De visserman gelooft de
wetenschap nog niet erg
Schutten voor de palingen,
die in IJsselmeer willen
Huis vol mysterie
Clowntje Riek
Havenberichten
Predikbeurten
Mysterie van de paling
In Februari bevolkings
onderzoek in Noord
Tweede uitvoering
van V.G.V.
Dr. Portielje gaf een
lesje in „dierkunde"
Castricum
ZATERDAG 17 JANUARI 1953
4
T TIT HET TWEEDE DEEL van J. F. Martinet's „Katechismus der Natuur",
een merkwaardig boek, waarvan dé vijfde druk in 1785 te Amsterdam ver
scheen, haal ik een tweetal zinnen aan, die betrekking hebben op de palingen:
„Als het weder koel is, kunnen zy lang buiten het water leeven. Dikwerf kruipen
zy over de Landen, van den eenen sloot naar den anderen; en schieten geen kuit,
maar baaren leevende jongen".
Terwijl Martinet althans gewaagt van een voortplanting bij deze vissoort,
komen wij bij oudere auteurs opvattingen tegen, die veel primitiever zijn. Izaak
Walton, de schrijver van het beroemde boek „The complete angler", die ongeveer
drie eeuwen geleden met het aalprobleem ook niet in allen dele raad wist, be
paalde er zich toe vast te stellen, dat volgens sommigen de palingen zich op
dezelfde manier voortplanten als andere vissen, maar dat zij, naar anderen
beweren, uit modder of slijk voortkomen.
FEUILLETON
door Jane England
Voor de kinderen
Toneel ten bate van
kleuterschool
Tachtig huisbezoekers op pad
„IJmuidens Mannenkoor"
kan leden gebruiken
Olympische turnsters als gasten
En daarna in mensenkennis
Waterloo kan Zondag de
leiding nemen
Overschrijving ingetrokken
Predikbeurten
Zondagsdienst artsen
Agenda voor Castricum
De trek der palinglarven. Donker gestippeld: paaigebied; licht gestippeld: Leptocepha-
lus-larven; gestreept: glasaaltjes. Binnen de lijn, waarbij 10 staat, ligt de Sargassozee
en komen larven kleiner dan 10 mm. voor; tussen 10 en 15 alleen larven van die
grootte, enz.
Uit: „Hoofdzaken der biologie" van dr. IJsseling en dr. Scheygrond).
Ook werd in 't verleden de zienswijze wel
verkondigd, dat men het zelf in de hand
had om alen te doen ontstaan: men behoef
de alleen maar vingerlange haren uit een
paardenstaart in het water te gooien; dan
zwollen deze op en veranderden geleidelijk-
weg in alen. Aristoteles op zijn beurt was
zo'n 2300 jaren geleden van gevoelen, dat
de paling een geslachtsloos dier was, waar
in men geen kuit of hom vond en hij meen
de dan ook, dat er bij deze vis sprake was
van een spontane generatie, een standpunt,
dat men zelfs heden ten dage in sommige
kringen nog steeds inneemt.
In „Plant en dier in en om Amsterdam"
(Rotterdam, 1950) heb ik reeds mede
gedeeld, dat, toen mijn zwerfmakker en ik
op 26 Juni 1948 pleisterden in een Aals-
meerse gelagkamer, een visser het café bin
nenkwam, die spoedig in een levendig ge
sprek was gewikkeld met de aanwezige
tuinders. Bij deze gelegenheid werd ook het
palingvraagstuk aangeroerd en in de loop
van de discussie uitte de visser als zijn ver
moeden, dat de alen zo maar uit het „flap"
ontstonden. Ook in het midden van de twin
tigste eeuw hechtte men dus nog geloof aan
een generatio spontanea.
Men mag deze averechtse opvattingen
niet als iets hyper-lachwekkends voorstel
len, noch op degenen, die te dezer zake niet
op de hoogte zijn, neerzien „du haut de son
grandeur". De vissers toch hebben bij de
alen nog nooit hom of kuit kunnen vaststel
len: dit was een raadselachtig geval, dat zij
niet vermochten op te lossen en de mannen
van de wetenschap voorlopig evenmin.
Er werden echter van ongeveer het mid
den der negentiende tot het begin der twin
tigste eeuw allerlei ontdekkingen gedaan,
die, met elkaar in verband gebracht, ten
slotte leidden tot de onthulling van het
mysterie.
Het was in 1856, dat de Duitser dr.
Kaup in zee een hem onbekende kleine
vis had ontdekt, die hij als een voor de
wetenschap nieuwe soort aanzag, daar
hij nergens een beschrijving vond, die
van toepassing was op het dier. dat hij
in handen kreeg. Het doorzichtige, op
een wilgenblad gelijkende creatuur
kreeg de naam Leptocephalus breviros-
tris.
