De visserman gelooft de wetenschap nog niet erg Schutten voor de palingen, die in IJsselmeer willen Huis vol mysterie Clowntje Riek Havenberichten Predikbeurten Mysterie van de paling In Februari bevolkings onderzoek in Noord Tweede uitvoering van V.G.V. Dr. Portielje gaf een lesje in „dierkunde" Castricum ZATERDAG 17 JANUARI 1953 4 T TIT HET TWEEDE DEEL van J. F. Martinet's „Katechismus der Natuur", een merkwaardig boek, waarvan dé vijfde druk in 1785 te Amsterdam ver scheen, haal ik een tweetal zinnen aan, die betrekking hebben op de palingen: „Als het weder koel is, kunnen zy lang buiten het water leeven. Dikwerf kruipen zy over de Landen, van den eenen sloot naar den anderen; en schieten geen kuit, maar baaren leevende jongen". Terwijl Martinet althans gewaagt van een voortplanting bij deze vissoort, komen wij bij oudere auteurs opvattingen tegen, die veel primitiever zijn. Izaak Walton, de schrijver van het beroemde boek „The complete angler", die ongeveer drie eeuwen geleden met het aalprobleem ook niet in allen dele raad wist, be paalde er zich toe vast te stellen, dat volgens sommigen de palingen zich op dezelfde manier voortplanten als andere vissen, maar dat zij, naar anderen beweren, uit modder of slijk voortkomen. FEUILLETON door Jane England Voor de kinderen Toneel ten bate van kleuterschool Tachtig huisbezoekers op pad „IJmuidens Mannenkoor" kan leden gebruiken Olympische turnsters als gasten En daarna in mensenkennis Waterloo kan Zondag de leiding nemen Overschrijving ingetrokken Predikbeurten Zondagsdienst artsen Agenda voor Castricum De trek der palinglarven. Donker gestippeld: paaigebied; licht gestippeld: Leptocepha- lus-larven; gestreept: glasaaltjes. Binnen de lijn, waarbij 10 staat, ligt de Sargassozee en komen larven kleiner dan 10 mm. voor; tussen 10 en 15 alleen larven van die grootte, enz. Uit: „Hoofdzaken der biologie" van dr. IJsseling en dr. Scheygrond). Ook werd in 't verleden de zienswijze wel verkondigd, dat men het zelf in de hand had om alen te doen ontstaan: men behoef de alleen maar vingerlange haren uit een paardenstaart in het water te gooien; dan zwollen deze op en veranderden geleidelijk- weg in alen. Aristoteles op zijn beurt was zo'n 2300 jaren geleden van gevoelen, dat de paling een geslachtsloos dier was, waar in men geen kuit of hom vond en hij meen de dan ook, dat er bij deze vis sprake was van een spontane generatie, een standpunt, dat men zelfs heden ten dage in sommige kringen nog steeds inneemt. In „Plant en dier in en om Amsterdam" (Rotterdam, 1950) heb ik reeds mede gedeeld, dat, toen mijn zwerfmakker en ik op 26 Juni 1948 pleisterden in een Aals- meerse gelagkamer, een visser het café bin nenkwam, die spoedig in een levendig ge sprek was gewikkeld met de aanwezige tuinders. Bij deze gelegenheid werd ook het palingvraagstuk aangeroerd en in de loop van de discussie uitte de visser als zijn ver moeden, dat de alen zo maar uit het „flap" ontstonden. Ook in het midden van de twin tigste eeuw hechtte men dus nog geloof aan een generatio spontanea. Men mag deze averechtse opvattingen niet als iets hyper-lachwekkends voorstel len, noch op degenen, die te dezer zake niet op de hoogte zijn, neerzien „du haut de son grandeur". De vissers toch hebben bij de alen nog nooit hom of kuit kunnen vaststel len: dit was een raadselachtig geval, dat zij niet vermochten op te lossen en de mannen van de wetenschap voorlopig evenmin. Er werden echter van ongeveer het mid den der negentiende tot het begin der twin tigste eeuw allerlei ontdekkingen gedaan, die, met elkaar in verband gebracht, ten slotte leidden tot de onthulling van het mysterie. Het