In Zeeland en West-Brabant woedt de slag tegen het water voort Een gebied waar iedere arm van een wegwijzer naar een ramp wijst Vele buitenlanders naar Krelagehuis in Haarlem Brandweer bedwong HVS: twee-twee Haarlemse jeugdploeg kreeg een lesje van Amsterdam: 55-32 7 Badmintontournooi De volleybalcompetitie Hockeyprogramma voor 8 Februari Wandelsport Breunese spreekt in Den Haag Biljarten Om de titel bandstoten Honderden klemmen zich vast aan daken en bomen DINSDAG 3 FEBRUARI 1953 v- De internationale badmintonkampioen schappen, die Zaterdag en Zondag aan staande in het Krelagehuis in Haarlem worden gehouden, beloven voor de beoefe naren van deze sport zowel als voor de leken bijzonder aantrekkelijk te worden. Het aantal deelnemers bedraagt niet min der dan 250, waaronder verschillende Denen, Engelsen, Chinezen, Belgen en In donesiërs zijn. Internationaal gezien is het tournooi dus bijzonder sterk bezet. Zo is onder andere de deelname verzekerd van enkele Denen, waaronder twee dames en de heren Ole Mertz en Jesper Sandvat, die tot de sterk- sten van het land behoren. Deze Denen zullen ongetwijfeld sterke concurrentie ondervinden van de Engelsen Blake, Joy en Murray en de internationale kampioen van het vorige jaar, de Chinese student Tan Tik Hong. Maar ook de Indonesiërs The Sie Poo en Jap Tjiang Beng behoren zeker tot de genen die kans hebben op de titel evenals trouwens de Nederlanders Woltman (na tionaal kampioen) en J. Mulder. Dames Ook bij de dames zijn de vertegenwoor digsters van Denemarken favoriet. Doch ook hier zullen de Engelse dames Joy, Murray en Murphey, de Belgische Toyton en de Nederlandse dames Koch en Robbe in staat zijn voor een verrassing te zorgen. De kampioenschappen worden gespeeld op de acht banen van de Haarlemse bad mintonclub „Duinwijck" in het Krelage huis in Haarlem. Zaterdag wordt gespeeld van twee tot negen uur en Zondag van 's ochtends negen uur af. De finales zullen om ongeveer vier uur 's middags worden gespeeld. Gisteravond werden in het Krelagehuis voor de eerste klas van de volleybalcompe titie enkele wedstrijden gespeeld. Bij de dames kon VCR gemakkelijk van PWN win nen. De tussenstanden waren: 152, 1715, 15—5 en 15—3. Velox ging op de goede weg voort en versloeg VCK met 159, 1512, 158 en 155. Bij de heren stonden twee belangrijke wedstrijden op het programma namelijk HVS—Brandweer en HVS 2OSS. In het begin van de wedstrijd HVSBrandweer leek het er op dat HVS deze voor het kam pioenschap zo belangrijke strijd gemakkelijk zou gaan winnen, want het won de eerste game met 157 en de tweede dreigde net zo te verlopen. De HVS'ers hadden reeds de 14 bereikt maar Brandweer haalde op en met 1614 konden de blauw-witten de tweede game m hun voordeel eindigen. Met goed serveren wist HVS daarna zonder veel moeite de derde game te winnen (15—3), maar de laatste set bracht volop spanning en met 15—10 kon Brandweer een punten verdeling tot stand brengen (2—2). Matig spelpeil De reserves van HVS en OSS hadden uit een gelijk aantal gespeelde wedstrijden 3 punten behaald en deze strijd moest dus de voorlopige beslissing brengen. De Zand- voorters vertoonden een matig spel zodat HVS, dat zelf toch ook niet al te sterk speel de, een gemakkelijke overwinning kon be halen. De tussenstanden waren 815, 515, 14—16 en 11—15. Het programma voor Woensdag 1ste klas heren is geheel gewijzigd en luidt nu: BrandweerHVS, VCRPSVH en VCK Brandweer. Dames, 1ste klasse: PWNVCR 13; Velox —VCK 4—0. Dames, 2de klasse: Die Raeckse 2Rap. 2 4—0. Dames. 