Export gladiolen gestegen O' EEUWFEEST GESLOTEN A SCO/M/g Vergoedingen voor dienstreizen van ambtenaren verhoogd IN DE WERELDPOLITIEK COMMUNISME en communisme Agenda voor Haarlem <j5rieven aan de redactie Een Eeuw geleden Ondanks schijnbare achteruitgang zijn de handelaren tevreden Aanpassing aan de verhoogde kosten H-foe is het ontstaan?^ J In 1 dag retour DINSDAG 27 JANUARI 1953 het moderne interieur Kerkelijk Nieuws Dapperheidsonder scheidingen toegekend Vrijwilligers naar Korea Douane en smokkelaars slaags in pantserauto's SL OME D U IKE LA A R Petroleum in de kachel: huis afgebrand Verklaarbaar doch onjuist (Van onze correspondent in de bloembollenstreek) ^NDANKS alle pessimistische verwachtingen in het begin van 1952 is de bloem bollenexport toch weer hoger dan in 1951. Erg veel is het niet, nl. 176.521 kg en 1.660.327 gulden en hoe raar het ook moge klinken de eigenlijke bloembollenexport is teruggelopen. De winst moet hoofdzakelijk worden gezocht in de gladiolenexport in het eerste halfjaar van 1952, die met 687.028 kg en 3.379.530 gulden toenam. Heel precies beschouwd is dus de export van hyacinten, tulpen, narcissen en bijgoed met 510.507 kg en 1.719.302 gulden gedaald. De bloembollenexport moet namelijk in twee gedeelten worden gesplitst. Ruw ge zegd kan die in het eerste halfjaar worden beschouwd als van het zgn. voorjaarsgoed, waarin de gladiolen een overwegend ge deelte op hun naam krijgen en in het tweede half jaar zijn het de „echte" bloem bollen. Een zeer nauwkeurige scheidings lijn is er niet te trekken, omdat er ook gladiolen in December worden geëxpor teerd. Doch ondanks deze schijnbare achter uitgang is er toch alle reden tot tevreden heid voor de kwekers en exporteurs van de bloembollen. De teruggang is niet noe menswaard, te meer omdat er harde klap pen aan de bloembollen zijn uitgedeeld door een exportbeperking met veertig pro cent door Engeland en een nog groter per centage door Frankrijk. Een door het Be drijfschap voor Sierteeltproducten in Juli gepubliceerde statistiek gaf bij Frankrijk over het eerste halfjaar nog een winst te zien van ongeveer 800.000 gulden, op gla diolen dus, waarmede men het verlies op de bloembollen over het tweede half jaar moet verhogen. Aldus beredeneerd is de zomer-export naar Frankrijk met ongeveer 3 millioen gulden teruggelopen. In de gladiolen-export naar Engeland was niet veel verschil zodat het totale ver lies op dit land niet minder dan 5.728.189 kg. is en in geld 14.497.225 gulden. Men wist dit in het begin van het jaar ongeveer en had dus de taak om een zeke re vermindering van ongeveer een 20 mil lioen gulden in te lopen om niet al te veel achterop te geraken. En daarin is de bloem bollenexport bijna geslaagd. Er is voor 136 millioen gullden uitgevoerd tegen ongeveer 134% in 1951. Het totale gewicht is thans boven de 50 millioen kilogram uitgekomen. Om dit bedrag te bereiken heeft men aan niet minder dan 118 landen of zelf standige plaatsen moeten leveren. Men laat zich nergens door weerhouden. Naar Polen werd bijna tienduizend kilogram ge zonden voor een bedrag van twintigdui zend gulden. Naar Oost-Duitsland ging bijna eenennegentig duizend kilogram ter waarde van 184 duizend gulden. Kenya behoorde tot de afnemers De zo gesmade dode cijfers kunnen toch wel aardige gedachten opwekken. Kenya ADVERTENTIE In verband met de feestelijke herdenking van ons op Zaterdag 31 Dan. en de voorbereiding van de expositie zijn wij op Donderdag en Vrijdag 29 en 30 Januari COMPLETE WONINGINRICHTING Barteljorisstraat 13-17 HAARLEM bevond zich in 1951 nog niet onder de afnemende landen, stond in ieder geval niet op de statistiek van het BVS en nu prijkt daar achter die naam een export van 5.055 kg. ten bedrage van 13.789 gul den. Hoewel wij nog niet op