Export gladiolen gestegen
O'
EEUWFEEST
GESLOTEN
A
SCO/M/g
Vergoedingen voor dienstreizen
van ambtenaren verhoogd
IN DE WERELDPOLITIEK
COMMUNISME en communisme
Agenda voor
Haarlem
<j5rieven aan de redactie
Een Eeuw geleden
Ondanks schijnbare achteruitgang
zijn de handelaren tevreden
Aanpassing aan de
verhoogde kosten
H-foe is het ontstaan?^
J
In 1 dag retour
DINSDAG 27 JANUARI 1953
het moderne interieur
Kerkelijk Nieuws
Dapperheidsonder
scheidingen toegekend
Vrijwilligers naar Korea
Douane en smokkelaars
slaags in pantserauto's
SL OME D U IKE LA A R
Petroleum in de kachel:
huis afgebrand
Verklaarbaar doch onjuist
(Van onze correspondent in de bloembollenstreek)
^NDANKS alle pessimistische verwachtingen in het begin van 1952 is de bloem
bollenexport toch weer hoger dan in 1951. Erg veel is het niet, nl. 176.521 kg en
1.660.327 gulden en hoe raar het ook moge klinken de eigenlijke bloembollenexport
is teruggelopen. De winst moet hoofdzakelijk worden gezocht in de gladiolenexport
in het eerste halfjaar van 1952, die met 687.028 kg en 3.379.530 gulden toenam. Heel
precies beschouwd is dus de export van hyacinten, tulpen, narcissen en bijgoed met
510.507 kg en 1.719.302 gulden gedaald.
De bloembollenexport moet namelijk in
twee gedeelten worden gesplitst. Ruw ge
zegd kan die in het eerste halfjaar worden
beschouwd als van het zgn. voorjaarsgoed,
waarin de gladiolen een overwegend ge
deelte op hun naam krijgen en in het
tweede half jaar zijn het de „echte" bloem
bollen. Een zeer nauwkeurige scheidings
lijn is er niet te trekken, omdat er ook
gladiolen in December worden geëxpor
teerd.
Doch ondanks deze schijnbare achter
uitgang is er toch alle reden tot tevreden
heid voor de kwekers en exporteurs van
de bloembollen. De teruggang is niet noe
menswaard, te meer omdat er harde klap
pen aan de bloembollen zijn uitgedeeld
door een exportbeperking met veertig pro
cent door Engeland en een nog groter per
centage door Frankrijk. Een door het Be
drijfschap voor Sierteeltproducten in Juli
gepubliceerde statistiek gaf bij Frankrijk
over het eerste halfjaar nog een winst te
zien van ongeveer 800.000 gulden, op gla
diolen dus, waarmede men het verlies op
de bloembollen over het tweede half jaar
moet verhogen. Aldus beredeneerd is de
zomer-export naar Frankrijk met ongeveer
3 millioen gulden teruggelopen.
In de gladiolen-export naar Engeland
was niet veel verschil zodat het totale ver
lies op dit land niet minder dan 5.728.189
kg. is en in geld 14.497.225 gulden.
Men wist dit in het begin van het jaar
ongeveer en had dus de taak om een zeke
re vermindering van ongeveer een 20 mil
lioen gulden in te lopen om niet al te veel
achterop te geraken. En daarin is de bloem
bollenexport bijna geslaagd. Er is voor 136
millioen gullden uitgevoerd tegen ongeveer
134% in 1951. Het totale gewicht is thans
boven de 50 millioen kilogram uitgekomen.
Om dit bedrag te bereiken heeft men
aan niet minder dan 118 landen of zelf
standige plaatsen moeten leveren. Men
laat zich nergens door weerhouden. Naar
Polen werd bijna tienduizend kilogram ge
zonden voor een bedrag van twintigdui
zend gulden. Naar Oost-Duitsland ging
bijna eenennegentig duizend kilogram ter
waarde van 184 duizend gulden.
Kenya behoorde tot de afnemers
De zo gesmade dode cijfers kunnen toch
wel aardige gedachten opwekken. Kenya
ADVERTENTIE
In verband
met de
feestelijke
herdenking
van ons
op
Zaterdag 31 Dan.
en de
voorbereiding
van de
expositie
zijn wij
op
Donderdag
en
Vrijdag
29 en 30 Januari
COMPLETE WONINGINRICHTING
Barteljorisstraat 13-17
HAARLEM
bevond zich in 1951 nog niet onder de
afnemende landen, stond in ieder geval
niet op de statistiek van het BVS en nu
prijkt daar achter die naam een export
van 5.055 kg. ten bedrage van 13.789 gul
den.