Maar de viskundigen Grassi en Calan-
druccio vingen in de Straat van Messina
naderhand eveneens een onbekende, maar
ter plaatse helemaal niet zeldzame vis, een
diepzeevorm, die door stromingen naar het
oppervlak was gestuwd, en aeze bleek de
zelfde soort te zijn, die dr. Kaup had buit
gemaakt. De Italianen begonnen echter pas
ongeveer zestig jaar na Kaups ontdekking
nauwkeurig te onderzoeken of de door deze
opgespoorde soort identiek was met wat zij
hadden gevangen. Tijdens hun speurarbeid
zij hadden aan verscheidene exemplaren
van Leptocephalus huisvesting verleend in
een aquarium ervoeren zij tot hun verras
sing, dat de vissen, die zij verzorgden, op
een goede dag veranderden in, wat de En
gelsen elvers noemen en wat wij aanduiden
met de naam glasaaltjes.
Dat Kaups Leptocephalus niets anders
was dan een paling in zogenaamd larvale
toestand, was een zeer belangrijke ontdek
king, want hieruit bleek, dat de aal o.a. in
genoemd metamorphose-stadium in zee
voorkomt en dit bevestigde de waarneming
van vissers e.a., die herhaaldelijk hadden
opgemerkt, dat er in de herfst in de rivieren
nabij de kust volwassen palingen koers zet
ten naar de zee, terwijl aan de andere kant
in het voorjaar massa's kleine, aanvankelijk
doorschijnende, later donker wordende pa
linkjes van zee uit de Europese rivieren
binnendrongen.
Toen verscheen en nu vertellen wij
zeer beknopt het slot van de wonderbaar
lijke historie de Deense bioloog dr. Jo
hannes Schmidt ten tonele. Deze wilde, nu
het wel vaststond, dat de palingen zich in
zee voortplanten, in 1904 een poging doen
om na te gaan, waar zich de paaiplaatsen
van de vissen bevonden; met een schip, de
„Thor", trok hij er op uit, hij ving inder-
24)
„Phipps is het een keer gelukt onder
valse voorwendsels eieren van hem los te
krijgen", zei Neill tot Constance, „hij liet
't voorkomen, alsof hij ziek was en abso
luut eieren moest hebben. Johnnie gaf hem
een dozijn en wilde er geen betaling voor
accepteren, omdat hij niets met de zwarte
markt te maken wilde hebben. Naderhand
ontdekte hij, dat Phipps die eieren tegen
zwarte prijzen verkocht had aan de vrouw
van de plaatselijke aannemer!"
Johnnie keek Constance aan en de ont
stemde uitdrukking op zijn gezicht maakte
plaats voor vriendelijkheid, terwijl hij zei:
„Prettig met u kennis te maken. Goed, ik
ga even met jullie mee naar binnen. Maar
laat Phipps niet weer in mijn buurt ko
men!"
„O, die komt zeker niet in mijn buurt",
antwoordde Neill, „hij is niet erg op mij
gesteld".
Constance hoopte indexdaad, dat Phipps
om moeilijkheden te vermijden hen
niet zou benaderen, maar zijn grote voor
komendheid jegens haar deed haar ver
daad de gewenste aallarven en riep boven
dien naderhand de hulp in van verschillen
de scheepskapiteins, die de Atlantische
Oceaan bevoeren en er eveneens in slaag
den de vis in zijn jeugdstadium te bemach
tigen. In 1913 en 1920 zette hij, onderschei
denlijk op de „Margarete" en de „Dana",
zijn onderzoekingen voort.
In de Sargasso zee
Wij vermelden alleen de resultaten van
zijn ijverige en intelligente nasporingen:
uit de verschillende plaatsen, waar de aal
larven werden ontdekt, leidde hij af, dat
zij een bepaalde trekroute volgden; hij
kwam er tevens achter, dat de paaiplaatsen
van de palingen zich in de Sargasso-zee,
Zuidoostelijk van .de Bermuda-eilanden,
bevinden.
In de Atlantische Oceaan dit staat nu
onomstotelijk vast schieten de palingen,
die pas geslachtsrijp worden tijdens hun
avontuurlijke reis door de geweldige zee,
kuit en uit de eieren ontwikkelen zich dan,
zoals wij zagen, de door Kaun en de beide
Italianen ontdekte larven, die vervolgens
veranderen in glasaaltjes. Terwijl de
ouders, naar men aanneemt, in de diepten
van het grote water sterven, nadat de
voortplanting zich heeft voltrokken, belan
den, nadat zo'n tweeëneenhalf a drie jaar
zijn verstreken, de nakomelingen bij de
kusten aan deze zijde van de Atlantische
Oceaan en bevolken via de riviermonden
verschillende Europese binnenwateren.
