ïn Velsens havens sjokt de waterboot
van de „Catharina" naar de „TRURO"
„Kraamcursus" leverde eerste
gediplomeerden af
Huis vol mysterie
Havenherichten
MAATKLEDING
V'
.Clowntje Rick
Tien ton in zes uur
Binnenschepen zijn gebonden aan
de aanvoer van drinkwater
D
D1
D
Santpoort
H. L. KAMINK
Drie en een halve ton
uit Velsense beurzen
4
FEUILLETON
door Jane England
Op het water met de
Orion
De elftallen voor „Noord"
IJmuider Harmonie na
de drukte naar de drukte
Velsens Witte Kruis alweer met nieuwe opleiding begonnen
Voor de kinderen
P. J. Wiegman nam afscheid
van St. Joseph-school
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953
T\E BINNENSCHIPPERS kunnen er op vertrouwen. Tweemaal in de week
schuift de „Orion" met zijn tweeënvijftig ton drinkwater, geborgen in zes
vakken om het slingeren tegen te gaan, langszij hun schip in de havens van
Velsen. Dit tankscheepje van de drinkwaterdienst van Jan Overvliet met het
sputterende motortje, wordt door de baas, wanneer het grote werk met de zee
vaart het toelaat, van klant naar klant en van kade naar kade gestuurd. In de
vroege ochtend vertrekt hij van de aanlegplaats aan de Steigerweg en vandaar
gaat het langs de Kanaaldijk naar de Binnenhaven, naar de Cementhaven en
naar die vijf schepen met het witte vlagje in de Staalhaven. Het scheepje glipt
ook naar de „Verwachting", naar de „Onderneming" en de tjalk, klipper of spits
van Tinus en Johan en dan nog naar al die schepen waar weinigen van hebben
gehoord, maar die Overvliet kent als zijn broekzak. Die ochtend levert hij tien
ton water aan twintig schepen. Een dag van niets en een schip van bijleg. Mis
schien, heel misschien valt er dan nog een zeeschip binnen, waarvan de drink
watertanks best een ton of vijftig kunnen gebruiken. De zeevaart moet het goed
maken voor Overvliet.
VISSERIJBERICHT SCHEVENINGEN
SCHEVENINGEN, 14 Februari. Vangst-
berichten van hedenmorgen uit zee: SCH 2
met 25 kantjes uit 15 netten, gisteren 7 last.
SCH 236 met 1 kantje per net; SCH 249 met
40 kantjes uit de halve vleet; SCH 310 met
60 kantjes uit 40 netten; SCH 195 met 50
kantjes uit 35 netten: SCH 342 met 90 kant
jes uit 40 netten; SCH 242 met 70 kantjes
uit de halve vleet; SCH 81 geen vangst (nog
niet ter plaatse); SCH 79 geen vangst (nog
niet ter plaatse).
Iedereen in Velsens havens kent de heer
Overvliet, of beter „Jan van de waterboot",
want dat zeggen ze. In Augustus 1916
kwam hij al in IJmuiden, vanwaar de
trawlers hem meenamen. Ook de dienst
riep hem in die dagen. Overvliet moest zich
in het blauwe marine pak steken en zat
daarna tof 1922 als machinist bij Van der
Zee in het Oosterdok te Amsterdam. Een
jaartje later ging het op eigen risico op een
sleper en na drie jaar stond hij boven de
stampende machines van een eigen schip,
de eerste Orion. Eenendertig jaar lang voer
Jan met zijn vrouw op de slepers over
kanalen en rivieren. Na de oorlog hadden
die twee het echter al bekeken: met de
kleine sleepvaart was het gedaan, ze zou
ten gronde gaan, wis en zeker. Met de
dochter, die al enige jaren bij de Marine
Vrouwen-afdeling dient, begonnen zij in
Velsens havens, waar Jan maar al te vaak
een aak of tjalk heen trok, een drijvende
winkel met brood, aardappelen en groen
ten. Na enige tijd stapte Overvliet over op
een tankscheepje en hield hij zich uitslui
tend op met de drinkwatervoorziening van
zee- en binnenvaart.
DIE ORION, waarmee hij nu door de
havens ploft, is een schip van 52 ton,
dat werd gekocht van een man uit het
Westland die er in vroeger tijden, toen het
nog een schuit temidden van duizend
andere schuiten was, kisten groenten op
laadde en er mee naar de veiling in Am
sterdam voer. Er is toen heel wat te ver
bouwen geweest aan dat nog betrekkelijk
jeugdige maar stoere schip. De wanden en
schotten werden met een cenjentsausje
besmeerd en Overvliet kon aan de slag.