Hoewel wij nog niet op Haïti zijn geweest
zouden wij bij een bezoek daar misschien
stomverwonderd staan over de mooie gla
diolen die daar bloeien. Wij zouden een
beste kans maken tegenover gladiolen te
staan, die in de bollenstreek zijn geteeld.
Ook Haïti staat met 11.966 gulden op de
uitvoerstatistiek. Zo maar een losse greep
doend uit de 118 landen dan noemen we
op, Angola, Bahrein-eilanden, Tripolita-
nië, Eritrea, Ethiopië, Guatemala, Jamaica,
Honduras, Hongkong en Liechtenstein. Dit
land deed het in het klein en kocht 3
kilogram voor 77 gulden. Een kilogram
meer dan Tsjechoslowakije en twee kilo
gram meer dan Tripolitanië. Tasmanië is
als afnemer uitgevallen, de ene kilo voor
64 gulden in 1951 konden er dit jaar niet
meer af of de bollen waren,niet bevallen.
Kleine staatjes
Men ziet in die statistieken heel wat
kleine staatjes, die nu eens wat en dan
weer eens niets nemen. Waaraan dat te
wijten is weet niemand. Misschien een toe
vallige bezoeker in de bollentijd. Hieruit
spreekt geen georganiseerde export-sprei
ding. Veel meer blijkt echter uit de statis
tieken dat men alle mogelijke werk maakt
van landen, die geacht worden te kunnen
betalen. En met succes. Naar Canada werd
300.000 kilogram meer gezonden, naar
West-Duitsland voor een bedrag van
2.800.000 gulden, naar Noorwegen, een zich
langzaam herstellende kleine afnemer ging
ook weer twee ton meer. De allergrootste
verhogingen zijn echter te zien bij de Ver
enigde Staten van Amerika, waar drie mil
lioen kilogram meer dan vorig jaar heen
ging die 9.800.000 gulden meer opbrachten.
Zweden is het allergrootste raadsel. Dit
land stond jaren geleden volgens de inge
wijden al aan de top voor de afname.
Zweden kon niets meer hebben, zei men
en ziet, in 1952 werd 500.000 kilogram
meer afgenomen, die 2.500.000 gulden meer
opleverden. IJsland heeft het er bij laten
ziten en viel dit jaar uit. Zwitserland bleef
op de weg omhoog gaan en kocht weer
voor vier ton meer.
Bekijkt men de exportcijfers over een
reeks van jaren dan ziet men vele verlie
zen, die weer even snel werden gecompen
seerd. Het gehele Oostelijke blok is uitge
vallen. Het waren niet de allergrootste af
nemers, maar de schadepost moest toch
maar weer worden opgevangen. Andere
staten hadden financiële moeilijkheden en
krimpten hun uitgaven in door de bloem
bollen te verbieden. Men ging naar een
ander land en daardoor is men er in ge
slaagd om alle slagen op te vangen en
langzaam maar zeker vooruit te gaan.
Ned. Herv. kerk
Bedankt voor Etten-Leur (toez.) W. L.
Heijmans te Oudelande.
Beroepen te Dirksland H. N. van Hens-
bergen te Schalkwijk; te Nijverdal H. van
Goslinga te Hattem.
Bedankt voor Putten W. L. Tukker te
Delft.
Benoemd tot vicaris te Zwolle J. Bouw-
stra, cand. .te Koudum.
Geref. kerken
Beroepen te Appingedam H. T. v. Boc-
hove te Een.
Aangenomen naar Naarden A. O. Poppe
te "Hoornsterzwaag.
Aangenomen naar Amsterdam Th. H.
van Andel te Vlaardingen; naar Suawoude
G. Lugtigheid te Thesinge.
Bedankt voor Twijzel A. O. Poppe te
Hoornsterzwaag.
Geref. gemeenten
Beroepen te St. Annaland M. v. d. Ket
terij te Alblasserdam.
Tweetal te Leiden M. Blik te Rotter
dam-C. en W. de Wit te Moerkapelle.
Chr. Geref. kerken
Tweetal te Hilversum C. M. Baan te
Dordrecht en R. Slofstra te Veenendaal.
Evang. Luth. kerk
Aangenomen naar Monnikendam J. C.
Hamel, laatstelijk legerpredikant, woon
achtig te Amsterdam.