Paling schutten
Men zal zich afvragen hoe de kleine dier
tjes, die zo'n enorme reis hebben afgelegd,
b.v. het IJselmeer, één der belangrijkste
Nederlandse palingreservoirs, kunnen bin
nendringen, sinds het, door het bouwen
van de Afsluitdijk, een van de Noordzee
afgesloten watervlakte is geworden. Wel
nu, ten behoeve van de glasaaltjes, die zich
verdringen voor de barrière van de Afsluit
dijk, wordt er geregeld geschut en gespuid,
zodat zij zich over de oude binnenzee kun
nen verspreiden en van daar hun weg vin
den naar wateren, die met het IJselmeer
in verbinding staan.
Wanneer men met beroepsvissers spreekt
en hun de merkwaardige levensgeschiede-
61
Ji
moeden, dat hij, zodra hij haar zag, een
poging zou doen om haar aan te spreken
Het zou een beetje pijnlijk worden. Ten
slotte kende ze hem nauwelijks en had
slechts een vage indruk van hem, die niet
ongunstig was. Ze wist niet te verklaren,
waarom men algemeen zo'n hekel aan
hem scheen te hebben. Hij leek zo'n on
schuldig, vriendelijk mannetje! Ze vroeg
zich af, of hij werkelijk een klaploper was
en of hij ook mevrouw Fincham geld wist
af te zetten
Ze stapten uit de auto en liepen op het
Clubgebouwtje toe. Fiona liep vooraan
met Johnnie en praatte geanimeerd met
hem.
Ze zag er jong en enthousiast uit en
Constance keek even ontroerd naar haar.
Op dat moment kwam Peter Phipps
naar buiten. Hij liep met een uitdagend
opgeheven hoofd en riep over zijn schou
der iets tegen een gehoor, dat niet zicht
baar was. Constance verstond niet, wat
hij zei, maar voelde dat het een antwoord
was op beledigende woorden. De hele hou
ding van Phipps wees op gekrenkte trots,
en toen ze de uitdrukking van zijn gezicht
zag, kwam er iets van medelijden over
haar. Ze vond het vreselijk, als mensen
vernederd werden en zijn gelaatsuitdruk
king overtuigde haar ervan, dat iemand
daar binnen hem diep beledigd had....
Johnnie en Fiona keken hem onbewogen
aan, Johnnie maakte een opmerking er,
Fiona lachte luid. Phipps deed, alsof hij
niets hoorde, en haastte zich om weg te
nis van de aal vertelt, gedragen velen hun
ner zich als ongelovige Thomassen, daar zij
de historie beschouwen als een geleerd ver
zinsel. Steevast vestigen zij, tenminste
velen van hen, er de aandacht op, dat zware
palingen, die hun leven doorbrengen in af
gesloten wateren, geen kans hebben de
Oceaan zwemmend te bereiken, daar er
geen waterlopen zijn, die in verbinding
staan met hun leefruimte. Velen hunner
geloven niet, dat palingen hun territorium
tegen de voortplantingstijd verlaten om
over land een of ander water tegemoet te
streven, waarlangs zij in beginsel de zee
zouden kunnen bereiken. Zij hebben nooit
palingen buiten hun element zich zien ver
plaatsen, maar daar staat tegenover, dat
dit wel door anderen is waargenomen. Bo
vendien is in de herfst het land vaak dras
sig of althans vochtig en onder deze om
standigheden is een aal stellig in staat, dank
zij zijn slangachtige voortbewegingstrant,
tenslotte opnieuw wateren te vinden, voor
dat zijn huid verdroogt.
Paling en aal niet hetzelfde
Tot dusver spraken wij zonder blikken
of blozen beurtelings van alen en palingen.
Volgens de vissers zijn dit verschillende
soorten; in werkelijkheid zijn de „schier
alen" gewone palingen, waarvan de huid,
voordat zij de reis aanvaarden naar de Oce
aan, zilverkleuriger wordt, terwijl er
tevens een vergroting van hun ogen plaats
vindt en er zich nog meer uiterlijke ver
anderingen voltrekken.