Haïti zijn geweest zouden wij bij een bezoek daar misschien stomverwonderd staan over de mooie gla diolen die daar bloeien. Wij zouden een beste kans maken tegenover gladiolen te staan, die in de bollenstreek zijn geteeld. Ook Haïti staat met 11.966 gulden op de uitvoerstatistiek. Zo maar een losse greep doend uit de 118 landen dan noemen we op, Angola, Bahrein-eilanden, Tripolita- nië, Eritrea, Ethiopië, Guatemala, Jamaica, Honduras, Hongkong en Liechtenstein. Dit land deed het in het klein en kocht 3 kilogram voor 77 gulden. Een kilogram meer dan Tsjechoslowakije en twee kilo gram meer dan Tripolitanië. Tasmanië is als afnemer uitgevallen, de ene kilo voor 64 gulden in 1951 konden er dit jaar niet meer af of de bollen waren,niet bevallen. Kleine staatjes Men ziet in die statistieken heel wat kleine staatjes, die nu eens wat en dan weer eens niets nemen. Waaraan dat te wijten is weet niemand. Misschien een toe vallige bezoeker in de bollentijd. Hieruit spreekt geen georganiseerde export-sprei ding. Veel meer blijkt echter uit de statis tieken dat men alle mogelijke werk maakt van landen, die geacht worden te kunnen betalen. En met succes. Naar Canada werd 300.000 kilogram meer gezonden, naar West-Duitsland voor een bedrag van 2.800.000 gulden, naar Noorwegen, een zich langzaam herstellende kleine afnemer ging ook weer twee ton meer. De allergrootste verhogingen zijn echter te zien bij de Ver enigde Staten van Amerika, waar drie mil lioen kilogram meer dan vorig jaar heen ging die 9.800.000 gulden meer opbrachten. Zweden is het allergrootste raadsel. Dit land stond jaren geleden volgens de inge wijden al aan de top voor de afname. Zweden kon niets meer hebben, zei men en ziet, in 1952 werd 500.000 kilogram meer afgenomen, die 2.500.000 gulden meer opleverden. IJsland heeft het er bij laten ziten en viel dit jaar uit. Zwitserland bleef op de weg omhoog gaan en kocht weer voor vier ton meer. Bekijkt men de exportcijfers over een reeks van jaren dan ziet men vele verlie zen, die weer even snel werden gecompen seerd. Het gehele Oostelijke blok is uitge vallen. Het waren niet de allergrootste af nemers, maar de schadepost moest toch maar weer worden opgevangen. Andere staten hadden financiële moeilijkheden en krimpten hun uitgaven in door de bloem bollen te verbieden. Men ging naar een ander land en daardoor is men er in ge slaagd om alle slagen op te vangen en langzaam maar zeker vooruit te gaan. Ned. Herv. kerk Bedankt voor Etten-Leur (toez.) W. L. Heijmans te Oudelande. Beroepen te Dirksland H. N. van Hens- bergen te Schalkwijk; te Nijverdal H. van Goslinga te Hattem. Bedankt voor Putten W. L. Tukker te Delft. Benoemd tot vicaris te Zwolle J. Bouw- stra, cand. .te Koudum. Geref. kerken Beroepen te Appingedam H. T. v. Boc- hove te Een. Aangenomen naar Naarden A. O. Poppe te "Hoornsterzwaag. Aangenomen naar Amsterdam Th. H. van Andel te Vlaardingen; naar Suawoude G. Lugtigheid te Thesinge. Bedankt voor Twijzel A. O. Poppe te Hoornsterzwaag. Geref. gemeenten Beroepen te St. Annaland M. v. d. Ket terij te Alblasserdam. Tweetal te Leiden M. Blik te Rotter dam-C. en W. de Wit te Moerkapelle. Chr. Geref. kerken Tweetal te Hilversum C. M. Baan te Dordrecht en R. Slofstra te Veenendaal. Evang. Luth. kerk Aangenomen naar Monnikendam J. C. Hamel, laatstelijk legerpredikant, woon achtig te Amsterdam. Ds. M. de Koning f In de ouderdom van 68 jaar is te Zweelo overleden ds. M. de Koning, predikant bij de Ned. Herv. gemeente aldaar. De over ledene die zich in 1948 aan deze gemeente verbond was tevoren werkzaam als In disch predikant in de Minahassa en op Amboina. ADVERTENTIE verdrijft spierpijn, rheumatiek, spierstijfheid, etc. U voelt direct, hoe de doordringende warmte een einde aan de pijn maakt. „GENEZENDE