Er wordt naar gestreefd dit
jaar 65.000 huizen te bouwen
Parapsycholoog sprak over de
„buitenzintuigelijke waarneming"
Huis vol mysterie
-Clowntje Rick
4
Gevonden actetas met
f 2900 achtergehouden
Conflict specialisten
ziekenfondsen
De werkloosheid in Nederland
H. J. Woudenberg vraagt
ontvijanding
Bevordering van de werkgelegenheid
A.R.-partij en passief
vrouwenkiesrecht
DONDERDAG 8 JANUARI 1953
Bekende paragnost Croiset gaf er de voorbeelden bij
Millioenen dames
Verzending van zeepost
Gezin voor rechtbank; twee
keer 8 maanden geëist
Bespreking met
minister Suurhoff
Zestien Britten wilden
niet in de boot
Voor de kinderen
Aanbesteding visserij
laboratorium eind Februari
Explosie in raflinaderij
van Shell in Texas
Discussie van het
Centralen Convent
Amerikaans vliegtuig
neergestort
Tóch reclame in de
Britse televisie
FEUILLETON
door Jane England
Hoe groot de belangstelling is voor
para-psychologie, een terrein, dat in
ternationaal door de wetenschap
steeds intensiever doorvorst wordt,
bleek gisteravond in de Kroonzaal
van het restaurant Brinkmann, waar
door de afdeling Haarlem van de Stu
dievereniging voor „Psychical Re
search" een bijeenkomst met introdu
cés werd gehouden. Voor een stamp
volle zaal, waarin verscheidene plaat
sen werden ingenomen door leden van
de rechterlijke macht, van de balie
en van de politie, gaf dr. W. H. C.
Tenhaeff, docent in de parapsycholo
gie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht
een uiteenzetting van het wetenschap
pelijk onderzoek naar buitenzintuige
lijke waarnemingen.
Deze werd ingeleid door de voorzitter van
de afdeling Haarlem ,de heer W. J. Gor
ter, die de aandacht vestigde op het zuiver
wetenschappelijke doel van de vereniging,
„die zich niet inlaat met spiritisten of an
dere occulte kringen".
De beschouwingen over de parapsycho
logie werden gevolgd door enige experi
menten, waaraan de door zijn hulp aan de
politie en justitie reeds in ons land be
kend geworden paragnost de heer G.
Croiset zijn medewerking verleende.
Deze practische voorbeelden van para-
gnosie (buitenzimtuigelijke waarneming)
waren uitermate boeiend, mede dank zij de
achtergrond van de theorie, welke er aan
voorafging.
Niet bovennatuurlijk
Dr. Tenhaeff legde er de nadruk op,
dat dergelijke para-normale vermogens
allerminst als wonderen of bovennatuur
lijke zaken behoeven te worden be
schouwd. Deze vermogens zijn algemeen
menselijk, getuige de duizenden spontane
telepathische gewaarwordingen, die onder
mensen voorkomen. Er is slechts sprake
van graduele verschillen. Telepathie kan
men het best omschrijven als „het inval
len van denkbeelden uit een vreemd be
wustzijn op para-normale wijze". „Dit lijkt
alleen mogelijk als onze bewustzijnen alle
een soort ondervloers contact met elkaar
hebben", aldus de spreker, „en dit leidde
weer tot de stelling, dat alle mensen één
gemeenschappelijk onderbewustzijn bezit
ten, een mogelijkheid, die in de diepte
psychologie steeds meer de aandacht
trekt".
De werkwijze van de heer Croiset kan
men ook aanduiden als die van een „psy-
choscopist", dat wil zeggen, dat hij zich
gewoonlijk van bepaalde voorwerpen als
hulpmiddelen bedient. De rol, die een der
gelijk voorwerp (inductor) bij het experi
ment speelt kan men bijvoorbeeld verge
lijken met die van een steen die een toe
rist vond op een plekje in de natuur, dat
hem bijzonder bekoorde en die hij mee
naar huis nam om als presse-papier te
gebruiken. Als hij later deze steen nog
eens in handen neemt doemen de herinne
ringen bij hem op van het bewuste slekje
en weldra van de gehele reis, die hij
maakte.
Diezelfde herinneringen ziet de psyehos-
copist nu ook, als hij deze steen in han
den neemt. Evenmin als overigens de toe
rist de steen nodig heeft om deze herin
neringen te zien langstrekken, heeft de
psychoscopist hem nodig. De herinnerin
gen uit dit vreemde bewustzijn kunnen
ook zonder inductor door hem worden
waargenomen.