was in 1856, dat de Duitser dr. Kaup in zee een hem onbekende kleine vis had ontdekt, die hij als een voor de wetenschap nieuwe soort aanzag, daar hij nergens een beschrijving vond, die van toepassing was op het dier. dat hij in handen kreeg. Het doorzichtige, op een wilgenblad gelijkende creatuur kreeg de naam Leptocephalus breviros- tris. Maar de viskundigen Grassi en Calan- druccio vingen in de Straat van Messina naderhand eveneens een onbekende, maar ter plaatse helemaal niet zeldzame vis, een diepzeevorm, die door stromingen naar het oppervlak was gestuwd, en aeze bleek de zelfde soort te zijn, die dr. Kaup had buit gemaakt. De Italianen begonnen echter pas ongeveer zestig jaar na Kaups ontdekking nauwkeurig te onderzoeken of de door deze opgespoorde soort identiek was met wat zij hadden gevangen. Tijdens hun speurarbeid zij hadden aan verscheidene exemplaren van Leptocephalus huisvesting verleend in een aquarium ervoeren zij tot hun verras sing, dat de vissen, die zij verzorgden, op een goede dag veranderden in, wat de En gelsen elvers noemen en wat wij aanduiden met de naam glasaaltjes. Dat Kaups Leptocephalus niets anders was dan een paling in zogenaamd larvale toestand, was een zeer belangrijke ontdek king, want hieruit bleek, dat de aal o.a. in genoemd metamorphose-stadium in zee voorkomt en dit bevestigde de waarneming van vissers e.a., die herhaaldelijk hadden opgemerkt, dat er in de herfst in de rivieren nabij de kust volwassen palingen koers zet ten naar de zee, terwijl aan de andere kant in het voorjaar massa's kleine, aanvankelijk doorschijnende, later donker wordende pa linkjes van zee uit de Europese rivieren binnendrongen. Toen verscheen en nu vertellen wij zeer beknopt het slot van de wonderbaar lijke historie de Deense bioloog dr. Jo hannes Schmidt ten tonele. Deze wilde, nu het wel vaststond, dat de palingen zich in zee voortplanten, in 1904 een poging doen om na te gaan, waar zich de paaiplaatsen van de vissen bevonden; met een schip, de „Thor", trok hij er op uit, hij ving inder- 24) „Phipps is het een keer gelukt onder valse voorwendsels eieren van hem los te krijgen", zei Neill tot Constance, „hij liet 't voorkomen, alsof hij ziek was en abso luut eieren moest hebben. Johnnie gaf hem een dozijn en wilde er geen betaling voor accepteren, omdat hij niets met de zwarte markt te maken wilde hebben. Naderhand ontdekte hij, dat Phipps die eieren tegen zwarte prijzen verkocht had aan de vrouw van de plaatselijke aannemer!" Johnnie keek Constance aan en de ont stemde uitdrukking op zijn gezicht maakte plaats voor vriendelijkheid, terwijl hij zei: „Prettig met u kennis te maken. Goed, ik ga even met jullie mee naar binnen. Maar laat Phipps niet weer in mijn buurt ko men!" „O, die komt zeker niet in mijn buurt", antwoordde Neill, „hij is niet erg op mij gesteld". Constance hoopte indexdaad, dat Phipps om moeilijkheden te vermijden hen niet zou benaderen, maar zijn grote voor komendheid jegens haar deed haar ver daad de gewenste aallarven en riep boven dien naderhand de hulp in van verschillen de scheepskapiteins, die de Atlantische Oceaan bevoeren en er eveneens in slaag den de vis in zijn jeugdstadium te bemach tigen. In 1913 en 1920 zette hij, onderschei denlijk op de „Margarete" en de „Dana", zijn onderzoekingen voort. In de Sargasso zee Wij vermelden alleen de resultaten van zijn ijverige en intelligente nasporingen: uit de verschillende plaatsen, waar de aal larven werden ontdekt, leidde hij af, dat zij een bepaalde trekroute volgden; hij kwam er tevens achter, dat de paaiplaatsen van de palingen zich in de Sargasso-zee, Zuidoostelijk van .de