Nog twee poorten
Tekeningen van Vincent van Gogh
verdwenen in de prullenmand
Agenda voor
Haarlem
Mooie proeven van kunstnaaldwerk
in Haarlemse Huishoudschool
Top Naeff; „Een grote dame"
In 1 dag retour
Matthaus Passion
3
Schoonheid in Haarlem en omgeving
Betaling
abonnementsgeld
per giro
LITTERAIRE KANTTEKENINGEN
Gelukwens aan een 73-jarige
Willem de Zwijgerprijs voor
Amerikaanse journalisten
ZATERDAG 28 MAART 1953
Wij kunnen nog
geen afscheid nemen
van de poorten. De
allermooiste en groot
st®, de Amsterdamse
poort het enige
restant van onze
reeks vestingwerken
dat voor het nage
slacht bewaard werd,
komt binnenkort ook
aan de beurt, maar
nu hebben wij nog
enkele andere op ons
lijstje staan. Wel
kleiner, doch ook het
bekijken meer dan
waard.
Allereerst neem ik
u, geachte lezer, mee
naar de omgeving
van de Bakenesser-
gracht. De Wijde
Appelaarsteeg naast
't Gemeentelijk Con
certgebouw brengt
ons naar de poort die
toegang geeft tot het
Bakenesserhofje. Het
hofje zelf hebben wij
in deze rubriek al
behandeld. Het is niet
alleen ons oudste
hofje, maar het mag
ook het mooiste ge
noemd worden. En de
bedoelde poort is er
een belangrijk onder
deel van. Er is ook
nog wel bij dit hofje
een kleiner poortje
dat op de Bakenes-
sergracht uitkomt,
maar dit is lang zo
schilderachtig niet.
Het is dan ook slechts als een achteruit
gang bedoeld.
Het Bakenesserhofje is in 1395 gesticht.
Het heeft dus de respectabele ouderdom
van meer dan 5y2 eeuw. Aan de huisjes is
in de loop der eeuwen veel veranderd
en de bewoonsters zeggen: gelukkig ook
gemoderniseerd en verbeterd maar de
toegang is blijkbaar nog in haar oorspron
kelijke staat.
Eigenaardig is het opschrift boven de
poort. We lezen er:
't Gesticht door Dirck van Baekenes,
Voor vrouwen van acht
en tweemaal zes.
Men mag raden of daarmee bedoeld is:
bestemd voor 20 vrouwen, of voor vrouwen
die tenminste 60 jaar oud zijn (twee en
acht maal, dus in totaal tien maal zes
jaar).
Tenslotte gaan wij naar het Heemsteedse
wandelbos Groenendaal. Als ge van de
bloemenpracht van de „Flora" genoten
hebt, moeten er een paar minuten over
blijven om naast het Verversingshuis de
poort te bekijken die toegang geeft tot de
tennisbanen. Het zal ieder duidelijk zijn
dat die poort daar niet altijd gestaan heeft.
Ooorspronkelijk was het een tolhek dat
op de Leidse Vaart bij de Zandvoortselaan
Het schilderachtige poortje in de Wijde Appelaarsteeg, dat
toegang geeft tot het Bakenesserhofje.
stond. Ongeveer 20 jaar geleden moest dit
op die plek worden afgebroken, omdat de
weg langs de Leidse Vaart een drukker
verkeer te verwerken had. Het gemeente
bestuur van Heemstede vond dit jammer,
maar moest zich wel bij de feiten neerleg
gen. Toen is de oplossing gevonden om
het hek in Groenendaal weer een nieuwe
bestemming te geven. Het is niet te ontken
nen dat het in zijn nieuwe omgeving wel
een wat eigenaardige indruk maakt het
bouwsel vraagt een open terrein maar
ook hier geld de waarheid: beter een half
ei dan een lege dop. C. J. VAN T.
U kunt het Uzelf gemakkelijk maken
door het abonnementsgeld voor het
volgende kwartaal te voldoen op onze
postgirorekening no. 273107 ten name
van Haarlems Dagblad, U bespaart
daarmee incassokosten en vermijdt
geloop aan de deur.