Merkwaardig is, dat de paaiplaatsen van
de Amerikaanse palingen eveneens in de
Sargasso-zee zijn gelegen; zowel de oude
dieren onder hen als naderhand hun na
komelingen leggen, om hun doel te bereiken
(onderscheidenlijk hun voortplantingster-
rein en hun zoetwaterdomein), uit de aard
komen. Constance keek ontstemd in de
richting van Johnnie en Fiona. Waarom
moesten ze dat arme mannetje, dat toch al
niet populair bleek te zijn, nog een extra
duw geven?
Neill, die achter haar aan kwam lopen,
keek haar spottend aan.
„Verspil je gevoelens van medelijden
niet, Con!" zei hij. „Dat zou zonde zijn".
„Medelijden?" zei Constance, terwijl ze
vragend haar wenkbrauwen optrok.
„Ja, medelijden met Phipps", antwoord
de Neill. „Het was duidelijk op je expres
sieve gezichtje te lezen".
Constance fronste. Ze had altijd haar
best gedaan om haar gevoelens niet te la
ten blijken. Het behoorde bij haar trai
ning. Het was om allerlei redenen beter,
altijd onbewogen en kalm te schijnen, als
je het in de wereld tot, iets wilde bren
gen
Neill lachte en stak vertrouwelijk een
arm door de hare. „Ik weet, dat je je
ergert", zei. hij vrolijk, „je wilt onbewo
gen en hard schijnen en verkeert in de
waan, dat je een „pokerface" hebt".
„Helemaal niet", zei Constance kribbig,
„maar ik haat mensen, die grof zijn".
„En je hart gaat uit naar de verdrukte
onschuld...." zei Neill plagend.
„Dat is niet waar", zei Constance vin
nig. „Ik weet maar al te goed, dat ziele-
pieten het gewoonlijk aan hun eigen fou
ten te danken hebben, dat ze in zo'n toe
stand verkeren. Meestal is zulk soort men
sen lui of weinig capabel of iets dergelijks.
Evenals andere jaren het wordt zo
langzamerhand een traditie komen De
Schouwspelers uit Amsterdam belange
loos een toneelavond verzorgen voor de
Castricumse kleuterschool-vereniging. De
Amsterdammers voeren Zaterdag 14 Fe
bruari in hotel Borst op het blijspel „De
herbergierster" van Carlo Goldoni.
50
40
30
20
10
van de zaak veel korter afstanden af dan
de Europese soort. De Amerikaanse glas
aaltjes zijn namelijk al na een jaar ter
plaatse, terwijl de Europese, zoals wij
zagen, een reis van 2,/2—3 jaar voor de
boeg hebben. RINKE TOLMAN
Het nieuwe vergaderlokaal aan de
Van Diepenstraat is in gebruik ge
nomen met een tweetal instructie
avonden voor huisbezoekers, die zich
hadden gemeld om medewerking te
verlenen bij het TBC-bevolkings-
onderzoek in het Noordelijke deel van
onze gemeente.
In tegenstelling tot de eerste avond,
Donderdag, waar het bezoek wegens
bijeenkomsten elders wat tegenviel,
kon de heer J. Hoógetoorn namens
Velsens gemeentebestuur Vrijdagavond
een groot aantal verwelkomen en hen
in een kort openingswoord wijzen op
het prachtige stuk gemeenschapswerk,
dat uit te voeren is.
Uit de Noord-Velsense bevolking hebben
zich ongeveer tachtig personen als mede
werkers-huisbezoekers beschikbaar gesteld.
„Noord" is voor deze groep vrijwilligers
verdeeld in 78 „wijken", zodat iedere huis
bezoeker ongeveer 25 of 30 woningen voor
zijn rekening krijgt. Dit zal heel wat tijd
in beslag gaan nemen, maar als de bevol
king doordrongen is van de noodzaak van
dit onderzoek, zal het de vrijwillige mede
werkers niet moeilijk worden gemaakt.
Het zal van het verloop van het onder
zoek in iJmuiden, Santpoort en Driehuis
afhangen wanneer in „Noord" met het be
volkingsonderzoek kan worden begonnen.
Zeer waarschijnlijk kan het hier op 2 Fe
bruari beginnen, waarbij gelegenheid tot
onderzoek zal bestaan in de Watervliet-
school aan de Van Diepenstraat en in de
Da Costaschool aan de Noorderlaan.
Vrijdag 16 Januari kwamen de haven van
IJmuiden binnen: Ardetta van Rotterdam.
Sambre van Rotterdam. Josien van Rotter
dam. Holderness van Goole. Falcon van Lon
den. Zaanstroom van Hull. Anna van Skug-
sund. Rijnstroom van Londen. Tosoy van
Newcastle. Keilebrook van Nieuwpoort.
Vertrokken zijn: Sint Jan naar Hamburg.