Van de experimenten, die de heer Croi
set ten dienste van de politie volbrengt,
heeft hij er natuurlijk, die in politiëel- en
die in parapsychologisch opzicht slagen.
Geslaagd in beiderlei opzicht was de op
sporing van een vermist jongetje, waarvan
hij, toen hij er over opgebeld werd, reeds
zeide dat het verdronken was en onder
een platboomde schuit bij een witte brug
lag „waarachter een fabriek met een laag
weiland". Alleen de aangehaalde toevoe
ging klopte niet en het bleek dat het hoofd
ADVERTENTIE
zeggen: Voor de handen niets
beter dan HAMEA - GELEI.
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet zijn
bezorgd, staan tussen haakjes achter de
naam van het schip vermeld: Indonesië
m.s. „Willem Ruys" (21 Januari), Nieuw
Guinea: s.s. „Overijsel" (19 Januari); Ne
derlandse Antillen: m.s. „Oranjestad" (20
Januari); Suriname: m.s. „Bonaire" (21
Januari); Zuid-Afrika en Zuid-West-Afri-
ka: m.s. „Bloemfontein" (13 Januari); Ca
nada: s.s. „Hurricane" (9 Januari); s.s.
„Rijndam" (15 Januari); Argentinië, Uru
guay, Chili, Paraguay, Bolivia, Brazilië: s.s.
„Andes" (12 Januari); Australische Staten
bond en Nieuw-Zeeland; ss.s. „Stratmore",
9 Januari.
van de kinderpolitie, dat hem opgebeld
had, wel sterk aan een laag weiland met
een fabriek gedacht had, als een plek
waar, naar zij meende, beslist ook gezocht
moest worden.
Sexblerum
Tijdens de proeven hebben de proef
personen een sterk verlaagd bewust
zijnsniveau, dat hen beeldend doet
denken, inplaats van in woorden. Het
gebeurt zelfs herhaaldelijk dat hij de
naam uitbeeldt. „Komt u uit het café
bedrijf", vroeg de heer Croiset eens
aan een man. Deze ontkende dit.
„Toch zie ik achter u zes glazen bier,
en dat bier verandert weer in rum".
Wat bleek? De man kwam uit Sex-
bierum in Friesland.
„In diepste wezen kunnen we allen onze
eigen toekomst zien, maar dat we daar zo
weinig van merken komt volgens een
nieuwe, veldwinnende theorie door de her
senen: een stoffelijk apparaat ten dienste
van een niet-stoffelijke psyche, dat rem
mend werkt. Het leven zou immers niet
te dragen zijn als we telkens met de ge-
diadhtenwereld van andere mensen, in con
tact waren", zei dr. Tenhaeff. Volgens de
genoemde theorie is een paragnost iemand,
bij wie de hersenen deze remmende func
tie niet vervullen.
Stoelenproef
Een experiment, dat reeds vaak en ook
deze avond met de heer Croiset werd ge
nomen, was de stoelenproef. Daartoe
wordt aan deze te voren een plattegrond
van de zaal toegezonden en hierop worden
hem een paar plaatsen aangewezen. Hij
beschrijft dan in een brief de personen,
die op de bewuste avond op deze stoelen
zullen zitten. Een dergelijke brief werd
ook deze avond voorgelezen. Een nadeel
daarbij was onmiskenbaar, dat de zaal er
door de grote drukte geheel anders uitzag
dan op de plattegrond, mede doordat er
stoelen waren verschoven. Het gevolg
daarvan was uiterst merkwaardig: dingen,
die de heer Croiset bijvoorbeeld van een
dame vertelde bleken slechts voor een ge
deelte juist te zijn en voor een ander deel
betrekking te hebben op een dame vlak
achter haar. Ook de volte van de zaal
werkte wat belemmerend voor de proeven,
hetgeen echter niet wegnam dat hij tal
van phenomenen liet zien.
Vader, moeder en twee zoons van een
Amsterdamse familie uit de Korte Keizers-
dwarsstraat hebben zich gisteren voor de
Amsterdamse rechtbank moeten verant
woorden wegens verduistering en heling
van een actetas met bUna 2900, die de
jongste zoon op 21 October onbeheerd had
aangetroffen in een publieke telefooncel op
de Nieuwmarkt te Amsterdam. De kantoor
bediende J. van V., die in de cel had opge
beld, had de tas van zijn patroon met zijn
waardevolle inhoud bij vergissing laten
staan en vond de cel leeg, toen hij tien mi
nuten later zijn verzuim trachtte te her
stellen.