Het te gireren bedrag Is f 6.10, post-
abonnés 6.60.
U kunt het ons gemakkelijk maken
door Uw giro-opdracht te verzenden
vóór het eind van de maand. Wij be
hoeven dan geen kwitanties uit te
zenden.
Voor automatische giro betalingen
(het allergemakkelijkste) zijn formu
lieren op aanvraag gaarne ter be
schikking.
DE ADMINISTRATIE
XJOOOOOCXXKXXXJOOCOOOOOOOOOOOOOOCCCxDOCOOCOC
'k Had mij stil en sjakes willen houden,
vrienden, omtrent de Beelse Zondagsrust,
maar 't mag weer niet zo zijn: een stroom
van aandringende brieven lokt mij uit
mijn gecapitonneerde tent: duizenden drin
gen er op aan mijn standpunt te verne
men. Maar ik heb daarmee gewacht tot de
teerling geworpen was, om de Heren
Honderd niet te beïnvloeden.
Waarom ik mij in die stilte teruggetrok
ken had?
Omdat ik het zo innig eens ben met de
stilte van Beel.
Omdat ik het nog stiller dan hij zou
wensen.
Omdat ik zou willen dat alle gerucht
altijd ontbrak.
Ómdat ik alle voetbalderij op alle dagen
van de week zou willen verbieden, opdat
ons nationale elftal nimmer meer een ne
derlaag lijde.
En waarom alleen des Zondags niet het
misbaar van klappende autoportieren en
donderende knalpotten van heren in lede
ren jassen met Dulcinea Odorans ach
ter op?
Waarom, Maandag, Dinsdag, Woensdag,
Donderdag, Vrijdag en Zaterdag wel het
spektakel van radioten, standwerkers en
timmerlieden aan de openbare weg?
Mijn standpunt ligt enige forse schreden
rechts van de heer Zandt.
De uitroeping der Stilte! op alle dagen
der week, van overheidswege en met de
sanctie van enige doffe en niet-de-stilte-
verscheurende gummislagen op het holle
heufd, zou mij welgevallig zijn.
De Nederlandse Voetbalbond, hoe ko
ninklijk hij ook zij, worde ontbonden
opgedoekt, en wat is alle wielrijderij zo-
wiezo waard zonder van den Berch van
Heemstede? Heeft, wie de spieren strekken
en de pezen spannen wil, niet genoeg aan
een robbertje knikker en een foezelt je
sjoelbak binnenshuis?
Nu ik dit, terwille van u allen, die mij
uit de tent lokkende brieven stuurdet,
schrijf, staat voor mijn venster een vent
te fluiten als die jongen langs de gracht;
de broodbezorger klapt zijn deksel dicht;
de stadshygiënisten rammelen met de
vuilnis-emmers en terwijl een heer door
de radio de geheimen der augurkenteelt
onthult, hebben de buren de Derde Man
op bezoek.
Wie ben ik Beel, dat ik dit verdragen
moet?
Wie ben ik, den Hollander, dat ik op
Uw perrons voortdurend het loeiende mis
baar moet opvangen waarmede per dienst-
mededeling uw wagenmenners naar on
waarschijnlijke plaatsen ontboden worden?
Geef mij, regering, zeven volle dagen
STILTE!
ELIAS
TUSSEN ,,'t Was beter zoo" en „Zo was het ongeveer", tussen de eerste novelle van
de zestien-jarige Top Naeff, de eerste regel die zij in kinderlijke onbevangenheid
op papier zette, en de beschouwelijke terugblik van de haast vijfenzeventig-jarige,
de „laatste" zin die zij zo bedachtzaam, met een zo beminnelijk-aarzelende reserve
neerschreef, liggen zestig levensjaren zestig jaren, met hart en ziel opgedragen aan
de kunst van het schrijven, aan de kunst van gestalten-oproepen uit het schemer van
de verbeelding of uit het duister van de herinnering wie zal het zeggen vanwaar,
wie weet hoe enwaartoe! „Hier zit ik", liet Goethe zijn Prometheus zeggen, „en vorm
mensen". Mensen hééft Top Naeff gevormd, geschapen geen buitennissige, geen
pathologische, geen uitzonderlijk problematische, maar mensen die, of ze nu hun
aardse onderdak vonden in een herenhuis, een zolderkamer of een „huis in de rij",
menselijk waren in hun vreugde en hun leed, in dit laatste vooral.
