg van te
profiteren. Maar zij begrijpen
op de een of andere myste
rieuze manier hoe zwak ze
zijn, terwijl ze vrolijk verder
gaan met zwak te blijven.
Zo is er dat verhaal van een
rijke Chinese koopman, die
een arme broer heeft. Zij
woonden ergens in Wohang-
kotsji, dat ge zonder twijfel
op uw atlas vinden kunt als
ge er de tijd voor neemt. De
rijke Chinaman steekt zijn
broer gedurig de ogen uit met
de schitteringen van zijn be
zit, dat aan alle kanten flon
kert van goud en git. Hij trekt
zijn zijden jurken aan en uit
voor het open raam van zijn
torenhoog huis, dat uitziet op
de armelijke stulp van zijn
familielid. Hij laat zijn vier
vrouwen in een rij fla
neren voor zijn huisdeur, ter-
wijl zijn broer met moeite en
pijn zijn enige vrouw niet on
derhouden kan. Hij drinkt thee
uit een gouden kopje in een
luie stoel in de tuin onder de
jasmijn, en zijn arme broer
loopt met zijn magere lijf
voor een tweewielig wagen
tje dikke vreemdelingen door
de stad te zeulen, zonder ooit
de lafenis van thee te proeven.
Ge zoudt denken dat het haat
en nijd was tussen deze twee,
en dat het scheve ogen geven
zou, maar dan hebt ge niet op
de Chinese filosofie gerekend.
De arme broer lacht de ganse
dag met zijn benig gezicht en
maakt grapjes over zijn ellen
de. Des avonds kruipt hij
krom onder zijn schamel dak
en zegt tegen zijn vrouw: Hoe
ellendig voor mijn broer, dat
hij de nacht niet kan ingaan
zonder zorgen voor zijn bezit.
De dieven zullen hier niet
komen. Maar als zij langs zijn
huis gaan likken ze zich de
lippen.
Ik zou niet met hem willen
ruilen, al is hij rijk. Want met
al zijn geld en goed kan hij
niet doen wat ik kan doen.
De rijke broer komt op een
dag de lage hut binnenge
schreden in een geur van par
fum en pasgenoten wijn, hij
wil wel eens weten hoe die
magere kardoedel het maakt.
De kardoedel geeft hem zijn
enige stoel, waarop de rijk
aard niet zitten wil omdat hij
bang is besmeurd te worden
door het stof. Hij vraagt
staande hoe het te rijmen is,
dat een zo arme, ellendige
kaalhals het waagt te zeggen:
Mijn broer kan niet doen wat
ik kan doen.
Met geld kan een mens alles,
zegt hij voldaan over zijn
dikke buik heen. Zeg wat ge
kunt doen, en wat ik niet zou
kunnen nadoen.
De arme steekt zijn magere
handen omhoog tot de dak
lijst van zijn hut, en staat met
ene zwaai boven op het wan
kele dak.
Zie, zegt hij naar beneden,
waar de dikkerd staat, dat
kunt ge niet, met al uw geld.
Ge kunt niet op uw eigen dak
klimmen omdat ge het te hoog
gemaakt hebt.
De rijkaard is er niet verlegen
mee, om zo te zeggen. Hij
loopt met schokkepasjes naar
huis en klautert omhoog langs
de weelderige trappen tot hij
door een nauw raam op zijn
dak kan stappen. Het kost
hem een paar pond van zijn
vet, maar dat is er wel snel
genoeg weer bijgesmuld.
Ge ziet dat ik het kan, roept
hij triomfantelijk naar bene
den, waar zijn magere Droer
zich vast te houden staar om
niet door het riet te zakken.
Zeg nog eens dat ge dingen
doen kunt die ik niet kan?
De magere lacht en roept:
Erafspringen! En hij staat met
een luchtig sprongetje op de
grond voor zijn stulpje in het
mulle zand.
De rijkaard boven op zijn
statig dak, dat bijna tot de
wolken schijnt te reiken,
geeft een rijtje knetterende
vloeken af, wat dubbel knet
tert als ge dat in het Chinees
doet. Hij meent te klappen
van boosheid, en hij laat het
niet op zich zitten.
Met een .schreeuw springt hij
in de diepte en twee seconden
later wonen er vier argeloze
weduwen in het statige huis.
De rijk Chinees is een dode
Chinees voor immer.