Twee waterputten in de berm van de Stei
gerweg, voorzien van scherpe meters, zou
den voor de toevoer zorgen.
En nu draait het bedrijfje al viereneen
half jaar, met al zijn lasten en zorgen.
Twee of drie keer in de week zegt Over
vliet tot de vrouw dat de havens weer eens
een beurtje krijgen. Bij dat kleine grut
langs de dijk en kades moet hij dan attent
zijn, want hij kent eigenlijk geen vaste
klanten en ze vertikken het veelal om het
witte vlagje, ten teken van „Ik heb water
nodig", in de ra van het mastje te hijsen.
De schippers, die al ruim tachtig dagen met
hun schip als drijvend pakhuis wachten tot
de kranen bij de Hoogovens even tijd vin
den om het stoffige rood zwarte erts uit het
ruim te tillen, hebben Jan niet zo vaak
nodig. Met tanks van vijftienhonderd liter
water aan boord zijn zij heel wat mans.
E „ESPERANGE" van H. Zwiers was
ons eerste klantje. Vierhonderd liter
moest vrouw Zwiers hebben en dat be
tekende voor haar weer een week wassen,
drinken en eten. Overvliet trok van het
voorschip de rubberslang aan boord en
bracht de riem van de vrijloop op de aan
drijving van het pompje. Gorgelend stuw
den de kubieke meters water door de ijze
ren buizen naar het reservoir op de tjalk.
„Dag meid"„Dag Jan"volgende
patiënt.
Catharina 2 uit Amsterdam lustte een
flinke teug, de Onderneming moest acht
honderd liter hebben en op de „Recht dooi
Zee" bleef het slechts voor vijfenveertig
Volgende klant.
48)
„Het klinkt alsof er moeilijkheden zijn.
Ik heb Parkinson, voordat hij wegging,
nog gewaarschuwd, maar hij lachte me uit.
Hij wilde niet, dat ik je waarschuwde, en
meencit, dat je beter onbevooroordeeld zelf
tot conclusies zoudt kunnen komen".
„Dank u wel", zei Constance vormelijk.
„En doet u uw best voor mij".
Ze legde de hoorn op de haak en staarde
voor zich uit door het raam. Buiten was
het een prachtige dag en de tuin zag er
vredig en volkomen veilig uit. Even leek
alles onwerkelijk, een deel van een nacht
merrie, terwijl alleen die vredige bloeiende
tuin en de blauwe hemel er boven wer
kelijkheid schenen
Ze kwam echter snel tot de werkelijk
heid terug en besefte, dat ze thans onmid
dellijk handelend moest optreden.
„Zal ik Mary zeggen, dat u hier uw
lunch wilt hebben?" vroeg ze.
„Nee", antwoordde mevrouw Fincham,
„ik sta op. Het is beter, dat ik opsta. Stuur
haar maar bij me, dan sta ik op. En jij
mag het huis niet verlaten, begrijp je dat.
Je mag me niet alleen laten, vooral niet
alleen laten".
COOCOCXDOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOCOOOCOOOOOOG
Over het voel en wee van de kleine dien
sten van de havens, van scheepjes die
bemand met een of twee personen door
mooi en slecht weer de binnen- en zee
vaart in IJmuiden van het nodige voor
zien en dagelijks tot in de verborgen
hoeken uitwaaien wordt in dit verhaal
iets verteld. En wel over de drinkwater-
dienst van Jan Overvliet, wonend op de
sleepboot Orion beneden aan de Stei
gerweg.
Evenals de parlevinkers, de oliehande
laren en kleine sleepdiensten verricht
hij dagelijks zijn niet bijster avontuur
lijke werk. Het gaat in stille en bijge
volg vertelt dit verhaal iets over de zor
gen, het leven en het werk van deze
schipper, machinist, eigenaar en „wa-
terboer".
De grote boten maken de dagen goed.
ooooooooooooooooooooocxxiooaooooooocwoocciooooooociooooooco
cent, de minimumprijs, waarvoor men drie
honderd liter water mag inslaan. Voor elke
honderd liter meer wordt vijftien cent
neergeteld.
Telkenmale hoorden we van de water
baas de vraag: „Nou, hoeveel heb je ge-
riep de baas naar de Rehoboth uit Varik.