Van de vondst werd door niemand aan
gifte bij de politie gedaan. Het onderzoek
van de recherche werd al spoedig met suc
ces bekroond, toen het buurtgenoten in de
Korte Keizersdwarsstraat opviel, dat het
zeker niet rijke gezin van de 55-jarige
grondwerker G. I. buitensporig hoge uit
gaven deed en bijna een geheel nieuwe in
boedel liet aanrukken. De vier familie
leden en een 50-jarige kostganger werden
twee maanden geleden alle vijf opgepakt
en bevinden zich sedertdien in voorarrest.
Ter zitting van gisteren erkende de jong
ste zoon, de 19-jarige A. I., de tas in de
telefooncel te hebben aangetroffen en deze
mee naar huis te hebben genomen. Tegen
hem eiste de officier, jhr. mr. A. Reigers
man, wegens diefstal 8 maanden zonder af
trek van het voorarrest.
Deze jongen beriep zich echter op het
verschoningsrecht, dat de wet familieleden
toekent, toen hem gevraagd werd of hij
wilde getuigen tegen zijn moeder, vader en
oudere broer. Dit drietal ontkende iets van
de tas geweten te hebben en verklaarde de
aankopen te hebben bekostigd uit „spaar
geld". De officier achtte hen echter wel
schuldig en eiste tegen de vader, G. I.,
eveneens 8 maanden zonder aftrek. De
overige eisen luiden: tegen de moeder, de
55-jarige W. I.-W. en tegen de oudste zoon,
de 23-jarige expeditieknecht F. I., wegens
schuldheling ieder 4 maanden voorwaarde
lijk met een proeftijd van 3 jaar. Tot slot
eiste de officier tegen de inwonende grond
werker W. R„ die erkende de tas ergens in
de haven te hebben weggegooid, drie maan
den met aftrek. De laatste drie verdachten
werden ter zitting in vrijheid gesteld.
Uitspraak in deze zaken zal gedaan wor
den op 21 Januari.
De minister van Sociale Zaken en Volks
gezondheid heeft op hun verzoek enige
vertegenwoordigers van de Nederlandse
Vereniging van Specialisten in audiëntie
ontvangen teneinde hen in de gelegenheid
te stellen het standpunt der vereniging ten
aanzien van de in Noord-Brabant gerezen
moeilijkheden met de algemene zieken
fondsen nader uiteen te zetten. Van de
zijde van het ministerie wordt medege
deeld dat bij deze bespreking is komen
vast te staan, dat een aantal bij de Neder
landse Vereniging van Specialisten aange
sloten specialisten sedert 1 Januari 1953
weigert ziekenfondspatiënten te behande
len tegen de honoreringsregeling, welke in
1952 heeft gegolden, ofschoon over de
voortzetting en eventueel wijziging van
deze regeling tussen ziekenfondsen en lan
delijke specialisten vereniging nog onder
handelingen gaande zijn en de vereniging
ermede accoord is gegaan de oude regeling
nog voor drie maanden te continueren. De
specialisten, aangesloten bij de N.V.V.S.,
wensen niet langer de kortingen, zoals die
in de overeenkomsten voor 1952 waren op
genomen, te aanvaarden. Wel zijn zij be
reid hun hulp aan ziekenfondspatiënten te
blijven verlenen tegen de tarieven, welke
voor 1952 hebben gegolden, evenwel zon
der enige korting.
Nieuwe gezichtspunten heeft de bespre
king niet opgeleverd. De minister gaf de
N.V.V.S.-vertegenwoordigers dringend in
overweging de onderhandelingen met de
ziekenfondsen te hervatten en de leden te
adviseren intussen door te werken onder
de voorwaarden van de oude honorerings
regeling. De regering zou anders, zeer tegen
haar zin, genoodzaakt zijn maatregelen te
nemen. Uitvoering der wettelijke zieken
fondsverzekering door organisaties van het
particulier initiatief eist, aldus de minis
ter, dat alle betrokken partijen bereid blij
ven tot overleg en elkaar niet voor vol
dongen feiten stellen.
Nederlanders vervingen
hen op s.s. Maidenhead
Woensdagmorgen vertrok uit de Rotter
damse haven naar Monrovia het 7120 ton
metende s.s, „Maidenhead" uit Londen.
Zestien Britse zeelieden hebben geweigerd
op dit schip te monsteren. Hun plaatsen
zjjn ingenomen door Nederlandse zeelieden.
De zestien Britten waren van oordeel, dat
de verblijven op de „Maidenhead" niet
schoon waren en ook maakten zij aanmer
kingen op verschillende voorzieningen op
het dek.
