ïn Velsens havens sjokt de waterboot van de „Catharina" naar de „TRURO" „Kraamcursus" leverde eerste gediplomeerden af Huis vol mysterie Havenherichten MAATKLEDING V' .Clowntje Rick Tien ton in zes uur Binnenschepen zijn gebonden aan de aanvoer van drinkwater D D1 D Santpoort H. L. KAMINK Drie en een halve ton uit Velsense beurzen 4 FEUILLETON door Jane England Op het water met de Orion De elftallen voor „Noord" IJmuider Harmonie na de drukte naar de drukte Velsens Witte Kruis alweer met nieuwe opleiding begonnen Voor de kinderen P. J. Wiegman nam afscheid van St. Joseph-school ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953 T\E BINNENSCHIPPERS kunnen er op vertrouwen. Tweemaal in de week schuift de „Orion" met zijn tweeënvijftig ton drinkwater, geborgen in zes vakken om het slingeren tegen te gaan, langszij hun schip in de havens van Velsen. Dit tankscheepje van de drinkwaterdienst van Jan Overvliet met het sputterende motortje, wordt door de baas, wanneer het grote werk met de zee vaart het toelaat, van klant naar klant en van kade naar kade gestuurd. In de vroege ochtend vertrekt hij van de aanlegplaats aan de Steigerweg en vandaar gaat het langs de Kanaaldijk naar de Binnenhaven, naar de Cementhaven en naar die vijf schepen met het witte vlagje in de Staalhaven. Het scheepje glipt ook naar de „Verwachting", naar de „Onderneming" en de tjalk, klipper of spits van Tinus en Johan en dan nog naar al die schepen waar weinigen van hebben gehoord, maar die Overvliet kent als zijn broekzak. Die ochtend levert hij tien ton water aan twintig schepen. Een dag van niets en een schip van bijleg. Mis schien, heel misschien valt er dan nog een zeeschip binnen, waarvan de drink watertanks best een ton of vijftig kunnen gebruiken. De zeevaart moet het goed maken voor Overvliet. VISSERIJBERICHT SCHEVENINGEN SCHEVENINGEN, 14 Februari. Vangst- berichten van hedenmorgen uit zee: SCH 2 met 25 kantjes uit 15 netten, gisteren 7 last. SCH 236 met 1 kantje per net; SCH 249 met 40 kantjes uit de halve vleet; SCH 310 met 60 kantjes uit 40 netten; SCH 195 met 50 kantjes uit 35 netten: SCH 342 met 90 kant jes uit 40 netten; SCH 242 met 70 kantjes uit de halve vleet; SCH 81 geen vangst (nog niet ter plaatse); SCH 79 geen vangst (nog niet ter plaatse). Iedereen in Velsens havens kent de heer Overvliet, of beter „Jan van de waterboot", want dat zeggen ze. In Augustus 1916 kwam hij al in IJmuiden, vanwaar de trawlers hem meenamen. Ook de dienst riep hem in die dagen. Overvliet moest zich in het blauwe marine pak steken en zat daarna tof 1922 als machinist bij Van der Zee in het Oosterdok te Amsterdam. Een jaartje later ging het op eigen risico op een sleper en na drie jaar stond hij boven de stampende machines van een eigen schip, de eerste Orion. Eenendertig jaar lang voer Jan met zijn vrouw op de slepers over kanalen en rivieren. Na de oorlog hadden die twee het echter al bekeken: met de kleine sleepvaart was het gedaan, ze zou ten gronde gaan, wis en zeker. Met de dochter, die al enige jaren bij de Marine Vrouwen-afdeling dient, begonnen zij in Velsens havens, waar Jan maar al te vaak een aak of tjalk heen trok, een drijvende winkel met brood, aardappelen en groen ten. Na enige tijd stapte Overvliet over op een tankscheepje en hield hij zich uitslui tend op met de drinkwatervoorziening van zee- en binnenvaart. DIE ORION, waarmee hij nu door de havens ploft, is een schip van 52 ton, dat werd gekocht van een man uit het Westland die er in vroeger tijden, toen het nog een schuit temidden van duizend andere