„Ja, en kom je straks even langs". Van
achter kwam toen ook nog een roeppie,
maar we waren al voorbij en dan draait
Jan niet gauw meer.
„Ze moeten maar opletten, hoor", stelde
hij, „dat ding dat daar lag te schetteren,
laadt niet meer dan vijfentachtig liter en
daar zou je voor terug moeten. Het zijn
schepen die werden gebouwd voor Drente.
Ze gingen bij elke boer aan het kanaal om
een emmertje en zo schoven ze door Neder
land".
De binnenschippers kennen het geluid
van Orion's motor en het witte vlagje vin
den ze deswege een onding. In een wip
staan ze aan dek en Overvliet heeft dan
altijd nog wel tijd om bij te draaien. De
bestellingen van de zeeschepen komen door
bemiddeling van Halverhout Zwart en
Zurmuhlen, Scheepsagenturen.
Op de „Joseph", die met kalksteen uit
Maasbracht in de Cementhaven lag, ver
telde de heer Beekman nog iets over de
drinkwatervoorziening in andere haven
plaatsen. Over de service van de Orion was
Jlij vol lof. De rijksvaarwegen, zoals de
havens van Velsen, zijn nu eenmaal vrij
Een solied scheepje, die „Nico"
had". En de schippers, of hun vrouwen
in de ochtend zijn de mannen maar al te
vaak naar de schippersbeurs deden er
een gooi naar. Nooit te weinig, oh neen,
daar denken ze niet over.
„Er zat nog zo'n laag in, Jan" en een
gebaar met beide handen verduidelijkt de
stand van het water in de tank.
„Nou, vijfhonderd dan, denk ik".
„Best, meidje, vijfenzeventig cent". Het
kwartje hoeft bij sommige schippers niet
terug te komen. Zo zijn ze wel.
ENK EVENWEL niet dat de levering
van drinkwater aan de binnenvaart
een winstgevend object is. Verre van dat!
„Wanneer er geen grotere broers waren
kon ik het beslist niet doen", zegt de heer
Overvliet, waarmee hij de zeeschepen van
drie- tot vierduizend ton voor de Hoog
ovens of de Papierfabriek bedoelt. Zij laden
hoogstens vijftig ton water, juist genoeg
voor de periode dat zij aan de Kanaaldijk
wachten tot de Hoogovens in de havens
ruimte hebben om het schip te ontvangen
en te lossen. Ook de zeeschepen die in de
zomermaanden hout aanvoeren bij de
Papierfabriek heeft de drinkwaterdienst
tot klant, aangezien het water daar niet van
de wal is te betrekken. En dan meert Over
vliet af en toe langszij *een marineschip of
een trawler die ligt te repareren. De leve
ring van drinkwater aan de binnenschepen
ziet de heer Overvliet als service: „de
kleintjes komen net zo goed als de groten
in aanmerking", is zijn devies; want de
binnenschippers zijn afhankelijk van de
aanvoer van water.
Vijftien cent per honderd liter is het
tarief en daar moet Overvliet de assuran
tie van het schip, de olie, het water, de
rechten om het bedrijf uit te oefenen en het
onderhoud van het schip van betalen. En
dan te weten dat de Orion in zes uur de
helft van de inkomsten van die dag ver
stookte.... Jan Overvliet doet zijn werk
evenwel met opgewektheid en helpt de
mens graag.
AN DE KANAALDIJK stak de Orion
over naar de enge Binnenhaven, waar
vier klanten wachtten.
„Heeee, jullie zijn vlug terug Johan"
van haven- en kadegelden en wie zou er
dan wat voor voelen om iets terug te doen.
In Rotterdam legt men bij het havengeld
een halve cent per ton inhoudsmaat neer
voor de diensten van de drinkwater
voorziening. Een binnenschip van 1800 ton,
en die bestaan, betaalt aanzienlijk meer
dan in Velsen, want voor negen gulden
mag hij slechts een maximum hoeveelheid
water van 1500 liter tanken. Een ongun
stige exploitatie, zoals Overvliet die kent,
komt in geen enkele haven van Nederland
voor. Dank zij enige gunsten van de ge
meente kunnen de eigenaren hun bedrijf
zonder gebondenheid aan de wisselvallige
orders van de zeevaart voortzetten.