Ds. M. de Koning f
In de ouderdom van 68 jaar is te Zweelo
overleden ds. M. de Koning, predikant bij
de Ned. Herv. gemeente aldaar. De over
ledene die zich in 1948 aan deze gemeente
verbond was tevoren werkzaam als In
disch predikant in de Minahassa en op
Amboina.
ADVERTENTIE
verdrijft spierpijn, rheumatiek,
spierstijfheid, etc. U voelt direct,
hoe de doordringende warmte
een einde aan de pijn maakt.
„GENEZENDE WARMfE?'
DINSDAG 27 JANUARI
Concertgebouw: Buitengewoon concert
H.O.V., 8 uur. Minerva: „Film „Een mens
was te veel" (Vereniging „Het Zonnehuis")
8.15 uur. Frans Hals: „Servus Wien", alle
leeft., 8 uur. Spaarne: „Bleke Bet", alle leeft.,
7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Studentenliefde",
18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Operatie
Cicero", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Don
Camillo", alle leeft., 7 en 9.15 uur. City: „Aan
de Rivièra", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido:
Othello", 18 jaar, 7 en 9.15 uur.
WOENSDAG 28 JANUARI
Stadsschouwburg: „Als 't kindje binnen
komt" (Haagse Comedie), 8 uur. Wijkgebouw,
Ged. Oude Gracht 104: Ds. G. J. Waarden
burg geeft reisindrukken over Zwitserland,
8 uur. Cultura: Nederlandse Vereniging
voor Sexuele Hervorming, 8 uur. Ned. Ver
eniging van Spiritisten „Harmonia", gene
zingsdienst, 8 uur. Brinkmann: Vereniging
voor Paedagogiek, dr. A. Sunier spreekt
over „Conflicten", 8 uur. Begijnhofkapel:
Christen Spiritualistisch Centrum „De gro
tere wereld", 8 uur. Kapel Minahassastraat:
stichting „Petra", 8 uur.
Frans Hals: „Servus Wien", alle leeft.,
2.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Bleke Bet",
alle leeft., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt:
„Studentenliefde", 18 jaar. 2, 4.15, 7 en 9.15
uur. Palace: „Operatie Cicero", 14 jaar, 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Don Camillo",
alle leeft., 2, 7 en 9.15 uur. City: „Aan de
Rivièra", 14 jaar, 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur.
Lido: „Othello", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Opnieuw is bij Koninklijk Besluit een
groot aantal dapperheidsonderscheidingen
toegekend aan verzetsstrijders. Het betreft
ditmaal in hoofdzaak Nederlandse mannen
en vrouwen, die hebben gewerkt in het
verzet hetzij in Overijsel, hetzij in het
Gooi.
Vrijdag zal zich te Marseille een aantal
Nederlandse vrijwilligers inschepen be
stemd voor het Nederlands detachement
in Korea.
Dit aanvullingsdetachement omvat 50
man, te weten 2 officieren, 6 onderofficie
ren, 5 korporaals en 37 manschappen. De
commandant is kapitein C. van Ardenne
uit Ede.
Donderdag zal in de Engelbrecht van
Nassaukazerne te Roosendaal een af-
scheidsplechtigheid worden gehouden.
ADVERTENTIE
Terug uit Parijs brengen wij U de nieuwste
Franse coiffures
A. MQLENDIJK's DAMESKAPSALONS
Santpoorterplein 1 - Haarlem - Tel. 19706
Met ingang van het nieuwe jaar is voor
de rijksambtenaren een nieuwe regeling
van kracht geworden voor de vergoeding
van kosten, verbonden aan gemaakte
dienstreizen.
Het Reisbesluit 1952 vervangt een op
vele punten verouderd besluit van 1916,
ten aanzien waarvan voor het laatst in
1946 een aanpassing der vergoedingen aan
de verhoogde kosten van levensonderhoud
was voorgekomen. Sindsdien waren de ta
rieven niet gewijzigd, hetgeen tot veel
klachten aanleiding gaf. Vrij algemeen
drong men van de zijde der rijksambte
naren aan op een belangrijke verhoging
der verblijfsvergoedingen, aangezien de
prijzen sinds 1946 vooral in hotels en res
taurants aanzienlijk waren gestegen. Reeds
spoedig is toen het Georganiseerd Overleg
ingeschakeld. De vertegenwoordigers der
ambtenaren hebben ook aan het ontwerp
van het niéuwe besluit kunnen medewer
ken.