Bermuda-eilanden, bevinden. In de Atlantische Oceaan dit staat nu onomstotelijk vast schieten de palingen, die pas geslachtsrijp worden tijdens hun avontuurlijke reis door de geweldige zee, kuit en uit de eieren ontwikkelen zich dan, zoals wij zagen, de door Kaun en de beide Italianen ontdekte larven, die vervolgens veranderen in glasaaltjes. Terwijl de ouders, naar men aanneemt, in de diepten van het grote water sterven, nadat de voortplanting zich heeft voltrokken, belan den, nadat zo'n tweeëneenhalf a drie jaar zijn verstreken, de nakomelingen bij de kusten aan deze zijde van de Atlantische Oceaan en bevolken via de riviermonden verschillende Europese binnenwateren. Paling schutten Men zal zich afvragen hoe de kleine dier tjes, die zo'n enorme reis hebben afgelegd, b.v. het IJselmeer, één der belangrijkste Nederlandse palingreservoirs, kunnen bin nendringen, sinds het, door het bouwen van de Afsluitdijk, een van de Noordzee afgesloten watervlakte is geworden. Wel nu, ten behoeve van de glasaaltjes, die zich verdringen voor de barrière van de Afsluit dijk, wordt er geregeld geschut en gespuid, zodat zij zich over de oude binnenzee kun nen verspreiden en van daar hun weg vin den naar wateren, die met het IJselmeer in verbinding staan. Wanneer men met beroepsvissers spreekt en hun de merkwaardige levensgeschiede- 61 Ji moeden, dat hij, zodra hij haar zag, een poging zou doen om haar aan te spreken Het zou een beetje pijnlijk worden. Ten slotte kende ze hem nauwelijks en had slechts een vage indruk van hem, die niet ongunstig was. Ze wist niet te verklaren, waarom men algemeen zo'n hekel aan hem scheen te hebben. Hij leek zo'n on schuldig, vriendelijk mannetje! Ze vroeg zich af, of hij werkelijk een klaploper was en of hij ook mevrouw Fincham geld wist af te zetten Ze stapten uit de auto en liepen op het Clubgebouwtje toe. Fiona liep vooraan met Johnnie en praatte geanimeerd met hem. Ze zag er jong en enthousiast uit en Constance keek even ontroerd naar haar. Op dat moment kwam Peter Phipps naar buiten. Hij liep met een uitdagend opgeheven hoofd en riep over zijn schou der iets tegen een gehoor, dat niet zicht baar was. Constance verstond niet, wat hij zei, maar voelde dat het een antwoord was op beledigende woorden. De hele hou ding van Phipps wees op gekrenkte trots, en toen ze de uitdrukking van zijn gezicht zag, kwam er iets van medelijden over haar. Ze vond het vreselijk, als mensen vernederd werden en zijn gelaatsuitdruk king overtuigde haar ervan, dat iemand daar binnen hem diep beledigd had.... Johnnie en Fiona keken hem onbewogen aan, Johnnie maakte een opmerking er, Fiona lachte luid. Phipps deed, alsof hij niets hoorde, en haastte zich om weg te nis van de aal vertelt, gedragen velen hun ner zich als ongelovige Thomassen, daar zij de historie beschouwen als een geleerd ver zinsel. Steevast vestigen zij, tenminste velen van hen, er de aandacht op, dat zware palingen, die hun leven doorbrengen in af gesloten wateren, geen kans hebben de Oceaan zwemmend te bereiken, daar er geen waterlopen zijn, die in verbinding staan met hun leefruimte. Velen hunner geloven niet, dat palingen hun territorium tegen de voortplantingstijd verlaten om over land een of ander water tegemoet te streven, waarlangs zij in beginsel de zee zouden kunnen bereiken. Zij hebben nooit palingen buiten hun element zich zien ver plaatsen, maar daar staat tegenover, dat dit wel door anderen is waargenomen. Bo vendien is in de herfst het land vaak dras sig of althans vochtig en onder deze om standigheden is een aal stellig in staat, dank zij zijn slangachtige voortbewegingstrant, tenslotte opnieuw wateren