3de klasse A: HBC 2HBC 3 04; BGV 2—VCR 3 0—4. Heren, 1ste klasse: HVS 2OSS 40; HVS Brandweer 22. Heren, 2de klasse B: PWNHVS 3 40; Rap. 2Velox 2 40. Heren, 3de klasse A: Rampl.HBC 2 04; StampersSpaarnestad 13; Rap. 3PWN 2 1—3; OVRA 2—VCR 3 2—2. Heren, 3de klasse B: Rampl. 2Sportief 04; LeonidasGios 31. Basketball Terneergeslagen basketballers zochten na afloop van de jeugdwedstrijd Amsterdam- Haarlem de kleedkamers op, na een les in basketball gekregen te hebben die hen lang zal heugen. Wij weten niet of de akelig kille sfeer die in de Apollohal in Amsterdam heerste oorzaak was dat een der sterkste troeven van de jeugdige Haarlemmers, enthousiasme, volledig ontbrak. Wat wjj echter wel weten is dat al hadden zij met meer bezieling gespeeld, dit lang niet vol doende was geweest om het nuchtere en wel overwogen spel van de Amsterdammers te bestrijden. Het ontbreken van een juiste spelopvat ting was oorzaak van het volledige falen. Met de wijze van spelen, waar de meeste verenigingen in de Haarlemse Bond zich nog van bedienen, heeft men in Amsterdam al lang afgerekend. Het is te primitief en teveel ingesteld op individuele prestaties. En daar er teveel van deze individualisten in het Haarlemse team opgenomen waren, kon van een regelmatige opbouw van aanvallen geen sprake zijn. Verdediging passief. Beide teams begonnen met de zogenaam de 23 zóne. Onmiddellijk bleek al dat deze methode Haarlem niet lag. De verdediging werd te passief, waardoor de Amsterdam mers met afstandschoten al spoedig een ruime voorsprong hadden. Bij Amsterdam kwamen de voorste verdedigers de bal wanneer deze in bezit van Haarlem was ver tegemoet. Haarlem kwam hiermede tel kens in moeilijkheden wegens te geringe technische kwaliteiten. Deprimerend voor Haarlem was wel dat de beide scheidsrech ters voortdurend over het hoofd zagen dat Breurse, die pivot-player van Amsterdam met een groot aandeel in de gescoorde pun ten telkens in overtreding was ten aanzien van de drie seconden regel. De rust brak aan met de stand 2611. Hopeloze taak Na de rust ging Haarlem over op 3—2 zóne. Een zwak punt vormde toen de bezetting van de midvoorplaats, die door de dekking ge heel verwaarloosd werd. De verdedigers Molenkamp en Hopman en Jonker stonden zodoende voor een hopeloze taak en ver oorzaakten in hun pogingen tegenpunten te voorkomen veel strafworpen. De Amster dammers bleven uitstekend combineren en maakten van de geboden kansen vlot ge bruik. Haarlem wist daarna enige malen met breakouts door Dinkelberg te scoren. Door over te gaan op man-to-man-defense en mede door het feit dat de beste krachten van Amsterdam aan de kant zaten, slaagde Haarlem er in de score een nog enigszins redelijk aanzien te geven. Het einde kwam met 5532. Het hockeyprogramma van Zondag 8 Fabruari is vervangen aoor dat van Zondag 1 Februari, uiteraard met uitzondering van de wedstrijden die op 1 Februari zijn ge speeld. Woensdagavond 18 Februari zal majoor b. d. J. N. Breunese, leider van de vier daagse afstandsmarsen in Nijmegen, in ge bouw Amicitia in het Westeinde spreken over „de wandelsport en wat daarmee in verband staat". RECTIFICATIE In de trekkingslijst van de Staatsloterij van Maandag 2 Februari 1953: Een prijs van 200.is niet gevallen op nr. 1293, maar op nr. 1273. Naar wij vernemen heeft