WARMfE?' DINSDAG 27 JANUARI Concertgebouw: Buitengewoon concert H.O.V., 8 uur. Minerva: „Film „Een mens was te veel" (Vereniging „Het Zonnehuis") 8.15 uur. Frans Hals: „Servus Wien", alle leeft., 8 uur. Spaarne: „Bleke Bet", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Studentenliefde", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Operatie Cicero", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Don Camillo", alle leeft., 7 en 9.15 uur. City: „Aan de Rivièra", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: Othello", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. WOENSDAG 28 JANUARI Stadsschouwburg: „Als 't kindje binnen komt" (Haagse Comedie), 8 uur. Wijkgebouw, Ged. Oude Gracht 104: Ds. G. J. Waarden burg geeft reisindrukken over Zwitserland, 8 uur. Cultura: Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming, 8 uur. Ned. Ver eniging van Spiritisten „Harmonia", gene zingsdienst, 8 uur. Brinkmann: Vereniging voor Paedagogiek, dr. A. Sunier spreekt over „Conflicten", 8 uur. Begijnhofkapel: Christen Spiritualistisch Centrum „De gro tere wereld", 8 uur. Kapel Minahassastraat: stichting „Petra", 8 uur. Frans Hals: „Servus Wien", alle leeft., 2.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Bleke Bet", alle leeft., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Studentenliefde", 18 jaar. 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Operatie Cicero", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Don Camillo", alle leeft., 2, 7 en 9.15 uur. City: „Aan de Rivièra", 14 jaar, 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Lido: „Othello", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Opnieuw is bij Koninklijk Besluit een groot aantal dapperheidsonderscheidingen toegekend aan verzetsstrijders. Het betreft ditmaal in hoofdzaak Nederlandse mannen en vrouwen, die hebben gewerkt in het verzet hetzij in Overijsel, hetzij in het Gooi. Vrijdag zal zich te Marseille een aantal Nederlandse vrijwilligers inschepen be stemd voor het Nederlands detachement in Korea. Dit aanvullingsdetachement omvat 50 man, te weten 2 officieren, 6 onderofficie ren, 5 korporaals en 37 manschappen. De commandant is kapitein C. van Ardenne uit Ede. Donderdag zal in de Engelbrecht van Nassaukazerne te Roosendaal een af- scheidsplechtigheid worden gehouden. ADVERTENTIE Terug uit Parijs brengen wij U de nieuwste Franse coiffures A. MQLENDIJK's DAMESKAPSALONS Santpoorterplein 1 - Haarlem - Tel. 19706 Met ingang van het nieuwe jaar is voor de rijksambtenaren een nieuwe regeling van kracht geworden voor de vergoeding van kosten, verbonden aan gemaakte dienstreizen. Het Reisbesluit 1952 vervangt een op vele punten verouderd besluit van 1916, ten aanzien waarvan voor het laatst in 1946 een aanpassing der vergoedingen aan de verhoogde kosten van levensonderhoud was voorgekomen. Sindsdien waren de ta rieven niet gewijzigd, hetgeen tot veel klachten aanleiding gaf. Vrij algemeen drong men van de zijde der rijksambte naren aan op een belangrijke verhoging der verblijfsvergoedingen, aangezien de prijzen sinds 1946 vooral in hotels en res taurants aanzienlijk waren gestegen. Reeds spoedig is toen het Georganiseerd Overleg ingeschakeld. De vertegenwoordigers der ambtenaren hebben ook aan het ontwerp van het niéuwe besluit kunnen medewer ken. Het reisbesluit 1916, dat slechts dag- en nachtvergoedingen kende, had generlei rekening gehouden met verschillen in de aard der reizen. Voor normale incidentele reizen en voor al ook voor etmaalvergoedingen bleken hogere bedragen nodig te zijn. De oude vergoedingen per etmaal van 8.40 en 9.60 zijn nu gebracht op 11.25, die van 11.60 op 13.25 en die van 13. op 16. In tegenstelling met het vorige reisbe sluit onderscheidt het nieuwe nu een vier tal