Gouwe naar Swansea. Texelstroom naar
Manchester. Dirk naar Keulen. Raffelberg
naar Londen. Soes naar Rotterdam. Maiorie
naar Ittersnm. Amazone naar Londen. Maas
land naar Bremen. Luna naar Rotterdam.
Het „IJmuidens Mannenkoor" hield de
jaarvergadering in het Cultureel Gebouw
aan de Lange Nieuwstraat. Na ongeveer
vier maanden afwezigheid wegens ziekte
was de directeur de heer J. Beider weer
aanwezig. De plannen voor het nieuwe
jaar werden besproken en de mogelijk
heid, om naar het concours te Zevenber
gen te gaan werd aangehouden. Een
nieuwe ledenactie gaat binnenkort van
start, daar het koor nog verscheidene nieu
we leden behoeft. Na nog enkele finan
ciële- en zangkwesties besproken te heb
ben, sloot de voorzitter deze vergadering.
Bovendien ben ik helemaal niet sentimen
teel. Maar ik weet alleen goed, hoe èrg
een vernedering kan zijn...."
„Werkelijk?" zei Neill peinzend. „Voor
uit, laten we naar binnen gaan en ons
amuseren".
Ze moest opeens met grote intensiteit
aan haar moeder denken, die altijd men
sen, die het moeilijk hadden, geholpen
had en daardoor zélf vaak in moeilijkhe
den was geraakt. Ze had weinig plezier
gehad van al haar goede werk jegens men
sen, die het niet verdienden en die zij niet
doorzag. De dwaze vrouw had echter
niet willen leren uit haar slechte ervarin
gen! Ze zei altijd, dat ze niet anders kón.
Nee, dergelijke zielige mensen brachten je
niet verder. Een een mens moest duidelijk
zijn doel voor ogen hebben, om het in de
wereld tot iets te brengen! Johnnie was al
met Fiona naar binnen gegaan en toen
Constance met Neill binnenkwam, zag ze
hen aan het andere eind van de bar zitten.
Een groot houtvuur brandde in een open
haard van rode baksteen en het vertrek
was vol sigarettenrook en gelach en ge
praat. Een lange, met-onaantrekkelijke
jonge vrouw van een jaar of acht en twin
tig kwam op Neill af.
„Dag lieve Neill", riep ze op enigszins
overdreven toon uit. „Wat heerlijk je te
zien!"
„Dag Barbara", zei Neill onbewogen.
„Je ziet er best uit".
Dit was niet bepaald een opmerking, die
iemand als Barbara Reid op prijs zou stel-
Voor de tweede maal na het succes van
1951 komen de leden van de Velser Gym
nastiek Vereniging met een non-stop-uit
voering in het Rex-theater in IJmuiden-
Oost voor de dag op 29 Januari. Er is se
rieus geoefend en het programma telt heel
wat nummers.
Na enige demonstraties door de jongste
leden komen de meisjes met brug- en
evenwichtsoefeningen; de oudere jongens
komen uit in hinderniswedstrijden en
tremplin-lijn-springen, de oudere meisjes
geven een schaatsenrijdersdansje, staf-
zwaaien en vrije oefening ten beste. Na de
pauze komen de dames op het podium met
knotszwaaien, balspel, hoepel- en vrije
oefening.
Ter afwisseling treedt het Dames-keur
corps van het Koninklijk Nederlands Gym-
nastiek Verbond op.
Bij dit ensemble zijn enige leden van de
Olympische Damesturnploeg 1952. In No
vember bij de Nederlandse turnkampioen-
schappen dames werd door deze ploeg uit
stekend werk aan ringen en brug geleverd.
Het is voor turnliefhebbers in Velsen ze
ker van belang dat zij in eigen gemeente
deze turnsters zullen kunnen zien werken.
Deze dames demonstreren hoogbrug,
ringen en evenwichtsbalkwerk en voeren
individuële vrije oefeningen uit.
A PEN hebben geen vlooien, ik heb er
i\_ nog nooit een bij ze gevonden, vormde
voor velen een onthulling, die dr. A. F. J.
Portielje, oud-directevr van de dierentuin
„Artis", gisteravond deed in een lezing
voor de vereniging Santpoorts Bloei in het
Ned. Hervormd Jeugdgebouw. De bezoeker
van een dierentuin denkt via de weg van
de minste weerstand, maar wanneer hij
onbevangen, onbevooroordeeld en opmerk
zaam. naar de dieren zou kijken, dan zou
de dierenkennis ongetwijfeld leiden tot
mensenkennis. Het vlooien.... waarom?