E HEER OVERVLiET helpt de binnen
schippers ondanks het verlies op dit
onderdeel van het bedrijf. Na die zes uur
varen lag de Orion tien ton lichter aan de
wal, maar volgende week zal ze weer door
de havens scharrelen, op zoek naar nieuwe
dorstige klanten. Van de „Johanna" naar de
„Toekomst", van de Cementhaven naar het
Spuikanaal en hopelijk, verder op naar
de Papierfabriek of een Zweed bij de
Kanaaldijk.om de week goed te maken.
WILKO
KinheimPurmersteijn (op „Tussenwijk").
Kinheim: Th. Keirsgieter; A. Paap en W.
Mol; J. vrn Hesselingen, J. H. v. d. Wateren
en W. Groeneveld; J. Starreveld, H. Prinssen,
P. Kuyn, A. Prinsen en C. Luntz.
V. V. B.—D. J. K. (op „Watervliet").
V. V. B.: C. van Veelen; J. Roos en K. Kil;
J. Kersbergen, A. Both en P. Bleeker; W.
Zand, F. Bruinzeel, F. Kooimans, P. Vlietstra
en H. v. d. Ploeg.
HeemstedeI. E. V. (te Heemstede).
I. E. V.: W. van Tunen; H. Zonneveld en
W. Micnel; A. I.eering, Th. Koek en W. Cas-
tricum; D. de Reus, H. Duin, H. Brantjes,
J. Meurs n J. de Reus.
Gemeente-avond uitgesteld
De gemeente-avond der Ned. Hervormde
gemeente, die Maandagavond a.s. in „De
Toorts" zou plaats vinden, gaat niet door.
De „IJmuider Harmonie" hield haar
jaarvergadering waarin door de voorzitter
een zeer druk bezet jaar kon worden ge
memoreerd. De secretaris kon vertellen,
dat de vereniging momenteel kerngezond
is. Bij de bestuursverkiezing werd de heer
H v. Schadewijk, die bij de laatst gehou
den halfjaarlijkse vergadering zijn functie
tijdelijk had overgedragen aan de heer P.
v. d. Linden, als voorzitter herkozen. Ver
der werd het bestuur met twee leden uit
gebreid: de heren P. Groeneveld en G.
Schutte. Er is besloten, van toetredende
leden een inleggeld van f 1 te heffen. De
vergadering gaf het bestuur haar fiat, om
tot aanvraag om Koninklijke goedkeuring
over te gaan. Het tweede winterconcert
zal op 11 en 18 April in het Patronaatsge
bouw gegeven worden. Blijkens de talloze
aanvragen om medewerking en het geven
van concerten ook buiten de gemeente,
belooft ook het komende seizoen voor de
IJmuider Harmonie druk te worden. Aan
het einde van de vergadering werd beslo
ten een bijdrage in het Rampenfonds te
Vrijdag 13 Februari kwamen de haven van
IJmuiden binnen: Oranjefontein van Ant
werpen. Westerdok van Londen. Madoera v.
Port Said. Bhus van Oxelosund. Hirondelle
van Londen. Ridderkerk van Rotterdam.
Ellinor van Vestanvik. Zaanstroom van
Hull. Castor van Dordrecht. Rijnstroom van
Londen. Jimmie van Alesund. Frida van
Narvik.
Vertrokken zijn: IJstroom naar Manches
ter. Monte Solube naar Bremen. Kathe Olt-
mann naar Rotterdam. Prinsegracht naar
Grimsby. Nicolaas Maria n. Noord-Amerika.
Patria naar Antwerpen. Wilhelmina W. naar
Boulogne. Continental naar Rotterdam.
Herian Coast naar Newcastle. Ardennia n.
Antwerpen. Condor naar Londen.
Gisteravond zijn in het gebouw van het
Witte Kruis aan de Kennemerlaan te
IJmuiden met enig ceremonieel de examens
afgenomen van de aspirant-kraamverzorg
sters, die onder auspiciën van het nog
jonge Velsense „Kraamcentrum" hebben
gestudeerd. Van de vijf meisjes, die in No
vember 1951 onder de beproefde leiding
van zuster M. van Seeters aan de studie
begonnen, zijn vier geslaagd; de vijfde
aspirante viel tijdens de cursus af.
Het Kraamcentrum, dat ondanks de
kinderziekten in Velsen zijn nut ten volle
heeft bewezen en waarvan dan ook door
lopend een druk gebruik wordt gemaakt,
is hierdoor vier volwaardige krachten
rijker geworden en inmiddels is er alweer
een nieuwe cursus gestart, die evenals de
thans beëindigde ongeveer 15 maanden zal
duren.