schuiten was, kisten groenten op laadde en er mee naar de veiling in Am sterdam voer. Er is toen heel wat te ver bouwen geweest aan dat nog betrekkelijk jeugdige maar stoere schip. De wanden en schotten werden met een cenjentsausje besmeerd en Overvliet kon aan de slag. Twee waterputten in de berm van de Stei gerweg, voorzien van scherpe meters, zou den voor de toevoer zorgen. En nu draait het bedrijfje al viereneen half jaar, met al zijn lasten en zorgen. Twee of drie keer in de week zegt Over vliet tot de vrouw dat de havens weer eens een beurtje krijgen. Bij dat kleine grut langs de dijk en kades moet hij dan attent zijn, want hij kent eigenlijk geen vaste klanten en ze vertikken het veelal om het witte vlagje, ten teken van „Ik heb water nodig", in de ra van het mastje te hijsen. De schippers, die al ruim tachtig dagen met hun schip als drijvend pakhuis wachten tot de kranen bij de Hoogovens even tijd vin den om het stoffige rood zwarte erts uit het ruim te tillen, hebben Jan niet zo vaak nodig. Met tanks van vijftienhonderd liter water aan boord zijn zij heel wat mans. E „ESPERANGE" van H. Zwiers was ons eerste klantje. Vierhonderd liter moest vrouw Zwiers hebben en dat be tekende voor haar weer een week wassen, drinken en eten. Overvliet trok van het voorschip de rubberslang aan boord en bracht de riem van de vrijloop op de aan drijving van het pompje. Gorgelend stuw den de kubieke meters water door de ijze ren buizen naar het reservoir op de tjalk. „Dag meid"„Dag Jan"volgende patiënt. Catharina 2 uit Amsterdam lustte een flinke teug, de Onderneming moest acht honderd liter hebben en op de „Recht dooi Zee" bleef het slechts voor vijfenveertig Volgende klant. 48) „Het klinkt alsof er moeilijkheden zijn. Ik heb Parkinson, voordat hij wegging, nog gewaarschuwd, maar hij lachte me uit. Hij wilde niet, dat ik je waarschuwde, en meencit, dat je beter onbevooroordeeld zelf tot conclusies zoudt kunnen komen". „Dank u wel", zei Constance vormelijk. „En doet u uw best voor mij". Ze legde de hoorn op de haak en staarde voor zich uit door het raam. Buiten was het een prachtige dag en de tuin zag er vredig en volkomen veilig uit. Even leek alles onwerkelijk, een deel van een nacht merrie, terwijl alleen die vredige bloeiende tuin en de blauwe hemel er boven wer kelijkheid schenen Ze kwam echter snel tot de werkelijk heid terug en besefte, dat ze thans onmid dellijk handelend moest optreden. „Zal ik Mary zeggen, dat u hier uw lunch wilt hebben?" vroeg ze. „Nee", antwoordde mevrouw Fincham, „ik sta op. Het is beter, dat ik opsta. Stuur haar maar bij me, dan sta ik op. En jij mag het huis niet verlaten, begrijp je dat. Je mag me niet alleen laten, vooral niet alleen laten". COOCOCXDOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOCOOOCOOOOOOG Over het voel en wee van de kleine dien sten van de havens, van scheepjes die bemand met een of twee personen door mooi en slecht weer de binnen- en zee vaart in IJmuiden van het nodige voor zien en dagelijks tot in de verborgen hoeken uitwaaien wordt in dit verhaal iets verteld. En wel over de drinkwater- dienst van Jan Overvliet, wonend op de sleepboot Orion beneden aan de Stei gerweg. Evenals de parlevinkers, de oliehande laren en kleine sleepdiensten verricht hij dagelijks zijn niet bijster avontuur lijke werk. Het gaat in stille en bijge volg vertelt dit verhaal iets over de zor gen, het leven en het werk van deze schipper, machinist, eigenaar en „wa- terboer". De grote boten maken de dagen goed. ooooooooooooooooooooocxxiooaooooooocwoocciooooooociooooooco