te vinden, voor dat zijn huid verdroogt. Paling en aal niet hetzelfde Tot dusver spraken wij zonder blikken of blozen beurtelings van alen en palingen. Volgens de vissers zijn dit verschillende soorten; in werkelijkheid zijn de „schier alen" gewone palingen, waarvan de huid, voordat zij de reis aanvaarden naar de Oce aan, zilverkleuriger wordt, terwijl er tevens een vergroting van hun ogen plaats vindt en er zich nog meer uiterlijke ver anderingen voltrekken. Merkwaardig is, dat de paaiplaatsen van de Amerikaanse palingen eveneens in de Sargasso-zee zijn gelegen; zowel de oude dieren onder hen als naderhand hun na komelingen leggen, om hun doel te bereiken (onderscheidenlijk hun voortplantingster- rein en hun zoetwaterdomein), uit de aard komen. Constance keek ontstemd in de richting van Johnnie en Fiona. Waarom moesten ze dat arme mannetje, dat toch al niet populair bleek te zijn, nog een extra duw geven? Neill, die achter haar aan kwam lopen, keek haar spottend aan. „Verspil je gevoelens van medelijden niet, Con!" zei hij. „Dat zou zonde zijn". „Medelijden?" zei Constance, terwijl ze vragend haar wenkbrauwen optrok. „Ja, medelijden met Phipps", antwoord de Neill. „Het was duidelijk op je expres sieve gezichtje te lezen". Constance fronste. Ze had altijd haar best gedaan om haar gevoelens niet te la ten blijken. Het behoorde bij haar trai ning. Het was om allerlei redenen beter, altijd onbewogen en kalm te schijnen, als je het in de wereld tot, iets wilde bren gen Neill lachte en stak vertrouwelijk een arm door de hare. „Ik weet, dat je je ergert", zei. hij vrolijk, „je wilt onbewo gen en hard schijnen en verkeert in de waan, dat je een „pokerface" hebt". „Helemaal niet", zei Constance kribbig, „maar ik haat mensen, die grof zijn". „En je hart gaat uit naar de verdrukte onschuld...." zei Neill plagend. „Dat is niet waar", zei Constance vin nig. „Ik weet maar al te goed, dat ziele- pieten het gewoonlijk aan hun eigen fou ten te danken hebben, dat ze in zo'n toe stand verkeren. Meestal is zulk soort men sen lui of weinig capabel of iets dergelijks. Evenals andere jaren het wordt zo langzamerhand een traditie komen De Schouwspelers uit Amsterdam belange loos een toneelavond verzorgen voor de Castricumse kleuterschool-vereniging. De Amsterdammers voeren Zaterdag 14 Fe bruari in hotel Borst op het blijspel „De herbergierster" van Carlo Goldoni. 50 40 30 20 10 van de zaak veel korter afstanden af dan de Europese soort. De Amerikaanse glas aaltjes zijn namelijk al na een jaar ter plaatse, terwijl de Europese, zoals wij zagen, een reis van 2,/2—3 jaar voor de boeg hebben. RINKE TOLMAN Het nieuwe vergaderlokaal aan de Van Diepenstraat is in gebruik ge nomen met een tweetal instructie avonden voor huisbezoekers, die zich hadden gemeld om medewerking te verlenen bij het TBC-bevolkings- onderzoek in het Noordelijke deel van onze gemeente. In tegenstelling tot de eerste avond, Donderdag, waar het bezoek wegens bijeenkomsten elders wat tegenviel, kon de heer J. Hoógetoorn namens Velsens gemeentebestuur Vrijdagavond een groot aantal verwelkomen en hen in een kort openingswoord wijzen op het prachtige stuk gemeenschapswerk, dat uit te voeren is. Uit de Noord-Velsense bevolking hebben zich ongeveer tachtig personen als mede werkers-huisbezoekers beschikbaar gesteld. „Noord" is voor deze groep vrijwilligers verdeeld in 78 „wijken", zodat iedere huis bezoeker ongeveer 25 of 30 woningen voor zijn rekening krijgt. Dit zal heel wat tijd in beslag gaan nemen, maar als de bevol king doordrongen is van de noodzaak van dit onderzoek, zal het de vrijwillige mede werkers niet moeilijk worden