Zó lang, zó intiem verkeerde ze met
haar romanfiguren, tot ze zich levend
gingen bewegen in de milieus - milieus,
verstard in „de eredienst aan tradities en
conventies", benauwend door „welwillend
en beklemmend gezinsleven" of, later, ook
andere, bontere, verder van huis - die haar
dierbaar waren en bedrukten tegelijk. Ju
lie Veemer, Liesbeth Landschot, Corry
Grashorst, Letje, Constance uit „Vrien
din", Madeleine uit „Offers" - en waarom
ook Jet niet te noemen uit „Schoolidyl
len", Sarah Bernardt en Eleonora Düse,
die zij ontroerend wist te eren, en Char
lotte, Goethe's geliefde Charlotte von
Stein, die zij in haar uitnemende studie
zo diep in haar trots-standvastige, door
voorname liefde beproefde vrouwenhart
heeft gezien - de één voor de ander teke
nen zij zich als met uiterste zorg en liefde
geknipte silhouetten af tegen de achter
grond van een voorbije tijd.
Dat décor zal verbleken, is al haast ver
bleekt. Wat van deze gestalten, deze ge
droomd-geboren vrouwenfiguren het con
temporaine kan worden genoemd, zal zich
allicht met de jaren oplossen in het zwart
van het schaduwbeeld, zoals het verbij
zonderde van alle mensenleven vroeg of
laat vergaat in het duister van de dood.
Maar de omtrekken van die allen zullen
blijven, zullen voortbestaan als het lief
derijke werk van Top Naeffs Prome-
theïsch-vermetele drang: het menselijke
te vormen. Dat menselijke, aan plaats
noch tijd gebonden, was. een leven lang,
drijfveer en doel van haar schrijven: het
menselijke van „de elementaire gevoelens
van leven, liefde en dood", van dat ein
deloos pogen om te leven zoals men is, te
zijn die men is, gezien en gehoord te wor
den zoals men is. Niets is moeilijker dan
dat.
Tweeërlei tweespalt
Waar er herhaaldelijk gesproken werd
van een tweespalt, die zijn stempel drukte
op het werk van Top Naeff, had men ge
lijk. Maar wanneer men die tweespalt
zocht in haar verzet tegen de levensstijl
van een niet meer dan vormelijk-traditio-
neel, laat-negentiende-eeuws burgerschap,
waaruit zij, dochter van de Dortse koop
mansstad, voortkwam, dan was dat de hal
ve waarheid en misschien nog wel minder
Oorspronkelijk tolhek aan de Leidse Vaart nu toegang tot de tennisbanen
in „Groenendaal".
ZATERDAG 28 MAART
Stadsschouwburg „Fientje Beulemans"
(Rotterdamse Comedie), 8 uur. Palace:
„Tarzan en de Wazuri diamanten", 14 jaar,
7 en 9.15 uur. Luxor: „Geluidsbarrière", 14
jaar, 7 en 9.15 uur. City: „Alarm bij de kust
wacht", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Spaarne:
„Luchtduivels boven de Pacific", 14 jaar, 7
en 9.15 uur. Frans Hals: „De eerbiedwaar
dige lichtekooi", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido:
„De avonturen van captain Clark", 18 jaar,
7 en 9.15 uur. Minerva: „Er kan nog meer
bij....", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt:
„Zondige levens", 18 jaar, 7 en 9.15 uur.