Het reisbesluit 1916, dat slechts dag- en
nachtvergoedingen kende, had generlei
rekening gehouden met verschillen in de
aard der reizen.
Voor normale incidentele reizen en voor
al ook voor etmaalvergoedingen bleken
hogere bedragen nodig te zijn. De oude
vergoedingen per etmaal van 8.40
en 9.60 zijn nu gebracht op 11.25, die
van 11.60 op 13.25 en die van 13.
op 16.
In tegenstelling met het vorige reisbe
sluit onderscheidt het nieuwe nu een vier
tal soorten van dienstreizen. De eerste
soort is de incidentele reis naar willekeu
rige bestemming, waaraan uiteraard de
meeste kosten zijn verbonden. Vervolgens
is er de rayonsreis voor dienstreizen in
een beperkt ambtsgebied. De derde soort
is de detacheringsreis voor tijdelijk elders
tewerkgestelden. Bij deze soort reizen
maakt het verschil al naar gelang men
dagelijks heen en weer reist dan wel zich
tijdelijk elders een verblijf zoekt: na korte
tijd zal men zich dan moeten instellen op
een vergoeding, die de pensionkosten als
basis neemt. Tenslotte kent het nieuwe
besluit functiereizen voor hen, die voort
durend op stap zijn en voor wie het dage
lijks werk niet zonder reizen is te denken.
Voor detacherings- en functiereizen moe
ten per departement of dienst de vergoe
dingen nog worden vastgesteld. Daarbij
zullen de in het georganiseerd overleg aan
vaarde rayonstarieven, zoals die in de uit
voeringsbeschikking op het Reisbesluit
1952 zijn gepubliceerd, als plafond worden
genomen.
Tweede klas
Het reisbesluit 1952 onderscheidt niet
meer vijf, maar - althans voor het bur
gerlijk personeel - vier categorieën. De
scheidingslijn is die tussen lager, middel
baar en hoger personeel, waarbij de laat
ste categorie is gesplitst in hogere ambte
naren en de top van het ambtelijk appa
raat.
De bepaling dat slechts de hogere
ambtenaren recht hebben op een trein-
biljet tweede klas op geheel geëlectrifi-
ceerde gedeelten, heeft blijkbaar teleur
stelling gewekt. Tot voor kort reisde de
ambtenaar uit de middelbare groep steeds
tweede klasse. Van overheidszijde achtte
men het niet verantwoord dit te continue
ren, onder meer omdat bij de modernise
ring van het vervoermiddel het reizen zeer
comfortabel is geworden. Bovendien is
men uitgegaan van de overweging, dat de
ambtenaar, indien hij voor eigen rekening
op reis gaat, over het algemeen ook slechts
van de derde klas gebruik maakt. Zodra
echter een gedeelte van het traject niet ge-
electrificeerd is, mag men niet alleen dit
gedeelte, doch het gehele traject in de
tweede klas plaats nemen.
De tarieven voor het gebruik van eigen
auto zijn verhoogd en wel reeds met in
gang van 1 Januari 1952.
In de nacht van Zondag op Maandag is
cr onder de gemeente Westdorpe in
Zeeuwsch Vlaanderen een treffen geweest
tussen ambtenaren der invoerrechten en
accijnsen en de inzittenden van een pant
sersmokkelauto, waarbij het nogal hevig
toeging. Aangezien ook de douane voor de
beteugeling van de smokkel met een eerder
buitgemaakte pantserauto was uitgerust.
Nadat de smokkelauto een zware ge
vechtswagen tot stoppen was gemaand
en tevergeefs hevig was beschoten, tracht
ten de ambtenaren met hun 3 y2 tons „Hum-
ber"-gevechtswagen, die voor een derge
lijke ontmoeting was gereed gehouden, de
weg te versperren, waarna een botsing
volgde. Daarna beproefden de douane
en de smokkelaars de kracht van
eikaars voertuigen, met het gevolg,
dat de zwaardere smokkelauto met
zijn bumper kans zag de „Humber" lang
zaam opzij te drukken. De smokkelauto, die
met vee geladen bleek te zijn, vervolgde
In het ghetto van het 18de-eeuwse
Amsterdam heeft een man geleefd, die
gelegenheidsdichter, uitgever van hu
moristische blaadjes en komiek was.