Zij wendden zich daarop tot de Britse
consul te Rotterdam en tot een vertegen
woordiger van de „Shipping Federation",
die de bezwaren gedeeltelijk gegrond acht
ten, zodat het schip door personeel van de
Rotterdamsche Droogdokmaatschappij on
derhanden werd genomen. Daarna zijn de
Britten in de gelegenheid gesteld het schip
opnieuw te inspecteren, waarna zij zouden
kunnen monsteren, maar er verscheen nie
mand. Toen werden 17 man Nederlands
georganiseerd dekpersoneel aangenomen
van wie een aantal reeds lid van de
„Shipping Federation" was en de overigen
zijn lid geworden.
De „Maidenhead" vertrok in ballast naar
Monrovia om daar ets te laden.
160 000
150 000
140 000
130 000
120 000
110000
100000
90 000
80 000
70000
60 000
50 000
40 000
30 000
20 000
10 000
CART0
Eind December stonden bij de arbeids-
bureau's 166.020 werkloze mannen gere
gistreerd, waarvan er 31.357 waren te
werkgesteld bij een DUW-object of bij een
gemeentelijk werkverruimings- of werk
voorzieningsobject. Op 30 November be
droeg hét aantal werklozen 129.560, waar
onder 30.186 DUW-arbeiders. De normale
seizoensstijging van de werkloosheid in
December werd nog versterkt door het on
gunstige weer en door de afloop van vele
landbouwwerkzaamheden, die door het
natte weer in November nog niet waren
gereed gekomen.
Bij de bouwvakarbeiders nam de werk
loosheid toe van 28.914 tot 36.834, bij de
metaalarbeiders van 11.210 tot 12.783, bij
de landarbeiders van 14.007 tot 27.788, bij
het transportpersoneel van 7907 tot 9942
en bij de losse arbeiders van 21.220 tot
26.106.
Het aantal ingeschrevenen beneden 19
jaar steeg van 5445 tot 7622. Het aantal
aanvragen voor mannelijk personeel daal
de in December van 9793 tot 9023.
H. J. Woudenberg, in de oorlogsjaren
iiquidateur van vakverenigingen en leider
van het „Arbeidsfront" werd wegens colla
boratie door het Bijzonder Gerechtshof te
Amsterdam veroordeeld tot levenslange
gevangenisstraf, waarna de bijzondere raad
van cassatie hem 20 jaar gevangenisstraf
oplegde. Hij ondergaat deze straf thans in
Norg.
Op grond van het Besluit Vijandelijk
Vermogen heeft het Beheersinstituut hem
aangemerkt als vijandelijk onderdaan, aan
gezien Woudenberg door de rijkscommis
saris werd aangewezen als commissaris
van het N.V.V. en dus in Duitse staats
dienst was.
De afdeling rechtspraak van de Raad
voor het Rechtsherstel heeft thans een be
roep van Woudenberg behandeld tegen de
afwijzing van zijn verzoek om ontvijand te
worden. Hij was zelf bij de zitting tegen
woordig. Namens hem werd het beroep toe
gelicht door de heer J. J. Toutenhoofd,
accountant te Amsterdam, die betoogde, dat
de benoeming met het oog op de beharti
ging van de openbare orde in Nederland
en niet ter behartiging van de belangen
van het „Groot-Duitse Rijk" is geschied.
Voor het Beheersinstituut pleitte mr. J
H. A. Dubois.
Woudenberg heeft deze zaak aanhangig
gemaakt, omdat hij bij ontvijanding een
claim kan instellen bij de Schade-enquête
commissie.
De beschikking in deze zaak zal later
volgen.
c
De werkloosheid was eind December
het hoogst in Drente met 111. het laagst in
Limburg met 31 werklozen per 1000 man
nelijke beroepsbeoefenaren. Het rijksge
middelde bedroeg 54 tegen 42 op 30 No
vember.
Het aantal als werkloos geregistreerde
vrouwen steeg van 8968 tot 9745. De
vraag naar vrouwelijk personeel daalde
van 12.294 tot 11.810.
Van de zijde van de Rijksgebouwendienst
vernamen wü, dat de openbare aanbeste
ding van het nieuwe visserülaboratorium
in IJmuiden omstreeks eind Februari
begin Maart zal plaats hebben.
Een maand daarna zal met de bouw be
gonnen kunnen worden en aan het eind
van het jaar kan het gebouw al een aan
zienlijk stuk gevorderd zijn.
SHERIDAN (Reuter) In een olieraffi
naderij van de Shell nabij Sheridan in de
Amerikaanse staat Texas heeft zich Woens
dag een zware ontploffing voorgedaan,
waardoor brand uitbrak. Er zijn vier per
sonen om het leven gekomen. Drie werden
gewond.