soorten van dienstreizen. De eerste soort is de incidentele reis naar willekeu rige bestemming, waaraan uiteraard de meeste kosten zijn verbonden. Vervolgens is er de rayonsreis voor dienstreizen in een beperkt ambtsgebied. De derde soort is de detacheringsreis voor tijdelijk elders tewerkgestelden. Bij deze soort reizen maakt het verschil al naar gelang men dagelijks heen en weer reist dan wel zich tijdelijk elders een verblijf zoekt: na korte tijd zal men zich dan moeten instellen op een vergoeding, die de pensionkosten als basis neemt. Tenslotte kent het nieuwe besluit functiereizen voor hen, die voort durend op stap zijn en voor wie het dage lijks werk niet zonder reizen is te denken. Voor detacherings- en functiereizen moe ten per departement of dienst de vergoe dingen nog worden vastgesteld. Daarbij zullen de in het georganiseerd overleg aan vaarde rayonstarieven, zoals die in de uit voeringsbeschikking op het Reisbesluit 1952 zijn gepubliceerd, als plafond worden genomen. Tweede klas Het reisbesluit 1952 onderscheidt niet meer vijf, maar - althans voor het bur gerlijk personeel - vier categorieën. De scheidingslijn is die tussen lager, middel baar en hoger personeel, waarbij de laat ste categorie is gesplitst in hogere ambte naren en de top van het ambtelijk appa raat. De bepaling dat slechts de hogere ambtenaren recht hebben op een trein- biljet tweede klas op geheel geëlectrifi- ceerde gedeelten, heeft blijkbaar teleur stelling gewekt. Tot voor kort reisde de ambtenaar uit de middelbare groep steeds tweede klasse. Van overheidszijde achtte men het niet verantwoord dit te continue ren, onder meer omdat bij de modernise ring van het vervoermiddel het reizen zeer comfortabel is geworden. Bovendien is men uitgegaan van de overweging, dat de ambtenaar, indien hij voor eigen rekening op reis gaat, over het algemeen ook slechts van de derde klas gebruik maakt. Zodra echter een gedeelte van het traject niet ge- electrificeerd is, mag men niet alleen dit gedeelte, doch het gehele traject in de tweede klas plaats nemen. De tarieven voor het gebruik van eigen auto zijn verhoogd en wel reeds met in gang van 1 Januari 1952. In de nacht van Zondag op Maandag is cr onder de gemeente Westdorpe in Zeeuwsch Vlaanderen een treffen geweest tussen ambtenaren der invoerrechten en accijnsen en de inzittenden van een pant sersmokkelauto, waarbij het nogal hevig toeging. Aangezien ook de douane voor de beteugeling van de smokkel met een eerder buitgemaakte pantserauto was uitgerust. Nadat de smokkelauto een zware ge vechtswagen tot stoppen was gemaand en tevergeefs hevig was beschoten, tracht ten de ambtenaren met hun 3 y2 tons „Hum- ber"-gevechtswagen, die voor een derge lijke ontmoeting was gereed gehouden, de weg te versperren, waarna een botsing volgde. Daarna beproefden de douane en de smokkelaars de kracht van eikaars voertuigen, met het gevolg, dat de zwaardere smokkelauto met zijn bumper kans zag de „Humber" lang zaam opzij te drukken. De smokkelauto, die met vee geladen bleek te zijn, vervolgde In het ghetto van het 18de-eeuwse Amsterdam heeft een man geleefd, die gelegenheidsdichter, uitgever van hu moristische blaadjes en komiek was. Zijn naam was Salomo, in het Pools- Jiddisch: Schloime. Misschien was hij ook wel acrobaat. In ieder geval gaf men hem de bijnaam Duikelaar. Die eigennaam nu werd soortnaam in de betekenis van: iemand die rare spron gen maakt. Maar de niet-Joodse Ne derlanders brachten de voornaam Schloime in verband met het woord sloom, traag, langzaam en bezigden de naam slome duikelaar, die aan een kwiek, levendig man zijn oorsprong dankt, juist voor mensen die niet snel ^reageren. daarop haar tocht. Doordat zij geheel ge pantserd was, bleek zij ook voor de vuren de ambtenaren ongenaakbaar