Zijn naam was Salomo, in het Pools-
Jiddisch: Schloime. Misschien was hij
ook wel acrobaat. In ieder geval gaf
men hem de bijnaam Duikelaar. Die
eigennaam nu werd soortnaam in de
betekenis van: iemand die rare spron
gen maakt. Maar de niet-Joodse Ne
derlanders brachten de voornaam
Schloime in verband met het woord
sloom, traag, langzaam en bezigden de
naam slome duikelaar, die aan een
kwiek, levendig man zijn oorsprong
dankt, juist voor mensen die niet snel
^reageren.
daarop haar tocht. Doordat zij geheel ge
pantserd was, bleek zij ook voor de vuren
de ambtenaren ongenaakbaar en konden
de smokkelaars, hun doel, België, berei
ken.
Te Oudehorne is de alleenstaande wo
ning van de heer L. de Jong tot de grond
toe afgebrand. Bijna de gehele inboedel
ging verloren. De brand is ontstaan, door
dat bij het aanmaken van de kachel een
te grote hoeveelheid petroleum is ge
bruikt. De bewoners van het huis moes
ten een raam inslaan om de hoog op
laaiende vlammen te kunnen ontlopen. De
brandspuit uit Heerenveen kon niet snel
genoeg ter plaatse komen omdat het huis
alleen via een slecht begaanbaar zandpad
is te bereiken.
Het Westen verkeert nog steeds in onzekerheid over de waarde, die het
in zijn verzet tegen een mogelijke Russische bedreiging kan hechten aan
de bereidheid van Joegoslavië om de Westelijke verbondenheid aan te
hangen. Die bereidheid is al meermalen door de staatsleider Tito kenbaar
gemaakt, doch in de praktijk blijkt bij hem telkens weer een zekere aar
zeling om de consequenties van deze verklaringen te honoreren. Thans
zijn er weer nieuwe verwachtingen gewekt door de besprekingen van Tito
met de ministers van Buitenlandse Zaken van Turkije en Griekenland.
Men hoopt in Westelijke diplomatieke kringen dat Tito, die weifelachtig
is ten aanzien van een mogelijke toetreding van Joegoslavië tot het Atlan
tisch Pact, zich zal verbinden in een verdrag met deze twee Oostelijke
„Atlantische" mogendheden, waardoor de band van dit enige communis
tische land buiten het IJzeren Gordijn met het Westen een meer betrouw
baar karakter zou krijgen.
De hele Joegoslavische zaak is een duis
ter punt. De breuk van Tito met Moskou
leek eertijds een krachtige, zelfs geweld
dadige actie der Cominformlanden in te
luiden en de kernachtige bedreigingen, die
Tito naar het hoofd geslingerd kreeg van
het Oosten uit, leken voor geen tweeërlei
uitleg vatbaar: Moskou scheen zich voor te
bereiden op het forceren van een Joego
slavische revolte ten koste van het staats
hoofd, dat zo boud was geweest zich onaf
hankelijk te verklaren van de Moskovische
machthebbers.
En er gebeurde niets.
Er gebeurde zelfs niets in Joegoslavië
zelf, waar een communistisch bewind
steunde op een krachtige communistische
partij en waar de meerderheid van die par
tij de ommezwaai van Tito gelaten bleek te
aanvaarden. Waar in andere landen een
politiële staatsveiligheidsdienst de hoogste
gezagsdragers evengoed als de lagere als
het ware door een loupe in het oog blijkt
te houden, om eventuele afwijkingen van
„de partijlijn" onmiddellijk te corrigeren, is
in Joegoslavië die partijlijn nagenoeg
geruisloos omgeschakeld op een anti-Mos
kou beleid, dat een oriëntatie op het Westen
op de kapitalistische, imperialistische
mogendheden! inhield.
Het communisme van Tito heeft door
deze omschakeling weinig wijziging onder
gaan. Het heeft zich slechts losgemaakt van
het centrum te Moskou, dat via de commu
nistische partijen in de satellietstaten het
communistische imperialisme van het
Kremlin trachtte door te voeren. Het heeft
zich bovendien onder invloed van de over
weging, dat het Westen op de nuances zou
letten, enigszins gehumaniseerd, zodat ex
cessen als de monsterprocessen van Praag
er worden vermeden.
Thans is het voor het Westen de vraag,
in hoeverre men dit communistisch gere
geerde land kan inpassen in de organisa
torische structuur van defensie en econo
mie, die men het Atlantisch pact noemt. De
Engelsen hebben Tito met open armen in
het Westelijke kamp verwelkomd en er
parlementsdelegaties en zelfs ministers
naar toe gezonden. Zij hebben de Ameri
kanen geadviseerd Tito te doen delen in de
dollarhulp en de wapenschenkingen. Tot-
nutoe is van dat alles nog niet veel terecht
gekomen. Joegoslavië heeft weliswaar een
dollarlening ontvangen,doch van een royale
voorziening aan dollars en zware wapenen
is nog geen sprake.