cent, de minimumprijs, waarvoor men drie honderd liter water mag inslaan. Voor elke honderd liter meer wordt vijftien cent neergeteld. Telkenmale hoorden we van de water baas de vraag: „Nou, hoeveel heb je ge- riep de baas naar de Rehoboth uit Varik. „Ja, en kom je straks even langs". Van achter kwam toen ook nog een roeppie, maar we waren al voorbij en dan draait Jan niet gauw meer. „Ze moeten maar opletten, hoor", stelde hij, „dat ding dat daar lag te schetteren, laadt niet meer dan vijfentachtig liter en daar zou je voor terug moeten. Het zijn schepen die werden gebouwd voor Drente. Ze gingen bij elke boer aan het kanaal om een emmertje en zo schoven ze door Neder land". De binnenschippers kennen het geluid van Orion's motor en het witte vlagje vin den ze deswege een onding. In een wip staan ze aan dek en Overvliet heeft dan altijd nog wel tijd om bij te draaien. De bestellingen van de zeeschepen komen door bemiddeling van Halverhout Zwart en Zurmuhlen, Scheepsagenturen. Op de „Joseph", die met kalksteen uit Maasbracht in de Cementhaven lag, ver telde de heer Beekman nog iets over de drinkwatervoorziening in andere haven plaatsen. Over de service van de Orion was Jlij vol lof. De rijksvaarwegen, zoals de havens van Velsen, zijn nu eenmaal vrij Een solied scheepje, die „Nico" had". En de schippers, of hun vrouwen in de ochtend zijn de mannen maar al te vaak naar de schippersbeurs deden er een gooi naar. Nooit te weinig, oh neen, daar denken ze niet over. „Er zat nog zo'n laag in, Jan" en een gebaar met beide handen verduidelijkt de stand van het water in de tank. „Nou, vijfhonderd dan, denk ik". „Best, meidje, vijfenzeventig cent". Het kwartje hoeft bij sommige schippers niet terug te komen. Zo zijn ze wel. ENK EVENWEL niet dat de levering van drinkwater aan de binnenvaart een winstgevend object is. Verre van dat! „Wanneer er geen grotere broers waren kon ik het beslist niet doen", zegt de heer Overvliet, waarmee hij de zeeschepen van drie- tot vierduizend ton voor de Hoog ovens of de Papierfabriek bedoelt. Zij laden hoogstens vijftig ton water, juist genoeg voor de periode dat zij aan de Kanaaldijk wachten tot de Hoogovens in de havens ruimte hebben om het schip te ontvangen en te lossen. Ook de zeeschepen die in de zomermaanden hout aanvoeren bij de Papierfabriek heeft de drinkwaterdienst tot klant, aangezien het water daar niet van de wal is te betrekken. En dan meert Over vliet af en toe langszij *een marineschip of een trawler die ligt te repareren. De leve ring van drinkwater aan de binnenschepen ziet de heer Overvliet als service: „de kleintjes komen net zo goed als de groten in aanmerking", is zijn devies; want de binnenschippers zijn afhankelijk van de aanvoer van water. Vijftien cent per honderd liter is het tarief en daar moet Overvliet de assuran tie van het schip, de olie, het water, de rechten om het bedrijf uit te oefenen en het onderhoud van het schip van betalen. En dan te weten dat de Orion in zes uur de helft van de inkomsten van die dag ver stookte.... Jan Overvliet doet zijn werk evenwel met opgewektheid en helpt de mens graag. AN DE KANAALDIJK stak de Orion over naar de enge Binnenhaven, waar vier klanten wachtten. „Heeee, jullie zijn vlug terug Johan" van haven- en kadegelden en wie zou er dan wat voor voelen om iets terug te doen. In Rotterdam legt men bij het havengeld een halve cent per ton inhoudsmaat neer voor de diensten van de drinkwater voorziening. Een binnenschip van 1800 ton, en die bestaan, betaalt aanzienlijk meer dan in Velsen, want voor negen