ZONDAG 29 MAART
Stadsschouwburg: „Moord bij open doek",
8 uur. Gebouw Cultura: Vereniging van spi
ritisten „Harmonia", 10.30 uur. Palace:
„Tarzan en de Wazuri diamanten". 14 jaar,
2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Geluidsbar
rière",' 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City:
„Alarm bij de kustwacht", 14 jaar, 2.15, 4.30,
7 en 9.15 uur. Spaarne: „Luchtduivels boven
de pacific", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Lido: Zondagmorgenvoorstelling „Wilde
pracht", alle leeftijden, 11 uur; „De avon-,
turen van captain Clark", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en
9.15 uur. Minerva: „Er kan nog meer
bij. 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans
Hals: „De eerbiedwaardige lichtekooi", 18
jaar. 2, 4.30. 7 en 9.15 uur. Rembrandt: Zon
dagmorgenvoorstelling „Eroïca", 11 uur.
„Zondige levens", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15
uur.
MAANDAG 30 MAART
Concertgebouw: Uitwisselingsconcert Ne-
derland-België, Pauline Marcelle, 8 uur.
Palace: „Tarzan en de Wazuri diamanten",
14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Ge
luidsbarrière", 14 jaar, 2, 7 en 9.15 uur. City:
„Alarm bij de kustwacht", 14 jaar, 2.15, 4.30,
7 en 9.15 uur. Spaarne: „Luchtduivels boven
de Pacific", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans
Hals: „De eerbiedwaardige lichtekooi", 18
jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Lido: „De avon
turen van captain Clark", 18 jaar, 2, 4.15, 7
en C.15 uur. Minerva: „Er kan nog meer
bij....", 14 jaar. 2.30. en 8.15 u. Rembrandt:.
„Zondige levens", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur;
Nu het Maandag 30 Maart honderd jaar
geleden is, dal Vincent Willem van Gogh
in de pastorie te Zundert geboren werd,
is het dunkt mij een aardige gedachte de
lezer hierbij een reproductie naar het
door Joh. Cohen Gosschalk getekende
portret van de moeder van de schilder te
tonen. Mevrouw J. van Gggh-Bonger, de
schoonzuster van Vincent vermeldt in haar
inleiding tot de brieven dat de schil
der zowel in aanleg als karakter meer zijn
moeders hoedanigheden geërfd had. dan
die van zijn vader. De hier gereproduceer
de tekening werd in 1903 gemaakt, drie
jaar voor haar dood. Zowel haar man als
haar drie zoons had zij overleefd.
Zoals bekend mag worden veronder
steld, had Vincent van Gogh, wiens va
der en grootvader beiden predikant waren,
aanvankelijk ook neiging lot dit ambt.
Hij was enige tijd hulpprediker, onder
andere in de Borinage en in 1880 woonde
hij bij de mijnwerker Charles Decrucq in
Cuesnes. Het was daar, dat hij eindelijk
het definitieve besluit nam schilder te
worden. Toch zijn er van vroeger datum
verscheidene tekeningen bekend. Er is
echter heel wat verloren gegaan.
Dit brengt mij een eigenaardige ont
moeting in de herinnering, die ik in 1934
of '35 te Brussel had. Met een vriend, de
schilder Jim Frater, die evenals Van Gogh
een domineeszoon is en die, naar ik meen,
wat de kleur van gelaat en haar betreft
merkwaardigerwijs wel iets van Van Gogh
weg heeft, bracht ik een bezoek bij een
predikant, die te Laeken woonde. Deze nu
vertelde ons dat Vincent van Gogh bij
hem in huis gewoond had. Ik veronder
stel dat dat omstreeks 1878 geweest is.
Niet zonder spijt vertelde onze gastheer
nu dat de jonge hulpprediker des avonds
dikwijls zat te tekenen, maar dat de re
sultaten van deze arbeid door de ordelijke
huisgenoten steeds werden verscheurd en
weggeworpen! Of het verdriet van onze
zegsman over het verloren gaan der teke
ningen voortkwam uit een hooggestemd
cultuurbewustzijn of uit zijn kennis van
de fenomenale marktwaarde, die de teke
ningen van Van Gogh in later jaren ver
kregen, heb ik niet getracht na te speu
ren. Het was een eigenaardige sensatie te
bedenken aan dezelfde tafel te zitten
waarover 56 jaar geleden het rossige hoofd
van de jonge Vincent zich gebogen had in
aandacht voor zijn tekeningen.