De examencommissie bestond gister
avond uit de dames dr. M. K. La-Gro-Lin-
deijer, dr. Simons de districts-kinderartse,
de vrouwenspecialist dr. N. C. J. Steffe-
laar (rijksgedelegeerde) en zuster van
Seeters, terwijl namens de afdeling de
ADVERTENTIE
Exclusieve stoffen in voorraad
VOOR BETER MAATWERK
naar
Hofdijklaan 21 A
Telef. 5265 - Driehuis
„De onder leiding van het bestuur van
de afdeling IJmuiden-Velsen van het Ne-
derlandsche Roode Kruis al op Maandag
morgen 2 Februari bijeen geroepen spoed
vergadering met vertegenwoordigers der
in de gemeente Velsen gevestigde indus
triële bedrijven, zoals Hoogovens en Van
Gelder, de besturen van de Redersvereni
ging en IJmuider Vishandelvereniging,
vertegenwoordigers van de werknemers
organisaties, de geestelijken van de onder
scheiden kerken, enige hoofden van scho
len en verschillende particulieren, waarbij
in grote lijnen de inzameling van gelden
voor Nationale Rampenfonds werden uit
eengezet, heeft tot resultaat gehad, dat
aangenomen mag worden dat aan voor
noemd Rampenfonds een bedrag van circa
350.000 ter beschikking kon worden ge
steld.
Onder dit bedrag zijn mede begrepen
die giften, waarvan bekend is, dat ze di
rect naar het fonds zijn overgeboekt. Van
zelfsprekend zal het uiteindelijke bedrag
dat uit de gemeente afkomstig is veel gro
ter blijken te zijn, omdat diverse giften,
waarvan het Rode Kruis geen kennis heeft,
eveneens rechtstreeks zijn overgemaakt.
De toevloed van goederen uit alle lagen
van de bevolking heeft de verwachtingen
verre overtroffen.
Gaarne spreekt het bestuur zijn dank
baarheid uit voor alle ontvangen giften,
zowel in geld als in natura, en voor de
spontaan aangeboden daadwerkelijke hulp,
welke van alle kant enwerd ontvangen.
Ze vonden het uitstapje wat fijn. Tijdens de rit met de bus keken ze vrolijk babbelend
door de raampjes naar buiten. En al heel gauw waren ze bij de halte, waar ze moesten
uitstappen. De chauffeur stopte.
„Zo, jongens, jullie bent er", lachte hij.
„Dag!", zeiden, ze, en ze stapten uit de bus; die reed weer verder.
Ze moesten nu nog een eindje het bos docr lopen, voor ze bij Kabouterdorp waren.
Maar dat vonden ze niet erg; het was mooi weer, al was het geen zomer meer.
„Kijk eens, hoe prachtig nu die bruine en gele bladeren zijn!", vond Bunkie.
„En overal op de grond staan paddestoelen!", zei Rick. „Die zijn ook mooi, hè?"
Ja, dat was het. Al die najaarskleuren maakten het bos zo prachtig. Weer heel
anders dan in de zomer.
Zo stapten ze voort, en hun voeten ritselden door de dorre bladeren, die op het bospad
lagen. Toen naderden ze Kabouterdorp en kwamen ze bij het huisje van Pilon. Die
stond al in de tuin en begroette de jongens.
„Zo, jongelui/ben je gekomen? Dat is goed!", lachte hij. „Ik ben blij, dat je er bent,
want ik heb mijn handen vol met het plukken. Wil je me helpen?"
„Natuurlijk, Pilon, wat graag!", riepen ze.
heer P. Waardenburg, de Velsense voor
zitter van het Witte Kruis aanwezig was.
Hij was de eerste, die het geslaagde quar
tet complimenteerde.
De geslaagden zijn de dames: G. Boo
gaardVan Wijk, A. Gjaltema, H. C. Ste
kelenburg en A. Water, waarvan twee uit
IJmuiden-Oost en twee uit Santpoort af
komstig zijn.
Er blijft een dringende behoefte aan
kraamverzorgsters bestaan en de cursus
van het Witte Kruis verdient dan ook de
aandacht van alle vrouwen, die zich tot
dit beroep aangetrokken voelen. Temeer,
daar de kosten van de cursus gering ge
noemd mogen worden en gedurende de
praktijk-tijd een vergoeding aan de meis
jes wordt uitgekeerd.
Het was Vrijdagmorgen voor de heer P.