gulden mag hij slechts een maximum hoeveelheid water van 1500 liter tanken. Een ongun stige exploitatie, zoals Overvliet die kent, komt in geen enkele haven van Nederland voor. Dank zij enige gunsten van de ge meente kunnen de eigenaren hun bedrijf zonder gebondenheid aan de wisselvallige orders van de zeevaart voortzetten. E HEER OVERVLiET helpt de binnen schippers ondanks het verlies op dit onderdeel van het bedrijf. Na die zes uur varen lag de Orion tien ton lichter aan de wal, maar volgende week zal ze weer door de havens scharrelen, op zoek naar nieuwe dorstige klanten. Van de „Johanna" naar de „Toekomst", van de Cementhaven naar het Spuikanaal en hopelijk, verder op naar de Papierfabriek of een Zweed bij de Kanaaldijk.om de week goed te maken. WILKO KinheimPurmersteijn (op „Tussenwijk"). Kinheim: Th. Keirsgieter; A. Paap en W. Mol; J. vrn Hesselingen, J. H. v. d. Wateren en W. Groeneveld; J. Starreveld, H. Prinssen, P. Kuyn, A. Prinsen en C. Luntz. V. V. B.—D. J. K. (op „Watervliet"). V. V. B.: C. van Veelen; J. Roos en K. Kil; J. Kersbergen, A. Both en P. Bleeker; W. Zand, F. Bruinzeel, F. Kooimans, P. Vlietstra en H. v. d. Ploeg. HeemstedeI. E. V. (te Heemstede). I. E. V.: W. van Tunen; H. Zonneveld en W. Micnel; A. I.eering, Th. Koek en W. Cas- tricum; D. de Reus, H. Duin, H. Brantjes, J. Meurs n J. de Reus. Gemeente-avond uitgesteld De gemeente-avond der Ned. Hervormde gemeente, die Maandagavond a.s. in „De Toorts" zou plaats vinden, gaat niet door. De „IJmuider Harmonie" hield haar jaarvergadering waarin door de voorzitter een zeer druk bezet jaar kon worden ge memoreerd. De secretaris kon vertellen, dat de vereniging momenteel kerngezond is. Bij de bestuursverkiezing werd de heer H v. Schadewijk, die bij de laatst gehou den halfjaarlijkse vergadering zijn functie tijdelijk had overgedragen aan de heer P. v. d. Linden, als voorzitter herkozen. Ver der werd het bestuur met twee leden uit gebreid: de heren P. Groeneveld en G. Schutte. Er is besloten, van toetredende leden een inleggeld van f 1 te heffen. De vergadering gaf het bestuur haar fiat, om tot aanvraag om Koninklijke goedkeuring over te gaan. Het tweede winterconcert zal op 11 en 18 April in het Patronaatsge bouw gegeven worden. Blijkens de talloze aanvragen om medewerking en het geven van concerten ook buiten de gemeente, belooft ook het komende seizoen voor de IJmuider Harmonie druk te worden. Aan het einde van de vergadering werd beslo ten een bijdrage in het Rampenfonds te Vrijdag 13 Februari kwamen de haven van IJmuiden binnen: Oranjefontein van Ant werpen. Westerdok van Londen. Madoera v. Port Said. Bhus van Oxelosund. Hirondelle van Londen. Ridderkerk van Rotterdam. Ellinor van Vestanvik. Zaanstroom van Hull. Castor van Dordrecht. Rijnstroom van Londen. Jimmie van Alesund. Frida van Narvik. Vertrokken zijn: IJstroom naar Manches ter. Monte Solube naar Bremen. Kathe Olt- mann naar Rotterdam. Prinsegracht naar Grimsby. Nicolaas Maria n. Noord-Amerika. Patria naar Antwerpen. Wilhelmina W. naar Boulogne. Continental naar Rotterdam. Herian Coast naar Newcastle. Ardennia n. Antwerpen. Condor naar Londen. Gisteravond zijn in het gebouw van het Witte Kruis aan de Kennemerlaan te IJmuiden met enig ceremonieel de examens afgenomen van de aspirant-kraamverzorg sters, die onder auspiciën van het nog jonge Velsense „Kraamcentrum" hebben gestudeerd. Van de vijf meisjes, die in No vember 1951 onder de beproefde leiding van zuster M. van Seeters aan de studie begonnen, zijn vier geslaagd; de vijfde aspirante viel tijdens de