Dat onze gastheer hoog bejaard was,
zult u al wel begrepen hebben. Niet lang
daarna zag ik zijn begrafenisstoet door de
straten van Laeken trekken.
OTTO B. DE KAT
dan dat. Kenmerkender voor haar werk,
wezenlijker voor haar persoon - die zich
o, zo omzichtig, zo „gecamoufleerd", zoals
zij het noemde, in het werk uitsprak - is
een tweestrijd van een andere algemeen-
menselijker orde: die tussen de mens die
men in het eigenste van zichzelf weet te
zijn en de mens zoals deze, zoveel schame
ler dan die andere, verschijnt in leven en
werk. Leven is een zichzelf verwerkelij
ken, een tot zichzelf komen. Het is één
voortdurend streven naar dat andere, be
tere „ik". Noem dat een droom, de droom
van een ideaal. Noem de onvervulbaar
heid van dia droom de gésel, die altijd
weer aandrijft tot het volmaaktere. Lees
of herlees met dit motief in de gedachte
het „Verzamelde belletristische werk"*),
en Top Naeffs romanfiguren zullen een an
dere gestalte aannemen. Ze zullen achter
hun masker vandaan treden, zich los ma
ken uit hun milieu en hun schroom, hun
aristocratische reserve prijsgeven om van
mens tot mens te spreken van de „ik" die
zij zich droomden, van het lot dat hun ver
hinderde om te zijn die ze waren, van het
leed dat onvermijdelijk bleek, van de een
zaamheid die het deel van een ieder is,
die dit andere, onachterhaalbare „ik" im
mer voor ogen heeft.
„In 't sneeuwwit avonduur"
Of dat nu wel of geen „psychisch realis
me" moet heten, of de stijl waarin het ge
schreven staat de doop ontving van het
l'art pour l'art, of cr woordkunst aan te
pas kwam of de drang om tot het uiterste
eenvoudig te zijn - het wordt allemaal
bijkomstig, omdat, ondanks alle „camou
flage", alle huiver voor „persoonlijke me
dedeelzaamheid", waartegen de schrijf
ster zich „als een egel verzette", Top
Naéff zich vertoont, de eigenlijke Top
Naeff, die „in 't sneeuwwit avonduur"
van haar leven de gelukwensen van zo-
velen in ontvangst heeft te nemen.
Déze Top Naeff. Niet degene, aan wie
een oppervlakkige kritiek het schrijven
van „damesromans" toedichtte. Niet dege
ne, die Nijhoff te onzaliger ure uit speelse
nonchalance in één adem noemde met Jo
van Ammers-Küller. Maar de andere die,
alle litteraire mode ten spijt, trouw bleef
aan zichzelf, trouw bleef aan dat „zelf",
ADVERTENTIE
In de Haarlemse Huishoud- en Industrie
school aan de Voorhelmstraat wordt op
Dinsdag 31 Maart en Woensdag 1 April
een openbare les en een tentoonstelling
van leerlingen werk gehouden. Een onder
deel hiervan vormt de afdeling voor kunst
naaldwerk, waaraan verbonden de oplei
ding voor tekenen en ontwerpen. Daar het
niet algemeen bekend is dat op deze af
deling een geheel afzonderlijk opleiding
wordt gegeven, die bekroond kan worden
met de zogenaamde Acte N.S. die recht
geeft op lesgeven in kunstnaaldwerk op
Nijverheidsscholen en andere onderwijs
instellingen, leek het mij nuttig eens een
bezoek aan de Huishoudschool te brengen
waar men nog druk bezig was de expositie
van leerlingen werk in te richten.