J. Wiegman in de gymnastiekzaal van de
R.K. meisjesschool aan de Corverslaan
geen gemakkelijk uurtje toen hij wegens
zijn pensionnering na ruim 32 jaar afscheid
nam als onderwijzer van de R.K. jongens
school St. Joseph.
De scheidende onderwijzer had eerst in
de parochiekerk met zijn jonge volkje en
het personeel een Mis bijgewoond en
ondervond later bij het afscheid zelf de
warme belangstelling van kerk- en school
besturen en oud-leerlingen.
Pastoor Vollaerts vertolkte namens het
bestuur de gevoelens bij dit vertrek. Hij
herinnerde aan de trouw van de heer
Wiegman, die al deze jaren op zijn fiets
tocht van en naar IJmuiden zich nimmer
stoorde aan de elementen. Zonder compli
menteus te willen zijn kon de pastoor de
verhouding tussen onderwijzer en bestuur
goed noemen, waarbij verschil van mening
vaak verhelderend werkte. Pastoor Vol
laerts dankte de scheidende leerkracht voor
de wijze waarop hij de lang niet eenvou
dige taak der opvoeding ter hand had ge
nomen. Met dank van kerk- en schoolbe
stuur en mede namens ouders en kinderen
schonk pastoor Vollaerts een enveloppe
met inhoud.
De heer Wiegman werd daarna vergast
op canonzang van de jongens. Nadat een
geestige samenspraak van twee knapen
ebn en ander over de heer Wiegman en de
school aan de openbaarheid had prijs ge
geven, schonk één der leerlingen een stel
mooie rookstelkussens en aan mevrouw
Wiegman een mand met bloemen.
Het hoofd der school, de heer H. P. van
Roozendaal, die in 1920 de nu scheidende
onderwijzer benoemde, merkte op, nimmer
vergeefs een beroep op de scheidende
onderwijzer te hebben gedaan.
Een flinke kist sigaren en een grote hoe
veelheid rooktabak vergezelden de goede
toekomstwensen.
Nadat de heer Wiegman met enkele
woorden van dank dit afscheid besloot,
werd hem door alle leerlingen nog een af
scheidslied toegezongen.
's Middags werden de jongens in de
school getracteerd.
UITGEVAREN VISSERIJVAARTUIGEN
Vrijdag 30 Januari: mt. Maria van Hat-
tem IJM 10, Johannes Polderman IJM 20.
Dinsdag 3 Februari: st. Norma Maria IJM
6, Vikmgbank IJM 183; mt. Post Boy IJM 35.
Donderdag 5 Februari: st. Herman IJM 2,
Bergen IJM 16, Flamingo IJM 25; mt. Sham
rock IJM 129, Antje RO 15, Excelsior III
KW 76; ml. Willem Cornells KW 16, Orion
KW 22, Margrietha Maria KW 29, Sumatra
KW 86, Onderneming KW 175, Prinses Ma
rijke SCH 9, Oceaan IV SCH 120, De Vrouw
Maria SCH 200.
Vrijdag 6 Februari st. Sumatra IJM 62;
mt. Elie Chénévière IJM 32, Wiron IV IJM
209; ml. Heemstede IJM 53.
Zaterdag 7 Februari: ml. Jacoba Gesina
SCH 36, Drie Gebroeders HD 79,; mk. Nelly
v. B. IJM 23, Samenwerking HD 125 naar
Den Helder.
Maandag 9 Februari: ml. Java KW 159.
Dinsdag 10 Februari: mt. Doggersbank
KW 75; ml. Bertha KW 38, Scheveningên
SCH 107.
Woensdag 11 Februari: st. Tzonne IJM 1,
Gelria IJM 21, Vios I IJM 24; mt. Thorina
IJM 33, Allan Water IJM 34, Medan IJM 57,
Eveline IJM 116; ml. Heemstede IJM 53,
Martha IJM 74, Martenshoek IJM 283, Hu-
bertha Gerarda KW 9, Adrianus KW 10,
Dirk KW 19, Grietje KW 20, Everard Chris
tina KW 40, Aafke Jacoba KW 41, Cornelis
Mannus KW 48, Maria Jacoba KW 73,
Noordster KW 67, Huiberdina Gijsbertha
KW 85, Nelly Maria KW 70, Robert William
KW 123, Borneo KW 127, Bali KW 129,
Willy KW 141, Janna KW 163, Gezina Geer
trui KW 176, Prinses Juliana VL 97; mk
Twee Gebroeders IJM 3, Texel IJM 5 naar
Rotterdam, Dageraad IJM 229, Tinie Dieuw
WR 33.