cursus af. Het Kraamcentrum, dat ondanks de kinderziekten in Velsen zijn nut ten volle heeft bewezen en waarvan dan ook door lopend een druk gebruik wordt gemaakt, is hierdoor vier volwaardige krachten rijker geworden en inmiddels is er alweer een nieuwe cursus gestart, die evenals de thans beëindigde ongeveer 15 maanden zal duren. De examencommissie bestond gister avond uit de dames dr. M. K. La-Gro-Lin- deijer, dr. Simons de districts-kinderartse, de vrouwenspecialist dr. N. C. J. Steffe- laar (rijksgedelegeerde) en zuster van Seeters, terwijl namens de afdeling de ADVERTENTIE Exclusieve stoffen in voorraad VOOR BETER MAATWERK naar Hofdijklaan 21 A Telef. 5265 - Driehuis „De onder leiding van het bestuur van de afdeling IJmuiden-Velsen van het Ne- derlandsche Roode Kruis al op Maandag morgen 2 Februari bijeen geroepen spoed vergadering met vertegenwoordigers der in de gemeente Velsen gevestigde indus triële bedrijven, zoals Hoogovens en Van Gelder, de besturen van de Redersvereni ging en IJmuider Vishandelvereniging, vertegenwoordigers van de werknemers organisaties, de geestelijken van de onder scheiden kerken, enige hoofden van scho len en verschillende particulieren, waarbij in grote lijnen de inzameling van gelden voor Nationale Rampenfonds werden uit eengezet, heeft tot resultaat gehad, dat aangenomen mag worden dat aan voor noemd Rampenfonds een bedrag van circa 350.000 ter beschikking kon worden ge steld. Onder dit bedrag zijn mede begrepen die giften, waarvan bekend is, dat ze di rect naar het fonds zijn overgeboekt. Van zelfsprekend zal het uiteindelijke bedrag dat uit de gemeente afkomstig is veel gro ter blijken te zijn, omdat diverse giften, waarvan het Rode Kruis geen kennis heeft, eveneens rechtstreeks zijn overgemaakt. De toevloed van goederen uit alle lagen van de bevolking heeft de verwachtingen verre overtroffen. Gaarne spreekt het bestuur zijn dank baarheid uit voor alle ontvangen giften, zowel in geld als in natura, en voor de spontaan aangeboden daadwerkelijke hulp, welke van alle kant enwerd ontvangen. Ze vonden het uitstapje wat fijn. Tijdens de rit met de bus keken ze vrolijk babbelend door de raampjes naar buiten. En al heel gauw waren ze bij de halte, waar ze moesten uitstappen. De chauffeur stopte. „Zo, jongens, jullie bent er", lachte hij. „Dag!", zeiden, ze, en ze stapten uit de bus; die reed weer verder. Ze moesten nu nog een eindje het bos docr lopen, voor ze bij Kabouterdorp waren. Maar dat vonden ze niet erg; het was mooi weer, al was het geen zomer meer. „Kijk eens, hoe prachtig nu die bruine en gele bladeren zijn!", vond Bunkie. „En overal op de grond staan paddestoelen!", zei Rick. „Die zijn ook mooi, hè?" Ja, dat was het. Al die najaarskleuren maakten het bos zo prachtig. Weer heel anders dan in de zomer. Zo stapten ze voort, en hun voeten ritselden door de dorre bladeren, die op het bospad lagen. Toen naderden ze Kabouterdorp en kwamen ze bij het huisje van Pilon. Die stond al in de tuin en begroette de jongens. „Zo, jongelui/ben je gekomen? Dat is goed!", lachte hij. „Ik ben blij, dat je er bent, want ik heb mijn handen vol met het plukken. Wil je me helpen?" „Natuurlijk, Pilon, wat graag!", riepen ze. heer P. Waardenburg, de Velsense voor zitter van het Witte Kruis aanwezig was. Hij was de eerste, die het geslaagde quar tet complimenteerde. De geslaagden zijn de dames: G. Boo gaardVan Wijk, A. Gjaltema, H. C. Ste kelenburg en A. Water, waarvan twee uit IJmuiden-Oost en twee uit Santpoort af komstig zijn. Er blijft een dringende behoefte aan