De kracht van de ontploffing was tot op
30 kilometer afstand merkbaar en te Rock
Island, 20 kilometer ten Oosten van Sheri
dan, werden mensen door de luchtdruk
omver geworpen. Wegens het gevaar van
nieuwe ontploffingen is het gehele gebied
j afgezet.
In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer over de rijksbegroting voor
1953 deelt de regering onder meer mede dat
ten behoeve van verhoging der werkge
legenheid de woningbouw boven het als
minimum voor ogen staande programma
1953 van 55.000 woningen zal worden opge
voerd, waarbij een aantal van 65.000 wo
ningen voor 1953 als maximum gedacht is.
Die Eerste Kamerleden, die in het Voor
lopig Verslag verklaarden, dat het mate
riaal en de arbeidskrachten beschikbaar
zijn om 75.000 woningen per jaar te bou-
Dat deden ze. Allen namen ze plaats op een stoel rond de grote tafel. En de gemoede
lijke waard ging de koffie en de glazen limonade klaar maken.
„Laat het nou maar stormen", lachte Rick. „We zitten hier best!"
Ja, het was daar best gezellig. Ze dronken hun limonade, die smaakte lekker. Oom
Tripje stak een pijp op. De waard kwam een babbeltje maken en vroeg, of ze op
vacantie waren.
,,Dat gaat fijn met zo'n autobus!", zei hij.
„Nou, en of!", zeiden de jongens. „We hebben al zo'n eind gereden!"
De waard keek door de ramen naar buiten.
„Het zal wel meevallen met die bui", meende hij. „Die trekt wel over, en dan wordt
het wel weer goed. Ik geloof, dat het ergste al voorbij is!"
Het scheen wel, dat hij gelijk kreeg. Toen ze een uurtje daar hadden doorgebracht, be
gon het onweer al minder te worden; ook de wind en de regen waren aan het afnemen.
En eindelijk werd het een stuk lichter. De regen kletterde niet langer tegen de ruiten.
„Ik geloof, dat het voorbij is", zei oom Tripje. „Hij ging naar buiten en keek naar
de lucht. De wolken waren al voor 't grootste deel weggetrokken, het zonnetje begon
in de verte al door de open plekken te schijnen.
„We kunnen weer vertrekken!", zei oom Tripje.
Het centralen-convent van de Anti-revo-
lutionnaire Partij heeft zich gisteren in
Utrecht de gehele dag beziggehouden met
de bespreking van het rapport van de com
missie inzake het vraagstuk van de ver
kiesbaarheid van de vrouw voor de ver
tegenwoordigende politieke lichamen, de
commissie-Donner. Na deze bijeenkomst,
die onder leiding stond van dr. J. Schou
ten, werd een communiqué verstrekt,
waarin werd medegedeeld dat uiteraard op
dit convent, dat geen beslissingen kan ne
men, meer sprekers aan het woord kwa
men, die bezwaren ontwikkelden, dan af
gevaardigden, die instemming mét de con
clusies van het nieuwe rapport betuigden.
Prof. dr. H. Ridderbos bepleitte aanvaar
ding van de voorgestelde conclusies, echter
niet dat de vrouw candidaat gesteld móét
worden, maar wel, dat de uitsluiting niet
.gerechtvaardigd is.
Mr. C. J. Verplanke uit Haarlem zeide
door het rapport niet overtuigd te zijn en
betreurde de naar zijn mening eenzijdige
samenstelling van de commissie. Hij deed
de suggestie aan de hand een nieuwe com
missie te benoemen, die het thans uitge
brachte rapport zou beoordelen.
De heer C. J. van den Heuvel uit Moer-
kapelle zette breedvoerig zijn bezwaren
uiteen. Volgens deze spreker is het zo, dat
het regeren, leiding geven, niet méér op de
weg van de man ligt, dan van de vrouw,
maar op de weg ligt van de man en niet
op de weg van de vrouw. Hij erkende de
mogelijkheid van uitzonderingen.
De heer C. Smeenk uit Arnhem meende
dat het gewenst kan zijn dat ook van A.R.-
zijde vrouwen in de politieke colleges zit
ting nemen. De kijk van een deskundige
vrouw is heel veel waard.
Ds. Nederlof uit Dokkum verklaarde dat
in Christelijk Gereformeerde kring niet
eenstemmig over deze kwestie geoordeeld
wordt. Hij pleitte echter voor aanvaarding
van het rapport. De tegenstand is volgens
hem hoofdzakelijk een gevolg van aversie
tegen propageren van de vrouwen-emanci
patie. Het is, naar hij zeide, een zwakheid
van het reformatorisch belijden, „dat wij
achter aankomen, terwijl wij vooraan had
den moeten gaan. De reformatie wil de vrij
making door Christus tot volle gelding doen
komen in het leven."