Daaruit zou men kunnen afleiden dat de
aarzelingen van Tito en de aarzelingen van
Washington parallel gaan. Het onbehage
lijke van de Joegoslavische zaak is, dat het
een arsenaal van moderne wapenen zou
kunnen worden dat in tijd van nood door
het Oosten zou kunnen worden overmees
terd en gebruikt tegen diegenen, die voor
de voorziening van dat arsenaal hebben ge
zorgd. In het algemeen geldt dat natuurlijk
voor iedere bondgenoot in West-Europa,
doch wat Joegoslavië betreft zit de extra
onbehagelijkheid in de nog niet duidelijk
beantwoorde vraag: Wat kiest Tito in geval
van oorlog? Tito is een communist. Daar
mee is veel gezegd. Wanneer men ziet hoe
weinig men in nationaal verband de com
munisten vertrouwt, ook al spelen zij het
parlementaire spel mee en ook al preten
deren zij te werken in het belang van het
volk en het land, dan is het toch niet meer
dan logisch te twijfelen aan de betrouw
baarheid van een communistisch land in
internationaal verband.
De vraag, of men, afgezien van dit alles,
veel waardering kan hebben voor het dui
delijke verschil in beleid dat zich voordoet
bij de samenwerking met communisten in
nationaal en internationaal verband, blijve
hier buiten beschouwing. De overweging
dat een ideële strijd tegen een zo onheil
spellend verschijnsel als het communisme
zou moeten worden gesteund door een com
munist als Tito te voorzien van geld, wa
pens en morele steun, moet ieder voor zich
zelf verwerken. Dat er echter van de ideële
leuzen weinig overblijft wanneer men het
opportunisme laat zegevieren, zal weinig
discussie toelaten.
En wanneer men dan in het Westen lou
ter op het standpunt van opportunisme
gaat staan, zijn er ook in het binnenlands
beleid wel andere mogelijkheden dan die,
welke men nu meent te moeten volgen. Met
name in Amerika zou men dan niet be
vreesd moeten zijn om de volslagen com
munistische minderheid in het land met
zuiver-democratische en parlementaire
wapenen tegemoet te treden, inplaats van
nerveuze, overhaaste en tegen het alge
meen gevoel van rechtzekerheid en burger
lijke gelijkheid indruisende maatregelen te
nemen tegen iedereen, die ook maar een
zweem van linkse gezindheid toont.
De inconsequentie van het uitsluiten van
ieder overleg met het Moskouse statenblok
en het tegelijkertijd aanfeesten van een
communistische staat als Tito ontkracht tal
van leuzen, die ook thans nog druk worden
gebezigd om het Westelijk verzet tegen het
Oostelijke gevaar te bevorderen. De men
senrechten, de menselijke democratische
vrijheden, die de inzet van het Westelijke
verzet heten te zijn, worden in Joegoslavië
evenzeer geschonden als in Rusland.
Wanneer men een argument zoekt om
een vredig samenleven van de Sovjet-Unie
met de rest van de wereld als onaanvaard
baar te kenschetsen, moet men dat argu
ment dus niet putten uit de bodemloze put
van ideologische parolen, doch uit de za
kelijke overweging dat de Westelijke eco
nomische en politieke structuur in gevaar
is. Dan krijgt men minder geestelijke
dwaallichten, die bereid waren zich in
ideologisch opzicht geheel en al aan de
strijd voor het ideaal te wijden, doch door
de praktijk duizelig en weifc'end worden
gemaakt. J. L.
Mijnheer de Hoofdredacteur,
Het heeft uw lezers ongetwijfeld goed
gedaan te zien, dat er nog hoofdredacteuren
gevonden worden, die bereid zijn een zo
navrante zaak als waarvan uw artikel
„een rechtszaak" handelt, nu eens niet van
de kant der vaak arrogante rechtszeker
heid doch van die der algemeen menselijke
gevoelens te belichten.
Ik zou in het geheel geen aanvechting
hebben gevoeld hierop anders dan waar
derend te reageren, ware het niet dat in
uw artikel de reactie van een openbaar
college, i.e. de gemeenteraad van Bloemen-
daal op de „verklaring" van wethouder mr.