kraamverzorgsters bestaan en de cursus van het Witte Kruis verdient dan ook de aandacht van alle vrouwen, die zich tot dit beroep aangetrokken voelen. Temeer, daar de kosten van de cursus gering ge noemd mogen worden en gedurende de praktijk-tijd een vergoeding aan de meis jes wordt uitgekeerd. Het was Vrijdagmorgen voor de heer P. J. Wiegman in de gymnastiekzaal van de R.K. meisjesschool aan de Corverslaan geen gemakkelijk uurtje toen hij wegens zijn pensionnering na ruim 32 jaar afscheid nam als onderwijzer van de R.K. jongens school St. Joseph. De scheidende onderwijzer had eerst in de parochiekerk met zijn jonge volkje en het personeel een Mis bijgewoond en ondervond later bij het afscheid zelf de warme belangstelling van kerk- en school besturen en oud-leerlingen. Pastoor Vollaerts vertolkte namens het bestuur de gevoelens bij dit vertrek. Hij herinnerde aan de trouw van de heer Wiegman, die al deze jaren op zijn fiets tocht van en naar IJmuiden zich nimmer stoorde aan de elementen. Zonder compli menteus te willen zijn kon de pastoor de verhouding tussen onderwijzer en bestuur goed noemen, waarbij verschil van mening vaak verhelderend werkte. Pastoor Vol laerts dankte de scheidende leerkracht voor de wijze waarop hij de lang niet eenvou dige taak der opvoeding ter hand had ge nomen. Met dank van kerk- en schoolbe stuur en mede namens ouders en kinderen schonk pastoor Vollaerts een enveloppe met inhoud. De heer Wiegman werd daarna vergast op canonzang van de jongens. Nadat een geestige samenspraak van twee knapen ebn en ander over de heer Wiegman en de school aan de openbaarheid had prijs ge geven, schonk één der leerlingen een stel mooie rookstelkussens en aan mevrouw Wiegman een mand met bloemen. Het hoofd der school, de heer H. P. van Roozendaal, die in 1920 de nu scheidende onderwijzer benoemde, merkte op, nimmer vergeefs een beroep op de scheidende onderwijzer te hebben gedaan. Een flinke kist sigaren en een grote hoe veelheid rooktabak vergezelden de goede toekomstwensen. Nadat de heer Wiegman met enkele woorden van dank dit afscheid besloot, werd hem door alle leerlingen nog een af scheidslied toegezongen. 's Middags werden de jongens in de school getracteerd. UITGEVAREN VISSERIJVAARTUIGEN Vrijdag 30 Januari: mt. Maria van Hat- tem IJM 10, Johannes Polderman IJM 20. Dinsdag 3 Februari: st. Norma Maria IJM 6, Vikmgbank IJM 183; mt. Post Boy IJM 35. Donderdag 5 Februari: st. Herman IJM 2, Bergen IJM 16, Flamingo IJM 25; mt. Sham rock IJM 129, Antje RO 15, Excelsior III KW 76; ml. Willem Cornells KW 16, Orion KW 22, Margrietha Maria KW 29, Sumatra KW 86, Onderneming KW 175, Prinses Ma rijke SCH 9, Oceaan IV SCH 120, De Vrouw Maria SCH 200. Vrijdag 6 Februari st. Sumatra IJM 62; mt. Elie Chénévière IJM 32, Wiron IV IJM 209; ml. Heemstede IJM 53. Zaterdag 7 Februari: ml. Jacoba Gesina SCH 36, Drie Gebroeders HD 79,; mk. Nelly v. B. IJM 23, Samenwerking HD 125 naar Den Helder. Maandag 9 Februari: ml. Java KW 159. Dinsdag 10 Februari: mt. Doggersbank KW 75; ml. Bertha KW 38, Scheveningên SCH 107. Woensdag 11 Februari: st. Tzonne IJM 1, Gelria IJM 21, Vios I IJM 24; mt. Thorina IJM 33, Allan Water IJM 34, Medan IJM 57, Eveline IJM 116; ml. Heemstede IJM 53, Martha IJM 74, Martenshoek IJM 283, Hu- bertha Gerarda KW 9, Adrianus KW 10, Dirk KW 19, Grietje KW 20, Everard Chris tina KW 40, Aafke Jacoba KW 41, Cornelis Mannus KW 48, Maria Jacoba KW 73, Noordster KW 67, Huiberdina Gijsbertha KW 85, Nelly Maria KW 70, Robert William KW 123, Borneo KW 127, Bali KW 129, Willy KW 141, Janna KW 163, Gezina