Prof. dr. J. Severijn uit Utrecht zeide dat
de partij bij het vraagstuk om de regeer
macht „niet moet gaan meewerken om
tegen de regel van de Schrift te gaan han
delen."
De sprekers werden beantwoord door dr.
J. Donner, prof. dr. H. Ridderbos en dr. J.
Schouten.
wen, verliezen volgens de regering kenne
lijk uit het oog, dat de gebieden waar grote
werkloosheid is, dikwijls gebieden zijn,
waar men nu juist niet de woningbouw kan
verhogen zonder de kans te lopen, dat er
binnenkort woningen leeg zouden komen
te staan.
De werkloosheid in de bouwvakken loopt
in de verschillende delen van het land
sterk uiteen. Er zijn reeds gebieden in het
Westen van het land, waar men niet meer
kan spreken van werkloosheid van die
werknemers, die aan de bouw van wonin
gen werken.
Buitenlandse politiek
In antwoord op een verzoek van vele
Eerste Kamerleden om nadere mededelin
gen, welke zouden kunnen aantonen, dat
de regering niets onbeproefd laat om de
verdediging van ons staatsgebied volledig
te handhaven en dat dit belang in het be
staande bondgenootschappelijke kader van
de Noord-Atlantische verdragsorganisatie
ook ten volle is beveiligd, zegt de regering,
dat de Noord-Atlantische Raad tijdens zijn
jongste bijeenkomst te Parijs geen twijfel
heeft laten bestaan aan de opzet Neder
land in dezelfde mate te verdedigen als elk
ander continentaal Europees lid van de
N.A.V.O.
Betrekkingen met Indonesië
Over de verhouding met Indonesië zegt
de regering dat het streven naar een nieu
we basis van de betrekkingen tussen beide
landen ook voor Nederland wenselijk is.
Het doel moet zijn gericht op het zoeken
van een reële verdragsverhouding, die door
beide verdragsluitende partijen met vol
ledige instemming wordt aanvaard. Of dit
doel zal kunnen worden bereikt, is thans
nog niet te zeggen.
SEATTLE (AFP) Op 24 kilometer ten
Oosten van Seattle in de Amerikaanse staat
Washington is Woensdagavond een passa
giersvliegtuig tegen een berg gevlogen en
uitgebrand. Het was een Dakota van de
„Flying Tiger Line", die met een beman
ning van vier leden, een vrouw en twee
kinderen op weg was van Burbank in Ca-
lifornië naar Seattle. Alle zeven inzitten
den kwamen om het leven.
Een tweemotorig Amerikaans transport-
v^egtuig van het type C-46 wordt in het
Zuiden van de Amerikaanse staat Idaho
vermist. Er bevinden zich 41 personen aan
boord.
Een woordvoerder van de burgerlijke
luchtvaart verklaarde: „Wij vermoeden dat
het toestel is neergestort".
(Reuter) De Kamer van Koophandel
van Manchester heeft medegedeeld, dat
plannen bestaan, om over geheel Groot-
Brittannië een net van 50 televisiestations
te bouwen, die door een particuliere maat
schappij beheerd zullen worden. De
stations zullen op commerciële basis wer
ken en geheel onafhankelijk zijn van de
BBC, die tot nu toe een monopolie op het
gebied van televisie en radio heeft.
Van de nieuwe maatschappij zou Norman
Collins, een vroegere directeur van de af
deling-televisie van de BBC, de leider zijn.
De stations zouden mogelijk een radius
hebben van 15 tot 25 kilometer en een
publiek van 500.000 personen bereiken.
Zevenentwintig organisaties, met inbegrip
van kranten, hebben reeds bij de posterijen
zendtijd vergunning aangevraagd.
16)
„Goedenmorgen Philip", zei ze met een
lachje, ,,'n Mooie morgen, ja, ja. Blijf je bij
ons ontbijten, Philip?"
Ze scheen Neill en Constance niet op te
merken. Al haar aandacht was gericht op
Bagnet en de manier waarop ze zich op
hem concentreerde, deed vreemd aan. Er
was zelfs iets van een meisjesachtige coqu-
etterie in haar houding, die Constance even
deed rillen.
„Ik heb zoals gebruikelijk de post ge
bracht", antwoordde Bagnet. „Wat het ont
bijt betreft, nee, dank u. Ik heb al een uur
geleden ontbeten". Zijn houding tegenover
haar was onpersoonlijk en vriendlijk, maar
toch had Constance de indruk dat er ook
in hem iets van afschuw was voor haar
misplaatste coquetterie.