gemaakt. Het zal van het verloop van het onder zoek in iJmuiden, Santpoort en Driehuis afhangen wanneer in „Noord" met het be volkingsonderzoek kan worden begonnen. Zeer waarschijnlijk kan het hier op 2 Fe bruari beginnen, waarbij gelegenheid tot onderzoek zal bestaan in de Watervliet- school aan de Van Diepenstraat en in de Da Costaschool aan de Noorderlaan. Vrijdag 16 Januari kwamen de haven van IJmuiden binnen: Ardetta van Rotterdam. Sambre van Rotterdam. Josien van Rotter dam. Holderness van Goole. Falcon van Lon den. Zaanstroom van Hull. Anna van Skug- sund. Rijnstroom van Londen. Tosoy van Newcastle. Keilebrook van Nieuwpoort. Vertrokken zijn: Sint Jan naar Hamburg. Gouwe naar Swansea. Texelstroom naar Manchester. Dirk naar Keulen. Raffelberg naar Londen. Soes naar Rotterdam. Maiorie naar Ittersnm. Amazone naar Londen. Maas land naar Bremen. Luna naar Rotterdam. Het „IJmuidens Mannenkoor" hield de jaarvergadering in het Cultureel Gebouw aan de Lange Nieuwstraat. Na ongeveer vier maanden afwezigheid wegens ziekte was de directeur de heer J. Beider weer aanwezig. De plannen voor het nieuwe jaar werden besproken en de mogelijk heid, om naar het concours te Zevenber gen te gaan werd aangehouden. Een nieuwe ledenactie gaat binnenkort van start, daar het koor nog verscheidene nieu we leden behoeft. Na nog enkele finan ciële- en zangkwesties besproken te heb ben, sloot de voorzitter deze vergadering. Bovendien ben ik helemaal niet sentimen teel. Maar ik weet alleen goed, hoe èrg een vernedering kan zijn...." „Werkelijk?" zei Neill peinzend. „Voor uit, laten we naar binnen gaan en ons amuseren". Ze moest opeens met grote intensiteit aan haar moeder denken, die altijd men sen, die het moeilijk hadden, geholpen had en daardoor zélf vaak in moeilijkhe den was geraakt. Ze had weinig plezier gehad van al haar goede werk jegens men sen, die het niet verdienden en die zij niet doorzag. De dwaze vrouw had echter niet willen leren uit haar slechte ervarin gen! Ze zei altijd, dat ze niet anders kón. Nee, dergelijke zielige mensen brachten je niet verder. Een een mens moest duidelijk zijn doel voor ogen hebben, om het in de wereld tot iets te brengen! Johnnie was al met Fiona naar binnen gegaan en toen Constance met Neill binnenkwam, zag ze hen aan het andere eind van de bar zitten. Een groot houtvuur brandde in een open haard van rode baksteen en het vertrek was vol sigarettenrook en gelach en ge praat. Een lange, met-onaantrekkelijke jonge vrouw van een jaar of acht en twin tig kwam op Neill af. „Dag lieve Neill", riep ze op enigszins overdreven toon uit. „Wat heerlijk je te zien!" „Dag Barbara", zei Neill onbewogen. „Je ziet er best uit". Dit was niet bepaald een opmerking, die iemand als Barbara Reid op prijs zou stel- Voor de tweede maal na het succes van 1951 komen de leden van de Velser Gym nastiek Vereniging met een non-stop-uit voering in het Rex-theater in IJmuiden- Oost voor de dag op 29 Januari. Er is se rieus geoefend en het programma telt heel wat nummers. Na enige demonstraties door de jongste leden komen de meisjes met brug- en evenwichtsoefeningen; de oudere jongens komen uit in hinderniswedstrijden en tremplin-lijn-springen, de oudere meisjes geven een schaatsenrijdersdansje, staf- zwaaien en vrije oefening ten beste. Na de pauze komen de dames op het podium met knotszwaaien, balspel, hoepel- en vrije oefening. Ter afwisseling treedt het Dames-keur corps van het Koninklijk Nederlands Gym- nastiek Verbond op. Bij dit ensemble zijn enige leden van de Olympische Damesturnploeg 1952. In No vember bij de Nederlandse turnkampioen- schappen dames werd door deze ploeg uit stekend