De arme broer komt bij de
dode met een treurig gezicht.
Ge hebt gelijk, zegt hij, ook
erafspringen hebt ge gekund.
Het is spijtig, maar ge hebt
gewonnen met uw branie.
Maar nu wat anders, broer,
en daar wil ik mijn hoofd op
verwedden. Kunt ge het ook
navertellen, zoals ik? J. L.
Kijk eens, wat 'n hangwan
gen! (Helmond)
Ik kom wat op xi opaan; Ik
kom wat dichter bij u zitten.
,Oost-Brabanit)
De zon sohijrot mooi, Jean.
(Limburg)
Oliën jullie die van jullie
ook? (bijvoorbeeld de koffiemolen,
waar men het steeds nog niet over
eens is of hij wel of geen olie mag
hebben).
Kameel, aardewerk figuur wit de tijd van
de T'angdynastie.
ronde pan, die de nok van het dak afsluit,
een geheel vormen. De onbuigzaamheid
dezer stellig niet gemakkelijke ambtenaren
is voortreffelijk door de kunstenaar gety
peerd.
Van de twee paarden, heeft het niet ge
glazuurde mijn voorkeur, omdat de kleut-
van de eenvoudig gebakken klei zo bijzon
der mooi is. Ik moet echter toegeven dat
de plastiek van het geglazuurde exemplaar
driftiger en meer gespanen is. Opmerkelijk
vond ik de zeventiende eeuwse voorstel
ling van Boeddha aan de poort van de hel.
Hoewel het zeker schijnt te zijn dat de
Boeddha-figuur, die uiterst contemplatief
van uitdrukking is, behoort bij het Wes
tern-aandoende.-voetstuk, dat eerder aan
een Christelijke verbeelding doet denken,
blijft deze combinatie mij vreemd aandoen.
Vermelden wij verder nog een zeldzaam
mooie Celadon-schotel van zeegroene
kleur, een in geglazuurd aardewerk uitge
voerde eend uit de T'ang-Dynastie en ten
slotte de hierbij gereproduceerde kameel.
De kenners van Aziatische kunst zullen
de weg naar deze prachtige tentoonstelling
wel weten te vinden. Het is te hopen dat
ook vele anderen van de unieke gelegen
heid gebruik maken om deze keurcollectte
te gaan bezichtigen.
OTTO B. DE KAT.
De steekpartij aan de
Van der Vinnestraat
De Haarlemse rechtbank deed vanmor
gen uitspraak in de zaak tegen de twee-
endertigjarige adjunct-commies bij de be
lastingen H. D. van 't W., verdacht van het
toebrengen van zwaar lichamelijk letsel
aan zijn vroegere medebewoner. Na een
ruzie op Zaterdagmiddag 17 Mei had ver
dachte met een priem zijn mede-bewoner
in zijn woning aan de Van der Vinnestraat
elf steken in het gezicht toegebracht. Veer
tien dagen geleden eiste de officier van
justitie een gevangenisstraf van drie jaar;
de uitspraak luidde één jaar en zes maan
den.
De eenenveertigjarige stoker G. W. L. C.,
wie oplichting en diefstal ten laste waren
gelegd, werd veroordeeld tot een gevange
nisstraf van vijf maanden.
Twee werknemers van een Haarlemse
wasindustrieel hadden zich veertien dagen
geleden te verantwoorden, vex-dacht van
vei-duistering door het knoeien met bon
nen bij het afgeven van goederen die ge-
wasen moestexx worden. De wasindustrieel
vermoedde, dat de schade gedurende twee
en half jaar 10.000 heeft bedragen. De
verdachten, N. H. A. U. M. en H. v. d. N.,
werden beiden veroordeeld tot twaalf
maanden gevangenisstraf, waarvan vier
maanden voox-waax-delijk met een proeftijd
van drie jaar en onder toezichtstelling van
het Leger des Heils.
In Tanger is het proces begonnen over
de overval op het Nederlandse schip „Com
binatie". De schipper, J. van Delft, gaf een
relaas van het enteren van zijn schip door
gemaskerden, die de lading sigaretten mee
namen ter waarde van 100.000 dollar alsmede
een aantal persoonlijke eigendommen van
de bemanning. De zeerovers waren gewapend
en hadden de bemanning geboeid. Ook de
radio werd onklaar gemaakt.