de KNBB be sloten toch een hoofdklasse kampioenschap van Nederland bandstoten te doen spelen. Het wordt georganiseerd door de Haagse Cadre Club van 12 tot en met 15 Februari in „Du Corbeau" in Den Haag. Deelnemers zijn Van de Pol (Rotterdam), Metz (Den Haag), Eichelsheim (Rotteram) en Jan Sweering (Amsterdam). Zij zullen elkaar twee maal ontmoeten. wen. En daar in de verte, die gesluierd werd door de sneeuwbuien, kwamen de vluchtelingen voor het water aan. De man nen strompelend over de deels ondergelo pen spoorbaan, de vrouwen op modderige karren bespannen met forse Zeeuwse paar den, die tot aan hun buiken door het water plasten, de ouden van dagen in een „high speed", een van die hoge militaire wagens op rupsbanden, die nu hun gewicht in goud waard zijn. Daar op het hoge punt van de dijk keken zij nog eens om, de mannen rustig en sterk in hun beslikte werkplunje, de vrouwen met fiere en onverzettelijke gezichten onder de gouden kap met de wit kanten hoofdtooi. Daar op die dijk bij die laatste blik terug trokken zij hun ruggen recht, die gekromd waren geraakt door het sjouwen tegen de felle Noordenwind. Bij alle ellende, die wij gezien hadden, heeft de stoerheid van die Zeeuwen ons misschien het meest ontroerd. Want in die blik terug lag een belofte, die van: „Wij komen terug." Toen gingen zij rustig en waardig zonder één klacht naar de auto's, die hen weg zouden brengen. En een sol daat vlak bij ons frummelde een onhandig saluut naar zijn pet om zijn tranen te ver bergen, toen hij zo'n oude Zeeuwse vrouw met haar kranig, verweerd gezicht in een wagen hielp. Zo gaven deze mensen, die zelf het zwaarst getroffen waren, hun helpers het vertrouwen terug. Het vertrouwen, dat ook deze on-menselijk zware taak tenslotte vol bracht zal worden, óndanks de chaos, die de elementen hebben geschapen en ondanks de chaos, die op het ogenblik ook nog de inderhaast geïmproviseerde hulpverlening kenmerkt. De geestdrift en de zelfopoffering bij die hulpverlening groeien nochtans met het Uur. De cölonnès op de wegert naar het rampgebied worden langer. De organisatie zal naar wij hopen zichzelf ook snel vinden. Dit is nodig, want van iedereen zal het alleruiterste worden gevergd om deze schier onmogelijke opgave te volbrengen. Van hen die op de dijken vechten, van hen die hun leven wagen om bij daglicht en donker mensen voor de poorten van de hel weg te halen en van hen die er verantwoor delijk voor zijn, dat de organisatie gaat lopen. Wij mogen van de laatsten verwach ten, dat zij ieder mogelijk initiatief zullen nemen om snel en zo doeltreffend mogelijk te handelen. Dat zij alle hiërarchieke ge wichtigdoenerij zullen weten te vermijden. Dat zij geen minuut verloren zullen laten gaan. Gij moogt dat van hen eisen. Deze natio nale ramp eist dat. Zoals zij van ons allen eist, dat wij, ieder op onze plaats en op onze manier, alles doen wat in ons ver mogen ligt om deze nameloze nood te lenigen. Het is duidelijk, dat de situatie op de Zeeuwse eilanden op vele plaatsen met het uur erger wordt. En men is machteloos. Het is verschrikkelijk om machteloos te zijn, wanneer men gehoord heeft, dat honderden ongelukkigen zich al sinds Zaterdagnacht vastklemmen aan boomtoppen en daken, totaal verstijfd van kou. Men vervloekt dan de ijzige Noordenwind die steeds maar weer nieuwe natte sneeuw over die onbeschutte stakkerds heenjaagt. En er is niet veel ver beeldingskracht