werk aan ringen en brug geleverd. Het is voor turnliefhebbers in Velsen ze ker van belang dat zij in eigen gemeente deze turnsters zullen kunnen zien werken. Deze dames demonstreren hoogbrug, ringen en evenwichtsbalkwerk en voeren individuële vrije oefeningen uit. A PEN hebben geen vlooien, ik heb er i\_ nog nooit een bij ze gevonden, vormde voor velen een onthulling, die dr. A. F. J. Portielje, oud-directevr van de dierentuin „Artis", gisteravond deed in een lezing voor de vereniging Santpoorts Bloei in het Ned. Hervormd Jeugdgebouw. De bezoeker van een dierentuin denkt via de weg van de minste weerstand, maar wanneer hij onbevangen, onbevooroordeeld en opmerk zaam. naar de dieren zou kijken, dan zou de dierenkennis ongetwijfeld leiden tot mensenkennis. Het vlooien.... waarom? IVanneer een aap last krijgt van gestuwde drang gaat hij krabben om zich te ontla den. Een mens zou gaan stampvoeten of met de deur gooien, hetgeen de belangstel lenden volmondig beaamden. En zo trok dr. Portielje nog veel meer typerende ver gelijkingen tussen mens en dier, waartoe hij na vele onderzoekingen was gekomen. Het zat de spreker en het bestuur van Santpoorts Bloei aanvankelijk niet erg mee. De projector vertoonde een manke mentje en liet het. afweten toen een van Artis' mooste tijgers on het witte doek "rammend de zaal moest inkijken. Dr. Portielje liet de stellage toen maar afbre ken en stelde voor, na het welkomstwoord van de voorzitter mr. Vorstman, de zaak over een andere boeg te gooien. Het on derwerp „Omgang met dieren" vroeg nog al veel toelichting met lichtbeelden en daarom schudde hij een van zijn andere voordrachten uit de mouw. Nog altijd be staat bij vele menschen een groot wanbe grip over de dieren. „Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet", zei spreker en hij verklaarde er nadruk kelijk bii dat dit gezegde zowel on kinde ren als dieren van toepassing is. Van na ture brengt een mens veel mee maar er bestaan ook aangeboren mogelijkheden die nazorg behoeven. Een baby kan lopen en hoeft het in geen geval te leren. Oefening baart kunst en ondervindingen komen er echier aan te pas. In de dierenwereld nam dr. Portielje een stel jonge duiven, dat hij in twee groepen verdeelde. De eerste groep liet hij dadelijk vliegen en van de andere werden gedurende zes dagen de vleugels vastgebonden. Toen men ze los liet vlogen ze even best als die van de eerste groep Het vliegen groeit mee in het dier en zo vergaat het de mens met het. lopen. „Met de kinderen", aldus dr. Por tielje" gaat men veelal kinderachtig om Fout! men moet kinderlijk met ze om gaan". Bij de dieren is dit ook het geval, want een aap of hond leert men nooit goed kennen, wanneer men niet „aaps" of „honds" met ze omgaat. De geluiden van de dieren moeien geen vreemde beteke nis hebben, ot&dat men een ware makker is voor het dier. Wil men de baas spelen, dan leert men een dier nooit kennen. Vele voorvallen uit de praktijk en proeven met dieren werden ter illustratie van de beweringen door dr Portielje beschreven. Het uitgestelde programma voor Waterloo van Zondag wordt nu hopelijk morgen ge speeld, zodat Waterloo de leider van de af deling VVD op bezoek krijgt. Slagen de IJmuidenaren er in. de puntjes thuis te hou den, dan nemen zij de leiding over. Het volledige programma is: Waterloo 1 VVD 1, 9.45 uur; Waterloo 2Kinheim 3, 12 uur: SVIJ 3Waterloo 3, 2 uur; Waterloo Jun.Zandvoortmeeuwen, 2 uur. Waterloo 1 komt uit met: W. Kok J. v. d. Steen, J. J. Schelvis J. Buding, J. Schaap, J. v. Sikkelerus A. Broek, J. Zwanenburg, G. Post, P. Dekker, A. Holman len, bepeinsde Constance. Er waren heel wat vleiender opmerkingen