Rohling geheel onjuist belicht wordt.
U schrijft namelijk, „dat wethouder Van
Geluk mede namens de andere raadsleden
zijn vertrouwen en waardering jegens mr.
Rohling uitsprak in de overtuiging, dat hij
naar beste weten en kunnen had gedaan
wat hij moest doen." Ik laat in het midden
of dit laatste sloeg op het afleggen der ver
klaring dan wel op de zaak waarover de
dagvaarding is uitgebracht.
U ziet echter, in tegenstelling met het
door u aangeduide Amsterdamse dagblad,
over het hoofd, dat, in uw eigen woorden,
„die aanklacht niets met het optreden van
de betrokkene en diens beleid als wethou
der uitstaande heeft" en voorts, dat de ge
wraakte verklaring volkomen onverwacht
kwam voor de leden der gemeenteraad.
Hieruit kan reeds worden afgeleid, dat
wethouder Van Geluk niet kon spreken
namens de andere raadsleden, aangezien
geen overleg had plaats gehad. Wijders is
het onaannemelijk, dat niet meerdere
raadsleden, evenals ik, tijdens het aanhoren
der verklaring van mr. Rohling hebben
overwogen of niet een protest behoorde te
volgen in verband met het feit, dat deze
verklaring ten onrechte voor het forum
van de gemeenteraad werd afgelegd, daar
immers niet wethouder Rohling, doch de
vroegere raadsheer-commissaris, die in
deze functie geen band met de gemeente
Bloemendaal had, was geïncrimineerd en
zich t.d.a. ten onrechte stelde onder de im
muniteit van art. 53 van de Gemeentewet.
Een dergelijk protest had de betrokkene
natuurlijk tot verdediging van zijn ver
klaring moeten prikkelen en hiermede was
een zaak, die sub iudice is, en dus publie
kelijk onbesproken moet blijven, thans in
voltallige openbare raadszitting behandeld.
Dit scheen ondergetekende ook nog on
gewenst omdat door een zodanig protest
van uit de raad weliswaar de goede pu
blieke zeden waren gediend, doch, wat hier
veel zwaarder mocht wegen, tevens een
zeer ongewenste stemming tegen mr. Roh
ling ware gemaakt.
Zulks lag allerminst op de weg van de
raad, wiens leden publice en privatim een
goede verstandhouding met elkaar hebben
en vermoedelijk elk voor zich de situatie,
waarin mr. Rohling zich geplaatst ziet, van
harte betreuren.
Hieruit mag echter allerminst worden af
geleid, gelijk door u in „een rechl v.aak" is
geschied, dat de raadsleden van Bloemen
daal, die immers evenmin ais u de inhoud
van de dagvaarding noch ook die van het
bezwaarschrift kennen, vertrouwen hebben
uitgesproken in een zaak staande buiten de
beoordeling van het gemeentebestuur.
Men kan en moet zich in het openbaar
houden buiten een aangelegenheid die sub
iudice is en kan niettemin vertrouwen blij
ven stellen in een persoon, die in een be
paalde kwaliteit vervolgd doch niet veroor
deeld is, maar in een ander ambt niet dan
lof verdient.
Evenmin mag uit het achterwege blijven
van een formeel protest worden afgeleid,
dat dit niet op zijn plaats zou zijn geweest
en nog minder dat dit uitblijven een goed
keuring inhoudt.
In dit licht is door mij elders het op zich
zelf sympathieke vertrouwensvotum van
de collega-wethouder Van Geluk „even
naïef ais misplaatst" immers voor een
verkeerd forum genoemd. Ook een ge
meenteraad heeft te waken voor de inacht
neming der publieke normen. Eén daarvan
is, dat geen andere zaken worden behan
deld dan die welke het gemeentelijk belang
raken en tot de competentie van de raad
behoren; een andere, dat aangelegenheden
door de rechterlijke macht aan zich getrok
ken niet ter openbare discussie in de ge
meenteraad komen.
Met alle waardering overigens voor de
strekking van uw artikel „een rechtszaak",
vestigt dit de indruk, dat de gemeente
raadsleden van Bloemendaal de ontkrach
ting van beide normen met zoveel woorden
hebben goedgekeurd.
Het is mijn uitsluitende bedoeling met
het vorenstaande bij uw lezers deze on
juiste indruk weg te nemen.
U dankend voor de verleende plaats
ruimte, teken ik met gevoelens van hoog
achting, Uw dv.