en konden de smokkelaars, hun doel, België, berei ken. Te Oudehorne is de alleenstaande wo ning van de heer L. de Jong tot de grond toe afgebrand. Bijna de gehele inboedel ging verloren. De brand is ontstaan, door dat bij het aanmaken van de kachel een te grote hoeveelheid petroleum is ge bruikt. De bewoners van het huis moes ten een raam inslaan om de hoog op laaiende vlammen te kunnen ontlopen. De brandspuit uit Heerenveen kon niet snel genoeg ter plaatse komen omdat het huis alleen via een slecht begaanbaar zandpad is te bereiken. Het Westen verkeert nog steeds in onzekerheid over de waarde, die het in zijn verzet tegen een mogelijke Russische bedreiging kan hechten aan de bereidheid van Joegoslavië om de Westelijke verbondenheid aan te hangen. Die bereidheid is al meermalen door de staatsleider Tito kenbaar gemaakt, doch in de praktijk blijkt bij hem telkens weer een zekere aar zeling om de consequenties van deze verklaringen te honoreren. Thans zijn er weer nieuwe verwachtingen gewekt door de besprekingen van Tito met de ministers van Buitenlandse Zaken van Turkije en Griekenland. Men hoopt in Westelijke diplomatieke kringen dat Tito, die weifelachtig is ten aanzien van een mogelijke toetreding van Joegoslavië tot het Atlan tisch Pact, zich zal verbinden in een verdrag met deze twee Oostelijke „Atlantische" mogendheden, waardoor de band van dit enige communis tische land buiten het IJzeren Gordijn met het Westen een meer betrouw baar karakter zou krijgen. De hele Joegoslavische zaak is een duis ter punt. De breuk van Tito met Moskou leek eertijds een krachtige, zelfs geweld dadige actie der Cominformlanden in te luiden en de kernachtige bedreigingen, die Tito naar het hoofd geslingerd kreeg van het Oosten uit, leken voor geen tweeërlei uitleg vatbaar: Moskou scheen zich voor te bereiden op het forceren van een Joego slavische revolte ten koste van het staats hoofd, dat zo boud was geweest zich onaf hankelijk te verklaren van de Moskovische machthebbers. En er gebeurde niets. Er gebeurde zelfs niets in Joegoslavië zelf, waar een communistisch bewind steunde op een krachtige communistische partij en waar de meerderheid van die par tij de ommezwaai van Tito gelaten bleek te aanvaarden. Waar in andere landen een politiële staatsveiligheidsdienst de hoogste gezagsdragers evengoed als de lagere als het ware door een loupe in het oog blijkt te houden, om eventuele afwijkingen van „de partijlijn" onmiddellijk te corrigeren, is in Joegoslavië die partijlijn nagenoeg geruisloos omgeschakeld op een anti-Mos kou beleid, dat een oriëntatie op het Westen op de kapitalistische, imperialistische mogendheden! inhield. Het communisme van Tito heeft door deze omschakeling weinig wijziging onder gaan. Het heeft zich slechts losgemaakt van het centrum te Moskou, dat via de commu nistische partijen in de satellietstaten het communistische imperialisme van het Kremlin trachtte door te voeren. Het heeft zich bovendien onder invloed van de over weging, dat het Westen op de nuances zou letten, enigszins gehumaniseerd, zodat ex cessen als de monsterprocessen van Praag er worden vermeden. Thans is het voor het Westen de vraag, in hoeverre men dit communistisch gere geerde land kan inpassen in de organisa torische structuur van defensie en econo mie, die men het Atlantisch pact noemt. De Engelsen hebben Tito met open armen in het Westelijke kamp verwelkomd en er parlementsdelegaties en zelfs ministers naar toe gezonden. Zij hebben de Ameri kanen geadviseerd Tito te doen delen in de dollarhulp en de wapenschenkingen. Tot- nutoe is van dat alles nog niet veel terecht gekomen. Joegoslavië heeft weliswaar een dollarlening ontvangen,doch van een royale voorziening aan dollars en zware wapenen is nog geen sprake. Daaruit zou