De lessen in weven, borduren en andere
technieken, zoals appliqué en filetknopen,
worden gegeven door mei. B. C. Jelles.
Ontwerpen, handtekenen, kleurenleer en
Van de brieven van Vincent van Gogh is
zojuist bij de Wereldbibliotheek (Amsterdam,
Antwerpen) een nieuwe uitgave in twee forse
delen verschenen. Daar zijn talrijke documen
ten en tekeningen bij, die in de vroegere edities
zijn weggelaten.
ADVERTENTIE
UW MATRASSEN bijgevuld of vernieuwd.
MAAKLOON 1 pers. 12.50, 2 pers. 15.—
HAARLEMS MATRASSENHUIS
H. DE GRAAFF
Gr. Houtstraat 103 Tel. 11485 Haarlem
Grondstoffen voor de papierfabriek
Voor de papierfabriek Van Gelder Zonen
is aangekomen het Noorse s.s. „Bykle", dat
van de Noorse haven Drammen een lading
van 500 ton cellulose aanvoerde bestemd
voor zusterfabrieken.
Tekening, ontwerp voor naaldwerk, naar
een oud-Perzisch weefselmotief, door een
leerling van de Haarlemse Huishoud- en
Industrieschool.
kunstgeschiedenis (dit laatste vak met een
nadruk op de geschiedenis der textiel)
worden door mevrouw J. Verweij-Tilbus-
scher, gedoceerd. De cursus, die vier jaar-
duurt, bevat nog enkele andere vakken,
zoals paedagogie enzovoorts, maar de be
langrijkste zijn toch de bovengenoemde.
De directe samenwerking tussen de afde
lingen ontwerpen en uitvoeren is natuur
lijk van groot belang en ons bezoek heeft
ons er van overtuigd dat deze bijzonder
intensief is.
Een van de moeilijkheden bij alle kunst
onderwijs is wel, als wij even in de vak
termen mogen blijven, om een stramien te
vinden, waarop men de lessen borduurt.
Mevrouw Verwev, die sinds vijftien jaar
deze lessen aan' de Haarlemse en Amster
damse Huishoudscholen geeft, heeft in de
loop der jaren een methode opgebouwd,
die tot heel mooie resultaten leidt. De ex
positie geeft daarvan een duidelijk over
zicht en ik moet u zeggen, dat ik werke
lijk verrast was door de smaakvolle en in
ventieve ontwerpen, die onder deze leiding
ontstaan waren.
De eerste proeven bestaan uit een aan
tal kleine penseeloefeningen, die een or
namentaal karakter hebben en die al cf
niet op motieven uit de natuur geïnspi
reerd zijn. Daarna volgen gecombineerde
figuren, waarin een bepaald rhythme op
treedt en tenslotte geheel gesloten vlak
vullingen. Aan de hand van een opgegeven
motief: bloem, vis en dergelijke, worden
daarna vrije composities gemaakt. Parallel
hiermede wordt steeds naar de natuur ge
tekend en geaquarelleerd. Het kleurgevoel
wordt door deze oefeningen sterk ontwik
keld, evenals het gevoel voor evenwicht in
compositie en rythme. De toepassing in de
praktijk van het kunstnaaldwerk houdt
hiermede gelijke tred. Het is niet mogelijk
de diverse ontwerpen hier te bespreken.
Een bezoek aan de tentoonstelling is niet
alleen aan te bevelen aan ouders, wier
dochters artistieke begaafdheid hebben en
deze hier kunnen ontplooien op een wijze
waarvan zij hun leven lang pleizier zulien
hebben; ieder die belangstelling voor beel
dende kunst heeft, of zelf lessen geeft, zal
er goed aan doen eens te gaan kijken, hoe
hier gewerkt wordt. De bijzondere frisheid
der ontwerpen, de alleraardigste vondsten
bij de uitvoeringen, die bovendien een uit
muntende technische bekwaamheid demon
streren, zal menigeen verrassen.