Geer trui KW 176, Prinses Juliana VL 97; mk Twee Gebroeders IJM 3, Texel IJM 5 naar Rotterdam, Dageraad IJM 229, Tinie Dieuw WR 33. Donderdag 12 Februari: st. Haarlem IJM 9; ml. Cornelia Maria SCH 135. Vrijdag 13 Februari: st. Mary IJM 61; ml. Arie Nico KW 17, Concordia KW 26, Eliza beth KW 64, Saturnus KW 69, Willempje KW 89, Jacoba KW 107, Gebroeders KW 103, Avontuur KW 114, Petronella KW 125. „Natuurlijk blijf ik hier", zei Con stance geruststellend. „Ik ben druk bezig met het uitzoeken van rekeningen". Ze glimlachte geforceerd. Mevrouw Fin cham keek echter niet in haar richting, maar was al weer geconcentreerd op haar kaarten. „Goed, goed" zei ze. „Stuur Mary bij me. Ik ga opstaan". „Wat moet ik met die ring doen?" vroeg Constance. „Hebt u een brandkast of iets dergelijks, waarin hij opgeborgen kan wor den?" Mevrouw Fincham keek haar aan en scheen zich op te winden over deze vraag. „Bemoei je met je eigen zaken", viel ze uit. ,,'t Gaat je niets aan". „Goed", zei Constance sussend. „Het lijkt me alleen gevaarlijk, dergelijke kost bare dingen te laten slingeren. Iemand zou deze ring kunnen stelen, net als die andere voorwerpen". „Inderdaad", gaf mevrouw Fincham toe, terwijl er een onaangenaam lachje op haar gezicht kwam, „dat zou inderdaad kunnen gebeuren. Maar dan gaat het nog alleen mij aan, alleen mij!" „Dan lijkt het me beter", zei Constance kalm, „dat ik verder geen enkele verant woordelijkheid meer draag. Als u met mij niet openhartig wilt zijn, dan kan ik wei nig uitrichten". „Parkinson komt morgen", zei mevrouw Fincham koppig. „Dan zullen we verder zien. Het is dan nog vroeg genoeg om de dingen verder te bekijken". „O, lieve hemel", zuchtte Constance on geduldig, terwijl ze de kamer verliet. Ze botste tegen Fiona op, die haar aan keek en lachte. „Was ze weer eens onmo gelijk?" vroeg ze. „Heb je aan de deur staan luisteren?" was Constance's wedervraag. „Niet bepaald", antwoordde Fiona. „Ik stond op het punt om Tante Chloë's kamer binnen te gaan, toen ik enigszins opge wonden stemmen hoorde". Ze lachte weer en zag er uit als een brutaal schoolkind. „O, schei uit met grappig te doen", zei Constance geprikkeld. „Er is hier in huis helemaal niets, wat grappig is te noemen". „Vind je?" zei Fiona, haar uitdagend aankijkend. „Waar is Neill?" vroeg Constance kortaf en weinig diplomatiek. Fiona's gezicht betrok. „Weet ik 't....", antwoordde ze stug. „Schei in 's hemels naam uit met die jaloerse houding', viel Constance uit. „Ik moet hem spreken. Het is van het grootste belang". „Waarom ga je hem niet zoeken?" op perde Fiona. „Net zoals Barbara, zou je achter hem aan kunnen gaan hollen om herri te pakken te krijgen!" Ze stak haar handen in haar zakken en slenterde onverschillig weg. Constance üep snel achter haar aan en pakte haar bij haar schouders. Ze kon zich op dat ogen blik voorstellen, hoe mensen soms uit drift tot moord kwamen.... Ze schudde Fiona door elkaar. „WÜ je je verstand eens gebruiken?" zei ze driftig. „Ik ben niet in 't minst geïnte resseerd in je dieibare Neill.... niet in 't minst. Maar hij is de enige, die op de juiste wijze met je tante kan omspringen en dut is op dit moment heel belangrijk!" „Ik weet niet, waar hij is", herhaalde Fiona koppig. „En ik kan je dus niet hel pen". Ze maakte zich los uit Constances greep en staarde haar aan. „Ik dacht, dat jij zo capabel en intelligent was", voegde ze er spottend aan toe. „Waarom geef ie ons niet eens een staaltje van je kunnen?" Ze lachte luidkeels en rende weg, voor dat Constance haar opnieuw beet kon pak ken. Ze vloog