men kunnen afleiden dat de aarzelingen van Tito en de aarzelingen van Washington parallel gaan. Het onbehage lijke van de Joegoslavische zaak is, dat het een arsenaal van moderne wapenen zou kunnen worden dat in tijd van nood door het Oosten zou kunnen worden overmees terd en gebruikt tegen diegenen, die voor de voorziening van dat arsenaal hebben ge zorgd. In het algemeen geldt dat natuurlijk voor iedere bondgenoot in West-Europa, doch wat Joegoslavië betreft zit de extra onbehagelijkheid in de nog niet duidelijk beantwoorde vraag: Wat kiest Tito in geval van oorlog? Tito is een communist. Daar mee is veel gezegd. Wanneer men ziet hoe weinig men in nationaal verband de com munisten vertrouwt, ook al spelen zij het parlementaire spel mee en ook al preten deren zij te werken in het belang van het volk en het land, dan is het toch niet meer dan logisch te twijfelen aan de betrouw baarheid van een communistisch land in internationaal verband. De vraag, of men, afgezien van dit alles, veel waardering kan hebben voor het dui delijke verschil in beleid dat zich voordoet bij de samenwerking met communisten in nationaal en internationaal verband, blijve hier buiten beschouwing. De overweging dat een ideële strijd tegen een zo onheil spellend verschijnsel als het communisme zou moeten worden gesteund door een com munist als Tito te voorzien van geld, wa pens en morele steun, moet ieder voor zich zelf verwerken. Dat er echter van de ideële leuzen weinig overblijft wanneer men het opportunisme laat zegevieren, zal weinig discussie toelaten. En wanneer men dan in het Westen lou ter op het standpunt van opportunisme gaat staan, zijn er ook in het binnenlands beleid wel andere mogelijkheden dan die, welke men nu meent te moeten volgen. Met name in Amerika zou men dan niet be vreesd moeten zijn om de volslagen com munistische minderheid in het land met zuiver-democratische en parlementaire wapenen tegemoet te treden, inplaats van nerveuze, overhaaste en tegen het alge meen gevoel van rechtzekerheid en burger lijke gelijkheid indruisende maatregelen te nemen tegen iedereen, die ook maar een zweem van linkse gezindheid toont. De inconsequentie van het uitsluiten van ieder overleg met het Moskouse statenblok en het tegelijkertijd aanfeesten van een communistische staat als Tito ontkracht tal van leuzen, die ook thans nog druk worden gebezigd om het Westelijk verzet tegen het Oostelijke gevaar te bevorderen. De men senrechten, de menselijke democratische vrijheden, die de inzet van het Westelijke verzet heten te zijn, worden in Joegoslavië evenzeer geschonden als in Rusland. Wanneer men een argument zoekt om een vredig samenleven van de Sovjet-Unie met de rest van de wereld als onaanvaard baar te kenschetsen, moet men dat argu ment dus niet putten uit de bodemloze put van ideologische parolen, doch uit de za kelijke overweging dat de Westelijke eco nomische en politieke structuur in gevaar is. Dan krijgt men minder geestelijke dwaallichten, die bereid waren zich in ideologisch opzicht geheel en al aan de strijd voor het ideaal te wijden, doch door de praktijk duizelig en weifc'end worden gemaakt. J. L. Mijnheer de Hoofdredacteur, Het heeft uw lezers ongetwijfeld goed gedaan te zien, dat er nog hoofdredacteuren gevonden worden, die bereid zijn een zo navrante zaak als waarvan uw artikel „een rechtszaak" handelt, nu eens niet van de kant der vaak arrogante rechtszeker heid doch van die der algemeen menselijke gevoelens te belichten. Ik zou in het geheel geen aanvechting hebben gevoeld hierop anders dan waar derend te reageren, ware het niet dat in uw artikel de reactie van een openbaar college, i.e. de gemeenteraad van Bloemen- daal op de „verklaring" van wethouder mr. Rohling geheel onjuist belicht wordt. U schrijft