In deze tijd, waarin naar mijn mening
zeker evenveel begaafde jonge mensen zijn
als in vroeger tijden, doet zich tengevolge
van de enorme sociale en geestelijke
evolutie die wij doormaken de moeilijk
heid voor dat veel talent geen basis vindt
om zich harmonisch te ontwikkelen. Iedere
bijdrage om hierin verbetering te brengen,
om deze begaafden op te vangen en een
zinrijke opleiding te geven, waarin de per
soonlijkheid zich zo volledig mogelijk kan
ontplooien, verdient de sterkste aanbeve
ling. Met zulke mensen zal de wereldheer
beter bewoonbaar worden en is dat niet
heel wat waard?
Prins Bernhard dankt het
Amerikaanse volk
„Door handelsverruiming en het toela
ten van meer Nederlandse immigranten
kunnen de Verenigde Staten Nederland
helpen de gevolgen van de overstromings
ramp te boven te komen", zei Prins Bern
hard Donderdag te Washington op een
banket, aangericht voor de uitreiking van
de jaarlijkse Willem de Zwijger-prijs,
v.elke Wordt toegekend aan die Ameri
kaanse journalist, die in het afgelopen
jaar het beste artikel over de Nederlands-
Amerikaanse betrekkingen heeft geschre
ven.
Dit jaar is de Willem de Zwijger-prijs
aan drie journalisten uitgereikt. De geld
prijs van 2500 dollar werd daartoe tot
3000 verhoogd. De drie winnaars kregen
elk duizend dollar en de gouden médaille,
die aan de prijs is verbonden.
De prijs is uitgereikt aan mevrouw
Anne 'O Hara McCormick, die de buiten
landse overzichten van de New York
Times schrijft, aan Edward J. Donohue
van de Scranton Pennsylvania Times en
.aan D^yid McNichol van de Chicago
'Daily. Ni
dat ze niet ophield na te streven.
Wie van zoveel seizoenen van letterkun
dig leven getuige is geweest, wie de ge-
note der Tachtigers en de vriendin van
hun nakomelingschap was, wie zoveel
„-ismen" zag komen en gaan - expressio
nisme en vitalisme, personalisme en psy
chisch exhibitionisme - heeft, hoe kan net
anders, de wind wisselend mee en tegen
gehad. Maar in verschijning en werk, in
romans en toneelcritieken, in novellen en
studies, in haar redactriceschap van de
tijdschriften die zij mede leidde en, voor
zover niet bezweken bij gebrek aan weer
klank, nóg leidt (zoals „Het Boek van
Nu") - in dat alles was en bleef zij, zoals
Maurice Roelants haar noemde; „de grote
dame", die van haar kunst hoge ernst, van
haar werk een ambacht, van haar figuren
mensen maakte.
Als het mij, Top Naeff, vergund is, in
een slotzin een wens uit te spreken cue
van hart tot hart wil gaan, zoals uw men
sen tot de mensen gingen, dan zij het deze:
dat de laatste zin (die u meer zorg baart,
hebt ge geschreven, dan de onsterfelijk
heid) één van zin moge zijn met de eerste
van uw leven en, zo geschreven, zinvol het-
begin met het einde verbinde.
C. J. E. DINAUX
Evenals alle andere, thans verkrijgbare
werken van Top Naeft verschenen bij Em.
Querido's Uitgevers Maatschappij, Amsterdam.
In de weken voor Past :i is Bachs onster
felijk meesterwerk waarin ons Christus'
lijden en sterven wordt voorgehouden, wel
licht het muziekwerk dat het meest in de
belangstelling staat. Men kan zich afvra
gen, of deze belangstelling alleen de com
positie geldt, of dat eerder het wereldhis
torische gebeuren van Christus' kruisdood
voor velen de eigenlijke aanleiding tot
luisteren zou kunnen zijn. Hoe dit zij, het
is in elk geval alleen maar verheugend dat
zovelen behoefte gevoelen zich enige uren
te verdiepen in een kunstwerk dat zich
bezig houdt met de hoogste geestelijke
waarden, met het religieuze leven van de
mens.