IVanneer een aap last krijgt van gestuwde
drang gaat hij krabben om zich te ontla
den. Een mens zou gaan stampvoeten of
met de deur gooien, hetgeen de belangstel
lenden volmondig beaamden. En zo trok
dr. Portielje nog veel meer typerende ver
gelijkingen tussen mens en dier, waartoe
hij na vele onderzoekingen was gekomen.
Het zat de spreker en het bestuur van
Santpoorts Bloei aanvankelijk niet erg
mee. De projector vertoonde een manke
mentje en liet het. afweten toen een van
Artis' mooste tijgers on het witte doek
"rammend de zaal moest inkijken. Dr.
Portielje liet de stellage toen maar afbre
ken en stelde voor, na het welkomstwoord
van de voorzitter mr. Vorstman, de zaak
over een andere boeg te gooien. Het on
derwerp „Omgang met dieren" vroeg nog
al veel toelichting met lichtbeelden en
daarom schudde hij een van zijn andere
voordrachten uit de mouw. Nog altijd be
staat bij vele menschen een groot wanbe
grip over de dieren. „Wat gij niet wilt dat
u geschiedt, doet dat ook een ander niet",
zei spreker en hij verklaarde er nadruk
kelijk bii dat dit gezegde zowel on kinde
ren als dieren van toepassing is. Van na
ture brengt een mens veel mee maar er
bestaan ook aangeboren mogelijkheden die
nazorg behoeven. Een baby kan lopen en
hoeft het in geen geval te leren. Oefening
baart kunst en ondervindingen komen er
echier aan te pas. In de dierenwereld nam
dr. Portielje een stel jonge duiven, dat hij
in twee groepen verdeelde. De eerste
groep liet hij dadelijk vliegen en van de
andere werden gedurende zes dagen de
vleugels vastgebonden. Toen men ze los
liet vlogen ze even best als die van de
eerste groep Het vliegen groeit mee in
het dier en zo vergaat het de mens met het.
lopen. „Met de kinderen", aldus dr. Por
tielje" gaat men veelal kinderachtig om
Fout! men moet kinderlijk met ze om
gaan". Bij de dieren is dit ook het geval,
want een aap of hond leert men nooit goed
kennen, wanneer men niet „aaps" of
„honds" met ze omgaat. De geluiden van
de dieren moeien geen vreemde beteke
nis hebben, ot&dat men een ware makker
is voor het dier. Wil men de baas spelen,
dan leert men een dier nooit kennen.
Vele voorvallen uit de praktijk en proeven
met dieren werden ter illustratie van de
beweringen door dr Portielje beschreven.
Het uitgestelde programma voor Waterloo
van Zondag wordt nu hopelijk morgen ge
speeld, zodat Waterloo de leider van de af
deling VVD op bezoek krijgt. Slagen de
IJmuidenaren er in. de puntjes thuis te hou
den, dan nemen zij de leiding over.
Het volledige programma is: Waterloo 1
VVD 1, 9.45 uur; Waterloo 2Kinheim 3,
12 uur: SVIJ 3Waterloo 3, 2 uur; Waterloo
Jun.Zandvoortmeeuwen, 2 uur.
Waterloo 1 komt uit met:
W. Kok
J. v. d. Steen, J. J. Schelvis
J. Buding, J. Schaap, J. v. Sikkelerus
A. Broek, J. Zwanenburg, G. Post, P. Dekker,
A. Holman
len, bepeinsde Constance. Er waren heel
wat vleiender opmerkingen met betrek
king tot haar uiterlijk te maken....
Maar Barbara scheen het helemaal niet
erg te vinden. Ze straalde. Toen ze echter
Constance gewaar werd, betrok haar ge
zicht. „Barbara, mag ik je voorstellen, dit
is Con", zei Neill. „Con is de nieuwste
waakhond van mijn tante".
„Maar.... ik.... dacht, dat je tante
een gezelschapsjuffrouw had aangesteld",
zei Barbara, Constance verwonderd aan
starend.
„Je bedoelt, dat je een dame op leef
tijd verwacht had", zei Neill met een lach.
„Wel, om je de waarheid te zeggen, had
den wij ook zo iemand verwacht, maar je
kunt nu zelf zien, dat we het bij het ver
keerde eind hadden...."
„Ik kan me niet voorstellen, dat iemand
het daar lang uithoudt", zei Barbara, die
opeens ontstemd scheen te zijn. „Ik be
doel niet, jij en Fiona", voegde ze er aan
toe, terwijl ze Neill aankeek, „maar ieder
ander
Neill lachte. „O, Con heeft nog lang niet
alles gezien. De ergste dingen hebben we
nog voor haar verborgen gehouden", zei
hij.