voor nodig om te beseffen, dat de hulp die onderweg is, de vracht auto's beladen met motor- en reddingboten die voortdenderen naar Bergen op Zoom, misschien te laat zal komen. Zelfs aan het uithoudingsvermogen van mensen in doods angst komt een einde wanneer de kwelling te lang duurt. Ziedaar een van de martelendste aspecten van de toestand in dit rampgebied. Het gebied van de Moerdijk, van de Zevenberg- se hoek, Klundert en Fijnaart, Willemstad, Steenbergen en Halsteren. En natuurlijk de Zeeuwse eilanden. Het gebied waar de grote slag nog kómen moet. De slag om de tienduizenden, die het water er nog gevan gen houdt. En ook de slag om dit gebied terug te winnen. Daaraan is men wij herhalen het nog niet eens toe. Nog steeds bezwijken er dijken, die van voren en in de rug door het water worden aan gevallen, die arglistig ondergraven worden en dan met één stoot van het komend getij ineenzakken, huizen, spoorbanen en wegen met zich meesleurend. Wij hebben gisteren de trieste tocht door dit gebied gemaakt. We zijn langs weg wijzers gekomen, waarvan iedere arm naar een ramp wees: Fijnaart, Halsteren, Steen bergen, Lage Zwaluwe, Moerdijk. Waar m«n slechts enkele kilometers hoefde te rijden om het bittere uitzicht te krijgen op de totale verwoesting. Van een eindeloze Paarden op een dijk in Walcheren. Overal om hen is water. Een brug komt er nog net boven uit. Geïsoleerde boerderij op Walcheren. De bewoners zitten op het dak en zwaaien met een vlag en lakens. was, en beseften te laat welk een ramp zich stond te voltrekken. Toen werd het een razende wedloop met de dood, die de zeventien verloren. Volgepropte roeibootjes sloegen om. Andere vluch telingen voelden de grond onder de voeten wegzinken. En nog worden er zestig mensen vermist. Nog spoelen ieder uur lijken aan. Nog brengen man nen, die zich met roeibootjes op de snelle tijstromen wagen, steeds weer nieuwe doden aan. Ook toen wij er waren. Een jonge boer en zijn vrouw en een oudere man. Zwijgend brachten de mannen van het Rode Kruis hen door de mensenmenigte, die stilletjes opzij week. De mensen hier weten maar al te goed. dat de officiële dodencijfers te laag zijn. Zij weten, dat men slechts de geborgen lijken telt en daarbij het getal voegt van hen waarvan men weet, dat zij verdronken zijn. Maar zij weten ook, pit..tal yan dorpen en buurtschappen' uit hurn'orhgevirigj dat de yermistencijfers soms drie keer zo hoog zijn als het officiële aan*al slachtoffers. En zij kunnen slechts hopen, dat er onder die vermisten nog zijn, die ergens geïsoleerd zitten en nog gered kunnen worden. Maar zij zijn op veel ergs voorbereid. Een blik terug Van Halsteren zijn wij Zuidwaarts ge gaan over Bergen op Zoom de weg naar Goes op, die daar loopt over de steel van de omgekeerde pijp, die Zuid-Beveland heet. Vér brachten wij het niet. Want even voorbij Rilland en Bath dook ook die weg onder. Zodat wij daar maar zijn blijven kijken naar het trieste schouwspel van de evacuatie van de mensen uit het gebied van Kruiningen en Krabbendijke, boeren en boerenarbeiders van de trotse hofsteden, die er als vorsten troonden op de rijke Zeeuwse grond. Op de dijk stond een ein deloze colonne auto's, bemand door han delsreizigers, boeren, militairen en vrou- Van de Moerdijk zijn we naar Halsteren gegaan, een van die nieuwe sombere namen op de kaart. Het was misschien maar ge lukkig, dat wij daarbij gesterkt werden door het