Een andere vraag is, of er in de laatste
jaren niet een te veel aan uitvoeringen van
de Mattheus-passie is gekomen en of een
afwisseling met de zonder twijfel ook zeer
belangrijke Johannes-Passion van dezelfde
meester niet gewenst zou zijn. Ik kan de
gedachte niet van mij afzetten, dat het on
evenredig grote aantal Mattheus-uitvoe--
ringen en de verwaarlozing van de
Johannes-Passion op een zeker snobisme
wijst. En het is bovendien een verschijnsel,
dat wel in schrille tegenstelling staat tot
die andere vorm van snobisme, die som
mige in het muziekleven inspireert tot
eerste uitvoeringen, allereerste uitvoerin
gen, wereldpremières en dergelijke heetge
bakerdheden meer, als de inkt van het
nieuwe werk nauwelijks droog is.
Men komt er ook wel toe Bachs passie
muziek uit te voeren als het feest der Op
standing al voorbij is. Dit is eigenlijk even
onjuist als in Juli of Augustus buiten,
onder de dennenbomen, Kerstliedjes te
gaan zingen, hetgeen denk ik - nie
mand in zijn hoofd zal halen. Nog één cri-
txsche opmerking en dan ga ik over tot
louter bewondering voor zoveel schoonheid
als Vader Bach in zijn passiemuziek heeft
neergelegd.
Mijn laatste opmerking dan geldt het
streven om het werk in de Nederlandse
taal te doen uitvoeren. Kort na de laatste
wereldoorlog, onzaliger gedachtenis, was
de tegenzin tegen al wat Duits was meer
dan begrijpelijk. Men had ook in de oor
logsjaren van degenen, die ons in die taal
hadden toegeschetterd en toegeschreeuwd,
meer dan genoeg moeten aanhoren om van
harte te hopen van dit alles voorgoed te
zijn bevrijd. Maar dan zou ik liever Bachs
passiemuzieken in de eerste jaren maar in
het geheel niet hebben gehoord. Want ik
blijf er bij, dat men bij tekstvertalingen
het kunstwerk schade toebrengt.
Het merkwaardigste is, dat de vertaling
soms zó goed kan zijn^dat zij de oorspron
kelijke tekst overtreft. Mij dunkt, dat Jan
Engelman een heel wat groter kunstenaar
is dan de eerzame Picander was, want En
gelmans vertaling lijkt mij voortreffelijk
en het origineel is nauwelijks poëzie te
noemen. Verondersteld mag worden, dat
men weet hoe de tekst van de Mattheus-
passie is geconstrueerd: Bach nam de
woorden van het Evangelie, groepeerde
daaromheen koraalteksten en gebruikte
voor de recitatieven en aria's teksten van
Picander.
Er is echter een principiële kwestie: de
geheimzinnige wisselwerking tussen de
klank der taal en die der muziek. Een klein
voorbeeld: Bach hoorde in zich niet zin
gen „Bloeden doet het liefste hart", maar;
„Blute nur, du liebes Herz". Nu is het on
derscheid tussen deze regels in de vocalen
niet eens groot, maar toch zijn de inner
lijke verschillen al voldoende om de door
de componist gedachte eenheid te schaden.
En dit voorbeeld is nog een uiterst gunstig
specimen van vertalingskunst.
Maar genoeg! Wie zal schatten hoeveel
duizenden harten verkwikt, ont
roerd en gesterkt zijn sedert die 15de
April 1729, toen het meesterwerk voor de
eerste keer in de Leipziger Thomaskerk
heeft beklonken? Hoeveel innerlijke leeg-
ten gevuld zijn met onvermoede geestelijke
waarden? Kortom, hoeveel geluk zal een
monument als dit de hunkerende mensheid
reeds hebben gebracht?
Als nog bewezen moest worden, dat de
kunst de mens tot zegen is, dan zouden
Bachs passiemuzieken naar Mattheus en
Johannes daartoe stellig voldoende argu-
imenten zijn.
WILLEM ANDREESSEN