Donderdag 12 Februari: st. Haarlem IJM 9;
ml. Cornelia Maria SCH 135.
Vrijdag 13 Februari: st. Mary IJM 61; ml.
Arie Nico KW 17, Concordia KW 26, Eliza
beth KW 64, Saturnus KW 69, Willempje
KW 89, Jacoba KW 107, Gebroeders KW
103, Avontuur KW 114, Petronella KW 125.
„Natuurlijk blijf ik hier", zei Con
stance geruststellend. „Ik ben druk bezig
met het uitzoeken van rekeningen".
Ze glimlachte geforceerd. Mevrouw Fin
cham keek echter niet in haar richting,
maar was al weer geconcentreerd op haar
kaarten.
„Goed, goed" zei ze. „Stuur Mary bij me.
Ik ga opstaan".
„Wat moet ik met die ring doen?" vroeg
Constance. „Hebt u een brandkast of iets
dergelijks, waarin hij opgeborgen kan wor
den?"
Mevrouw Fincham keek haar aan en
scheen zich op te winden over deze
vraag.
„Bemoei je met je eigen zaken", viel
ze uit. ,,'t Gaat je niets aan".
„Goed", zei Constance sussend. „Het
lijkt me alleen gevaarlijk, dergelijke kost
bare dingen te laten slingeren. Iemand
zou deze ring kunnen stelen, net als die
andere voorwerpen".
„Inderdaad", gaf mevrouw Fincham toe,
terwijl er een onaangenaam lachje op haar
gezicht kwam, „dat zou inderdaad kunnen
gebeuren. Maar dan gaat het nog alleen
mij aan, alleen mij!"
„Dan lijkt het me beter", zei Constance
kalm, „dat ik verder geen enkele verant
woordelijkheid meer draag. Als u met mij
niet openhartig wilt zijn, dan kan ik wei
nig uitrichten".
„Parkinson komt morgen", zei mevrouw
Fincham koppig. „Dan zullen we verder
zien. Het is dan nog vroeg genoeg om de
dingen verder te bekijken".
„O, lieve hemel", zuchtte Constance on
geduldig, terwijl ze de kamer verliet.
Ze botste tegen Fiona op, die haar aan
keek en lachte. „Was ze weer eens onmo
gelijk?" vroeg ze.
„Heb je aan de deur staan luisteren?"
was Constance's wedervraag.
„Niet bepaald", antwoordde Fiona. „Ik
stond op het punt om Tante Chloë's kamer
binnen te gaan, toen ik enigszins opge
wonden stemmen hoorde". Ze lachte weer
en zag er uit als een brutaal schoolkind.
„O, schei uit met grappig te doen", zei
Constance geprikkeld. „Er is hier in huis
helemaal niets, wat grappig is te noemen".
„Vind je?" zei Fiona, haar uitdagend
aankijkend.
„Waar is Neill?" vroeg Constance kortaf
en weinig diplomatiek.
Fiona's gezicht betrok. „Weet ik 't....",
antwoordde ze stug. „Schei in 's hemels
naam uit met die jaloerse houding', viel
Constance uit.
„Ik moet hem spreken. Het is van het
grootste belang".
„Waarom ga je hem niet zoeken?" op
perde Fiona. „Net zoals Barbara, zou je
achter hem aan kunnen gaan hollen om
herri te pakken te krijgen!"
Ze stak haar handen in haar zakken
en slenterde onverschillig weg. Constance
üep snel achter haar aan en pakte haar bij
haar schouders. Ze kon zich op dat ogen
blik voorstellen, hoe mensen soms uit drift
tot moord kwamen.... Ze schudde Fiona
door elkaar.
„WÜ je je verstand eens gebruiken?" zei
ze driftig. „Ik ben niet in 't minst geïnte
resseerd in je dieibare Neill.... niet in 't
minst. Maar hij is de enige, die op de
juiste wijze met je tante kan omspringen
en dut is op dit moment heel belangrijk!"
„Ik weet niet, waar hij is", herhaalde
Fiona koppig. „En ik kan je dus niet hel
pen". Ze maakte zich los uit Constances
greep en staarde haar aan. „Ik dacht, dat
jij zo capabel en intelligent was", voegde
ze er spottend aan toe. „Waarom geef ie
ons niet eens een staaltje van je kunnen?"