gezelschap van twee lifters: twee werklozen uit Eindhoven, die hun laatste centen besteed hadden aan een stormlamp, twee zaklantaarns en één schop méér kon er niet af waarmee zij op de bonne fooi naar het Westen trokken. Om andere arme sloebers te helpen, zoals zij zeiden. Het waren er twee uit een leger van duizenden, dat met dezelfde geest bezield is. Een leger, dat desnoods met blote han den de vijand te lijf zou willen,' maar dat in het gezicht van de oppermacht slechts kon vloeken van spijt en wanhopige mach teloosheid. We zijn daar in Halsteren de lange, dalende weg afgegaan, die regelrecht de watervlakte invoerde, de weg die zich verderop slechts aftekende door de boomkruinen, die nog boven het water uitstaken. Links en rechts staken nog gedeeltes van huizen op. En voor ons, achter de gekartelde en afgebrokkelde dijken, lag Tholen. Zo vlakbij en toch zo tergend ver weg. Op dit kleine stuk van de nieuwe zee verdronken Zondag zeventien mensen. Zij hadden de over stroming onderschat, dachten mogelijk dat deze slechts van plaatselijke aard (Van een verslaggever) Wij hebben nu vrijwel het gehele watersnoodgebied in Zuidwest-Neder land gezien. We hebben de mannen op de dijken bij Ouderkerk en Ridder kerk als bezetenen zien vechten tegen het niet aflatende water. Wij hebben de ravages aanschouwd in de Alblasserwaard en de Biesbos, om Dordrecht en beneden Rotterdam. Maar wat wij gisteren in West-Brabant en Zee land hebben gezien tart eenvoudig iedere beschrijving. Wanneer men hier kijkt over de onafzienbare watervlaktes, wanneer men luistert naar de berichten over steeds nieuwe dijkdoorbraken en zelfs complete dijk-ver- dwijningen, wanneer men afweegt hoe onvoldoende de hulpverlening nog is niet anders kan zijn dan wijkt zelfs de Hollandse zelfverzekerheid, dat men het met een watersnood altijd wel klaren zal. Inderdaad, het lijdt geen twijfel dat West-Brabant en Zeeland hét rampgebied vormen. Want al mag de toestand in andere getroffen gebieden nog zo erg zijn, daar althans heeft men de zaak enigermate in de hand. Daar is men nu al op volle kracht bezig aan het herstel van de dijken, daar is de nood van de be volking te overzien en ten dele te lenigen. In grote delen van Zeeland en West-Brabant is men nog lang niet in dat stadium. Tekenend voor de situatie daar, is dat voorlopig nog het leeuwendeel der krachtsinspanning is gericht op evacuatie, op redding van de bevolking. Ook daarvoor zijn de hulpmiddelen trou wens nog volslagen onvoldoende, evenals de communicatiemiddelen. Mannen met schoppen en zandzakken zijn er, duizenden bereidwillige automobilisten eveneens. Maar wat kunnen zij uitrichten op die on metelijke watervlakten van West-Brabant waar nog her en der mensen geïsoleerd zitten. Duizenden mensen. Wat kunnen zij op de Brabantse dijken anders doen dan met de anderen in een gepijnigd zwijgen naar de onbereikbare Zeeuwse eilanden staren. Die eilanden, waarvan men zo wei nig weet. Natuurlijk, er lopen duizend ge ruchten. En men weet uit de schaarse draadloze berichten, dat er van sommige van die eilanden nog slechts een klein deel moeizaam het hoofd boven water houdt. binnenzee, waarin dode koeien en varkens dreven, de poten stijf gestrekt. Waarin de stoelen en tafels dobberden, die eens in de nu verdronken huizen het warme interieur van gelukkige, hard-werkende gezinnen vormden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 9