namelijk, „dat wethouder Van Geluk mede namens de andere raadsleden zijn vertrouwen en waardering jegens mr. Rohling uitsprak in de overtuiging, dat hij naar beste weten en kunnen had gedaan wat hij moest doen." Ik laat in het midden of dit laatste sloeg op het afleggen der ver klaring dan wel op de zaak waarover de dagvaarding is uitgebracht. U ziet echter, in tegenstelling met het door u aangeduide Amsterdamse dagblad, over het hoofd, dat, in uw eigen woorden, „die aanklacht niets met het optreden van de betrokkene en diens beleid als wethou der uitstaande heeft" en voorts, dat de ge wraakte verklaring volkomen onverwacht kwam voor de leden der gemeenteraad. Hieruit kan reeds worden afgeleid, dat wethouder Van Geluk niet kon spreken namens de andere raadsleden, aangezien geen overleg had plaats gehad. Wijders is het onaannemelijk, dat niet meerdere raadsleden, evenals ik, tijdens het aanhoren der verklaring van mr. Rohling hebben overwogen of niet een protest behoorde te volgen in verband met het feit, dat deze verklaring ten onrechte voor het forum van de gemeenteraad werd afgelegd, daar immers niet wethouder Rohling, doch de vroegere raadsheer-commissaris, die in deze functie geen band met de gemeente Bloemendaal had, was geïncrimineerd en zich t.d.a. ten onrechte stelde onder de im muniteit van art. 53 van de Gemeentewet. Een dergelijk protest had de betrokkene natuurlijk tot verdediging van zijn ver klaring moeten prikkelen en hiermede was een zaak, die sub iudice is, en dus publie kelijk onbesproken moet blijven, thans in voltallige openbare raadszitting behandeld. Dit scheen ondergetekende ook nog on gewenst omdat door een zodanig protest van uit de raad weliswaar de goede pu blieke zeden waren gediend, doch, wat hier veel zwaarder mocht wegen, tevens een zeer ongewenste stemming tegen mr. Roh ling ware gemaakt. Zulks lag allerminst op de weg van de raad, wiens leden publice en privatim een goede verstandhouding met elkaar hebben en vermoedelijk elk voor zich de situatie, waarin mr. Rohling zich geplaatst ziet, van harte betreuren. Hieruit mag echter allerminst worden af geleid, gelijk door u in „een rechl v.aak" is geschied, dat de raadsleden van Bloemen daal, die immers evenmin ais u de inhoud van de dagvaarding noch ook die van het bezwaarschrift kennen, vertrouwen hebben uitgesproken in een zaak staande buiten de beoordeling van het gemeentebestuur. Men kan en moet zich in het openbaar houden buiten een aangelegenheid die sub iudice is en kan niettemin vertrouwen blij ven stellen in een persoon, die in een be paalde kwaliteit vervolgd doch niet veroor deeld is, maar in een ander ambt niet dan lof verdient. Evenmin mag uit het achterwege blijven van een formeel protest worden afgeleid, dat dit niet op zijn plaats zou zijn geweest en nog minder dat dit uitblijven een goed keuring inhoudt. In dit licht is door mij elders het op zich zelf sympathieke vertrouwensvotum van de collega-wethouder Van Geluk „even naïef ais misplaatst" immers voor een verkeerd forum genoemd. Ook een ge meenteraad heeft te waken voor de inacht neming der publieke normen. Eén daarvan is, dat geen andere zaken worden behan deld dan die welke het gemeentelijk belang raken en tot de competentie van de raad behoren; een andere, dat aangelegenheden door de rechterlijke macht aan zich getrok ken niet ter openbare discussie in de ge meenteraad komen. Met alle waardering overigens voor de strekking van uw artikel „een rechtszaak", vestigt dit de indruk, dat de gemeente raadsleden van Bloemendaal de ontkrach ting van beide normen met zoveel woorden hebben goedgekeurd. Het is mijn uitsluitende bedoeling met het vorenstaande bij uw lezers deze on juiste indruk weg te nemen. U dankend voor de verleende plaats ruimte, teken ik