met betrek king tot haar uiterlijk te maken.... Maar Barbara scheen het helemaal niet erg te vinden. Ze straalde. Toen ze echter Constance gewaar werd, betrok haar ge zicht. „Barbara, mag ik je voorstellen, dit is Con", zei Neill. „Con is de nieuwste waakhond van mijn tante". „Maar.... ik.... dacht, dat je tante een gezelschapsjuffrouw had aangesteld", zei Barbara, Constance verwonderd aan starend. „Je bedoelt, dat je een dame op leef tijd verwacht had", zei Neill met een lach. „Wel, om je de waarheid te zeggen, had den wij ook zo iemand verwacht, maar je kunt nu zelf zien, dat we het bij het ver keerde eind hadden...." „Ik kan me niet voorstellen, dat iemand het daar lang uithoudt", zei Barbara, die opeens ontstemd scheen te zijn. „Ik be doel niet, jij en Fiona", voegde ze er aan toe, terwijl ze Neill aankeek, „maar ieder ander Neill lachte. „O, Con heeft nog lang niet alles gezien. De ergste dingen hebben we nog voor haar verborgen gehouden", zei hij. Barbara Reid lachte geforceerd. Het was overduidelijk, dat ze alles behalve in genomen was het met idee, dat Constance onder hetzelfde dak woonde als Neill. „Het arme kind", dacht Constance mede lijdend, „ze heeft toch immers geen schijn Naar wij vernemen hebben H. Borst, J. Borst en J. Zonneveld hun aanvragen om overschrijving van Vitesse '22 naar CSV ingetrokken. Ned. Herv. Gem., 10 uur: ds. L. Canne- gieter. Geref. Kerk, 10 uur: ds. P. de Ruig uit Haarlem; 17 uur; theol. cand. G. Oppen- diik uit Kollum. Herv. Evang. Ver., 10 uur: ds. J. van Duykeren, uit Amsterdam. De Zondagsdienst is van Zaterdagmid dag 14 uur tot Maandagmorgen 8 uur in handen van arts H. J. van Nievelt, Bur gemeester Lommenstraat 10, telefoon 354. Voor hetzelfde tijdvak is de wijk- en kraamverpleging in handen van zuster A. Bosdriesz, Schelgeeststraat, tel. 401. „Corso"-theater, Dorpstraat. Zaterdag 19.15 en 21.30 uur. Zondag 20 uur: „Deze vrouw is gevaarlijk". Zondagmiddag 14 en 16.15 uur. Maan dag, Dinsdag en Woensdag 20 uur: „Star- lift". Zondag 18 Januari IJMUIDEN: Ned. Herv. Kerk, Kanaalstraat, 10 uur: ds. D. C. van Wijngaarden, 17 uur: ds. J. v. d. Berg. Gebouw v. Chr. Belangen, Jongeren- samenkomst, 10 uur: de heer C. de Jong. Geref. Kerk, Ichthuskerk, 9 en 10.45 uur: ds. R. D. Beukema, 15 en 17 uur: ds. J. A. Tiemens. Geref. Kerk (Art. 31 K.O.), Helmstraat, 8.30 en 17 uur: ds. J. J. Arnold. Chr. Geref. Kerk, 10 en 16 uur: ds. J. W. v. d. Gronden. Doopsgezinde Gemeente, Helmstraat, 10.30 uur: ds. W. Veen. Oud-Katholieke Kerk, 8 uur: Vroegmis, 10 uur: Hoogmis, 19 uur: Vespers, Dins dag en Donderdag 9 uur: Heilige dienst. Leger des Heils, 10 uur: Heiligingsdienst, 12.15 uur: Zondagsschool, 16.30 uur: Jeugdbij eenkomst, 19 uur: Openlucht samenkomst, 20 uur: Verlossingssamen komst en installatie nieuw zangkoor. IJMUIDEN-OOST: Ned. Herv. Kerk, Goede Herderkerk, 10 uur: ds. G. Wassenaar, 19 uur: ds. J. Bronsgeest. Geref. Kerk, Bethelkerk, 10 en 17 uur: ds. A. T. Besselaar van Krabbendijke. Ver. v. Vrijz. Herv., Abelenstraat 1, 10.30 uur: ds. J. Heidinga. Evangelisatievereniging „Elon", Casem- broot-zijstraat, 10 uur: de heer W. F. Kloos, Gouda. Vergadering van Gelovigen, Esdoorn straat 30. DRIEHUIS: Geref. Kerk, koffiekamer Westerveld, 19.30 uur: ds. W. Veen. Evang. Luth. Gemeente, koffiekamer Westerveld, 10.15 uur ds. J. L. J. Meiners van Amsterdam. VELSEN: Ned. Herv. Kerk, Zaterdag Wijkgebouw (Torenstraat 2) 19.45 uur: Avondgebed; Zondag, Jeugdkapel 10.15 uur: de heer Verhoef; Kerk: 10 uur: ds. L. Brink; 18.45 uur: Zangdienst, 19 uur: Jeugd dienst (H.A.). VELSEN-NOORD: Chr. Geref. Kerk, Da Costaschool, 19 uur: ds. J. W. v. d. Gronden. Ned. Herv. Kerk, 