Barbara Reid lachte geforceerd. Het
was overduidelijk, dat ze alles behalve in
genomen was het met idee, dat Constance
onder hetzelfde dak woonde als Neill.
„Het arme kind", dacht Constance mede
lijdend, „ze heeft toch immers geen schijn
Naar wij vernemen hebben H. Borst,
J. Borst en J. Zonneveld hun aanvragen
om overschrijving van Vitesse '22 naar
CSV ingetrokken.
Ned. Herv. Gem., 10 uur: ds. L. Canne-
gieter.
Geref. Kerk, 10 uur: ds. P. de Ruig uit
Haarlem; 17 uur; theol. cand. G. Oppen-
diik uit Kollum.
Herv. Evang. Ver., 10 uur: ds. J. van
Duykeren, uit Amsterdam.
De Zondagsdienst is van Zaterdagmid
dag 14 uur tot Maandagmorgen 8 uur in
handen van arts H. J. van Nievelt, Bur
gemeester Lommenstraat 10, telefoon 354.
Voor hetzelfde tijdvak is de wijk- en
kraamverpleging in handen van zuster A.
Bosdriesz, Schelgeeststraat, tel. 401.
„Corso"-theater, Dorpstraat. Zaterdag
19.15 en 21.30 uur. Zondag 20 uur: „Deze
vrouw is gevaarlijk".
Zondagmiddag 14 en 16.15 uur. Maan
dag, Dinsdag en Woensdag 20 uur: „Star-
lift".
Zondag 18 Januari
IJMUIDEN:
Ned. Herv. Kerk, Kanaalstraat, 10 uur:
ds. D. C. van Wijngaarden, 17 uur: ds.
J. v. d. Berg.
Gebouw v. Chr. Belangen, Jongeren-
samenkomst, 10 uur: de heer C. de Jong.
Geref. Kerk, Ichthuskerk, 9 en 10.45 uur:
ds. R. D. Beukema, 15 en 17 uur: ds. J.
A. Tiemens.
Geref. Kerk (Art. 31 K.O.), Helmstraat,
8.30 en 17 uur: ds. J. J. Arnold.
Chr. Geref. Kerk, 10 en 16 uur: ds. J. W.
v. d. Gronden.
Doopsgezinde Gemeente, Helmstraat,
10.30 uur: ds. W. Veen.
Oud-Katholieke Kerk, 8 uur: Vroegmis,
10 uur: Hoogmis, 19 uur: Vespers, Dins
dag en Donderdag 9 uur: Heilige dienst.
Leger des Heils, 10 uur: Heiligingsdienst,
12.15 uur: Zondagsschool, 16.30 uur:
Jeugdbij eenkomst, 19 uur: Openlucht
samenkomst, 20 uur: Verlossingssamen
komst en installatie nieuw zangkoor.
IJMUIDEN-OOST:
Ned. Herv. Kerk, Goede Herderkerk, 10
uur: ds. G. Wassenaar, 19 uur: ds. J.
Bronsgeest.
Geref. Kerk, Bethelkerk, 10 en 17 uur:
ds. A. T. Besselaar van Krabbendijke.
Ver. v. Vrijz. Herv., Abelenstraat 1,
10.30 uur: ds. J. Heidinga.
Evangelisatievereniging „Elon", Casem-
broot-zijstraat, 10 uur: de heer W. F.
Kloos, Gouda.
Vergadering van Gelovigen, Esdoorn
straat 30.
DRIEHUIS:
Geref. Kerk, koffiekamer Westerveld,
19.30 uur: ds. W. Veen.
Evang. Luth. Gemeente, koffiekamer
Westerveld, 10.15 uur ds. J. L. J. Meiners
van Amsterdam.
VELSEN:
Ned. Herv. Kerk, Zaterdag Wijkgebouw
(Torenstraat 2) 19.45 uur: Avondgebed;
Zondag, Jeugdkapel 10.15 uur: de heer
Verhoef; Kerk: 10 uur: ds. L. Brink;
18.45 uur: Zangdienst, 19 uur: Jeugd
dienst (H.A.).
VELSEN-NOORD:
Chr. Geref. Kerk, Da Costaschool, 19
uur: ds. J. W. v. d. Gronden.
Ned. Herv. Kerk, 10 uur: ds. H. P. Huis
man (H.A.), 19 uur: ds. H. P. Huisman
(voortzetting H. Avondmaal).
BEVERWIJK:
Ned. Herv. Gemeente, Grote Kerk, 10 en
19 uur: ds. F. C. Willekes, H. Avond
maal en Dankzegging.
Ned. Herv. Gemeente, Populierenlaan,
10 uur: ds. W. Oorthuys, H. Avondmaal.