met gevoelens van hoog achting, Uw dv. J. W. DE JONG SCHOUWENBURG Lid van de Gemeenteraad van Bloemendaal. In ons verslag van de gemeenteraads zitting van Bloemendaal, verschenen in ons blad van 9 Januari, vermeldden wij na de weergave van wethouder Rohling's verkla ring: „Hierna richtte wethouder A. van Geluk een kort woord van sympathie tot zijn ambtgenoot: „Ik kan verklaren dat ik mij persoonlijk en met mij de andere leden van de raad door alle mededelin gen in de pers niet in het minst geschokt gevoel in mijn vertrouwen en waardering jegens u. U heeft naar beste weten en kun nen gedaan wat u moest doen." In het hoofdartikel onder de titel „Een rechtszaak" in ons blad van 23 dezer is deze passage uit het verslag in samenvat ting geciteerd. Op de juistheid van onze weergave van wethouder Van Geluk's woorden was door niemand critiek uitge oefend. Bij onderzoek blijkt mij nu dat de wethouder de woorden „en met mij de andere leden van do Raad" niet heeft ge bruikt. Dat was dus een fout in ons ver slag, die bij deze worde herroepen. Inzender meent dat. ik van mening zou zijn, dat de raadsleden van Bloemendaal hun vertrouwen zouden hebben uitgespro ken in een zaak een zaak die, zoals hij opmerkt, buiten hun beoordeling valt. Die mening heb ik niet geuit. Met de inzender neem ik aan dat zij (evenmin als ik) de inhoud van dagvaarding en bezwaarschrift in de aanhangige rechtszaak kennen. Ik heb het applaus van raadsleden na de woorden van wethouder Van Geluk opge vat als een bewijs van hun vertrouwen in de persoon van hun wethouder mr. Roh ling, hetgeen het dan ook ongetwijfeld be tekende. Hetgeen geschreven werd om trent mijn eigen onbevoegdheid tot oor delen over de rechtszaak zelf en over de uitsluitende bevoegdheid van de rechter geldt natuurlijk evenzeer voor anderen. De geachte inzender staat op het stand punt dat mr. Rohling zijn verklaring ten onrechte voor het forum van de gemeente raad heeft afgelegd. Hij rekent die niet tot de zaken die het gemeentelijk belang ra ken. Wij verschillen daarin van mening. Door een Amsterdams dagblad was mr. Rohling's aanblijven als wethouder gecri- tiseerd. Dergelijk critiek in het openbaar raakt m.i. wel degelijk het gemeentelijk belang. Dat een wethouder zich in zulk geval wil vergewissen van de gevoelens van de gemeenteraad jegens zijn persoon is voor mij volkomen begrijpelijk en dat hij wenst, dat de bevolking daarvan kennis neemt, evenzeer. Is het geen gemeentelijk belang dat de bevolking weet hoe de Raad tegenover een (aangevallen) wethouder staat? Uit het artikel „Een rechtszaak" worde de volgende zin hier herhaald: „Zon der in détails van .zijn verklaring te treden willen wij opmerken dat het menselijk vol komen verklaarbaar is als een man, tegen wie een jarenlang slepende instructie is gevoerd en die anderzijds bij herhaling is aangevallen, tenslotte tot spreken komt op de post der openbaarheid, die hem daartoe gelegenheid biedt en waarvan hem pas nog verweten is, dat hij hem is blijven bezet ten." R. p. ADVERTENTIE UW MATRASSEN bijgevuld of vernieuwd MAAKLOON 1 pers f 12.50. 2 pers. f 15.— HAARLEMS MATRASSENHUIS H. DE GRAAFF Gr Houtstraat 103 Tel 11485 - Haarlem Uit de Opregte Haarlemsche Courant van 29 Januarij 1853 BRUSSEL. De inwijding van de nieuwe ijzeren brug over de Rupel te Boom is deze keer naar wensc'h uitge vallen. Het getal der aanwezigen was bij deze gelegenheid tot 25.000 aange groeid. De Hertog van Braband heeft weder alleszins voldaan door de min zame en tevens gepaste wijze, op welke hij de overheidspersonen heeft toege sproken en beantwoord. Bij de vorige inwijding was de brug, met een r.eel der feestvierenden, inge stort. Ditmaal heeft men echter geene onheilen te betreuren gehad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 5