„Een uur geleden al!" herhaalde me
vrouw Fincham. „Wat een energieke man,
wat een energieke man! Om een voorbeeld
aan te nemen!" Opeens scheen ze Neill en
Constance gewaar te worden en het aan
stellerige verdween uit haar houding om
plaats te maken voor de schijnheilige
vriendelijkheid, welke Constance nu al van
haar kende. „Goedenmorgen juffrouw
Fairlie, goedenmorgen", zei ze. „Al op en
klaar om aan het werk te gaan? Goedzo,
goedzo. Neill, lieve jongen, omhels je oude
tante".
Neill vertrok geen spier van zijn gezicht,
toen hij zich vooroverboog en een kus op
de verwelkte wang van mevrouw Fincham
drukte.
„Goedenmorgen tante Chloë", zei hij op
gewekt.
Met moeite hief ze een slappe dikke arm
omhoog en klopte hem even op z'n wang.
Mary verscheen op dat moment met een
zwaar beladen blad. Ze zag er grauw en
dodelijk vermoeid Uit. Er kwam een vaag
glimlachje op haar gezicht. „Goedenmor
gen, mevrouw", zei ze onderdanig, „het
ontbijt is klaar".
„De hoogste tijd, de hoogste tijd", zei me
vrouw Fincham. „Wat krijgen we voor ons
ontbijt? Laat me eens kijken".
„Mevrouw Fincham, dat blad is werke
lijk tè zwaar voor Mary om lang te tor
sen", zei Bagnet vriendelijk, doch met
grote nadruk. „U ziet straks aan tafel wel,
wat u te eten krijgt. Dan is het een prettige
verrassing".
„Ja", antwoordde mevrouw Fincham met
een wreedheid die abnormaal aandeed", ze
wordt echt te oud voor haar werk, hè? We
zullen haar moeten ontslaan. Juffrouw
Fairlie zal daar wel voor zorgen".
Mary zuchtte even en wandelde dan
moeizaam met het blad naar de eetkamer.
Ze leek werkelijk een heel zielig en nietig
mensje.
„U kunt haar niet ontslaan", zei Bagnet
ernstig, tenzij u haar een behoorlijk pen
sioen geeft. Als juffrouw Fairlie haar ont
slaat, dan ga ik er ook vandoor.
Er kwam een diepe blos op Constance's
wangen. Hoe kwam hij èrbij, dat zij be
reid zou zijn die oude gedienstige te ont
slaan? Ze kon hem op dit ogenblik helaas
niet duidelijk maken, dat zij gisteren me
vrouw Fincham hetzelfde gezegd had, n.l.
dat de twee oude gedienstigen niet aan kant
gedaan konden worden, zonder een behoor
lijke verzorging voor hun oude dag. Maar
Philip en Neill zouden haar natuurlijk niet
geloven, als ze hun dit nu vertelde.
„Je hebt een goed hart, Philip, een tè
goed hart", merkte mevrouw Fincham op,
„maar ik kan zo iets nu eenmaal niet be
talen. Nee, nee, werkelijk niet".
„Nonsens", zei Neill scherp.
„Nee, nee, nee.zei mevrouw Fincham
weer en begon op onrustbarende manier te
hijgen en zich op te winden.
Constance deed onwillekeurig een stap
terug. Ze vond de oude vrouw afstotelijker
dan ooit en angstaanjagend. Bagnet legde
een hand op haar arm en fluisterde ge
ruststellend in haar oor: „Trekt u zich er
niets van aan. Het betekent allemaal niets.
Ze heeft geld genoeg".
Op dat moment kwam Fiona de trap af-
rennnen. Haar smal gezichtje zag er ont
steld uit. Haar haar hing slordig om haar
hoofd.
„O, Neill, riep ze uit, „Neill, mijn ring.
Mijn geluksring. Hij is weg. gestolen..
O, Neill!"
Mevrouw Fincham hield op met hijgen
en haar gezicht, dat rood had gezien, werd
weer vaalbleek.
„Aha", zei ze met iets van triomf in haar
stem, „dus dit keer is de dief naar boven
gegaan! Misschien heeft hij dan geen in-
terresse meer in mijn kostbaarheden!
Prachtig, prachtig!"
Ze draaide zich om en begon moeizaam
in de richting van de eetkamer te lopen.