de hal door en sloeg de voor deur met een dreun achter zich dicht. Constance keek haar na en zonk uitge put en ontmoedigd neer in een van de leren stoelen. Als ze niet werkelijk het ge voel had, dat er gevaar schuilde in het alleen-laten van mevrouw Fincham, zou ze tegen de orders het huis uitgelopen zijn en naar Sara zijn gegaan. Het vage gevoel, dat er ergens gevaar dreigde, maakte haar echter zenuwachtig en bezorgd en Anna en Mary waren geen figuren om iets aan over te laten. Mary was stokoud en niet helemaal te vertrouwen en Anna was en kel maar oliedom. Er was maar één ding mogelijk. Ze moest wachten tot mevrouw Fincham opgestaan was en zich in de zit kamer had geïnstalleerd, om daarna met Linda Dane, Parkinsons secretaresse te telefoneren en vervolgens met Sara. Ze dacht even aan Philip, maar dwong zich onmiddellijk tot andere gedachten. Ze kon aan hem niets doen, voordat ze met Sara had gesproken. Sara zou haar kunnen zeggen, of het fair en redelijk was om Phi lip op de hoogte te stellen van Phipps' verhaal. „Daar zit ik nu", dacht Constance spijtig, „ik, die me er altijd op beroemde, dat ik zelfstandig beslissingen kon nemen en op mijn eigen gezonde oordeel vertrou wen kon. Ik weet eenvoudig niet, wat ik moet beginnen Ze stond langzaam op en belde Mary, om haar te zeggen, dat ze mevrouw Fin cham moest gaan helpen bij het aankle den. Mary zag er zorgelijk uit en keek af keurend. „Na gisteravond behoorde me vrouw de hele dag in bed te blijven", zei ze. „Mevrouw moest rusten. Ik weet wat ik zeg. Ze heeft altijd behoefte aan rust na die late bezoekjes". „Het komt me voor, Mary", zei Con stance, „dat je meer over die late bezoeken weet, dan je wilt laten merken. Het is ver keerd, mij er niet over te vertellen en na delig voor mevrouw Fincham". „Nee, heus, juffrouw", zei Mary enigs zins verlegen, „ik weet er evenmin iets van als U. Mevrouw spreekt er nooit met iemand over en ze weet heel goed, wat ze wil". „Dat betwijfel ik", antwoordde Con stance. Het had geen zin om nog diplomatiek en tactvol op te treden, om te doen alsof er niets bijzonders aan de hand was. Er was thans slechts één ding mogelijk, n.l. de zaak met open ogen te bekijken en iedereen te laten merken, hoe ze er over dacht. Misschien had ze dat dadelijk van het begin af aan moeten doenHet had haar geen zier geholpen, dat ze een en ander zacht had willen aanpakken. Fiona had haar van het begin af gehaat en Neill en Philip waren rustig hun gang gegaan en hadden haar alleen op een afstand ge houdenTerwijl ze aan hen dacht vlo gen allerlei verdenkingen weer door haar hoofd. Philip, die altijd op de gekste mo menten in het huis aanwezig was en pre cies deed, waar hij zin in had en die nie mand verantwoording gaf van de afreke ningen inzake de boerderijNeill, die haar ongevraagd ijverig zijn alibi had ge geven. „Het is allemaal afschuwelijk", besloot ze voor de zoveelste maal, terwijl ze zich weer aan het bureau installeerde om ver der te gaan met het uitzoeken van reke ningen en andere papieren. Ze vond verder geen kostbaarheden meer en toen mevrouw Fincham uit de slaapkamer kwam, was ze klaar en zagen de laden er keurig geordend uit. „Ga nu maar lunchen", zei mevrouw Fincham, „maar sluit eerst die ramen, als jeblieft sluit die ramen. Ik zou longontste king krijgen!" Constance sloot gehoorzaam de ramen en onmiddellijk scheen de kamer weer muf en stoffig te worden. „Heb je ze goed gesloten?" vroeg me vrouw Fincham. „Iedereen zou zo naar binnen kunnen klimmen. Williams b.v. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 6