Ned. Herv. Gemeente, Jeugdkapel Groe-
nelaan, 10 uur: mr. C. V. v. Goeverden.
Geref. Kerk, Moensplein, 10 en 17 uur:
ds. C. Meyer.
Vrijz. Hervormden, Prinsesselaan, 10
uur: dr. A. v. Biemen van Bentveld, 11.30
uur: Zondagschool.
Lutherse Kerk, Koningstraat, 10 uur:
Vrijzinnig Christelijke jeugdkerk.
Maranatha, 10 uur: de heer J. Sevensma
van Amsterdam, 17 uur evangelisatie
bijeenkomst.
Leger des Heils, Kerkstraat, 10 uur: Hei
ligingssamenkomst, 12 uur: Zondag
school, 16.30 uur: Kindersamenkomst,
19.30 uur: Bidstond, 20 uur: Verlossings
samenkomst.
WIJK AAN ZEE:
Ned. Herv. Kerk, Julianaplein, 10 en 19
uur: ds. J. Wiersma, H. Avondmaal en
dankzegging.
SANTPOORT:
Ned. Herv. Kerk, 10.30 uur: ds. D. ter
Steege.
De Toorts, 9 uur: ds. D. ter Steege.
Kapel, 19 uur: ds. G. J. Waardenburg
van Haarlem.
Geref. Kerk, 9.30 en 17 uur: ds. M. W. J.
G. de Kluys.
Geref. Kerk (Art. 31 K.O.), 10.30 en 15
uur: ds. N. Bruin.
HAARLEM:
Church of England, Kinderhuissingel,
3 p.m. Evensong, rev. Mossman.
van kans bij Neill. Bovendien is ze jaren
ouder!"
„Barbara, wat wil je drinken?" vroeg
Neill,^ „en wat zal het voor jou zijn,
„Ik weet het niet", antwoordde Bar
bara. „Ik moet niet veel meer hebben, an
ders zie ik ze rennen
Van de andere kant van de bar riep
Johnnie met luide stem: „Hé, Neill, ik
dacht dat je er met mij eentje wilde drin
ken!"
„Ik kom al", antwoordde Neill.
Barbara keek hem fronsend aan. „Ik
begrijp niet, dat je iets met die man te
maken wil hebben", zei ze. „Hij is volko
men onmogelijk. Hij heeft de hele avond
Peter Phipps het leven zuur gemaakt".
„Ik ben nu eenmaal gesteld op Johnnie",
antwoordde Neill luchtig.
„Kom je bij ons zitten, Barbara, of is
het je onmogelijk een vriendelijk woord
met Johnnie te wisselen?"
„Ik ga nog even wat bij Archie praten",
zei Barbara demonstratief.
„Ik zie je straks nog wel".
„Het komt me voor", zei Constance
glimlachend, toen ze in de richting van Fi
ona en Johnnie liepen, „dat er hier heel
wat verborgen en misplaatste gevoelens
in deze kleine samenleving bestaan".
„Daar heb je gelijk in", antwoordde
Neill. „Er zijn er hier ontelbare. Dat is op
alle dorpen zo. Je zult er nog wel meer
merken".
(Wordt vervolgd).
Het was nu rustig in huis, nu de jongens de hele dag naar school waren.
Op een morgen kwam onverwacht één van de Kabouters oom Tripje opzoeken; en
hij bracht geen prettig nieuws.
„Pilon heeft vanmorgen een ongelukje gehad", vertelde hij. „Bij het werk is een tak
van de boom gebroken, en Pilon viel uit de boom, nogal hoog. Hij heeft zijn arm ge
broken en we hebben hem zojuist naar het ziekenhuis gebracht!"
Daar keek oom Tripje van op.
„Wat vervelenfl!", zei hij. „Hoe gaat het nu met Pilon?"
„Nu wel wat beter", zei de Kabouter. „De dokter heeft hem behandeld en nu zijn arm
in het verband zit, heeft hij niet zo'n erge pijn meer".
„We zullen hem vandaag nog opzoeken", beloofde oom Tripje. „De jongens zullen er
ook wel van schrikken!"
„Dat zal Pilon vast wél prettig vinden, als jullie bij hem op bezoek komen", meende
zijn vriend. „Om zeven uur vanavond is er bezoekuur".
Daarna nam de Kabouter weer afscheid, want er was nog veel werk te doen.
Oom Tripje vertelde het nieuws aan tante Liezebertha, die ook medelijden had met
Pilon. Zij vond het ook prettig, dat de jongens hem zouden gaan opzoeken.
„Die arme Pilon!!", zei ze.