Er sprongen tranen in Fiona's ogen. „Mijn
mooie ring", snikte ze ongelukkig, „de ring
van mijn moeder!" Bagnet legde zijn han
den op haar schouders en zei zacht:
„Tracht kalm te zijn, Fi. Ben je er werke
lijk helemaal zeker van?"
„O ja", antwoordde Fiona, „helemaal ze
ker. Ik bewaar die ring altijd in mijn flu
welen bijouteriedoosje in de bovenste la
van mijn kast. En nu is hij weg. Weg.
O Neill, het is vreselijk! Die dief begint
nu boven, precies zoals ze zegt".
Neill keek even naar Bagnet. „De oude
vrouw kan het zelf niet zijn, ze kan onmo
gelijk de trap op", merkte hij aarzelend op.
„Onzin, antwoordde Bagnet. „Ze kan
heel goed lopen, ze doet maar alsof ze zo
invalide is. Het is alleen maar die abnor
male dikte en daarbij is ze ontstellend lui.
Maar ze zou het heel goed gedaan kunnen
hebben".
„Toch geloof ik niet, dat zij het deed",
zei Fiona en er klonk iets van angst in haar
stem. „Ik weet, dat we het vaak gedacht
hebben, maar ik geloof niet, dat ze met dit
geval iets te maken heett".
„Ik geloof het ook niet", viel Neill haar
bij. „Ze is in geen vijf jaren boven geweest.
Dat weet jij ook, Philip. Ze beweegt zich
alleen van haar zitkamer naar haar slaap
kamer en verder naar de eetkamer, dat is
zo'n soort gewoonte geworden, haar lede
maten doen dat automatisch. Maar ik ge
loof werkelijk niet, dat ze de trap op zou
kunnen komen".
Bagnet fronste. Wees niet zo dwaas", zei
hij kortaf. „Wie zou het anders kunnen
zijn? Wie? We zijn het er altijd over eens
geweest, dat zij het zelf moest zijn. Altijd!
Is dit een demonstratie ten behoeve van
juffrouw Fairlie?"
„Niet in het minst", zei Neill koel. Con
stance maakte op dat moment een won
derlijk geluid. Neill keek haar aan en zag,
dat ze doodsbleek was geworden en dat er
gen kleur meer op haar lippen was. Tot
haar grote schande moest Constance Fair
lie, de wereldse, moderne, onafhankelijke
jonge vrouw, bekennnen, dat ze zich dood
misselijk voelde.
,,'t Is al dat gepraat bovenop een lege
maag", zei Neill troostend. „Ga maar mee
naar de garderobe".
Hij sloeg een sterke arm om haar schou
ders en ging met haar een deur aan de lin
kerkant van de hal binnen. Even later
kwam hij weer te voorschijn. Bagnet merk
te met een spottend lachje op: „Ze schijnt
dus niet zo taai te zijn, als ze het wil laten
voorkomen. Kom Fi, kop op. Iémand heeft
die ring van je gestolen. Wel, dit is een
nieuwe fase en ik kies nu juffrouw Fair-
lie's kant. Ik ga zelf ook alles op alles zet
ten om er achter te komen, wie de dader
is".
Mary kwam uit de eetkamer. „Mevrouw
Fincham vraagt, waar u blijft", zei ze
zacht.
„We komen", zei Neill, „in orde Mary.
Krijgen we wat lekkers voor het ontbijt?"
„O, meneer Neill", antwoordde de oude
gedienstige, „U weet wel, dat er nooit veel
bijzonders is. Er zijn alleen die visjes en
de toast. Het was mijn laatste blik. We heb
ben verder niets meer".
Bagnet keek haar aam en merkte op
enigszins smalende toon op: „Je behoeft
je geen zorgen meer te maken, Mary. Me
vrouw Fincham heeft gezegd, dat, nu juf
frouw Fairlie hier is, alles op rolletjes zal
gaan lopen".
Fiona scheen zich over haar verdriet
heengezet te hebben. Ze liep op Mary toe
en vroeg met grote nadruk: „Mary, wat
hebben Anna en jij voor jullie ontbijt?"
„O, dat is onbelangrijk, juffrouw Fiona",
antwoordde Mary verlegen, „maakt u zich
daarover maar niet bezorgd".
„Wat hébben jullie", drong Fiona aan,
en terwijl ze haar armen om de oude
vrouw heen sloe, zei ze zacht: „Lieve Mary,
werkelijk, je moét het me vertellen. Wat
'krijgen Anna en jij te eten?"
„O, juffrouw Fiona", zei Mary, van haar
stuk gebracht, „we hebben., het best.
Maakt u zich echt niet bezorgd. We hebben
brood en jam. Heus, juffrouw Fiona".
(Wordt vervolgd).