Ze lachte luidkeels en rende weg, voor
dat Constance haar opnieuw beet kon pak
ken. Ze vloog de hal door en sloeg de voor
deur met een dreun achter zich dicht.
Constance keek haar na en zonk uitge
put en ontmoedigd neer in een van de
leren stoelen. Als ze niet werkelijk het ge
voel had, dat er gevaar schuilde in het
alleen-laten van mevrouw Fincham, zou
ze tegen de orders het huis uitgelopen zijn
en naar Sara zijn gegaan. Het vage gevoel,
dat er ergens gevaar dreigde, maakte haar
echter zenuwachtig en bezorgd en Anna
en Mary waren geen figuren om iets aan
over te laten. Mary was stokoud en niet
helemaal te vertrouwen en Anna was en
kel maar oliedom. Er was maar één ding
mogelijk. Ze moest wachten tot mevrouw
Fincham opgestaan was en zich in de zit
kamer had geïnstalleerd, om daarna met
Linda Dane, Parkinsons secretaresse te
telefoneren en vervolgens met Sara. Ze
dacht even aan Philip, maar dwong zich
onmiddellijk tot andere gedachten. Ze kon
aan hem niets doen, voordat ze met Sara
had gesproken. Sara zou haar kunnen
zeggen, of het fair en redelijk was om Phi
lip op de hoogte te stellen van Phipps'
verhaal. „Daar zit ik nu", dacht Constance
spijtig, „ik, die me er altijd op beroemde,
dat ik zelfstandig beslissingen kon nemen
en op mijn eigen gezonde oordeel vertrou
wen kon. Ik weet eenvoudig niet, wat ik
moet beginnen
Ze stond langzaam op en belde Mary,
om haar te zeggen, dat ze mevrouw Fin
cham moest gaan helpen bij het aankle
den. Mary zag er zorgelijk uit en keek af
keurend. „Na gisteravond behoorde me
vrouw de hele dag in bed te blijven", zei
ze. „Mevrouw moest rusten. Ik weet wat
ik zeg. Ze heeft altijd behoefte aan rust
na die late bezoekjes".
„Het komt me voor, Mary", zei Con
stance, „dat je meer over die late bezoeken
weet, dan je wilt laten merken. Het is ver
keerd, mij er niet over te vertellen en na
delig voor mevrouw Fincham".
„Nee, heus, juffrouw", zei Mary enigs
zins verlegen, „ik weet er evenmin iets
van als U. Mevrouw spreekt er nooit met
iemand over en ze weet heel goed, wat ze
wil".
„Dat betwijfel ik", antwoordde Con
stance.
Het had geen zin om nog diplomatiek en
tactvol op te treden, om te doen alsof er
niets bijzonders aan de hand was.
Er was thans slechts één ding mogelijk,
n.l. de zaak met open ogen te bekijken en
iedereen te laten merken, hoe ze er over
dacht. Misschien had ze dat dadelijk van
het begin af aan moeten doenHet had
haar geen zier geholpen, dat ze een en
ander zacht had willen aanpakken. Fiona
had haar van het begin af gehaat en Neill
en Philip waren rustig hun gang gegaan
en hadden haar alleen op een afstand ge
houdenTerwijl ze aan hen dacht vlo
gen allerlei verdenkingen weer door haar
hoofd. Philip, die altijd op de gekste mo
menten in het huis aanwezig was en pre
cies deed, waar hij zin in had en die nie
mand verantwoording gaf van de afreke
ningen inzake de boerderijNeill, die
haar ongevraagd ijverig zijn alibi had ge
geven.
„Het is allemaal afschuwelijk", besloot
ze voor de zoveelste maal, terwijl ze zich
weer aan het bureau installeerde om ver
der te gaan met het uitzoeken van reke
ningen en andere papieren.
Ze vond verder geen kostbaarheden
meer en toen mevrouw Fincham uit de
slaapkamer kwam, was ze klaar en zagen
de laden er keurig geordend uit.
„Ga nu maar lunchen", zei mevrouw
Fincham, „maar sluit eerst die ramen, als
jeblieft sluit die ramen. Ik zou longontste
king krijgen!"
Constance sloot gehoorzaam de ramen en
onmiddellijk scheen de kamer weer muf
en stoffig te worden.
„Heb je ze goed gesloten?" vroeg me
vrouw Fincham. „Iedereen zou zo naar
binnen kunnen klimmen. Williams b.v.
(Wordt vervolgd).