10 uur: ds. H. P. Huis man (H.A.), 19 uur: ds. H. P. Huisman (voortzetting H. Avondmaal). BEVERWIJK: Ned. Herv. Gemeente, Grote Kerk, 10 en 19 uur: ds. F. C. Willekes, H. Avond maal en Dankzegging. Ned. Herv. Gemeente, Populierenlaan, 10 uur: ds. W. Oorthuys, H. Avondmaal. Ned. Herv. Gemeente, Jeugdkapel Groe- nelaan, 10 uur: mr. C. V. v. Goeverden. Geref. Kerk, Moensplein, 10 en 17 uur: ds. C. Meyer. Vrijz. Hervormden, Prinsesselaan, 10 uur: dr. A. v. Biemen van Bentveld, 11.30 uur: Zondagschool. Lutherse Kerk, Koningstraat, 10 uur: Vrijzinnig Christelijke jeugdkerk. Maranatha, 10 uur: de heer J. Sevensma van Amsterdam, 17 uur evangelisatie bijeenkomst. Leger des Heils, Kerkstraat, 10 uur: Hei ligingssamenkomst, 12 uur: Zondag school, 16.30 uur: Kindersamenkomst, 19.30 uur: Bidstond, 20 uur: Verlossings samenkomst. WIJK AAN ZEE: Ned. Herv. Kerk, Julianaplein, 10 en 19 uur: ds. J. Wiersma, H. Avondmaal en dankzegging. SANTPOORT: Ned. Herv. Kerk, 10.30 uur: ds. D. ter Steege. De Toorts, 9 uur: ds. D. ter Steege. Kapel, 19 uur: ds. G. J. Waardenburg van Haarlem. Geref. Kerk, 9.30 en 17 uur: ds. M. W. J. G. de Kluys. Geref. Kerk (Art. 31 K.O.), 10.30 en 15 uur: ds. N. Bruin. HAARLEM: Church of England, Kinderhuissingel, 3 p.m. Evensong, rev. Mossman. van kans bij Neill. Bovendien is ze jaren ouder!" „Barbara, wat wil je drinken?" vroeg Neill,^ „en wat zal het voor jou zijn, „Ik weet het niet", antwoordde Bar bara. „Ik moet niet veel meer hebben, an ders zie ik ze rennen Van de andere kant van de bar riep Johnnie met luide stem: „Hé, Neill, ik dacht dat je er met mij eentje wilde drin ken!" „Ik kom al", antwoordde Neill. Barbara keek hem fronsend aan. „Ik begrijp niet, dat je iets met die man te maken wil hebben", zei ze. „Hij is volko men onmogelijk. Hij heeft de hele avond Peter Phipps het leven zuur gemaakt". „Ik ben nu eenmaal gesteld op Johnnie", antwoordde Neill luchtig. „Kom je bij ons zitten, Barbara, of is het je onmogelijk een vriendelijk woord met Johnnie te wisselen?" „Ik ga nog even wat bij Archie praten", zei Barbara demonstratief. „Ik zie je straks nog wel". „Het komt me voor", zei Constance glimlachend, toen ze in de richting van Fi ona en Johnnie liepen, „dat er hier heel wat verborgen en misplaatste gevoelens in deze kleine samenleving bestaan". „Daar heb je gelijk in", antwoordde Neill. „Er zijn er hier ontelbare. Dat is op alle dorpen zo. Je zult er nog wel meer merken". (Wordt vervolgd). Het was nu rustig in huis, nu de jongens de hele dag naar school waren. Op een morgen kwam onverwacht één van de Kabouters oom Tripje opzoeken; en hij bracht geen prettig nieuws. „Pilon heeft vanmorgen een ongelukje gehad", vertelde hij. „Bij het werk is een tak van de boom gebroken, en Pilon viel uit de boom, nogal hoog. Hij heeft zijn arm ge broken en we hebben hem zojuist naar het ziekenhuis gebracht!" Daar keek oom Tripje van op. „Wat vervelenfl!", zei hij. „Hoe gaat het nu met Pilon?" „Nu wel wat beter", zei de Kabouter. „De dokter heeft hem behandeld en nu zijn arm in het verband zit, heeft hij niet zo'n erge pijn meer". „We zullen hem vandaag nog opzoeken", beloofde oom Tripje. „De jongens zullen er ook wel van schrikken!" „Dat zal Pilon vast wél prettig vinden, als jullie bij hem op bezoek komen", meende zijn vriend. „Om zeven uur vanavond is er bezoekuur". Daarna nam de Kabouter weer afscheid, want er was nog veel werk te doen. Oom Tripje vertelde het nieuws aan tante Liezebertha, die ook medelijden had met Pilon. Zij vond het ook prettig, dat de jongens hem zouden gaan opzoeken. „Die arme Pilon!!", zei ze.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 6