J. W. DE JONG SCHOUWENBURG
Lid van de Gemeenteraad van
Bloemendaal.
In ons verslag van de gemeenteraads
zitting van Bloemendaal, verschenen in ons
blad van 9 Januari, vermeldden wij na de
weergave van wethouder Rohling's verkla
ring: „Hierna richtte wethouder A. van
Geluk een kort woord van sympathie tot
zijn ambtgenoot: „Ik kan verklaren dat ik
mij persoonlijk en met mij de andere
leden van de raad door alle mededelin
gen in de pers niet in het minst geschokt
gevoel in mijn vertrouwen en waardering
jegens u. U heeft naar beste weten en kun
nen gedaan wat u moest doen."
In het hoofdartikel onder de titel „Een
rechtszaak" in ons blad van 23 dezer is
deze passage uit het verslag in samenvat
ting geciteerd. Op de juistheid van onze
weergave van wethouder Van Geluk's
woorden was door niemand critiek uitge
oefend. Bij onderzoek blijkt mij nu dat de
wethouder de woorden „en met mij de
andere leden van do Raad" niet heeft ge
bruikt. Dat was dus een fout in ons ver
slag, die bij deze worde herroepen.
Inzender meent dat. ik van mening zou
zijn, dat de raadsleden van Bloemendaal
hun vertrouwen zouden hebben uitgespro
ken in een zaak een zaak die, zoals hij
opmerkt, buiten hun beoordeling valt. Die
mening heb ik niet geuit. Met de inzender
neem ik aan dat zij (evenmin als ik) de
inhoud van dagvaarding en bezwaarschrift
in de aanhangige rechtszaak kennen. Ik
heb het applaus van raadsleden na de
woorden van wethouder Van Geluk opge
vat als een bewijs van hun vertrouwen in
de persoon van hun wethouder mr. Roh
ling, hetgeen het dan ook ongetwijfeld be
tekende. Hetgeen geschreven werd om
trent mijn eigen onbevoegdheid tot oor
delen over de rechtszaak zelf en over de
uitsluitende bevoegdheid van de rechter
geldt natuurlijk evenzeer voor anderen.
De geachte inzender staat op het stand
punt dat mr. Rohling zijn verklaring ten
onrechte voor het forum van de gemeente
raad heeft afgelegd. Hij rekent die niet tot
de zaken die het gemeentelijk belang ra
ken. Wij verschillen daarin van mening.
Door een Amsterdams dagblad was mr.
Rohling's aanblijven als wethouder gecri-
tiseerd. Dergelijk critiek in het openbaar
raakt m.i. wel degelijk het gemeentelijk
belang. Dat een wethouder zich in zulk
geval wil vergewissen van de gevoelens
van de gemeenteraad jegens zijn persoon is
voor mij volkomen begrijpelijk en dat hij
wenst, dat de bevolking daarvan kennis
neemt, evenzeer. Is het geen gemeentelijk
belang dat de bevolking weet hoe de Raad
tegenover een (aangevallen) wethouder
staat? Uit het artikel „Een rechtszaak"
worde de volgende zin hier herhaald: „Zon
der in détails van .zijn verklaring te treden
willen wij opmerken dat het menselijk vol
komen verklaarbaar is als een man, tegen
wie een jarenlang slepende instructie is
gevoerd en die anderzijds bij herhaling is
aangevallen, tenslotte tot spreken komt op
de post der openbaarheid, die hem daartoe
gelegenheid biedt en waarvan hem pas nog
verweten is, dat hij hem is blijven bezet
ten." R. p.
ADVERTENTIE
UW MATRASSEN bijgevuld of vernieuwd
MAAKLOON 1 pers f 12.50. 2 pers. f 15.—
HAARLEMS MATRASSENHUIS
H. DE GRAAFF
Gr Houtstraat 103 Tel 11485 - Haarlem
Uit de Opregte Haarlemsche Courant
van 29 Januarij 1853
BRUSSEL. De inwijding van de
nieuwe ijzeren brug over de Rupel te
Boom is deze keer naar wensc'h uitge
vallen. Het getal der aanwezigen was
bij deze gelegenheid tot 25.000 aange
groeid. De Hertog van Braband heeft
weder alleszins voldaan door de min
zame en tevens gepaste wijze, op welke
hij de overheidspersonen heeft toege
sproken en beantwoord.
Bij de vorige inwijding was de brug,
met een r.eel der feestvierenden, inge
stort. Ditmaal heeft men echter geene
onheilen te betreuren gehad.